Date: 30/6/2014

• Source: https://www.ibz.rrn.fgov.be/fr/commissions/publicite-de-ladministration/avis/2014/ADVIES-2014-56.pdf
• Copie locale: advies-2014-56.pdf

 Commissie voor de toegang tot en het
 hergebruik van bestuursdocumenten

      Afdeling openbaarheid van bestuur




                     30 juni 2014




                 ADVIES 2014-56

met betrekking tot een weigering tot openbaarmaking
van protocolakkoord voor luchtvaartmaatschappijen
                    (CTB/2014/47)
                                                                       2

   1. Een overzicht

Bij mail van 19 juni 2014 verzochten de heren Roland Pockele-Dilles en
Frederik Emmerechts, namens de N.V. TUI AIRLINES BELGIUM, aan de
Dienst Vreemdelingenzaken van de FOD Binnenlandse Zaken om naast
een antwoord op een vraag om informatie een afschrift te verkrijgen van
een protocolakkoord met of voor (andere) luchtvaartmaatschappijen
opgesteld door de Dienst Vreemdelingenzaken andere dan het
“Protocolakkoord voor luchtvaarmaatschappijen die jaarlijks minder dan
5 miljoen passagiers naar België vervoeren”.

Bij mail van 20 juni 2014 wijst de FOD Binnenlandse Zaken de aanvraag
af omdat het protocolakkoord afgesloten tussen de vervoerder en de
Minister of zijn gemachtigde geen bestuursdocument is in de zin van
artikel 1, tweede lid, van de wet van 11 april 1994.

Omdat zij het niet eens zijn met dit standpunt dienen de heren Roland
Pockele-Dilles en Frederik Emmerechts bij de FOD Binnenlandse Zaken
een verzoek tot heroverweging in bij mail en aangetekende brief van 24
juni 2014. Tegelijkertijd vragen zij de Commissie voor de toegang tot en
het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van
bestuur, hierna Commissie genoemd, om een advies.

   2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag

De Commissie is van oordeel dat het verzoek om advies ontvankelijk is.
Het verzoek tot heroverweging gericht aan de FOD Binnenlandse Zaken
en het verzoek om advies aan de Commissie zijn immers tegelijkertijd
ingediend.

   3. De gegrondheid van de adviesaanvraag

Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de
openbaarheid van bestuur gaan uit van de principiële openbaarheid van
alle bestuursdocumenten. De openbaarmaking kan slechts worden
geweigerd op grond van beperkingen vermeld in de wet van 11 april
1994 en het inroepen ervan in concreto en op pertinente wijze kunnen
worden gemotiveerd.
                                                                         3

De Commissie wil erop wijzen dat alle gematerialiseerde informatie in
het bezit van een federale administratieve overheid als een
bestuursdocument moet worden beschouwd in de zin van artikel 1,
tweede lid, 2° van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid
van bestuur dat als volgt luidt: een bestuursdocument is “alle informatie,
in welke vorm ook, waarover een administratieve overheid beschikt”.
Voor zover één of meer van de gevraagde protocollen bestaan, kan er
geen twijfel over bestaan dat zij moeten worden gekwalificeerd als
bestuursdocumenten en bijgevolg onder het toepassingsgebied van de
wet van 11 april 1994 vallen.

Als de FOD Binnenlandse Zaken dan ook geen uitzonderingsgronden
kan aanvoeren en deze in concreto en op pertinente wijze kan
motiveren, is ze ertoe gehouden het of de gevraagde document(en)
openbaar te maken.

Verder wil de Commissie onder de aandacht brengen dat enkel
informatie die onder een uitzonderingsgrond valt aan de
openbaarmaking kan worden onttrokken. Alle andere informatie in een
bestuursdocument dient openbaar te worden gemaakt.

De Commissie wil er ten slotte op wijzen dat behoudens uitdrukkelijke
delegatie slechts de bevoegde minister namens de FOD Binnenlandse
Zaken gemachtigd is een aanvraag om toegang tot bestuursdocumenten
te beoordelen. In dit verband wenst de Commissie te wijzen op het
Ministerieel besluit van 1 oktober 2006 tot delegatie van de bevoegdheid
een verzoek tot inzage of een afschrift van een bestuursdocument dat de
Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken onder zich heeft, af te
wijzen (B.S. 20 oktober 2006).


Brussel, 30 juni 2014.




   F. SCHRAM                                             M. BAGUET
   secretaris                                            voorzitster