Outils pour utilisateurs

Outils du site


transparencia:groupes-locaux:bru-schaerbeek:bruschcnscmn:2019-12-18_gbrucmnsch-cnscmn_sp-pv:start

Ceci est une ancienne révision du document !


                    CONSEIL COMMUNAL DE SCHAERBEEK
                     GEMEENTERAAD VAN SCHAARBEEK
                             SEANCE DU 18 DÉCEMBRE 2019
                          VERGADERING VAN 18 DECEMBER 2019

PRÉSENTS-AANWEZIG : Mme-mevr. Cécile Jodogne, Bourgmestre ff-Présidente-wnd

 Burgemeester-Voorzitster; MM.-hh. Vincent Vanhalewyn, Sadik Koksal, Échevins-
 Schepenen; M.-h. Mehmet Bilge, Echevin-Schepen; Mme-mevr. Adelheid Byttebier,
 Échevine-Schepene; M.-h. Michel De Herde, Échevin-Schepen; M.-h. Frederic Nimal,
 Mmes-mevr. Sihame Haddioui, Deborah Lorenzino, M.-h. Thomas Eraly, Mme-mevr.
 Lorraine de Fierlant, Echevin-Schepenen; MM.-hh. Bernard Guillaume, Bernard Clerfayt,
 Georges Verzin, Emin Ozkara, Ibrahim Dönmez, Abobakre Bouhjar, Mme-mevr. Angelina
 Chan, MM.-hh. Axel Bernard, Hasan Koyuncu, Mmes-mevr. Sophie Querton, Done
 Sonmez, M.-h. Quentin van den Hove, Mme-mevr. Fatiha El Khattabi, MM.-hh. Arnaud
 Verstraete, Taoufik Ben addi, Matthieu Degrez, Mmes-mevr. Claire Geraets, Leila
 Lahssaini, Myriam Boxus, M.-h. Youssef Hammouti, Mmes-mevr. Fatima Ben Abbou,
 Leticia Sere, Lucie Petre, MM.-hh. Abdelhakim El Karaoui, Emel Dogancan, Yusuf Yildiz,
 Mohammed Abkoui, Mmes-mevr. Naima Belkhatir, Emel Kose, Vanessa Loodts, Marie
 Nyssens, MM.-hh. Hamza BOUKHARI, Cedric Mahieu, Elyass EL YAKOUBI, Mamadou Bah,
 Conseillers communaux-Gemeenteraadsleden; M.-h. David Neuprez, Secrétaire
 Communal-Gemeentesecretaris.

ABSENTS-AFWEZIG : -

EXCUSÉS-VERONTSCHULDIGD : Mme-mevr. Emilie Desmedt, Conseillère communale-

 Gemeenteraadslid.

EN DÉBUT DE SÉANCE-IN HET BEGIN VAN DE VERGADERING : Mme-mevr. Dogancan, Conseillère

 communale-Gemeenteraadslid
 Mme Jodogne, Bourgmestre, préside l'assemblée qu'elle ouvre en séance publique à

18 heures et 40 minutes.

 De openbare vergadering wordt geopend om 18.40 uur onder voorzitterschap van mvr.

Jodogne, Burgemeester.

  Elle est satisfaite au prescrit de l'article 89 de la nouvelle loi communale et le procès-

verbal de la séance du 27/11/2019 (18:30) est tenu sur le bureau à la disposition des membres du Conseil.

  Er wordt voldaan aan de voorschriften van artikel 89 van de nieuwe gemeentewet en de

notulen van de vergadering van 27/11/2019 (18:30) zijn ter beschikking van de raadsleden ter tafel neergelegd.

 Madame Lorenzino est désignée par le sort pour voter la première lors du vote par appel

nominal.

 Mevrouw Lorenzino is door het lot aangewezen om als eerste te stemmen bij hoofdelijke

stemming.

 La traduction simultanée des débats est assurée par Monsieur Van Wassenhoven.
 De vertaling staande vergadering wordt door de heer Van Wassenhoven verzekerd.
                                               1

COMMUNICATIONS – MEDEDELINGEN

  • * Monsieur Bouhjar intervient Madame la Bourgmestre ff répond et propose de modifier l'ordre des points à l'ordre du jour du conseil communal. Elle propose de globaliser les débats Budget et taxes. Monsieur Bernard intervient concernant le point 67 Monsieur De Herde répond et précise que ce point traite bien que de l'enseignement de la promotion sociale. SEANCE PUBLIQUE - OPENBARE VERGADERING POINT(S) INSCRIT(S) À LA DEMANDE D’HABITANTS -=- PUNT(EN) OPGETEKEND OP VERZOEK VAN INWONERS SP 1.- La sécurité des habitants de la commune de Schaerbeek en cas d'accident nucléaire grave ou moyen - Demande de Madame Marie-France Deprez -=- De veiligheid van de inwoners van Schaarbeek bij een erg of minder erg nucleair ongeval - Verzoek van Mevrouw Marie-France Deprez Madame Deprez expose le point Madame la Bourgmestre ff répond Monsieur Dönmez intervient Madame la Bourgmestre ff répond Madame Chan, Madame Petre, Madame Loodts, Madame Lahssaini et Madame Nyssens interviennent Madame la Bourgmestre ff répond SP 2.- La suppression définitive du marché Lehon - Demande de Monsieur Abdelaziz Lamsoudi, Monsieur Ygit Jonathan et Monsieur Sauvenière Didier -=- De definitieve afschaffing van de Lehon markt - Verzoek van de heer Abdelaziz Lamsoudi, de heer Ygit Jonathan en de heer Sauvenière Didier Monsieur Sauvenière expose le point Monsieur Vanhalewyn et Madame de Fierlant répondent Monsieur Hammouti, Madame Köse, Monsieur Koyuncu, Monsieur Verzin, Madame Boxus et Madame Loodts interviennent Madame la Bourgmestre ff répond SECRÉTAIRE COMMUNAL -=- GEMEENTESECRETARIS Maîtrise des processus -=- Procesbeheer SP 3.- Convention entre la commune de Schaerbeek et l'Oeuvre des Colonies Scolaires (OCS) - Approbation -=- Overeenkomst tussen de gemeente Schaarbeek en “Oeuvre des Colonies Scolaires” (OCS) - Goedkeuring 2 DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. Un membre n'a pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. Een lid heeft niet gestemd LE CONSEIL COMMUNAL Approuvé à l'unanimité. Un membre n'a pas voté Vu l'article 26 du règlement communal du 27 mars 2019 relatif aux subventions communales, Conformément à l'article 29 du règlement communal du 27 mars 2019 relatif aux justificatifs utiles au Service Contrôle chargé de la liquidation du subside, Vu que l'Oeuvre des Colonies Scolaires (OCS) a pris connaissance du règlement du 27 mars 2019 relatif aux subventions communales et déclare en accepter toutes les dispositions, Sur proposition du Collège du 10 décembre 2019, DECIDE : d'adopter le projet de texte de la convention annexé à la présente délibération entre la Commune et l'Oeuvre des Colonies Scolaires (OCS). DE GEMEENTERAAD Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. Een lid heeft niet gestemd Gelet op artikel 26 van het gemeentereglement van 27 maart 2019 betreffende de gemeentesubsidies, Overeenkomstig artikel 29 van het gemeentereglement van 27 maart 2019 betreffende de nuttige bewijsstukken voor de dienst controle belast met de liquidatie van de subsidie, Gelet op het feit dat de vereniging Oeuvre des Colonies Scolaires (OCS) kennis heeft genomen van het reglement van 27 maart 2019 betreffende de gemeentesubsidies en alle beschikkingen ervan aanvaarden, Op voorstel van het College van 10 december 2019, BESLIST : het ontwerp van de tekst van de overeenkomst, als bijlage, die de toepassingsmodaliteiten tussen de Gemeente en de vereniging l'Oeuvre des Colonies Scolaires (OCS) vastleggen, aan te nemen. FINANCES / RECEVEUR COMMUNAL -=- FINANCIËN / GEMEENTEONTVANGER Budget -=- Begroting SP 4.- CPAS - Modification budgétaire 2 de l'exercice 2019 - Approbation -=- Ocmw - Begrotingswijziging 2 voor het dienstjaar 2019 - Goedkeuring DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Décidé, par 31 voix contre 14 et 0 abstention(s). Un membre n'a pas voté -=- Besloten, met 31 stem(men) tegen 14 en 0 onthouding(en). Een lid heeft niet gestemd LE CONSEIL COMMUNAL Décidé, par 31 voix contre 14 et 0 abstention(s). Un membre n'a pas voté Vu l'article 117 de la nouvelle loi communale Vu l'article 800, §2 de la loi dy 8 juillet 1976, organique des Centres Publics d'Action Sociale, modifiée par l'Ordonnance du 14 mars 2019 Vu la délibération du Conseil de l'Action Sociale du 4 décembre 2019 approuvant la modification budgétaire 2 de l'exercice 2019 n'ayant aucun impact sur la dotation communale au CPAS Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 10 décembre 2019 DECIDE : D'approuver la modification budgétaire 2 de l'exercice 2019 du CPAS 3 DE GEMEENTERAAD Besloten, met 31 stem(men) tegen 14 en 0 onthouding(en). Een lid heeft niet gestemd Gelet op artikel 117 van de Nieuwe Gemeentewet Gelet op artikel 55 §2 van de wet van 8 juli 1976 tot regeling van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, gewijzigd bij de Ordonnantie van 14 maart 2019 Gelet op de beraadslaging van 4 december 2019 waarbij de Raad voor Maatschappelijke Welzijn de begrotingswijziging 2 van het dienstjaar 2019, zonder invloed op de gemeente dotatie aan het OCMW, vastlegt. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 10 december 2019 BESLUIT : De begrotingswijziging 2 van het dienstjaar 2019 van het OCMW goed te keuren Contrôle -=- Controle SP 5.- CPAS - Budget pour l'exercice 2020 - Approbation -=- Ocmw - Begroting voor het dienstjaar 2020 - Goedkeuring Madame Querton et Monsieur Eraly exposent le point Monsieur Degrez, Monsieur Bernard, Monsieur El Yakoubi, Monsieur Mahieu, Monsieur Verzin, Madame Loodts et Monsieur Dönmez interviennent Madame Querton et Monsieur Eraly répondent Monsieur Degrez, Monsieur Bernard, Monsieur Mahieu, Monsieur Verzin, madame Loodts et Monsieur Dönmez interviennent Madame Querton, Monsieur Eraly et Madame la Bourgmestre ff répondent DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Décidé, par 24 voix contre 19 et 2 abstention(s). Un membre n'a pas voté -=- Besloten, met 24 stem(men) tegen 19 en 2 onthouding(en). Een lid heeft niet gestemd LE CONSEIL COMMUNAL Décidé, par 24 voix contre 19 et 2 abstention(s). Un membre n'a pas voté Vu l'article 117 de la nouvelle loi communale; Vu l'article 88 de la loi du 8 juillet 1976, organique des Centres Publics d'Action Sociale, modifié par la loi du 29 décembre 1988, par la loi du 5 août 1992 et modifié par l'article 29 de l'ordonnance du 3 juin 2003 relative à la tutelle administrative et aux règles financières, budgétaires et comptables des CPAS; Vu l'Arrêté du Collège réuni de la COCOM de la Région de Bruxelles - Capitale du 26 octobre 1995 portant règlement de la nouvelle comptabilité des CPAS de la région; Vu les articles 26bis et ter de la loi organique des Centres Publics d'Action Sociale du 8 juillet 1976; Vu l'article 72 de la loi organique des Centres Publics d'Action Sociale du 8 juillet 1976; Vu la décision d'approbation du Comité de concertation commune/CPAS du 18 novembre 2019 portant sur le budget 2020 du C.P.A.S; Vu la délibération du Conseil de l'Action Sociale du 20 novembre 2019 arrêtant le budget 2020 du C.P.A.S; Vu la décision du Collège du 10 décembre 2019 approuvant le budget 2020 du C.P.A.S; DECIDE : 1. D'approuver le budget de l'exercice 2020 du CPAS - Administration centrale - arrêté par son Conseil le 20 novembre 2019 à la somme de 152.954.975,00€. 2. De fixer à 42.059.500€ le montant de l'intervention communale 2020 pour couvrir le manque de ressources du CPAS 3. De fixer à 1.822.979€le montant de la dotation de la commune 2020 résultant de la restructuration des hôpitaux 4 DE GEMEENTERAAD Besloten, met 24 stem(men) tegen 19 en 2 onthouding(en). Een lid heeft niet gestemd Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op artikel 88 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn gewijzigd door de wet van 29 december 1988 en de wet van 5 augustus 1992, en door artikel 29 van de ordonnantie van 3 juni 2003 betreffende het administratief toezicht en financiële, budgettaire en boekhoudkundige voorschriften betreffende de OCMW's; Gelet op het besluit van het College van de GEMGECOM van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest van 26 oktober 1995 houdende vaststelling van het Nieuwe Boekhoudingsreglement voor de OCMW's; Gelet op artikelen 26bis en ter van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn; Gelet op artikel 72 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn; Gezien de beslissing van het overlegcomité gemeente/OCMW van 18 november 2019 tot goedkeuring over de begroting 2020 van O.C.M.W; Gelet op de beraadslaging van 20 november 2019 waarbij de Raad voor Maatschappelijk Welzijn de begroting voor het dienstjaar 2020 vastlegt; Gelet op de beslissing van het College van 10 december 2019 die de begroting voor het dienstjaar 2020 van het OCMW vastlegt; BESLUIT : 1. De begroting van het dienstjaar 2020 van het OCMW - Centrale Administratie - vastgesteld door zijn Raad op 20 november 2019 goed te keuren op 152.954.975,00€. 2. Het bedrag van de gemeentelijke tussenkomst voor het begrotingstekort van het OCMW voor 2020 op 42.059.500€ vast te stellen; 3. Het bedrag van de gemeentelijke tussenkomst voortvloeiend uit de herstructurering van ziekenhuizen voor 2020 op 1.822.979€ vast te stellen *

Madame Dogancan entre en séance. Monsieur Özkara quitte la séance -=- Mevrouw

     Dogancan treedt ter vergadering. De Heer Özkara verlaat de vergadering
                                        ***

SP 6.- CPAS - Budget 2020 - Douzièmes provisoires pour les mois de janvier et février 2020 -

 Approbation -=- Ocmw - Begroting 2020 - Voorlopige twaalfden voor de maanden
 januari en februari 2020 - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Décidé, par 31 voix contre 14 et 0 abstention(s). Un membre n'a pas voté -=- Besloten, met 31 stem(men) tegen 14 en 0 onthouding(en). Een lid heeft niet gestemd

                                LE CONSEIL COMMUNAL
        Décidé, par 31 voix contre 14 et 0 abstention(s). Un membre n'a pas voté

Vu l’article 88 de la loi du 8 juillet 1976, organique des Centres Publics d’Action Sociale, relatif au budget des recettes et dépenses du Centre pour l’exercice 2020 à soumettre à l’approbation du Conseil Communal; Considérant que le budget 2020 a été arrêté par le Conseil; qu’il y a lieu de faire face aux dépenses et d’assurer le bon fonctionnement des services du CPAS,

                                               5

Vu l’article 13 de l’Arrêté du 26 octobre 1995 du Collège Réuni de la Commission Communautaire Commune portant règlement général de la comptabilité des Centres Publics d’Action Sociale de la Région de Bruxelles-Capitale, Considérant la décision du conseil communal du 18 décembre 2019; Considérant qu’il y a lieu de pourvoir aux crédits nécessaires pour les mois de janvier et février 2020. Vu les articles 26bis, 111 et 113 de la loi du 8 juillet 1976 organique des Centres Publics d’Action Sociale, Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 10 décembre 2019; DECIDE : d’arrêter les crédits provisoires pour les mois de janvier et février 2020 au douzième d’allocations du budget 2020 pour faire face aux dépenses de traitements, salaires, pensions et charges sociales, de fonctionnement normal des services, de force majeure et relatives à la dette.

                                 DE GEMEENTERAAD
  Besloten, met 31 stem(men) tegen 14 en 0 onthouding(en). Een lid heeft niet gestemd

Gelet op artikel 88 van de organieke wet van 8 juli 1976, betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn aangaande de begroting van de ontvangsten en uitgaven van het Centrum voor het dienstjaar 2020, die aan de goedkeuring van de Gemeenteraad moet voorgelegd worden; Overwegende dat de begroting 2020 door de Raad goedgekeurd wordt; dat de uitgaven dienen te worden voldaan om de goede werking van de diensten van het OCMW te verzekeren; Gelet op artikel 13 van het Besluit van 26 oktober 1995 van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Communautaire Commissie houdende algemeen reglement over de boekhouding van de centra voor maatschappelijk welzijn van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; Overwegende de beslissing van de gemeenteraad op 18 december 2019; Overwegende dat de nodige kredieten moeten voorzien worden voor de maanden januari en februari 2020. Gelet op de artikelen 26bis, 111 en 113 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 10 december 2019; BESLUIT: de voorlopige kredieten vast te stellen voor de maanden januari en februari 2020 op het respectievelijke twaalfde van de begroting van het dienstjaar 2020 om aan de uitgaven te voldoen voor de wedden, salarissen, pensioenen en sociale lasten, de normale werking van de diensten, bij overmacht en betreffende de schuld.

Budget -=- Begroting SP 7.- Budget 2020 - Services ordinaire et extraordinaire - Approbation -=- Begroting 2020 -

 Buitengewone en gewone diensten - Goedkeuring
     Madame la Bourgmestre ff et Monsieur De Herde exposent le point
  • * Le Conseil communal traite les points 17 et 18 -=- De gemeenteraad handeld over de punten 17 en 18 * 6 Enrôlement -=- Inkohieringen SP 17.- Prime Be Home Schaerbeekoise - Exercice 2020 -=- Schaarbeekse premie Be Home - Aanslagjaar 2020 Monsieur Nimal et Madame la Bourgmestre ff exposent le point Monsieur Mahieu dépose un amendement pour le point 17 : A l'article 4, 1 ère ligne, remplacer le chiffre 70 par 120. Monsieur De Herde intervient Vote à mains levées sur cet amendement -=- Stemming met handopsteken op dit amendement : 5 voix pour, 24 voix contre et 16 abstentions -=- 5 stemmen voor, 24 stemmen tegen en 6 onthoudingen L'amendement est rejetéé -=- Het amendement wordt niet weerhouden Vote à mains levées sur le point -=- Stemming met handopsteken op het punt : 38 voix pour, 0 voix contre et 7 abstentions -=- 38 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 7 onthoudingen Le point est approuvé -=- Het punt wordt aangenomen LE CONSEIL COMMUNAL Décidé, par 38 voix contre 0 et 7 abstention(s). Vu la nouvelle loi communale, notamment les articles 117, alinéa 1er, et 118, alinéa 1er ; Vu l’ordonnance du 12 décembre 2016 portant la deuxième partie de la réforme fiscale et modifiée par l’ ordonnance du 23 novembre 2017 effectuant les adaptations législatives en vue de la reprise du service du précompte immobilier par la Région de Bruxelles-Capitale, notamment les articles 15 à 17 inclus ; Vu l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 22 février 2018 exécutant l’ordonnance du 23 novembre 2017 effectuant les adaptations législatives en vue de la reprise du service du précompte immobilier par la Région de Bruxelles-Capitale, notamment les articles 5 à 16 inclus ; Revu sa délibération du 21 novembre 2018 votant le règlement de la prime Be Home Schaerbeekoise pour l’exercice 2019 ; Vu sa délibération du 18 décembre 2019 fixant à 3.810 pour l’exercice d’imposition 2020 les centimes additionnels communaux au précompte immobilier à charge des propriétaires de biens immobiliers imposables dans la commune au 1er janvier ; Considérant l’écart existant entre le taux des centimes additionnels au précompte immobilier d’application en notre commune et la moyenne générale des communes bruxelloises, pour ne pas pénaliser les propriétaires occupants Schaerbeekois, il y a lieu qu’ils puissent bénéficier d’une prime en compensation ; Vu, pour le surplus, le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins du 3 décembre 2019 et le dossier administratif ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ; ARRETE : Article 1 Une prime destinée à encourager l’accès à la propriété à Schaerbeek est octroyée pour l’année 2020 conformément aux prescriptions définies ci-après. Article 2 Dans le cadre de l’application du présent règlement, les notions reprises ci-après doivent être comprises comme suit : 1. ménage : ◦ soit l’ensemble des personnes qui, conformément à l’article 3, 9°, de la loi du 8 août 1983 organisant un Registre national des personnes physiques, composent un ménage ; 7 ◦ soit la personne inscrite comme personne isolée au registre de population ou au registre des étrangers ; 2. habitation : un bien immobilier qui est destiné au logement, y compris les dépendances qui sont l’accessoire habituel et souvent indispensables du logement ; 3. être domicilié dans une habitation : être inscrit au registre de population ou au registre des étrangers à l’adresse de cette habitation ; 4. titulaire d’un droit réel sur l’habitation : le plein propriétaire, possesseur, emphytéote, superficiaire ou usufruitier du bien immobilier concerné ; 5. prime : la prime destinée à encourager l’accès à la propriété de l’habitation propre dans la commune de Schaerbeek ; 6. ordonnance du 23 novembre 2017 : ordonnance effectuant les adaptations législatives en vue de la reprise du service du précompte immobilier par la Région de Bruxelles-Capitale ; 7. arrêté du 22 février 2018 : arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles- Capitale exécutant l’ordonnance du 23 novembre 2017 effectuant les adaptations législatives en vue de la reprise du service du précompte immobilier par la Région de Bruxelles-Capitale. Article 3 Pour avoir droit à la prime, les conditions cumulatives suivantes doivent être remplies par le bénéficiaire au 1er janvier de l’année pour laquelle la prime est octroyée : 1. être titulaire d’un droit réel sur l’habitation; 2. être domicilié à l’adresse de cette habitation ; 3. être redevable d’un précompte immobilier pour le bien concerné ; 4. il n’y a pas d’autre membre du ménage qui peut bénéficier de la prime. Article 4 Le montant de la prime est fixé à 70€. La prime ne peut être accordée qu’une fois par ménage. La prime due au contribuable qui reçoit l'avertissement-extrait de rôle du précompte immobilier pour l'habitation ou les habitations visées à l’article 3. Article 5 Les modalités relatives à l’octroi de la prime, à son paiement, à son éventuel retrait, à la condamnation à une amende en cas de fraude et à la procédure de recours sont réglées conformément à l’ordonnance du 23 novembre 2017 et conformément à l’arrêté du 22 février 2018. Article 6 La totalité de la gestion de cette prime est confiée au Service public régional de Bruxelles Fiscalité. Article 7 Le présent règlement sera transmis à l’autorité de tutelle et au Service public régional de Bruxelles Fiscalité. Article 8 Le présent règlement entre en vigueur au 1er janvier 2020 DE GEMEENTERAAD Besloten, met 38 stem(men) tegen 0 en 7 onthouding(en). Gelet op de Nieuwe gemeentewet, artikel 117 alinea 1 en artikel 118, alinea 1; Gelet op de ordonnantie van 12 december 2016 houdende het tweede deel van de fiscale hervorming en gewijzigd bij de ordonnantie van 23 november 2017 houdende wetgevende aanpassingen met het oog op de overname van de dienst onroerende voorheffing door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het bijzonder artikelen 15 tot en met 17; Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 februari 2018 tot uitvoering van de ordonnantie van 23 november 2017 houdende wetgevende aanpassingen met het oog op de overname van de dienst onroerende voorheffing door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in het bijzonder artikelen 5 tot en met 16 ; Herziende zijn raadsbesluit van 21 november 2018 stemmend het reglement van de Schaarbeekse premie Be Home voor het aanslagjaar 2019; 8 Gelet op zijn raadsbesluit van 18 december 2019 vaststellend de gemeentelijke opcentiemen voor het aanslagjaar 2020 inzake de onroerende voorheffing op 3.810, ten laste van eigenaars van onroerende goederen welke belast worden in de gemeente op 1 januari; Overwegende het verschil tussen de gemeentelijke opcentiemen inzake de onroerende voorheffing van toepassing in onze gemeente en het algemene gemiddelde van de Brusselse gemeenten moeten de Schaarbeekse eigenaar-bewoners, om hen niet te straffen, van een compensatie kunnen genieten; Gelet bovendien, op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 3 december 2019 en het administratief dossier; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; BESLUIT : Artikel 1 Een premie ter aanmoediging van het bezit van zijn eigen woning in Schaarbeek wordt toegekend voor het jaar 2020 in overeenstemming met de voorschriften hierna bepaald. Artikel 2 In het kader van de toepassing van dit reglement, dienen de hierna opgesomde begrippen als volgt te worden begrepen: 1. gezin : ◦ ofwel het geheel van de personen die, overeenkomstig artikel 3, 9°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, deel uitmaken van eenzelfde gezin ; ◦ ofwel een persoon die als alleenstaande is ingeschreven in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister; 2. woning : een onroerend goed dat tot huisvesting bestemd is, met inbegrip van de bijhorigheden die de gewone en meestal onontbeerlijke aanvulling van de huisvesting zijn; 3. gedomicilieerd zijn in een woning : ingeschreven zijn in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister op het adres van die woning; 4. houder van een zakelijk recht op de woning : de volle eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker van het betrokken onroerend goed; 5. premie : de premie ter aanmoediging van het bezit van een eigen woning in de gemeente van Schaarbeek; 6. ordonnantie van 23 november 2017 : ordonnantie houdende wetgevende aanpassingen met het oog op de overname van de dienst onroerende voorheffing door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 7. besluit van 22 februari 2018: besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot uitvoering van de ordonnantie van 23 november 2017 houdende wetgevende aanpassingen met het oog op de overname van de dienst onroerende voorheffing door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Artikel 3 Om in aanmerking te komen voor deze premie, moet de begunstigde aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoen op 1 januari van het betrokken jaar waarvoor de premie wordt toegekend: 1. houder zijn van een zakelijk recht op de woning; 2. gedomicilieerd zijn op het adres van die woning; 3. onroerende voorheffing verschuldigd zijn voor het betrokken goed; 4. er is geen ander lid van het gezin dat kan genieten van de premie. Artikel 4 Het bedrag van de premie is vastgelegd op 70 euro. De premie wordt slechts één keer per gezin toegekend. De premie komt toe aan de belastingplichtige die het aanslagbiljet van de onroerende voorheffing ontvangt voor de in artikel 3 vermelde woning of woningen. Artikel 5 De modaliteiten met betrekking tot de: toekenning van de premie, de betaling van de premie, de eventuele intrekking van de premie, de oplegging van een boete in geval van fraude en de beroepsprocedure worden geregeld overeenkomstig de ordonnantie van 23 november 2017 en overeenkomstig het besluit van 22 februari 2018. 9 Artikel 6 Het beheer van deze premie is toevertrouwd aan de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit. Artikel 7 Dit reglement zal overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid en aan de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit. Artikel 8 Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020. SP 18.- Primes d'accompagnement social - Exercice 2020 - Approbation -=- Sociale begeleidingspremie - Aanslagjaar 2020 - Goedkeuring Monsieur Nimal expose le point et propose deux amendements : 1. Supprimer le montant maximum tel que décrit à l'article 2 2. Supprimer tout ce qui concerne la multipropriété Vote à mains levées sur le 1er amendement -=- Stemming met handopsteken op het 1ste amendement : 45 voix pour, 0 voix contre et 0 abstentions -=- 45 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen L'amendement est maintenu -=- Het amendement is weerhouden Vote à mains levées sur le 2ème amendement -=- Stemming met handopsteken op het 2de amendement : 27 voix pour, 18 voix contre et 0 abstentions -=- 27 stemmen voor, 18 stemmen tegen en 0 onthoudingen L'amendement est maintenu -=- Het amendement is weerhouden Vote à mains levées sur le point amendé -=- Stemming met handopsteken op het geamendeerde punt : 37 voix pour, 0 voix contre et 8 abstentions -=- 37 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 8 onthoudingen Le point est approuvé -=- Het punt wordt aangenomen LE CONSEIL COMMUNAL Décidé, par 37 voix contre 0 et 8 abstention(s). Vu la nouvelle loi communale, notamment les articles 117, alinéa 1er et 118, alinéa 1er ; Revu sa délibération du 27 mars 2019 renouvelant le règlement sur les primes d’accompagnement social pour l’exercice 2019 ; Vu sa délibération du 28 mars 2001 fixant la taxe additionnelle à l’impôt des personnes physiques à 7,5% pour l’exercice 2001 ; Vu sa délibération du 21 novembre 2018 fixant la taxe additionnelle à l’impôt des personnes physiques à 5,8% pour l’exercice 2019 ; Vu sa délibération du 28 mars 2001 fixant à 2.570 pour 2001 les centimes additionnels communaux au précompte immobilier à charge des propriétaires de biens immobiliers imposables dans la commune au 1er janvier ; Vu sa délibération du 18 décembre 2019 fixant à 3.810 pour 2020 les centimes additionnels communaux au précompte immobilier à charge des propriétaires de biens immobiliers imposables dans la commune au 1er janvier ; 10 Considérant l’écart existant entre le taux des centimes additionnels au précompte immobilier d’application en notre commune et la moyenne générale des communes bruxelloises, un effort de la commune doit être consenti pour ne pas pénaliser les Schaerbeekois occupant leur bien immobilier; Considérant que, dans cette optique, une prime destinée à atténuer la hausse des centimes additionnels communaux au précompte immobilier peut être établie au bénéfice des administrés se trouvant dans une maison de repos ; Considérant que, également, le propriétaire qui est obligé de mettre en location une partie de son bien unique afin de supporter les charges quotidiennes et qui par ailleurs s’engage aussi à la lutte contre les immeubles inoccupés peut bénéficier de cette prime, néanmoins adaptée ; Vu, pour le surplus, le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins du 10 décembre 2019 et le dossier administratif ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ; ARRETE : Article 1 Sur requête, une prime d’accompagnement destinée à atténuer la hausse des centimes additionnels au précompte immobilier est octroyée pour l’exercice 2020 conformément aux prescriptions définies ci-après. Pour pouvoir bénéficier de cette prime, il faut que le demandeur soit soumis à l’impôt des personnes physiques à Schaerbeek. Le demandeur doit se trouver dans l’une des situations suivantes :  être titulaire d’un droit de propriété, ou d’usufruit ou d’emphytéose, sur un bien immeuble situé à Schaerbeek et occuper ce bien immeuble personnellement ;  être titulaire d’un droit de propriété, ou d’usufruit ou d’emphytéose, sur un bien immeuble situé à Schaerbeek et pour lequel aucun revenu locatif n’a été reçu au cours de la période pendant laquelle le titulaire séjourne en maison de repos; Article 2 La prime est octroyée annuellement Elle est égale à la différence entre le montant qui découle de l’application, sur le revenu cadastral indexé, d’un pourcentage de 15,50, et le montant qui résulte de la diminution, par rapport à l’exercice 2001, de la part communale additionnelle à l’impôt des personnes physiques (1,7%) réclamée au ménage. Le chiffre de 15,50 est fixé en référence à la différence entre l’augmentation, par rapport à 2001, du taux communal schaerbeekois en matière d’additionnels au précompte immobilier (32,13) et le taux voté par le Conseil Communal pour l’exercice 2020 (47,63). À chaque calcul de prime positif, un montant forfaitaire de 45€ sera ajouté. Lorsque ladite propriété se compose de plusieurs copropriétaires, chaque copropriétaire doit satisfaire aux conditions visées à l'article 1 du présent règlement. Dans le cas contraire, la prime sera calculée selon la part virile dans la co-propriété. Lorsque l’immeuble n’est pas occupé dans son intégralité par le propriétaire et son ménage, la prime sera accordée à 50%. Article 3 A titre de preuve, le requérant fournira à l’administration communale de Schaerbeek une déclaration sur l’honneur établissant qu’il occupe - ou le ménage dont il fait partie - le bien immeuble personnellement. Pour le demandeur séjournant en maison de repos, ou qui a confié la gestion de son bien à une Agence Immobilière sociale, le demandeur fournira à l’administration une attestation de l’organisme. Article 4 En complément à sa demande, le requérant doit déposer une copie simple des avertissements extraits de rôle en matière d’impôt des personnes physiques de l’exercice d’imposition précédent et, en matière de précompte immobilier, relatif à l’exercice d’imposition propre. Article 5 La demande de prime devra être introduite dans les trois mois de l’envoi de l’avertissement extrait de rôle en matière de précompte immobilier. 11 Article 6 Les cas non prévus par le présent règlement seront soumis à l’examen du Collège des Bourgmestre et Echevins pour décision. Article 7 Le Collège des Bourgmestre et Echevins est chargé des modalités d’application et de l’exécution du présent règlement. Article 8 Le présent règlement entre en vigueur au 1er janvier 2020. DE GEMEENTERAAD Besloten, met 37 stem(men) tegen 0 en 8 onthouding(en). Gelet op de nieuwe Gemeentewet namelijk artikel 117 alinea 1 en artikel 118, alinea 1; Herziende zijn raadsbesluit van 27 maart 2019 hernieuwend het reglement op de sociale begeleidingspremie voor het aanslagjaar 2019; Gelet zijn raadsbesluit van 28 maart 2001 vaststellend de aanvullende gemeentebelasting geheven op de personenbelasting voor het aanslagjaar 2001 op 7,5 %; Gelet zijn raadsbesluit van 21 november 2018 vaststellend de aanvullende gemeentebelasting geheven op de personenbelasting voor het aanslagjaar 2019 op 5,8 %; Gelet zijn raadsbesluit van 28 maart 2001 vaststellend de gemeentelijke opcentiemen voor het aanslagjaar 2001 inzake de onroerende voorheffing op 2.570, ten laste van eigenaars van onroerende goederen welke belast worden in de gemeente op 1 januari; Gelet zijn raadsbesluit van 18 december 2019 vaststellend de gemeentelijke opcentiemen voor het aanslagjaar 2020 inzake de onroerende voorheffing op 3.810, ten laste van eigenaars van onroerende goederen welke belast worden in de gemeente op 1 januari; Overwegende het verschil tussen de gemeentelijke opcentiemen inzake de onroerende voorheffing van toepassing in onze gemeente en het algemene gemiddelde van de Brusselse gemeenten moet met een inspanning van de gemeente worden ingestemd om de Schaarbekenaren, die hun eigen vastgoed bewonen, niet te straffen; Overwegende dat, vanuit dit standpunt, een premie bedoeld om deze verhoging van de gemeentelijke opcentiemen bij de onroerende voorheffing te verzachten, kan ingevoerd worden ten voordele van de burgers die zich in een rusthuis bevinden; Overwegende dat ook de eigenaar die genoodzaakt is een deel van zijn enige woning te verhuren om zo de dagdagelijkse lasten te kunnen dragen en hierdoor ook de strijd aangaat tegen de leegstand van woongelegenheden, beroep kan doen op deze premie, weliswaar aangepast; Gelet bovendien, op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 10 december 2019 en het administratief dossier; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; BESLUIT : Artikel 1 Op verzoek wordt een begeleidingspremie met als doel de verhoging van de opcentiemen op de onroerende voorheffing af te zwakken, toegekend voor het aanslagjaar 2020 in overeenstemming met de voorschriften hierna bepaald. Om in aanmerking te komen voor deze premie, moet de aanvrager onderworpen zijn aan de personenbelasting te Schaarbeek. De aanvrager moet zich in één van de volgende situaties bevinden:  titularis zijn van een eigendomsrecht of vruchtgebruik of erfpacht op een onroerende goed gelegen te Schaarbeek en het onroerend goed zelf bewonen;  titularis zijn van een eigendomsrecht of vruchtgebruik of erfpacht op een onroerende goed gelegen te Schaarbeek en waarvoor geen huurgelden worden ontvangen tijdens de periode dat de titularis zich in een rusthuis bevindt; Artikel 2 Deze premie wordt jaarlijks toegekend. Zij komt overeen met het verschil tussen het bedrag dat voortvloeit door het toepassen bij het kadastraal inkomen, van een percentage van 15,50 en het bedrag dat voortvloeit uit de vermindering, ten opzichte van het aanslagjaar 2001, van het gemeentelijke aandeel in de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting (1,7%) van het gezin. 12 Het cijfer van 15,50 komt overeen met het verschil tussen de verhoging ten opzichte van 2001 van de Schaarbeekse gemeentelijke aanslagvoet (32,13) inzake de opcentiemen op de onroerende voorheffing en de aanslagvoet gestemd door de Gemeenteraad voor het aanslagjaar 2020 (47,63). Bij elke positieve premieberekening wordt een forfaitair bedrag van 45€ toegevoegd. Wanneer de bedoelde eigendom bestaat uit meerdere mede-eigenaars, moet iedere mede- eigenaar voldoen aan de voorwaarden voorzien in artikel 1 van huidig reglement. In het andere geval zal de premie berekend worden à rato het aandeel in de mede-eigendom. Wanneer het onroerende goed niet in zijn geheel wordt bewoond door de eigenaar en zijn gezin, zal de premie slechts voor 50% worden toegekend. Artikel 3 Als bewijsmiddel zal de aanvrager de hiernavolgende elementen overmaken aan het Gemeentebestuur van Schaarbeek een verklaring op eer, vermeldend dat hij of het gezin waartoe hij behoort, het gebouw persoonlijk bewoont. Voor de aanvrager zich bevindend in een rusthuis of die het beheer van zijn goed heeft toevertrouwd aan een Sociaal Verhuurkantoor, levert hij aan het gemeentebestuur een attest van de instelling. Artikel 4 Ter vervolledigen van zijn aanvraag dient de aanvrager een éénvoudig afschrift van de aanslagbiljetten inzake personenbelasting van het vorige aanslagjaar en inzake de onroerende voorheffing betreffende het aanslagjaar zelf, in te dienen. Artikel 5 De aanvraag voor de toekenning van de premie moet geschieden binnen de drie maanden vanaf de datum van verzending van het aanslagbiljet betreffende de onroerende voorheffing. Artikel 6 De gevallen niet voorzien door huidig reglement worden onderworpen aan het onderzoek van het College van Burgemeester en Schepenen voor beslissing. Artikel 7 Het College van Burgemeester en Schepenen is bevoegd voor de toepassingsmodaliteiten en de uitvoering van huidig reglement. Artikel 8 Dit reglement treedt in voege op 1 januari 2020. Le Conseil communal reprend le débat sur le point 7 -=- De gemeenteraad hervat het debat over punt 7 * Budget -=- Begroting SP 7.- Budget 2020 - Services ordinaire et extraordinaire - Approbation -=- Begroting 2020 - Buitengewone en gewone diensten - Goedkeuring Madame Boxus, Monsieur Bouhjar, Monsieur Verzin, Monsieur Bernard, Monsieur Mahieu, Madame Loodts et Monsieur Dönmez interviennent Madame la Bourgmestre ff répond Monsieur Degrez, Madame Belkhatir, Monsieur Abkoui, Monsieur Koyuncu et Monsieur Clerfayt interviennent Madame la Bourgmestre ff répond Monsieur Bouhjar intervient Madame la Bourgmestre ff, Monsieur De Herde, Monsieur Nimal, Monsieur Eraly, Madame la Bourgmestre ff, Madame Byttebier et Madame Haddioui répondent Madame Boxus et Monsieur Bouhjar interviennent Monsieur Verzin intervient et demande un vote séparé sur l'article 840/040/371 : PRI 13 Monsieur Mahieu et Madame Loodts interviennent Madame la Bourgmestre ff répond Monsieur Dönmez, Monsieur Degrez et Monsieur Koyuncu interviennent Monsieur De Herde répond Monsieur Koyuncu intervient Monsieur De Herde, Monsieur Nimal et Madame la Bourgmestre ff répondent Vote à mains levées sur l'article budgétaire 840/040/371 -=- Stemming met handopsteken op het begrotingsartikel 840/040/371 : 24 voix pour, 21 voix contre et 0 abstentions -=- 24 stemmen voor, 21 stemmen tegen en 0 onthoudingen L'article budgétaire est maintenu -=- Het begrotingsartikel wordt behouden DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Décidé, par 24 voix contre 19 et 2 abstention(s). Un membre n'a pas voté -=- Besloten, met 24 stem(men) tegen 19 en 2 onthouding(en). Een lid heeft niet gestemd LE CONSEIL COMMUNAL Décidé, par 24 voix contre 19 et 2 abstention(s). Un membre n'a pas voté Vu les articles 96, 240, 241, 242, et 247 de la Nouvelle loi communale; Vu les articles 9, 11, 12, 13 et 14 de l'Arrêté royal du 02/08/1990 portant le règlement général de la comptabilité communale; Vu l'article 40 de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 10 décembre 2019; DECIDE d'approuver le budget initial 2020 de la commune. DE GEMEENTERAAD Besloten, met 24 stem(men) tegen 19 en 2 onthouding(en). Een lid heeft niet gestemd Gelet op artikels 96, 240, 241, 242 en 247 van de Nieuwe Gemeentewet; Gelet op artikels 9, 11, 12, 13 en 14 van het Koninklijk besluit houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit; Gelet op artikel 40 van de wet van 7 december 1998 die een geïntegreerde politiedienst organiseert, gestructureerd op twee niveau's; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van de 10 december 2019; BESLUIT de initiële begroting 2020 van de gemeente goed te keuren. SP 8.- Budget pour l'exercice 2020 - Douzièmes provisoires - Approbation -=- Begroting voor het dienstjaar 2020 - Voorlopige twaalfde - Goedkeuring DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Décidé, par 31 voix contre 14 et 0 abstention(s). Un membre n'a pas voté -=- Besloten, met 31 stem(men) tegen 14 en 0 onthouding(en). Een lid heeft niet gestemd LE CONSEIL COMMUNAL Décidé, par 31 voix contre 14 et 0 abstention(s). Un membre n'a pas voté Vu l'article 247 de la Nouvelle loi communale; Vu l'article 14 de l'Arrêté Royal du 2 août 1990, portant règlement général sur la Comptabilité communale; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 10 décembre 2019; 14 DECIDE: d’arrêter les crédits provisoires pour les mois de janvier et février 2020 au douzième d’allocations du budget 2020 pour faire face aux dépenses de traitements, salaires, pensions et charges sociales, de fonctionnement normal des services, de force majeure et relatives à la dette. DE GEMEENTERAAD Besloten, met 31 stem(men) tegen 14 en 0 onthouding(en). Een lid heeft niet gestemd Gelet op artikel 247 van de Nieuwe Gemeentewet; Gelet op artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 2 augustus 1990 houdende algemeen reglement op de gemeentelijke boekhouding; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 10 december 2019; BESLUIT: de voorlopige kredieten vast te stellen voor de maanden januari en februari 2020 op de respectievelijke twaalfde van de begroting van het dienstjaar 2020 om aan de uitgaven te voldoen voor de wedden, salarissen, pensioenen en sociale lasten, de normale werking van de diensten, bij overmacht en betreffende de schuld; * Vote nominal sur les point 3, 4, 5, 6, 7 et 8 -=- Hoofdelijke stemming voor de punten 3, 4, 5, 6, 7 en 8 * Contrôle -=- Controle SP 9.- ASBL “Harmonisation Sociale Schaerbeekoise” - Contrat de gestion 2020-Mai 2025 - Approbation -=- Vzw “Harmonisation Sociale Schaerbeekoise” - Beheercontract 2020- Mei 2025 – Goedkeuring DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd LE CONSEIL COMMUNAL Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale; Vu la Loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l'octroi et de l'emploi de certains subsides; Vu la délibération du Conseil communal du 27 mars 2019 adoptant le règlement relatif à l'octroi, l'emploi et le contrôle de subventions communales; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 26 novembre 2019; DECIDE : d'approuver le contrat de gestion 2020-Mai 2025 liant la Commune à l'ASBL “Harmonisation Sociale Schaerbeekoise” . DE GEMEENTERAAD Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd Gelet op artikelen 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning van het gebruik van sommige toelagen; Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 27 maart 2019 goedkeurend het reglement betreffende de uitreiking, het gebruik en de controle van gemeentelijke toelagen, Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 26 november 2019; 15 BESLIST : het beheercontract 2020-Mei 2025 tussen de gemeente en de vzw “Harmonisation Sociale Schaerbeekoise”, goed te keuren SP 10.- ASBL “La Balsamine” - Convention cadre pluriannuelle 2020-Mai 2025 - Approbation -=- VZW “La Balsamine” - Meerjarige overeenkomst 2020-Mei 2025 – Goedkeuring Madame Loodts intervient Madame Haddioui répond Madame Loodts intervient Madame Haddioui répond DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd LE CONSEIL COMMUNAL Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale; Vu la Loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l'octroi et de l'emploi de certains subsides; Vu la délibération du Conseil communal du 27 mars 2019 adoptant le règlement relatif à l'octroi, l'emploi et le contrôle de subventions communales; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 10 décembre 2019; DECIDE d'approuver la convention cadre pluriannuelle 2020-Mei 2025 liant la Commune de Schaerbeek et l'ASBL “La Balsamine”. DE GEMEENTERAAD Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd Gelet op artikelen 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning van het gebruik van sommige toelagen; Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 27 maart 2019 goedkeurend het reglement betreffende de uitreiking, het gebruik en de controle van gemeentelijke toelagen, Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 10 december 2019; BESLUIT De meerjarige overeenkomst 2020-Mei 2025 tussen de Gemeente Schaarbeek en de VZW “La Balsamine”, goed te keuren. SP 11.- ASBL Académie des arts de la Parole, de la danse et de la musique de Saint-Josse- Ten-Noode/Schaerbeek - Comptes 2017 - Prise d'acte -=- VZW Académie des arts de la Parole, de la danse et de la musique de Saint-Josse-Ten-Noode/Schaerbeek - Rekeningen 2017 - Akte nemen DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd LE CONSEIL COMMUNAL Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale. 16 Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l’octroi et de l’emploi de certaines subventions. Vu la délibération du Conseil communal du 27 mars 2019 adoptant le règlement relatif aux subventions communales. Considérant que les comptes de l’ASBL «Académie des arts de la Parole, de la danse et de la musique de Saint-Josse-Ten-Noode/Schaerbeek» affichent un résultat négatif de -78.481,09€ et des fonds propres s'élevant à 49.151,41€ pour l’exercice 2017. Vu la décision du 03 décembre 2019 par laquelle le Collège prend acte du résultat négatif de -78.481,09€ et des fonds propres s'élevant à 49.151,41€ pour l'exercice 2017. DECIDE de prendre acte des comptes 2017 de l’ASBL «Académie des arts de la Parole, de la danse et de la musique de Saint-Josse-Ten-Noode/Schaerbeek», déposés au dossier, qui affichent un résultat négatif de -78.481,09€ et des fonds propres s'élevant à 49.151,41€. DE GEMEENTERAAD Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd Gelet op artikelen 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet. Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en het gebruik van sommige toelagen. Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 27 maart 2019 goedkeurend het reglement betreffende de gemeentelijke toelagen. Overwegende dat de rekeningen van de VZW “Académie des arts de la Parole, de la danse et de la musique de Saint-Josse-Ten-Noode/Schaerbeek” een negatief saldo van -78.481,09€ en eigen vermogen ter waarde van 49.151,41€ voor het dienstjaar 2017 vertonen. Gelet op de beslissing van 03 december 2019 waar het College akte neemt van het negatief saldo van -78.481,09€ en eigen vermogen van 49.151,41€ voor het dienstjaar 2017. BESLUIT akte te nemen van de rekeningen 2017 van de VZW “Académie des arts de la Parole, de la danse et de la musique de Saint-Josse-Ten-Noode/Schaerbeek”, bij het dossier gehecht, die een negatief saldo van -78.481,09€ en eigen vermogen van 49.151,41€ vertonen. SP 12.- ASBL “FAPEO” - Comptes 2018 - Prise d'acte -=- VZW “FAPEO” - Rekeningen 2018 - Akte nemen DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd LE CONSEIL COMMUNAL Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale. Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l’octroi et de l’emploi de certaines subventions. Vu la délibération du Conseil communal du 27 mars 2019 adoptant le règlement relatif aux subventions communales. Considérant que les comptes de l’ASBL «FAPEO» affichent un résultat positif de 6.777,06€ et des fonds propres s'élevant à 61.820,69€ pour l’exercice 2018. Vu la décision du 10 décembre 2019 par laquelle le Collège prend acte du résultat positif de 6.777,06€ et des fonds propres s'élevant à 61.820,69€ pour l'exercice 2018. DECIDE de prendre acte des comptes 2018 de l’ASBL «FAPEO», déposés au dossier, qui affichent un résultat positif de 6.777,06€ et des fonds propres s'élevant à 61.820,69€ . 17 DE GEMEENTERAAD Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd Gelet op artikelen 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet. Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en het gebruik van sommige toelagen. Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 27 maart 2019 goedkeurend het reglement betreffende de gemeentelijke toelagen. Overwegende dat de rekeningen van de VZW “FAPEO” een positief saldo van 6.777,06€ en eigen vermogen ter waarde van 61.820,69€ voor het dienstjaar 2018 vertonen. Gelet op de beslissing van 10 december 2019 waar het College akte neemt van het positief saldo van 6.777,06€ en eigen vermogen van 61.820,69€ voor het dienstjaar 2018. BELSUIT akte te namen van de rekeningen 2018 van de VZW “FAPEO”, bij het dossier gehecht, die een positief saldo van 6.777,06€ en eigen vermogen van 61.820,69€ vertonen. SP 13.- ASBL Académie des arts de la Parole, de la danse et de la musique de Saint-Josse- Ten-Noode/Schaerbeek - Comptes 2018 - Prise d'acte -=- VZW Académie des arts de la Parole, de la danse et de la musique de Saint-Josse-Ten-Noode/Schaerbeek - Rekeningen 2018 - Akte nemen DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd LE CONSEIL COMMUNAL Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale. Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l’octroi et de l’emploi de certaines subventions. Vu la délibération du Conseil communal du 27 mars 2019 adoptant le règlement relatif aux subventions communales. Considérant que les comptes de l’ASBL «Académie des arts de la Parole, de la danse et de la musique de Saint-Josse-Ten-Noode/Schaerbeek» affichent un résultat positif de 26.093,94€ et des fonds propres s'élevant à 75.245,35€ pour l’exercice 2018. Vu la décision du 10 décembre 2019 par laquelle le Collège prend acte du résultat positif de 26.093,94€ et des fonds propres s'élevant à 75.245,35€ pour l'exercice 2018. DECIDE de prendre acte des comptes 2018 de l’ASBL «Académie des arts de la Parole, de la danse et de la musique de Saint-Josse-Ten-Noode/Schaerbeek», déposés au dossier, qui affichent un résultat positif de 26.093,94€ et des fonds propres s'élevant à 75.245,35€. DE GEMEENTERAAD Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd Gelet op artikelen 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet. Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en het gebruik van sommige toelagen. Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 27 maart 2019 goedkeurend het reglement betreffende de gemeentelijke toelagen. Overwegende dat de rekeningen van de VZW “Académie des arts de la Parole, de la danse et de la musique de Saint-Josse-Ten-Noode/Schaerbeek” een positief saldo van 26.093,94€ en eigen vermogen ter waarde van 75.245,35€ voor het dienstjaar 2018 vertonen. Gelet op de beslissing van 10 december 2019 waar het College akte neemt van het positief saldo van 26.093,94€ en eigen vermogen van 75.245,35€ voor het dienstjaar 2018. 18 BESLIST akte te nemen van de rekeningen 2018 van de VZW “Académie des arts de la Parole, de la danse et de la musique de Saint-Josse-Ten-Noode/Schaerbeek”, bij het dossier gehecht, die een positief saldo van 26.093,94€ en eigen vermogen van 75.245,35€ vertonen. SP 14.- ASBL “FC Kosova Schaerbeek” - Comptes 2018 - prise d'acte -=- VZW “FC Kosova Schaerbeek” - rekeningen 2018 - akte nemen DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd LE CONSEIL COMMUNAL Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale; Vu la Loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l'octroi et de l'emploi de certains subsides; Vu la délibération du Conseil communal du 27 mars 2019 adoptant le règlement relatif à l'octroi, l'emploi et le contrôle de subventions communales; Considérant que les comptes de l’ASBL «FC Kosova Schaerbeek» affichent un résultat négatif de 11.376,33 € pour l’exercice 2018. Vu la décision du 26 novembre 2019 par laquelle le Collège prend acte du résultat négatif de 11.376,33 € pour l'exercice 2018. DECIDE de prendre acte des comptes 2018 de l’ASBL «FC Kosova Schaerbeek», déposés au dossier, qui affichent un résultat négatif de 11.376,33€. DE GEMEENTERAAD Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd Gelet op artikelen 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning van het gebruik van sommige toelagen; Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 27 maart 2019 goedkeurend het reglement betreffende de uitreiking, het gebruik en de controle van gemeentelijke toelagen, Overwegende dat de rekeningen van de VZW “FC Kosova Schaerbeek” een negatief saldo van 11.376,33 € voor het dienstjaar 2018 vertonen. Gelet op de beslissing van 26 november 2019 waar het College akte neemt van het negatief saldo van 11.376,33€ voor het dienstjaar 2018. BESLUIT akte te nemen van de rekeningen 2018 van de VZW “FC Kosova Schaerbeek”, bij het dossier gehecht, die een negatief saldo van 11.376,33€ vertonen. SP 15.- ASBL Maison Biloba - Comptes 2018 - Prise d'acte -=- VZW Huis Biloba - Rekeningen 2018 - Akte nemen DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd LE CONSEIL COMMUNAL Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale. 19 Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l’octroi et de l’emploi de certaines subventions. Vu les délibérations du Conseil communal du 27 mars 2019 adoptant le règlement relatif aux subventions communales. Considérant que les comptes 2018 de l’ASBL «Maison Biloba» affichent un résultat négatif de -8.915,00€ et des fonds propres s'élevant à 5.281,07€ pour l’exercice 2018. Vu la décision du 10 décembre 2019 par laquelle le Collège prend acte du résultat négatif de -8.915,00€ et des fonds propres s'élevant à 5.281,07€ pour l'exercice 2018. DECIDE de prendre acte des comptes 2018 de l’ASBL «Biloba», déposés au dossier, qui affichent un résultat négatif de -8.915,00€ et des fonds propres s'élevant à 5.281,07€. DE GEMEENTERAAD Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd Gelet op artikelen 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet. Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en het gebruik van sommige toelagen. Gelet op de beraadslagingen van de Gemeenteraad van 27 maart 2019 goedkeurend het reglement betreffende de gemeentelijke toelagen. Overwegende dat de rekeningen van de VZW “Huis Biloba” een negatief saldo van -8.915,00€ en eigen vermogen ter waarde van 5.281,07€ voor het dienstjaar 2018 vertonen. Gelet op de beslissing van 10 december 2019 waar het College akte neemt van het negatief saldo van -8.915,00€ en eigen vermogen van 5.281,07€ voor het dienstjaar 2018. BESLUIT akte te nemen van de rekeningen 2018 van de VZW “Huis Biloba”, bij het dossier gehecht, die een negatief saldo van -8.915,00€ en eigen vermogen van 5.281,07€ vertonen. SP 16.- ASBL Mission Locale de Schaerbeek pour l'Emploi et la Formation - Comptes 2018 - Prise d'acte -=- VZW Mission Locale de Schaerbeek pour l'Emploi et la Formation - Rekeningen 2018 - Akte nemen DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd LE CONSEIL COMMUNAL Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale. Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l’octroi et de l’emploi de certaines subventions. Vu la délibération du Conseil communal du 27 mars 2019 adoptant le règlement relatif aux subventions communales. Considérant que les comptes 2018 de l’ASBL «Mission Locale de Schaerbeek pour l'Emploi et la Formation» affichent un résultat positif de 279.263,31€ et des fonds propres positifs s'élevant à 10.896,00€. Vu la décision du 03 décembre 2019 par laquelle le Collège prend acte du résultat positif de 279.263,31€ et des fonds propres positifs s'élevant à 10.896,00€ pour l'exercice 2018. DECIDE de prendre acte des comptes 2018 de l’ASBL “Mission Locale de Schaerbeek pour l'Emploi et la Formation”, déposés au dossier, qui affichent un résultat positif de 279.263,31€ et des fonds propres positifs s'élevant à 10.896,00€. 20 DE GEMEENTERAAD Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd Gelet op artikelen 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet. Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en het gebruik van sommige toelagen. Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 27 maart 2019 goedkeurend het reglement betreffende de gemeentelijke toelagen. Overwegende dat de rekeningen van de VZW “Mission Locale de Schaerbeek pour l'Emploi et la Formation” een positief saldo van 279,263,31€ en eigen positief vermogen ter waarde van 10.896,00€ voor het dienstjaar 2018 vertonen. Gelet op de beslissing van 03 december 2019 waar het College akte neemt van het positief saldo van 279.263,31€ en eigen positief vermogen van 10.896,00€ voor het dienstjaar 2018. BESLUIT akte te nemen van de rekeningen 2018 van de VZW “Mission Locale de Schaerbeek pour l'Emploi et la Formation”, bij het dossier gehecht, die een positief saldo van 279.263,31€ en eigen positief vermogen van 10.896,00€ vertonen. Enrôlement -=- Inkohieringen SP 17.- Prime Be Home Schaerbeekoise - Exercice 2020 -=- Schaarbeekse premie Be Home - Aanslagjaar 2020 Ce point a été traité pendant le débat du point 7 -=- Dit punt werd behandeld tijdens de bespreking van punt 7 SP 18.- Primes d'accompagnement social - Exercice 2020 - Approbation -=- Sociale begeleidingspremie - Aanslagjaar 2020 - Goedkeuring Ce point a été traité pendant le débat du point 7 -=- Dit punt werd behandeld tijdens de bespreking van punt 7 SP 19.- Règlement redevance sur les marchés, brocantes, foires, braderies et autres activités ambulantes - Exercices 2020 à 2024 – Renouvellement et modification -=- Retributiereglement op markten, rommelmarkten, kermissen, braderijen en andere ambulante activiteiten - Aanslagjaren 2020 tot 2024 – Hernieuwing en wijziging Monsieur van den Hove intervient Madame la Bourgmestre ff et Monsieur Nimal répondent DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Décidé, par 26 voix contre 12 et 5 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté -=- Besloten, met 26 stem(men) tegen 12 en 5 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd LE CONSEIL COMMUNAL Décidé, par 26 voix contre 12 et 5 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté Revu sa délibération du 21 novembre 2018 votant le règlement-redevance sur les marchés, brocantes, foires, braderies et autres activités ambulantes pour un terme expirant le 31 décembre 2023 ; Vu l’article 117 de la nouvelle loi communale ; Vu le règlement communal relatif à l’exercice et l’organisation des activités ambulantes sur les marchés publics adopté par le Conseil Communal en séance du 28 mai 2014 ; Vu la situation financière de la commune ; Considérant la nécessité pour la commune de remplir ses obligations dans le respect des exigences du plan de gestion et du prescrit de l’article 252 NLC lequel impose aux Communes de réaliser l’équilibre budgétaire ; 21 Vu la nécessité pour la commune de prélever des recettes pour couvrir les dépenses qu’exige l’ensemble de ses activités, et en particulier d’assurer les recettes permettant de faire face aux charges financières liées à son obligation d’assurer la tranquillité publique, la sécurité publique et la propreté publique : Considérant que le maintien de cette source de revenus se justifie. Considérant que les charges financières inhérentes à ces activités - notamment celles liées à la gestion administrative, au contrôle de l’application des lois et règlements et au nettoyage des aires de marchés représentent un débours important pour l’autorité communale ; Considérant que les règlements précédents stipulaient que les frais éventuels d'électricité seront directement mis à la charge des commerçants ambulants ou des forains, mais que cela était difficile à réaliser en pratique sur les marchés, il va de soi que moyennant une redevance forfaitaire, en fonction de la catégorie d'utilisateur, ce coût considérable pour la commune est récupéré; Considérant qu’il s’impose de faire participer les demandeurs de service aux charges générées ; Considérant le fait de promouvoir le paiement anticipatif lors d’une brocante, il convient d’appliquer un tarif avantageux ; Considérant l'objectif de faire participer le riverain à la vie sociale et culturelle, il est nécessaire de lui offrir un tarif attractif lors d’une brocante ; Considérant que les montants des redevances sont proportionnels au coût du service rendu ; Considérant que le site internet de la commune de Schaerbeek veut être un outil d’information et de communication des services proposés par la commune à destination de toute personne intéressée, à titre privé ou professionnel, un Espace Personnel a été mis en place par le biais duquel le citoyen pourra effectuer un maximum de démarches en ligne. Vu, pour le surplus, les rapports du Collège des Bourgmestre et Echevins des 22 octobre, 5 et 26 novembre et 3 décembre 2019 et le dossier administratif ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins, ARRETE : Article 1 Tout commerçant ambulant autorisé à occuper un emplacement sur un marché public d’approvisionnement se verra réclamer, au 1erjanvier 2020, une redevance de : 1. 65,84€ par mètre courant et par trimestre, lorsqu’il s’agit d’un commerçant ambulant abonné à un marché hebdomadaire (TAUX 1). L’abonnement est renouvelable par paiement anticipatif, un mois avant l’échéance. 2. 6,50€ par mètre courant et par jour de fréquentation de marché, lorsqu’il s’agit d’un commerçant ambulant participant occasionnellement à un marché hebdomadaire ou journalier (TAUX 2) 3. 7,14€ par mètre courant à l’occasion d’un marché annuel (TAUX 3). Le commerçant ambulant faisant usage des infrastructures communales relatives à l’électricité se verra réclamer, au 1erjanvier 2020, une redevance forfaitaire de : 1. 24,48€ par trimestre et par marché pour les petits consommateurs (éclairage, balance,..), lorsqu’il s’agit d’un commerçant ambulant abonné à un marché hebdomadaire (TAUX 4) par paiement anticipatif au moment de l’abonnement ; 2. 48,96€ par trimestre et par marché pour les gros consommateurs (comptoir frigorifique, réfrigérateur, rôtissoire,…), lorsqu’il s’agit d’un commerçant ambulant abonné à un marché hebdomadaire (TAUX 5) par paiement anticipatif au moment de l’abonnement ; 3. 2,04€ par jour et par marché pour les petits consommateurs (éclairage, balance,..), lorsqu’il s’agit d’un commerçant ambulant participant occasionnellement à un marché hebdomadaire ou journalier ou annuel (TAUX 6) ; 4. 4,08€ par jour et par marché pour les gros consommateurs (comptoir frigorifique, réfrigérateur, rôtissoire,…), lorsqu’il s’agit d’un commerçant ambulant participant occasionnellement à un marché hebdomadaire ou journalier ou annuel (TAUX 7) ; Les redevances reprises aux points 2, 3, 6 et 7 sont acquittées par paiement électronique, à l’attribution de l’emplacement. 22 Ces taux seront majorés au 1er janvier de l’année suivante de 2%, conformément au tableau ci-dessous: Exercice 2021 Exercice 2022 Exercice 2023 Exercice 2024 [Taux 1] 67,16 € 68,50 € 69,87 € 71,27 € [Taux 2] 6,63 € 6,76 € 6,90 € 7,04 € [Taux 3] 7,28 € 7,43 € 7,58 € 7,73 € [Taux 4] 24,97 € 25,47 € 25,98 € 26,50 € [Taux 5] 49,94 € 50,94 € 51,96 € 53,00 € [Taux 6] 2,08 € 2,12 € 2,16 € 2,21 € [Taux 7] 4,16 € 4,24 € 4,33 € 4,42 € Article 2 Tout particulier participant à une brocante, c’est-à-dire à une vente occasionnelle de biens faisant partie de son patrimoine, se verra réclamer au 1erjanvier 2020, pour un emplacement standard d’une dimension approximative de trois mètres sur deux, une redevance de : 1. 12,00€ par jour lorsque la redevance est acquittée en avance (TAUX 8) ; 2. 15,00€ par jour lorsque la redevance est acquittée le jour de la brocante (TAUX 9) ; 3. 5,00€ par jour lorsqu’il s’agit d’un participant riverain (TAUX 10). Article 3 Tout commerçant ambulant souhaitant exercer son activité sur le territoire de la commune en dehors de l’aire et des périodes de marchés régulièrement organisés par l’administration, se verra réclamer une redevance au 1erjanvier 2020, de : a) s’il utilise un véhicule automobile ou une remorque aménagée en étal de ventes pouvant être tractée par un tel véhicule: 1. 29,58€ par jour (TAUX 11) ; 2. 111,69€ par semaine (TAUX 12) ; 3. 372,91€ par mois (TAUX 13) ; 4. 1.492,87€ par an (TAUX 14). En tout état de cause, un montant minimal de 74,46€ sera perçu afin de couvrir les frais administratifs (TAUX 15). b) s’il utilise tout autre moyen de transport, ou s’il se déplace à pied, : Les taux 11 à 14 seront diminués de moitié, étant entendu que la redevance minimale reste fixée à 74,46€ (TAUX 15). Ces taux seront majorés au 1er janvier de l’année suivante de 2%, conformément au tableau ci-dessous : Exercice 2021 Exercice 2022 Exercice 2023 Exercice 2024 [Taux 11] 30,17 € 30,78 € 31,39 € 32,02 € [Taux 12] 113,92 € 116,20 € 118,53 € 120,90 € [Taux 13] 380,37 € 387,98 € 395,74 € 403,65 € [Taux 14] 1.522,73 € 1.553,18 € 1.584,25 € 1.615,93 € [Taux 15] 75,95 € 77,47 € 79,02 € 80,60 € Article 4 Lors des foires, il est perçu à charge des forains une redevance pour l’occupation du domaine public. Le montant de la redevance est fixé, au 1erjanvier 2020, à : 1. 39,17€ par mètre courant d’occupation au sol pour toute la durée de la manifestation lors de la foire du quartier (TAUX 16). 2. 77,01€ par mètre courant d’occupation au sol pour toute la durée de la manifestation lors de la foire annuelle (TAUX 17). Tout industriel forain autorisé à exploiter son métier sur la voie publique en dehors des dates de foire fixées par le Collège des Bourgmestre et Echevins sera soumis à une redevance fixée à: 1. 44,47€ par jour d’exploitation (TAUX 18) 2. 149,12€ par semaine d’exploitation (TAUX 19) ; 3. 447,58€ par mois d’exploitation (TAUX 20) ; 4. 1.791,63€ par année d’exploitation (TAUX 21). En tout état de cause, un montant minimum de 74,46€ sera perçu afin de couvrir les frais administratifs (TAUX 22). 23 Ces taux seront majorés au 1er janvier de l’année suivante de 2%, conformément au tableau ci-dessous : Exercice 2021 Exercice 2022 Exercice 2023 Exercice 2024 [Taux 16] 39,95 € 40,75 € 41,57 € 42,40 € [Taux 17] 78,55 € 80,12 € 81,72 € 83,36 € [Taux 18] 45,36 € 46,27 € 47,19 € 48,14 € [Taux 19] 152,11 € 155,15 € 158,25 € 161,42 € [Taux 20] 456,53 € 465,66 € 474,97 € 484,47 € [Taux 21] 1.827,46 € 1.864,01 € 1.901,29 € 1.939,32 € [Taux 22] 75,95 € 77,47 € 79,02 € 80,60 € Article 5 A moins qu’un autre règlement n’en dispose autrement, les frais éventuels de raccordement et de consommation d’eau, de gaz et/ou d’électricité seront directement mis à la charge des forains qui prendront également en charge les formalités nécessaires aux raccordements. Article 6 Tout commerçant ambulant en dehors des marchés ou forain ne sera autorisé à exercer son activité sur le territoire de la commune qu’après avoir obtenu une autorisation écrite délivrée par les autorités compétentes et après avoir acquittée la redevance prévue auprès du service de la Recette communale. Article 7 Les redevances sont acquittées soit par virement au compte BE45 0961 2568 0089 de la commune, soit via son espace personnel sur le site de l’Administration communale, ou par paiement électronique conformément aux modalités prescrites par le règlement. Article 8 Le présent règlement entre en vigueur le 1erjanvier 2020 et remplace le règlement approuvé par le Conseil communal en sa séance du 21 novembre 2018. DE GEMEENTERAAD Besloten, met 26 stem(men) tegen 12 en 5 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd Gezien het raadsbesluit van 21 november 2018 stemmend het retributiereglement op markten, rommelmarkten, kermissen, braderijen en andere ambulante activiteiten voor een termijn vervallend op 31 december 2023; Gelet artikel 117 van de nieuwe gemeentewet; Gelet het gemeentereglement voor de uitoefening en organisatie van ambulante activiteiten op de openbare markten aangenomen door de Gemeenteraad in zitting van 28 mei 2014; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Overwegende de noodzaak voor de gemeente om aan haar verplichtingen te voldoen in overeenstemming met de eisen van het beheersplan en de vereisten van artikel 252 NGW, welke de gemeenten verplicht een begroting in evenwicht te realiseren; Gezien de noodzaak voor de gemeente om ontvangsten te heffen ter dekking van de kosten die door al haar activiteiten worden gemaakt, en voornamelijk om inkomsten te verzekeren om te kunnen voldoen aan de financiële lasten in verband met haar verplichting om de openbare rust, openbare veiligheid en openbare netheid te waarborgen; Overwegende dat het behoud van deze bron van inkomsten gerechtvaardigd is; Overwegende dat de financiële lasten die inherent zijn aan deze activiteiten - waaronder die met betrekking tot het administratieve beheer, de controle op de toepassing van wet- en regelgeving en het reinigen van marktplaatsen vertegenwoordigen een aanzienlijke kost voor de gemeente; Overwegende dat de voorgaande reglementen bepaalden dat de eventuele elektriciteitskosten rechtstreeks ten laste worden gelegd van de leurders of foorkramers, maar dit in de praktijk moeilijk te verwezenlijken is op de markten, is het vanzelfsprekend dat via een forfaitaire retributie naargelang de categorie van gebruiker, deze aanzienlijke kost voor de gemeente wordt teruggevorderd; Overwegende dat het noodzakelijk is om de vragers naar een dienst te betrekken tot de gegenereerde lasten; 24 Overwegende het feit om ter gelegenheid van een rommelmarkt, het op voorhand te betalen te bevorderen, is het passend om een voordeliger tarief toe te passen; Overwegende de doelstelling om de buurtbewoner te betrekken bij het sociale en culturele leven, is het nodig om hen aantrekkelijke tarieven ter gelegenheid van een rommelmarkt aan te bieden; Overwegende dat de bedragen van de retributies in verhouding zijn tot de kosten van de geleverde dienst; Overwegende de website van de gemeente Schaarbeek die bedoeld is als informatie- en communicatiemiddel voor alle personen die persoonlijk of beroepsmatig belangstelling hebben voor de gemeentelijke diensten die worden aangeboden, daarom een Persoonlijke Ruimte heeft waarmee de burger een maximaal aantal formaliteiten online kan uitvoeren; Gelet bovendien, op de verslagen van het College van Burgemeester en Schepenen van 22 oktober, 5 en 26 november en 3 december 2019 en het administratief dossier; Op het voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen, BESLUIT: Artikel 1 Iedere leurder welke de toelating heeft om een plaats te bezetten op een openbare bevoorradingsmarkt zal op 1 januari 2020 worden onderworpen aan een retributie vastgesteld op: 1. 65,84€ per strekkende meter en per trimester wanneer het een leurder betreft met abonnement op een wekelijkse markt (VOET 1). Het abonnement is verlengbaar door betaling, één maand voor de vervaldatum. 2. 6,50€ per strekkende meter en per dag marktbezoek, wanneer het een leurder betreft welke bij gelegenheid aan een wekelijkse of dagelijkse markt deelneemt (VOET 2). 3. 7,14€ per strekkende meter ter gelegenheid aan een jaarlijkse markt (VOET 3). De leurder die gebruik maakt van de gemeentelijke infrastructuur betreffende de elektriciteit zal op 1 januari 2020 onderworpen worden aan een forfaitaire retributie van: 1. 24,48 € per trimester en per markt voor de kleine verbruikers (verlichting, weegschaal, …), wanneer het een leurder betreft met abonnement op een wekelijkse markt (VOET 4) op voorhand betaald samen met het abonnement; 2. 48,96 € per trimester en per markt voor de grote verbruikers (koeltoonbank, koelkast, elektrische grill,…), wanneer het een leurder betreft met abonnement op een wekelijkse markt (VOET 5) op voorhand betaald samen met het abonnement; 3. 2,04 € per dag en per markt voor de kleine verbruikers (verlichting, weegschaal,…), wanneer het een leurder betreft welke bij gelegenheid aan een wekelijkse of dagelijkse of jaarmarkt deelneemt (VOET 6); 4. 4,08 € per dag en per markt voor de grote verbruikers (koeltoonbank, koelkast, elektrische grill,…), wanneer het een leurder betreft welke bij gelegenheid aan een wekelijkse of dagelijkse of jaarmarkt deelneemt (VOET 7) De retributies vermeld in punt 2, 3 6 en 7 zijn te voldoen per elektronische betaling, op moment van toewijzing van de standplaats. Deze aanslagvoeten zullen per 1 januari van het volgende jaar worden verhoogd met 2%, volgens onderstaande tabel: Aanslagjaar 2021 Aanslagjaar 2022 Aanslagjaar 2023 Aanslagjaar 2024 [aanslagvoet 1] 67,16 € 68,50 € 69,87 € 71,27 € [aanslagvoet 2] 6,63 € 6,76 € 6,90 € 7,04 € [aanslagvoet 3] 7,28 € 7,43 € 7,58 € 7,73 € [aanslagvoet 4] 24,97 € 25,47 € 25,98 € 26,50 € [aanslagvoet 5] 49,94 € 50,94 € 51,96 € 53,00 € [aanslagvoet 6] 2,08 € 2,12 € 2,16 € 2,21 € [aanslagvoet 7] 4,16 € 4,24 € 4,33 € 4,42 € Artikel 2 Iedere particulier welke aan een rommelmarkt deelneemt, d.w.z een gelegenheidsverkoop van goederen welke deel uitmaken van zijn patrimonium, zal op 1 januari 2020, voor een standaardplaats van een benaderende oppervlakte van drie meter op twee, een retributie worden gevraagd, vastgesteld op 25 1. 12,00€ per dag wanneer de retributie op voorhand werd vereffend (VOET 8) ; 2. 15,00€ per dag wanneer de retributie op de dag van de rommelmarkt wordt vereffend (VOET 9) ; 3. 5,00€ per dag wanneer de deelnemer een plaatselijke bewoner is (VOET 10). Artikel 3 Iedere leurder welke verlangt zijn activiteit op het grondgebied van de gemeente uit te oefenen buiten de zone en de periodes van de regelmatig door de administratie ingerichte markten, zal op 1 januari 2020, een vergoeding worden gevraagd van: a) wanneer hij gebruik maakt van een autovoertuig of een aanhangwagen welke is ingericht als uitstalkraam welke door zo een voertuig kan worden getrokken 1. 29,58€ per dag (VOET 11); 2. 111,69€ per week (VOET 12); 3. 372,91€ per maand (VOET 13); 4. 1.492,87€ per jaar (VOET 14); In ieder geval zal een minimaal bedrag van 74,46€ worden geïnd om de administratieve kosten te dekken (VOET 15). b) wanneer een andere vervoermiddel wordt gebruikt, of wanneer hij zich te voet verplaatst: De aanslagvoeten 11 tot 14 worden met de helft verminderd, in acht genomen dat de minimale vergoeding behouden blijft op 74,46€ (VOET 15). Deze aanslagvoeten zullen per 1 januari van het volgende jaar worden verhoogd met 2%, volgens onderstaande tabel: Aanslagjaar 2021 Aanslagjaar 2022 Aanslagjaar 2023 Aanslagjaar 2024 [aanslagvoet 11] 30,17 € 30,78 € 31,39 € 32,02 € [aanslagvoet 12] 113,92 € 116,20 € 118,53 € 120,90 € [aanslagvoet 13] 380,37 € 387,98 € 395,74 € 403,65 € [aanslagvoet 14] 1.522,73 € 1.553,18 € 1.584,25 € 1.615,93 € [aanslagvoet 15] 75,95 € 77,47 € 79,02 € 80,60 € Artikel 4 Ter gelegenheid van kermissen wordt er, ten laste van de foorreizigers, een retributie gevorderd voor de bezetting van het openbaar domein. Het bedrag van de retributie wordt vastgesteld op 1 januari 2020, op: 1. 39,17€ per strekkende meter grondinneming, voor de hele duur van de manifestatie, tijdens de wijkkermis (VOET 16); 2. 77,01€ per strekkende meter grondinneming, voor de hele duur van de manifestatie, tijdens de jaarlijkse kermis (VOET 17); Iedere foorkramer welke de toelating heeft zijn ambacht uit te baten op de openbare weg buiten de data van de kermissen vastgesteld door het College van Burgemeester en Schepenen, zal onderworpen worden aan de betaling van een vergoeding vastgesteld op: 1. 44,47€ per exploitatiedag (VOET 18); 2. 149,12€ per exploitatieweek (VOET 19); 3. 447,58€ per exploitatiemaand (VOET 20); 4. 1.791,63€ per exploitatiejaar (VOET 21). In ieder geval zal een minimaal bedrag van 74,46€ worden gevraagd om de administratieve kosten te dekken (VOET 22). Deze aanslagvoeten zullen per 1 januari van het volgende jaar worden verhoogd met 2%, volgens onderstaande tabel: Aanslagjaar 2021 Aanslagjaar 2022 Aanslagjaar 2023 Aanslagjaar 2024 [aanslagvoet 16] 39,95 € 40,75 € 41,57 € 42,40 € [aanslagvoet 17] 78,55 € 80,12 € 81,72 € 83,36 € [aanslagvoet 18] 45,36 € 46,27 € 47,19 € 48,14 € [aanslagvoet 19] 152,11 € 155,15 € 158,25 € 161,42 € [aanslagvoet 20] 456,53 € 465,66 € 474,97 € 484,47 € [aanslagvoet 21] 1.827,46 € 1.864,01 € 1.901,29 € 1.939,32 € [aanslagvoet 22] 75,95 € 77,47 € 79,02 € 80,60 € Artikel 5 Tenzij een ander reglement het anders bepaalt, zullen de eventuele aansluitingskosten en het waterverbruik rechtstreeks ten laste worden gelegd van de foorkramers die tevens de nodige formaliteiten tot aansluiting ten laste nemen. 26 Artikel 6 Iedere leurder buiten de wekelijkse markten of foorkramer zal slechts toegelaten worden zijn beroepsactiviteit op het grondgebied van de gemeente uit te oefenen na de schriftelijke toelating te hebben bekomen van de bevoegde instanties en de voorziene retributie te hebben voldaan aan de Gemeentekas. Artikel 7 De retributies zijn betaalbaar hetzij per overschrijving op rekeningnummer BE45 0961 2568 0089 van de gemeente, hetzij via de persoonlijke ruimte op de website van het gemeentebestuur, of elektronisch in overstemming met de modaliteiten bepaald in bijgaand reglement. Artikel 8 Dit onderhavige reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt het reglement goedgekeurd door de Gemeenteraad van 21 november 2018. *

Madame Geraets et Monsieur Hammouti quittent la séance -=- Mevrouw Geraets en

     de heer Hammouti verlaten de vergadering
                                       ***

SP 20.- Règlement fixant les redevances sur les services librement demandés et la

 délivrance de documents administratifs – Modification -=- Reglement vaststellend de
 retributies op de vrij gevraagde diensten en de afgifte van administratieve stukken –
 Wijziging

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Décidé, par 31 voix contre 12 et 0 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté -=- Besloten, met 31 stem(men) tegen 12 en 0 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

                                 LE CONSEIL COMMUNAL
        Décidé, par 31 voix contre 12 et 0 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté

Vu l’article 173, de la Constitution ; Vu l’article 117 de la nouvelle loi communale ; Revu sa délibération du 18 décembre 2018 votant le règlement qui fixe les redevances sur les services librement demandés et la délivrance de documents administratifs; Considérant l’arrêt du Conseil d’Etat du 18 avril 2016 annulant la disposition du règlement redevance sur l’établissement et/ou la délivrance de certificats et de documents concernant la redevance réclamée de 2.500€ pour la délivrance par le Bourgmestre de l'attestation préalable à l'octroi d'une licence de classe C délivrée par la Commission des jeux de hasard, il convient, à la suite de cet arrêt, d’instaurer un montant correspondant au service rendu ; Vu la loi du 7 mai 1999 sur les jeux de hasard, les paris, les établissements de jeux de hasard et la protection des joueurs et plus particulièrement son article 41, lequel prévoit que, « Pour pouvoir obtenir une licence de classe C, le demandeur doit jouir pleinement de ses droits civils et politiques et être d’une conduite répondant aux exigences de la fonction si c’est une personne physique. Si le demandeur est une personne morale, chaque administrateur ou gérant doit jouir pleinement de ses droits civils et politiques et être d’une conduite répondant aux exigences de la fonction. Le demandeur doit produire un avis émanant du service public fédéral Finances et attestant qu’il s’est acquitté de toutes ses dettes fiscales, certaines et non contestées » ; Vu l’arrêté royal du 22 décembre 2000 relatif au fonctionnement et à l’administration des établissements de jeux de hasard de classe III, aux modalités de demande et à la forme de la licence de classe C et plus particulièrement son article 1er, lequel dispose que la demande de licence de classe C est introduite au moyen du formulaire joint en annexe I dudit arrêté ;

                                              27

Considérant qu’il ressort du point 5 de l’annexe précitée qu’à la demande de licence de classe C doit être joint l’avis du Bourgmestre de la commune où l’établissement de jeux de hasard est exploité, disposant que toutes les conditions légales sont remplies au niveau de l’exploitation du débit de boissons concerné ; Considérant que cet avis doit également être joint à toute demande de renouvellement d’une licence de classe C dont la période de validité est limitée à 5 ans ; Considérant que la Commission des jeux de hasard a établi une liste des communes et/ou villes pour lesquelles l’avis du Bourgmestre doit obligatoirement être joint à la demande de licence de classe C et que la commune de Schaerbeek en fait partie ; Considérant que l’avis qui doit être rendu dans le cadre de la demande de renouvellement de licence de classe C pour les établissements de jeux de hasard de classe III se fait dans les mêmes conditions et selon les mêmes modalités que l’avis qui doit être rendu pour une première demande ; Considérant que l’avis qui est rendu dans le cadre d’une demande de renouvellement d’une licence de classe C implique dès lors un travail comparable à celui qui doit être fourni dans le cadre d’une première demande ; Considérant que la délivrance d’un avis dans le cadre de l’octroi d’une licence de classe C ou d’une demande de renouvellement implique que les services communaux et de police attestent notamment des éléments suivants :

           que l’établissement est bien situé sur le territoire de la commune ;
           que l’établissement jouit ou non d’une bonne réputation ;
           que l’exploitant n’a pas fait l’objet de sanctions administratives, de mesures de
            polices ou de p-v d’infractions ;
           que l’établissement dispose des autorisations requises en matière d’exploitation
            de débits de boissons fermentées ou spiritueuses ;
           que l’établissement répond à toutes les conditions légales en termes
            d’urbanisme, d’environnement, d’hygiène, de sécurité et de nuisances sonores ;
           que l’exploitant jouit de ses droits civils et politiques ou, s’il s’agit d’une personne
            morale, que son administrateur ou son gérant ne se trouve pas dans un cas
            d’exclusion pour tenir un débit de boisson ;
           que l’exploitant est en ordre de paiement en matière de taxes communales
            relatives aux débits de boissons.

Considérant que le Bourgmestre doit également produire une copie du certificat de bonnes vie et mœurs de la ou des personnes concernées par l’obtention d’une licence de classe C ; Considérant que l’administration communale intervient également dans le cadre de la recherche et de la constatation d’infractions à la loi du 7 mai 1999 sur les jeux de hasards, les paris, les établissements de jeux de hasards et la protection des joueurs et ses arrêtés d’exécution, en communiquant tout document utile ou tout renseignement complémentaire ainsi qu’en fournissant l’assistance des services de police aux officiers de police judiciaire et officiers auxiliaires du Procureur du Roi désignés à cet effet par la Commission des jeux de hasard (article 5 §1er, alinéas 2,3 et 5 de la loi du 7 mai 1999) ; Considérant que le service qui est rendu par la commune et les services de police, dont elle assume en partie le financement, justifie l’établissement d’une redevance qui en est la contrepartie ; Considérant que la liberté du commerce et de l’industrie, consacrée par les articles II.3 et II.4 du code de droit économique, n’est pas illimitée et n’est en tout cas pas de nature à entraver le pouvoir de la commune d’établir une redevance destinée à couvrir des dépenses occasionnées par une activité commerciale ; Considérant qu’une redevance de 2.500€ représente une somme de 500€ par an ou de 41,7€ par mois, soit une somme modique qui n’est pas de nature à entraver de manière disproportionnée la liberté de commerce des redevables ; Considérant que cette redevance est due dans le cadre d’un avis qui doit être rendu pour une demande de licence de classe C, ainsi que pour un avis qui doit être rendu dans le cadre d’une demande renouvellement de licence de classe C ; Considérant qu’elle est payable dès la demande d’avis du Bourgmestre et avant la délivrance de celui-ci ; Considérant que cette redevance couvre une période de 5 ans équivalente à la période de validité de la licence ;

                                                 28

Considérant par ailleurs, que la commune entend lutter contre la multiplication des jeux de bingo dans les débits de boissons installés sur le territoire de la Commune ; Considérant que ces jeux ont des effets néfastes, que ce soit sur la santé financière, physique ou morale des joueurs ; Considérant qu’afin de limiter le risque de dépendance et de restreindre l’assuétude des joueurs de bingos, la commune entend limiter le nombre de jeux de bingos présents dans un débit de boissons ; Considérant que les débits de boissons sont en effet des lieux facilement accessibles et dont l’environnement est propice à pousser la clientèle à la consommation des jeux qui y sont présents ; Considérant que, pour ces motifs, la commune entend diminuer le montant de la redevance pour les exploitants de jeux de bingos dont la licence de classe C est limitée à un jeu de bingo ; Considérant que le bénéfice de cette diminution sera octroyé au demandeur qui fournit la preuve que le formulaire de demande de licence de classe C comporte la mention expresse que l’autorisation sollicitée vise l’exploitation d’un jeu de bingo ; Considérant que pour ces derniers, le montant de la redevance est fixé à 1.250€ ; Considérant les charges qu’entraînent pour la commune l’établissement et/ou la délivrance de certificats et documents administratifs ; Vu l’article 84 de la nouvelle loi communale, lequel prévoit que : « §1er Aucun acte, aucune pièce concernant l'administration, ne peut être soustrait à l'examen des membres du conseil. §.2 Les conseillers communaux peuvent obtenir copie des actes et pièces relatifs à l'administration de la commune dans les conditions arrêtées par le règlement d'ordre intérieur établi par le conseil. Ce règlement précise également les conditions de visite des établissements et des services communaux. La redevance éventuellement réclamée pour la copie ne peut en aucun cas excéder le prix de revient. » ; Vu l’ordonnance du 18 mars 2004 sur l'accès à l'information relative à l'environnement et à l'aménagement du territoire dans la Région de Bruxelles-Capitale, qui a pour objet de transposer la directive 2003/4/CE du Parlement européen et du Conseil du 28 janvier 2003 concernant l'accès du public à l'information en matière d'environnement et qui vise la promotion de l'utilisation des technologies de télécommunication informatique et/ou des technologies électroniques ; Vu l’ordonnance du 30 novembre 2017 réformant le Code bruxellois de l'aménagement du territoire et l'ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d'environnement et modifiant certaines législations connexes ; Vu pour le surplus, le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins du 3 décembre 2019 et le dossier administratif ; Vu la situation financière de la commune ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ; DECIDE : Article 1 Il est établi au profit de la Commune des redevances payables au comptant sur les services librement demandés ou sur l'établissement et/ou la délivrance de certificats et documents administratifs. Article 2 Ces redevances sont dues par les personnes physiques et morales à qui sont délivrés, d'office ou à leur demande, les services et/ou pièces, sans préjudice de toute autre contribution demandée par une autre autorité. Article 3 Les redevances sont fixées sur base des taux suivants : §1 POPULATION – ETAT CIVIL 1) Cartes d’identité aux nationaux et titres de séjour aux étrangers

      a) Procédure normale :
             Pour la première délivrance ou tout renouvellement                      3,90€
      b) Procédure d’extrême urgence :
             Pour toute délivrance                                                   46,40€
      c) Procédure d’extrême urgence avec retrait au SPF Intérieur :
                                              29

Pour toute délivrance 40,20€

     d) Pour toute demande de duplicata de code visant toute carte d’identité         5,00€
     électronique y compris la carte reprise aux points 2) et 3)
     e) Complémentairement à la redevance prélevée en exécution des
     dispositions ci-dessus énoncées, une redevance cumulable de 20€ est exigée
     à partir de la 2ièmedemande de duplicata de carte d’identité électronique y
     compris la carte visée aux points 2) et 3). Ainsi, hors cas de vol, agression ou
     de force majeure, il sera perçu au 2ièmeduplicata, une redevance
     complémentaire de 20€ ; au 3ièmeduplicata, 40€ ; … Cette disposition n’étant
     par ailleurs pas applicable aux personnes de 75 ans et plus.

2) Titres de séjour contenant des données biométriques pour étrangers

     a) Procédure normale :
            Pour la première délivrance ou tout renouvellement                        3,40€
     b) Procédure d’extrême urgence :
            Pour toute délivrance                                                     46,40€

3) Cartes d’identité pour enfants belges de moins de 12 ans (Kids-ID)

     a) Procédure normale :                                                           1,60€
     b) Procédure d’extrême urgence
            Pour une seule carte                                                      46,10€
            Pour les cartes suivantes demandées au même moment, pour les              46,10€
            enfants de la même famille, inscrits à la même adresse
     c) Procédure d’extrême urgence avec retrait au SPF Intérieur :
            Pour toute délivrance                                                     39,90€

4) Certificat d’identité pour enfants étrangers de moins de 12 ans

            Pour toute délivrance                                                     2,00€

5) Passeports /titres de voyage

     a) Procédure normale :
            Passeport /titres de voyage adulte                                        16,00€
            Passeport /titres de voyage enfant                                        16,00€
     b) Procédure d’urgence :
            Passeport /titres de voyage adulte                                        35,00€
            Passeport /titres de voyage enfant                                        35,00€

6) Permis de conduire

     a) Procédure normale :
            Pour le permis de conduire électronique                                   7,00€
            Pour le permis de conduire provisoire                                     3,75€
            Duplicata                                                                 3,75€
            Pour le permis de conduire international                                  11,00€

7) Transcription d’actes étrangers 40,00€ 8) Prise en charge (annexe 3bis - AR 08/10/1981) 20,00€ 9) Prise en charge (annexe 32 - AR 08/10/1981) 20,00€ 10) Certificats, attestations et extrait émanant des registres de l’Etat civil et de la 8,00€ Population, réquisitoire :

     Ne sont pas concernés par cette redevance: les copies d'acte, les extraits
     d'acte et les actes de mariage, de naissance, de décès, de nationalité et du
     registre supplétoire, les extraits du casier judiciaire, le récépissé de demande
     de placement ou d'enlèvement de monument funéraire, les certificats de
     résidence, de résidence avec historique, de composition de ménage, de
     nationalité, de vie, d'honorabilité, de moralité, de cohabitation légale, de
     données électorales, l'annexe 18 ainsi que les modèles 2, 2bis et 8.

11) Légalisation de signature à destination des autorités publiques 8,00€ 12) Légalisation de signature sous seing privé, par dérogation à la législation 8,00€ prévoyant que cette démarche doit être réalisée chez un notaire, en cas de prêt de courte durée (maximum 3 mois) d'un véhicule 13) Copies conformes, par page : 8,00€

     excepté pour les Communautés Française, Flamande et Germanophone sur
     base d'une preuve de demande explicite
                                               30

14) Constitution d’un dossier :

  1. de nationalité 60,00€
  2. de régularisation sur base de l’article 9 de la loi du 15.12.1980 :

a. première demande 25,00€

            b. demandes ultérieures                                                     75,00€
     - en matière de cohabitation légale                                                30,00€
     - d’inscription après radiation d’office                                           30,00€
     - de changement de genre                                                           Gratuit

15) Documents délivrés en vertu de l’arrêté royal du 8 octobre 1981 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers (sauf titre de séjour électronique)

     a) Par document ou par prorogation de validité de documents. Sont                  8,00€
     concernés les annexes 3, 33, 35, 41 et 41bis, l’attestation de réception
     art25/2 (annexe1), l’attestation de réception art.9bis (annexe3) et
     l’attestation d’immatriculation
     b) Toute prolongation de l'attestation d'immatriculation                           8,00€

16) Permis de travail 1,00€ 17) Correction sur base de document probant :

  1. de nom 30,00€
  2. de prénom 30,00€
  3. de date de naissance 30,00€

18) Changement de prénom:

  1. première demande 150,00€

a. Excepté pour les citoyens dans le cadre de la demande de Gratuit

            nationalité belge et ne possédant pas de prénom à l'origine (circulaire
            du 11 juillet 2018 relative à la loi du 18 juin 2018 portant dispositions
            diverses en matière de droit civil et des dispositions en vue de
            promouvoir des formes alternatives de résolution des litiges première
            demande si jamais
            b. Dans le cadre d’un changement de genre                                   15,00€
     - toute demande supplémentaire                                                     490,00€
            a. Dans le cadre d’un changement de genre                                   49,00€

19) Carnet de mariage : 30,00€ 20) Recherche généalogique, par heure : 35,00€ §2 URBANISME – TRAVAUX 1) Certificats, attestations et autres pièces de toute nature comprenant :

     a) Renseignements urbanistiques :
                 Procédure normale :                                                   80,50€
                 Procédure d’urgence :                                                 161,00€
     b) Attestation de conformité pour un hébergement touristique:
            - pour les hébergement touristiques de trois chambres ou moins              100,00€
            - pour les hébergement touristiques de quatre chambres ou plus              200,00€
     c) Les permis et certificats d’urbanisme ayant pour objet :
            - construire, reconstruire, transformer et/ou placer une installation fixe 250,00€
            (ex. terrasse)
            - modifier la destination ou l’utilisation de tout ou partie d’un bien bâti 250,00€
            ou non bâti (ex. parking)
            - modifier le nombre de logements dans une construction existante           250,00€
            - placer des dispositifs de publicité                                       250,00€
            - placer des enseignes et/ou des dispositifs de publicité associés à        125,00€
            l’enseigne
            - autres (abattage d’arbre à haute tige, travaux de démolition,             60,00€
            prorogation de permis…)
     d) Les permis et certificats d’environnement ayant pour objet :
            - une déclaration de classe 3 pour l’exploitation d’un chantier             100,00€
            - une déclaration de classe 3 pour toute autre installation classée         50,00€
            - une nouvelle demande de classe 2                                          150,00€
                                                31

- une nouvelle demande de classe 1B 250,00€

  1. une nouvelle demande de classe 1A 500,00€
  2. une modification de permis 100,00€
  3. une prolongation de permis 150,00€
  4. un changement de titulaire de permis 50,00€

e) Les permis d’urbanisme en régularisation d’une infraction constatée

    entraînant :
           - un procès-verbal d’infraction urbanistique                           1.000,00€
           - une mise en demeure                                                  500,00€
    f) Les permis d’environnement en régularisation d’une infraction, constatée   500,00€
    par procès-verbal:
    g) Frais de reproduction de documents (photocopies)
           Noir et blanc - A4 - par feuille                                       0,15€
           Noir et blanc – A3 - par feuille                                       0,25€
           Couleur - A4 - par feuille                                             1,00€
           Couleur – A3 - par feuille                                             1,50€
    h) Demande de confirmation de destination urbanistique et/ou du nombre        100,00€
    de logements d’un bien
    i) Demande de renseignements « sol » relatifs aux activités à risque de       100,00€
    pollution du sol sur une parcelle

2) Reproduction ou transmission de documents et plans d'archives de l’urbanisme et de l’environnement

    Scan des documents et plan sur une clé USB, fournie par l’administration      6,05€
    communale et au prix coûtant

3) Documents relatifs aux adjudications publiques et aux appels d'offre généraux

    a) Cahier des charges, métrés descriptions, modèles de soumission
           - taux fixe                                                            5,00€
           - supplément par page ou fraction de page                              0,25€
    b) Plans, croquis schémas
           - par mètre carré ou fraction de mètre carré délivré                   2,50€

4) Documents relatifs aux appels d'offres restreints

    a) Cahier des charges, métrés descriptions, modèles de soumission
           - moins de 10 pages                                                    Gratuit
           - 10 pages                                                             2,50€
           - supplément par page ou fraction de page au-delà de la 10ième         0,25€
    b) Plans, croquis schémas
           - moins d'un mètre carré                                               Gratuit
           - par mètre carré ou fraction de mètre carré au-delà du mètre carré    2,50€

5) Plan de la Commune sur papier opaque

  1. au 5000ème 7,50€
  2. au 10000ème 6,20€

6) Placement

    a) de tapis de cérémonie                                                      250,00€
    b) de plantes ornementales                                                    124,00€

§3 ARCHIVES 1) Reproductions de documents d’archives

    a) Demande de photocopies :
           Noir et blanc - A4 - par feuille                                       0,15€
           Noir et blanc – A3 - par feuille                                       0,25€
    b) Demande de scans :
           Petit format – max A3 - par feuille                                    0,40€
           Grand format - par feuille                                             5,00€
           + sur DVD                                                              2,50€
    c) Droits de reproductions :
           Usage privé ou dans le cadre d’une recherche scientifique (mémoire,    Gratuit
           thèse, etc.)
           Usage public à titre informatif et non commercial                      Gratuit
           Usage commercial, forfait                                              25,00€
                                            32

2) Frais de recherches de documents d’archives

      a) par ¼ heure :                                                                  8,50€
      b) par heure :                                                                    16,00€
             - la redevance est plafonnée à une durée de trois heures de recherches

§4 SECRETARIAT Communication sous forme de copie de tout document administratif au sens de 0,15€ l'article 2,2°, de la loi du 12 novembre 1997 relative à la publicité de l'administration dans les Provinces et les Communes, des articles 3, 2° et 5 de l’ordonnance du 18 mars 2004 sur l'accès à l'information relative à l'environnement et à l'aménagement du territoire dans la Région de Bruxelles- Capitale ainsi que de l’article 84 de la nouvelle loi communale , par feuille §5 DIVERS 1) Etablissement de déclarations d’abattage pour la Fête du Sacrifice :

  1. hors abattoir communal schaerbeekois 15,00€
  2. avec rendez-vous sur le site d’abattage communal schaerbeekois 25,00€

Enregistrement comme abatteur 10,00€ 2) Envoi de rappels de paiement relatif à une créance non contestée (fiscale ou 15,00€ autre), à partir du 2ièmerappel 3) Autorisation de détention d’une arme à feu de défense 25,00€ 4) Constitution du dossier administratif lors des demandes en vue

      a) de l’ouverture, la réouverture, la reprise, etc. des débits de boissons,       300,00€
      restaurants, cercles privés et tout établissement public assimilé
      b) de dérogation aux heures d’ouverture d’un débit de boissons                    300,00€
      c) de l’étalage de marchandises sur les trottoirs et le placement de tables,      50,00€
      chaises, etc. sur la voie publique
      d) de l’obtention d’un certificat de conformité pour l’exploitation :
             - d’un salon de prostitution                                               1.500,00€
             - d’une « carrée »                                                         250,00€
      e) de la délivrance par le Bourgmestre :
             - de l’avis préalable à l’octroi d’une licence de classe C délivrée par la 2 500,00€
             Commission de jeux de hasard en vertu de l’arrêté royal du 22
             décembre 2000 relatif au fonctionnement et à l’administration des
             établissements de jeux de hasard de classe III, aux modalités des
             demandes et à la forme de la licence de classe C
             - de l’avis préalable à l’octroi d’une licence de classe C délivrée par la 1.250,00€
             Commission de jeux de hasard en vertu de l’arrêté royal du 22
             décembre 2000 relatif au fonctionnement et à l’administration des
             établissements de jeux de hasard de classe III, aux modalités des
             demandes et à la forme de la licence de classe C, lorsque la demande
             de licence est explicitement limitée à l’exploitation d’un seul jeu de
             bingo

Article 4 Les redevances réclamées conformément au présent règlement sont payables anticipativement, contre quittance, entre les mains du Receveur communal et de ses préposés ou des agents percepteurs désignés à cet effet. Article 5 Sont exemptés de la redevance :

    1.    Les certificats et les pièces dont la délivrance est déjà soumise au paiement d'un
          droit au profit de la Commune, en vertu d'une loi, d'un arrêté royal ou d'un
          règlement de l'autorité; exception faite toutefois, pour les droits revenant d'office
          aux communes lors de la délivrance de passeports et qui sont prévus par l'article
          5 du tarif III annexé à la loi du 4 juillet 1956 portant tarif des taxes consulaires et
          des droits de chancellerie ;
    2.    Les certificats et pièces délivrés aux autorités judiciaires, aux administrations de
          l'État, des Régions, des Communautés, des provinces, des communes ou aux
          établissements publics ou destinés à être produits à ces mêmes autorités à la
          demande de ces dernières ;
                                                33

3. Les certificats et pièces destinés aux autorités judiciaires, aux administrations de

         l'Etat, des Régions, des Communautés, des Provinces, des communes ou aux
         établissements publics pour servir en matière, soit de nomination ou de
         désignation à des emplois, soit d'admission au bénéfice de rémunérations ou de
         subventions ;
   4.    Les certificats et pièces qui doivent être délivrés gratuitement par l'administration
         communale en vertu d'une loi, d'un arrêté royal ou d'un règlement quelconque
         de l'autorité ;
   5.    Les certificats et pièces délivrés pour faire titre de l'autorisation d'organiser une
         manifestation politique, religieuse, culturelle ou sportive ;
   6.    Les certificats et pièces délivrés pour faire titre de l'autorisation d’exploiter un
         centre d'hébergement de tourisme social ;
   7.    Les certificats et pièces destinés à faire titre de l'autorisation d'exercer une
         activité qui, comme telle, est déjà frappée d'une imposition ou d'une redevance
         au profit de la Commune ;
   8.    Les expéditions, copies ou extraits des décisions du Conseil communal et du
         Collège des Bourgmestre et Echevins, en tant que ces décisions les concernent,
         aux agents et anciens agents de l'administration communale ainsi qu'à leurs
         ayants droits ;
   9.    Les passeports délivrés en exemption du droit établi au profit de l’Etat ;
   10.   Les cartes, titres d’identité et duplicata visés à l’article 3, points 1, 2, 4 et 9
         délivrés à toute personne victime de vol ou subissant les contrefaits d’un attentat
         pour autant qu’il soit établi à suffisance qu’une plainte sur le vol ou sur la perte
         ou destruction (dans le cas précité) des documents concernés a été déposée
         auprès d’une autorité compétente pour dresser procès-verbal ; sur présentation
         de l’attestation du bureau d’aide aux victimes ;
   11.   Les simples attestations de présence au cimetière ou à l'hôtel communal, pour
         des funérailles, un mariage, etc. délivrées aux personnes concernées ;
   12.   La délivrance de la carte à laquelle est soumise la participation comme vendeur à
         une manifestation visée à l’article 7 de l’arrêté royal du 3 avril 1995 portant
         exécution de la loi du 25 juin 1993 sur l’exercice d’activités ambulantes et
         l’organisation des marchés publics, pour la première année d’application de la
         nouvelle réglementation en la matière ;
   13.   Les documents délivrés en vertu de l’arrêté royal du 8 octobre 1981 sur l’accès au
         territoire, le séjour, l’établissement, l’éloignement des étrangers - ressortissants
         de l’Union Européenne ou membre de leur famille - à savoir :
         ◦      attestation d’enregistrement (annexe 8 – format papier) ;
         ◦      document attestant de la permanence du séjour (annexe 8bis – format
                papier) ;
         ◦      demande d’attestation d’enregistrement (annexe 19 - AR 08/10/1981) ;
         ◦      demande de carte de séjour de membre de la famille d’un citoyen de
                l’Union Européenne (annexe 19ter - AR 08/10/1981).
         ◦      déclaration de présence (annexe 3ter - AR 08/10/1981)
   14.   Les documents établis en application de la loi du 13 juin 1986 sur le prélèvement
         et la transplantation d’organes.
   15.   La redevance prévue à l'article 3, § 2, 6° a) n’est pas due à l’occasion d’un mariage
         d’un membre du personnel
   16.   La redevance prévue à l'article 3, § 3, 2° n’est pas due à l’occasion d’une demande
         de recherche par un étudiant

Article 6 Tout litige concernant la redevance sera poursuivi devant les juridictions civiles compétentes. Le redevable qui conteste devoir la redevance qui lui est réclamée est cependant tenu d'en consigner le montant entre les mains du Receveur communal jusqu'à ce qu'il ait été statué sur sa réclamation. Dans ce cas, le Receveur communal lui délivre gratuitement récépissé de son versement. Article 7 Tous les frais d'expédition des certificats et des documents administratifs délivrés en vertu du présent règlement sont mis à charge des particuliers et des établissements privés qui les demandent, même dans le cas où la délivrance de ces certificats et documents est gratuite.

                                              34

Article 8 Le présent règlement entre en vigueur le 1erjanvier 2020 et remplace la délibération du 17 décembre 2018 visée dans le préambule.

                                DE GEMEENTERAAD
Besloten, met 31 stem(men) tegen 12 en 0 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op artikel 173, van de grondwet; Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet; Herziende het raadsbesluit van 18 december 2018 stemmend het retributiereglement op de vrij gevraagde diensten en de afgifte van getuigschriften en administratieve stukken; Overwegende het arrest van de Raad van State van 18 april 2016 vernietigend de bepaling van het reglement vaststellend de retributies voor de opstelling en/of afgifte van getuigschriften en administratieve stukken betreffende de gevraagde retributie van 2.500€, voor de afgifte van een attest door de burgemeester, noodzakelijk bij het verkrijgen van een licentie klasse C uitgegeven door de Kansspelencommissie, het gepast is, ten gevolge van dat arrest, een bedrag in te voeren dat gelijk is aan de geleverde dienst; Gelet de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers en meer bepaald haar artikel 41, dat voorziet dat, “Om een vergunning klasse C te kunnen verkrijgen moet de aanvrager, indien het gaat om een natuurlijk persoon, volledig zijn burgerlijke en politieke rechten genieten en zich gedragen op een wijze die beantwoordt aan de vereisten van de functie. Indien het gaat om een rechtspersoon, moeten de bestuurders en zaakvoerders volledig hun burgerlijke en politieke rechten genieten en zich gedragen op een wijze die beantwoordt aan de vereisten van de functie. De aanvrager dient een advies voor te leggen uitgaande van de federale overheidsdienst Financiën dat aantoont dat hij al zijn vaststaande en onbetwiste belastingschulden heeft voldaan”; Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 2000 betreffende de werking en het beheer van de kansspelinrichtingen klasse III, de wijze van aanvraag en de vorm van de vergunning van klasse C en meer bepaald zijn artikel 1, dat bepaalt dat de vergunningsaanvraag klasse C wordt ingediend middels het formulier toegevoegd aan bijlage I van dit besluit; Overwegende dat uit punt 5 van de voornoemde bijlage blijkt dat bij de vergunningsaanvraag klasse C het advies dient te worden bijgevoegd van de Burgemeester van de gemeente waar de kansspelinrichting wordt uitgebaat, bepalend dat alle wettelijke voorwaarden zijn vervuld voor wat betreft de uitbating van de betreffende drankgelegenheid; Overwegende dat dit advies eveneens dient te worden toegevoegd aan iedere aanvraag tot hernieuwing van een vergunning klasse C waarvan de geldigheidsperiode beperkt is tot 5 jaar; Overwegende dat de Kansspelencommissie een lijst heeft opgesteld met de gemeente en/of steden waarvoor het advies van de Burgemeester verplicht dient te worden toegevoegd aan de vergunningaanvraag klasse C en dat de gemeente Schaarbeek hier deel van uitmaakt; Overwegende dat het advies dat dienst te worden uitgebracht in het kader van de hernieuwingsaanvraag van vergunning klasse C voor de kansspelinrichtingen van klasse III onder dezelfde voorwaarden en volgens dezelfde modaliteiten wordt uitgebracht als het advies dat moet worden verstrekt voor een eerste aanvraag; Overwegende dat het advies dat wordt uitgebracht in het kader van een hernieuwingsaanvraag voor een vergunning van klasse C bijgevolg een werk inhoudt dat vergelijkbaar is met heet werk dat dient te worden geleverd in het kader van een eerste aanvraag; Overwegende dat de aflevering van een advies in het kader van de toekenning van een vergunning van klasse C of van een hernieuwingsaanvraag betekent dat de gemeente- en politiediensten met name volgende elementen bevestigen:

          dat de inrichting zich wel degelijk bevindt op het grondgebed van de gemeente;
          dat de inrichting al dan niet een goede reputatie geniet;
          dat de uitbater geen administratieve sancties, politiemaatregelen of pv’s van
           overtreding kreeg opgelegd;
          dat de inrichting over de vereiste toelatingen beschikt inzake de uitbating van
           gelegenheden van gegiste en geestrijke dranken;
          dat de inrichting beantwoordt aan alle wettelijke voorwaarden inzake
           stedenbouw, leefmilieu, hygiëne, veiligheid en geluidsoverlast;
                                             35

 dat de uitbater in orde is met de betaling van de gemeentebelastingen op

           drankgelegenheden.

Overwegende dat de Burgemeester tevens een kopie dient voor te leggen van het bewijs van goed zedelijk gedrag van de persoon of personen waarvoor de vergunning van klasse C is bestemd; Overwegende dat de gemeentelijke administratie tevens optreedt in het kader van het onderzoek en de vaststellingen op de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers en haar uitvoeringsbesluiten, door ieder nuttig document of aanvullende inlichting mee te delen alsook door de bijstand van de politiediensten te leveren aan de gerechtelijke politieofficiers en hulpofficiers van de Procureur des Konings die hiertoe werden aangeduid door de Kansspelcommissie (artikel 15§1, lid 2, 3 en 5 van de wet van 7 mei 1999); Overwegende dat de dienst die wordt verstrekt door de gemeente en de politiediensten, waarvan zij de financiering gedeeltelijk op zich neemt, de invoering verantwoordt van een retributie die hier een compensatie voor is; Overwegende dat de vrijheid van handel en industrie, bekrachtigd door de artikelen II.3 en II.4 van het Wetboek van Economisch recht, niet onbeperkt is en in ieder geval niet van die aard is dat zij de macht hindert van de gemeente om een belasting in te voeren bestemd om de uitgaven te dekken die een commerciële activiteit met zich meebrengt; Overwegende dat een retributie van 2.500€, een som vertegenwoordigt van 500€ per jaar of van 41,70€ per maand, hetzij een bescheiden som die niet van dien aard is dat zij de vrijheid van handel van de belastingplichtigen buitenmatig hindert; Overwegende dat deze retributie verschuldigd is zowel in het kader van een advies dat dient te worden verstrekt voor een vergunningsaanvraag van klasse C als voor een advies dat dient te worden verstrekt in het kader van een hernieuwingsaanvraag van vergunning klasse C; Overwegende dat deze betaalbaar is vanaf de aanvraag tot advies van de Burgemeester en voor de aflevering ervan; Overwegende dat deze retributie een periode dekt van 5 jaar overeenkomstig met de geldigheidsperiode van de vergunning; Overwegende dat de gemeente overigens wenst te strijden tegen de vermenigvuldiging van de bingospelen in de drankgelegenheden gevestigd op het grondgebied van de gemeente; Overwegende dat deze spelen noodlottige gevolgen hebben op de financiële, lichamelijke of mentale gezondheid van de spelers; Overwegende dat de gemeente teneinde het risico op afhankelijkheid te beperken en de verslaving van de bingospelers aan banden te leggen, het aantal bingospelen aanwezig in een drankgelegenheid wil beperken; Overwegende dat drankgelegenheden immers gemakkelijk toegankelijke plaatsen zijn, waarvan de omgeving gunstig is om het cliënteel aan te zetten tot de consumptie van de spelen die er aanwezig zijn; Overwegende dat de gemeente om deze redenen het bedrag van de retributie wil verminderen voor de uitbaters van bingospelen waarvan de vergunning klasse C beperkt is tot één bingospel; Overwegende dat het voordeel van deze vermindering zal worden toegekend aan de aanvrager die het bewijs bezorgt dat het aanvraagformulier voor de vergunning van klasse C de uitdrukkelijke vermelding bevat dat de gevraagde toelating betrekking heeft op de uitbating van één bingospel; Overwegende dat voor deze laatsten het bedrag van de retributie wordt vastgesteld op 1.250€; Overwegende de kosten voor de gemeente voortvloeiend uit het opmaken en/of uitreiken van getuigschriften en administratieve stukken; Gelet artikel 84 van de nieuwe gemeentewet, die bepaalt dat: “§1 Geen akte, geen stuk betreffende het bestuur mag aan het onderzoek van de raadsleden worden onttrokken. §2 De gemeenteraadsleden kunnen een afschrift verkrijgen van de akten en stukken betreffende het bestuur van de gemeente onder de voorwaarden bepaald door in het door de raad opgestelde reglement van orde. Het reglement bepaalt eveneens de voorwaarden waaronder de gemeenschappelijke instellingen en diensten toegankelijk zijn. De vergoeding die eventueel wordt gevraagd voor het afschrift, mag in geen geval meer bedragen dan de kostprijs.“;

                                             36

Gelet de Ordonnantie van 18 maart 2004 inzake toegang tot milieu-informatie en tot informatie betreffende de ruimtelijke ordening in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, welke tot doel heeft de omzetting van richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie en beoogt het gebruik van onder meer computertelecommunicatie en/of elektronische technologie te bevorderen; Gelet de Ordonnantie van 30 november 2017 tot hervorming van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening en van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen en tot wijziging van aanverwante wetgevingen; Gelet bovendien op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 3 december 2019 en het administratief dossier; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; BESLUIT : Artikel 1 Er worden ten gunste van de Gemeente contant te betalen retributies vastgesteld voor de dienstverstrekkingen, of de opstelling en/of afgifte van getuigschriften en administratieve stukken. Artikel 2 Deze retributies zijn verschuldigd door de natuurlijke- en rechtspersonen waaraan, ambtshalve of op eigen aanvraag, de diensten en/of stukken worden afgeleverd, zonder afbreuk te doen aan elke andere gevraagde bijdrage door een andere overheid. Artikel 3 De retributies worden vastgesteld op grond van de hierna vermelde bedragen; §1 BEVOLKING – BURGERLIJKE STAND 1) Identiteitskaarten aan landgenoten en verblijfsvergunningen voor vreemdelingen

    a) Normale procedure
           voor de eerste uitreiking of iedere vernieuwing                   3,90€
    b) Zeer dringende procedure
           voor iedere uitreiking                                            46,40€
    c) Zeer dringende procedure met afhaling bij FOD Binnenlandse Zaken
           voor iedere uitreiking                                            40,20€
    d) Voor iedere aanvraag van duplicaat van code betreffende iedere        5,00€
    elektronische identiteitskaart alsook de kaart vermeld in de rubrieken
    2) en 3)
    e) Ter aanvulling van de gevraagde retributie in uitvoering van de
    bovenvermelde beschikkingen, wordt een cumulerende retributie
    gevraagd van 20€ vanaf de 2deaanvraag van duplicaat van de
    elektronische identiteitskaart alsook de kaart bedoeld in de rubrieken
    2) en 3). Dus, behalve in geval van diefstal, geweld of overmacht, zal
    men voor de 2deduplicaat een bijkomende retributie eisen van 20€;,bij
    de 3deduplicaat, 40€; … Deze bepaling is echter niet van toepassing voor
    personen van 75 jaar en ouder.

2) Verblijfsvergunningen voor vreemdelingen met biometrische identificatiemiddelen

    a) Normale procedure
           voor de eerste uitreiking of iedere vernieuwing                   3,40€
    b) Zeer dringende procedure
           voor iedere uitreiking                                            46,40€

3) Identiteitsbewijs voor Belgische kinderen van minder dan 12 jaar (Kids- ID)

    a) Normale procedure                                                     1,60€
    b) Zeer dringende procedure
           voor één kaart                                                    46,10€
           voor de volgende kaarten gevraagd op hetzelfde tijdstip, voor 46,10€
           kinderen van hetzelfde gezin, gedomicilieerd op hetzelfde adres
                                            37

c) Zeer dringende procedure met afhaling bij FOD Binnenlandse Zaken

           voor iedere uitreiking                                               39,90€

4) Identiteitsbewijs voor buitenlandse kinderen van minder dan 12 jaar

           voor iedere uitreiking                                               2,00€

5) Reispassen / reisdocumenten:

    a) Normale procedure
           Reispas / reisdocumenten volwassenen                                 16,00€
           Reispas / reisdocumenten kinderen                                    16,00€
    b) Spoedprocedure
           Reispas / reisdocumenten volwassenen                                 35,00€
           reispas / reisdocumenten kinderen                                    35,00€

6) Rijbewijzen :

    a) Normale procedure
           Voor het electronische rijbewijs                                     7,00€
           Voor het voorlopige rijbewijs                                        3,75€
           Duplicaat                                                            3,75€
           Voor het internationaal rijbewijs                                    11,00€

7) Overschrijving van in het buitenland opgestelde akten 40,00€ 8) Attest van tenlastneming (annexe 3bis - KB 08/10/1981) 20,00€ 9) Attest van tenlastneming (annexe 32 - KB 08/10/1981) 20,00€ 10) Afschrift of uittreksel uit de akten van het register van de burgerlijke 8,00€ stand of Bevolking, aanklacht:

    Zijn niet onderworpen aan deze retributie: kopieën van akten,
    uittreksels van akten en akten van huwelijk, geboorte, overlijden,
    nationaliteit en van bijgevoegd register, het strafregister, het bewijs
    van aanvraag of verwijdering van een grafzerk, attesten van woonst,
    woonst met historiek, gezinsamenstelling, nationaliteit, leven,
    betrouwbaarheid, zedelijkheid, wettelijke samenwoning, kiesgegevens,
    bijlage 18 en de modellen 2, 2bis en 8.

11) Wettiging van handtekening bedoeld voor de overheden 8,00€ 12) Wettiging van handtekening van private overeenkomst, in afwijking van 8,00€ de wetgeving die bepaalt dat dit moet gebeuren door een notaris, in het geval van uitlening van een voertuig voor korte termijn (maximaal 3 maanden) 13) Voor eensluidend verklaren, per pagina : 8,00€

    Uitgezonderd voor de Franstalige-, Vlaamse- en Duitstalige
    Gemeenschappen op basis van een bewijs van expliciete vraag

14) Samenstelling van een dossier betreffende:

  1. de nationaliteit 60,00€
  2. de regularisatie op basis van artikel 9 van de wet van 15.12.1980:

a. eerste aanvraag 25,00€

           b. volgende aanvragen                                                75,00€
    - de wettelijke samenwoning                                                 30,00€
    - de inschrijving na ambtshalve schrapping                                  30,00€
    - de aanpassing van de geslachtsregistratie                                 gratis

15) De documenten afgeleverd in uitvoering van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (behalve de elektronische verblijfsvergunning)

    a) Per document of per verlenging van de geldigheidsduur van                8,00€
    documenten. Zijn bedoeld de bijlagen 3, 33, 35, 41 et 41bis,
    ontvangstbewijs art25/2 (bijlage 1), ontvangstbewijs art.9bis (bijlage 3)
    en inschrijvingsbewijs
    b) Iedere verlenging van het inschrijvingsbewijs                            8,00€

16) Arbeidsvergunning: 1,00€

                                              38

17) Verbetering op basis van een gestaafd document:

  1. van naam 30,00€
  2. van voornaam 30,00€
  3. van geboortedatum 30,00€

18) Wijziging van voornaam:

  1. eerste aanvraag 150,00€

a.Uitgezonderd de personen van vreemde nationaliteit die een gratis

          verzoek tot verkrijging van de Belgische nationaliteit hebben
          ingediend en geen voornaam hebben (Omzendbrief van 11 juli
          2018 betreffende de wet van 18 juni 2018 houdende diverse
          bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op
          de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing)
          b. In het kader van een geslachtswijziging                           15,00€
   - iedere bijkomende wijziging                                               490,00€
          a. In het kader van een geslachtswijziging                           49,00€

19) Huwelijksboekje: 30,00€ 20) Genealogische inlichtingen, per opzoekingsuur: 35,00€ §2 STEDENBOUW – WERKEN 1) Getuigschriften, bewijzen en andere stukken van alle aard, omvattende:

   a) de stedenbouwkundige inlichtingen :
                Normale procedure:                                            80,50€
                Spoedprocedure:                                               161,00€
   b) het gelijkvormigheidattest voor toeristische logies
          - voor toeristische logies van drie kamers of minder                 100,00€
          - voor toeristische logies van vier kamers of meer                   200,00€
   c) de stedenbouwkundige vergunningen en attesten met als voorwerp:
          - bouwen, heropbouwen, verbouwen en/of plaatsing van een             250,00€
          vaste inrichting (bvb terras)
          - wijziging van bestemming of gebruik van het ganse of gedeelte      250,00€
          van het bebouwd of onbebouwd goed (bvb parking)
          - wijziging van aantal woongelegenheden in een bestaand              250,00€
          gebouw
          - plaatsen van reclameborden                                         250,00€
          - plaatsen van uithangborden en/of reclameborden verwijzend          125,00€
          naar het uithangbord
          - andere (kappen van hoogstammige bomen, afbraakwerken,              60,00€
          verlenging van vergunningen…)
   d) de milieuvergunningen en certificaten met als voorwerp:
          - een aangifte van klasse 3 voor het uitbaten van een werf           100,00€
          - een aangifte van klasse 3 voor elke andere ingedeelde inrichting   50,00€
          - een nieuwe aanvraag van klasse 2                                   150,00€
          - een nieuwe aanvraag van klasse 1B                                  250,00€
          - een nieuwe aanvraag van klasse 1A                                  500,00€
          - een verandering van vergunning                                     100,00€
          - een verlenging van vergunning                                      150,00€
          - een wijziging van vergunninghouder                                 50,00€
   e) de stedenbouwkundige vergunningen ter regularisatie van een
   vastgestelde inbreuk, voortkomend uit:
          - een proces-verbaal van stedenbouwkundige inbreuk                   1.000,00€
          - een ingebrekestelling                                              500,00€
   f) de milieuvergunningen ter regularisatie van een inbreuk, vastgesteld     500,00€
   bij proces-verbaal:
   g) Reproductiekosten van documenten (fotokopies)
          zwart en wit - A4 - per blad                                         0,15€
          zwart en wit – A3 - per blad                                         0,25€
          kleur - A4 - per blad                                                1,00€
          kleur – A3 - per blad                                                1,50€
                                             39

h) aanvraag tot bevestiging van de stedenbouwkundige bestemming 100,00€

    en/of van het aantal wooneenheden van een gebouw:
    i) inlichtingenaanvraag « bodem » betreffend een risicoactiviteit voor 100,00€
    bodemverontreiniging op een perceel:

2) Reproductie of overmaken van documenten en gearchiveerde plannen van stedenbouw en van leefmilieu:

    Scan van documenten en plan op een USB-stick, afgeleverd door het         6,05€
    gemeentebestuur aan kostprijs

3) Documenten aangaande openbare en beperkte aanbestedingen en algemene offertes

    a) lastenkohier, metingen, beschrijvingen, inschrijvingsmodellen,
            - vast bedrag                                                     5,00€
            - supplement per bladzijde of deel van bladzijde                  0,25€
    b) plannen, schetsen, schema's
            - per vierkante meter of deel van vierkante meter afgeleverd plan 2,50€

4) Documenten aangaande beperkte offertes:

    a) lastenkohier, metingen, beschrijvingen, inschrijvingsmodellen,,
            - minder dan 10 bladzijden                                        Gratis
            - 10 bladzijden                                                   2,50€
            - supplement per bladzijde of deel van bladzijde boven de 10de 0,25€
    b) plannen, Schetsen, schema's
            - minder dan één vierkante meter                                  Gratis
            - per meter of deel van vierkante meter boven de vierkante        2,50€
            meter

5) Plan van de Gemeente op ondoorschijnend papier:

  1. op 1/5000ste 7,50€
  2. op 1/10.000ste 6,20€

6) Plaatsen van

    a) ceremonietapijten                                                      250,00€
    b) sierplanten                                                            124,00€

§3 ARCHIEVEN 1) Reproductie van archiefdocumenten

    a) aanvraag van fotokopieën:
            zwart en wit - A4 - per blad                                      0,15€
            zwart en wit – A3 - per blad                                      0,25€
    b) aanvraag van gescande documenten:
            Klein formaat – max A3 – per blad                                 0,40€
            Groot formaat – per blad                                          5,00€
            + op DVD                                                          2,50€
    c) Reproductierechten:
            Privaat gebruikt of in het kader van een wetenschappelijk         Gratis
            onderzoek (memorie, thesis, enz.)
            Openbaar gebruik ter informatieve titel en niet commercieel       Gratis
            Commercieel gebruik, forfait                                      25,00€

2) Opzoekingen van archiefdocumenten

    a) per ¼ uur :                                                            8,50€
    b) per uur :                                                              16,00€
            - de retributie is begrensd tot drie uren opzoekingen

§4 SECRETARIAAT Mededeling in de vorm van een kopie van een bestuursdocument volgens 0,15€ artikel 2, 2°, van de wet van 12 november 1997 betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en gemeenten, de artikelen 3, 2° en 5 van de ordonnantie van 18 maart 2004 inzake toegang tot milieu-informatie en tot informatie betreffende de ruimtelijke ordening in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en artikel 84 van de nieuwe gemeentewet, per blad: §5 DIVERS 1) Opmaak van slachtbewijzen voor het Offerfeest:

  1. buiten het gemeentelijk slachthuis van Schaarbeek 15,00€
                                             40

- met afspraak op het gemeentelijke slachthuis van Schaarbeek 25,00€

    Inschrijving als slachter                                                   10,00€

2) Verzenden van betaalherinneringen betreffende een niet betwiste 15,00€ vordering (fiscaal of andere), vanaf de 2deherinnering 3) Toelating voor het bezit van een verdedigingsvuurwapen 25,00€ 4) Samenstelling van het administratief dossier op het ogenblik van de aanvragen met het oog op

    a) de opening, de heropening, de overname enz. van drankslijterijen,        300,00€
    restaurants, privé-kringen en elke gelijkgestelde openbare gelegenheid
    b) een afwijking van de openingsuren van drankgelegenheden                  300,00€
    c) op de uitstalling van goederen op de voetpaden en het plaatsen van       50,00€
    tafels, stoelen, enz. op de openbare weg
    d) Voor het verkrijgen van een conformiteitscertificaat voor de
    uitbating van:
           - een prostitutie salon                                              1.500,00€
           - een « peeskamer »                                                  250,00€
    e) de aflevering door de burgemeester:
           - van een advies, noodzakelijk bij het verkrijgen van een licentie   2 500,00€
           klasse C uitgegeven door de Kansspelencommissie volgens het
           koninklijk besluit van 22 december 2000 betreffende de werking
           en het beheer van de kansspelinrichtingen klasse III, de wijze van
           aanvraag en de vorm van de vergunning klasse C
           - van een advies, noodzakelijk bij het verkrijgen van een licentie   1 250,00€
           klasse C uitgegeven door de Kansspelencommissie volgens het
           koninklijk besluit van 22 december 2000 betreffende de werking
           en het beheer van de kansspelinrichtingen klasse III, de wijze van
           aanvraag en de vorm van de vergunning klasse C, wanneer de
           licentieaanvraag uitdrukkelijk beperkt is tot de uitbating van één
           enkel bingospel

Artikel 4 De retributie aangerekend overeenkomstig onderhavig reglement dient vooraf, tegen ontvangstbewijs, betaald te worden in handen van de gemeenteontvanger, zijn aangestelden of de bedienden die met de inning van de bedragen belast zijn. Artikel 5 Zijn van retributie vrijgesteld:

    1.    De getuigschriften en stukken waarvan de afgifte reeds aan het betalen van een
          recht ten voordele van de Gemeente onderworpen is krachtens een wet, een
          koninklijk besluit of door een overheidsverordening; een uitzondering wordt
          evenwel gemaakt voor de rechten die van overheidswege toekomen aan de
          gemeenten, bij afleveren van reispassen en die voorzien zijn door het artikel 5
          van het tarief gevoegd bij de wet van 4 juli 1956 houdende tarief op de consulaire
          belastingen en de kanselarijrechten;
    2.    De getuigschriften en stukken afgeleverd aan de gerechtelijke overheden, aan de
          besturen van de Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen, de provincies, de
          gemeenten en de openbare instellingen of bestemd te worden opgemaakt voor
          deze autoriteiten op aanvraag van deze laatsten;
    3.    De getuigschriften en stukken bestemd voor de gerechtelijke overheden, de
          besturen van de Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen, de provincies, de
          gemeenten of de openbare instellingen om te dienen in zake benoeming of
          aanstelling in een betrekking, of voor toelating tot het genot van bezoldigingen of
          toelagen;
    4.    De getuigschriften en stukken welke krachtens een wet, een Koninklijk Besluit of
          andere overheidsverordening kosteloos door het gemeentebestuur dienen te
          worden afgeleverd;
    5.    De getuigschriften en stukken die afgeleverd worden om als titel te dienen voor
          de machtiging tot inrichting van een politieke, godsdienstige, culturele of
          sportmanifestatie;
                                              41

6. De getuigschriften en stukken die afgeleverd worden om als titel te dienen voor

         de machtiging tot inrichting van een verblijfscentra voor sociaal toerisme;
   7.    De getuigschriften en stukken die als titel moeten dienen voor de machtiging tot
         het uitoefenen van een bedrijvigheid die, als dusdanig, reeds onderworpen is aan
         een belasting of een recht ten behoeve van de Gemeente;
   8.    De verzendingen, afschriften of uittreksels van beslissingen van de Gemeenteraad
         en van het College van Burgemeester en Schepenen, afgeleverd voor zover die
         beslissingen hen betreffen, aan aangestelden of gewezen aangestelden van het
         gemeentebestuur, en aan hun rechthebbenden;
   9.    De reispassen afgeleverd in vrijstelling van het recht ten voordele van de Staat;
   10.   De kaarten, de identiteitsbewijzen en de duplicaten bedoeld in artikel 3, punt 1, 2,
         4 en 9, voor iedereen die slachtoffer is van diefstal of de gevolgen ondergaat van
         een aanslag voor zover op voldoende wijze wordt vastgesteld dat klacht werd
         ingediend voor de diefstal of verlies of vernietiging (in het bovenstaande geval)
         van de betreffende documenten bij een instantie bevoegd voor het opstellen van
         een proces-verbaal; op voordracht van een bewijs van slachtofferhulp;
   11.   De gewone bewijzen van aanwezigheid op het kerkhof of in het gemeentehuis
         voor een begrafenis, een huwelijk, enz. afgeleverd aan belanghebbende
         personen;
   12.   De afgifte van de kaart waaraan de deelname als verkoper aan een manifestatie
         bedoeld in artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 3 april 1995 tot uitvoering van
         de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en
         de organisatie van openbare markten, voor het eerste jaar van toepassing van de
         nieuwe reglementering terzake;
   13.   De documenten afgeleverd in uitvoering van het koninklijk besluit van 8 oktober
         1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de
         verwijdering van vreemdelingen - onderdaan van de Europese Unie of een lid van
         zijn familie - hetzij;
         ◦      verklaring van inschrijving (bijlage 8 – papier versie)
         ◦      document ter staving van duurzaam verblijf (bijlage 8bis – papier versie)
         ◦      aanvraag van een verklaring van inschrijving (bijlage 19 – KB 08/10/1981)
         ◦      aanvraag van de verblijfskaart van een familielid van een onderdaan van de
                Europese Unie (bijlage 19ter – KB 08/10/1981)
         ◦      melding van aanwezigheid (bijlage 3ter - KB 08/10/1981)
   14.   De documenten die opgesteld worden in toepassing van de wet van 13 juni 1986
         betreffende het wegnemen en transplanteren van organen.
   15.   De bij artikel 3, §2, 6° a) bedoelde retributie is niet verschuldigd ter gelegenheid
         van het huwelijk van een personeelslid
   16.   De bij artikel 3, §3, 2° bedoelde retributie is niet verschuldigd ter gelegenheid van
         een vraag tot opzoeking door een student

Artikel 6 Iedere betwisting betreffende de retributie zal behandeld worden door de bevoegde burgerlijke rechtbank. De belastingplichtige die de betaling van de retributie die van hem gevorderd wordt, betwist, is er echter toe gehouden het bedrag van in bewaring te geven in handen van de Gemeenteontvanger, tot dat over zijn bezwaar uitspraak gedaan wordt. Artikel 7 Alle verzendingskosten van de getuigschriften en de administratieve stukken, uitgereikt krachtens het onderhavige reglement, zijn ten laste van de natuurlijke rechtspersonen en de private instellingen die ze aanvragen zelfs in het geval waarin de afgifte van deze getuigschriften en documenten gratis is. De bepalingen van de artikelen 5 en 6 worden toegepast op de terugbetaling van deze kosten. Artikel 8 Onderhavig reglement wordt van kracht op 1 januari 2020 en vervangt het raadsbesluit van 17 december 2018 hernomen in de inleiding.

                                              42

SP 21.- Règlement fixant les centimes additionnels communaux au précompte immobilier -

 Exercice 2020- Renouvellement et modification -=- Reglement vaststellend de
 gemeentelijke opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing - Aanslagjaar 2020 -
 Hernieuwing en wijziging

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Décidé, par 26 voix contre 17 et 0 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté -=- Besloten, met 26 stem(men) tegen 17 en 0 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

                                 LE CONSEIL COMMUNAL
        Décidé, par 26 voix contre 17 et 0 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté

Vu le Code des Impôts sur les Revenus 1992, notamment l’article 464,1 ; Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1er, l’article 118, alinéa 1er, et l’article 260; Revu sa délibération du 21 novembre 2018 fixant pour 2019 le taux des centimes additionnels communaux au précompte immobilier à 3.390; Compte tenu de la nécessité de garder des ressources financières suffisantes pour faire face aux besoins de notre population ; Vu le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins du 3 décembre 2019, Vu la situation financière de la commune, Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins, ARRETE : Article 1. : Il sera perçu pour l'exercice 2020, 3.810 centimes additionnels communaux au précompte immobilier à charge des propriétaires de biens immobiliers imposables, à l’exception du matériel et outillage, dans la Commune au premier janvier de l'année qui donne son nom à cet exercice.

                                DE GEMEENTERAAD
Besloten, met 26 stem(men) tegen 17 en 0 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op artikel 464, 1 van het Wetboek op de inkomstenbelastingen 1992; Gelet op de nieuwe gemeentewet, bijzonder artikel 117, alinea 1, artikel 118, alinea 1 en artikel 260; Gelet op zijn raadsbesluit van 21 november 2018 vaststellend de gemeentelijke opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing voor het aanslagjaar 2019 op 3.390; Rekeninghoudend met de noodzaak om over de nodige financiële middelen te beschikken om aan de behoeften van onze bevolking te voldoen; Gelet op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 3 december 2019, Gelet op de financiële toestand van de gemeente, Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen, BESLUIT : Artikel 1 - Er worden, voor het aanslagjaar 2020, 3.810 gemeentelijke opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing ten laste van de eigenaars van onroerende goederen belastbaar in de gemeente, met uitzondering van materieel en outillage, op 1 januari van het jaar dat zijn naam geeft aan dit aanslagjaar.

SP 22.- Règlement-taxe fixant les centimes additionnels à la taxe régionale sur les

 établissements d’hébergement touristique - Exercice 2020- Renouvellement -=-
 Reglement vaststellend de opcentiemen op de gewestelijke belasting op de inrichtingen
 van toeristische logies - Aanslagjaar 2020 - Hernieuwing

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Décidé, par 31 voix contre 12 et 0 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté -=- Besloten, met 31 stem(men) tegen 12 en 0 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

                                               43

LE CONSEIL COMMUNAL

        Décidé, par 31 voix contre 12 et 0 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté

Vu l’article 170, § 4 de la Constitution ; Vu l’article 117 de la Nouvelle loi communale ; Vu l’ordonnance du 23 décembre 2016 relative à la taxe régionale sur les établissements d’hébergement touristique, article 13 ; Vu l’ordonnance du 21 décembre 2012 établissant la procédure fiscale en Région de Bruxelles-Capitale, chapitres III, IV, V, VI, VII, et VIII du Titre I, et ses modifications ultérieures ; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, et ses modifications ultérieures ; Vu l’arrêté du 16 juillet 1998 relatif à la transmission au Gouvernement des actes des autorités communales en vue de l’exercice de la tutelle administrative, et ses modifications ultérieures ; Revu sa délibération du 21 novembre 2018 fixant pour 2019 le taux des centimes additionnels communaux à la taxe régionale sur les établissements d’hébergement touristique à 4.384; Considérant que la commune se doit d’obtenir des recettes afin de se procurer les ressources nécessaires en vue du financement des dépenses de sa politique générale et le financement de ses missions de service public ; Vu pour le surplus, le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins du 3 décembre 2019 et le dossier administratif, Vu la situation financière de la commune, Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins, ARRETE : Article 1 Il est établi, au profit de la commune de Schaerbeek, pour l'exercice 2020, 4.384 centimes additionnels à la taxe régionale sur les établissements d’hébergement touristique. Article 2 L’établissement et la perception de ces centimes additionnels s’effectueront par les soins du Service public régional de Bruxelles Fiscalité. Article 3 Le présent règlement sera transmis à l’autorité de tutelle et au Service public régional de Bruxelles Fiscalité.

                                DE GEMEENTERAAD
Besloten, met 31 stem(men) tegen 12 en 0 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op artikel 170, §4, van de Grondwet; Gelet op artikel 117 van de Nieuwe Gemeentewet; Gelet op de ordonnantie van 23 december 2016 betreffende de gewestbelasting op de inrichtingen van toeristische logies, artikel 13; Gelet op de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, hoofdstukken III, IV, V,VI, VII et VIII van Titel I en latere wijzigingen; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en latere wijzigingen; Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1998 betreffende de overlegging aan de Regering van de akten van de gemeenteoverheden met het oog op de uitoefening van het administratief toezicht en latere wijzigingen; Herziende zijn raadsbesluit van 21 november 2018 vaststellend de gemeentelijke opcentiemen geheven op de gewestelijke belasting op de inrichtingen van toeristische logies voor het aanslagjaar 2019 op 4.384; Overwegende dat de gemeente inkomsten moet hebben om zich de nodige middelen te verschaffen om de uitgaven van haar algemeen beleid te financieren en haar opdrachten als openbare dienst te financieren. Gelet bovendien, op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 3 december 2019 en het administratief dossier,

                                               44

Gelet op de financiële toestand van de gemeente, Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen, BESLUIT : Artikel 1 Er worden, voor het aanslagjaar 2020, ten voordele van de gemeente Schaarbeek, 4.384 opcentiemen geheven op de gewestelijke belasting op de inrichtingen van toeristische logies. Artikel 2 De vaststelling en de inning van deze opcentiemen zullen gebeuren door toedoen van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit. Artikel 3 Deze verordening wordt overgemaakt aan de toezichthoudende overheid en aan de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit

SP 23.- Règlement-taxe sur la malpropreté publique et les faits générateurs de salissures

 sur les voies et lieux publics ou visibles de ceux-ci ainsi que sur les conteneurs à déchets
 commerciaux- Exercices 2020 à 2024 – Renouvellement et modification -=-
 Gemeentebelasting op de openbare vervuiling of de oorzaken van vervuiling van de
 openbare wegen en plaatsen of zichtbaar vanaf deze alsmede op containers voor
 commercieel afval - Aanslagjaren 2020 tot 2024 – Hernieuwing en wijziging
     Ce point est retiré de l'ordre du jour -=- Dit punt werd aan de agenda onttrokken

SP 24.- Règlement-taxe sur la malpropreté publique et les faits générateurs de salissures

 sur les voies et lieux publics ou visibles de ceux-ci ainsi que sur les conteneurs à déchets
 commerciaux- Exercices 2020 à 2024 – Renouvellement et modification - Approbation -
 =- Gemeentebelasting op de openbare vervuiling of de oorzaken van vervuiling van de
 openbare wegen en plaatsen of zichtbaar vanaf deze alsmede op containers voor
 commercieel afval - Aanslagjaren 2020 tot 2024 – Hernieuwing en wijziging -
 Goedkeuring
     Monsieur Nimal et Madame la Bourgmestre ff exposent le point
     Madame Chan, Monsieur Degrez, Monsieur Mahieu et Monsieur van den Hove
     interviennent
     Monsieur Nimal et Madame Lorenzino répondent
     Madame Nyssens intervient
     Madame la Bourgmestre ff répond

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Décidé, par 26 voix contre 4 et 13 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté -=- Besloten, met 26 stem(men) tegen 4 en 13 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

                                 LE CONSEIL COMMUNAL
        Décidé, par 26 voix contre 4 et 13 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté

Vu la délibération du 17 décembre 2014, votant la modification du règlement relatif à la taxe sur les salissures sur les voies et lieux publics ou visibles de ceux-ci, pour les exercices 2015 à 2019 ; Vu l’article 170, § 4 de la Constitution, qui consacre l’autonomie fiscale des Communes sous réserve des exceptions légales ; Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1 et l’article 118, alinéa 1 ; Vu l’ordonnance du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 avril 2014 relative à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière des taxes communales ; Vu la loi du 23 mars 1999 relative à l’organisation judiciaire en matière fiscale ; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, telle que modifiée à ce jour ; Vu l’ordonnance 14 juin 2012 relative aux déchets et le règlement régional du 19 décembre 2008 relatif à l’enlèvement par la collecte des immondices ;

                                                45

Vu les bilans statistiques du service Schaerbeek Propreté & Espaces Verts, notamment ceux de l’année 2018 et du dernier trimestre 2019 indiquant une forte augmentation des salissures sur l’espace public nécessitant un nombre croissant d’intervention du Service Schaerbeek Propreté & Espaces Verts ; Vu le bilan et le programme de la cellule pédagogique du service Schaerbeek Propreté & Espaces Verts, visant à informer et sensibiliser les schaerbeekois depuis leur enfance au respect de la propreté dans l’espace public ; Vu la situation financière de la commune ; Considérant la nécessité pour la commune de remplir ses obligations dans le respect des exigences du plan de gestion et du prescrit de l’article 252 NLC lequel impose aux Communes de réaliser l’équilibre budgétaire ; Vu la nécessité pour la commune de prélever des recettes pour couvrir les dépenses qu’exige l’ensemble de ses activités, et en particulier d’assurer des recettes permettant de faire face aux charges financières liées à son obligation d’assurer la propreté publique ; Considérant que le maintien de cette source de revenus se justifie ; Considérant que les communes ont entre autres compétences d’assurer et de rétablir la propreté publique et qu’à cet égard il est admissible qu’elles fassent contribuer les citoyens à cet objectif ; Considérant que les agents communaux du service Schaerbeek Propreté & Espaces Verts effectuent en moyenne 6.500 interventions par mois pour l’enlèvement des déchets sauvages sur l’espace public et collectent en moyenne 19 tonnes de déchets par jour sur l’espace public (hors collecte des sacs-poubelles effectuée par l’Agence Bruxelles-Propreté et nonobstant le balayage communal des rues, effectué au minimum 5 jours sur 7) ; Vu la nécessité de prévoir un traitement différencié en fonction de la nature et du volume de l’objet déposé clandestinement en raison des difficultés liées à son enlèvement ; Considérant qu’une différenciation raisonnable du montant de la taxe par sac d’immondices abandonné en fonction de sa conformité ou non avec les réglementations régionales et communales s’impose ; Que ceci incite au respect des réglementations précitées ; Que pour le sac, récipient ou paquet d’immondice présenté conformément aux dispositions réglementaires régionales et communales (sac agréé et fermé, récipient ou paquet conforme, poids maximum, nature des déchets, heures et lieu de dépôt), mais non rentré après ne pas avoir été récolté par le service compétent, l’existence du fait générateur doit s’apprécier en tenant compte de l’article 22, alinéa 5, du règlement général de police de la Commune ; Considérant que l'entreposage irrégulier d'un conteneur à déchets sur la voie publique nuit à la libre circulation des personnes et/ou des véhicules et induit potentiellement des atteintes à la propreté publique ; Vu la nécessité de prévoir sur ce point un traitement différencié en fonction de la qualité du redevable de la taxe, privée ou professionnelle ; Considérant que l’utilisation des conteneurs à déchets commerciaux s’avère dans la pratique spécifiquement problématique pour la propreté et la commodité de passage ; que l’utilisation d’un conteneur commercial permet le bon déroulement d’une activité commerciale, laquelle génère des revenus ; qu’il s’indique d’assurer la nécessaire sensibilisation des commerces au volume de leurs déchets ; que les commerces étant souvent regroupés sur une même artère, côte à côte, les conteneurs s’avoisinent pas définition, risquant de nuire à la sécurité des piétons et des véhicules ; Considérant que l’un des objectifs du présent règlement est de dissuader l’accomplissement de tels faits portant ou pouvant porter atteinte à la propreté publique ; Considérant que la nécessaire lutte contre les actes de malpropreté justifie l'application d'une majoration de la taxe à toutes les formes de salissures en cas de récidive ; Considérant qu’il convient de promouvoir la propreté publique et de responsabiliser davantage le citoyen en cette matière ; Considérant à cet égard que la cellule pédagogique d’éducation à la propreté et au respect de la nature prend en charge l’important volet lié à l’information (notamment aux primo- arrivants) et à la sensibilisation (organisation d’activités dans les écoles, partenariats avec les asbl locales/comités de quartier afin de promouvoir et favoriser les initiatives citoyennes (par exemple « Schaerbeek Tout Propre »), et participe à des évènements thématiques ;

                                                46

Vu le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins du 10 décembre 2019 et le dossier administratif, lequel reprend notamment les règlements antérieurs taxant les salissures sur les voies et lieux publics ou visibles de ceux-ci ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins, DECIDE : SECTION I - Dispositions relatives à la malpropreté publique et les faits générateurs de salissures autres que ceux concernant les conteneurs à déchets commerciaux Article 1 Il est établi pour les exercices 2020 à 2024 une taxe communale sur la malpropreté publique et les faits générateurs de salissures sur les voies et lieux publics ou visibles de ceux-ci. Sont visés :

     1.     le dépôt ou l’abandon de déchets ou d’objets en dehors des endroits prévus ou
            spécialement aménagés à cet effet ainsi que le dépôt de sacs de déchets dans une
            corbeille publique ;

Au sens du présent règlement, les déchets sont toute substance ou tout objet dont le détenteur se défait ou dont il a l’intention ou l’obligation de se défaire ;

     1.     le dépôt ou l’abandon d’immondices ou de déchets assimilés aux immondices en
            dehors des lieux et heures prévus pour leur enlèvement, ainsi que le dépôt ou
            l’abandon d’immondices ou de déchets assimilés aux immondices dans les fosses
            d’arbres ;

Au sens du présent règlement, les immondices sont les déchets provenant de l’activité normale des ménages ;

     1.     le fait d’apposer ou de coller des affiches ou des autocollants sur le mobilier
            urbain ou sur un immeuble ou un ouvrage public ou privé ;
     2.     le fait ayant pour conséquence de salir les voies ou lieux publics, ou d’y porter
            atteinte à la propreté publique.

Article 2 La taxe est due solidairement par :

     1.     la personne qui a effectué le dépôt ou l’abandon ou le détenteur originel de la
            chose déposée ou abandonnée, lorsque le dépôt ou l’abandon est effectué sur la
            voie publique, ou, dans les autres cas, l’auteur du dépôt ou de l’abandon, le
            détenteur originel de la chose déposée ou abandonnée, ou l’occupant ou le
            propriétaire du fonds sur lequel le dépôt ou l’abandon est effectué;
     2.     le propriétaire, le responsable ou le gardien de la personne, de l’animal ou de la
            chose, au sens des articles 1384 à 1386 du Code civil qui a effectué le dépôt ou
            l’abandon ou qui a engendré la salissure ;
     3.     le propriétaire ou l’éditeur responsable de l’affiche ou de l’autocollant, ou la
            personne qui a apposé ou collé l’affiche ou l’autocollant ;
     4.     la personne dont l’acte est constitutif d’une salissure au sens du présent
            règlement.

Article 3 Les taux de la taxe fixés sont : par m² de voirie salie à l’occasion d’un chantier (par exemple par le passage d’un engin tel que, notamment, une grue ou un camion). En tout état de cause, un montant minimal de € 500,00 sera perçu (TAUX 1) 20,00 € pour toute salissure occasionnée par une personne ou par la chose, l’animal ou la personne qu’elle a sous sa garde (TAUX 2) 135,00 € par avaloir bouché (TAUX 3) 180,00 € par sac, récipient ou paquet d’immondice destiné à l’enlèvement des immondices à domicile, présenté conformément aux dispositions réglementaires régionales et communales (sac agréé et fermé, récipient ou paquet conforme, poids maximum, nature des déchets, lieu de dépôt) mais en dehors des heures de collecte, ou par sac, récipient ou paquet d’immondice présenté conformément aux dispositions réglementaires régionales et communales (sac agréé et fermé, récipient ou paquet conforme, poids maximum, nature des déchets, heures et lieu de dépôt), mais non rentré après ne pas avoir été récolté par le service compétent (TAUX 4) 90,00 €

                                                47

par sac , récipient ou paquet d’immondice présenté sans respect des dispositions réglementaires régionales et communales (sac agréé et fermé, paquet compact muni d’un lien solide, récipient conforme, poids maximum, nature des déchets, heure et lieu de dépôt), en telle sorte qu’il n’est pas pris en charge par le service compétent (TAUX 5) 180,00 € par m³ de déchets contenant du papier et/ou du carton non destinés à l’enlèvement par collecte des immondices. En tout état de cause, la taxe sera perçue pour une quantité minimale d’1m³ (TAUX 6) 275,00 € par m³ d’encombrants, sacs, récipients, objets ou déchets non destinés à l’enlèvement par collecte des immondices, à l’exception des déchets de papier, de carton, de construction, démolition ou rénovation tels des gravats, résidus de peinture, plaques de ciment, châssis de portes et fenêtres, etc. En tout état de cause, la taxe sera perçue pour une quantité minimale d’1m³ (TAUX 7) 455,00 € par m² ou fraction de m² de superficie salie par des affiches ou autocollants. En tout état de cause, la taxe sera perçue pour une surface minimale d’1m². (TAUX 8) 245,00 € par m³ de déchets de construction, démolition ou rénovation tels des gravats, résidus de peinture, plaques de ciment, châssis de portes et fenêtres, etc. En tout état de cause, la taxe sera perçue pour une quantité minimale d’1m³ (TAUX 9) 895,00 € En cas de récidive dans les 2 ans, le taux initial est augmenté de 50% SECTION II – Dispositions spécifiques aux conteneurs à déchets commerciaux Article 4 Il est établi pour les exercices 2020 à 2024 une taxe communale sur les conteneurs à déchets commerciaux présents sur la voie publique en dehors des jours, heures ou lieux prévus pour leur enlèvement. Article 5 La taxe est due par l’utilisateur du conteneur ou, à défaut d’identification de l’utilisateur, par la personne qui met à disposition de l’utilisateur le conteneur ou, à défaut d’identification de cette personne, par le propriétaire du conteneur. Article 6 Le taux de la taxe est fixé comme suit : par conteneur à déchets commerciaux présent sur la voie publique en dehors des jours, heures ou lieux mentionnées dans le contrat d’enlèvement passé avec « Bruxelles-Propreté » ou avec un opérateur agréé, étant entendu qu’une tolérance de 2 heures sera d’application en ce qui concerne les heures d’entreposage indiquées dans le contrat :

           conteneur de 240 litres (TAUX 10)                                             90,00
           conteneur de 660 litres (TAUX 11)                                             180,00
           conteneur de 1.110 litres (TAUX 12)                                           270,00

En cas de récidive dans les 2 ans, le taux initial est augmenté de 50% Article 7 Les utilisateurs de conteneurs à déchets doivent indiquer sur ceux-ci les informations suivantes :

           Propriétaire du conteneur (ABP/organisme agréé/commerçant)
           Nom et adresse de l’établissement qui utilise le conteneur
           Numéro d’entreprise
           Organisme chargé de la collecte (ABP ou collecteur agréé)
           Jours de collecte
           Heures de collecte
           Endroit de la collecte (nom de rue et numéro)

En cas d’absence d’indication des données reprises ci-dessus, l’utilisateur du conteneur se verra infliger une amende administrative d’un montant de :

           100 € en cas de premier constat d’infraction ;
           250 € en cas de second constat d’infraction ;
           500 € pour les constats postérieurs.

Un délai de 1 mois doit toutefois séparer deux constats d’infraction.

                                               48

SECTION III – Dispositions communes Article 8 Toute infraction aux obligations prévues par l’article 6 de l’ordonnance du 3 avril 2014 relative à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes communales, commise par un redevable ou un tiers en lien avec l’établissement d’une taxe prévue par le présent règlement, donne lieu à une amende administrative de :

          100 € en cas de premier constat d’infraction ;
          250 € en cas de second constat d’infraction ;
          500 € pour les constats postérieurs.

Un délai de 1 mois doit toutefois séparer deux constats d’infraction. Article 9 La taxe est recouvrée au comptant, soit via son espace personnel sur le site de l’Administration communale, soit par paiement électronique au compte de la commune. Lorsque la perception ne peut être effectuée au comptant, la taxe est enrôlée. Article 10 Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition. La taxe enrôlée est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle. Article 11 La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies pour la perception des impôts au profit de l’Etat. Article 12 §1er - Le redevable ou son représentant peut introduire une réclamation, par écrit (par courrier ou par e-mail), contre le montant de l’imposition établie, y compris toutes majorations et amendes, auprès du Collège des Bourgmestre et Echevins, qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de nullité, cette réclamation doit être signée et motivée et elle doit mentionner : les nom, qualité, adresse ou siège du redevable à charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la réclamation et un exposé des faits et moyens. §2 - Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai de trois mois, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de l’avertissement- extrait de rôle ou à compter de la date de la perception au comptant de la taxe. Un accusé de réception sera notifié dans les 15 jours après l’envoi ou du dépôt de la réclamation. §3 - Si le contribuable ou son représentant souhaite être entendu dans le cadre de l’examen de sa réclamation, il doit en faire la demande explicite dans sa réclamation. Article 13 Le présent règlement entre en vigueur le 1erjanvier 2020 et remplace le règlement approuvé par le Conseil communal en sa séance du 17 décembre 2014.

                                DE GEMEENTERAAD
Besloten, met 26 stem(men) tegen 4 en 13 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

Gezien het raadsbesluit van 17 december 2014 stemmend de wijziging van het belastingreglement op het vervuilen van de openbare wegen en plaatsen of zichtbaar vanaf deze; voor de aanslagjaren 2015 tot 2019; Gelet artikel 170, § 4 van de Grondwet, die zich wijdt aan de fiscale autonomie van de gemeenten onder voorbehoud van wettelijke beperkingen; Gelet op de nieuwe gemeentewet namelijk het artikel 117, alinea 1 en artikel 118, alinea 1; Gelet op de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 3 april 2014 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen; Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de gerechtelijke regeling op gebied van fiscaliteit; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 betreffende de regeling van administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd tot op heden; Gelet op de ordonnantie van 14 juni 2012 betreffende afvalstoffen en het gewestelijk reglement van 19 december 2008 betreffende de verwijdering van afval door middel van ophalingen;

                                             49

Gezien de statistische rapporten van de dienst Schaarbeek Netheid & Groene Ruimtes, met name die voor 2018 en het laatste kwartaal van 2019 welke wijzen op een sterke toename van de vervuiling van de openbare ruimte en die een toenemend aantal interventies door de dienst Schaarbeek Netheid & Groene Ruimtes vereist; Gezien het bilan en het programma van de pedagogische cel van de dienst Schaarbeek Netheid & Groene Ruimtes, gericht op het informeren en sensibiliseren van Schaarbeekenaren, vanaf hun kindertijd, tot het respecteren van de netheid in de openbare ruimte; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Overwegende de noodzaak voor de gemeente om aan haar verplichtingen te voldoen in overeenstemming met de eisen van het beheersplan en de vereisten van artikel 252 NGW, welke de gemeenten verplicht een begroting in evenwicht te realiseren; Gezien de noodzaak voor de gemeente om ontvangsten te heffen ter dekking van de kosten die door al haar activiteiten worden gemaakt, en voornamelijk om inkomsten te verzekeren om te kunnen voldoen aan de financiële lasten in verband met haar verplichting om de openbare netheid te waarborgen; Overwegende dat het behoud van deze bron van inkomsten gerechtvaardigd is; Overwegende dat de gemeenten onder andere bevoegd zijn om de openbare netheid te verzekeren en te herstellen en dat het in dit opzicht toelaatbaar is dat zij burgers een bijdrage doen leveren aan dit doel; Overwegende dat de gemeentelijke beambten van de dienst Schaarbeek Netheid & Groene Ruimtes gemiddeld 6.500 interventies per maand uitvoeren voor het verwijderen van zwerfafval in de openbare ruimte en gemiddeld 19 ton afval per dag in de openbare ruimte verzamelen (exclusief de inzameling van vuilniszakken welke wordt uitgevoerd door het Agentschap Net Brussel en niettegenstaande het gemeentelijk vegen van de straten, uitgevoerd ten minste 5 van de 7 dagen); Gezien de noodzaak om te voorzien in een verschillende behandeling, afhankelijk van de aard en het volume van het clandestien gedeponeerd object vanwege de moeilijkheden in verband met de verwijdering ervan; Overwegende dat een redelijke differentiatie van het bedrag van de belasting per zak afval achtergelaten noodzakelijk is volgens de overeenstemming ervan of niet met de gewestelijke en gemeentelijke voorschriften; Dat dit de naleving van de bovengenoemde voorschriften bevordert; Dat voor de zak, recipiënt of huisvuilpakket die is ingediend in overeenstemming met de regionale en gemeentelijke voorschriften (erkende zak en dichtgemaakt, conform recipiënt of verpakking, maximaal gewicht, aard van afval, uren en plaats van buitenzetten), maar werd niet terug binnen genomen nadat deze niet werd ingezameld door de bevoegde dienst, het ontstaan van een belastbaar feit veroorzaakt door de inachtneming van artikel 22, alinea 5, van het algemene politiereglement van de gemeente; Overwegende dat de onjuiste opslag van een afvalcontainer op de openbare weg het vrije verkeer van personen en / of voertuigen belemmert en mogelijk leidt tot inbreuken op de openbare netheid (clandestiene stortingen, enz.); Gezien de noodzaak om op dit punt een gedifferentieerde behandeling te voorzien, afhankelijk van de hoedanigheid van de belastingbetaler, particulier of professioneel; Overwegend dat het gebruik van containers voor commercieel afval in de praktijk specifiek problematisch is voor de netheid en het gemak van doorgang; dat het gebruik van een commerciële container de goede werking van een commerciële activiteit mogelijk maakt, wat inkomsten genereert; dat het is aangewezen is om voor de nodige sensibilisering te zorgen bij de bedrijven voor hun hoeveelheid afval; dat de winkels vaak gegroepeerd zijn in dezelfde straat, naast elkaar, de containers aan elkaar grenzen, dit per definitie gevaarlijk is voor de voetgangers en voertuigen; Overwegende dat één van de doelen van dit reglement het ontmoedigen is van de totstandkoming van dergelijke feiten die de openbare netheid schaden of kunnen schaden; Overwegende dat de noodzakelijke strijd tegen daden van vervuiling de toepassing van een verhoging van de belasting op alle vormen van vuil rechtvaardigt in geval van recidive; Overwegende dat het noodzakelijk is de openbare netheid te bevorderen en de verantwoordelijkheid van de burger op dit gebied te vergroten;

                                              50

Overwegende dat in dit verband, de pedagogische cel voor sensibilisering in netheid en respect voor de natuur, zorgt voor het belangrijke aspect met betrekking tot informatie (vooral voor nieuwkomers) en bewustmaking (organisatie van activiteiten in scholen, samenwerkingsverbanden met lokale verenigingen / wijkcomités om burgerinitiatieven te promoten (bijv. “Schaarbeek in het Net”), en deel te nemen aan thematische evenementen; Gelet op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 10 december 2019 en het administratief dossier, die met name de vorige belastingreglementen bevat op het vervuilen van de openbare wegen en plaatsen of zichtbaar vanaf deze; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen, BESLUIT : AFDELING I – Bepalingen aangaande de openbare vervuiling of de oorzaken van vervuiling andere dan deze betreffende containers voor commercieel afval Artikel 1 Voor de aanslagjaren 2020 tot 2024 wordt een gemeentebelasting vastgesteld op de openbare vervuiling of de oorzaken van vervuiling van de openbare wegen en plaatsen of zichtbaar vanaf deze. Worden bedoeld:

    1.    het plaatsen of achterlaten van afval of objecten buiten de voorziene of speciaal
          daartoe aangelegde plaatsen of iedere plaatsing van een zak met afval in een
          openbare afvalbak;

In de zin van het huidig reglement, verwijst afval naar elke stof of elk voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen;

    1.    het plaatsen of achterlaten van huisvuil of met huisvuil gelijkgesteld afval buiten
          de plaatsen en tijdstippen voorzien voor de ophaling ervan, evenals het storten of
          achterlaten van huisvuil of afval gelijkgesteld met huisvuil in een boomkuil;

In de zin van het huidig reglement, is huisvuil afval van normale huishoudelijke activiteiten;

    1.    het ophangen of aanplakken van affiches of zelfklevers op het stadsmeubilair of
          op een openbaar of privaat gebouw of bouwwerk;
    2.    het feit dat leidt tot de vervuiling van openbare wegen of plaatsen of de
          openbare netheid in het gedrang brengt.

Artikel 2 De belasting is hoofdelijk verschuldigd door:

    1.    de persoon die het afval achterlaat of de persoon die het achtergelaten goed
          aanvankelijk in zijn bezit had, als dit is gebeurd op de openbare weg, en in de
          andere gevallen, de auteur, de persoon die het achtergelaten goed aanvankelijk
          in zijn bezit had of de bezetter of de eigenaar van de bodem waarop het afval
          achtergelaten wordt;
    2.    de eigenaar, de verantwoordelijke of de houder van de persoon, het dier of de
          zaak, in de zin van artikel 1384 tot 1386 van het Burgerlijk Wetboek, die het afval
          heeft achtergelaten of er de vervuiling van heeft teweeggebracht;
    3.    de eigenaar of de verantwoordelijke uitgever van de affiche of de zelfklever, of de
          persoon die de affiche heeft opgehangen of opgeplakt of de zelfklever;
    4.    de persoon die een handeling stelt die in de zin van onderhavig reglement tot
          vervuiling kan leiden.

Artikel 3 De vastgestelde aanslagvoeten zijn: per m² vervuilde weg veroorzaakt door een werf (bvb. door het doorrijden van een werfvoertuig zoals een vrachtwagen of een kraan). In ieder geval, zal een minimum bedrag van € 500,00 worden aangerekend (VOET 1) 20,00 € voor elke vervuiling veroorzaakt door een persoon of door het ding, het dier of de persoon over wie hij/zij de hoede heeft (VOET 2) 135,00 € per verstopte straatkolk (VOET 3) 180,00 € per zak, recipiënt of huisvuilpakket bestemd voor huisvuilophaling, buitengezet conform de gewestelijke en gemeentelijke regelgeving (erkende zak en dichtgemaakt, conform recipiënt of verpakking, maximaal gewicht, aard van afval, plaats van buitenzetten),maar buiten de voorziene uren voor de ophaling, of de zak, recipiënt of huisvuilpakket buitengezet conform de gewestelijke en gemeentelijke regelgeving (erkende zak en dichtgemaakt, conform recipiënt of verpakking, maximaal gewicht, aard van afval, uren en plaats van buitenzetten), maar niet terug binnen genomen 90,00 €

                                              51

nadat deze niet werd ingezameld door de bevoegde dienst (VOET 4) per zak, recipiënt of huisvuilpakket buitengezet niet-conform de gewestelijke en gemeentelijke regelgeving (erkende zak en dichtgemaakt, compact pakket dat stevig is ingebonden, conform recipiënt, maximaal gewicht, aard van het afval, op de voorziene uren en plaatsen), op zodanige wijze dat hij niet werd opgehaald door de bevoegde diensten (VOET 5) 180,00 € per m³ afval bestaande uit papier en/of karton dat niet bestemd is voor de huisvuilophaling. In ieder geval zal een minimale hoeveelheid van 1m³ worden aangerekend (VOET 6) 275,00 € per m³ grof vuil, zakken, recipiënten, voorwerpen of afval dat niet bestemd is voor de huisvuilophaling, met uitzondering van papier, karton, bouw-, afbraak- of renovatieafval zoals puin, verfresten, cementplaten, venster- en deurramen, enz. In ieder geval zal een minimale hoeveelheid van 1m³ worden aangerekend (VOET 7) 455,00 € per m² of per fractie m² bevuilde oppervlakte door een affiche of zelfklever waarbij een minimale oppervlakte van 1m² zal worden aangerekend. (VOET 8) 245,00 € per m³ bouw-, afbraak- of renovatieafval zoals puin, verfresten, cementplaten, venster- en deurramen, enz. In ieder geval zal een minimale hoeveelheid van 1m³ worden aangerekend (VOET 9) 895,00 € In geval van recidive binnen de 2 jaar, zal de initiële aanslagvoet worden verhoogd met 50% AFDELING II – Specifieke bepalingen betreffende containers voor commercieel afval Artikel 4 Voor de aanslagjaren 2020 tot 2024 wordt een gemeentebelasting vastgesteld op de containers voor commercieel afval zich bevindend op de openbare weg buiten de dagen, uren en plaatsen voorzien voor hun inzameling. Artikel 5 De belasting is verschuldigd door de gebruiker van de container of, bij gebrek aan identificatie van de gebruiker, door de persoon die de container beschikbaar stelt aan de gebruiker of, bij gebrek aan identificatie van die persoon, door de eigenaar van de container. Artikel 6 De vastgestelde aanslagvoet is: per container voor commercieel afval zich bevindend op de openbare weg buiten de dagen, uren en plaatsen vermeld in het contract met “Net Brussel” of met een erkende operator, met dien verstande dat een tolerantie van 2 uur van toepassing is op uren gespecificeerd in het contract:

          container van 240 liter (VOET 10)                                          90,00
                                                                                      €
          container van 660 liter (VOET 11)                                          180,00
                                                                                      €
          container van 1.110 liter (VOET 12)                                        270,00
                                                                                      €

In geval van recidive binnen de 2 jaar, zal de initiële aanslagvoet worden verhoogd met 50% Artikel 7 De gebruikers van afvalcontainers moeten op deze de volgende informatie vermelden:

          Eigenaar van de container (ANB/erkende organisatie/handelaar)
          Naam en adres van de vestiging die de container gebruikt
          Ondernemingsnummer
          Organisatie belast met de inzameling (ANB of erkend ophaler)
          Ophaaldagen
          Ophaaltijden
          Locatie van inzameling (straatnaam en nummer)

Bij gebrek aan een indicatie van de bovenstaande gegevens zal de gebruiker van de container een administratieve boete ontvangen van:

          100 € in geval van een eerste vaststelling van inbreuk;
          250 € in geval van een tweede vaststelling van inbreuk;
          500 € voor iedere verdere vaststelling.

Een periode van 1 maanden moet echter de twee vaststellingen van inbreuk scheiden.

                                             52

AFDELING III – Gemeenschappelijke bepalingen Artikel 8 Elke schending, van de verplichtingen van artikel 6 van de Ordonnantie van 3 april 2014 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen, gepleegd door een belastingplichtige of een derde in verband met de vaststelling van een belasting waarin dit reglement voorziet, veroorzaakt een administratieve boete ontvangen van:

         100 € in geval van een eerste vaststelling van inbreuk;
         250 € in geval van een tweede vaststelling van inbreuk;
         500 € voor iedere verdere vaststelling.

Een periode van 1 maanden moet echter de twee vaststellingen van inbreuk scheiden. Artikel 9 De belasting is contant te voldoen, hetzij via de persoonlijke ruimte op de website van het gemeentebestuur, of per elektronische betaling op rekening van de gemeente. Als de inning niet contant kan gebeuren, wordt de belasting ten kohiere gebracht. Artikel 10 De kohieren van de belasting worden door het College van Burgemeester en Schepenen opgemaakt en uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar afgesloten en uitvoerbaar verklaard. De ingekohierde belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. Artikel 11 De belasting is door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels vastgesteld voor het innen van belastingen ten voordele van de Staat. Artikel 12 §1 - De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar schriftelijk indienen (per brief of per e-mail) tegen de geheven belasting, bij het College van Burgemeester en Schepenen, die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te vermijden, moet het bezwaarschrift ondertekend en met redenen omkleed zijn en moet vermelden: de naam, hoedanigheid, adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de belasting is vastgesteld alsook het onderwerp van het bezwaar en een uiteenzetting van feiten en middelen. §2 - De bezwaren moeten ingediend worden, op straffe van nietigheid, binnen de termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of te rekenen vanaf de dag van de contante inning van de belasting. Van het bezwaarschrift zal schriftelijk ontvangst bericht worden binnen de 15 dagen na de verzending of de indiening van het bezwaarschrift. §3 - Indien de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden in het kader van het onderzoek van zijn bezwaar, moet hij dit uitdrukkelijk vragen in zijn bezwaarschrift Artikel 13 Dit onderhavige reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt het reglement goedgekeurd door de Gemeenteraad van 17 december 2014.

SP 25.- Règlement-taxe sur les résidences non principales - Exercices 2020 à 2024 –

 Renouvellement et modification -=- Belasting op de andere dan hoofdverblijven -
 Aanslagjaren 2020 tot 2024 – Hernieuwing en wijziging
    Madame Chan intervient
    Madame la Bourgmestre ff et Monsieur Nimal répondent

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Décidé, par 26 voix contre 12 et 5 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté -=- Besloten, met 26 stem(men) tegen 12 en 5 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

                                             53

LE CONSEIL COMMUNAL

       Décidé, par 26 voix contre 12 et 5 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté

Revu sa délibération du 21 novembre 2018 votant le règlement relatif à la taxe sur les résidences non principales pour un terme de 5 ans, expirant le 31 décembre 2023 ; Vu l’article 170, § 4 de la Constitution qui consacre l’autonomie fiscale des Communes sous réserve des exceptions légales. Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1 et l’article 118, alinéa 1 ; Vu l’ordonnance du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 avril 2014 relative à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière des taxes communales, telle que modifiée à ce jour ; Vu la loi du 23 mars 1999 relative à l’organisation judiciaire en matière fiscale ; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, telle que modifiée à ce jour ; Vu la situation financière de la commune ; Considérant la nécessité pour la commune de remplir ses obligations dans le respect des exigences du plan de gestion et du prescrit de l’article 252 NLC lequel impose aux Communes de réaliser l’équilibre budgétaire ; Vu la nécessité pour la commune de prélever des recettes pour couvrir les dépenses qu’exige l’ensemble de ses activités, et en particulier d’assurer les recettes permettant de faire face aux charges financières liées à son obligation d’assurer la tranquillité publique, la sécurité publique et la propreté publique : Considérant que le maintien de cette source de revenus se justifie. Considérant que les usagers d'une résidence non-principales peuvent bénéficier de toutes les infrastructures communales mises à disposition inscrites ou non sur le territoire de la commune, en ce compris de ses voiries et parcs ; Considérant qu’il est raisonnable et adéquat de faire participer ces personnes au financement des services communaux utiles à la collectivité des personnes, tout comme les personnes physiques dont le domicile fiscal est établi à l’adresse du logement qu’ils occupent y participent ; Considérant que les personnes non-inscrites échappent généralement au paiement des toutes taxes communales ; Considérant qu’il convient de prendre des mesures afin de favoriser l’augmentation du nombre de déclarations en résidences non-principales, par une taxation d’office avec une majoration de 100% de la taxe en cas d’absence de déclaration spontanée endéans le mois de leur installation dans la commune ou de déclaration incomplète ou inexacte ; Considérant que la taxe ne s’applique pas lorsque le logement est soumis à l’ordonnance du 23 décembre 2016 relative à la taxe régionale sur les établissements d’hébergement touristique ; Considérant que la taxe ne s’applique pas aux étudiants inscrits régulièrement à des cours du jour de plein exercice en raison notamment de leur statut particulier et de leur faible capacité contributive ; Considérant que la taxe ne s’applique pas aux personnes résidant dans des maisons de soins étant donné que c’est souvent temporairement et indépendant de leur propre volonté ; Considérant qu'une simplification de la procédure de déclaration est appropriée afin de réduire la charge administrative pour le contribuable et les services communaux; Vu, pour le surplus, les rapports du Collège des Bourgmestre et Echevins des 22 octobre et 26 novembre 2019 et le dossier administratif ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins, ARRETE : Article 1 Il est établi pour les exercices 2020 à 2024, au profit de la commune de Schaerbeek, une taxe mensuelle sur les résidences non-principales. Article 2 - Par résidence non-principale, il faut entendre tout logement privé dont l’usager peut disposer à tout moment que ce soit en qualité de propriétaire, de locataire, voire d’usager à titre gratuit, sans être inscrit pour ce logement aux registres de la population. - Est censée disposer d’une résidence non-principale, la personne qui peut l’occuper, même d’une façon intermittente, durant l’exercice fiscal.

                                             54

Article 3 Sur demande expresse de l’administration communale, le propriétaire est tenu de communiquer par écrit l’identité et les coordonnées de son (ses) locataire(s). Ce formulaire de renseignements devra être complété et retourné dans les quinze jours à compter de sa réception qui est présumée avoir lieu trois jours ouvrables après l’envoi. Article 4 Le taux de la taxe pour l’exercice 2020 est fixé au 1erjanvier à 120€ par mois d’occupation et par résidence non principale. Ce taux sera majoré au 1er janvier de l’année suivante au taux de 2%, conformément au tableau ci-dessous : Exercice 2021 Exercice 2022 Exercice 2023 Exercice 2024 122,40 € 124,85 € 127,34 € 129,89 € Article 5 La cessation de l’occupation devra être notifiée à l’administration communale et le contribuable doit fournir la preuve qu’il n’occupe plus cette résidence. Cette preuve déterminera la durée de l’occupation à prendre en compte pour le calcul de la taxe. Pour l'application de la présente disposition, tout mois entamé compte en entier. Article 6 Le redevable de la taxe est la personne qui réunit une ou plusieurs des conditions ci-après :

     1.   être propriétaire à Schaerbeek d’un logement privé et s’en réserver l’usage sans
          être inscrit aux registres de la population à l’adresse de ce logement.
     2.   être propriétaire à Schaerbeek d’un logement privé donné en location à une ou
          plusieurs personnes non inscrites dans les registres de la population à l’adresse de
          ce logement et être resté en défaut de communiquer l’identité de son (ses)
          locataire(s) alors même que l’administration communale lui en a fait la demande
          sur pied de l’article 3 du présent règlement.
     3.   avoir loué ou disposer (voire à titre gratuit) d’un logement à Schaerbeek, sans
          être inscrit aux registres de la population à l’adresse de ce logement.

L’usager principal des lieux sera censé s’en réserver l’usage s’il ne peut faire la preuve de leur location ou de leur cession gratuite à des tiers ou de leur inoccupation totale et permanente. La taxe est due solidairement par le propriétaire et l’occupant du (des) logement(s). Article 7 Ne donnent pas lieu à la perception de la taxe :

     1.   Les logements tombant sous l’application de l’ordonnance du 23 décembre 2016
          relative à la taxe régionale sur les établissements d’hébergement touristique ;
     2.   Les chambres d’étudiants tombant sous l’application de la taxe communale sur la
          mise à disposition et location de chambres et appartements ;
     3.   Les logements des personnes résidant dans des maisons de soins.

Article 8 §1er- Pour un exercice d’imposition donné, le contribuable est tenu de remettre à l’Administration communale une déclaration. Il peut aussi remplir cette déclaration par son espace personnel sur le site de l’Administration communale au plus tard dans le moisde l'affectation à usage de résidence non principale, de l'entrée en propriété ou de l'occupation. §2 - Toutefois, l’administration communale peut dispenser un contribuable de l’obligation de déclaration et lui envoyer une proposition de déclaration. Cette proposition mentionne la base imposable ainsi que tous les renseignements et données qui ont été pris en considération. §3 - Si, dans la proposition de déclaration figurent des inexactitudes ou des omissions, ou si les données pré imprimées ne correspondent pas à la base imposable, le contribuable est tenu, dans un délai de 15 jours après l'expédition de la proposition de déclaration, de soumettre à l’Administration la proposition de déclaration dûment corrigée, complétée, datée et signée. C’est au contribuable de prouver qu'il / elle a déposé dans les délais la proposition de déclaration (corrigée ou complétée). Si la proposition de déclaration ne contient pas d'inexactitudes ou d'omissions et que les données imprimées correspondent au statut fiscal, le contribuable ne doit pas retourner la proposition de déclaration. §4 - La proposition de déclaration, complétée par les éléments que le contribuable a signalé dans le délai visé au §3, vaut déclaration.

                                               55

Toutefois, lorsque le contribuable n’a pas respecté l’obligation visée au §3, alinéa 1 er, la proposition de déclaration est assimilée à une déclaration inexacte ou incomplète. §5 - Le contribuable qui n’a pas reçu de formule de déclaration ou de proposition de déclaration est néanmoins tenu de déclarer spontanément à l'administration communale les éléments nécessaires à la taxation, au plus tard dans le mois de l'affectation à usage de résidence non principale, de l'entrée en propriété ou de l'occupation. §6 - La déclaration reste valable pour les exercices d’imposition suivants jusqu’à révocation. En cas de modification de la base imposable, le contribuable doit se procurer une nouvelle formule de déclaration et la renvoyer, dûment complétée et signée, à l’Administration communale dans les dix jours de la survenance du fait. Sans préjudice des dispositions du présent règlement, le nouveau formulaire de déclaration sert de base aux enrôlements ultérieurs et vaut révocation expresse de la formule de déclaration précédente. Article 9 Le contribuable est tenu de faciliter le contrôle de sa déclaration notamment en fournissant tous les documents et renseignements qui lui seront réclamés à cet effet. En cas de non remise de document, d’absence de coopération ou d'empêchement du contrôle fiscal par le contribuable ou par un tiers, une amende administrative de 50€ sera imposée. Cette amende sera établie et recouvrée selon les mêmes règles que celles prévues aux articles 11 à 13 du présent règlement. Article 10 L’absence de déclaration dans les délais prévus ou la déclaration incorrecte, incomplète ou imprécise de la part du contribuable entraîne l’enrôlement d’office de la taxe sur base des données dont la Commune dispose. Dans ce cas, la taxe enrôlée d’office est majorée d’un montant égal à celui de la taxe due. Avant de procéder à la taxation d’office, l’Administration communale notifie au contribuable, par lettre recommandée à la poste, les motifs pour lesquels elle recourt à cette procédure, les éléments sur lesquels se base la taxation, le mode de détermination de ces éléments, ainsi que le montant de la taxe. Le contribuable dispose d’un délai de trente jours calendrier, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de la notification, pour faire valoir ses observations par écrit. Le contribuable est tenu de produire la preuve de l’exactitude des éléments qu’il invoque. L’Administration communale procédera à l’enrôlement d’office de la taxe si au terme de ce délai, le contribuable n’a émis aucune observation qui justifie l’annulation de cette procédure. Article 11 La taxe est recouvrée, soit via son espace personnel sur le site de l’Administration communale, ou par paiement électronique au compte de la commune. Article 12 Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition. La taxe enrôlée est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle. A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au profit de l’Administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par l’article 414 du Code des impôts sur les revenus de 1992. Article 13 La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies pour la perception des impôts au profit de l’Etat. Article 14 §1er- Le redevable ou son représentant peut introduire une réclamation, par écrit, contre le montant de l’imposition établie, y compris toutes majorations et amendes, auprès du Collège des Bourgmestre et Echevins, qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de nullité, cette réclamation doit être signée et motivée et elle doit mentionner : les nom, qualité, adresse ou siège du redevable à charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la réclamation et un exposé des faits et moyens. §2 - Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai de trois mois, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de l’avertissement- extrait de rôle. Un accusé de réception sera notifié dans les 15 jours après l’envoi ou du dépôt de la réclamation.

                                               56

§3 - Si le contribuable ou son représentant souhaite être entendu dans le cadre de l’examen de sa réclamation, il doit en faire la demande explicite dans sa réclamation. Article 15 Le présent règlement entre en vigueur le 1erjanvier 2020 et remplace le règlement approuvé par le Conseil communal en sa séance du 21 novembre 2018.

                                DE GEMEENTERAAD
Besloten, met 26 stem(men) tegen 12 en 5 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

Gezien het raadsbesluit van 21 november 2018 stemmende het belastingreglement op de andere dan hoofdverblijven, voor een termijn van 5 jaar, vervallend op 31 december 2023; Gelet artikel 170, § 4 van de Grondwet, die zich wijdt aan de fiscale autonomie van de gemeenten onder voorbehoud van wettelijke beperkingen; Gelet op de nieuwe gemeentewet namelijk artikel 117, alinea 1, en artikel 118, alinea 1; Gelet op de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 3 april 2014 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen, zoals gewijzigd tot op heden; Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de gerechtelijke regeling op gebied van fiscaliteit; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 betreffende de regeling van administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd tot op heden; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Overwegende de noodzaak voor de gemeente om aan haar verplichtingen te voldoen in overeenstemming met de eisen van het beheersplan en de vereisten van artikel 252 NGW, welke de gemeenten verplicht een begroting in evenwicht te realiseren; Gezien de noodzaak voor de gemeente om ontvangsten te heffen ter dekking van de kosten die door al haar activiteiten worden gemaakt, en voornamelijk om inkomsten te verzekeren om te kunnen voldoen aan de financiële lasten in verband met haar verplichting om de openbare rust, openbare veiligheid en openbare netheid te waarborgen; Overwegende dat het behoud van deze bron van inkomsten gerechtvaardigd is; Overwegende dat de gebruikers van een andere dan hoofdverblijfplaats kunnen genieten van alle gemeenschappelijke faciliteiten voorzien op het grondgebied van de gemeente, inclusief de wegen en parken, of zij ingeschreven zijn of niet; Overwegende dat het redelijk en passend is om deze mensen te betrekken bij de financiering van de gemeentelijke diensten die nuttig zijn voor de gemeenschap, net zoals bij de individuen wier fiscale woonplaats is gevestigd op het adres dat zij bewonen; Overwegende dat de niet-ingeschrevene in het algemeen ontsnapt aan de betaling van iedere vorm van gemeentelijke belasting; Overwegende dat het past om maatregelen te treffen om het aantal aangiftes andere dan hoofdverblijven te verhogen, door een ambtshalve belasting te vestigen met een verhoging van 100% van de belasting in geval van ontbreken van een spontane aangifte binnen de maand van hun installatie in de gemeente of bij een onvolledige of onjuiste aangifte; Overwegende dat de belasting niet van toepassing omdat de woongelegenheid onderworpen is aan de ordonnantie van 23 december 2016 betreffende de gewestbelasting op de inrichtingen van toeristische logies; Overwegende dat de belasting niet van toepassing is voor studenten ingeschreven in een voltijds dagonderwijs om reden van hun bijzonder statuut evenals hun beperkte financiële draagkracht; Overwegende dat het wonen in verpleeg-en verzorgingstehuis vaak tijdelijk en niet uit de vrije wil is van deze personen en, is de belasting hen niet verschuldigd; Overwegende dat een vereenvoudiging van de aangifteprocedure aangewezen is ten einde het administratief werk van zowel de belastingplichtige als van de gemeentelijke diensten te verminderen; Gelet bovendien, op de verslagen van het College van Burgemeester en Schepenen van 22 oktober en 26 november 2019 en het administratief dossier; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;

                                             57

BESLUIT: Artikel 1 Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2024, ten voordele van de gemeente Schaarbeek, een maandelijkse belasting geheven op de andere dan hoofdverblijven. Artikel 2 - Onder andere dan hoofdverblijfplaats moet men verstaan elke private woongelegenheid waarover de gebruiker te allen tijde mag beschikken, hetzij in hoedanigheid van eigenaar, huurder of als kosteloze gebruiker, zonder te zijn ingeschreven op dit adres in het bevolkingsregister. - Wordt geacht te beschikken over een andere dan hoofdverblijfplaats de persoon die haar kan gebruiken, zelfs op een intermitterende wijze, gedurende het aanslagjaar. Artikel 3 Op uitdrukkelijke vraag van het gemeentebestuur, is de eigenaar ertoe gehouden de identiteitgegevens en andere gegevens van zijn huurder(s) over te maken. Dit inlichtingenformulier dient te worden ingevuld en teruggestuurd, binnen de vijftien dagen te tellen vanaf zijn ontvangst wat verondersteld wordt plaats gehad te hebben drie werkdagen na zijn verzending na verzending van de zending bevattende de vraag van het gemeentebestuur. Artikel 4 De aanslagvoet voor het aanslagjaar 2020 is vastgesteld per 1 januari op 120€ per bezette maand en per andere dan hoofdverblijf. Deze maandelijkse aanslagvoet zal per 1 januari van het volgende jaar worden verhoogd met 2%, volgens onderstaande tabel: Aanslagjaar 2021 Aanslagjaar 2022 Aanslagjaar 2023 Aanslagjaar 2024 122,40 € 124,85 € 127,34 € 129,89 € Artikel 5 De stopzetting van de bezetting dient te worden betekend aan het Gemeentebestuur en de belastingplichtige zal de beëindiging van de bewoning dienen aan te tonen. Dit bewijsstuk bepaalt de looptijd van de bezetting die gebruikt zal worden bij de berekening van de belasting. Voor de toepassing van de bijgaande bepalingen, zal iedere begonnen maand voor haar totaliteit worden gerekend. Artikel 6 De belastingschuldige is de persoon die aan een of meerdere van de volgende voorwaarden voldoet:

     1.    eigenaar zijn van een private woongelegenheid gelegen te Schaarbeek en er zich
           het recht toe voorbehouden deze te gebruiken zonder te zijn ingeschreven in de
           bevolkingsregisters op het adres van deze woongelegenheid.
     2.    eigenaar zijn van een private woongelegenheid gelegen te Schaarbeek en deze ter
           verhuring stellen aan één of meerdere personen die niet zijn ingeschreven in de
           bevolkingsregisters op het adres van deze woongelegenheid en het in gebreke
           blijven van overmaken van de identiteitsgegevens van zijn huurder(s) wanneer
           het gemeentebestuur hem dit heeft gevraagd op basis van artikel 3 van huidig
           reglement.
     3.    hebben gehuurd of te beschikken (zie kosteloos) van een private
           woongelegenheid te Schaarbeek, zonder te zijn ingeschreven in de
           bevolkingsregisters op het adres van deze woongelegenheid.

De hoofdgebruiker van deze plek wordt geacht zich het gebruik ervan voor te behouden tenzij hij het bewijs van verhuring of zijn kosteloze afstand aan derden of het in zijn totaliteit en voortdurend niet gebruik ervan kan leveren. De belasting is solidair verschuldigd door de eigenaar en de gebruiker van de woongelegenheid. Artikel 7 Zijn belastingvrij:

     1.    De woongelegenheden vallend onder de toepassing van de ordonnantie van 23
           december 2016 betreffende de gewestbelasting op de inrichtingen van
           toeristische logies
     2.    De studentenkamers vallend onder de toepassing van de gemeentebelasting op
           het ter beschikking stellen en de verhuur van kamers en appartementen
                                               58

3. De woongelegenheden van personen verblijvend in verzorgingstehuizen Artikel 8 §1 - Voor een welbepaald aanslagjaar, is de belastingplichtige ertoe gehouden aangifte te doen bij het Gemeentebestuur. Hij kan deze aangifte ook doen via zijn persoonlijke ruimte op de website van het gemeentebestuur dit uiterlijk binnen de maandvan de bestemming tot het gebruik van tweede verblijf, van de eigendomsoverdracht of van het in gebruik nemen. §2 - Echter, het Gemeentebestuur kan een belastingplichtige vrijstellen van de verplichting tot aangifte en hem een voorstel van aangifte toesturen. Dit voorstel vermeldt de belastbare grondslag alsook alle informatie en gegevens die in aanmerking zijn genomen. §3 - Indien op het voorstel van aangifte onjuistheden of onvolledigheden zijn vermeld of indien de voorgedrukte gegevens niet overeenstemmen met de belastbare toestand, moet de belastingplichtige het voorstel van aangifte binnen de termijn van 15 dagen na verzending, gedag- en ondertekend indienen bij het gemeentebestuur, met een duidelijke en volledige vermelding en opgave op het voorstel van aangifte van de correcte gegevens en/of alle verbeteringen of aanvullingen. Het is de belastingplichtige die dient te bewijzen dat hij/zij het (verbeterd of vervolledigd) voorstel van aangifte tijdig indiende. Indien het voorstel van aangifte evenwel geen onjuistheden of onvolledigheden bevat en alle voorgedrukte gegevens stroken met de belastbare toestand, moet de belastingplichtige het voorstel van aangifte niet indienen bij het gemeentebestuur. §4 - Het voorstel van aangifte, aangevuld met elementen door de belastingplichtige binnen de periode bedoeld in §3, geldt als aangifte. Echter, wanneer de belastingplichtige niet heeft voldaan aan de in §3, 1 stealinea beoogde verplichting, wordt de voorgestelde aangifte beschouwd als een onjuiste of onvolledige verklaring. §5 - De belastingplichtigen die geen aangifteformulier of voorstel van aangifte ontvangen hebben, zijn niettemin ertoe gehouden spontaan en op eigen initiatief aan het gemeentebestuur de vóór de belasting vereiste elementen mede te delen en dit uiterlijk binnen de maandvan de bestemming tot het gebruik van tweede verblijf, van de eigendomsoverdracht of van het in gebruik nemen. §6 - De aangifte blijft geldig voor de volgende aanslagjaren, tot herroeping. In het geval van wijzigingen in de belastinggrondslag, moet de belastingplichtige een nieuw aangifteformulier aanvragen en deze naar behoren invullen, ondertekenen en terugsturen naar de gemeente dit binnen de tien dagen na het ontstaan van de gebeurtenis. Onverminderd de bepalingen van deze verordening, de nieuwe aangifte vormt de basis bij de volgende inkohieringen en herroept uitdrukkelijk het vorige aangifteformulier. Artikel 9 De belastingplichtige wordt ertoe gehouden de controle van zijn aangifte te vergemakkelijken voornamelijk door het verstrekken van alle documenten en inlichtingen die hem hierbij zouden worden gevraagd. Bij het niet voorleggen van documenten, gebrek aan medewerking of verhinderen van de fiscale controle door de belastingplichtige of een derde, wordt een administratieve geldboete opgelegd van 50€. Deze boete wordt gevestigd en ingevorderd volgens dezelfde regels als voorzien in de artikels 11 tot 13 van dit reglement. Artikel 10 Bij het ontbreken van de aangifte binnen de voorziene termijnen, of de onjuiste, onvolledige of onduidelijke aangifte vanwege de belastingplichtige zal de aanslag van ambtshalve worden gevestigd op basis van de gegevens waarover de Gemeente beschikt. In dit geval zal de ingekohierde belasting worden verhoogd met het bedrag gelijk aan deze van de verschuldigde belasting. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve inkohiering, zal het gemeentebestuur per aangetekend schrijven, de motieven betekenen aan de belastingplichtige, welke aanleiding geven tot deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd, de manier waarop deze elementen werden vastgesteld en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van de betekening, om schriftelijk zijn opmerkingen te doen gelden. De belastingplichtige is ertoe gehouden het bewijs leveren van de juistheid van de door hem aangevoerde elementen. Het gemeentebestuur zal aan het einde van deze periode overgaan tot de ambtshalve inkohiering indien de belastingplichtige geen opmerkingen heeft gemaakt die de annulering van deze procedure rechtvaardigt.

                                            59

Artikel 11 De belasting is te voldoen, hetzij via de persoonlijke ruimte op de website van het gemeentebestuur, of per elektronische betaling op rekening van de gemeente. Artikel 12 De kohieren van de belasting worden door het College van Burgemeester en Schepenen opgemaakt en uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar afgesloten en uitvoerbaar verklaard. De ingekohierde belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. Bij gebrek aan betaling binnen de vastgestelde termijn zullen verwijlinteresten worden gevorderd, berekend volgens de bepalingen vastgelegd in artikel 414 van het Wetboek op de inkomstenbelastingen voor 1992 Artikel 13 De belasting is door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels vastgesteld voor het innen van belastingen ten voordele van de Staat. Artikel 14 §1 - De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar schriftelijk indienen tegen de geheven belasting, alsook alle verhogingen of boetes, bij het College van Burgemeester en Schepenen, die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te vermijden, moet het bezwaarschrift ondertekend en met redenen omkleed zijn en moet vermelden: de naam, hoedanigheid, adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de belasting is vastgesteld alsook het onderwerp van het bezwaar en een uiteenzetting van feiten en middelen. §2 - De bezwaren moeten ingediend worden, op straffe van nietigheid, binnen de termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift zal schriftelijk ontvangst bericht worden binnen de 15 dagen na de verzending of de indiening van het bezwaarschrift. §3 - Indien de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden in het kader van het onderzoek van zijn bezwaar, moet hij dit uitdrukkelijk vragen in zijn bezwaarschrift Artikel 15 Dit onderhavige reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt het reglement goedgekeurd door de Gemeenteraad van 21 november 2018.

SP 26.- Taxe communale additionnelle à l’impôt des personnes physiques – Exercice 2020 –

 Renouvellement et modification -=- Aanvullende gemeentebelasting op de
 personenbelasting – Aanslagjaar 2020 - Hernieuwing et wijziging

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Décidé, par 35 voix contre 0 et 8 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté -=- Besloten, met 35 stem(men) tegen 0 en 8 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

                                LE CONSEIL COMMUNAL
        Décidé, par 35 voix contre 0 et 8 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté

Vu le Code des Impôts sur les revenus 1992, notamment les articles 465 à 470 ; Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1er, l’article 118, alinéa 1eret l’article 260 ; Revu sa délibération du 21 novembre 2018 fixant à 5,8 % la taxe communale additionnelle à l’impôt des personnes physiques pour l’exercice 2019 ; Compte tenu de la nécessité de garder des ressources financières suffisantes pour faire face aux besoins de notre population, il s’avère indispensable de maintenir cette source de revenus tout en conservant un taux acceptable ; Vu le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins du 3 décembre 2019, Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins,

                                              60

ARRETE: Article 1 Il est établi, pour l'exercice 2020, une taxe communale additionnelle à l'impôt des personnes physiques à charge des habitants du Royaume qui sont imposables dans la Commune au 1er janvier de l'année qui donne son nom à l'exercice. Article 2 La taxe est fixée à 4,9% de la partie calculée conformément aux articles 466 et 466 bis du Code des Impôts sur les Revenus 1992 », comme stipulé à l’article 468 du Code des Impôts sur les Revenus 1992

                                DE GEMEENTERAAD
 Besloten, met 35 stem(men) tegen 0 en 8 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op het Wetboek van de Inkomstenbelasting 1992, bijzonder de artikelen 465 tot 470; Gelet op de nieuwe Gemeentewet, bijzonder artikel 117, alinea 1, artikel 118, alinea 1, en artikel 260; Herziende zijn raadsbesluit van 21 november 2018 houdende vaststelling op 5,8% van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting voor het aanslagjaar 2019; Rekeninghoudend met de behoefte om over de nodige financiële middelen te beschikken om aan de behoeften van onze bevolking te voldoen, het noodzakelijk is deze bron van financiën te behouden mits het bewaren van een acceptabele aanslagvoet; Gelet op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 3 december 2019 Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen, B E S L U I T: Artikel 1 Er wordt, voor het aanslagjaar 2020, een aanvullende gemeentebelasting geheven op de personenbelasting ten laste van de inwoners van het Koninkrijk welke belast worden in de Gemeente op 1 januari van het jaar dat aan dit aanslagjaar zijn naam geeft. Artikel 2 De belasting is vastgesteld op 4,9 % van het gedeelte berekend overeenkomstig de artikelen 466 en 466bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen van 1992, zoals gesteld in artikel 468 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992

SP 27.- Taxe sur des emplacements de parcage - Exercices 2020 à 2024 – Renouvellement et

 modification - Approbation -=- Belasting op de parkeerplaatsen - Aanslagjaren 2020 tot
 2024 – Hernieuwing en wijziging - Goedkeuring
     Monsieur Verstraete intervient
     Monsieur Nimal et Madame Byttebier répondent

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Décidé, par 30 voix contre 8 et 5 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté -=- Besloten, met 30 stem(men) tegen 8 en 5 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

                                LE CONSEIL COMMUNAL
        Décidé, par 30 voix contre 8 et 5 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté

Revu sa délibération du 29 novembre 2017 votant le règlement relatif à la taxe sur des emplacements de parcage pour un terme de 5 ans, expirant le 31 décembre 2022; Vu l’article 170, § 4 de la Constitution qui consacre l’autonomie fiscale des Communes sous réserve des exceptions légales; Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1 et l’article 118, alinéa 1 ; Vu l’ordonnance du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 avril 2014 relative à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière des taxes communales telle que modifiée à ce jour ; Vu la loi du 23 mars 1999 relative à l’organisation judiciaire en matière fiscale ; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, telle que modifiée à ce jour ;

                                             61

Vu le Projet du Plan d’action Communal de Stationnement voté par le Conseil Communal du 23 septembre 2015 ; Vu la situation financière de la commune ; Considérant la nécessité pour la commune de remplir ses obligations dans le respect des exigences du plan de gestion et du prescrit de l’article 252 NLC lequel impose aux Communes de réaliser l’équilibre budgétaire ; Vu la nécessité pour la commune de prélever des recettes pour couvrir les dépenses qu’exige l’ensemble de ses activités, et en particulier d’assurer les recettes permettant de faire face aux charges financières liées à son obligation d’assurer la tranquillité publique, la sécurité publique et la propreté publique : Considérant que le maintien de cette source de revenus se justifie. Considérant que la matière visée par le règlement taxe engendre dans ses alentours immédiats une surveillance particulière des services de police et davantage d’interventions en matière de propreté et de sécurité publique de la part des services communaux ; Considérant que la taxe sur les emplacements de parcage est pertinente quant au type de redevables: à savoir les propriétaires de plus de 10 emplacements desservant des immeubles de bureaux ou affectés à une activité commerciale, industrielle ou artisanale ou d’exploitation, qui ont un patrimoine d'une certaine ampleur et pour lesquels lesdits parkings créent un certain enrichissement ; Considérant que le prélèvement de cette taxe aux taux proposés tient compte de la capacité contributive des contribuables ; les taux n’influencent pas de manière significative leur activité d’autant plus que, comme la plupart des taxes communales, cela est déductible à titre de charges d’exploitation ; Considérant la nécessité de favoriser des partenariats entre la Commune et les opérateurs privés pour que soit facilitée l’utilisation des emplacements de parcage pendant les heures de fermeture des établissements et ce, afin de remédier aux difficultés de stationnement dans certains quartiers schaerbeekois où l’indisponibilité en stationnement, notamment nocturne, est élevée ; Considérant la nécessité de prendre des mesures pour rendre la mutualisation de ces emplacements de parcage plus attractifs, en accordant une réduction de la taxe les premiers exercices d'imposition de partenariat, ceci en compensation du financement des investissements de gestion du parking partagé ; Considérant qu'il est juste que les contribuables qui ont déjà un partenariat existant et ininterrompu avec la commune, ou avec une société reconnue par la commune avant l'entrée en vigueur du présent règlement ne seront pas sanctionnés par la diminution de la réduction, mais continuent à bénéficier de la réduction de 100% pour les deux exercices d'imposition suivant l’entrée en vigueur du présent règlement comme ceux qui vont mutualiser ces emplacements de parcage. Considérant que l’exonération consentie aux surfaces de parking de moins de dix emplacements se justifie puisque la capacité contributive de ces contribuables sera dès lors aussi moindre ; Considérant que l’exonération établie au profit des surfaces de parking servant aux hôpitaux, aux cliniques, aux polycliniques et aux œuvres de bienfaisance, non utilisées dans le cadre d’activités lucratives ou commerciales, se justifie par la circonstance que l’exercice sur le territoire de la Commune des activités ainsi visées influence directement et favorablement la vie de ses habitants ; qu’il est donc justifié que par le bais de cette exonération, les autorités communales entendent soutenir ces activités ; Considérant que les emplacements de parcage servant comme stockage de véhicules non immatriculés faisant l’objet d’un permis d’urbanisme et/ou d’un permis d’environnement ou utilisés par l’occupant lui-même pour stationner ses propres véhicules utilitaires en dehors des heures normales d’ouverture ne sont pas mutualisables et qu’au vu de la politique locale poursuivie, ceux-ci ne peuvent donc pas être imposés ; Considérant qu'une simplification de la procédure de déclaration est appropriée afin de réduire la charge administrative pour le contribuable et les services communaux ; Vu, pour le surplus, les rapports du Collège des Bourgmestre et Echevins des 22 octobre, 5 et 26 novembre et 10 décembre 2019 et le dossier administratif ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ;

                                               62

ARRETE : Article 1 Il est établi, pour les exercices 2020 à 2024, une taxe communale annuelle sur des emplacements de parcage. Sont visées :

     1.     les surfaces de parking affectées aux bureaux et/ou aux équipements d'intérêt
            collectif ou de service public ;
     2.     les surfaces de parking connexes à une activité commerciale, industrielle,
            artisanale ou à une activité de production de services matériels ou de biens
            immatériels ;
     3.     l’exploitation commerciale d’emplacements de parcage.

Article 2 § 1 - Pour l’application des présentes dispositions, il faut entendre par emplacement de parcage : une surface délimitée destinée au stationnement d’un véhicule motorisé, située dans un espace clos ou à l’air libre, sur ou dans un bien immobilier, mise à disposition à titre gratuit ou onéreux par toute personne physique ou morale et affectée à l'accueil soit de personnes qui y travaillent quel que soit leur statut, soit de clients, soit de fournisseurs, soit de visiteurs. § 2 - Pour l’application des présentes dispositions, le bien immobilier est défini par son affectation urbanistique. § 3 - En cas de contestation quant au nombre d'emplacements de parcage existants, notamment en cas d’absence de marquage au sol, le calcul se fera en divisant la surface affectée au stationnement renseignée au cadastre et/ou au permis d’urbanisme et/ou au permis d’environnement et/ou au permis mixte par une surface forfaitaire de 13 m² (surface d'un emplacement). Article 3 Les taux de la taxe pour l’exercice 2020 sont fixés à :

           130,00€ par emplacement pour les surfaces de parking desservant des bureaux
            et/ou aux équipements d'intérêt collectif ou de service public [taux 1];
           160,00€ par emplacement pour les surfaces de parking connexes à une activité
            commerciale, industrielle, artisanale ou de production de services matériels ou de
            biens immatériels [taux 2];
           80,00€ par emplacement pour l’exploitation commerciale d’emplacements de
            parcage [taux 3].

Ces taux seront majorés au 1er janvier de l’année suivante au taux de 2%, conformément au tableau ci-dessous:

              Exercice 2021        Exercice 2022       Exercice 2023         Exercice 2024

[Taux 1] 132,60 € 135,25 € 137,96 € 140,72 € [Taux 2] 163,20 € 166,46 € 169,79 € 173,19 € [Taux 3] 81,60 € 83,23 € 84,90 € 86,59 € Une réduction de 80 % du taux 1 et 2 est accordée aux établissements qui s’engagent dans le processus de mise à disposition d’emplacements de parcage (d’au moins 10 heures consécutives) au bénéfice des riverains en dehors des heures d’ouverture normales de leur établissement. Toutefois, cette réduction est étendue à 100% pour les trois premiers exercices d'imposition lors de la signature d'un premier partenariat avec la commune, ou avec une société reconnue par la commune, spécialisée dans la gestion de places de stationnement disponibles pour les riverains, en dehors des heures d'ouverture normales de l’établissement visé à l'article 1 er, points 1 et 2. Le contribuable qui, avant l'entrée en vigueur du présent règlement, a déjà un partenariat existant et ininterrompu avec la commune ou avec une société reconnue par la commune, conservera la réduction de 100% pour les deux exercices d'imposition suivant l’entrée en vigueur du présent règlement. Cette réduction porte exclusivement sur le nombre d’emplacements mis à disposition et est accordée entièrement par exercice quel que soit le mois au cours duquel la mise à disposition est réalisée.

                                               63

Lorsque dans un même bien, sont rassemblés aussi d’autres emplacements de parcage que ceux mis à disposition des riverains, il y a lieu de distinguer les uns des autres au moyen d’une signalisation appropriée. A défaut de signalisation, les emplacements de parcage mis à disposition des riverains ne seront pas considérés comme tels. Chaque engagement en vue d’une réduction de la taxe doit être soumis pour approbation au Collège des Bourgmestre et Echevins. Article 4 La taxe est due par le propriétaire des emplacements de parcage visés à l’article premier. En cas d’emphytéose ou de superficie, la taxe est due solidairement par le tréfoncier et respectivement, par l’emphytéote et le superficiaire. En cas d’usufruit, la taxe est due solidairement par le nu-propriétaire et l’usufruitier. En cas de copropriété, la taxe est due pour la totalité de la surface de parking, que l’ensemble des copropriétaires détiennent ; elle n’est, néanmoins, exigée qu’à concurrence de la part individuelle de chacun d’eux dans la copropriété. Article 5 La taxe est due pour l’année entière quelle que soit la date de début ou de fin de l’affectation visée à l’article premier. Article 6 Ne seront pas soumises au présent règlement, les surfaces de parking :

     1.    de moins de 10 emplacements ;
     2.    servant aux hôpitaux, aux cliniques, aux polycliniques et œuvres de bienfaisance,
           à l’exception des surfaces de parking utilisées dans le cadre de la pratique
           d’opérations lucratives ou commerciales ;
     3.    qui sont utilisées comme stockage de véhicules non immatriculés pour autant que
           ceci est spécifié au permis d’urbanisme et/ou au permis d’environnement et/ou
           au permis mixte ;
     4.    qui sont utilisées par l’occupant lui même pour stationner ses véhicules utilitaires
           en dehors des heures normales d'ouverture.

Article 7 §1er - Pour un exercice d’imposition donné, le contribuable est tenu de remettre à l’Administration communale une déclaration. Il peut aussi remplir cette déclaration par son espace personnel sur le site de l’Administration communale. §2 - Toutefois, l’administration communale peut dispenser un contribuable de l’obligation de déclaration et lui envoyer une proposition de déclaration. Cette proposition mentionne la base imposable ainsi que tous les renseignements et données qui ont été pris en considération. §3 - Si, dans la proposition de déclaration figurent des inexactitudes ou des omissions, ou si les données pré imprimées ne correspondent pas à la base imposable, le contribuable est tenu, dans un délai de 15 jours après l'expédition de la proposition de déclaration, de soumettre à l’Administration la proposition de déclaration dûment corrigée, complétée, datée et signée. C’est au contribuable de prouver qu'il / elle a déposé dans les délais la proposition de déclaration (corrigée ou complétée). Si la proposition de déclaration ne contient pas d'inexactitudes ou d'omissions et que les données imprimées correspondent au statut fiscal, le contribuable ne doit pas retourner la proposition de déclaration. §4 - La proposition de déclaration, complétée par les éléments que le contribuable a signalé dans le délai visé au §3, vaut déclaration. Toutefois, lorsque le contribuable n’a pas respecté l’obligation visée au §3, alinéa 1er, la proposition de déclaration est assimilée à une déclaration inexacte ou incomplète. §5 - Le contribuable qui n’a pas reçu de formule de déclaration ou de proposition de déclaration a l’obligation d’en réclamer une et est tenu de la renvoyer, dûment complétée et signée, au plus tard le 31 décembre de l’année de l’exercice considéré. §6 - La déclaration reste valable pour les exercices d’imposition suivants jusqu’à révocation. En cas de modification de la base imposable, le contribuable doit se procurer une nouvelle formule de déclaration et la renvoyer, dûment complétée et signée, à l’Administration communale dans les dix jours de la survenance du fait. Sans préjudice des dispositions du présent règlement, le nouveau formulaire de déclaration sert de base aux enrôlements ultérieurs et vaut révocation expresse de la formule de déclaration précédente.

                                               64

Article 8 Le contribuable est tenu de faciliter le contrôle de sa déclaration notamment en fournissant tous les documents et renseignements qui lui seront réclamés à cet effet. En cas de non remise de document, d’absence de coopération ou d'empêchement du contrôle fiscal par le contribuable ou par un tiers, une amende administrative de 50€ sera imposée. Cette amende sera établie et recouvrée selon les mêmes règles que celles prévues aux articles 10 à 12 du présent règlement. Article 9 L’absence de déclaration dans les délais prévus ou la déclaration incorrecte, incomplète ou imprécise de la part du contribuable entraîne l’enrôlement d’office de la taxe sur base des données dont la Commune dispose. Dans ce cas, la taxe enrôlée d’office est majorée d’un montant égal à la moitié de la taxe due. Avant de procéder à la taxation d’office, l’Administration communale notifie au contribuable, par lettre recommandée à la poste, les motifs pour lesquels elle recourt à cette procédure, les éléments sur lesquels se base la taxation, le mode de détermination de ces éléments, ainsi que le montant de la taxe. Le contribuable dispose d’un délai de trente jours calendrier, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de la notification, pour faire valoir ses observations par écrit. Le contribuable est tenu de produire la preuve de l’exactitude des éléments qu’il invoque. L’Administration communale procédera à l’enrôlement d’office de la taxe si au terme de ce délai, le contribuable n’a émis aucune observation qui justifie l’annulation de cette procédure. Article 10 La taxe est recouvrée, soit via son espace personnel sur le site de l’Administration communale, ou par paiement électronique au compte de la commune. Article 11 Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition. La taxe enrôlée est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle. A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au profit de l’Administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par l’article 414 du Code des impôts sur les revenus de 1992. Article 12 La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies pour la perception des impôts au profit de l’Etat. Article 13 §1er - Le redevable ou son représentant peut introduire une réclamation, par écrit, contre le montant de l’imposition établie, y compris toutes majorations et amendes, auprès du Collège des Bourgmestre et Echevins, qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de nullité, cette réclamation doit être signée et motivée et elle doit mentionner : les nom, qualité, adresse ou siège du redevable à charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la réclamation et un exposé des faits et moyens. §2 - Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai de trois mois, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de l’avertissement- extrait de rôle. Un accusé de réception sera notifié dans les 15 jours après l’envoi ou du dépôt de la réclamation. §3 - Si le contribuable ou son représentant souhaite être entendu dans le cadre de l’examen de sa réclamation, il doit en faire la demande explicite dans sa réclamation. Article 14 Le présent règlement entre en vigueur le 1erjanvier 2020 et remplace le règlement approuvé par le Conseil communal en sa séance du 29 novembre 2017.

                                DE GEMEENTERAAD
 Besloten, met 30 stem(men) tegen 8 en 5 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

Gezien het raadsbesluit van 29 november 2017, houdende stemming van het reglement betreffende de belasting op parkeerplaatsen, voor een termijn van 5 jaar, vervallend op 31 december 2022;

                                               65

Gelet artikel 170, § 4 van de Grondwet, die zich wijdt aan de fiscale autonomie van de gemeenten onder voorbehoud van wettelijke beperkingen; Gelet op de nieuwe gemeentewet namelijk artikel 117, alinea 1, en artikel 118, alinea 1; Gelet op de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 3 april 2014 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen, zoals gewijzigd tot op heden; Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de gerechtelijke regeling op gebied van fiscaliteit; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 betreffende de regeling van administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd tot op heden; Gelet het Ontwerp Gemeentelijk Parkeer Actieplan gestemd door de gemeenteraad van 23 september 2015; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Overwegende de noodzaak voor de gemeente om aan haar verplichtingen te voldoen in overeenstemming met de eisen van het beheersplan en de vereisten van artikel 252 NGW, welke de gemeenten verplicht een begroting in evenwicht te realiseren; Gezien de noodzaak voor de gemeente om ontvangsten te heffen ter dekking van de kosten die door al haar activiteiten worden gemaakt, en voornamelijk om inkomsten te verzekeren om te kunnen voldoen aan de financiële lasten in verband met haar verplichting om de openbare rust, openbare veiligheid en openbare netheid te waarborgen; Overwegende dat het behoud van deze bron van inkomsten gerechtvaardigd is; Overwegende het feit dat de materie beoogd in dit belastingreglement in zijn onmiddellijke omgeving een bijzonder toezicht van de politie en meer interventies in de netheid en de openbare veiligheid door de gemeentelijke diensten vraagt; Overwegende dat de belasting op parkeerplaatsen ook relevant is voor het type van belastingplichtigen, namelijk de eigenaars van parkeerplaatsen van meer dan 10 plaatsen die dienen voor kantoorgebouwen of een commerciële, industriële of ambachtelijke activiteit of uitbating, die een patrimonium van een zekere omvang hebben en voor dewelke de genoemde parkings een zekere verrijking creëren; Overwegende dat de inning van deze belasting aan het voorgestelde tarief rekening houdt met de mogelijkheid om te betalen door de belastingplichtige; de tarieven zullen geen significante invloed op hun activiteiten hebben omdat de meeste gemeentelijke belastingen als operationele kost wordt afgetrokken; Overwegende de noodzaak om het partnerschap tussen de Gemeente en privé- ondernemingen te bevorderen zodat het gebruik van parkeerplaatsen tijdens de sluitingsuren van de instellingen wordt vergemakkelijkt zodat er verholpen kan worden aan de parkeerproblemen in bepaalde Schaarbeekse wijken waar de parkeerdruk, met name ’s nachts, groot is; Gezien de noodzaak om maatregelen te nemen om het delen van deze parkeerlocaties aantrekkelijker te maken, door een belastingvermindering toe te kennen de eerste aanslagjaren van een partnerschap, ter compensatie van de financieringen noodzakelijk voor deze investeringen; Overwegende dat het redelijk is, dat de belastingplichtige die voorafgaand het in voege treden van huidig reglement reeds een bestaande en ononderbroken partnerschap heeft met de Gemeente of met een door de gemeente erkend bedrijf niet wordt bestraft door de verlaging van de belastingvermindering, maar dat ze hun vermindering van 100% blijven behouden voor de twee aanslagjaren volgend het in voege treden van huidig reglement; Overwegende het feit dat de parkeerterreinen met minder dan tien plaatsen worden vrijgesteld gerechtvaardigd is omdat de fiscale capaciteit dan de belastingschuldige hierdoor ook minder is; Overwegende dat de vrijstelling is vastgesteld voor het gebruik van de parkeerplaatsen die worden gebruikt voor ziekenhuizen, klinieken, polyklinieken en liefdadigheidswerken, die niet voor activiteiten worden gebruikt lucratief of commercieel, wordt gerechtvaardigd door het feit dat de uitoefening op het grondgebied van de gemeente van deze activiteiten aldus rechtstreeks en gunstig zijn gericht op het leven van zijn inwoners; dat het derhalve gerechtvaardigd is dat de gemeentelijke autoriteiten door deze vrijstelling deze activiteiten steunen;

                                             66

Overwegende de parkeerplaatsen die dienen als opslag voor niet- ingeschreven voertuigen die onderworpen zijn aan een stedenbouwkundige vergunning en / of een milieuvergunning of die door de bezetter gebruikt worden om zijn eigen bedrijfsvoertuigen te parkeren buiten de normale openingstijden en die dus niet omvormbaar zijn en dat zij derhalve niet belast kunnen worden in het licht van het nagestreefde lokale beleid; Overwegende dat een vereenvoudiging van de aangifteprocedure aangewezen is ten einde het administratief werk van zowel de belastingplichtige als van de gemeentelijke diensten te verminderen; Gelet bovendien, op de verslagen van het College van Burgemeester en Schepenen van 22 oktober, 5 en 26 november en 10 december 2019 en het administratief dossier; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen, B E S L U I T: Artikel 1 Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2024 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op parkeerplaatsen. Worden bedoeld:

     1.    parkeerplaatsen bestemd voor kantoren en/of voor de voorzieningen van
           collectief belang of van openbare diensten;
     2.    parkeerplaatsen verbonden aan handels-, industriële, ambachtelijke activiteiten
           of vervaardiging van materiële diensten of immateriële goederen;
     3.    parkeerplaatsen uitgebaat voor commerciële doeleinden.

Artikel 2 § 1 - Voor de toepassing van de huidige beschikkingen moet men onder een parkeerplaats verstaan: een afgebakende oppervlakte die bestemd is voor het plaatsen van een gemotoriseerd voertuig in een open of gesloten ruimte, op of in een onroerend goed, gratis of betalend ter beschikking gesteld aan iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon en bestemd voor het onthaal van hetzij personen die er werken ongeacht hun statuut, hetzij klanten, hetzij leveranciers, hetzij bezoekers. § 2 - Voor de toepassing van de huidige beschikkingen wordt het onroerend goed gedefinieerd aan de hand van zijn kadastrale referentie. § 3 - Bij betwisting van het aantal bestaande parkings, in het bijzonder bij het ontbreken van een markering op de grond, zal de berekening van het aantal parkeerplaatsen gebeuren door de oppervlakte bestemd voor het stationeren vermeld bij het kadaster en/of in de stedenbouwkundige vergunning en/of in de milieuvergunning en/of de gemengde vergunning te delen door een forfaitaire oppervlakte van 13 m² (oppervlakte van een plaats). Artikel 3 De belastingvoet wordt voor het aanslagjaar 2020 vastgesteld als volgt:

          130,00€ per parkeerplaats bestemd voor kantoren en/of voor de voorzieningen
           van collectief belang of van openbare diensten [aanslagvoet 1];
          160,00€ per parkeerplaats commercieel uitgebaat of voor parkeerruimten
           verbonden aan handels-, industriële, ambachtelijke activiteiten of vervaardiging
           van materiële diensten of immateriële goederen [aanslagvoet 2];
          80,00€ per commercieel uitgebate parkeerplaats [aanslagvoet 3];

Deze aanslagvoeten zullen per 1 januari van het volgende jaar worden verhoogd met 2%, volgens onderstaande tabel:

          Aanslagjaar 2021      Aanslagjaar 2022    Aanslagjaar 2023      Aanslagjaar 2024

[Voet 1] 132,60 € 135,25 € 137,96 € 140,72 € [Voet 2] 163,20 € 166,46 € 169,79 € 173,19 € [Voet 3] 81,60 € 83,23 € 84,90 € 86,59 € Een vermindering met 80%, op de aanslagvoet 1 en 2, wordt toegestaan aan de belastingplichtigen die zich engageren tot het project van het beschikbaar stellen van parkeerplaatsen (minstens 10 opeenvolgende uren) ten behoeve van de buurtbewoners, buiten de normale openingstijden van hun instelling. Echter, deze vermindering wordt uitgebreid tot 100% voor de eerste drie aanslagjaren bij ondertekening van een eerste partnerschap met de Gemeente of met een door de gemeente erkend bedrijf gespecialiseerd in het beheren van beschikbare parkeerplaatsen ten behoeve van de buurtbewoners, buiten de normale openingstijden van een onderneming beschreven in artikel 1, punten 1 en 2.

                                             67

De belastingplichtige die voorafgaand het in voege treden van huidig reglement reeds een bestaande en ononderbroken partnerschap heeft met de Gemeente of met een door de gemeente erkend bedrijf, blijft de vermindering van 100% behouden voor de twee aanslagjaren volgend het in voege treden van huidig reglement. Deze vermindering heeft uitsluitend betrekking op het aantal beschikbare parkeerplaatsen en wordt in zijn geheel toegestaan voor het dienstjaar ongeacht de maand waarin de ter beschikkingstelling wordt gerealiseerd. Wanneer er in één en hetzelfde goed niet alle parkeerplaatsen ter beschikking worden gesteld, is het aangewezen deze door een aangepaste signalisatie van elkaar te onderscheiden. Bij gebrek aan signalisatie worden alle parkeerplaatsen geacht als niet ter beschikking te zijn gesteld Ieder engagement met betrekking tot de vermindering van de belasting dient ter goedkeuring worden voorgelegd aan het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 4 De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de parkeerplaatsen bedoeld in artikel 1, behoren. Bij erfpacht of opstal is de belasting hoofdelijk verschuldigd door de opstalgever en respectievelijk door de erfpachter en de opstalhouder. Bij vruchtgebruik is de belasting hoofdelijk verschuldigd door de blote eigenaar en de vruchtgebruiker. In geval van mede-eigendom, is de belasting verschuldigd voor de totaliteit van de parkeerplaatsen, dat behoort aan het geheel van mede-eigenaars; echter wordt de belasting geëist volgens ieders individuele aandeel in deze mede-eigendom. Artikel 5 De belasting is voor het ganse jaar verschuldigd welke ook de datum van aanvang of de datum van stopzetting van de bovenvermelde bestemming in artikel één wezen. Artikel 6 Worden niet aan bijgaand reglement onderworpen, de parkeerruimten:

     1.     minder dan 10 parkeerplaatsen;
     2.     welke ten dienste staan van de hospitalen, de klinieken, de poliklinieken en
            liefdadigheidswerken met uitzondering van de parkeerplaatsen gebruikt in het
            kader van winstgevende of handelspraktijken;
     3.     welke gebruikt worden als stockage van niet-ingeschreven voertuigen in zoverre
            dit vermeld is in de stedenbouwkundige vergunning en/of in de milieuvergunning
            en/of de gemengde vergunning;
     4.     welke gebruikt worden buiten de normale openingstijden, voor het stallen van de
            bedrijfsvoertuigen van de gebruiker.

Artikel 7 §1 - Voor een welbepaald aanslagjaar, is de belastingplichtige ertoe gehouden aangifte te doen bij het Gemeentebestuur. Hij kan deze aangifte ook doen via zijn persoonlijke ruimte op de website van het gemeentebestuur. §2 - Echter, het Gemeentebestuur kan een belastingplichtige vrijstellen van de verplichting tot aangifte en hem een voorstel van aangifte toesturen. Dit voorstel vermeldt de belastbare grondslag alsook alle informatie en gegevens die in aanmerking zijn genomen. §3 - Indien op het voorstel van aangifte onjuistheden of onvolledigheden zijn vermeld of indien de voorgedrukte gegevens niet overeenstemmen met de belastbare toestand, moet de belastingplichtige het voorstel van aangifte binnen de termijn van 15 dagen na verzending, gedag- en ondertekend indienen bij het gemeentebestuur, met een duidelijke en volledige vermelding en opgave op het voorstel van aangifte van de correcte gegevens en/of alle verbeteringen of aanvullingen. Het is de belastingplichtige die dient te bewijzen dat hij/zij het (verbeterd of vervolledigd) voorstel van aangifte tijdig indiende. Indien het voorstel van aangifte evenwel geen onjuistheden of onvolledigheden bevat en alle voorgedrukte gegevens stroken met de belastbare toestand, moet de belastingplichtige het voorstel van aangifte niet indienen bij het gemeentebestuur. §4 - Het voorstel van aangifte, aangevuld met elementen door de belastingplichtige binnen de periode bedoeld in §3, geldt als aangifte. Echter, wanneer de belastingplichtige niet heeft voldaan aan de in §3, 1 ste alinea beoogde verplichting, wordt de voorgestelde aangifte beschouwd als een onjuiste of onvolledige verklaring.

                                             68

§5 - De belastingplichtigen die geen aangifteformulier of voorstel van aangifte ontvangen hebben, worden verzocht er één te vragen en zijn ertoe gehouden deze terug te sturen, behoorlijk ingevuld en ondertekend, uiterlijk op 31 december van het desbetreffende dienstjaar. §6 - De aangifte blijft geldig voor de volgende aanslagjaren, tot herroeping. In het geval van wijzigingen in de belastinggrondslag, moet de belastingplichtige een nieuw aangifteformulier aanvragen en deze naar behoren invullen, ondertekenen en terugsturen naar de gemeente dit binnen de tien dagen na het ontstaan van de gebeurtenis. Onverminderd de bepalingen van deze verordening, de nieuwe aangifte vormt de basis bij de volgende inkohieringen en herroept uitdrukkelijk het vorige aangifteformulier. Artikel 8 De belastingplichtige wordt ertoe gehouden de controle van zijn aangifte te vergemakkelijken voornamelijk door het verstrekken van alle documenten en inlichtingen die hem hierbij zouden worden gevraagd. Bij het niet voorleggen van documenten, gebrek aan medewerking of verhinderen van de fiscale controle door de belastingplichtige of een derde, wordt een administratieve geldboete opgelegd van 50€. Deze boete wordt gevestigd en ingevorderd volgens dezelfde regels als voorzien in de artikels 10 tot 12 van dit reglement. Artikel 9 Bij het ontbreken van de aangifte binnen de voorziene termijnen, of de onjuiste, onvolledige of onduidelijke aangifte vanwege de belastingplichtige zal de aanslag van ambtshalve worden gevestigd op basis van de gegevens waarover de Gemeente beschikt. In dit geval zal de ingekohierde belasting worden verhoogd met het bedrag gelijk aan de helft van de verschuldigde belasting. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve inkohiering, zal het gemeentebestuur per aangetekend schrijven, de motieven betekenen aan de belastingplichtige, welke aanleiding geven tot deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd, de manier waarop deze elementen werden vastgesteld en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van de betekening, om schriftelijk zijn opmerkingen te doen gelden. De belastingplichtige is ertoe gehouden het bewijs leveren van de juistheid van de door hem aangevoerde elementen. Het gemeentebestuur zal aan het einde van deze periode overgaan tot de ambtshalve inkohiering indien de belastingplichtige geen opmerkingen heeft gemaakt die de annulering van deze procedure rechtvaardigt. Artikel 10 De belasting is te voldoen, hetzij via de persoonlijke ruimte op de website van het gemeentebestuur, of per elektronische betaling op rekening van de gemeente. Artikel 11 De kohieren van de belasting worden door het College van Burgemeester en Schepenen opgemaakt en uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar afgesloten en uitvoerbaar verklaard. De ingekohierde belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. Bij gebrek aan betaling binnen de vastgestelde termijn zullen verwijlinteresten worden gevorderd, berekend volgens de bepalingen vastgelegd in artikel 414 van het Wetboek op de inkomstenbelastingen voor 1992 Artikel 12 De belasting is door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels vastgesteld voor het innen van belastingen ten voordele van de Staat. Artikel 13 §1 - De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar schriftelijk indienen tegen de geheven belasting, alsook alle verhogingen of boetes, bij het College van Burgemeester en Schepenen, die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te vermijden, moet het bezwaarschrift ondertekend en met redenen omkleed zijn en moet vermelden: de naam, hoedanigheid, adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de belasting is vastgesteld alsook het onderwerp van het bezwaar en een uiteenzetting van feiten en middelen.

                                            69

§2 - De bezwaren moeten ingediend worden, op straffe van nietigheid, binnen de termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift zal schriftelijk ontvangst bericht worden binnen de 15 dagen na de verzending of de indiening van het bezwaarschrift. §3 - Indien de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden in het kader van het onderzoek van zijn bezwaar, moet hij dit uitdrukkelijk vragen in zijn bezwaarschrift Artikel 14 Dit onderhavige reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt het reglement goedgekeurd door de Gemeenteraad van 29 november 2017.

SP 28.- Taxe sur la diffusion d’imprimés publicitaires - Exercices 2020 à 2024 –

 Renouvellement et modification -=- Belasting op de verspreiding van
 publiciteitsdrukwerken - Aanslagjaren 2020 tot 2024 – Hernieuwing en wijziging

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Décidé, par 35 voix contre 8 et 0 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté -=- Besloten, met 35 stem(men) tegen 8 en 0 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

                                LE CONSEIL COMMUNAL
        Décidé, par 35 voix contre 8 et 0 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté

Revu sa délibération du 21 novembre 2018 votant le règlement taxe sur la diffusion d’imprimés publicitaires pour les exercices 2019 à 2023; Vu l’article 170, § 4 de la Constitution qui consacre l’autonomie fiscale des Communes sous réserve des exceptions légales; Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1 et l’article 118, alinéa 1 ; Vu l’ordonnance du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 avril 2014 relative à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière des taxes communales, telle que modifiée à ce jour ; Vu la loi du 23 mars 1999 relative à l’organisation judiciaire en matière fiscale ; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, telle que modifiée à ce jour ; Vu les dispositions du règlement général de police ; Vu la situation financière de la commune ; Considérant la nécessité pour la commune de remplir ses obligations dans le respect des exigences du plan de gestion et du prescrit de l’article 252 NLC lequel impose aux Communes de réaliser l’équilibre budgétaire ; Vu la nécessité pour la commune de prélever des recettes pour couvrir les dépenses qu’exige l’ensemble de ses activités, et en particulier d’assurer les recettes permettant de faire face aux charges financières liées à son obligation d’assurer la tranquillité publique, la sécurité publique et la propreté publique : Considérant que le maintien de cette source de revenus se justifie. Considérant que la diffusion d’imprimés publicitaires nuit généralement au dépôt normal du courrier adressé ainsi qu’à la propreté des voies publiques et qu’il convient de limiter ou de faire rétribuer les prestations engendrées par cette situation qui oblige la commune à augmenter les moyens qu’elle doit mettre en œuvre pour assumer sa mission légale en matière de propreté de la voie publique ; Considérant que l’apposition d’imprimés publicitaires sur des véhicules en stationnement engendre aussi des nuisances importantes en matière de propreté publique puisque dans la plus grande majorité des cas, ces imprimés échouent sur la voie publique ; Considérant que les imprimés publicitaires non adressés ouverts à tous les annonceurs ou émanant d'un seul commerçant ou d'un groupe de commerçant et comportant 40% de textes rédactionnels non publicitaires sont exonérés de la taxe; Considérant que les textes rédactionnels non publicitaires ont comme but de jouer un rôle social et d'information générale et non pas d'aboutir à une transaction commerciale;

                                             70

Considérant de promouvoir les activités commerciales locales, il n'y a pas lieu de les sanctionner, la publicité distribuée à domicile par les soins de commerçants dans le cadre d’une campagne publicitaire de quartier avec un maximum de 7.000 exemplaires par an est exonérée, quel que soit le nombre de distributions; Considérant qu'une simplification de la procédure de déclaration est appropriée afin de réduire la charge administrative pour le contribuable et les services communaux ; Vu, pour le surplus, les rapports du Collège des Bourgmestre et Echevins des 22 octobre, 5 et 26 novembre 2019 et le dossier administratif ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins, ARRETE: Article 1 §1. - Il est établi, pour les exercices 2020 à 2024, une taxe sur la diffusion d’imprimés publicitaires. Est visée : la distribution à domicile de feuilles, de cartes, de catalogues et de journaux contenant de la publicité à caractère commercial, lorsque ces imprimés sont non adressés ainsi que l’apposition d’imprimés publicitaires sur des véhicules situés sur la voie publique. §2. - Est uniquement visée la diffusion gratuite dans le chef des destinataires. Article 2 §1. - Sont visés par les présentes dispositions, les imprimés publicitaires ouverts à tous les annonceurs ou émanant d’un seul commerçant ou d’un groupe de commerçants et comportant moins de 40 % de textes rédactionnels non publicitaires. §2. - Par textes rédactionnels, il faut entendre : - les textes écrits par les journalistes dans l'exercice de leur profession ; - les textes qui, au niveau de la population de la commune, jouent un rôle social et d'information générale en dehors des informations commerciales ou apportent une information officielle d'utilité publique en faveur de l'ordre ou du bien être comme les services d'aide, les services publics, les mutuelles, les hôpitaux, les services de garde (médecins, infirmiers, pharmaciens) ou des informations d'utilité publique tels que les informations communales et les faits divers nationaux et internationaux ; - les nouvelles générales et régionales, politiques, sportives, culturelles, artistiques, folkloriques, littéraires et scientifiques et les informations non commerciales aux consommateurs ; - les informations sur les cultes, les annonces d'activités telles que fêtes et kermesses, fêtes scolaires, activités des maisons de jeunes et des centres culturels ; - la propagande électorale ; - les petites annonces non commerciales émanant de particuliers, les annonces notariales et les offres d'emploi. §3. - Sont considérés comme textes publicitaires à caractère commercial, les textes ou les articles : - dans lesquels, il est fait mention, soit explicitement, soit implicitement, de firmes ou de produits déterminés ; - qui, sous une forme directe ou voilée, renvoient le lecteur à des réclames commerciales ; - qui, d'une façon générale, visent à signaler, à faire connaître, à recommander des firmes, des produits ou services en vue d'aboutir à une transaction commerciale. - qui comprennent une ou des annonces émanant de particuliers ou de professionnels relatives à des transactions mobilières ou immobilières. Article 3 §1. - La taxe est due par l'éditeur des imprimés visés par les présentes dispositions. §2. - Le distributeur des imprimés soumis à l'imposition est solidairement responsable du paiement de la taxe. §3. - Si ni l’éditeur ni le distributeur ne sont identifiables, la taxe est due par la personne physique ou morale au profit de laquelle l’imprimé est distribué ou apposé. Par personne physique ou morale pour compte de laquelle l’imprimé publicitaire est distribué ou apposé, on entend la personne physique ou morale qui est susceptible de tirer bénéfice de la publicité.

                                               71

Article 4 Les taux d'imposition pour l’exercice 2020 sont fixés comme suit : - La distribution à domicile : §1.- carte et feuille publicitaire dont la surface totale n’excède pas celle du format A4 : 0,69€ par tranche de 100 exemplaires d’un même imprimé distribué [Taux 1] ; §2.- carte et feuille publicitaire dont la surface totale excède celle du format A4 : 3,36€ par tranche de 100 exemplaires d’un même imprimé distribué [Taux 2] ; §3.- catalogue ou journal publicitaire : 6,79€ par tranche de 100 exemplaires d’un même imprimé distribué [Taux 3]. Est considéré comme catalogue ou journal publicitaire, la réunion, quel que soit le procédé utilisé (agrafe, collage, insertion ou autres,…), d’au moins 2 feuilles ou cartes publicitaires. - L’apposition sur véhicules : §1.- 43,07€ par tranche de 100 exemplaires d’un même imprimé publicitaire apposé [Taux 4] avec un minimum de 430,66€ toujours dû [Taux 5] Toute tranche entamée étant due. Ces taux seront majorés de 2% au 1er janvier de l’année suivante conformément au tableau ci-dessous:

            Exercice 2021         Exercice 2022         Exercice 2023         Exercice 2024

[Taux 1] 0,70 € 0,71 € 0,73 € 0,74 € [Taux 2] 3,42 € 3,49 € 3,56 € 3,63 € [Taux 3] 6,92 € 7,06 € 7,20 € 7,35 € [Taux 4] 43,93 € 44,81 € 45,71 € 46,62 € [Taux 5] 439,28 € 448,06 € 457,02 € 466,16 € Article 5 A la demande écrite du contribuable, le Collège des Bourgmestre et Echevins est autorisé à accorder un régime d'imposition forfaitaire mensuel, à raison de douze fois par an dans les cas de distributions répétitives, en remplacement des cotisations ponctuelles. Article 6 Les taux de l’imposition forfaitaire mensuelle pour l’exercice 2020 sont fixés comme suit : - La distribution à domicile: §1.- carte et feuille publicitaire d’une même nature commerciale dont la surface totale n’excède pas celle du format A4 : 555,57€ par mois quel que soit le nombre d'exemplaires distribués au cours du mois [Taux 6] ; §2.- carte et feuille publicitaire d’une même nature commerciale dont la surface totale excède celle du format A4 : 2.779,43€ par mois quel que soit le nombre d'exemplaires distribués au cours du mois [Taux 7] ; §3.- catalogue ou journal publicitaire d’une même nature commerciale : 5.565,10€ par mois quel que soit le nombre d'exemplaires distribués au cours du mois[Taux 8] ; - L’apposition sur véhicules : §1.- 1.292,18€ par mois quel que soit le nombre d’exemplaires d’un même imprimé apposé au cours du mois [Taux 9] Ces taux seront majorés de 2% au 1er janvier de l’année suivante conformément au tableau ci-dessous:

            Exercice 2021         Exercice 2022         Exercice 2023         Exercice 2024

[Taux 6] 566,69 € 578,02 € 589,58 € 601,37 € [Taux 7] 2.835,02 € 2.891,72 € 2.949,55 € 3.008,54 € [Taux 8] 5.676,40 € 5.789,93 € 5.905,73 € 6.023,84 € [Taux 9] 1.318,02 € 1.344,38 € 1.371,27 € 1.398,69 € Article 7 La publicité distribuée à domicile par les soins de commerçants dans le cadre d’une campagne publicitaire de quartier avec un maximum de 7.000 exemplaires est exonérée ce, quel que soit le nombre de distributions par an. Article 8 §1. - Le contribuable est tenu de faire, préalablement à chaque distribution, une déclaration à l'administration communale, contenant tous les renseignements nécessaires à l'imposition, à transmettre au plus tard dans le courant de la deuxième quinzaine du mois qui précède la distribution. Il peut aussi remplir cette déclaration par son espace personnel sur le site de l’Administration communale.

                                               72

§2 - Toutefois, l’administration communale peut dispenser un contribuable de l’obligation de déclaration et lui envoyer une proposition de déclaration. Cette proposition mentionne la base imposable ainsi que tous les renseignements et données qui ont été pris en considération. §3 - Si, dans la proposition de déclaration figurent des inexactitudes ou des omissions, ou si les données pré imprimées ne correspondent pas à la base imposable, le contribuable est tenu, dans un délai de 15 jours après l'expédition de la proposition de déclaration, de soumettre à l’Administration la proposition de déclaration dûment corrigée, complétée, datée et signée. C’est au contribuable de prouver qu'il / elle a déposé dans les délais la proposition de déclaration (corrigée ou complétée). Si la proposition de déclaration ne contient pas d'inexactitudes ou d'omissions et que les données imprimées correspondent au statut fiscal, le contribuable ne doit pas retourner la proposition de déclaration. §4 - La proposition de déclaration, complétée par les éléments que le contribuable a signalé dans le délai visé au §3, vaut déclaration. Toutefois, lorsque le contribuable n’a pas respecté l’obligation visée au §3, alinéa 1 er, la proposition de déclaration est assimilée à une déclaration inexacte ou incomplète. §5. - La déclaration qui accompagnera la demande de taxation forfaitaire est quant à elle valable jusqu’au 31 décembre de l’exercice en cours, sauf révocation expresse du contribuable notifiée à l’administration avec un préavis d’un mois. Article 9 Le contribuable est tenu de faciliter le contrôle de sa déclaration notamment en fournissant tous les documents et renseignements qui lui seront réclamés à cet effet. En cas de non remise de document, d’absence de coopération ou d'empêchement du contrôle fiscal par le contribuable ou par un tiers, une amende administrative de 50€ sera imposée. Cette amende sera établie et recouvrée selon les mêmes règles que celles prévues aux articles 11 à 13 du présent règlement. Article 10 L’absence de déclaration dans les délais prévus ou la déclaration incorrecte, incomplète ou imprécise de la part du contribuable entraîne l’enrôlement d’office de la taxe sur base des données dont la Commune dispose. Dans ce cas, la taxe enrôlée d’office est majorée d’un montant égal à la moitié de la taxe due. Avant de procéder à la taxation d’office, l’Administration communale notifie au contribuable, par lettre recommandée à la poste, les motifs pour lesquels elle recourt à cette procédure, les éléments sur lesquels se base la taxation, le mode de détermination de ces éléments, ainsi que le montant de la taxe. Le contribuable dispose d’un délai de trente jours calendrier, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de la notification, pour faire valoir ses observations par écrit. Le contribuable est tenu de produire la preuve de l’exactitude des éléments qu’il invoque. L’Administration communale procédera à l’enrôlement d’office de la taxe si au terme de ce délai, le contribuable n’a émis aucune observation qui justifie l’annulation de cette procédure. Article 11 La taxe est recouvrée, soit via son espace personnel sur le site de l’Administration communale, ou par paiement électronique au compte de la commune. Article 12 Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition. La taxe enrôlée est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle. A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au profit de l’Administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par l’article 414 du Code des impôts sur les revenus de 1992. Article 13 La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies pour la perception des impôts au profit de l’Etat.

                                               73

Article 14 §1er- Le redevable ou son représentant peut introduire une réclamation, par écrit, contre le montant de l’imposition établie, y compris toutes majorations et amendes, auprès du Collège des Bourgmestre et Echevins, qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de nullité, cette réclamation doit être signée et motivée et elle doit mentionner : les nom, qualité, adresse ou siège du redevable à charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la réclamation et un exposé des faits et moyens. §2 - Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai de trois mois, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de l’avertissement- extrait de rôle. Un accusé de réception sera notifié dans les 15 jours après l’envoi ou du dépôt de la réclamation. §3 - Si le contribuable ou son représentant souhaite être entendu dans le cadre de l’examen de sa réclamation, il doit en faire la demande explicite dans sa réclamation. Article 15 Le présent règlement entre en vigueur le 1erjanvier 2020 et remplace le règlement approuvé par le Conseil communal en sa séance du 21 novembre 2018.

                                DE GEMEENTERAAD
 Besloten, met 35 stem(men) tegen 8 en 0 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

Gezien het raadsbesluit van 21 november 2018 betreffende de belasting op de verspreiding van publiciteitsdrukwerken, goedkeurt voor de dienstjaren 2019 tot 2023; Gelet artikel 170, § 4 van de Grondwet, die zich wijdt aan de fiscale autonomie van de gemeenten onder voorbehoud van wettelijke beperkingen; Gelet op de nieuwe gemeentewet namelijk artikel 117, alinea 1, en artikel 118, alinea 1; Gelet op de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 3 april 2014 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen, zoals gewijzigd tot op heden; Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de gerechtelijke regeling op gebied van fiscaliteit; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 betreffende de regeling van administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd tot op heden; Gelet op de beschikkingen van het algemeen politiereglement; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Overwegende de noodzaak voor de gemeente om aan haar verplichtingen te voldoen in overeenstemming met de eisen van het beheersplan en de vereisten van artikel 252 NGW, welke de gemeenten verplicht een begroting in evenwicht te realiseren; Gezien de noodzaak voor de gemeente om ontvangsten te heffen ter dekking van de kosten die door al haar activiteiten worden gemaakt, en voornamelijk om inkomsten te verzekeren om te kunnen voldoen aan de financiële lasten in verband met haar verplichting om de openbare rust, openbare veiligheid en openbare netheid te waarborgen; Overwegende dat het behoud van deze bron van inkomsten gerechtvaardigd is; Overwegend dat de verspreiding van publiciteitsdrukwerken in het algemeen de normale levering van de geadresseerde post en de netheid van openbare wegen belemmert, die de gemeente dwingt meer middelen in te zetten om haar wettelijke missie op het gebied van netheid van de openbare weg te vervullen, te beperken of te doen compenseren; Overwegende dat het aanbrengen van publicitair drukwerk op geparkeerde voertuigen ook aanzienlijke overlast veroorzaakt met betrekking tot de openbare netheid, aangezien in de meeste gevallen dit drukwerk op de openbare weg terechtkomt; Overwegende dat ongeadresseerd drukwerk voor advertenties, dat openstaat voor alle adverteerders of afkomstig is van één handelaar of een groep handelaars en dat 40% van niet-publicitaire redactionele teksten bevat, is vrijgesteld van de belasting; Overwegend dat niet-publicitaire redactionele teksten bedoeld zijn om een sociale en algemene rol te spelen en niet om tot een commerciële transactie te leiden; Overwegende het bevorderen van lokale commerciële activiteiten, is het niet nodig om deze te straffen, reclame die thuis wordt verspreid door handelaren als onderdeel van een campagne voor buurtreclame met maximaal 7.000 exemplaren per jaar is vrijgesteld, ongeacht het aantal distributies;

                                             74

Overwegende dat een vereenvoudiging van de aangifteprocedure aangewezen is ten einde het administratief werk van zowel de belastingplichtige als van de gemeentelijke diensten te verminderen; Gelet bovendien, op de verslagen van het College van Burgemeester en Schepenen van 22 oktober, 5 en 26 november 2019 en het administratief dossier; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; BESLUIT: Artikel 1 §1.- Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2024 een belasting geheven op de verspreiding van publiciteitsdrukwerken. Wordt geviseerd: de aan-huisbedeling van bladen en -kaarten, catalogi en dagbladen welke publiciteit met handelsoogmerk bevatten wanneer deze drukwerken niet zijn geadresseerd alsook het aanbrengen van reclamedrukwerk op voertuigen die zich op de openbare weg bevinden. §2. - Enkel de gratis verspreiding bij de bestemmelingen wordt geviseerd. Artikel 2 §1. - Volgende bepalingen treffen de publicitaire drukwerken: welke aan alle aankondigers worden opengesteld of welke uitgaan van één handelaar of van een groep van handelaars en welke minder dan 40 % niet publicitaire redactionele teksten bevat. §2. - Met redactionele teksten dient te worden verstaan: - de geschreven teksten door journalisten in de uitoefening van hun beroep; - de teksten welke naar de inwoners van de gemeente toe, een sociale en algemene voorlichtingsfunctie vermelden, buiten de handelsinformatie of welke een officiële voorlichting van openbaar nut aanbrengen ten voordele van de orde of het openbare nut, zoals hulpdiensten, openbare diensten, ziekenfondsen, hospitalen, wachtdiensten (dokters, verplegers, apothekers) of inlichtingen van openbaar nut zoals gemeentelijke inlichtingen of nationale en internationale berichten; - algemene, regionale, politieke, sportieve, culturele, artistieke, folkloristische, litteraire en wetenschappelijke berichten alsook inlichtingen zonder handelsdoeleinden welke voor de gebruikers bestemd zijn; - inlichtingen inzake erediensten, aankondigingen voor activiteiten als festiviteiten, kermissen, schoolfeesten, activiteiten van jeugdtehuizen en culturele centra ; - verkiezingspropaganda; - de kleine niet-commerciële advertenties uitgaande van particulieren, de notariële aankondigingen, en werkaanbiedingen. §3. - Worden beschouwd als publicitaire teksten met handelsdoeleinden, de teksten of de artikels: - in dewelke uitdrukkelijk of niet, melding wordt gemaakt van bepaalde firma's of bepaalde producten; - die, de lezer rechtstreeks of onrechtstreeks, verwijzen naar handelsreclame; - die, op een algemene wijze, ernaar streven firma's, producten of diensten te vermelden, te laten kennen, en aan te bevelen teneinde een handelstransactie te kunnen afsluiten; - die, één of meer advertenties van particulieren of professionals bevatten met betrekking tot transacties van effecten of onroerende goederen. Artikel 3 §1. - De belasting is verschuldigd door de uitgever der drukwerken welke door bijgaande bepalingen wordt getroffen. §2. - De verdeler van de drukwerken, aan deze belasting onderworpen, is solidair aansprakelijk door de betaling van de belasting. §3. – Indien noch de uitgever, noch de verdeler identificeerbaar zijn, is de belasting verschuldigd door de natuurlijke persoon of de rechtspersoon ten behoeve van wie het drukwerk is uitgedeeld of aangebracht. Onder natuurlijke persoon of rechtspersoon ten behoeve van wie het drukwerk is uitgedeeld of aangebracht, verstaan we de natuurlijke persoon of rechtspersoon die mogelijks voordeel kan trekken uit de publiciteit. Artikel 4 De aanslagvoeten voor het aanslagjaar 2020 worden als volgt vastgesteld: - De aan- huisbedeling : §1. - publiciteitsbladen en -kaarten waarvan de totale oppervlakte deze van het formaat A4 niet overschrijdt: 0,69€ per 100 verdeelde exemplaren van eenzelfde druk [aanslagvoet 1];

                                               75

§2. - publiciteitsbladen en -kaarten waarvan de totale oppervlakte deze van het formaat A4 overschrijdt: 3,36€ per 100 verdeelde exemplaren van eenzelfde druk [aanslagvoet 2]; §3. - catalogus en publiciteitsdagblad : 6,79€ per 100 verdeelde exemplaren van eenzelfde druk [aanslagvoet 3]. Wordt beschouwd als catalogus of publiciteitsblad, de samenstelling, wat ook de gebruikte methode betreft (klem, gelijmd, invoeging,…) van ten minste 2 bladen of publiciteitskaarten. - Het aanbrengen op een voertuig : §1. – 43,07€ per schijf van 100 aangebrachte exemplaren van hetzelfde drukwerk [aanslagvoet 4] met een minimum van 430,66€ dat altijd verschuldigd is [aanslagvoet 5]; De belasting is verschuldigd voor ieder begonnen schijf. Deze aanslagvoeten zullen per 1 januari van het volgende jaar worden verhoogd met 2% volgens onderstaande tabel:

                  Aanslagjaar 2021 Aanslagjaar 2022 Aanslagjaar 2023 Aanslagjaar 2024

[aanslagvoet 1] 0,70 € 0,71 € 0,73 € 0,74 € [aanslagvoet 2] 3,42 € 3,49 € 3,56 € 3,63 € [aanslagvoet 3] 6,92 € 7,06 € 7,20 € 7,35 € [aanslagvoet 4] 43,93 € 44,81 € 45,71 € 46,62 € [aanslagvoet 5] 439,28 € 448,06 € 457,02 € 466,16 € Artikel 5 Op schriftelijke aanvraag van de belastingplichtige kan, ter vervanging van de gelegenheidsheffing en in geval van wederkerende bedelingen, het College van Burgemeester en Schepenen een forfaitair maandelijks belastingstelsel verlenen, dit a rato van twaalf keer per jaar. Artikel 6 De maandelijkse forfaitaire aanslagvoeten voor het aanslagjaar 2020 worden als volgt vastgesteld: - De aan- huisbedeling : §1. - publiciteitsbladen en -kaarten van dezelfde commerciële aard en waarvan de totale oppervlakte deze van het formaat A4 niet overschrijdt: 555,57€ per maand wat ook het aantal exemplaren is dat in de loop van de maand verdeeld werd [aanslagvoet 6]; §2. - publiciteitsbladen en -kaarten van dezelfde commerciële aard en waarvan de totale oppervlakte deze van het formaat A4 overschrijdt: 2.779,43€ per maand wat ook het aantal exemplaren is dat in de loop van de maand verdeeld werd [aanslagvoet 7]; §3. - catalogus en publiciteitsdagblad van dezelfde commerciële aard: 5.565,10€ per maand wat ook het aantal exemplaren is dat in de loop van de maand verdeeld werd [aanslagvoet 8]. - Het aanbrengen op een voertuig : §1. – 1.292,18€ per maand, wat ook het aantal exemplaren van hetzelfde drukwerk is dat in de loop van de maand aangebracht werd [aanslagvoet 9]. Deze aanslagvoeten zullen per 1 januari van het volgende jaar worden verhoogd met 2%, volgens onderstaande tabel :

                  Aanslagjaar 2021 Aanslagjaar 2022 Aanslagjaar 2023 Aanslagjaar 2024

[aanslagvoet 6] 566,69 € 578,02 € 589,58 € 601,37 € [aanslagvoet 7] 2.835,02 € 2.891,72 € 2.949,55 € 3.008,54 € [aanslagvoet 8] 5.676,40 € 5.789,93 € 5.905,73 € 6.023,84 € [aanslagvoet 9] 1.318,02 € 1.344,38 € 1.371,27 € 1.398,69 € Artikel 7 De publiciteit, welke door handelaars wordt verdeeld aan huis in het kader van een publiciteitsactie in de wijk, met een maximum 7.000 exemplaren, ongeacht het aantal bedelingen per jaar, wordt van deze belasting vrijgesteld. Artikel 8 §1. - De belastingplichtige is ertoe gehouden voorafgaandelijk aan iedere bedeling, een aangifte in te vullen bij het gemeentebestuur, welke alle elementen bevat, vereist tot vaststelling van de belastingaanslag, uiterlijk over te maken in de loop van de tweede helft van maand voorafgaand de verspreiding. Hij kan deze aangifte ook doen via zijn persoonlijke ruimte op de website van het gemeentebestuur.

                                              76

§2 - Echter, het Gemeentebestuur kan een belastingplichtige vrijstellen van de verplichting tot aangifte en hem een voorstel van aangifte toesturen. Dit voorstel vermeldt de belastbare grondslag alsook alle informatie en gegevens die in aanmerking zijn genomen. §3 - Indien op het voorstel van aangifte onjuistheden of onvolledigheden zijn vermeld of indien de voorgedrukte gegevens niet overeenstemmen met de belastbare toestand, moet de belastingplichtige het voorstel van aangifte binnen de termijn van 15 dagen na verzending, gedag- en ondertekend indienen bij het gemeentebestuur, met een duidelijke en volledige vermelding en opgave op het voorstel van aangifte van de correcte gegevens en/of alle verbeteringen of aanvullingen. Het is de belastingplichtige die dient te bewijzen dat hij/zij het (verbeterd of vervolledigd) voorstel van aangifte tijdig indiende. Indien het voorstel van aangifte evenwel geen onjuistheden of onvolledigheden bevat en alle voorgedrukte gegevens stroken met de belastbare toestand, moet de belastingplichtige het voorstel van aangifte niet indienen bij het gemeentebestuur. §4 - Het voorstel van aangifte, aangevuld met elementen door de belastingplichtige binnen de periode bedoeld in §3, geldt als aangifte. Echter, wanneer de belastingplichtige niet heeft voldaan aan de in §3, 1stealinea beoogde verplichting, wordt de voorgestelde aangifte beschouwd als een onjuiste of onvolledige verklaring. §5 - De aangifte die de vraag tot forfaitaire belasting vergezeld, zal geldig blijven tot 31 december van het lopende aanslagjaar, in zo verre de herroeping ervan niet schriftelijk wordt betekend aan het gemeentebestuur met een vooropzeg van één maand. Artikel 9 De belastingplichtige wordt ertoe gehouden de controle van zijn aangifte te vergemakkelijken voornamelijk door het verstrekken van alle documenten en inlichtingen die hem hierbij zouden worden gevraagd. Bij het niet voorleggen van documenten, gebrek aan medewerking of verhinderen van de fiscale controle door de belastingplichtige of een derde, wordt een administratieve geldboete opgelegd van 50€. Deze boete wordt gevestigd en ingevorderd volgens dezelfde regels als voorzien in de artikels 11 tot 13 van dit reglement. Artikel 10 Bij het ontbreken van de aangifte binnen de voorziene termijnen, of de onjuiste, onvolledige of onduidelijke aangifte vanwege de belastingplichtige zal de aanslag van ambtshalve worden gevestigd op basis van de gegevens waarover de Gemeente beschikt. In dit geval zal de ingekohierde belasting worden verhoogd met het bedrag gelijk aan de helft van de verschuldigde belasting. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve inkohiering, zal het gemeentebestuur per aangetekend schrijven, de motieven betekenen aan de belastingplichtige, welke aanleiding geven tot deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd, de manier waarop deze elementen werden vastgesteld en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van de betekening, om schriftelijk zijn opmerkingen te doen gelden. De belastingplichtige is ertoe gehouden het bewijs leveren van de juistheid van de door hem aangevoerde elementen. Het gemeentebestuur zal aan het einde van deze periode overgaan tot de ambtshalve inkohiering indien de belastingplichtige geen opmerkingen heeft gemaakt die de annulering van deze procedure rechtvaardigt. Artikel 11 De belasting is te voldoen, hetzij via de persoonlijke ruimte op de website van het gemeentebestuur, of per elektronische betaling op rekening van de gemeente. Artikel 12 De kohieren van de belasting worden door het College van Burgemeester en Schepenen opgemaakt en uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar afgesloten en uitvoerbaar verklaard. De ingekohierde belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. Bij gebrek aan betaling binnen de vastgestelde termijn zullen verwijlinteresten worden gevorderd, berekend volgens de bepalingen vastgelegd in artikel 414 van het Wetboek op de inkomstenbelastingen voor 1992

                                             77

Artikel 13 De belasting is door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels vastgesteld voor het innen van belastingen ten voordele van de Staat. Artikel 14 §1 - De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar schriftelijk indienen tegen de geheven belasting, alsook alle verhogingen of boetes, bij het College van Burgemeester en Schepenen, die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te vermijden, moet het bezwaarschrift ondertekend en met redenen omkleed zijn en moet vermelden: de naam, hoedanigheid, adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de belasting is vastgesteld alsook het onderwerp van het bezwaar en een uiteenzetting van feiten en middelen. §2 - De bezwaren moeten ingediend worden, op straffe van nietigheid, binnen de termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift zal schriftelijk ontvangst bericht worden binnen de 15 dagen na de verzending of de indiening van het bezwaarschrift. §3 - Indien de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden in het kader van het onderzoek van zijn bezwaar, moet hij dit uitdrukkelijk vragen in zijn bezwaarschrift Artikel 15 Dit onderhavige reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt het reglement goedgekeurd door de Gemeenteraad van 21 november 2018

SP 29.- Taxe sur les immeubles ayant une affectation de bureaux - Exercices 2020 à 2024 –

 Modification et renouvellement -=- Belasting op de gebouwen bestemd voor kantoren -
 Aanslagjaren 2020 tot 2024 – Wijziging en hernieuwing

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Décidé, par 30 voix contre 8 et 5 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté -=- Besloten, met 30 stem(men) tegen 8 en 5 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

                                LE CONSEIL COMMUNAL
        Décidé, par 30 voix contre 8 et 5 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté

Revu sa délibération du 29 novembre 2017 votant le règlement taxe sur les immeubles ayant une affectation de bureaux pour un terme de 5 ans, expirant le 31 décembre 2022; Vu l’article 170, § 4 de la Constitution qui consacre l’autonomie fiscale des Communes sous réserve des exceptions légales. Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1 et l’article 118, alinéa 1 ; Vu l’ordonnance du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 avril 2014 relative à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière des taxes communales, telle que modifiée à ce jour ; Vu la loi du 23 mars 1999 relative à l’organisation judiciaire en matière fiscale ; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, telle que modifiée à ce jour ; Vu la situation financière de la commune ; Considérant la nécessité pour la commune de remplir ses obligations dans le respect des exigences du plan de gestion et du prescrit de l’article 252 NLC lequel impose aux Communes de réaliser l’équilibre budgétaire ; Vu la nécessité pour la commune de prélever des recettes pour couvrir les dépenses qu’exige l’ensemble de ses activités, et en particulier d’assurer les recettes permettant de faire face aux charges financières liées à son obligation d’assurer la tranquillité publique, la sécurité publique et la propreté publique : Considérant que le maintien de cette source de revenus se justifie. Considérant que les propriétaires et les utilisateurs des bureaux peuvent bénéficier de toutes les infrastructures communales mises à disposition, en ce compris de ses voiries et parcs ;

                                             78

Considérant que la prolifération des bureaux sur le territoire de la commune nécessite des mesures compensatoire et dissuasives afin de préserver la fonction logement du patrimoine immobilier dans la commune ; Considérant qu’il convient d’encourager les propriétaires à reconvertir leurs bureaux vides en logement et qu’il se justifie, en conséquence, de prévoir une exonération de l’immeuble ayant une affectation de bureaux pendant les 12 mois qui suivent le mois de délivrance de l’accusé de réception, de la demande de permis de changement de destination, déclarée complète ; Considérant que l’exonération établie au profit des établissements d’enseignement et de soins (hôpitaux, cliniques, polycliniques, dispensaires…) organisés ou subventionnés par les pouvoirs publics ainsi qu’à l’égard des surfaces dédiées aux cultes reconnus par le législateur, aux maisons de laïcité ou aux œuvres de bienfaisance, se justifie par la circonstance que l’exercice sur le territoire de la Commune des activités ainsi visées influence directement et favorablement la vie de ses habitants; qu’il est donc justifié que par le bais de cette exonération, les autorités communales entendent soutenir ces activités ; qu’en outre, ces établissements ou leurs parties destinées à l’exercice public sont également exonérées du revenu cadastral en vertu de l'article 12 § 1 du CIR 92; Considérant que l’exonération des premiers 85 mètres carrés rencontre les objectifs régionaux en matière de politique économique et démontre que Schaerbeek continue à poursuivre ses efforts ; Considérant qu'une simplification de la procédure de déclaration est appropriée afin de réduire la charge administrative pour le contribuable et les services communaux ; Vu, pour le surplus, les rapports du Collège des Bourgmestre et Echevins des 22 octobre et 26 novembre 2019 et le dossier administratif ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins, ARRETE : Article 1 Il est établi pour les exercices 2020 à 2024 une taxe annuelle sur les immeubles ayant une affectation de bureaux. L’affectation de bureau peut résulter d’une utilisation effective des immeubles à des fins de bureaux ou, à défaut d'une telle utilisation, du permis d’urbanisme. Est considéré comme utilisé effectivement à des fins de “bureaux ”, le local affecté : - soit aux travaux de gestion ou d’administration d’une entreprise, commerciale ou agricole, ou d’un service public ; - soit à l’activité d’une profession libérale ; - soit aux activités des entreprises de service intellectuel, en ce compris les activités de production de biens immatériels c’est-à-dire les activités de conception et/ou de production de biens immatériels fondées sur un processus intellectuel ou de communication ou liées à la société de la connaissance (production de biens audio-visuels, de logiciels, studios d’enregistrement, formation professionnelle spécialisée, service pré-presse, call centers,…) ou encore relevant des technologies de l’environnement. Article 2 La taxe a pour base la surface brute de plancher des immeubles. Par « surface brute de plancher », on entend la totalité des planchers mis à couvert à l’exclusion des locaux situés sous le niveau du sol qui sont affectés au parcage, aux caves, aux équipements techniques et aux dépôts. Les dimensions des planchers sont mesurées au nu extérieur des murs de façade, les planchers étant supposés continus, sans tenir compte de leur interruption par les cloisons et murs intérieurs, par les gaines, cages d’escalier et ascenseurs. Article 3 La taxe est due par le propriétaire des immeubles ayant une affectation de bureaux. En cas d’emphytéose ou de superficie, la taxe est due solidairement par le tréfoncier et respectivement, par l’emphytéote et le superficiaire. En cas d’usufruit, la taxe est due solidairement par le nu-propriétaire et l’usufruitier. En cas de copropriété, la taxe est due pour la totalité de l’immeuble ayant une affectation de bureaux, que l’ensemble des copropriétaires détiennent ; elle n’est, néanmoins, exigée qu’à concurrence de la part individuelle de chacun d’eux dans la copropriété.

                                              79

Article 4 Le taux de la taxe est fixé au 1erjanvier 2020 à 18,50€ par m² de superficie imposable. Ce taux est majoré au 1erjanvier de l’année suivante au taux de 2%, conformément au tableau ci- dessous : Exercice 2021 Exercice 2022 Exercice 2023 Exercice 2024 18,87 € 19,25 € 19,63 € 20,02 € La taxe est établie sur la base du nombre effectif de mois d’affectation à des bureaux, tout mois entamé comptant toutefois en entier. Article 5 Sont exonérés du paiement de la taxe : - les établissements d’enseignement et de soins (hôpitaux, cliniques, polycliniques, dispensaires…) organisés ou subventionnés par les pouvoirs publics pour les surfaces qu’ils utilisent ; - les surfaces dédiées aux cultes reconnus par le législateur, aux maisons de laïcité ou aux œuvres de bienfaisance ; - pendant les 12 mois qui suivent le mois de délivrance de l’accusé de réception, l’immeuble ayant une affectation de bureaux et pour lequel une demande de permis de changement de destination est introduite et déclarée complète ; - les premiers 85 m². Article 6 §1er- Pour un exercice d’imposition donné, le contribuable est tenu de remettre à l’Administration communale une déclaration. Il peut aussi remplir cette déclaration par son espace personnel sur le site de l’Administration communale. §2 - Toutefois, l’administration communale peut dispenser un contribuable de l’obligation de déclaration et lui envoyer une proposition de déclaration. Cette proposition mentionne la base imposable ainsi que tous les renseignements et données qui ont été pris en considération. §3 - Si, dans la proposition de déclaration figurent des inexactitudes ou des omissions, ou si les données pré imprimées ne correspondent pas à la base imposable, le contribuable est tenu, dans un délai de 15 jours après l'expédition de la proposition de déclaration, de soumettre à l’Administration la proposition de déclaration dûment corrigée, complétée, datée et signée. C’est au contribuable de prouver qu'il / elle a déposé dans les délais la proposition de déclaration (corrigée ou complétée). Si la proposition de déclaration ne contient pas d'inexactitudes ou d'omissions et que les données imprimées correspondent au statut fiscal, le contribuable ne doit pas retourner la proposition de déclaration. §4 - La proposition de déclaration, complétée par les éléments que le contribuable a signalé dans le délai visé au §3, vaut déclaration. Toutefois, lorsque le contribuable n’a pas respecté l’obligation visée au §3, alinéa 1 er, la proposition de déclaration est assimilée à une déclaration inexacte ou incomplète. §5 - Le contribuable qui n’a pas reçu de formule de déclaration ou de proposition de déclaration a l’obligation d’en réclamer une et est tenu de la renvoyer, dûment complétée et signée, au plus tard le 31 décembre de l’année de l’exercice considéré. §6 - La déclaration reste valable pour les exercices d’imposition suivants jusqu’à révocation. En cas de modification de la base imposable, le contribuable doit se procurer une nouvelle formule de déclaration et la renvoyer, dûment complétée et signée, à l’Administration communale dans les dix jours de la survenance du fait. Sans préjudice des dispositions du présent règlement, le nouveau formulaire de déclaration sert de base aux enrôlements ultérieurs et vaut révocation expresse de la formule de déclaration précédente. Article 7 Le contribuable est tenu de faciliter le contrôle de sa déclaration notamment en fournissant tous les documents et renseignements qui lui seront réclamés à cet effet. En cas de non remise de document, d’absence de coopération ou d'empêchement du contrôle fiscal par le contribuable ou par un tiers, une amende administrative de 50€ sera imposée. Cette amende sera établie et recouvrée selon les mêmes règles que celles prévues aux articles 9 à 11 du présent règlement.

                                              80

Article 8 L’absence de déclaration dans les délais prévus ou la déclaration incorrecte, incomplète ou imprécise de la part du contribuable entraîne l’enrôlement d’office de la taxe sur base des données dont la Commune dispose. Dans ce cas, la taxe enrôlée d’office est majorée d’un montant égal à la moitié de la taxe due. Avant de procéder à la taxation d’office, l’Administration communale notifie au contribuable, par lettre recommandée à la poste, les motifs pour lesquels elle recourt à cette procédure, les éléments sur lesquels se base la taxation, le mode de détermination de ces éléments, ainsi que le montant de la taxe. Le contribuable dispose d’un délai de trente jours calendrier, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de la notification, pour faire valoir ses observations par écrit. Le contribuable est tenu de produire la preuve de l’exactitude des éléments qu’il invoque. L’Administration communale procédera à l’enrôlement d’office de la taxe si au terme de ce délai, le contribuable n’a émis aucune observation qui justifie l’annulation de cette procédure. Article 9 La taxe est recouvrée, soit via son espace personnel sur le site de l’Administration communale, ou par paiement électronique au compte de la commune. Article 10 Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition. La taxe enrôlée est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle. A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au profit de l’Administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par l’article 414 du Code des impôts sur les revenus de 1992. Article 11 La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies pour la perception des impôts au profit de l’Etat. Article 12 §1er- Le redevable ou son représentant peut introduire une réclamation, par écrit, contre le montant de l’imposition établie, y compris toutes majorations et amendes, auprès du Collège des Bourgmestre et Echevins, qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de nullité, cette réclamation doit être signée et motivée et elle doit mentionner : les nom, qualité, adresse ou siège du redevable à charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la réclamation et un exposé des faits et moyens. §2 - Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai de trois mois, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de l’avertissement- extrait de rôle. Un accusé de réception sera notifié dans les 15 jours après l’envoi ou du dépôt de la réclamation. §3 - Si le contribuable ou son représentant souhaite être entendu dans le cadre de l’examen de sa réclamation, il doit en faire la demande explicite dans sa réclamation. Article 13 Le présent règlement entre en vigueur le 1erjanvier 2020 et remplace le règlement approuvé par le Conseil communal en sa séance du 29 novembre 2017.

                                DE GEMEENTERAAD
 Besloten, met 30 stem(men) tegen 8 en 5 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

Gezien het raadsbesluit van 29 november 2017 betreffende het belastingreglement op de gebouwen bestemd voor kantoren voor een termijn van 5 jaar, vervallend op 31 december 2022; Gelet artikel 170, § 4 van de Grondwet, die zich wijdt aan de fiscale autonomie van de gemeenten onder voorbehoud van wettelijke beperkingen; Gelet op de nieuwe gemeentewet namelijk artikel 117, alinea 1, en artikel 118, alinea 1; Gelet op de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 3 april 2014 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen, zoals gewijzigd tot op heden;

                                               81

Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de gerechtelijke regeling op gebied van fiscaliteit; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 betreffende de regeling van administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd tot op heden; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Overwegende de noodzaak voor de gemeente om aan haar verplichtingen te voldoen in overeenstemming met de eisen van het beheersplan en de vereisten van artikel 252 NGW, welke de gemeenten verplicht een begroting in evenwicht te realiseren; Gezien de noodzaak voor de gemeente om ontvangsten te heffen ter dekking van de kosten die door al haar activiteiten worden gemaakt, en voornamelijk om inkomsten te verzekeren om te kunnen voldoen aan de financiële lasten in verband met haar verplichting om de openbare rust, openbare veiligheid en openbare netheid te waarborgen; Overwegende dat het behoud van deze bron van inkomsten gerechtvaardigd is; Overwegende dat de eigenaren en gebruikers van deze kantoren kunnen genieten van alle gemeentelijke faciliteiten op het grondgebied van de gemeente, met inbegrip van de wegen en parken; Overwegende dat de aangroei van kantoren op het grondgebied van de gemeente het nodig maakt om aanvullende en ontmoedigende maatregelen in te voeren teneinde de woonfunctie van het onroerend patrimonium te vrijwaren; Overwegende dat de eigenaren moeten gestimuleerd worden hun leegstaande kantoren om te vormen tot extra woongelegenheid en dat het dientengevolge gerechtvaardigd is om een vrijstelling te voorzien voor het gebouw bestemd voor kantoor gedurende de 12 maanden volgend op de maand waarbij een bericht van ontvangst voor een vergunningsaanvraag van bestemmingswijziging, volledig wordt verklaard; Overwegende dat de vrijstelling ten voordele van de onderwijs- en verzorgingsinstellingen (hospitalen, klinieken, poliklinieken,…) georganiseerd of betoelaagd door de overheid alsook de instellingen van officieel erkende erediensten, de huizen van het lekendom of weldadigheidswerken, wordt gerechtvaardigd door het feit dat de uitoefening op het grondgebied van de gemeente van deze activiteiten aldus rechtstreeks en gunstig zijn gericht op het leven van zijn inwoners; dat het derhalve gerechtvaardigd is dat de gemeentelijke autoriteiten door deze vrijstelling deze activiteiten steunen; dat daarenboven deze instellingen of delen ervan bestemd voor hun openbare uitoefening eveneens zijn vrijgesteld van kadastraal inkomen volgens artikel 12 § 1 van het WIB 92; Overwegende dat de vrijstelling van de eerste 85 vierkante meter voldoen aan de regionale doelstellingen voor het economisch beleid en toont aan dat Schaarbeek deze inspanningen blijft voortzetten; Overwegende dat een vereenvoudiging van de aangifteprocedure aangewezen is ten einde het administratief werk van zowel de belastingplichtige als van de gemeentelijke diensten te verminderen; Gelet bovendien, op de verslagen van het College van Burgemeester en Schepenen van 22 oktober en 26 november 2019 en het administratief dossier; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; BESLUIT : Artikel 1 Er wordt voor de dienstjaren 2020 tot en met 2024 een jaarlijkse belasting gevestigd op de gebouwen bestemd voor kantoren. De bestemming als kantoor kan het gevolg zijn van het effectief gebruik van de gebouwen als kantoor of, bij ontbreken van dergelijk gebruik, de stedenbouwkundige vergunning. Er dient te worden verstaan onder “kantoor”, het lokaal bestemd: - ofwel voor beheers- of bestuurswerken van een bedrijf, commercieel of landbouw, of een openbare dienst; - ofwel voor de activiteit van een vrij beroep; - ofwel voor de activiteiten van de bedrijven van intellectuele diensten, inbegrepen de activiteiten van productie van immateriële goederen zoals de conceptieactiviteiten en/of de productie van immateriële goederen die berusten op een intellectueel of een communicatieproces of gebonden aan de kennismaatschappij (productie van audiovisuele goederen, van software, opnamestudio’s, gespecialiseerde professionele vormingen, voorafgaande persdienst, call centers,…) of zelfs nog behoren aan de technologieën inzake leefmilieu.

                                            82

Artikel 2 De belasting heeft als basis de bruto vloeroppervlakte van de gebouwen. Onder “bruto vloeroppervlakte” wordt verstaan, het totaal van de bedekte vloeren met uitsluiting van de lokalen die zich onder de grond bevinden en bestemd zijn voor het parkeren, als kelders, voor de technische uitrustingen en als opslagplaatsen. De afmetingen van de vloeren zijn gemeten tussen de buitenkanten van de muurgevels; de vloeren worden verondersteld doorlopend te zijn, zonder rekening te houden met een onderbreking door wanden, binnenmuren, kokers, trappenhuizen en liften. Artikel 3 De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de gebouwen bestemd voor kantoren. Bij erfpacht of opstal is de belasting hoofdelijk verschuldigd door de opstalgever en respectievelijk door de erfpachter en de opstalhouder. Bij vruchtgebruik is de belasting hoofdelijk verschuldigd door de blote eigenaar en de vruchtgebruiker. In geval van mede-eigendom, is de belasting verschuldigd voor het hele gebouw bestemd voor kantoren, dat behoort aan het geheel van mede-eigenaars; echter wordt de belasting geëist volgens ieders individuele aandeel in deze mede-eigendom. Artikel 4 De aanslagvoet op 1 januari 2020 wordt vastgesteld op 18,50€ per m² belastbare oppervlakte. Deze aanslagvoet wordt op 1 januari van de volgende jaren verhoogd met 2%, volgens onderstaande tabel: Aanslagjaar 2021 Aanslagjaar 2022 Aanslagjaar 2023 Aanslagjaar 2024 18,87 € 19,25 € 19,63 € 20,02 € De belasting wordt vastgesteld op basis van het effectieve aantal maanden dat de oppervlakten bestemd zijn als kantoor, iedere begonnen maand zal voor haar totaliteit worden gerekend. Artikel 5 Worden van deze belasting vrijgesteld: - de oppervlakten die gebruikt worden door de onderwijs- en verzorgingsinstellingen (hospitalen, klinieken, poliklinieken,…) georganiseerd of betoelaagd door de overheid; - de oppervlakten dienende voor instellingen van officieel erkende erediensten, de huizen van het lekendom of weldadigheidswerken; - gedurende de 12 maanden volgend op de maand waarbij een bericht van ontvangst werd afgeleverd, voor het gebouw bestemd als kantoor waarvoor een vergunningsaanvraag voor een bestemmingswijziging is aangevraagd, volledig wordt verklaard; - de eerste 85m². Artikel 6 §1 - Voor een welbepaald aanslagjaar, is de belastingplichtige ertoe gehouden aangifte te doen bij het Gemeentebestuur. Hij kan deze aangifte ook doen via zijn persoonlijke ruimte op de website van het gemeentebestuur. §2 - Echter, het Gemeentebestuur kan een belastingplichtige vrijstellen van de verplichting tot aangifte en hem een voorstel van aangifte toesturen. Dit voorstel vermeldt de belastbare grondslag alsook alle informatie en gegevens die in aanmerking zijn genomen. §3 - Indien op het voorstel van aangifte onjuistheden of onvolledigheden zijn vermeld of indien de voorgedrukte gegevens niet overeenstemmen met de belastbare toestand, moet de belastingplichtige het voorstel van aangifte binnen de termijn van 15 dagen na verzending, gedag- en ondertekend indienen bij het gemeentebestuur, met een duidelijke en volledige vermelding en opgave op het voorstel van aangifte van de correcte gegevens en/of alle verbeteringen of aanvullingen. Het is de belastingplichtige die dient te bewijzen dat hij/zij het (verbeterd of vervolledigd) voorstel van aangifte tijdig indiende. Indien het voorstel van aangifte evenwel geen onjuistheden of onvolledigheden bevat en alle voorgedrukte gegevens stroken met de belastbare toestand, moet de belastingplichtige het voorstel van aangifte niet indienen bij het gemeentebestuur. §4 - Het voorstel van aangifte, aangevuld met elementen door de belastingplichtige binnen de periode bedoeld in §3, geldt als aangifte. Echter, wanneer de belastingplichtige niet heeft voldaan aan de in §3, 1 stealinea beoogde verplichting, wordt de voorgestelde aangifte beschouwd als een onjuiste of onvolledige verklaring.

                                            83

§5 - De belastingplichtigen die geen aangifteformulier of voorstel van aangifte ontvangen hebben, worden verzocht er één te vragen en zijn ertoe gehouden deze terug te sturen, behoorlijk ingevuld en ondertekend, uiterlijk op 31 december van het desbetreffende aanslagjaar. §6 - De aangifte blijft geldig voor de volgende aanslagjaren, tot herroeping. In het geval van wijzigingen in de belastinggrondslag, moet de belastingplichtige een nieuw aangifteformulier aanvragen en deze naar behoren invullen, ondertekenen en terugsturen naar de gemeente dit binnen de tien dagen na het ontstaan van de gebeurtenis. Onverminderd de bepalingen van deze verordening, de nieuwe aangifte vormt de basis bij de volgende inkohieringen en herroept uitdrukkelijk het vorige aangifteformulier. Artikel 7 De belastingplichtige wordt ertoe gehouden de controle van zijn aangifte te vergemakkelijken voornamelijk door het verstrekken van alle documenten en inlichtingen die hem hierbij zouden worden gevraagd. Bij het niet voorleggen van documenten, gebrek aan medewerking of verhinderen van de fiscale controle door de belastingplichtige of een derde, wordt een administratieve geldboete opgelegd van 50€. Deze boete wordt gevestigd en ingevorderd volgens dezelfde regels als voorzien in de artikels 9 tot 11 van dit reglement. Artikel 8 Bij het ontbreken van de aangifte binnen de voorziene termijnen, of de onjuiste, onvolledige of onduidelijke aangifte vanwege de belastingplichtige zal de aanslag van ambtshalve worden gevestigd op basis van de gegevens waarover de Gemeente beschikt. In dit geval zal de ingekohierde belasting worden verhoogd met het bedrag gelijk aan de helft van de verschuldigde belasting. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve inkohiering, zal het gemeentebestuur per aangetekend schrijven, de motieven betekenen aan de belastingplichtige, welke aanleiding geven tot deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd, de manier waarop deze elementen werden vastgesteld en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van de betekening, om schriftelijk zijn opmerkingen te doen gelden. De belastingplichtige is ertoe gehouden het bewijs leveren van de juistheid van de door hem aangevoerde elementen. Het gemeentebestuur zal aan het einde van deze periode overgaan tot de ambtshalve inkohiering indien de belastingplichtige geen opmerkingen heeft gemaakt die de annulering van deze procedure rechtvaardigt. Artikel 9 De belasting is te voldoen, hetzij via de persoonlijke ruimte op de website van het gemeentebestuur, of per elektronische betaling op rekening van de gemeente. Artikel 10 De kohieren van de belasting worden door het College van Burgemeester en Schepenen opgemaakt en uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar afgesloten en uitvoerbaar verklaard. De ingekohierde belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. Bij gebrek aan betaling binnen de vastgestelde termijn zullen verwijlinteresten worden gevorderd, berekend volgens de bepalingen vastgelegd in artikel 414 van het Wetboek op de inkomstenbelastingen voor 1992 Artikel 11 De belasting is door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels vastgesteld voor het innen van belastingen ten voordele van de Staat. Artikel 12 §1 - De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar schriftelijk indienen tegen de geheven belasting, alsook alle verhogingen of boetes, bij het College van Burgemeester en Schepenen, die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te vermijden, moet het bezwaarschrift ondertekend en met redenen omkleed zijn en moet vermelden: de naam, hoedanigheid, adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de belasting is vastgesteld alsook het onderwerp van het bezwaar en een uiteenzetting van feiten en middelen.

                                            84

§2 - De bezwaren moeten ingediend worden, op straffe van nietigheid, binnen de termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift zal schriftelijk ontvangst bericht worden binnen de 15 dagen na de verzending of de indiening van het bezwaarschrift. §3 - Indien de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden in het kader van het onderzoek van zijn bezwaar, moet hij dit uitdrukkelijk vragen in zijn bezwaarschrift Artikel 13 Dit onderhavige reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt het reglement goedgekeurd door de Gemeenteraad van 29 november 2017.

SP 30.- Taxe sur les immeubles inachevés - Exercices 2020 à 2024 – Renouvellement et

 modification -=- Belasting op de onafgewerkte gebouwen - Aanslagjaren 2020 tot 2024
 – Hernieuwing en wijziging

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Décidé, par 31 voix contre 12 et 0 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté -=- Besloten, met 31 stem(men) tegen 12 en 0 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

                                LE CONSEIL COMMUNAL
       Décidé, par 31 voix contre 12 et 0 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté

Revu sa délibération du 20 juin 2018 votant le règlement relatif à la taxe sur les immeubles inachevés pour un terme de 5 ans, expirant le 31 décembre 2022 ; Vu l’article 170, § 4 de la Constitution, qui consacre l’autonomie fiscale des Communes sous réserve des exceptions légales ; Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1 et l’article 118, alinéa 1 ; Vu l’ordonnance du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 avril 2014 relative à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière des taxes communales telle que modifiée à ce jour ; Vu la loi du 23 mars 1999 relative à l’organisation judiciaire en matière fiscale ; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, telle que modifiée à ce jour ; Vu la situation financière de la commune ; Considérant la nécessité pour la commune de remplir ses obligations dans le respect des exigences du plan de gestion et du prescrit de l’article 252 NLC lequel impose aux Communes de réaliser l’équilibre budgétaire; Vu la nécessité pour la commune de prélever des recettes pour couvrir les dépenses qu’exige l’ensemble de ses activités, et en particulier d’assurer les recettes permettant de faire face aux charges financières liées à son obligation d’assurer la tranquillité publique, la sécurité publique et la propreté publique ; Considérant que le maintien de cette source de revenus se justifie. Considérant la présence sur le territoire de la commune de Schaerbeek d’immeubles partiellement ou totalement inachevés ; Considérant que la présence de ces immeubles est de nature à décourager l’esprit d’initiative des riverains et à engendrer un processus de désintéressement généralisé en matière d’habitat ; Considérant la nécessité de lutter contre les immeubles partiellement ou totalement inachevés ; Considérant que cette situation, s’il n’y est pas porté remède, freine et compromet le renouvellement ou la restauration du patrimoine immobilier ; Considérant que l’équilibre entre l’offre et la demande en logements est fortement fragilisé ; Considérant qu’il est souhaitable que sur le territoire de la commune de Schaerbeek, le logement disponible soit exploité de manière optimale; Considérant que les immeubles visés par ce règlement perturbent la tranquillité et la sécurité publique ;

                                             85

Considérant que cette situation occasionne un surcoût en matière de dépenses policières pour assurer au mieux la sécurité des personnes et des biens ; Vu, pour le surplus, les rapports du Collège des Bourgmestre et Echevins des 22 octobre, 5 et 26 novembre 2019 et le dossier administratif ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ; ARRETE : Article 1 Il est établi, au profit de la Commune, pour les exercices 2020 à 2024, une taxe mensuelle sur les immeubles inachevés, qu'ils soient situés en bordure d'une voie publique ou sur une parcelle directement attenante à la voie publique. Sont considérés comme immeubles inachevés,ceux qui n’ont pas été mis sous toit, rendus habitables et utilisables dans un délai de quatre ans prenant cours à la date de délivrance du permis d’urbanisme, une année supplémentaire étant accordée en cas de demande de prolongation du permis d’urbanisme, pour autant que l'inachèvement ne résulte pas du fait de l'autorité publique. N'est pas considéré comme tel l'arrêt des travaux dû à l'absence d'un permis d’urbanisme ou dû à la non-conformité des travaux liés à ce permis d’urbanisme. Article 2 Le taux de base au 1er janvier 2020 par mètre courant de façade et par niveau inachevé est fixé à 63,54€ par mois et sera majoré au 1er janvier de l’année suivante de 2%, conformément au tableau ci-dessous: Exercice 2021 Exercice 2022 Exercice 2023 Exercice 2024 64,81 € 66,11 € 67,43 € 68,78 € Toutefois, le taux de base sera augmenté de 25% après douze mois d’inachèvement ou de 50% après vingt-quatre mois. Le taux de base est entièrement augmenté de 100 % au cas où l'immeuble sert de support à des dispositifs publicitaires ou à l'affichage, sauf pour annoncer la vente ou la location de l'immeuble. Le développement en façade et le nombre de niveaux pris en considération sont ceux prévus au permis d’urbanisme délivré. Lorsque l'immeuble touche à plus d’une rue, la base de calcul de la taxe est le plus grand développement à front d'une de ces rues. Si l'immeuble forme un coin, est pris en considération le plus grand développement en ligne droite augmenté de la moitié du pan coupé ou arrondi. S'il s'agit d'un immeuble isolé,la longueur prise en considération est la moitié du développement total des façades de l'immeuble mesuré horizontalement à chaque niveau. Lorsque l’immeuble est achevé sans qu’ait été atteint le nombre d’étages prévus au permis d’urbanisme, la taxe est due pendant cinq exercices consécutifs pour les niveaux non réalisés. Article 3 L’expiration du délai visé à l’article 1 du présent règlement fait l’objet d’une notification par l’administration communale. Suite à cette notification, le contribuable dispose d’un délai de deux mois pour faire valoir ses observations par lettre recommandée. Cette notification est valable pour une durée indéterminée, vaut jusqu’à preuve du contraire et sert de base aux enrôlements successifs ultérieurs Article 4 La taxe est due par le propriétaire de l’immeuble inachevé. En cas d’emphytéose ou de superficie, la taxe est due solidairement par le tréfoncier et respectivement, par l’emphytéote et le superficiaire. En cas d’usufruit, la taxe est due solidairement par le nu- propriétaire et l’usufruitier. En cas de copropriété, la taxe est due pour la totalité de l’immeuble inachevé, que l’ensemble des copropriétaires détiennent ; elle n’est, néanmoins, exigée qu’à concurrence de la part individuelle de chacun d’eux dans la copropriété. Article 5 La taxe est due pour la première fois le premier du troisième mois qui suit la notification prescrite à l’article 3 et reste due jusqu’à ce qu'il soit remédié à l'état d'inachèvement. La taxe ne sera plus perçue pour le mois au cours duquel le contribuable visé à l'article 4 aura démontré que l'état d'inachèvement a disparu.

                                               86

Article 6 Pour les immeubles inachevés, la taxe n’est pas due : 1. s’il s'agit d'un immeuble inachevé édifié sur un terrain vendu par la commune, lorsque l'acte de vente prévoit des pénalités particulières au cas où l'immeuble ne serait pas achevé dans le délai fixé contractuellement pour autant que ces pénalités particulières ne soient pas inférieures au montant de la taxe sur les immeubles inachevés; 2. s’il s’agit d’un immeuble accidentellement sinistré, pendant les vingt-quatre mois qui suivent le mois au cours duquel le sinistre a eu lieu, à moins qu’il y ait des installations productives de revenus tels que panneaux d’affichage, pylônes, mâts, antennes et autres dispositifs de télécommunication, d'émissions de signaux et d'échanges d'informations par la voie hertzienne, cette liste n’étant pas exhaustive. Cette exonération ne s’applique pas lorsque l’immeuble en question a déjà fait l’objet de la présente taxe ; 3. si l’inachèvement résulte d'un cas de force majeure. Article 7 La taxe est recouvrée au comptant, soit via son espace personnel sur le site de l’Administration communale, ou par paiement électronique au compte de la commune. Lorsque la perception ne peut être effectuée au comptant, la taxe est enrôlée. Article 8 Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition. La taxe enrôlée est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle. A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au profit de l’Administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par l’article 414 du Code des impôts sur les revenus de 1992. Article 9 La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies pour la perception des impôts au profit de l’Etat. Article 10 §1er- Le redevable ou son représentant peut introduire une réclamation, par écrit, contre le montant de l’imposition établie, y compris toutes majorations et amendes, auprès du Collège des Bourgmestre et Echevins, qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de nullité, cette réclamation doit être signée et motivée et elle doit mentionner : les nom, qualité, adresse ou siège du redevable à charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la réclamation et un exposé des faits et moyens. §2 - Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai de trois mois, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de l’avertissement- extrait de rôle ou à compter de la date de la perception au comptant de la taxe. Un accusé de réception sera notifié dans les 15 jours après l’envoi ou du dépôt de la réclamation. §3 - Si le contribuable ou son représentant souhaite être entendu dans le cadre de l’examen de sa réclamation, il doit en faire la demande explicite dans sa réclamation. Article 11 Le présent règlement entre en vigueur le 1erjanvier 2020 et remplace le règlement approuvé par le Conseil communal en sa séance du 20 juin 2018.

                                DE GEMEENTERAAD
Besloten, met 31 stem(men) tegen 12 en 0 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

Gezien het raadsbesluit van 20 juni 2018, houdende stemming van het reglement betreffende de belasting op onafgewerkte gebouwen, voor een termijn van 5 jaar, vervallend op 31 december 2022; Gelet artikel 170, § 4 van de Grondwet, die zich wijdt aan de fiscale autonomie van de gemeenten onder voorbehoud van wettelijke beperkingen; Gelet op de nieuwe gemeentewet namelijk artikel 117, alinea 1, en artikel 118, alinea 1; Gelet op de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 3 april 2014 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen, zoals gewijzigd tot op heden; Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de gerechtelijke regeling op gebied van fiscaliteit;

                                              87

Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 betreffende de regeling van administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd tot op heden; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Overwegende de noodzaak voor de gemeente om aan haar verplichtingen te voldoen in overeenstemming met de eisen van het beheersplan en de vereisten van artikel 252 NGW, welke de gemeenten verplicht een begroting in evenwicht te realiseren; Gezien de noodzaak voor de gemeente om ontvangsten te heffen ter dekking van de kosten die door al haar activiteiten worden gemaakt, en voornamelijk om inkomsten te verzekeren om te kunnen voldoen aan de financiële lasten in verband met haar verplichting om de openbare rust, openbare veiligheid en openbare netheid te waarborgen; Overwegende dat het behoud van deze bron van inkomsten gerechtvaardigd is; Overwegende de aanwezigheid op het grondgebied van de gemeente Schaarbeek van gebouwen geheel of gedeeltelijk onafgewerkt; Overwegende dat de aanwezigheid van deze gebouwen ontmoedigend is tot het nemen van initiatief voor de lokale bewoners en een algemene desinteresse veroorzaakt op gebied van woongelegenheid; Overwegende de noodzaak om de strijd aan te gaan tegen de gebouwen geheel of gedeeltelijk onafgewerkt; Overwegende dat deze situatie, als ze niet wordt verholpen, de vernieuwing of herstel van woningen ondermijnt; Overwegende dat het evenwicht tussen vraag en aanbod van woningen sterk verzwakt is; Overwegende dat het wenselijk is dat op het grondgebied van de gemeente Schaarbeek, de beschikbare woningen optimaal benut worden; Overwegende dat de gebouwen beoogd door dit reglement, de rust en de openbare veiligheid verstoren; Overwegende dat deze situatie extra kosten veroorzaakt voor de politie om de veiligheid van personen en goederen zo goed mogelijk te kunnen waarborgen; Gelet bovendien, op de verslagen van het College van Burgemeester en Schepenen van 22 oktober, 5 en 26 november 2019 en het administratief dossier; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen, BESLUIT : Artikel 1 Er wordt ten bate van de Gemeente, voor de aanslagjaren 2020 tot 2024, een maandelijkse belasting geheven op de onafgewerkte gebouwen, voor zover ze gelegen zijn langsheen een openbare weg of op een perceel direct grenzend aan de openbare weg. Worden als onafgewerkte gebouwenaanzien, deze die nog niet onder dak staan, bewoonbaar en bruikbaar gemaakt werden binnen een termijn van vier jaar vanaf de datum van aflevering van de stedenbouwkundige vergunning, een bijkomend jaar wordt toegestaan in geval van verlenging van de stedenbouwkundige vergunning, voor zover de onderbreking niet voortvloeit uit een daad van de overheid. Wordt niet als dusdanig beschouwd, de stopzetting der werken bij gebrek aan een stedenbouwkundige vergunning. Artikel 2 De aanslagvoet op 1 januari 2020 per strekkende meter gevellengte en per onafgewerkte verdieping, wordt gevestigd op 63,54€ per maand en zal voor de volgende jaren worden verhoogd met 2%, volgens onderstaande tabel: Aanslagjaar 2021 Aanslagjaar 2022 Aanslagjaar 2023 Aanslagjaar 2024 64,81 € 66,11 € 67,43 € 68,78 € Echter, de aanslagvoet zal met 25% worden verhoogd na twaalf maanden onafgewerktheid en met 50% na vierentwintig maanden. De aanslagvoet wordt met 100 % verhoogd in geval het gebouw gebruikt wordt als publiciteitsonderstel of aanplakbord behalve om de verkoop of de verhuring van het gebouw aan te kondigen. De totale lengte van de straatgevel en het aantal verdiepingen welke in aanmerking komen, zijn deze voorzien in de afgeleverde stedenbouwkundige vergunning. Wanneer het gebouw aan meerdere stratenpaalt, wordt de belasting berekend, rekening houdend met de grootste gevellengte langs één van deze straten. Wanneer het gebouw een hoekvormt, wordt de grootste gevellengte in aanmerking genomen, vermeerderd met de helft van de stompe of afgeronde hoek.

                                            88

Wanneer het een alleenstaand gebouwbetreft, wordt de helft der totale gevellengte van het gebouw, horizontaal gemeten op iedere verdieping, in aanmerking genomen. Wanneer een gebouw afgewerkt wordt zonder het aantal verdiepingen te bereiken voorzien in de stedenbouwkundige vergunning, is de belasting verschuldigd gedurende vijf opeenvolgende dienstjaren voor de niet gerealiseerde verdiepingen. Artikel 3 Het verstrijken van de termijn zoals bedoeld in artikel 1 van dit reglement wordt betekend door het gemeentebestuur. De belastingplichtige beschikt, vanaf deze betekening, over een termijn van twee maanden om zijn opmerkingen per aangetekend schrijven te laten gelden. Deze betekening is geldig voor onbepaalde tijd, tot het tegendeel wordt bewezen en zal dienen als basis bij de later volgende inkohieringen. Artikel 4 De belasting is verschuldigd door de eigenaar van het onafgewerkt gebouw. Bij erfpacht of opstal is de belasting hoofdelijk verschuldigd door de opstalgever en respectievelijk door de erfpachter en de opstalhouder. Bij vruchtgebruik is de belasting hoofdelijk verschuldigd door de blote eigenaar en de vruchtgebruiker. In geval van mede-eigendom, is de belasting verschuldigd voor het hele onafgewerkte gebouw, dat behoort aan het geheel van mede-eigenaars; echter wordt de belasting geëist volgens ieders individuele aandeel in deze mede-eigendom Artikel 5 De belasting is voor de eerste keer verschuldigd, de eerste van de derde maand volgend op de betekening omschreven in artikel 3, en blijft van toepassing totdat er een einde is gesteld aan de staat van onafgewerktheid. De belasting wordt niet meer in rekening gebracht voor de maand waarin de belastingplichtige bedoeld in artikel 4, aantoont dat staat van onafgewerktheid is verdwenen. Artikel 6 Voor de onafgewerkte gebouwen, is de belasting is niet verschuldigd: 1. wanneer het een onafgewerkt gebouw betreft, opgericht op een terrein verkocht door de gemeente, en wanneer de verkoopakte bijzondere straffen voorziet in geval het gebouw niet zou afgewerkt zijn binnen de contractueel bepaalde termijn voor zover de opgelegde boeten niet minder zijn dan het bedrag van de belasting op de onafgewerkte gebouwen. 2. wanneer het een gebouw betreft dat door onheil werd geteisterd, gedurende de 24 maanden volgend op de maand wanneer het onheil heeft plaatsgehad, tenzij er zich winstgevende installaties op bevinden zoals aanplakborden, pylonen, masten, antennes en andere telecommunicatiemiddelen, zendapparatuur voor signalen en informatie-uitwisseling via hertzgolven. Deze lijst is niet limitatief. De vrijstelling is niet van toepassing wanneer het gebouw in kwestie reeds voordien werd ingekohierd voor deze belasting. 3. wanneer de onafgewerkte toestand het gevolg is van overmacht; Artikel 7 De belasting is contant te voldoen, hetzij via de persoonlijke ruimte op de website van het gemeentebestuur, of per elektronische betaling op rekening van de gemeente. Als de inning niet contant kan gebeuren, wordt de belasting ten kohiere gebracht. Artikel 8 De kohieren van de belasting worden door het College van Burgemeester en Schepenen opgemaakt en uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar afgesloten en uitvoerbaar verklaard. De ingekohierde belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. Bij gebrek aan betaling binnen de vastgestelde termijn zullen verwijlinteresten worden gevorderd, berekend volgens de bepalingen vastgelegd in artikel 414 van het Wetboek op de inkomstenbelastingen voor 1992 Artikel 9 De belasting wordt door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels vastgesteld voor het innen van belastingen ten voordele van de Staat. Artikel 10 §1 - De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar schriftelijk indienen tegen de geheven belasting, alsook alle verhogingen of boetes, bij het College van Burgemeester en Schepenen, die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te vermijden, moet het bezwaarschrift ondertekend en met redenen omkleed zijn en moet

                                               89

vermelden: de naam, hoedanigheid, adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de belasting is vastgesteld alsook het onderwerp van het bezwaar en een uiteenzetting van feiten en middelen. §2 - De bezwaren moeten ingediend worden, op straffe van nietigheid, binnen de termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of te rekenen vanaf de dag van de contante inning van de belasting. Van het bezwaarschrift zal schriftelijk ontvangst bericht worden binnen de 15 dagen na de verzending of de indiening van het bezwaarschrift. §3 - Indien de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden in het kader van het onderzoek van zijn bezwaar, moet hij dit uitdrukkelijk vragen in zijn bezwaarschrift Artikel 11 Dit onderhavige reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt het reglement goedgekeurd door de Gemeenteraad van 20 juni 2018.

SP 31.- Taxe sur les immeubles inoccupés affectés à des fins professionnelles - Exercices

 2020 à 2024 – Renouvellement et modification -=- Belasting op de leegstaande
 gebouwen bestemd voor professionele doeleinden - Aanslagjaren 2020 tot 2024 –
 Hernieuwing en wijziging

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Décidé, par 35 voix contre 8 et 0 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté -=- Besloten, met 35 stem(men) tegen 8 en 0 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

                                LE CONSEIL COMMUNAL
        Décidé, par 35 voix contre 8 et 0 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté

Revu sa délibération du 25 octobre 2017 votant le règlement relatif à la taxe sur les immeubles inoccupés affectés à des fins professionnelles pour un terme de 5 ans, expirant le 31 décembre 2022 ; Vu l’article 170, § 4 de la Constitution qui consacre l’autonomie fiscale des Communes sous réserve des exceptions légales; Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1 et l’article 118, alinéa 1 ; Vu l’ordonnance du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 avril 2014 relative à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière des taxes communales telle que modifiée à ce jour ; Vu la loi du 23 mars 1999 relative à l’organisation judiciaire en matière fiscale ; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, telle que modifiée à ce jour ; Vu la situation financière de la commune ; Considérant la nécessité pour la commune de remplir ses obligations dans le respect des exigences du plan de gestion et du prescrit de l’article 252 NLC lequel impose aux Communes de réaliser l’équilibre budgétaire ; Vu la nécessité pour la commune de prélever des recettes pour couvrir les dépenses qu’exige l’ensemble de ses activités, et en particulier d’assurer les recettes permettant de faire face aux charges financières liées à son obligation d’assurer la tranquillité publique, la sécurité publique et la propreté publique : Considérant que le maintien de cette source de revenus se justifie. Considérant la présence sur le territoire de la commune de Schaerbeek d’immeubles partiellement ou totalement inoccupés; Considérant que la présence de ces immeubles est de nature à décourager l’esprit d’initiative des riverains et à engendrer un processus de désintéressement généralisé en matière d’habitat ; Considérant la nécessité de lutter contre les immeubles partiellement ou totalement inoccupés; Considérant que l’équilibre entre l’offre et la demande en logements est fortement fragilisé ; Considérant la possibilité de destiner ces immeubles inoccupés à une autre affectation, notamment celle à des fins de logement ;

                                             90

Considérant qu’il est souhaitable que sur le territoire de la commune de Schaerbeek, le logement disponible soit exploité de manière optimale; Considérant que les immeubles visés par ce règlement perturbent la tranquillité et la sécurité publique ; Considérant que cette situation occasionne un surcoût en matière de dépenses policières pour assurer au mieux la sécurité des personnes et des biens ; Considérant qu'une simplification de la procédure de déclaration est appropriée afin de réduire la charge administrative pour le contribuable et les services communaux ; Vu, pour le surplus, les rapports du Collège des Bourgmestre et Echevins des 22 octobre, 5 et 26 novembre 2019 et le dossier administratif ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ; ARRETE : Article 1 Il est établi, au profit de la Commune, pour les exercices 2020 à 2024, une taxe annuelle sur les immeubles bâtis affectés à des fins professionnelles, partiellement ou totalement inoccupés. Sont considérés comme immeubles bâtis affectés à des fins professionnelles, totalement inoccupés: - soit ceux pour lesquels pour une période d'au moins 12 mois consécutifs, aucune personne physique ou morale n’est inscrite à la banque carrefour des entreprises, à moins qu’il soit prouvé que l’immeuble sert effectivement à des activités économiques de nature industrielle, agricole, horticole, de commerce ou de services. Ne peut toutefois être considérée comme occupation d'un immeuble ou d'une partie d'immeuble, celle résultant de l'occupation du bien sans titre ni droit ; - soit ceux qui ne sont pas garnis du mobilier ou des installations indispensables à leur occupation. Sont considérés comme immeubles bâtis affectés à des fins professionnelles, partiellement inoccupés,ceux dont certains niveaux ou parties répondent à la définition des alinéas précédents; ils seront taxés sur la base, à due proportion de la taxe sur les immeubles entièrement inoccupés. Article 2 L’impôt a pour base la surface brute de plancher des immeubles ou parties d’immeubles. Par « surface brute de plancher», on entend la totalité des planchers mis à couvert à l’exclusion des locaux qui sont affectés aux caves et aux greniers. Les dimensions des planchers sont mesurées au nu extérieur des murs de façade, les planchers étant supposés continus, sans tenir compte de leur interruption par les cloisons et murs intérieurs, par les gaines, cages d’escalier et ascenseurs. Article 3 Le taux de base au 1er janvier 2020 est fixé à 12,00€ par mètre carré de surface inoccupée. Ce taux sera majoré au 1er janvier de l’année suivante de 2%, conformément au tableau ci- dessous: Exercice 2021 Exercice 2022 Exercice 2023 Exercice 2024 12,24 € 12,48 € 12,73 € 12,99 € Toutefois, le taux de base sera augmenté de 25% après 24 mois consécutifs d’inoccupation et de 50% après 36 mois consécutifs. Le nombre de mois d’occupation effective sur l’année réduit la taxe due par le propriétaire au prorata. Article 4 La taxe frappe le bien visé à partir du premier jour du mois qui suit la date d’envoi de la notification de la formule de déclaration d’inoccupation. Article 5 La taxe est due par le titulaire du droit réel sur l’immeuble, à savoir, soit le propriétaire, soit le possesseur, l'emphytéote, le superficiaire selon le cas. En cas de nue-propriété, à défaut de paiement de la taxe par l’usufruitier, le nu-propriétaire est tenu de l’acquitter. En cas de copropriété, la taxe n’est exigée des copropriétaires qu’à concurrence de la part de chacun d’eux dans la copropriété.

                                                91

Article 6 Sont exonérés de la taxe : a) les immeubles accidentellement sinistrés pendant les vingt-quatre mois qui suivent le mois au cours duquel le sinistre a eu lieu, à moins qu’il y ait des installations productives de revenus tels que panneaux d’affichage, pylônes, mâts, antennes et/ou autres dispositifs de télécommunication, d'émissions de signaux et d'échanges d'informations par la voie hertzienne, cette liste n’étant pas exhaustive. Cette exonération ne s’applique pas lorsque l’immeuble en question a déjà fait l’objet de la présente taxe ; b) la personne qui démontre que l’immeuble est inoccupé depuis moins de 12 mois ; c) la personne qui démontre que l’inoccupation résulte de travaux qui se sont déroulés durant plus de 12 mois et qui font obstacle à toute jouissance paisible des lieux. Cette exonération n’est applicable qu’une année. Aucune autre exonération de ce type ne sera accordée pour l’immeuble en question ; d) la personne qui démontre qu'elle a introduit une demande de permis de changement de destination déclarée complète et pour laquelle l’accusé de réception a été délivré, pendant les 12 mois qui suivent le mois de délivrance de l’accusé de réception ; e) l’immeuble situé dans le périmètre d’un plan d’expropriation approuvé par l’autorité compétente ou ne pouvant plus faire l’objet d’un permis d’urbanisme parce qu’un plan d’expropriation est en préparation ; f) l’immeuble qui a servi principalement à une activité économique dans la mesure où le praticien d'origine de cette activité occupe une partie de cet immeuble, et que cette partie n'est pas séparable; g) l’immeuble ou partie d’immeuble inoccupé affecté au logement ; h) l’immeuble ou partie d’immeuble inoccupé affecté à des fins de bureau ; i) l’immeuble dont l'état visé à l’article 1 résulte d'un cas de force majeure. Article 7 §1er- Pour un exercice d’imposition donné, le contribuable est tenu de remettre à l’Administration communale une déclaration. Il peut aussi remplir cette déclaration par son espace personnel sur le site de l’Administration communale. §2 - Toutefois, l’administration communale peut dispenser un contribuable de l’obligation de déclaration et lui envoyer une proposition de déclaration. Cette proposition mentionne la base imposable ainsi que tous les renseignements et données qui ont été pris en considération. §3 - Si, dans la proposition de déclaration figurent des inexactitudes ou des omissions, ou si les données pré imprimées ne correspondent pas à la base imposable, le contribuable est tenu, dans un délai de 15 jours après l'expédition de la proposition de déclaration, de soumettre à l’Administration la proposition de déclaration dûment corrigée, complétée, datée et signée. C’est au contribuable de prouver qu'il / elle a déposé dans les délais la proposition de déclaration (corrigée ou complétée). Si la proposition de déclaration ne contient pas d'inexactitudes ou d'omissions et que les données imprimées correspondent au statut fiscal, le contribuable ne doit pas retourner la proposition de déclaration. §4 - La proposition de déclaration, complétée par les éléments que le contribuable a signalé dans le délai visé au §3, vaut déclaration. Toutefois, lorsque le contribuable n’a pas respecté l’obligation visée au §3, alinéa 1 er, la proposition de déclaration est assimilée à une déclaration inexacte ou incomplète. §5 - Le contribuable qui n’a pas reçu de formule de déclaration ou de proposition de déclaration a l’obligation d’en réclamer une et est tenu de la renvoyer, dûment complétée et signée, au plus tard le 31 décembre de l’année de l’exercice considéré. §6 - La déclaration reste valable pour les exercices d’imposition suivants jusqu’à révocation. En cas de modification de la base imposable, le contribuable doit se procurer une nouvelle formule de déclaration et la renvoyer, dûment complétée et signée, à l’Administration communale dans les dix jours de la survenance du fait. Sans préjudice des dispositions du présent règlement, le nouveau formulaire de déclaration sert de base aux enrôlements ultérieurs et vaut révocation expresse de la formule de déclaration précédente.

                                             92

Article 8 Le contribuable est tenu de faciliter le contrôle de sa déclaration notamment en fournissant tous les documents et renseignements qui lui seront réclamés à cet effet. En cas de non remise de document, d’absence de coopération ou d'empêchement du contrôle fiscal par le contribuable ou par un tiers, une amende administrative de 50€ sera imposée. Cette amende sera établie et recouvrée selon les mêmes règles que celles prévues aux articles 10 à 12 du présent règlement. Article 9 L’absence de déclaration dans les délais prévus ou la déclaration incorrecte, incomplète ou imprécise de la part du contribuable entraîne l’enrôlement d’office de la taxe sur base des données dont la Commune dispose. Dans ce cas, la taxe enrôlée d’office est majorée d’un montant égal à la moitié de la taxe due. Avant de procéder à la taxation d’office, l’Administration communale notifie au contribuable, par lettre recommandée à la poste, les motifs pour lesquels elle recourt à cette procédure, les éléments sur lesquels se base la taxation, le mode de détermination de ces éléments, ainsi que le montant de la taxe. Le contribuable dispose d’un délai de trente jours calendrier, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de la notification, pour faire valoir ses observations par écrit. Le contribuable est tenu de produire la preuve de l’exactitude des éléments qu’il invoque. L’Administration communale procédera à l’enrôlement d’office de la taxe si au terme de ce délai, le contribuable n’a émis aucune observation qui justifie l’annulation de cette procédure. Article 10 La taxe est recouvrée, soit via son espace personnel sur le site de l’Administration communale, ou par paiement électronique au compte de la commune. Article 11 Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition. La taxe enrôlée est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle. A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au profit de l’Administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par l’article 414 du Code des impôts sur les revenus de 1992. Article 12 La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies pour la perception des impôts au profit de l’Etat. Article 13 §1er- Le redevable ou son représentant peut introduire une réclamation, par écrit, contre le montant de l’imposition établie, y compris toutes majorations et amendes, auprès du Collège des Bourgmestre et Echevins, qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de nullité, cette réclamation doit être signée et motivée et elle doit mentionner : les nom, qualité, adresse ou siège du redevable à charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la réclamation et un exposé des faits et moyens. §2 - Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai de trois mois, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de l’avertissement- extrait de rôle. Un accusé de réception sera notifié dans les 15 jours après l’envoi ou du dépôt de la réclamation. §3 - Si le contribuable ou son représentant souhaite être entendu dans le cadre de l’examen de sa réclamation, il doit en faire la demande explicite dans sa réclamation. Article 14 Le présent règlement entre en vigueur le 1erjanvier 2020 et remplace le règlement approuvé par le Conseil communal en sa séance du 25 octobre 2017.

                                DE GEMEENTERAAD
 Besloten, met 35 stem(men) tegen 8 en 0 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

Gezien het raadsbesluit van 25 oktober 2017, houdende stemming van het reglement betreffende de belasting op de leegstaande gebouwen bestemd voor professionele doeleinden, voor een termijn van 5 jaar, vervallend op 31 december 2022;

                                               93

Gelet artikel 170, § 4 van de Grondwet, die zich wijdt aan de fiscale autonomie van de gemeenten onder voorbehoud van wettelijke beperkingen; Gelet op de nieuwe gemeentewet namelijk artikel 117, alinea 1, en artikel 118, alinea 1; Gelet op de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 3 april 2014 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen, zoals gewijzigd tot op heden; Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de gerechtelijke regeling op gebied van fiscaliteit; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 betreffende de regeling van administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd tot op heden; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Overwegende de noodzaak voor de gemeente om aan haar verplichtingen te voldoen in overeenstemming met de eisen van het beheersplan en de vereisten van artikel 252 NGW, welke de gemeenten verplicht een begroting in evenwicht te realiseren; Gezien de noodzaak voor de gemeente om ontvangsten te heffen ter dekking van de kosten die door al haar activiteiten worden gemaakt, en voornamelijk om inkomsten te verzekeren om te kunnen voldoen aan de financiële lasten in verband met haar verplichting om de openbare rust, openbare veiligheid en openbare netheid te waarborgen; Overwegende dat het behoud van deze bron van inkomsten gerechtvaardigd is; Overwegende de aanwezigheid op het grondgebied van de gemeente Schaarbeek van gebouwen geheel of gedeeltelijk leegstaand; Overwegende dat de aanwezigheid van deze gebouwen ontmoedigend is tot het nemen van initiatief voor de lokale bewoners en een algemene desinteresse veroorzaakt op gebied van woongelegenheid; Overwegende de noodzaak om de strijd aan te gaan tegen de gebouwen geheel of gedeeltelijk leegstaand; Overwegende dat het evenwicht tussen vraag en aanbod van woningen sterk verzwakt is; Overwegende de mogelijkheid deze leegstaande gebouwen een andere bestemming te geven, namelijk als woningen; Overwegende dat het wenselijk is dat op het grondgebied van de gemeente Schaarbeek, de beschikbare woningen optimaal benut worden; Overwegende dat de gebouwen beoogd door dit reglement, de rust en de openbare veiligheid verstoren; Overwegende dat deze situatie extra kosten veroorzaakt voor de politie om de veiligheid van personen en goederen zo goed mogelijk te kunnen waarborgen; Overwegende dat een vereenvoudiging van de aangifteprocedure aangewezen is ten einde het administratief werk van zowel de belastingplichtige als van de gemeentelijke diensten te verminderen; Gelet bovendien, op de verslagen van het College van Burgemeester en Schepenen van 22 oktober, 5 en 26 november 2019 en het administratief dossier; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen, BESLUIT: Artikel 1 Er wordt ten bate van de Gemeente, voor de dienstjaren 2020 tot en met 2024, een jaarlijkse belasting geheven op de geheel of gedeeltelijk leegstaande gebouwen bestemd voor professionele doeleinden. Worden als leegstaande gebouwen bestemd voor professionele doeleindenaanzien: - deze waar gedurende een periode van 12 opeenvolgende maanden, geen enkele natuurlijke- of rechtspersoon is ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen, tenzij er bewezen wordt dat het gebouw werkelijk wordt gebruikt voor economische activiteiten van industriële, landbouwkundige, tuinbouwkundige, commerciële of dienstverlenende aard. Kunnen evenwel niet beschouwd worden als bezetting van een gebouw of een gedeelte van een gebouw, deze die illegaal gebeuren; - deze die niet voorzien zijn van meubilair of van de nodige installaties voor een normaal gebruik; Worden beschouwd als gedeeltelijk leegstaande gebouwen bestemd voor professionele doeleinden, deze waarvan slechts een aantal verdiepingen of gedeelten beantwoorden aan de bepalingen beschreven in de voorgaande alinea’s, zij zullen belast worden in evenredigheid op basis van de belasting op de volledig leegstaande gebouwen.

                                             94

Artikel 2 De belasting heeft als basis de bruto vloeroppervlakte van de gebouwen. Onder “bruto vloeroppervlakte” wordt verstaan, het totaal van de bedekte vloeren met uitsluiting van de lokalen die bestemd zijn als kelder en als zolder. De afmetingen van de vloeren zijn gemeten tussen de buitenkanten van de muurgevels; de vloeren worden verondersteld doorlopend te zijn, zonder rekening te houden met een onderbreking door wanden, binnenmuren, kokers, trappenhuizen en liften. Artikel 3 De aanslagvoet op 1 januari 2020 per leegstaande oppervlakte wordt gevestigd op 12,00€ per vierkante meter. Deze aanslagvoet zal op de 1stejanuari van de volgende jaren worden verhoogd met 2%, volgens onderstaande tabel: Aanslagjaar 2021 Aanslagjaar 2022 Aanslagjaar 2023 Aanslagjaar 2024 12,24 € 12,48 € 12,73 € 12,99 € Echter, de aanslagvoet zal met 25% worden verhoogd na 24 opeenvolgende maanden leegstand en met 50% na 36 maanden. Het aantal maanden werkelijke bezetting gedurende het jaar vermindert de door de eigenaar verschuldigde belasting in verhouding. Artikel 4 De belasting op het beoogde goed gaat in vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de dag van verzending van de betekening van het aangifteformulier. Artikel 5 De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht van het gebouw, hetzij de eigenaar, de houder van de erfpacht, de opstalhouder naargelang het geval. Bij naakte eigendom, en bij gebrek aan betaling door de vruchtgebruiker, is de naakte eigenaar gehouden de belasting te betalen. Bij mede-eigendom, wordt de belasting van de mede-eigenaars geëist volgens ieders aandeel ieder in deze mede-eigendom. Artikel 6 Worden van de belasting vrijgesteld: a) de gebouwen die door onheil geteisterd werden gedurende de vierentwintig maanden volgend op de maand wanneer het onheil heeft plaatsgehad, tenzij er zich winstgevende installaties op bevinden zoals aanplakborden, pylonen, masten, antennes en/of andere telecommunicatiemiddelen, zendapparatuur voor signalen en informatie-uitwisseling via hertzgolven. Deze lijst is niet limitatief. De vrijstelling is niet van toepassing wanneer het gebouw in kwestie reeds voordien werd ingekohierd voor deze belasting. b) de persoon die aantoont dat het gebouw leeg staat sinds minder dan 12 maanden; c) de persoon die aantoont dat de leegstand voortvloeit uit de werken uitgevoerd tijdens meer dan 12 maanden en die een normale vredige ingebruikname van de plaatsen verhinderd. Deze vrijstelling geldt slechts voor één jaar. Geen enkele andere vrijstelling van dit type zal worden verleend voor het gebouw in kwestie. d) de persoon die aantoont dat hij een vergunningsaanvraag voor een bestemmingswijziging heeft aangevraagd, dat volledig is verklaard en waarbij een bericht van ontvangst werd afgeleverd, gedurende de 12 maanden volgend op de maand waarbij het bericht van ontvangst werd afgeleverd; e) het gebouw gelegen binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan of waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning meer wordt afgeleverd omdat een onteigeningsplan wordt voorbereid. f) het gebouw dat hoofdzakelijk heeft gediend voor een economische activiteit en waar dat de oorspronkelijke uitvoerder van deze activiteit een deel van dit gebouw bewoont, en dit deel niet kan worden afgezonderd. g) het gebouw of gedeelte van gebouw bestemd als woning. h) het gebouw of gedeelte van gebouw bestemd als kantoorruimten. i) het gebouw waarbij zijn toestand bedoeld in artikel 1 het gevolg is van overmacht. Artikel 7 §1 - Voor een welbepaald aanslagjaar, is de belastingplichtige ertoe gehouden aangifte te doen bij het Gemeentebestuur. Hij kan deze aangifte ook doen via zijn persoonlijke ruimte op de website van het gemeentebestuur.

                                             95

§2 - Echter, het Gemeentebestuur kan een belastingplichtige vrijstellen van de verplichting tot aangifte en hem een voorstel van aangifte toesturen. Dit voorstel vermeldt de belastbare grondslag alsook alle informatie en gegevens die in aanmerking zijn genomen. §3 - Indien op het voorstel van aangifte onjuistheden of onvolledigheden zijn vermeld of indien de voorgedrukte gegevens niet overeenstemmen met de belastbare toestand, moet de belastingplichtige het voorstel van aangifte binnen de termijn van 15 dagen na verzending, gedag- en ondertekend indienen bij het gemeentebestuur, met een duidelijke en volledige vermelding en opgave op het voorstel van aangifte van de correcte gegevens en/of alle verbeteringen of aanvullingen. Het is de belastingplichtige die dient te bewijzen dat hij/zij het (verbeterd of vervolledigd) voorstel van aangifte tijdig indiende. Indien het voorstel van aangifte evenwel geen onjuistheden of onvolledigheden bevat en alle voorgedrukte gegevens stroken met de belastbare toestand, moet de belastingplichtige het voorstel van aangifte niet indienen bij het gemeentebestuur. §4 - Het voorstel van aangifte, aangevuld met elementen door de belastingplichtige binnen de periode bedoeld in §3, geldt als aangifte. Echter, wanneer de belastingplichtige niet heeft voldaan aan de in §3, 1 stealinea beoogde verplichting, wordt de voorgestelde aangifte beschouwd als een onjuiste of onvolledige verklaring. §5 - De belastingplichtigen die geen aangifteformulier of voorstel van aangifte ontvangen hebben, worden verzocht er één te vragen en zijn ertoe gehouden deze terug te sturen, behoorlijk ingevuld en ondertekend, uiterlijk op 31 december van het desbetreffende dienstjaar. §6 - De aangifte blijft geldig voor de volgende aanslagjaren, tot herroeping. In het geval van wijzigingen in de belastinggrondslag, moet de belastingplichtige een nieuw aangifteformulier aanvragen en deze naar behoren invullen, ondertekenen en terugsturen naar de gemeente dit binnen de tien dagen na het ontstaan van de gebeurtenis. Onverminderd de bepalingen van deze verordening, de nieuwe aangifte vormt de basis bij de volgende inkohieringen en herroept uitdrukkelijk het vorige aangifteformulier. Artikel 8 De belastingplichtige wordt ertoe gehouden de controle van zijn aangifte te vergemakkelijken voornamelijk door het verstrekken van alle documenten en inlichtingen die hem hierbij zouden worden gevraagd. Bij het niet voorleggen van documenten, gebrek aan medewerking of verhinderen van de fiscale controle door de belastingplichtige of een derde, wordt een administratieve geldboete opgelegd van 50€. Deze boete wordt gevestigd en ingevorderd volgens dezelfde regels als voorzien in de artikels 10 tot 12 van dit reglement. Artikel 9 Bij het ontbreken van de aangifte binnen de voorziene termijnen, of de onjuiste, onvolledige of onduidelijke aangifte vanwege de belastingplichtige zal de aanslag van ambtshalve worden gevestigd op basis van de gegevens waarover de Gemeente beschikt. In dit geval zal de ingekohierde belasting worden verhoogd met het bedrag gelijk aan de helft van de verschuldigde belasting. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve inkohiering, zal het gemeentebestuur per aangetekend schrijven, de motieven betekenen aan de belastingplichtige, welke aanleiding geven tot deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd, de manier waarop deze elementen werden vastgesteld en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van de betekening, om schriftelijk zijn opmerkingen te doen gelden. De belastingplichtige is ertoe gehouden het bewijs leveren van de juistheid van de door hem aangevoerde elementen. Het gemeentebestuur zal aan het einde van deze periode overgaan tot de ambtshalve inkohiering indien de belastingplichtige geen opmerkingen heeft gemaakt die de annulering van deze procedure rechtvaardigt. Artikel 10 De belasting is te voldoen, hetzij via de persoonlijke ruimte op de website van het gemeentebestuur, of per elektronische betaling op rekening van de gemeente. Artikel 11 De kohieren van de belasting worden door het College van Burgemeester en Schepenen opgemaakt en uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar afgesloten en uitvoerbaar verklaard.

                                            96

De ingekohierde belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. Bij gebrek aan betaling binnen de vastgestelde termijn zullen verwijlinteresten worden gevorderd, berekend volgens de bepalingen vastgelegd in artikel 414 van het Wetboek op de inkomstenbelastingen voor 1992 Artikel 12 De belasting is door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels vastgesteld voor het innen van belastingen ten voordele van de Staat. Artikel 13 §1 - De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar schriftelijk indienen tegen de geheven belasting, alsook alle verhogingen of boetes, bij het College van Burgemeester en Schepenen, die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te vermijden, moet het bezwaarschrift ondertekend en met redenen omkleed zijn en moet vermelden: de naam, hoedanigheid, adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de belasting is vastgesteld alsook het onderwerp van het bezwaar en een uiteenzetting van feiten en middelen. §2 - De bezwaren moeten ingediend worden, op straffe van nietigheid, binnen de termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift zal schriftelijk ontvangst bericht worden binnen de 15 dagen na de verzending of de indiening van het bezwaarschrift. §3 - Indien de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden in het kader van het onderzoek van zijn bezwaar, moet hij dit uitdrukkelijk vragen in zijn bezwaarschrift Artikel 14 Dit onderhavige reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt het reglement goedgekeurd door de Gemeenteraad van 25 oktober 2017.

SP 32.- Taxe sur les supports de publicité commerciale visibles de la voie publique -

 Exercices 2020 à 2024– Renouvellement et modification - Approbation -=- Belasting op
 commerciële publiciteitsonderstellen zichtbaar vanaf de openbare weg - Aanslagjaren
 2020 tot 2024 – Wijziging en hernieuwing - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Décidé, par 35 voix contre 8 et 0 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté -=- Besloten, met 35 stem(men) tegen 8 en 0 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

                                LE CONSEIL COMMUNAL
        Décidé, par 35 voix contre 8 et 0 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté

Revu sa délibération du 21 novembre 2018 votant le règlement taxe sur les supports de publicité commerciale pour les exercices 2019 à 2023; Vu l’article 170, § 4 de la Constitution qui consacre l’autonomie fiscale des Communes sous réserve des exceptions légales. Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1 et l’article 118, alinéa 1 ; Vu l’ordonnance du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 avril 2014 relative à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière des taxes communales, telle que modifiée à ce jour ; Vu la loi du 23 mars 1999 relative à l’organisation judiciaire en matière fiscale ; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, telle que modifiée à ce jour ; Vu le Règlement Régional d’Urbanisme ; Vu les dispositions du règlement général de police ; Vu la situation financière de la commune ; Considérant la nécessité pour la commune de remplir ses obligations dans le respect des exigences du plan de gestion et du prescrit de l’article 252 NLC lequel impose aux Communes de réaliser l’équilibre budgétaire ;

                                             97

Vu la nécessité pour la commune de prélever des recettes pour couvrir les dépenses qu’exige l’ensemble de ses activités, et en particulier d’assurer les recettes permettant de faire face aux charges financières liées à son obligation d’assurer la sécurité publique ; Considérant que le maintien de cette source de revenus se justifie. Considérant la nécessité de freiner l’installation de supports de publicité pour des motifs environnementaux et esthétiques ; Considérant qu’il n’est pas discriminatoire de distinguer les supports lumineux et non lumineux, afin d’avoir un effet dissuasif sur les supports ayant une forte visibilité publicitaire susceptible de représenter un danger pour l’usager de la route ; Considérant que la distraction excessive des conducteurs doit être évitée afin de garantir la sécurité du trafic, il y a lieu de décourager l’utilisation des outils publicitaires librement programmables et éclairés tels que les écrans numériques ont certaines caractéristiques qui influencent le comportement visuel et de conduite des usagers de la route en raison d'une charge mentale et d'une distraction visuelle et cognitive accrues, augmentant considérablement les risques d'accidents ; Considérant que les taux sont raisonnables et certes proportionnels aux bénéfices générés par ce type d’installation de sorte qu’il ne puisse être reproché à la commune qu’il n’a pas été tenu compte de la capacité contributive des contribuables ; Considérant que la nature même des établissements de commerce, d’activités ou d’industrie nécessite l’apposition d’une enseigne ayant pour vocation prépondérante d’informer le public de la localisation de tels établissements et de leur identité les uns par rapport aux autres et qui, par conséquent, ne saurait en aucune manière être assimilée à un support de publicité au sens du présent règlement ; Considérant que les supports utilisés par une personne morale de droit public, une association sans but lucratif ou un établissement d'utilité publique pour leur compte personnel ne devraient, pour les mêmes raisons, pas non plus être considérés comme de la publicité au sens du présent règlement, cela ajouté au fait que ces supports revêtent une utilité d’intérêt général ; Considérant que l'exonération de la taxe frappant les supports affectés exclusivement à une œuvre de bienfaisance, qui ne sont pas utilisés dans le cadre d'activités lucratives ou commerciales se justifie par la circonstance que l’exercice sur le territoire de la Commune des activités ainsi visées influence directement et favorablement la vie de ses habitants ; qu’il est donc justifié que par le bais de cette exonération, les autorités communales entendent soutenir ces activités ; Considérant qu'une simplification de la procédure de déclaration est appropriée afin de réduire la charge administrative pour le contribuable et les services communaux ; Vu, pour le surplus, les rapports du Collège des Bourgmestre et Echevins des 5 et 14 novembre et 10 décembre 2019 et le dossier administratif ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins, ARRETE: Article 1 Il est établi, pour les exercices 2020 à 2024, une taxe annuelle sur les supports de publicité commerciale visibles de la voie publique. Article 2 Sont exclus du champ d’application du présent règlement :

     1.     les enseignes installées sur un lieu donné qui font connaître l'activité, le
            commerce ou l’industrie qui s’y exploite ;
     2.     les supports utilisés pour leur compte personnel par une personne morale de
            droit public, une association sans but lucratif ou un établissement d’utilité
            publique.

Article 3 Par supports de publicité, on entend toute construction en quelque matériau que ce soit, située le long de la voie publique ou à tout endroit à ciel ouvert, visible d’une voie publique, destinée à recevoir la publicité par collage, agrafage, peinture ou tout autre moyen, y compris les murs ou parties de murs et les clôtures louées ou employées dans le but de recevoir de la publicité, ainsi que les supports porteurs d’affiches lumineuses ou non ou par projection lumineuse.

                                               98

Les supports de publicité comprennent également, pour les applications mobiles et fixes, les variantes numériques telles que les journaux lumineux, les murs de LED, etc., qui comportent ou non des textes fixes et mobiles ou d'autres symboles et qui peuvent être contre paiement ou non mis à la disposition des parties intéressées à la diffusion du message publicitaire. En ce qui concerne les murs ou parties de mur sur lesquels les publicités sont apposées, la surface totale couverte doit être considérée comme un seul support, même si plusieurs publicités s’y trouvent. Article 4 La taxe annuelle est calculée par demi-mètre carré de surface utile. Par surface utile, il y a lieu de comprendre la surface susceptible d’être utilisée pour l’affichage à l’exclusion de l’encadrement. Les taux par mètre carré sont fixés au 1erjanvier 2020 comme suit : -Pour les supports non lumineux ou non éclairés : 116,52€ par mètre carré (Taux 1); -Pour les supports lumineux ou éclairés : 210,00€ par mètre carré (Taux 2); -Pour les supports numériques : 840,00€ par mètre carré (Taux 3); Ces taux seront majorés au 1er janvier de l’année suivante au taux de 2% conformément au tableau ci-dessous :

          Exercice 2021          Exercice 2022         Exercice 2023         Exercice 2024

Taux 1 118,86 € 121,23 € 123,66 € 126,13 € Taux 2 214,20 € 218,48 € 222,85 € 227,31 € Taux 3 856,80 € 873,94 € 891,41 € 909,24 € Toute fraction de demi-mètre carré est arrondie au demi-mètre carré supérieur. La surface imposable du support est calculée comme suit :

          si il présente une seule face : en fonction des dimensions du support d’affichage ;
          si il présente plusieurs faces : en fonction de la surface totale de toutes les faces
           visibles ;
          si il permet le défilement de publicités successives, le taux de la taxe sur les
           supports lumineux, éclairés, ou non est multiplié par le nombre de faces de
           publicité successivement visibles.

La taxe est due pour l’année entière pour chaque exercice, à compter du 1er janvier, quelle que soit la date de l’installation du support. Toutefois, pour les dispositifs essentiellement liés à un chantier, tels que ceux visés au Titre VI, Chapitre III, Section 1, articles 13 à 15 du Règlement Régional d’Urbanisme du 21/11/2006 (vinyles publicitaires ou assimilés, publicité sur bâche de chantier, publicités sur clôtures de chantier), le redevable peut solliciter le calcul de la taxe au prorata du nombre de mois d’installation effective du dispositif au cours de l’année. Tout mois calendrier entamé compte en entier. Article 5 Est redevable principalement de la taxe, la personne physique ou morale qui dispose du droit d’utiliser le support et subsidiairement, si l’utilisateur n’est pas connu ou défaillant, le propriétaire du terrain ou du mur sur lequel se trouve le support. En cas de copropriété, la taxe est due pour la totalité du terrain ou du mur, que l’ensemble des copropriétaires détiennent ; elle n’est, néanmoins, exigée qu’à concurrence de la part individuelle de chacun d’eux dans la copropriété. Article 6 Si par suite d’une injonction de l’autorité ou par l’effet de quelque force majeure, le support est réduit ou supprimé, le redevable ne peut, de ce chef, prétendre à aucun remboursement de la taxe ou fraction de celle-ci pour la période de l’année restant à courir. Article 7 Sont exemptés de la présente taxe :

     1.    les supports placés occasionnellement lors de fêtes locales;
     2.    les supports affectés exclusivement à une œuvre ou un organisme sans but
           lucratif ayant un caractère philanthropique, artistique, littéraire, scientifique ou
           d’utilité publique.
                                               99

Article 8 §1er - Pour un exercice d’imposition donné, le contribuable est tenu de remettre à l’Administration communale une déclaration. Il peut aussi remplir cette déclaration par son espace personnel sur le site de l’Administration communale pour le 31 décembre de l’exercice considéré. §2 - Toutefois, l’administration communale peut dispenser un contribuable de l’obligation de déclaration et lui envoyer une proposition de déclaration. Cette proposition mentionne la base imposable ainsi que tous les renseignements et données qui ont été pris en considération. §3 - Si, dans la proposition de déclaration figurent des inexactitudes ou des omissions, ou si les données pré imprimées ne correspondent pas à la base imposable, le contribuable est tenu, dans un délai de 15 jours après l'expédition de la proposition de déclaration, de soumettre à l’Administration la proposition de déclaration dûment corrigée, complétée, datée et signée. C’est au contribuable de prouver qu'il / elle a déposé dans les délais la proposition de déclaration (corrigée ou complétée). Si la proposition de déclaration ne contient pas d'inexactitudes ou d'omissions et que les données imprimées correspondent au statut fiscal, le contribuable ne doit pas retourner la proposition de déclaration. §4 - La proposition de déclaration, complétée par les éléments que le contribuable a signalé dans le délai visé au §3, vaut déclaration. Toutefois, lorsque le contribuable n’a pas respecté l’obligation visée au §3, alinéa 1er, la proposition de déclaration est assimilée à une déclaration inexacte ou incomplète. §5 - Le contribuable qui n’a pas reçu de formule de déclaration ou de proposition de déclaration a l’obligation d’en réclamer une et est tenu de la renvoyer, dûment complétée et signée, au plus tard le 31 décembre de l’année de l’exercice considéré. Il peut aussi remplir cette déclaration par son espace personnel sur le site de l’Administration communale pour le 31 décembre de l’exercice considéré. §6 - La déclaration reste valable pour les exercices d’imposition suivants jusqu’à révocation. En cas de modification de la base imposable, le contribuable doit faire la déclaration par son espace personnel sur le site de l’Administration communale ou se procurer une nouvelle formule de déclaration et la renvoyer, dûment complétée et signée, à l’Administration communale dans les dix jours de la survenance du fait. Sans préjudice des dispositions du présent règlement, le nouveau formulaire de déclaration sert de base aux enrôlements ultérieurs et vaut révocation expresse de la formule de déclaration précédente. Article 9 Le contribuable est tenu de faciliter le contrôle de sa déclaration notamment en fournissant tous les documents et renseignements qui lui seront réclamés à cet effet. En cas de non remise de document, d’absence de coopération ou d'empêchement du contrôle fiscal par le contribuable ou par un tiers, une amende administrative de 50€ sera imposée. Cette amende sera établie et recouvrée selon les mêmes règles que celles prévues aux articles 11 à 13 du présent règlement. Article 10 L’absence de déclaration dans les délais prévus ou la déclaration incorrecte, incomplète ou imprécise de la part du contribuable entraîne l’enrôlement d’office de la taxe sur base des données dont la Commune dispose. Dans ce cas, la taxe enrôlée d’office est majorée d’un montant égal à la moitié de la taxe due. Avant de procéder à la taxation d’office, l’Administration communale notifie au contribuable, par lettre recommandée à la poste, les motifs pour lesquels elle recourt à cette procédure, les éléments sur lesquels se base la taxation, le mode de détermination de ces éléments, ainsi que le montant de la taxe. Le contribuable dispose d’un délai de trente jours calendrier, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de la notification, pour faire valoir ses observations par écrit. Le contribuable est tenu de produire la preuve de l’exactitude des éléments qu’il invoque. L’Administration communale procédera à l’enrôlement d’office de la taxe si au terme de ce délai, le contribuable n’a émis aucune observation qui justifie l’annulation de cette procédure. Article 11 La taxe est recouvrée, soit via son espace personnel sur le site de l’Administration communale, ou par paiement électronique au compte de la commune.

                                               100

Article 12 Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition. La taxe enrôlée est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle. A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au profit de l’Administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par l’article 414 du Code des impôts sur les revenus de 1992. Article 13 La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies pour la perception des impôts au profit de l’Etat. Article 14 §1er - Le redevable ou son représentant peut introduire une réclamation, par écrit, contre le montant de l’imposition établie, y compris toutes majorations et amendes, auprès du Collège des Bourgmestre et Echevins, qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de nullité, cette réclamation doit être signée et motivée et elle doit mentionner : les nom, qualité, adresse ou siège du redevable à charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la réclamation et un exposé des faits et moyens. §2 - Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai de trois mois, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de l’avertissement- extrait de rôle. Un accusé de réception sera notifié dans les 15 jours après l’envoi ou du dépôt de la réclamation. §3 - Si le contribuable ou son représentant souhaite être entendu dans le cadre de l’examen de sa réclamation, il doit en faire la demande explicite dans sa réclamation. Article 15 Le présent règlement entre en vigueur le 1erjanvier 2020 et remplace le règlement approuvé par le Conseil communal en sa séance du 21 novembre 2018.

                                DE GEMEENTERAAD
 Besloten, met 35 stem(men) tegen 8 en 0 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

Gezien het raadsbesluit van 21 november 2018 betreffende de belasting op commerciële publiciteitsonderstellen zichtbaar vanaf de openbare weg, goedkeurt voor de aanslagjaren 2019 tot 2023; Gelet artikel 170, § 4 van de Grondwet, die zich wijdt aan de fiscale autonomie van de gemeenten onder voorbehoud van wettelijke beperkingen; Gelet op de nieuwe gemeentewet namelijk artikel 117, alinea 1, en artikel 118, alinea 1; Gelet op de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 3 april 2014 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen, zoals gewijzigd tot op heden; Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de gerechtelijke regeling op gebied van fiscaliteit; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 betreffende de regeling van administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd tot op heden; Gelet op de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening; Gelet op de beschikkingen van het algemeen politiereglement; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Overwegende de noodzaak voor de gemeente om aan haar verplichtingen te voldoen in overeenstemming met de eisen van het beheersplan en de vereisten van artikel 252 NGW, welke de gemeenten verplicht een begroting in evenwicht te realiseren; Gezien de noodzaak voor de gemeente om ontvangsten te heffen ter dekking van de kosten die door al haar activiteiten worden gemaakt, en voornamelijk om inkomsten te verzekeren om te kunnen voldoen aan de financiële lasten in verband met haar verplichting om de openbare veiligheid te waarborgen; Overwegende dat het behoud van deze bron van inkomsten gerechtvaardigd is; Overwegende dat de installatie van publiciteitsonderstellen om leefmilieu en esthetische redenen moet worden ingeperkt; Overwegende dat het niet discriminerend is om lichtgevende en niet-lichtgevende onderstellen te onderscheiden, om een ontradend effect te hebben op deze met een hoge zichtbaarheid van de reclame die waarschijnlijk een gevaar voor de weggebruiker vormt;

                                             101

Overwegende dat een té grote afleiding van de bestuurders moet vermeden worden om het veilig verkeer te waarborgen. Vrij programmeerbare, verlichte publiciteitsmiddelen zoals digitale schermen bezitten bepaalde kenmerken die door een verhoogde mentale belasting en een verhoogde visueel-cognitieve afleiding inwerken op het kijk- en rijgedrag van weggebruikers, waardoor er een merkelijk verhoogd risico op ongevallen bestaat en daarom worden dergelijke publiciteitsmiddelen nog meer ontraden; Overwegende dat de aanslagvoeten redelijk zijn en zeker in verhouding staan tot de winsten die door dit type installatie worden gegenereerd, zodat aan de gemeente niet kan worden verweten geen rekening te hebben gehouden met de bijdragende capaciteit van de belastingbetalers; Overwegend dat het noodzakelijk is dat een onderneming, activiteit of industrie een uithangbord aanbrengt met als voornaamste doel het publiek te informeren over de locatie van dergelijke bedrijven en hun identiteit ten opzichte van elkaar en die derhalve op geen enkele wijze kunnen worden gelijkgesteld met een publiciteitsonderstel in de zin van dit reglement; Overwegend dat de onderstellen die door een publiekrechtelijke rechtspersoon, een vereniging zonder winstoogmerk of een instelling van openbaar nut voor eigen rekening worden gebruikt, om dezelfde redenen ook niet als reclame in de zin van het onderhavig reglement moet worden beschouwd, dit wordt toegevoegd aan het feit dat deze onderstellen van algemeen nut zijn; Overwegend dat de vrijstelling van de belasting die is opgelegd voor het gebruik van onderstellen die uitsluitend aan een liefdadigheidsinstelling toebehoren, die niet voor winstgevende of voor commerciële activiteiten worden gebruikt, wordt gerechtvaardigd door het feit dat de uitoefening op het grondgebied van de gemeente van deze activiteiten aldus rechtstreeks en gunstig zijn gericht op het leven van zijn inwoners; dat het derhalve gerechtvaardigd is dat de gemeentelijke autoriteiten door deze vrijstelling deze activiteiten steunen; Overwegende dat een vereenvoudiging van de aangifteprocedure aangewezen is ten einde het administratief werk van zowel de belastingplichtige als van de gemeentelijke diensten te verminderen; Gelet bovendien, op de verslagen van het College van Burgemeester en Schepenen van 5 en 14 november en 10 december 2019 en het administratief dossier; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; BESLUIT: Artikel 1 Er wordt, voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2024, een jaarlijkse belasting geheven op commerciële publiciteitsonderstellen zichtbaar vanaf de openbare weg. Artikel 2 De bepalingen van dit reglement zijn niet van toepassing op:

     1.    de borden en onderstellen aangebracht op een bepaalde plaats waar zij de
           activiteit, de handel of de industrie aanduiden die er wordt uitgeoefend;
     2.    de borden of onderstellen voor eigen rekening gebruikt door een
           publiekrechtelijke persoon, door een vereniging zonder winstoogmerk of door
           een instelling van openbare nut.

Artikel 3 Onder publiciteitsonderstellen wordt verstaan elke constructie in eender welk materiaal, geplaatst langs de openbare weg of op een plaats in open lucht die zichtbaar is vanaf de openbare weg, waarop reclame wordt aangebracht door aanplakking, vasthechting, schildering of door elk ander middel, met inbegrip van de muren of gedeelten van muren en de omheiningen die gehuurd of gebruikt worden om er reclame op aan te brengen, evenals de onderstellen waarop verlichte en niet-verlichte reclameborden of lichtbeelden vertoond worden. Onder publiciteitsonderstellen worden ook, voor zowel mobiele als vaste toepassingen, de digitale varianten gerekend, zoals lichtkranten, LED-walls, … die al dan niet vaste, wijzigende of bewegende teksten en andere symbolen dragen en die al dan niet tegen een vergoeding ter beschikking gesteld worden van geïnteresseerden, die een boodschap willen verspreiden. Voor de muren of gedeelten ervan waarop reclame wordt aangebracht, moet de totale bedekte oppervlakte beschouwd worden als één bord of publiciteitsonderstel ook indien er verschillende reclames op voorkomen.

                                             102

Artikel 4 De jaarlijkse belasting wordt berekend per halve vierkante meter bruikbare oppervlakte. Onder bruikbare oppervlakte dient men te verstaan de oppervlakte geschikt tot het gebruik bij de aanplakking met uitzondering van de omlijsting. De aanslagvoeten per vierkante meter worden op 1 januari 2020 als volgt vastgesteld: -Voor de niet lichtgevende of niet verlichte onderstellen: 116,52€ per vierkante meter (Voet 1); -Voor de lichtgevende of verlichte onderstellen: 210,00€ per vierkante meter (Voet 2); -Voor de digitale onderstellen: 840,00€ per vierkante meter (Voet 3); Deze aanslagvoeten zullen op 1 januari van het volgende jaar worden verhoogd met 2% volgens onderstaande tabel:

        Aanslagjaar 2021       Aanslagjaar 2022       Aanslagjaar 2023     Aanslagjaar 2024

Voet 1 118,86 € 121,23 € 123,66 € 126,13 € Voet 2 214,20 € 218,48 € 222,85 € 227,31 € Voet 3 856,80 € 873,94 € 891,41 € 909,24 € Iedere fractie halve vierkante meter wordt tot een hogere halve vierkante meter afgerond. De belastbare oppervlakte van het onderstel wordt berekend als volgt;

          als het slechts één vlak bevat: in functie van de afmetingen van het onderstel;
          als het verscheidene vlakken bevat: in functie van de totale oppervlakte van alle
           zichtbare vlakken;
          als het de opeenvolging of het aflopen van een serie reclame toelaat, zal de
           aanslagvoet van de belasting op de lichtgevende of verlichte of niet-verlichte
           publiciteitsonderstellen worden vermeerderd met het aantal opeenvolgende
           zichtbare vlakken reclame.

De belasting is verschuldigd voor het hele jaar, vanaf 1 januari, wat ook de datum van installatie van het onderstel is. Echter, voor onderstellen welk essentieel zijn verbonden aan een werf, zoals deze bedoelt in Titel VI, Hoofdstuk III, Sectie 1, artikel 13 tot 15 van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening van 21/11/2006 (reclamedoeken of dergelijke, reclame op werfdekzeilen, reclame op werfafsluitingen), de belastingplichtige mag een berekening vragen naar evenredigheid van het aantal maanden van effectieve installatie van het onderstel gedurende het jaar. Iedere begonnen kalendermaand wordt als vol berekend. Artikel 5 Is hoofdelijk belastingplichtig, de natuurlijke of rechtspersoon die over het recht om gebruik te maken van het aanplakbord of onderstel beschikt, en subsidiair als de gebruiker onbekend of in gebreke is, is het de eigenaar van de grond of van de muur waarop zich het bord bevindt. In geval van mede-eigendom, is de belasting verschuldigd voor de hele grond of muur, dat behoort aan het geheel van mede-eigenaars; echter wordt de belasting geëist volgens ieders individuele aandeel in deze mede-eigendom. Artikel 6 Indien het aanplakbord of onderstel, ingevolge een bevel van de overheid of in geval van overmacht, verkleind of afgeschaft wordt, kan de belastingplichtige uit dien hoofde geen afspraak maken op enige andere terugbetaling van de belasting of op een gedeelte ervan voor de periode van het jaar die nog overblijft. Artikel 7 Worden van deze belasting vrijgesteld:

     1.    de borden of onderstellen geplaatst ter gelegenheid van de lokale feesten;
     2.    de borden of onderstellen uitsluitend bestemd voor een werk of organisme
           zonder winstoogmerk met een liefdadig, artistiek, literair, wetenschappelijk doel
           of instelling van openbaar nut.

Artikel 8 §1 - Voor een welbepaald aanslagjaar, is de belastingplichtige ertoe gehouden aangifte te doen bij het Gemeentebestuur. Hij kan deze aangifte ook doen via zijn persoonlijke ruimte op de website van het gemeentebestuur voor 31 december van het desbetreffende aanslagjaar. §2 - Echter, het Gemeentebestuur kan een belastingplichtige vrijstellen van de verplichting tot aangifte en hem een voorstel van aangifte toesturen. Dit voorstel vermeldt de belastbare grondslag alsook alle informatie en gegevens die in aanmerking zijn genomen.

                                            103

§3 - Indien op het voorstel van aangifte onjuistheden of onvolledigheden zijn vermeld of indien de voorgedrukte gegevens niet overeenstemmen met de belastbare toestand, moet de belastingplichtige het voorstel van aangifte binnen de termijn van 15 dagen na verzending, gedag- en ondertekend indienen bij het gemeentebestuur, met een duidelijke en volledige vermelding en opgave op het voorstel van aangifte van de correcte gegevens en/of alle verbeteringen of aanvullingen. Het is de belastingplichtige die dient te bewijzen dat hij/zij het (verbeterd of vervolledigd) voorstel van aangifte tijdig indiende. Indien het voorstel van aangifte evenwel geen onjuistheden of onvolledigheden bevat en alle voorgedrukte gegevens stroken met de belastbare toestand, moet de belastingplichtige het voorstel van aangifte niet indienen bij het gemeentebestuur. §4 - Het voorstel van aangifte, aangevuld met elementen door de belastingplichtige binnen de periode bedoeld in §3, geldt als aangifte. Echter, wanneer de belastingplichtige niet heeft voldaan aan de in §3, 1 ste alinea beoogde verplichting, wordt de voorgestelde aangifte beschouwd als een onjuiste of onvolledige verklaring. §5 - De belastingplichtigen die geen aangifteformulier of voorstel van aangifte ontvangen hebben, worden verzocht er één te vragen en zijn ertoe gehouden deze terug te sturen, behoorlijk ingevuld en ondertekend, uiterlijk op 31 december van het desbetreffende aanslagjaar. Hij kan deze aangifte ook doen via zijn persoonlijke ruimte op de website van het gemeentebestuur voor 31 december van het desbetreffende aanslagjaar. §6 - De aangifte blijft geldig voor de volgende aanslagjaren, tot herroeping. In het geval van wijzigingen in de belastinggrondslag, moet de belastingplichtige aangifte doen via zijn persoonlijke ruimte op de website van het gemeentebestuur of een nieuw aangifteformulier aanvragen en deze naar behoren invullen, ondertekenen en terugsturen naar de gemeente dit binnen de tien dagen na het ontstaan van de gebeurtenis. Onverminderd de bepalingen van deze verordening, de nieuwe aangifte vormt de basis bij de volgende inkohieringen en herroept uitdrukkelijk het vorige aangifteformulier. Artikel 9 De belastingplichtige wordt ertoe gehouden de controle van zijn aangifte te vergemakkelijken voornamelijk door het verstrekken van alle documenten en inlichtingen die hem hierbij zouden worden gevraagd. Bij het niet voorleggen van documenten, gebrek aan medewerking of verhinderen van de fiscale controle door de belastingplichtige of een derde, wordt een administratieve geldboete opgelegd van 50€. Deze boete wordt gevestigd en ingevorderd volgens dezelfde regels als voorzien in de artikels 11 tot 13 van dit reglement. Artikel 10 Bij het ontbreken van de aangifte binnen de voorziene termijnen, of de onjuiste, onvolledige of onduidelijke aangifte vanwege de belastingplichtige zal de aanslag van ambtshalve worden gevestigd op basis van de gegevens waarover de Gemeente beschikt. In dit geval zal de ingekohierde belasting worden verhoogd met het bedrag gelijk aan de helft van de verschuldigde belasting. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve inkohiering, zal het gemeentebestuur per aangetekend schrijven, de motieven betekenen aan de belastingplichtige, welke aanleiding geven tot deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd, de manier waarop deze elementen werden vastgesteld en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van de betekening, om schriftelijk zijn opmerkingen te doen gelden. De belastingplichtige is ertoe gehouden het bewijs leveren van de juistheid van de door hem aangevoerde elementen. Het gemeentebestuur zal aan het einde van deze periode overgaan tot de ambtshalve inkohiering indien de belastingplichtige geen opmerkingen heeft gemaakt die de annulering van deze procedure rechtvaardigt. Artikel 11 De belasting is te voldoen, hetzij via de persoonlijke ruimte op de website van het gemeentebestuur, of per elektronische betaling op rekening van de gemeente. Artikel 12 De kohieren van de belasting worden door het College van Burgemeester en Schepenen opgemaakt en uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar afgesloten en uitvoerbaar verklaard.

                                            104

De ingekohierde belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. Bij gebrek aan betaling binnen de vastgestelde termijn zullen verwijlinteresten worden gevorderd, berekend volgens de bepalingen vastgelegd in artikel 414 van het Wetboek op de inkomstenbelastingen voor 1992 Artikel 13 De belasting is door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels vastgesteld voor het innen van belastingen ten voordele van de Staat. Artikel 14 §1 - De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar schriftelijk indienen tegen de geheven belasting, alsook alle verhogingen of boetes, bij het College van Burgemeester en Schepenen, die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te vermijden, moet het bezwaarschrift ondertekend en met redenen omkleed zijn en moet vermelden: de naam, hoedanigheid, adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de belasting is vastgesteld alsook het onderwerp van het bezwaar en een uiteenzetting van feiten en middelen. §2 - De bezwaren moeten ingediend worden, op straffe van nietigheid, binnen de termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift zal schriftelijk ontvangst bericht worden binnen de 15 dagen na de verzending of de indiening van het bezwaarschrift. §3 - Indien de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden in het kader van het onderzoek van zijn bezwaar, moet hij dit uitdrukkelijk vragen in zijn bezwaarschrift. Artikel 15 Dit onderhavige reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt het reglement goedgekeurd door de Gemeenteraad van 21 november 2018.

SP 33.- Taxe sur les surfaces commerciales - Exercices 2020 à 2024 – Renouvellement et

 modification -=- Belasting op de commerciële oppervlakten – Aanslagjaren 2020 tot
 2024 – Hernieuwing en wijziging

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Décidé, par 30 voix contre 8 et 5 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté -=- Besloten, met 30 stem(men) tegen 8 en 5 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

                                LE CONSEIL COMMUNAL
        Décidé, par 30 voix contre 8 et 5 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté

Revu sa délibération du 23 septembre 2015 votant le règlement-taxe sur les surfaces commerciales pour un terme de 5 ans, expirant le 31 décembre 2020 ; Vu l’article 170, § 4 de la Constitution qui consacre l’autonomie fiscale des Communes sous réserve des exceptions légales. Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1 et l’article 118, alinéa 1 ; Vu l’ordonnance du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 avril 2014 relative à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière des taxes communales telle que modifiée à ce jour ; Vu la loi du 23 mars 1999 relative à l’organisation judiciaire en matière fiscale ; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, telle que modifiée à ce jour ; Vu la situation financière de la commune ; Considérant la nécessité pour la commune de remplir ses obligations dans le respect des exigences du plan de gestion et du prescrit de l’article 252 NLC lequel impose aux Communes de réaliser l’équilibre budgétaire ; Vu la nécessité pour la commune de prélever des recettes pour couvrir les dépenses qu’exige l’ensemble de ses activités, et en particulier d’assurer les recettes permettant de faire face aux charges financières liées à son obligation d’assurer la tranquillité publique, la sécurité publique et la propreté publique :

                                             105

Considérant que le maintien de cette source de revenus se justifie. Considérant que la perception de la taxe visée au présent règlement assure une répartition équitable de la charge fiscale entre les différents contribuables sur le territoire de la commune ; Considérant que les surfaces commerciales d’ampleur constituent une activité économique génératrice de revenus permettant raisonnablement de considérer que les exploitants actifs dans ce secteur d'activité disposent de capacités contributives leur permettant de s'acquitter des taxes mises à leur charge ; Considérant que les surfaces commerciales créent dans leurs alentours des désagréments pour la collectivité (tels que par exemples les problèmes de stationnement de véhicules, de densité de trafic, de chargements/déchargements de marchandises accélérant le processus de dégradation des voiries et induisant des situations d’insécurité pour les usagers, de malpropreté,…) excédant ceux causés par l’exploitation de commerces de plus petites tailles, ce qui justifie par ailleurs l’exonération qui leur a été consentie. Outre la protection de l’environnement, ces recettes permettront de financer la revitalisation des noyaux commerciaux et des mesures tendant à accroître la sécurité, l’entretien ou la réparation des voiries ; Considérant qu'une simplification de la procédure de déclaration est appropriée afin de réduire la charge administrative pour le contribuable et les services communaux ; Vu, pour le surplus, les rapports du Collège des Bourgmestre et Echevins des 22 octobre, 5 et 26 novembre 2019 et le dossier administratif ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins, ARRETE: Article 1 Il sera perçu au profit de la commune de Schaerbeek, pour les exercices 2020 à 2024, une taxe communale annuelle sur les surfaces commerciales. Pour l’application du présent règlement, il y a lieu d’entendre par « surface commerciale » l’ensemble des locaux accessibles au public dans lesquels sont vendus des biens meubles contre rétribution, y compris les surfaces utilisées directement ou indirectement pour l’exercice de l’activité tels que les locaux de rangement et/ou de stockage, à l’exclusion toutefois des surfaces qui tombent sous l’application du règlement taxe sur les surfaces de bureaux. Article 2 L’impôt a pour base la surface brute de plancher hors sol utilisable aux fins définies à l’article 1. Par « surface brute de plancher hors sol », on entend la totalité des planchers mis à couvert à l’exclusion des locaux situés sous le niveau du sol qui sont affectés au parcage, aux caves, aux équipements techniques et aux dépôts. Les dimensions des planchers sont mesurées au nu extérieur des murs de façade, les planchers étant supposés continus, sans tenir compte de leur interruption par les cloisons et murs intérieurs, par les gaines, cages d’escalier et ascenseurs. Article 3 La taxe est due par l’exploitant des surfaces commerciales. A défaut de paiement par l’exploitant, la taxe sera récupérée auprès du propriétaire du fonds de commerce. Article 4 En cas de cessation ou de début d’occupation de surfaces commerciales en cours d’exercice, la taxe est établie sur base du nombre effectif de mois d’occupation. Pour l’application des présentes dispositions, tout mois entamé compte en entier. Article 5 Le taux est fixé, au 1erjanvier 2020, par surface commerciale à 7,17 €/m². Ce taux est majoré au 1er janvier de l’année suivante au taux de 2 % conformément au tableau ci-dessous : Exercice 2021 Exercice 2022 Exercice 2023 Exercice 2024 7,31 € 7,46 € 7,60 € 7,76 € Article 6 Sont exonérés de la taxe : - les premiers 400 m² ;

                                               106

- les surfaces occupées par les établissements de culte reconnus officiellement ainsi que les maisons de laïcité, les établissements d’enseignement et de soins (cliniques, polycliniques, hôpitaux, …) organisés ou subventionnés par les pouvoirs publics, les œuvres de bienfaisance, les organismes s’occupant – sans but de lucre - d’aide sociale ou encore d’activités culturelles et sportives pour autant qu’ils soient organisés ou subventionnés par les pouvoirs publics. Ces exonérations sont accordées d’office pour autant qu’elles soient justifiées. Article 7 §1er- Pour un exercice d’imposition donné, le contribuable est tenu de remettre à l’Administration communale une déclaration. Il peut aussi remplir cette déclaration par son espace personnel sur le site de l’Administration communale. §2 - Toutefois, l’administration communale peut dispenser un contribuable de l’obligation de déclaration et lui envoyer une proposition de déclaration. Cette proposition mentionne la base imposable ainsi que tous les renseignements et données qui ont été pris en considération. §3 - Si, dans la proposition de déclaration figurent des inexactitudes ou des omissions, ou si les données pré imprimées ne correspondent pas à la base imposable, le contribuable est tenu, dans un délai de 15 jours après l'expédition de la proposition de déclaration, de soumettre à l’Administration la proposition de déclaration dûment corrigée, complétée, datée et signée. C’est au contribuable de prouver qu'il / elle a déposé dans les délais la proposition de déclaration (corrigée ou complétée). Si la proposition de déclaration ne contient pas d'inexactitudes ou d'omissions et que les données imprimées correspondent au statut fiscal, le contribuable ne doit pas retourner la proposition de déclaration. §4 - La proposition de déclaration, complétée par les éléments que le contribuable a signalé dans le délai visé au §3, vaut déclaration. Toutefois, lorsque le contribuable n’a pas respecté l’obligation visée au §3, alinéa 1er, la proposition de déclaration est assimilée à une déclaration inexacte ou incomplète. §5 - Le contribuable qui n’a pas reçu de formule de déclaration ou de proposition de déclaration a l’obligation d’en réclamer une et est tenu de la renvoyer, dûment complétée et signée, au plus tard le 31 décembre de l’année de l’exercice considéré. §6 - La déclaration reste valable pour les exercices d’imposition suivants jusqu’à révocation. En cas de modification de la base imposable, le contribuable doit se procurer une nouvelle formule de déclaration et la renvoyer, dûment complétée et signée, à l’Administration communale dans les dix jours de la survenance du fait. Sans préjudice des dispositions du présent règlement, le nouveau formulaire de déclaration sert de base aux enrôlements ultérieurs et vaut révocation expresse de la formule de déclaration précédente. Article 8 Le contribuable est tenu de faciliter le contrôle de sa déclaration notamment en fournissant tous les documents et renseignements qui lui seront réclamés à cet effet. En cas de non remise de document, d’absence de coopération ou d'empêchement du contrôle fiscal par le contribuable ou par un tiers, une amende administrative de 50€ sera imposée. Cette amende sera établie et recouvrée selon les mêmes règles que celles prévues aux articles 10 à 12 du présent règlement. Article 9 L’absence de déclaration dans les délais prévus ou la déclaration incorrecte, incomplète ou imprécise de la part du contribuable entraîne l’enrôlement d’office de la taxe sur base des données dont la Commune dispose. Dans ce cas, la taxe enrôlée d’office est majorée d’un montant égal à la moitié de la taxe due. Avant de procéder à la taxation d’office, l’Administration communale notifie au contribuable, par lettre recommandée à la poste, les motifs pour lesquels elle recourt à cette procédure, les éléments sur lesquels se base la taxation, le mode de détermination de ces éléments, ainsi que le montant de la taxe. Le contribuable dispose d’un délai de trente jours calendrier, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de la notification, pour faire valoir ses observations par écrit. Le contribuable est tenu de produire la preuve de l’exactitude des éléments qu’il invoque.

                                               107

L’Administration communale procédera à l’enrôlement d’office de la taxe si au terme de ce délai, le contribuable n’a émis aucune observation qui justifie l’annulation de cette procédure. Article 10 La taxe est recouvrée, soit via son espace personnel sur le site de l’Administration communale, ou par paiement électronique au compte de la commune. Article 11 Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition. La taxe enrôlée est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle. A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au profit de l’Administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par l’article 414 du Code des impôts sur les revenus de 1992. Article 12 La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies pour la perception des impôts au profit de l’Etat. Article 13 §1er- Le redevable ou son représentant peut introduire une réclamation, par écrit, contre le montant de l’imposition établie, y compris toutes majorations et amendes, auprès du Collège des Bourgmestre et Echevins, qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de nullité, cette réclamation doit être signée et motivée et elle doit mentionner : les nom, qualité, adresse ou siège du redevable à charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la réclamation et un exposé des faits et moyens. §2 - Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai de trois mois, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de l’avertissement- extrait de rôle. Un accusé de réception sera notifié dans les 15 jours après l’envoi ou du dépôt de la réclamation. §3 - Si le contribuable ou son représentant souhaite être entendu dans le cadre de l’examen de sa réclamation, il doit en faire la demande explicite dans sa réclamation. Article 14 Le présent règlement entre en vigueur le 1erjanvier 2020 et remplace le règlement approuvé par le Conseil communal en sa séance du 23 septembre 2015.

                                DE GEMEENTERAAD
 Besloten, met 30 stem(men) tegen 8 en 5 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

Gezien het raadsbesluit van 23 september 2015, houdende stemming van het reglement betreffende de belasting op de commerciële oppervlakten, voor een termijn van 5 jaar, vervallend op 31 december 2020; Gelet artikel 170, § 4 van de Grondwet, die zich wijdt aan de fiscale autonomie van de gemeenten onder voorbehoud van wettelijke beperkingen; Gelet op de nieuwe gemeentewet namelijk artikel 117, alinea 1, en artikel 118, alinea 1; Gelet op de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 3 april 2014 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen, zoals gewijzigd tot op heden; Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de gerechtelijke regeling op gebied van fiscaliteit; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 betreffende de regeling van administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd tot op heden; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Overwegende de noodzaak voor de gemeente om aan haar verplichtingen te voldoen in overeenstemming met de eisen van het beheersplan en de vereisten van artikel 252 NGW, welke de gemeenten verplicht een begroting in evenwicht te realiseren; Gezien de noodzaak voor de gemeente om ontvangsten te heffen ter dekking van de kosten die door al haar activiteiten worden gemaakt, en voornamelijk om inkomsten te verzekeren om te kunnen voldoen aan de financiële lasten in verband met haar verplichting om de openbare rust, openbare veiligheid en openbare netheid te waarborgen;

                                             108

Overwegende dat het behoud van deze bron van inkomsten gerechtvaardigd is; Overwegende dat de invordering van de in dit reglement bedoelde belasting een billijke verdeling van de fiscale lasten waarborgt onder de verschillende belastingplichtigen op het grondgebied van de gemeente; Overwegende dat commerciële oppervlakten deel uitmaken van een inkomstgenererende economische activiteit, hetgeen gegronde redenen biedt te vermoeden dat de uitbaters die actief zijn in deze sector over de nodige middelen beschikken, die hen in staat moet stellen zich te kwijten van de belastingen die op hen van toepassing zijn; Overwegende dat de omvangrijke commerciële oppervlakten in hun omgeving meer overlast creëren voor de leefgemeenschap (bijvoorbeeld meer parkeerproblemen, het dichtslibben van het verkeer, het laden/lossen van goederen die de slijtage versnellen van de wegen en hierdoor situaties van onveiligheid ontstaan voor de gebruikers, vervuiling, …) dan die veroorzaakt door kleinere handelszaken, die dan ook de vrijstelling rechtvaardigt die aan hen werd verleend. Naast de bescherming van het milieu, zullen deze inkomsten de revitalisering van commerciële centra en maatregelen om een verhoogde veiligheid, onderhoud of reparatie van wegen financieren; Overwegende dat een vereenvoudiging van de aangifteprocedure aangewezen is ten einde het administratief werk van zowel de belastingplichtige als van de gemeentelijke diensten te verminderen; Gelet bovendien, op de verslagen van het College van Burgemeester en Schepenen van 22 oktober, 5 en 26 november 2019 en het administratief dossier; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; BESLUIT: Artikel 1 Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2024, ten voordele van de gemeente Schaarbeek, een jaarlijkse belasting ingevoerd op de commerciële oppervlakten. Voor de toepassing van dit reglement dient onder “commerciële oppervlakten” te worden verstaan, het geheel van lokalen toegankelijk voor het publiek waarin tegen betaling goederen worden verkocht, met inbegrip van de oppervlakten rechtstreeks of onrechtstreeks bestemd voor de uitoefening van de activiteit zoals bergingen en/of stockageruimten, met uitzondering van de oppervlakten die onder de toepassing vallen van de belasting op kantooroppervlakten. Artikel 2 De belasting heeft als basis de bruto bovengrondse vloeroppervlakte welke gebruikt wordt voor de in artikel 1 bepaalde activiteit. Onder “bruto bovengrondse vloeroppervlakte” wordt verstaan, het totaal van de bedekte vloeren met uitsluiting van de lokalen die zich onder de grond bevinden en bestemd zijn voor het parkeren, als kelders, voor de technische uitrustingen en als opslagplaatsen. De afmetingen van de vloeren zijn gemeten tussen de buitenkanten van de muurgevels; de vloeren worden verondersteld doorlopend te zijn, zonder rekening te houden met een onderbreking door wanden, binnenmuren, kokers, trappenhuizen en liften. Artikel 3 De belasting is verschuldigd door de uitbater van de commerciële oppervlakten. Bij gebrek aan betaling door de uitbater, zal de belasting worden gevorderd bij de eigenaar van het handelsfonds. Artikel 4 In geval van stopzetting of aanvang van bezetting van de commerciële oppervlakten in de loop van het dienstjaar, wordt de belasting vastgesteld op basis van het effectieve aantal bezette maanden. Voor de toepassing van de bijgaande bepalingen, zal iedere begonnen maand als volledig worden gerekend. Artikel 5 De aanslagvoet wordt op 1 januari 2020 vastgesteld op 7,17€/m² per commerciële oppervlakte. Deze aanslagvoet zal ieder jaar op 1 januari worden verhoogd met 2% volgens onderstaande tabel: Aanslagjaar 2021 Aanslagjaar 2022 Aanslagjaar 2023 Aanslagjaar 2024 7,31 € 7,46 € 7,60 € 7,76 €

                                            109

Artikel 6 Worden van deze belasting vrijgesteld: - de eerste 400 m²; - de oppervlakten gebruikt door instellingen van officieel erkende erediensten alsook de huizen van het lekendom, de georganiseerde of door de overheid betoelaagde onderwijs- en verzorgingsinstellingen (hospitalen, klinieken, poliklinieken,…), de weldadigheidswerken, de organismen gebruik makend – zonder winstgevend doel – van sociale hulp of ook culturele en sportieve activiteiten in zoverre zij door de overheid zijn betoelaagd. Deze vrijstellingen worden ambtshalve toegestaan in zoverre de aanvraag vergezeld is van de gestaafde stukken. Artikel 7 §1 - Voor een welbepaald aanslagjaar, is de belastingplichtige ertoe gehouden aangifte te doen bij het Gemeentebestuur. Hij kan deze aangifte ook doen via zijn persoonlijke ruimte op de website van het gemeentebestuur. §2 - Echter, het Gemeentebestuur kan een belastingplichtige vrijstellen van de verplichting tot aangifte en hem een voorstel van aangifte toesturen. Dit voorstel vermeldt de belastbare grondslag alsook alle informatie en gegevens die in aanmerking zijn genomen. §3 - Indien op het voorstel van aangifte onjuistheden of onvolledigheden zijn vermeld of indien de voorgedrukte gegevens niet overeenstemmen met de belastbare toestand, moet de belastingplichtige het voorstel van aangifte binnen de termijn van 15 dagen na verzending, gedag- en ondertekend indienen bij het gemeentebestuur, met een duidelijke en volledige vermelding en opgave op het voorstel van aangifte van de correcte gegevens en/of alle verbeteringen of aanvullingen. Het is de belastingplichtige die dient te bewijzen dat hij/zij het (verbeterd of vervolledigd) voorstel van aangifte tijdig indiende. Indien het voorstel van aangifte evenwel geen onjuistheden of onvolledigheden bevat en alle voorgedrukte gegevens stroken met de belastbare toestand, moet de belastingplichtige het voorstel van aangifte niet indienen bij het gemeentebestuur. §4 - Het voorstel van aangifte, aangevuld met elementen door de belastingplichtige binnen de periode bedoeld in §3, geldt als aangifte. Echter, wanneer de belastingplichtige niet heeft voldaan aan de in §3, 1 stealinea beoogde verplichting, wordt de voorgestelde aangifte beschouwd als een onjuiste of onvolledige verklaring. §5 - De belastingplichtigen die geen aangifteformulier of voorstel van aangifte ontvangen hebben, worden verzocht er één te vragen en zijn ertoe gehouden deze terug te sturen, behoorlijk ingevuld en ondertekend, uiterlijk op 31 december van het desbetreffende aanslagjaar. §6 - De aangifte blijft geldig voor de volgende aanslagjaren, tot herroeping. In het geval van wijzigingen in de belastinggrondslag, moet de belastingplichtige een nieuw aangifteformulier aanvragen en deze naar behoren invullen, ondertekenen en terugsturen naar de gemeente dit binnen de tien dagen na het ontstaan van de gebeurtenis. Onverminderd de bepalingen van deze verordening, de nieuwe aangifte vormt de basis bij de volgende inkohieringen en herroept uitdrukkelijk het vorige aangifteformulier. Artikel 8 De belastingplichtige wordt ertoe gehouden de controle van zijn aangifte te vergemakkelijken voornamelijk door het verstrekken van alle documenten en inlichtingen die hem hierbij zouden worden gevraagd. Bij het niet voorleggen van documenten, gebrek aan medewerking of verhinderen van de fiscale controle door de belastingplichtige of een derde, wordt een administratieve geldboete opgelegd van 50€. Deze boete wordt gevestigd en ingevorderd volgens dezelfde regels als voorzien in de artikels 10 tot 12 van dit reglement. Artikel 9 Bij het ontbreken van de aangifte binnen de voorziene termijnen, of de onjuiste, onvolledige of onduidelijke aangifte vanwege de belastingplichtige zal de aanslag van ambtshalve worden gevestigd op basis van de gegevens waarover de Gemeente beschikt. In dit geval zal de ingekohierde belasting worden verhoogd met het bedrag gelijk aan de helft van de verschuldigde belasting. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve inkohiering, zal het gemeentebestuur per aangetekend schrijven, de motieven betekenen aan de belastingplichtige, welke aanleiding geven tot deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd, de manier waarop deze elementen werden vastgesteld en het bedrag van de belasting.

                                           110

De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van de betekening, om schriftelijk zijn opmerkingen te doen gelden. De belastingplichtige is ertoe gehouden het bewijs leveren van de juistheid van de door hem aangevoerde elementen. Het gemeentebestuur zal aan het einde van deze periode overgaan tot de ambtshalve inkohiering indien de belastingplichtige geen opmerkingen heeft gemaakt die de annulering van deze procedure rechtvaardigt. Artikel 10 De belasting is te voldoen, hetzij via de persoonlijke ruimte op de website van het gemeentebestuur, of per elektronische betaling op rekening van de gemeente. Artikel 11 De kohieren van de belasting worden door het College van Burgemeester en Schepenen opgemaakt en uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar afgesloten en uitvoerbaar verklaard. De ingekohierde belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. Bij gebrek aan betaling binnen de vastgestelde termijn zullen verwijlinteresten worden gevorderd, berekend volgens de bepalingen vastgelegd in artikel 414 van het Wetboek op de inkomstenbelastingen voor 1992 Artikel 12 De belasting is door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels vastgesteld voor het innen van belastingen ten voordele van de Staat. Artikel 13 §1 - De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar schriftelijk indienen tegen de geheven belasting, alsook alle verhogingen of boetes, bij het College van Burgemeester en Schepenen, die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te vermijden, moet het bezwaarschrift ondertekend en met redenen omkleed zijn en moet vermelden: de naam, hoedanigheid, adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de belasting is vastgesteld alsook het onderwerp van het bezwaar en een uiteenzetting van feiten en middelen. §2 - De bezwaren moeten ingediend worden, op straffe van nietigheid, binnen de termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift zal schriftelijk ontvangst bericht worden binnen de 15 dagen na de verzending of de indiening van het bezwaarschrift. §3 - Indien de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden in het kader van het onderzoek van zijn bezwaar, moet hij dit uitdrukkelijk vragen in zijn bezwaarschrift Artikel 14 Dit onderhavige reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt het reglement goedgekeurd door de Gemeenteraad van 23 september 2015.

DÉVELOPPEMENT STRATÉGIQUE ET DURABLE -=- STRATEGISCHE EN DUURZAME ONTWIKKELING (SDO) Appui à la coordination -=- Steun bij de coördinatie SP 34.- Fonds d'Impulsion à la Politique des Immigrés - Projet de répartition FIPI communal

 2020 - Approbation -=- Impulsfonds voor het Migrantenbeleid - Gemeentelijk
 verdelingsproject FIM 2020 - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                                LE CONSEIL COMMUNAL
                    Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu les articles 117 et 123 de la nouvelle loi communale ;

                                             111

Vu l’initiative du de la Commission Communautaire Française visant à créer un Fonds d’Impulsion pour financer des projets dans le cadre de la Politique des Immigrés ; Vu l'appel à projet 2020 lancé par la Commission Communautaire Française (COCOF) Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 10 décembre 2019 DECIDE d’approuver le projet de répartition budgétaire présenté par le Collège des Bourgmestre et Echevins pour les actions envisagées, en attendant la confirmation de la part de la Commission Communautaire Française (COCOF) du montant attribué à Schaerbeek en 2020.

                              DE GEMEENTERAAD
      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op de artikelen 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op het initiatief van de Franse Gemeenschapscommissie om een Impuls Fonds met het oog projecten in het kader van het immigratiebeleid te financieren, te creëren; Gelet op de oproep 2020 gelanceerd door de Franse Gemeenschapscommissie tot het indienen van voorstellen Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 10 december 2019 BESLUIT om de begroting toewijzingen zoals voorgesteld door het College van Burgemeester en Schepenen voor de voorgenomen acties, goed te keuren, in afwachting van de bevestiging van de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF) van het toegekende bedrag voor Schaarbeek in 2020.

Appui territorial et thématique -=- Territoriale en thematishe steun SP 35.- Subvention de l'ASBL Espace P… , - Année 2019 - Approbation -=- Subsidie van VZW

 Espace P..., - Dienstjaar 2019 - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                   Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu l'article 117 de la nouvelle loi communale; Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l'octroi et de l'emploi de certaines subventions et sa délibération du 15 janvier 1985; Vu sa délibération du 27 février 2019 adoptant le budget communal pour l'exercice 2019; Vu la délibération du Conseil communal du 27 mars 2019 adoptant le règlement relatif aux subventions communales; Vu la délibération du Conseil communal du 30 mai 2019 adoptant la répartition des subsides aux associations DECIDE

    1.     De modifier comme suit les subventions aux associations pour l'exercice 2019,
           pour un montant global de 90 000 euros:
           ◦    Espace P...                     80 000 euros
           ◦    Espace P...                     10 000 euros
    2.     d'approuver la convention avec l'ASBL Espace P... pour la promotion en
           français de l'ouvrage "En vraag niet waarom. Sexwerk in Belgïe", de Hans
           Vandecandelaere, valable du 20 décembre 2019 au 20 août 2020.
                              DE GEMEENTERAAD
      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en aanwending van sommige toelagen en gelet op zijn raadbesluit van 15 januari 1985;

                                           112

Gelet op de beraadslaging van 27 februari 2019 die de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2019 vaststelt; Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van 27 maart 2019 dit het reglement met betrekking tot de gemeentelijke toelagen vaststelt; Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van 30 mei 2019 dit de verdeling van de subsidies aan de verenigingen vaststelt; BESLIST

    1.    Om de subsidies aan de verenigingen voor het dienstjaar 2019 te veranderen,
          voor een totaal bedrag van 90 000 euros:
          ◦     Espace P...                   80 000 euros
          ◦     Espace P...                   10 000 euros
    2.    om de overeenkomst tussen de gemeente en de VZW Espace P... van 20
          decembre 2019 tot 20 augustus 2020 voor de promotie van de boek "En vraag
          niet waarom. Sexwerk in Belgë" van Hans Vandecandelaere in frans goed te
          keuren

SP 36.- Subvention de l'ASBL Espace P… , - Année 2020 - Approbation -=- Subsidie van VZW

 Espace P..., - Dienstjaar 2020 - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                   Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu l'appel à projets avalisé par le Collège le 18 juillet 2017; Vu la nécessité d'un travail d'accompagnement social auprès des personnes prostituées; Vu la nécessité d'un relais de terrain entre les quartiers de prostitution et l'administration communale; Vu l'importance d'un travail de cohésion sociale entre les habitants et les personnes prostituées dans le quartier Nord; Vu la nécessité d'autonomiser les personnes prostituées face aux réseaux de traite des êtres humains et au proxénétisme; Vu le travail entrepris par Espace P…, désigné comme opérateur pour les deux lots de l'appel à projets, et la nécessité de prolonger ce travail; DECIDE

    1.    d'approuver la subvention de l'ASBL Espace P... à hauteur de 80.000€ pour la
          période courant du 1er janvier 2020 au 31 décembre 2020 sous réserve de
          l'approbation du budget 2020
    2.    d'approuver la convention entre la commune et l'ASBL Espace P...
                               DE GEMEENTERAAD
       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gezien de projectoproep goedgekeurd door het College op18 juli 2017; Gezien de noodzaak van een sociale begeleiding van de prostituees; Gezien de noodzaak van een contactpersoon tussen de prostitutiewijken en de gemeentelijke administratie ; Gezien het belang van een werk rond samenleving en integratie tussen de wijkbewoners en de prostituees in de Noordwijk Gezien de noodzaak van de verzelfstandiging van de prostituees ten opzichte van de netwerken van mensenhandel en souteneurschap; Gezien het werk van Espace P… als operator voor de twee percelen van de projectoproep en de noodzakelijkheid het te verlengen;

                                             113

BESLUIT

   1.     om de subsidie van de VZW Espace P... van 80000€ voor de periode van 1 januari
          2020 tot 31 december 2020 goed te keuren onder voorbehoud van de
          goedkeuring van de gemeentelijke begroting 20209
   2.     de overeenkomst tussen de gemeente en de VZW Espace P... goed te keuren

Mobilité -=- Mobiliteit SP 37.- Subvention « Bikes in Brussels » : approbation de la convention avec la Fondation

 Roi Baudouin -=- Subsidie « Bikes in Brussels »: goedkeuring van de overeenkomst met
 de Koning Boudewijnstichting

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                   Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu l’appel à projets « Bikes in Brussels » lancé par la Fondation Roi Baudouin ; Considérant la volonté de la Fondation de soutenir les efforts d’aménagement et d’équipement en faveur des cyclistes en Région de Bruxelles-Capitale ; Considérant la volonté de la commune de Schaerbeek de répondre efficacement à la demande croissante en termes de stationnement vélo ; Vu la convention en annexe ; Considérant que la collaboration Commune/Fondation qui en résulte est au bénéfice de tous : la Commune, ses habitants, ses usagers et la cohérence de la politique de mobilité sur le territoire régional ; Sur proposition du Collège communal du 26 novembre 2019 ; DÉCIDE: D’approuver la convention ci-annexée entre la Fondation Roi Baudouin et la commune de Schaerbeek.

                                DE GEMEENTERAAD
        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op de projectoproep “Bikes in Brussels” van de Koning Boudewijnstichting; Gezien de wens van de Koning Boudewijnstichting om de inspanningen in termen van ontwikkeling en apparatuur inspanningen voor fietsers ondersteunen; Gezien de wens van de gemeente Schaarbeek om effectief te reageren op de groeiende vraag van fietsparkeren; Gelet op de overeenkomst toegevoegd aan het dossier; Overwegende dat de medewerking Koning Boudewijnstichting/Gemeente ten gunste van iedereen is: de Gemeente, zijn inwoners, zijn gebruikers en samenhang van het beleid inzake mobiliteit op het regionale grondgebied; Op voorstel van het College van 26 november 2019; BESLIST: De bijgevoegde overeenkomst tussen de Koning Boudewijnstichting en de Gemeente goed te keuren.

AFFAIRES GÉNÉRALES -=- ALGEMENE ZAKEN SP 38.- Règlement Général de Police - Approbation -=- Algemeen Politiereglement -

 Goedkeuring
    Ce point est retiré de l'ordre du jour -=- Dit punt werd aan de agenda onttrokken
                                            114

Affaires juridiques -=- Juridische zaken SP 39.- Conclusion d'une convention tripartite entre la Commune, parking.brussels et Be-

 Mobile SA afin de transférer à parking.brussels le contrat liant la Commune et Be-
 Mobile pour l’exploitation de services de paiement de stationnement par SMS -
 Approbation -=- Afsluiting van een driepartijenovereenkomst tussen de Gemeente,
 parking.brussels en Be-Mobile NV om aan parking.brussels de overeenkomst tussen de
 Gemeente en Be-Mobile voor de uitbating van de SMS-parkeerbetalingsdiensten over
 te dragen - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Décidé, par 26 voix contre 5 et 12 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté -=- Besloten, met 26 stem(men) tegen 5 en 12 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

                                LE CONSEIL COMMUNAL
       Décidé, par 26 voix contre 5 et 12 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté

Vu la Nouvelle loi communale ; Vu l’ordonnance du 22 janvier 2009 portant organisation de la politique du stationnement et création de l’Agence du stationnement ; Considérant que la Commune a conclu le 12 novembre 2019 avec parking.brussels une convention de délégation des missions de contrôle et de perception des redevances du stationnement sur le territoire de la Commune ; Que, dans ce cadre, parking.brussels doit continuer d'assurer la possibilité de paiement des redevances par sms ; Que par conséquent une convention tripartite entre la Commune, parking.brussels et la SA Be-Mobile doit être conclue afin de transférer à parking.brussels le contrat liant la Commune et Be-Mobile pour l’exploitation de services de paiement de stationnement par SMS ; DECIDE : D’approuver la convention tripartite ci-jointe à conclure avec parking.brussels et la SA Be- Mobile afin de transférer à parking.brussels le contrat liant la Commune et Be-Mobile pour l’exploitation de services de paiement de stationnement par SMS ;

                                DE GEMEENTERAAD
Besloten, met 26 stem(men) tegen 5 en 12 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

Gezien de Nieuwe Gemeentewet ; Gezien de ordonnantie van 22 januari 2009 houdende de organisatie van het parkeerbeleid en de oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap ; Overwegende dat de Gemeente op 12 november 2019 met parking.brussels een overeenkomst van overdracht van de controle-en inningsopdracht van de parkeerretributie op het gemeentelijke grondgebied afgesloten heeft ; Dat in dit verband parking.brussels de mogelijkheid moet blijven bieden om de retributie per sms te betalen ; Dat dan ook een driepartijenovereenkomst tussen de Gemeente, parking.brussels en Be- Mobile NV afgesloten moet worden om aan parking.brussels de overeenkomst tussen de Gemeente en Be-Mobile voor de uitbating van de SMS-parkeerbetalingsdiensten over te dragen ; BESLIST : De hierbij gevoegde met parking.brussels en Be-Mobile NV af te sluiten driepartijenovereenkomst goed te keuren om aan parking.brussels de overeenkomst tussen de Gemeente en Be-Mobile voor de uitbating van de SMS-parkeerbetalingsdiensten over te dragen ;

                                            115

SP 40.- Transfert des missions de stationnement à parking.brussels et fin des missions de la

 S.A. RAUWERS CONTRÔLE en matière de stationnement : conclusion d'une convention
 entre la Commune et la S.A. RAUWERS CONTRÔLE afin de régler la gestion et la
 répartition des montants à percevoir par RAUWERS CONTRÔLE à partir du 1er janvier
 2020 -=- Overdracht aan parking.brussels van de parkeeropdrachten en einde van de
 parkeeropdrachten van RAUWERS CONTRÔLE N.V. : afsluiting van een overeenkomst
 tussen de Gemeente en de N.V. RAUWERS CONTRÔLE om het beheer en de verdeling
 van de geïnde bedragen door RAUWERS CONTROL vanaf 1 januari 2020 in te stellen

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Décidé, par 34 voix contre 5 et 4 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté -=- Besloten, met 34 stem(men) tegen 5 en 4 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

                                LE CONSEIL COMMUNAL
        Décidé, par 34 voix contre 5 et 4 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté

Vu la Nouvelle loi communale ; Vu l'Ordonnance du 22 janvier 2009 portant organisation de la politique du stationnement et création de l’Agence du stationnement ; Considérant que la Commune a conclu le 12 novembre 2019 avec parking.brussels une convention de délégation des missions de contrôle et de perception des redevances du stationnement sur le territoire de la Commune ; Considérant qu'à partir du 1er janvier 2020, il est mis fin aux missions en matière de stationnement confiées à la S.A. RAUWERS CONTRÔLE par la convention du 29 novembre 1999 ; Que la S.A. RAUWERS CONTRÔLE continuera cependant, après le 1er janvier 2020, à percevoir les redevances établies jusqu'au 31 décembre 2019 ; Qu'il convient dès lors de régler la gestion et le répartition des montants perçus par la S.A. RAUWERS CONTRÔLE à partir du 1er janvier 2020 dans un avenant à la convention du 29 novembre 1999 ; DECIDE : D’approuver la convention ci-jointe à conclure avec la S.A. RAUWERS CONTRÔLE afin de régler la gestion et la répartition des montants à percevoir par RAUWERS CONTRÔLE à partir du 1er janvier 2020.

                                DE GEMEENTERAAD
 Besloten, met 34 stem(men) tegen 5 en 4 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

Gezien de Nieuwe Gemeentewet ; Gezien de ordonnantie van 22 januari 2009 houdende de organisatie van het parkeerbeleid en de oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap ; Overwegende dat de Gemeente op 12 november 2019 met parking.brussels een overeenkomst van overdracht van de controle-en inningsopdracht van de parkeerretributie op het gemeentelijke grondgebied afgesloten heeft ; Overwegende dat de parkeeropdrachten die aan de N.V. RAUWERS CONTRÔLE zijn toevertrouwd door een overeenkomst van 29 november 1999 vanaf 1 januari 2020 worden beëindigd ; Dat de N.V. RAUWERS CONTRÔLE echter na 1 januari 2020 zal blijven de retributie vastgesteld tot 31 december 2019 ontvangen ; Dat het daarom passend is om het beheer en de verdeling van de geïnde bedragen door de N.V. RAUWERS CONTRÔLE te reguleren vanaf 1 januari 2020 in een wijziging van de overeenkomst van 29 november 1999 ; BESLIST : De hierbij gevoegde met de N.V. RAUWERS CONTRÔLE af te sluiten overeenkomst goed te keuren om het beheer en de verdeling van de geïnde bedragen door RAUWERS CONTRÔLE vanaf 1 januari 2020 in te stellen.

                                             116

Gestion immobilière -=- Vastgoedbeheer SP 41.- Bien communal sis avenue Félix Marchal, 1 à 1030 Schaerbeek - Nouvelle

 convention d'occupation (avec effet au 1er janvier 2020) à conclure avec l'asbl La
 Balsamine (concomitamment à la conclusion d'une "convention-cadre pluriannuelle de
 subventionnement" et d'un "plan d'objectifs annuel" inhérent, en application du
 Règlement communal du 27/03/2019 relatif à l'octroi, l'emploi et le contrôle des
 subventions communales) - Approbation -=- Gemeentelijk pand gelegen Félix
 Marchallaan, 1 te 1030 Schaarbeek - Nieuwe bezettingsovereenkomst (met
 inwerkingtreding op 1 januari 2020) te sluiten met de vzw La Balsamine (simultaan met
 het sluiten van een "raamovereenkomst voor meerdere jaren voor gemeentelijke
 subsidiëring" en van een "jaarlijks plan met doelstellingen" bij deze
 "raamovereenkomst voor meerdere jaren", in toepassing van het Gemeentelijk
 Reglement van 27/03/2019 betreffende de toekenning, aanwending en controle van
 gemeentelijke subsidies) - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                   Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu les articles 117 et 232 de la Nouvelle loi communale; Vu ses délibérations en sa séance du 28 octobre 2015, objet n° 39 de l'ordre du jour (approbation du Règlement général pour l'occupation de locaux et terrains communaux) et objet n° 40 de l'ordre du jour (approbation de douze modèles de conventions pour l'occupation de locaux et terrains communaux); Vu le rapport présenté au Collège des Bourgmestre et Echevins en séance du 10 décembre 2019; Considérant qu'il convient de faire droit aux conclusions de ce rapport; DECIDE: D'approuver le projet de nouvelle convention relative à l'occupation du bien communal sis avenue Félix Marchal, 1 à 1030 Schaerbeek, à conclure avec l'asbl La Balsamine (concomitamment à la conclusion avec l'asbl La Balsamine d'une “convention-cadre pluriannuelle de subventionnement communal” et d'un “plan d'objectifs annuel” inhérent à cette “convention-cadre pluriannuelle” pour 2020 et les années suivantes, en application du Règlement communal du 27/03/2019 relatif à l'octroi, l'emploi et le contrôle des subventions communales).

                              DE GEMEENTERAAD
      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gezien de artikelen 117 en 232 van de Nieuwe Gemeentewet; Gezien haar beraadslagingen in haar zitting van 28 oktober 2015, voorwerp nr. 39 van de agenda (goedkeuring van het Algemeen Reglement voor de bezetting van gemeentelijke lokalen en terreinen) en voorwerp nr. 40 van de agenda (goedkeuring van twaalf standaardovereenkomsten voor de bezetting van gemeentelijke lokalen en terreinen); Gezien het verslag voorgelegd aan het College van Burgemeester en Schepenen in zitting van 10 december 2019; Overwegende dat het past recht te doen op de conclusies van dit verslag; BESLUIT: Het ontwerp van nieuwe overeenkomst betreffende de bezetting van het gemeentelijke pand gelegen Félix Marchallaan, 1 te 1030 Schaarbeek, te sluiten met de vzw La Balsamine (simultaan met het sluiten met de vzw La Balsamine van een “raamovereenkomst voor meerdere jaren voor gemeentelijke subsidiëring” en van een “jaarlijks plan met doelstellingen” bij deze “raamovereenkomst voor meerdere jaren” voor 2020 en de volgende jaren, in toepassing van het Gemeentelijk Reglement van 27/03/2019 betreffende de toekenning, aanwending en controle van gemeentelijke subsidies), goed te keuren.

                                            117

SP 42.- Bâtiment angle rue de Gaucheret 199 et de la rue Destouvelles 35,37 - Deux

 logements situés au troisième étage - Bail emphytéotique avec l'asbl ASIS –
 Approbation -=- Gebouw op het hoek van Gaucheretstraat 199 en Destouvellesstraat
 35,37 - 2 appartementen op het derde verdieping - Erfpacht met vzw ASIS –
 Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                   Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu l'article 117 de la Nouvelle Loi communale Vu les obligations incombant à la Commune dans le cadre des subsides dont les immeubles à transférer ont bénéficié pour leur acquisition, rénovation ou construction, et notamment celles issues de

          a) l'ordonnance du 7 octobre 1993 organique de la revitalisation des quartiers,
           telle que modifiée
          b) l'ordonnance du 28 janvier 2010 organique de la revitalisation urbaine et de
           ses arrêtés d'exécution
          c) l'arrêté du gouvernement de la région de Bruxelles-Capitale en date du 4
           février 1999 relatif à la vente par les communes et les centres publics d'aide
           sociale de certains immeubles

Vu l'accord de majorité 2018-2024 prévoyant le transfert de gestion des logements communaux au Foyer schaerbeekois et à l’asbl ASIS Vu sa délibération du 03.12.2013 approuvant le plan communal Logement dont le transfert des logements communaux constitue une des actions à entreprendre Vu ses délibérations précédentes des 26.11.2014, 23.09.2015 et 29.11.2017 approuvant le transfert de respectivement 15, 10 et 4 appartements à l'ASIS ; Vu les statuts de l'agence immobilière sociale 'ASIS' et sa mission spécifique en matière de logement Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 10.12.2019 Considérant qu'il y a lieu de faire droit aux conclusions de cette décision DECIDE : d'adopter le bail emphytéotique, déposé au dossier, avec l'asbl Agence Schaerbeekoise Immobilière Sociale (Chaussée de Haecht, 226 - 1030 Bruxelles) relatif à deux logements dans un immeuble situé au coin de la rue Destouvelles 35-37 et de la rue Gaucheret 199 pour un canon de 11.206,28 €/an pour une durée de 27 ans

                              DE GEMEENTERAAD
      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op het artikel 117 van de Nieuwe Gemeentewet Gelet op de verplichtingen van de Gemeente in het kader van de subsidies waarvan de over te maken gebouwen hebben genieten bij hun verwerving, renovatie of bouw, en in het bijzonder deze voortvloeiend uit :

        a) de ordonnantie van 7 oktober 1993 houdende organisatie van de
         herwaardering van wijken, zoals gewijzigd
        b) de ordonnantie van 28 januari 2010 houdende organisatie van de
         stadsherwaardering, en haar uitvoeringsbesluiten
        c) het besluit van Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 4 februari
         1999 betreffende de verkoop van bepaalde gebouwen door de gemeenten

Gelet op het meerderheidsakkoord 2018-2024 dat voorziet in de transfert van het beheer van de gemeentewoningen aan de Schaarbeekse Haard en aan de vzw ASIS Gelet op haar beraadslaging van 03.12.2013 tot goedkeuring van het gemeentelijk Huisvestingsplan waarin de transfer van de gemeentewoningen een van de uit te voren acties is

                                            118

Gelet op haar voormalige beraadslagingen van 26.11.2014, 23.09.2015 en 29.11.2017 waarbij 15, 10 en 4 appartementen aan ASIS toevertrouwd werden Gelet op de statuten van de Sociale Verhuur Maatschappij 'ASIS' en haar specifieke opdracht inzake huisvesting Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen dd. 10.12.2019 Overwegend dat het betaamt gevolg te geven aan de conclusies van deze beslissing BESLUIT : de erfpacht (neergelegd in het dossier) met de vzw ASIS (Haachtsesteenweg, 226 - 1030 Brussel) betreffend 2 appartemens in een gebouw die staat op de hoek van Destouvellesstraat 35,37 en Gaucheretstraat 199 tegen een canon van 11.206.28 €/jaar voor een tijdperk van 27 jaren aan te nemen

SP 43.- Convention d'occupation à titre précaire pour le terrain d'une superficie de

 731.97m² sis avenue Ernest Cambier sous patrimoine de la SNCB - Approbation -=-
 Precaire bezettingsovereenkomst voor de grond gelegen Ernest Cambierlaan met een
 oppervlakte van 731.97m² onder het NMBS erfgoed - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                   Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu l'article 117 de la Nouvelle Loi communale Vu la délibération du Conseil en date du 22.12.2010 au sujet de la première convention d'occupation à titre précaire Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 19.11.2019 qui autorise le placement d'une clôture autour du terrain Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 03.12.2019 avalisant la nouvelle convention Considérant qu'il y a lieu de faire droit à ces décisions DECIDE D'adopter la convention d'occupation (pour des potagers) à titre précaire, déposée au dossier, entre la Commune de Schaerbeek et Infrabel pour le terrain sis avenue Ernest Cambier sous patrimoine SNCB P1/0260/0070/001 qui débute en date du 01.01.2020 et pour un loyer de 1 euro par an pour une durée indéterminée avec terme possible avec préavis de 3 mois.

                              DE GEMEENTERAAD
      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op het artikel 117 van de Nieuwe Gemeentewet Gelet op haar beraadslaging dd 22.12.2010 van Gemeenteraad betreffende de eerste precaire bezettingsovereenkomst Gelet op de beslissing van het College van het Burgemeester en Schepenen dd 19.11.2019 die heeft zijn akkoord voor een nieuwe hek te plaatsen gegeven. Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen dd 03.12.2019 die zijn akkoord voor de nieuwe conventie gaf Overwegende dat het betaamt gevolg geven aan deze beslissingen BESLUIT De precaire bezettingsovereenkomst (voor moestuinen), neergelegd in het dossier, tussen de Gemeente Schaarbeek en Infrabel voor een grond gelegen Ernest Cambierlaan onder NMBS erfgoed P1/0260/0070/001, die begint op dd 01.01.2020 tegen een huurprijs van 1 euro/jaar voor een onbepaalde termijn met mogelijke termijn na een opzegtermijn van 3 maanden.

                                           119

RESSOURCES HUMAINES -=- HUMAN RESOURCES SP 44.- Avantages octroyés au personnel - Modification de la valeur faciale des titres-repas

  1. Approbation -=- Voordelen toegekend aan het personeel - Wijziging van de nominale

waarde van de maaltijdcheques - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                                LE CONSEIL COMMUNAL
                    Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu les articles 117, 119 et 145 de la nouvelle loi communale; Vu la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités ; Vu l’article 19bis de l'Arrêté royal du 28 novembre 1969, pris en exécution de la loi du 27 juin 1969 revisant l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs ; Vu la délibération du Conseil communal du 28 février 2018 arrêtant le règlement relatif à l’octroi de titres-repas au personnel communal; Considérant que les titres-repas ne sont pas octroyés en remplacement ou en conversion d'une rémunération; Vu l'accord de principe du comité de concertation Commune-CPAS du 18 novembre 2019; Vu le protocole d’accord unanime signé en séance du 4 décembre 2019 du Comité particulier de négociation ; Vu l'avis favorable du comité d'accompagnement du plan de redressement en date du 9 décembre 2019; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 14 novembre 2019; ARRETE: L'article 2 du règlement du 28 février 2018 relatif à l’octroi de chèques-repas au personnel communal est modifié comme suit: Article 2 Le montant du titre-repas est fixé à € 6,10 pour les prestations effectuées entre le 1er janvier et le 31 décembre 2020 (mois de référence). Les interventions de l’employeur et de l’agent sont fixées respectivement à € 5,01 et € 1,09. Le montant du titre-repas est fixé à € 6,50 pour les prestations effectuées à partir du 1er janvier 2021 (mois de référence). Les interventions de l’employeur et de l’agent sont fixées respectivement à € 5,41 et € 1,09. La participation de l’agent sera déduite de sa rémunération. Le nombre de titres-repas et leur montant brut, diminué de la part personnelle du travailleur, sont mentionnés sur la fiche de paie mensuelle du travailleur.

                               DE GEMEENTERAAD
       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op de artikelen 117, 119 en 145 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel; Gelet op artikel 19bis van het Koninklijk Besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de Wet van 27 juni 1969 tot herziening van de Besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; Gelet op het Gemeenteraadsbesluit van 28 februari 2018 tot vaststelling van het reglement betreffende de toekenning van maaltijdcheques aan het gemeentepersoneel; Overwegende dat de maaltijdcheques niet ter vervanging of ter omzetting van loon worden toegekend; Gelet op het akkoord van het Overlegcomité Gemeente/OCMW op datum van 18 november 2019; Gelet op het protocol van unaniem akkoord ondertekend in vergadering van het onderhandelingscomité op datum van 4 december 2019;

                                             120

Gelet op het advies van het Begeleidingscomité van het herstelplan op 9 december 2019; Op voorstellen van het College van Burgemeester en Schepenen van 14 november 2019; BESLUIT: Het artikel 2 van het reglement van 28 februari 2018 tot toekenning van maaltijdcheques aan het gemeentepersoneel wordt als volgt gewijzigd : Artikel 2 Het bedrag van de cheque wordt vastgesteld op € 6,10 voor de prestaties van 1 januari tot en met 31 december 2020 (referentiemaanden). De bijdrage van de werkgever en van de beambte wordt respectievelijk vastgesteld op € 5,01 en € 1,09. Het bedrag van de cheque wordt vastgesteld op € 6,50 voor de prestaties vanaf 1 januari 2021 (referentiemaanden). De bijdrage van de werkgever en van de beambte wordt respectievelijk vastgesteld op € 5,41 en € 1,09. De bijdrage van de beambte zal van zijn wedde afgetrokken worden. Het aantal maaltijdcheques en het brutobedrag ervan, verminderd met het persoonlijk aandeel van de werknemer, wordt op de maandelijkse loonfiche van de werknemer vermeld.

Carrière -=- Loopbaan SP 45.- Convention cadre de mise à disposition de personnel par le CPAS de Schaerbeek

 dans le cadre de l'article 60§7 de la loi organique du 08.07.1976 - Approbation -=-
 Raamovereenkomst voor de terbeschikkingstelling van werknemers door het OCMW
 van Schaarbeek in het kader van artikel 60§7 van de organieke wet van 8.07.1976 -
 Goedkeuring
     Ce point est retiré de l'ordre du jour -=- Dit punt werd aan de agenda onttrokken

Traitements – Pensions -=- Wedden & pensioenen SP 46.- Programmation sociale - Octroi d'une allocation de fin d'année 2019 - Approbation -

 =- Sociaal programma - Toekennen van een eindejaartoelage in 2019 - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                                LE CONSEIL COMMUNAL
                    Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu les articles 117 et 119 de la nouvelle loi communale; Vu l'arrêté royal du 23 octobre 1979, accordant une allocation de fin d'année à certains titulaires d'une fonction rémunérée à charge du Trésor public,tel qu'il a été notamment modifié par l'arrêté royal du 3 décembre 1987 et par l’arrêté royal du 15 décembre 1999; Vu l'arrêté royal n° 474 du 28 octobre 1986, portant création d'un régime de contractuels subventionnés par l'Etat auprès de certains pouvoirs locaux, et notamment l'article 8; Vu la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités; Considérant que les crédits nécessaires sont inscrits au budget 2019; Vu le protocole d’accord unanime du Comité particulier de négociation relatif à la réintroduction du bénéfice d'une allocation de fin d'année, signé en séance du 21 février 2018 ; Vu l'accord du comité de concertation Commune-CPAS du 27 février 2018; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 17 décembre 2019; ARRETE: Article 1er.- Une allocation de fin d'année est accordée, pour l'année 2019 aux membres du personnel non enseignant, étant soit agents statutaires nommés à titre définitif, soit agents statutaires nommés en stage, soit membres du personnel sous contrat de travail, y compris les agents contractuels subventionnés.

                                             121

Article 2.- Pour l'application du présent règlement, il faut entendre : 1°) par “rémunération”, tout traitement, salaire, ou indemnité tenant lieu de traitement ou de salaire, compte non tenu des augmentations ou des diminutions dues aux fluctuations de l'indice des prix à la consommation; 2°) par “rétribution”, la rémunération augmentée éventuellement de l'allocation de foyer ou de résidence; 3°) par “rétribution brute”, la rétribution affectée des augmentations ou des diminutions dues aux fluctuations de l'indice des prix à la consommation; 4°) par “prestations complètes”, les prestations dont l'horaire est tel qu'elles absorbent totalement une activité professionnelle normale; 5°) par “période de référence”, la période qui s'étend du 1er janvier au 30 septembre de l'année considérée. Article 3.- § 1er.- Bénéficie de la totalité du montant de l'allocation, l'intéressé qui, en tant que titulaire d'une fonction comportant des prestations complètes, a bénéficié de la totalité de sa rémunération pendant toute la durée de la période de référence.

                 § 2.- Lorsque l'intéressé n'a pas bénéficié de la totalité de la rémunération

visée au § 1er, en tant que titulaire d'une fonction comportant des prestations complètes ou des prestations incomplètes, le montant de l'allocation est réduit au prorata de la rémunération qu'il a effectivement perçue. Article 4.- Le montant de l'allocation de fin d'année, accordée pour l'année 2019, ne peut dépasser le résultat de l'opération suivante : a) une partie forfaitaire déterminée par la circulaire ministérielle n°675 du 25 novembre 2019, soit pour 2019: 385,7226 € ; b) une partie variable s'élevant à 2,5 % de la rétribution annuelle qui a servi de base au calcul de la rétribution due au bénéficiaire au cours du mois d'octobre 2019, à multiplier par X neuvièmes, X représentant le nombre de mois ou de parties de mois au cours desquels l'intéressé a bénéficié de sa rémunération pendant la période de référence. Dans le cas où l'intéressé n'a pas bénéficié de sa rétribution pour octobre 2019, la rétribution annuelle à prendre en considération pour fixer la partie variable de l'allocation est celle qui aurait servi de base pour calculer la rétribution d'octobre 2019 si celle-ci avait été due. Article 5.- L'allocation de fin d'année est payée en une fois au cours du mois de décembre 2019. Article 6.- L'allocation de fin d'année est soumise aux retenues prévues en application des dispositions de la loi du 27 juin 1969 revisant l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, sauf pour les bénéficiaires qui sont soumis exclusivement au régime d'assurance obligatoire contre la maladie et l'invalidité, secteur des soins de santé. Une cotisation du secteur soin de santé pour les membres du personnel statutaire est due sur le montant de la partie fixe de l’allocation de fin d’année qui est supérieur au montant octroyé en 1990. Article 7.- Les dispositions de l’arrêté royal du 9 mai 1984 prévoyant les règles relatives au cumul de l’allocation de fin d’année dans le secteur public seront appliquées le cas échéant.

                               DE GEMEENTERAAD
       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op de artikelen 117 en 119 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op het koninklijk besluit van 23 oktober 1979 houdende toekenning van een eindejaarstoelage aan sommige titularissen van een ten laste van de Schatkist bezoldigd ambt, zoals ze onder meer werd gewijzigd bij koninklijk besluit van 3 december 1987 en bij koninklijk besluit van 15 december 1999; Gelet op het koninklijk besluit nr 474 van 28 oktober 1986, houdende opzetting van een stelsel van de door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen, en onder meer het artikel 8; Gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel; Overwegende dat de nodige kredieten in de begroting van 2019 zijn opgenomen; Gelet op het protocol van unaniem akkoord van het onderhandelingscomité over de herinvoering van een eindejaarstoelage, ondertekend op 21 februari 2018;

                                               122

Gelet op het akkoord van het Overlegcomité Gemeente/OCMW op datum van 27 februari 2018; Op voorstellen van het College van Burgemeester en Schepenen 17 december 2019; BESLUIT: Artikel 1.- Een eindejaarstoelage wordt, voor het jaar 2019, toegekend aan het niet- onderwijzend personeel, die of in vast verband, of in stage benoemd zijn, of onder contract zijn, inbegrepen de gesubsidieerde contractuelen. Artikel 2.- Voor de toepassing van onderhavig reglement, moet worden verstaan: 1°) onder “beloning”, elke wedde, loon of in de plaats daarvan gestelde vergoeding, zonder rekening te houden met de vermeerderingen of verminderingen ten gevolge van de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen; 2°) onder “bezoldiging”, de beloning, eventueel vermeerderd met de haard- of standplaatstoelage; 3°) onder “brutobezoldiging”, de bezoldiging met de vermeerderingen of de verminderingen tengevolge van de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen; 4°) onder “volledige prestaties”, de prestaties waarvan het uurrooster zo is dat ze een volledige normale beroepsactiviteit innemen; 5°) onder “verwijzingsperiode”, de periode gaande van 1 januari tot 30 september van het in aanmerking genomen jaar. Artikel 3.- § 1.- Geniet van de totaliteit van het toelagebedrag de belanghebbende die, als titularis van een ambt houdende volledige prestaties, genoten heeft van de totaliteit van zijn bezoldiging gedurende de ganse duur van de verwijzingsperiode.

       § 2.- Ingeval de belanghebbende niet genoten heeft van de totaliteit van de onder § 1

bedoelde bezoldiging, als titularis van een ambt houdende volledige of onvolledige prestaties, wordt het toelagebedrag verminderd in prorata met de bezoldiging die hij werkelijk geïnd heeft. Artikel 4.- Het bedrag van de eindejaarstoelage, toegekend voor het jaar 2019, mag niet de uitkomst van de volgende bewerking te boven gaan: a) een forfaitair gedeelte bepaald door de ministeriële omzendbrief nr 675 van 25 november 2019, hetzij voor 2019: 385,7226 €; b) een variabel gedeelte bedragende 2,5 percent van de jaarlijkse bezoldiging welke tot grondslag diende voor de berekening van de aan de gerechtigde verschuldigde bezoldiging voor de maand oktober 2019, te vermenigvuldigen met X negenden, X zijnde het aantal maanden of gedeelten van maanden waarvoor de belanghebbende zijn beloning tijdens de verwijzingsperiode heeft genoten. Wanneer de belanghebbende voor oktober 2019 van zijn bezoldiging niet genoten heeft, is de voor de berekening van het veranderlijk deel van de toelage in aanmerking te nemen jaarlijkse bezoldiging, die welke tot grondslag zou hebben gediend voor de berekening van de bezoldiging van oktober 2019, indien deze verschuldigd was geweest. Artikel 5.- De eindejaarstoelage wordt in één keer uitbetaald tijdens de maand december 2019. Artikel 6.- De eindejaarstoelage is onderworpen aan de voorziene afhoudingen in toepassing van de bepalingen van de wet van 27 juni 1969 herziend het wetsbesluit van 28 december 1944 aangaande de sociale zekerheid voor arbeiders, uitgenomen voor de begunstigden die uitsluitend onderworpen zijn aan het regime van de verplichte verzekering tegen ziekte en invaliditeit, sector van de gezondheidsverzorging. Een bijdrage van de sector geneeskundige verzorging voor de vastbenoemde personeelsleden is verschuldigd op het bedrag van het vast gedeelte van de eindejaarstoelage dat hoger is dan het bedrag toegekend in 1990. Artikel 7.- De beschikkingen van het koninklijk besluit van 9 mei 1984 tot voorziening van de regels in verband met het cumuleren van de eindejaarstoelage in de openbare sector zullen in voorkomend geval toegepast worden.

                                            123

INFRASTRUCTURES -=- INFRASTRUCTUUR Equipement -=- Uitrusting SP 47.- Acquisition de diverses fournitures et/ou divers services répondant aux besoins des

  services - Marchés publics de faible montant conclus par facture acceptée - Semaine
  48/19 - Pour information -=- Aankoop van diverse leveringen en/of diensten die
  beantwoorden aan de behoeften van de diensten - Overheidsopdrachten van beperkte
  waarde gesloten door een aanvaarde factuur - Week 48/19 - Ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                                      LE CONSEIL COMMUNAL
                          Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu les articles 234 et 236 de la nouvelle loi communale; Vu la loi du 17 juin 2016 – notamment son article 92 - relative aux marchés publics Vu l'arrêté royal du 18 avril 2017 - notamment ses articles 6, 7 et 124 - relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs classiques; Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 - notamment son article 5 - établissant les règles générales d’exécution des marchés publics ; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale ; Vu la décision du 26/11/2019 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant la procédure de passation et les conditions des marchés ayant pour objet « Acquisition des diverses fournitures et/ou divers services répondant aux besoins des services » ; Considérant que les dépenses seront financées par emprunts et/ou subsides; Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget extraordinaire pour 2019 ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins; PREND POUR INFORMATION : La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 26 novembre 2019 de passer des marchés publics de faible montant conclus par facture acceptée, ayant pour objet « Acquisition des diverses fournitures et/ou divers services répondant aux besoins des services » selon la liste suivante :

                          Type                                                   Montant

BC Article budgétaire Service concerné Objet Adjudicataire

                          financement                                            TVAC

3111 875/744-51/642 Emprunt EEP Pinces à déchets 3569,5 Glasdon 3122 875/744-51/642 Emprunt EEP Panneaux d'interdiction 3516,56 Poncelet 3156 767/744-51/812 Emprunt BIB FR Bacs à BD, Serre livres 8127,57 Mobidecor 3160 767/744-51/812 Emprunt BIB FR Casier de retour 2462,35 Schulz 3104 137/744-51/620 Emprunt Mag-CTR Laine d'acier 94,96 Miniox

                                        Mag-Gestion

3105 137/744-51/620 Emprunt Peinture primer 186,34 Miniox

                                        Immo.
                                DE GEMEENTERAAD
        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op artikelen 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juin 2016 - in het bijzonder artikel 92 ; Gelet op het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 plaatsing van overheidsopdrachten in klassieke sectoren - in het bijzonder artikelen 6, 7 en 124 ; Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten - in het bijzonder artikel 5 ; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ; Gelet op de beslissing van 26/11/2019 van het College van Burgemeester en Schepenen die de plaatsingsprocedure en de voorwaarden goedkeurt voor de opdrachten met als voorwerp “Aankoop van diverse leveringen / diensten die beantwoorden aan de behoeften van de diensten” ;

                                                   124

Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door leningen en/of toelagen; Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de buitengewone begroting van 2019; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; NEEMT KENNIS VAN : De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 26 november 2019 om overheidsopdrachten van beperkte waarde gesloten door een aanvaarde factuur , met als voorwerp “Aankoop van diverse leveringen en / of diensten die beantwoorden aan de behoeften van de diensten” te plaatsen , volgens de volgende lijst :

                                            Betrokken                                  Bedrag

BB Begrotingsartikel Soort financiering Voorwerp van de uitgave Opdrachtnemer

                                            dienst                                     BTWI

3111 875/744-51/642 Leningen EEP afvaltangen 3569,5 Glasdon 3122 875/744-51/642 Leningen EEP Verbodsborden 3516,56 Poncelet

                                                             Stripbakken,

3156 767/744-51/812 Leningen BIB FR 8127,57 Mobidecor

                                                             boekensteunen

3160 767/744-51/812 Leningen BIB FR Retourneerdoos 2462,35 Schulz 3104 137/744-51/620 Leningen Mag-CTR Staalwol 94,96 Miniox

                                            Mag-Gestion

3105 137/744-51/620 Leningen Grondverf 186,34 Miniox

                                            Immo.

SP 48.- Acquisition de diverses fournitures et/ou divers services répondant aux besoins des

 services - Marchés publics de faible montant conclus par facture acceptée - Semaine
 49/19 - pour information -=- Aankoop van diverse leveringen en/of diensten die
 beantwoorden aan de behoeften van de diensten - Overheidsopdrachten van beperkte
 waarde gesloten door een aanvaarde factuur - Week 49/19 - ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                                      LE CONSEIL COMMUNAL
                          Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu les articles 234 et 236 de la nouvelle loi communale; Vu la loi du 17 juin 2016 – notamment son article 92 - relative aux marchés publics Vu l'arrêté royal du 18 avril 2017 - notamment ses articles 6, 7 et 124 - relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs classiques; Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 - notamment son article 5 - établissant les règles générales d’exécution des marchés publics ; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale ; Vu la décision du 03/12/2019 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant la procédure de passation et les conditions des marchés ayant pour objet « Acquisition des diverses fournitures et/ou divers services répondant aux besoins des services » ; Considérant que les dépenses seront financées par emprunts et/ou subsides; Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget extraordinaire pour 2019 ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins; PREND POUR INFORMATION : La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 03 décembre 2019 de passer des marchés publics de faible montant conclus par facture acceptée, ayant pour objet « Acquisition des diverses fournitures et/ou divers services répondant aux besoins des services » selon la liste suivante :

                                                                                 Montant

BC Article budgétaire Service concerné Objet de la dépense Adjudicataire

                                                                                 TVAC

3206 766/734/60/642 Emprunt EEP Plantes 1406,2 BVDA De Swaef 3256 300/744-51/310 Emprunt DSD Talkie Walkie 6132,62 Flash Services

                                                          125

DE GEMEENTERAAD

       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op artikelen 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juin 2016 - in het bijzonder artikel 92 ; Gelet op het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 plaatsing van overheidsopdrachten in klassieke sectoren - in het bijzonder artikelen 6, 7 en 124 ; Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten - in het bijzonder artikel 5 ; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ; Gelet op de beslissing van 03/12/2019 van het College van Burgemeester en Schepenen die de plaatsingsprocedure en de voorwaarden goedkeurt voor de opdrachten met als voorwerp “Aankoop van diverse leveringen / diensten die beantwoorden aan de behoeften van de diensten” ; Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door leningen en/of toelagen; Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de buitengewone begroting van 2019; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; NEEMT KENNIS VAN : De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 03 december 2019 om overheidsopdrachten van beperkte waarde gesloten door een aanvaarde factuur , met als voorwerp “Aankoop van diverse leveringen en / of diensten die beantwoorden aan de behoeften van de diensten” te plaatsen , volgens de volgende lijst :

                                                                             Bedrag

BB Begrotingsartikel Betrokken dienst Voorwerp van de uitgave Opdrachtnemer

                                                                             BTWI

3206 766/734/60/642 Leningen EEP Planten 1406,2 BVDA De Swaef 3256 300/744-51/310 Leningen DSD Talkie Walkie 6132,62 Flash Services

SP 49.- Acquisition de diverses fournitures et/ou divers services répondant aux besoins des

 services - Marchés publics de faible montant conclus par facture acceptée - Semaine
 50/19 - Pour information -=- Aankoop van diverse leveringen en/of diensten die
 beantwoorden aan de behoeften van de diensten - Overheidsopdrachten van beperkte
 waarde gesloten door een aanvaarde factuur - Week 50/19 - Ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                                     LE CONSEIL COMMUNAL
                         Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu les articles 234 et 236 de la nouvelle loi communale; Vu la loi du 17 juin 2016 – notamment son article 92 - relative aux marchés publics Vu l'arrêté royal du 18 avril 2017 - notamment ses articles 6, 7 et 124 - relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs classiques; Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 - notamment son article 5 - établissant les règles générales d’exécution des marchés publics ; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale ; Vu la décision du 10/12/2019 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant la procédure de passation et les conditions des marchés ayant pour objet « Acquisition des diverses fournitures et/ou divers services répondant aux besoins des services » ; Considérant que les dépenses seront financées par emprunts et/ou subsides; Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget extraordinaire pour 2019 ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins;

                                                   126

PREND POUR INFORMATION : La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 10 décembre 2019 de passer des marchés publics de faible montant conclus par facture acceptée, ayant pour objet « Acquisition des diverses fournitures et/ou divers services répondant aux besoins des services » selon la liste suivante :

                               Type        Service                                    Montant

BC Article budgétaire Objet Adjudicataire

                               financement concerné                                   TVAC

3301 706/744-51/920 Emprunt Ens-Com Mobilier de bureau 950,87 Manutan

     706/744-51/920                                         Mobilier et fourniture

3322 Emprunt Ens-Com 3183,51 Manutan

     700/741-51/920                                         bureau
                                DE GEMEENTERAAD
        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op artikelen 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juin 2016 - in het bijzonder artikel 92 ; Gelet op het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 plaatsing van overheidsopdrachten in klassieke sectoren - in het bijzonder artikelen 6, 7 en 124 ; Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten - in het bijzonder artikel 5 ; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ; Gelet op de beslissing van 10/12/2019 van het College van Burgemeester en Schepenen die de plaatsingsprocedure en de voorwaarden goedkeurt voor de opdrachten met als voorwerp “Aankoop van diverse leveringen / diensten die beantwoorden aan de behoeften van de diensten” ; Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door leningen en/of toelagen; Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de buitengewone begroting van 2019; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; NEEMT KENNIS VAN : De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 10 december 2019 om overheidsopdrachten van beperkte waarde gesloten door een aanvaarde factuur , met als voorwerp “Aankoop van diverse leveringen en / of diensten die beantwoorden aan de behoeften van de diensten” te plaatsen , volgens de volgende lijst :

                               Soort            Betrokken     Voorwerp van de        Bedrag

BB Begrotingsartikel Opdrachtnemer

                               financiering     dienst        uitgave                BTWI

3301 706/744-51/920 Leningen Ens-Com kantoormeubilair 950,87 Manutan

     706/744-51/920

3322 Leningen Ens-Com kantoormeubilair 3183,51 Manutan

     700/741-51/920

SP 50.- Fournitures de décapants et produits pour la protection du bois - Procédure de

 passation et fixation des conditions du marché public de faible montant - Pour
 information -=- Levering van strippers en producten voor houtbescherming -
 Plaatsingsprocedure en vaststelling van de voorwaarden van de overheidsopdracht van
 beperkte waarde - ter in kennis stelling

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                                      LE CONSEIL COMMUNAL
                          Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu les articles 117, 234, 234bis et 236 de la nouvelle loi communale; Vu la loi du 17 juin 2016 relative aux marchés publics Vu l'arrêté royal du 18 avril 2017 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs classiques;

                                                     127

Vu les articles rendus applicables de l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des marchés publics ; Vu la loi du 17 juin 2013 relative à la motivation, à l'information et aux voies de recours en matière de marchés publics, de certains marchés de travaux, de fournitures et de services et de concessions ; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale ; Vu la décision du 10 décembre 2019 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant la procédure de passation et les conditions du marché public de faible montant conclu par facture acceptée ayant pour objet la fourniture de décapants et produits pour la protection du bois ; Considérant que les dépenses seront financées par emprunts ; Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget 2019, 2020 et 2021 ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins; PREND POUR INFORMATION : La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 10 décembre 2019 de passer un marché public de faible montant conclu par facture acceptée, ayant pour objet la fourniture de décapants et produits pour la protection du bois sur une période d'un an reconductible une fois aux conditions du cahier des charges scha/equip/2019/075. La dépense, sera imputée aux différents articles prévus à cet effet aux budgets ordinaires et extraordinaires de 2019 et 2020 et 2021 aux codes fonctionels et économiques adéquats et sera financée par le mode de financement arrêté.

                               DE GEMEENTERAAD
       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op artikelen 117, 234, 234bis en 236 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet overheidsopdrachten van 17 juin 2016 ; Gelet op het Koninklijk Besluit plaatsing van overheidsopdrachten in klassieke sectoren van 18 april 2017; Gelet op de desbetreffende artikelen van het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten; Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmidddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ; Gelet op de beslissing van 10 december 2019 van het College van Burgemeester en Schepenen die de plaatsingsprocedure en de voorwaarden goedkeurt voor de overheidsopdracht van beperkte waarde met als voorwerp de levering van strippers en producten voor houtbescherming ; Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door leningen; Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de begroting van 2019, 2020 et 2021; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; NEEMT KENNIS VAN : De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 10 décembre 2019 om een overheidsopdracht van beperkte waarde met als voorwerp de levering van strippers en producten voor houtbescherming voor een periode van één jaar, eenmaal hernieuwbaar te plaatsen overeenkomstig de voorwaarden van het bestek SCHA/EQUIP/2019/075. De uitgave, zal worden aangerekend op de verschillende hiertoe op de gewone en buitengewone begrotingen van 2019, 2020 en 2021 voorziene artikels met de adequate functionele en economische codes en zal worden gefinancierd met de vastgestelde financieringswijze.

                                             128

SP 51.- Marché de fournitures pour l'achat de matériel de gymnastique pour les écoles

 communales - Choix de la procédure de passation et fixation des conditions du marché -
 Pour information -=- Opdracht voor leveringen voor de aankoop van turnmateriaal voor
 de gemeentelijke scholen - Keuze van de plaatsingsprocedure en vaststelling van de
 voorwaarden van de opdracht - Ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                                LE CONSEIL COMMUNAL
                    Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu les articles 117, 234, 234bis et 236 de la Nouvelle loi communale ; Vu la loi du 17 juin 2016 relative aux marchés publics ; Vu l'arrêté royal du 18 avril 2017 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs classiques ; Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des marchés publics ; Vu la loi du 17 juin 2013 relative à la motivation, à l'information et aux voies de recours en matière de marchés publics, de certains marchés de travaux, de fournitures et de services et de concessions ; Vu la décision du 26 novembre 2019 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant la procédure de passation et les conditions d'un marché public de fournitures ayant pour objet l'achat de matériel de gymnastique pour les écoles communales ; Considérant que la dépense sera financée par emprunts ; Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget extraordinaire pour 2019 ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ; PREND POUR INFORMATION :

    1.     La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 26 novembre 2019 de
           passer un marché public de fournitures ayant pour objet l'achat de matériel de
           gymnastique pour les écoles communales.
    2.     La dépense, d'un montant estimé à 72 520,95€ TVAC, sera imputée à
           l’article 700/744-51/ - /920 du budget extraordinaire 2019 et financée par
           emprunts.
                               DE GEMEENTERAAD
       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op artikelen 117, 234, 234bis en 236 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet overheidsopdrachten van 17 juin 2016 ; Gelet op het Koninklijk Besluit plaatsing van overheidsopdrachten in klassieke sectoren van 18 april 2017; Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten; Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies; Gelet op de beslissing van 26 november 2019 van het College van Burgemeester en Schepenen die de plaatsingsprocedure en de voorwaarden goedkeurt voor de overheidsopdracht voor leveringen met als voorwerp de aankoop van turnmateriaal voor de gemeentelijke scholen ; Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door leningen; Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de buitengewone begroting van 2019; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;

                                              129

NEEMT TER INFORMATIE

  1.   De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 26 november
       2019 om een overheidsopdracht voor leveringen met als voorwerp de aankoop
       van turnmateriaal voor de gemeentelijke scholen .
  2.   De uitgave, geraamd op 72 520,95€ BTW inbegrepen, zal geboekt worden op
       artikel 700/744-51/ - /920 van de buitengewone begroting 2019 en gefinancierd
       worden door leningen.

SP 52.- Marché public de fourniture ayant pour objet l'achat d'armoire à vestiaire - Marché

 public de faible montant passé par une facture acceptée - Mode de passation et
 conditions du marché - Pour information -=- Overheidsopdracht van levering met als
 voorwerp aankoop van garderobekast - Overheidsopdracht van beperkte waarde
 gesloten door een aanvaarde factuur - Gunningswijze en voorwaarden van de opdracht
 - Ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                                LE CONSEIL COMMUNAL
                    Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu les articles 234 et 236 de la nouvelle loi communale; Vu la loi du 17 juin 2016 – notamment son article 92 - relative aux marchés publics Vu l'arrêté royal du 18 avril 2017 - notamment ses articles 6, 7 et 124 - relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs classiques; Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 - notamment son article 5 - établissant les règles générales d’exécution des marchés publics ; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale ; Vu la décision du 10/12/2019 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant la procédure de passation et les conditions des marchés ayant pour objet « Achat d'armoire à vestiaire» ; Considérant que les dépenses seront financées par emprunts ; Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget extraordinaire pour 2019 ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins; PREND POUR INFORMATION :

    1.     La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 10 décembre 2019 de
           passer des marchés publics de faible montant conclus par facture acceptée, ayant
           pour objet « Achat d'armoire à vestiaire ».
    2.     La dépense, estimée à 26.261,24€ TVA comprise, sera imputée à l’article 104/741-
           51/-/700 (6.441,44€) et à l'article 700/741-51/-/920 (19.819,8 €) de 2019 et
           seront financée par emprunts.
                               DE GEMEENTERAAD
       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op artikelen 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juin 2016 - in het bijzonder artikel 92 ; Gelet op het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 plaatsing van overheidsopdrachten in klassieke sectoren - in het bijzonder artikelen 6, 7 en 124 ; Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten - in het bijzonder artikel 5 ; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;

                                             130

Gelet op de beslissing van 10/12/2019 van het College van Burgemeester en Schepenen die de plaatsingsprocedure en de voorwaarden goedkeurt voor de opdracht met als voorwerp “Aankoop van garderobekast” ; Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door leningen ; Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de buitengewone begroting van 2019; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; NEEMT TER INFORMATIE:

    1.   De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 10
         december 2019 tot plaatsing van een overheidsopdracht van beperkte waarde
         gesloten door een aanvaarde factuur , met als voorwerp "Aankoop van
         garderobekast".
    2.   De uitgave, geschat op 26.261,24€ BTW inbegrepen, zal geboekt worden op
         artikel 104/741-51/-/700 (6.441,44€) en op artikels 700/741-51/-/920 (19.819,8
         €) van de buitengewone begroting 2019 en zullen gefinancierd worden door
         leningen.

SP 53.- Marché public de services ayant pour objet la maintenance du progiciel VOCALCOM

 call center - Choix de la procédure de passation et fixation des conditions du marché -
 pour information -=- Overheidsopdracht voor diensten met als voorwerp onderhoud
 van de progiciel VOCALCOM Center - Keuze van de procedure en vaststelling van de
 voorwaarden van de overheidsopdracht - ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                                LE CONSEIL COMMUNAL
                    Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu les articles 234 et 236 de la nouvelle loi communale; Vu la loi du 17 juin 2016 - notamment son article 42, §1er, 1°d ii - relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ; Vu la loi du 17 juin 2013 relative à la motivation, à l'information et aux voies de recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de fournitures et de services ; Vu l’arrêté royal du 18avril 2017 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs classiques; Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics modifié par l'arrêté royal du 22 juin 2017 ; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale ; Vu la décision du collège du 10 décembre 2019 de passer le marché public de services ayant pour objet la maintenance du progiciel VOCALCOM call center sur base de l'article 42 §1 1°d ii de la loi du 17 juin 2016 relative aux marchés publics suivant les conditions décrites dans le cahier spécial des charges SCHA/EQUIP/2019/067 suivant la consultation du seul opérateur économique capable pour des raisons techniques de fournir les services souhaités étant la firme Vocalcom dont le siège est établi à Jan Emiel Mommaertslaan 20A, 1831 Diegem, BELGIUM Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget extraordinaire pour 2019 ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins; DECIDE

     1.     De passer le marché public de services pour des prestations de maintenance du
            progiciel VOCALCOM sur base de l'article 42 §1 1°d ii de la loi du 17 juin 2016
            relative aux marchés publics suivant les conditions décrites dans le cahier spécial
            des charges SCHA/EQUIP/2019/067 suivant la consultation du seul opérateur
            économique capable pour des raisons techniques de fournir les services souhaités
            étant la firme Vocalcom dont le siège est établi à Jan Emiel Mommaertslaan 20A,
            1831 Diegem, BELGIUM
                                              131

2. La dépense estimée pour ce marché s'élève à 145.000,-€ tvai et sera imputée sur

          l'AB 104 747 60 113 et sera financée par emprunts
                                DE GEMEENTERAAD
        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op artikelen 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet van 17 juni 2016 -in het bijzonder artikel 42, §1er, 1°d ii -betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten ; Gelet op het Koninklijk Besluit van 18 april2017 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren ; Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken gewijzigd bijhet Koninklijk Besluit van 22 juni 2017; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest ; Gelet op de beslissing van het college van 10 december 2019 tot plaatsing van een overheidsopdracht voor diensten met als voorwerp het onderhoud van de progiciel VOCALCOM Center mits onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking op grond van artikel 42 §1 1°d ii van de Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten , volgens de voorwaarden van het bestek SCHA/EQUIP/2019/067 ingevolge raadpleging van de enige ondernemer bij machte om technische redenen de gewenste diensten te verrichten zijnde de firma Vocalcom waarvan de zetel is gevestigd te Jan Emiel Mommaertslaan 20A, 1831 Diegem, BELGIUM Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de buitengewoneen de gewone begroting van 2019; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; BESLUIT

    1.     De overheidsopdracht voor diensten met als voorwerp het onderhoud van de
           progiciel VOCALCOM te plaatsen mits onderhandelingsprocedure zonder
           voorafgaande bekendmaking op grond van artikel 42 §1 1°dii van de Wet van 17
           juni 2016 inzake overheidsopdrachten , volgens de voorwaarden van het bestek
           SCHA/EQUIP/2019/067 ingevolge raadpleging van de enige ondernemer bij
           machte om technische redenen de gewenste diensten te verrichten zijnde de
           firma Vocalcom waarvan de zetel is gevestigd te Jan Emiel Mommaertslaan 20A,
           1831 Diegem, BELGIUM
    2.     De voor deze opdracht geschatte uitgave bedraagt 145.000,-€ BTW inbegrepen ,
           zal geboekt worden op het begrotingsartikel 104 747 60 113 en zal gefinancierd
           worden door leningen

Bâtiment -=- Gebouwen SP 54.- Audit pour la sécurisation de divers bâtiments communaux - Extension de la mission

  1. Pour information -=- Audit voor de beveiliging van verschillende gemeentegebouwen -

Uitbreiding van de opdracht - Ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                                LE CONSEIL COMMUNAL
                    Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale;

                                             132

Vu la loi du 15 juin 2006 - en particulier son article 26, §1er, 1° a - relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services, telle qu'elle a été modifiée à ce jour; Vu l'arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs classiques; Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics, tel qu'il a été modifié à ce jour; Vu la décision du collège des bourgmestre et échevins du 21 février 2017 d'approuver le lancement d'un marché public de services afin de désigner un bureau d'études à même de réaliser un audit pour la sécurisation de divers bâtiments communaux (mission estimée à 100.000€ TVAC); Considérant que cette décision a été prise pour information au conseil communal du 29 mars 2017; Vu la décision du collège des bourgmestre et échevins du 13 juin 2017 de désigner l'adjudicataire ayant remis l'offre économiquement la plus avantageuse pour une somme de 99.825€ TVAC; Considérant que l'audit a été réalisé à la satisfaction de l'administration; Considérant que l'architecte communale en charge de l'Hôtel communal a émis le souhait d'étendre la mission de l'audit à des travaux relatifs à la sécurité, qui doivent être réalisés dans le bâtiment susmentionné; Considérant que le coût estimé d'extension de la mission s'élèverait à 6.000€ TVAC; Considérant que cette somme est disponible à l'article 137/747-60/622 du budget extraordinaire 2019; PREND POUR INFORMATION L'augmentation de la dépense susmentionnée.

                               DE GEMEENTERAAD
       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet van 15 juni 2006 - inzonderheid artikel 26, § 1, 1° a - betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, zoals zij tot op heden werd gewijzigd; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten - klassieke sectoren; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op het collegebesluit van 21 februari 2017 om een overheidsopdracht van diensten te lanceren met het oog op de aanduiding van een studiebureau voor het realiseren van een audit betreffende de beveiliging van verschillende gemeentegebouwen (opdracht geraamd op 100.000 €, BTW inbegrepen); Overwegende dat dit besluit op 29 maart 2017 door de gemeenteraad ter informatie werd genomen; Gelet op het collegebesluit van 13 juni 2017 tot aanduiding van de opdrachtnemer die de economisch voordeligste offerte indiende, voor de som van 99.825 €, BTW inbegrepen; Overwegende dat de audit tot de volle tevredenheid van het bestuur werd uitgevoerd; Overwegende dat de gemeentearchitecte verantwoordelijk voor het Gemeentehuis de wens heeft geuit om de auditopdracht uit te breiden met beveiligingswerken die in dit gebouw dienen te worden uitgevoerd; Overwegende dat de kostenraming voor de uitbreiding van de opdracht 6.000 € bedraagt, BTW inbegrepen; Overwegende dat deze som beschikbaar is op artikel 137/747-60/-/622 van de buitengewone begroting over 2019; NEEMT TER INFORMATIE de verhoging van bovenvermelde uitgave.

                                              133

SP 55.- Rénovation des chaufferies du centre scolaire Roodebeek, de l'athénée Fernand

 Blum (Renan) et du lycée Emile Max (Haecht) - centrale des marchés SIBELGA-
 UPREG/INTERFIN - augmentation de la dépense - pour information -=- Renovatie van de
 stookruimtes van het scholencomplex Roodebeek, het Atheneum Fernand Blum
 (Renan) en het Emile Max Lyceum (Haacht) - opdrachtencentrale SIBELGA-
 UPREG/INTERFIN - verhoging van de uitgave - ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                                LE CONSEIL COMMUNAL
                    Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu les articles 117 et 234 de la nouvelle loi communale ; Vu la loi du 17 juin 2016 - notamment son article 47 - relative aux marchés publics ; Vu la loi du 17 juin 2013 relative à la motivation, à l'information et aux voies de recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de fournitures et de services et de concessions ; Vu l’arrêté royal du 18 avril 2017 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs classiques; Vu la délibération au conseil communal du 21 décembre 2016 approuvant l'adhésion de la commune à la centrale des marchés UPREG de l'intercommunale INTERFIN pour la passation, l'exécution et le financement de travaux, de fournitures et de services visant à une utilisation performante et rationnelle de l'énergie au profit des pouvoirs locaux de la Région de Bruxelles-Capitale; Vu la délibération au collège du 19 décembre 2017 approuvant la décision d’INTERFIN de désigner SANIDEAL à 6060 Gilly , en qualité d'adjudicataire du marché de travaux visant à la rénovation des chaufferies du centre scolaire Roodebeek, de l'athénée Fernand Blum (Renan) et du lycée Emile Max (Haecht), sur base de son offre du 27 septembre 2017, engageant la dépense de 548.867,86 € aux articles 722/724-60/-/51 ( 241.427,84 € pour l'école 11/13 Roodebeek) et 731/724-60/-/51 (195.373,82 € pour AFB Renan et 112.066,20 € pour LEM Haecht) du budget extraordinaire 2017 en faveur de l'entreprise SANIDEAL et chargeant le Département Subventions et Partenariat de transmettre le dossier d’attribution à la Fédération Wallonie-Bruxelles afin de solliciter un accord ferme de subvention visant la part communale, après déduction de l’intervention de Sibelga de 270.000 € TVAC; Vu la décision du collège, en date du 12 juin 2018 d'approuver:

          le décompte 1A de 5.130,40 € TVAI du 30 mars 2018 pour tubage supplémentaire
           dans la chaufferie de la direction;
          le décompte 3A de 3.882,82 € TVAI du 26 mai 2018 pour hydraulique de la
           crèche;
          le décompte 5 de 987,13 € TVAI du 22 mai 2018 pour remplacement du
           circulateur de l'école 11;

Vu le décompte 6 de 4.806,36 € TVAI du 26 novembre 2018 pour remplacement des modules BACNET 2.0 des circulateurs de l'école 11; Vu le décompte 7 de 3.570,85 € TVAI du 25 février 2018 pour remplacement de vannes et divers à l'école 11 ainsi qu'au lycée Emile Max; Vu le décompte 8 de 944,46 € TVAI du 13 mars 2019 pour matelas vannes collecteurs existants à l'école 13; Considérant que ces trois derniers décomptes, pour un montant de 9.321,67 € ont été jugés indispensables à la poursuite du chantier, ont été acceptés et exécutés; Considérant que les travaux sont terminés; Considérant que le total des décomptes acceptés et exécutés s'élève à 19.322,02 €; PREND POUR INFORMATION la décision du collège des bourgmestre et échevins du 3 décembre 2019 :

    1.     d'approuver les suppléments relatifs aux décomptes 6, 7 et 8, déjà exécutés
    2.     d'autoriser le paiement de la facture de SANIDEAL n°190040, du 28 février 2019,
           relative à ces décomptes
                                             134

3. d'imputer la dépense de 9.321,67 € à l'article 722/724-60/-/622 de 2019

   4.     d'approuver la majoration du coût des travaux (+20.000 €) estimés initialement à
          548.867,86 €
                                DE GEMEENTERAAD
        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op de artikelen 117 en 234 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten - inzonderheid het artikel 47; Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen, diensten en concessies; Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren; Gelet op het raadsbesluit van 21 december 2016 tot goedkeuring van de toetreding van de gemeente tot de opdrachtencentrale UPREG van de Intercommunale INTERFIN voor de plaatsing, uitvoering en financiering van werken, leveringen en diensten op het vlak van performant en rationeel energiegebruik ten behoeve van de plaatselijke besturen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; Gelet op het collegebesluit van 19 december 2017 houdende goedkeuring van de beslissing van INTERFIN om SANIDEAL te 6060 Gilly aan te duiden als opdrachtnemer voor de opdracht van werken betreffende de renovatie van de stookruimtes van het scholencomplex Roodebeek, het Atheneum Fernand Blum (Renan) en het Emile Max Lyceum (Haacht), op basis van haar offerte van 27 september 2017; de uitgave ten belope van 548.867,86 € wordt hiertoe vastgelegd op de artikels 722/724-60/-/51 (241.427,84 € voor school 11/13 Roodebeek) en 731/724-60/-/51 (195.373,82 € voor het AFB Renan en 112.066,20 € voor het EML Haacht) van de buitengewone begroting over 2017 ten voordele van de onderneming SANIDEAL en aan het Departement Subsidies en Partenariaat wordt gevraagd het toewijzingsdossier over te maken aan de Federatie Wallonië-Brussel voor het aanvragen van een vaste belofte van toelage voor het gemeentelijke aandeel, na aftrek van de interventie van Sibelga voor een bedrag van 270.000 € BTW inbegrepen; Gelet op het collegebesluit van 12 juni 2018 houdende goedkeuring van :

         verrekening 1A voor 5.130,40 € BTWi van 30 maart 2018 voor bijkomende
          tuberingen in de stookkamer van de directie;
         verrekening 3A voor 3.882,82 € BTWi van 26 mei 2018 pour de hydraulica van het
          kinderdagverblijf;
         verrekening 5 voor 987,13 € BTWi van 22 mei 2018 voor de vervanging van
          de circulator van school 11;

Gelet op verrekening 6 voor 4.806,36 € BTWi van 26 november 2018 voor de vervanging van de 2.0 BACNET-modules van de circulators van school 11; Gelet op verrekening 7 voor 3.570,85 € BTWi van 25 februari 2018 voor de vervanging van afsluiters en diversen in school 11 en in het Emile Max Lyceum; Gelet op verrekening 8 voor 944,46 € BTWi van 13 maart 2019 voor bestaande beschermingslagen, kranen en verzamelleidingen in school 13; Overwegende dat deze laatste drie verrekeningen, voor een bedrag van 9.321,67 €, absoluut noodzakelijk bleken te zijn voor het vervolg van de werf, en ze bijgevolg werden aanvaard en uitgevoerd; Overwegende dat de werken beëindigd zijn; Overwegende dat het totaal van de aanvaarde en uitgevoerde verrekeningen 19.322,02 € bedraagt; NEEMT TER INFORMATIE het collegebesluit van 3 december 2019, namelijk :

    1.    goedkeuring van de meerwerken betreffende de verrekeningen 6, 7 en 8, die
          reeds zijn uitgevoerd
    2.    instemmen met de betaling van de factuur van SANIDEAL Nr. 190040, van 28
          februari 2019, betreffende deze verrekeningen
    3.    aanrekening van de uitgave van 9.321,67 € op artikel 722/724-60/-/622 van 2019
    4.    goedkeuring van de verhoging van de kosten voor deze werken (+ 20.000 €), die
          oorspronkelijk op 548.867,86 € werden geraamd.
                                            135

SP 56.- Ecole 2/12- Etudes relatives à la rénovation des chaufferies dans le cadre de la

 centrale des marchés de l'Intercommunale INTERFIN - Majoration de la dépense - Pour
 information -=- School 2/12- Studies betreffende de renovatie van de stookkamers in
 het kader van de opdrachtencentrale van de Intercommunale INTERFIN - Verhoging van
 de uitgave - Ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                                LE CONSEIL COMMUNAL
                    Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale; Vu la loi du 17 juin 2016 relative aux marchés publics, telle qu'elle a été modifiée à ce jour; Vu l'arrêté royal du 18 avril 2017 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs classiques, tel qu'il a été modifié à ce jour; Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics, tel qu'il a été modifié à ce jour; Vu l'ordonnance du 27 juillet 2017 modifiant la Nouvelle loi communale en vue de préciser les règles de compétences en matière de marchés publics communaux; Vu la délibération au conseil communal du 21 décembre 2016 approuvant l'adhésion de la commune à la centrale des marchés UPREG de l'intercommunale INTERFIN pour la passation, l'exécution et le financement de travaux, de fournitures et de services visant à une utilisation performante et rationnelle de l'énergie au profit des pouvoirs locaux de la Région de Bruxelles-Capitale; Considérant que, dans ce cadre, la commune décide de confier à un bureau d'études privé, par le biais de Sibelga, l'étude de projet ainsi que le suivi des travaux de rénovation de la chaufferie de l'école 2/12; Considérant obtenir ainsi un rendement amélioré de l'ordre de 20%; Considérant que les procédures administratives de passation du marché public de services ont été entièrement menées par Sibelga. Vu la fiche de projet SIBELGA-NRClick du 21 mai 2019; Considérant que les honoraires du bureau d'études, d'un montant de 28.140 € seront à payer sur le compte de SIBELGA; Vu la délibération au conseil communal du 19 juin 2019, prenant pour information la décision du collège des bourgmestre et échevins du 11 juin 2019, d'approuver la prise en charge de l'étude ainsi que le suivi des travaux de rénovation de la chaufferie de l'école 2/12 par Sibelga dans le cadre de la centrale des marchés de l'intercommunale INTERFIN; Considérant que des demandes de travaux supplémentaires ont été formulées en cours d'étude; Vu la fiche de projet SIBELGA-NRClick du 29 octobre 2019 pour ces demandes particulières; Considérant que, compte tenu cette demande de travaux supplémentaire, le prix de l'étude s'élève à 31.000 €; Vu la décision du collège des bourgmestre et échevins du 3 décembre 2019 de:

    1.     Approuver la majoration de la dépense (+2.857,00 €) relative à l'étude du projet
           de rénovation de la chaufferie de l'école 2/12 (classes maternelles et primaires)
           dans le cadre de la centrale des marchés de l'intercommunale INTERFIN
    2.     Financer la dépense par emprunt

PREND POUR INFORMATION la décision précitée du collège des bourgmestre et échevins

                               DE GEMEENTERAAD
       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten, zoals tot op heden gewijzigd;

                                             136

Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot vaststelling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de ordonnantie van 27 juli 2017 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet teneinde de bevoegdheidsregels inzake gemeentelijke overheidsopdrachten te verduidelijken; Gelet op het raadsbesluit van 21 december 2016 houdende goedkeuring van de toetreding van de gemeente tot de opdrachtencentrale UPREG van de Intercommunale INTERFIN voor de plaatsing, uitvoering en financiering van werken, leveringen en diensten met het oog op een performant en rationeel energiegebruik ten behoeve van de plaatselijke besturen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; Overwegende dat, in dit kader, de gemeente beslist heeft de projectstudie en de opvolging van de renovatiewerken aan de stookkamer van school 2/12 door tussenkomst van Sibelga, aan een privéstudiebureau toe te vertrouwen; Overwegende dat op die manier het rendement met ongeveer 20% zou worden verbeterd; Overwegende dat de administratieve procedures voor de plaatsing van de overheidsopdracht van diensten volledig door Sibelga werden uitgevoerd; Gelet op de projectfiche SIBELGA-NRClick van 21 mei 2019; Overwegende dat de erelonen van het studiebureau, voor een bedrag van 28.140 €, op de rekening van SIBELGA moeten worden overgemaakt; Gelet op het raadsbesluit van 19 juni 2019, nemende ter informatie het collegebesluit van 11 juni 2019 om de tenlasteneming door Sibelga goed te keuren van de studie en de opvolging van de renovatiewerken van de stookkamer van school 2/12, in het kader van de opdrachtencentrale van de Intercommunale INTERFIN; Overwegende dat tijdens de studie aanvragen werden geformuleerd voor bijkomende werken; Gelet op de projectfiche SIBELGA-NRClick van 29 oktober 2019 voor deze bijzondere aanvragen; Overwegende dat, rekening houdend met deze aanvraag voor bijkomende werken, de prijs van de studie 31.000 € beloopt: Gelet op het collegebesluit van 3 december 2019 houdende :

    1.    goedkeuring van de verhoging van de uitgave (+ 2.857,00 €) betreffende de
          projectstudie voor de renovatie van de stookkamer van school 2/12 (kleuter- en
          lagere afdeling) in het kader van de opdrachtencentrale van de intercommunale
          INTERFIN
    2.    financiering van de uitgave met een lening.

NEEMT TER INFORMATIE voormeld collegebesluit

SP 57.- CTR côté Anatole France - Dépannage ascenseur 42000122054 - Procédure de

 passation et conditions du marché - Pour information -=- TCR kant Anatole France -
 Herstelling lift 42000122054 - Plaatsingsprocedure en voorwaarden van de opdracht -
 Ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                                LE CONSEIL COMMUNAL
                    Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale; Vu la loi du 17 juin 2016 - en particulier son article 92 - relative aux marchés publics, telle qu'elle a été modifiée à ce jour; Vu l'arrêté royal du 18 avril 2017 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs classiques, tel qu'il a été modifié à ce jour;

                                              137

Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics, tel qu'il a été modifié à ce jour; Vu l'ordonnance du 27 juillet 2017 modifiant la Nouvelle loi communale en vue de préciser les règles de compétences en matière de marchés publics communaux; Considérant que l'ascenseur n°42000122054 du CTR est en panne; Vu la nécessité de remplacer le câble limiteur de vitesse de la cabine; Vu le devis de la société en charge de la maintenance et du dépannage de cet appareil, d'un montant de 3.005,43 €, pour effectuer ce travail; Vu la difficulté de mise en concurrence sous peine de perdre le bénéfice de la garantie de l'entretien périodique; Vu la décision du collège des bourgmestre et échevins du 10 décembre 2019 qui décide:

    1.     d'approuver le devis n°145610271 du 19 novembre 2019 de la
           société adjudicataire de la maintenance et du dépannage de l'ascenseur équipant
           le CTR
    2.     d'imputer la dépense à l'article 137/724-60/-622 du budget extraordinaire 2019
    3.     de financer la dépense par emprunt

PREND POUR INFORMATION la décision précitée du collège des bourgmestre et échevins

                               DE GEMEENTERAAD
       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet van 17 juni 2016 - in het bijzonder zijn artikel 92 - betreffende de overheidsopdrachten, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot vaststelling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de ordonnantie van 27 juli 2017 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet teneinde de bevoegdheidsregels inzake gemeentelijke overheidsopdrachten te verduidelijken; Overwegende dat lift nr. 42000122054 van het TCR defect is; Gelet op de noodzaak om de snelheidsbegrenzer-kabel van de cabine te vervangen; Gelet op het bestek voor de uitvoering van dit werk, voor een bedrag van 3.005,43 € , van de firma die belast is met het onderhoud en de herstelling van dit toestel; Gelet op de moeilijkheid om een beroep te doen op de mededinging op het gevaar af de garantie van het periodieke onderhoud te verliezen; Gelet op het collegebesluit van 10 december 2019, houdende:

    1.    goedkeuring van het bestek nr. 145610271 van 19 november 2019, van de firma
          die als opdrachthouder belast is met het onderhoud van de lift waarmee het
          gebouw TCR is uitgerust;
    2.    aanrekening van de uitgave op artikel 137/724-60/-622 van de buitengewone
          begroting over 2019;
    3.    financiering van de uitgave met een lening

NEEMT TER INFORMATIE bovenvermeld collegebesluit

SP 58.- Ecole La Vallée - Etude relative à la rénovation des chaufferies dans le cadre de la

 centrale des marchés de l'Intercommunale INTERFIN - Pour information -=- School La
 Vallée - Studies betreffende de renovatie van de stookkamers in het kader van de
 opdrachtencentrale van de Intercommunale INTERFIN - Ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                                             138

LE CONSEIL COMMUNAL

                    Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale; Vu la loi du 17 juin 2016 relative aux marchés publics, telle qu'elle a été modifiée à ce jour; Vu l'arrêté royal du 18 avril 2017 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs classiques, tel qu'il a été modifié à ce jour; Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics, tel qu'il a été modifié à ce jour; Vu l'ordonnance du 27 juillet 2017 modifiant la Nouvelle loi communale en vue de préciser les règles de compétences en matière de marchés publics communaux; Vu la délibération au conseil communal du 21 décembre 2016 approuvant l'adhésion de la commune à la centrale des marchés UPREG de l'intercommunale INTERFIN pour la passation, l'exécution et le financement de travaux, de fournitures et de services visant à une utilisation performante et rationnelle de l'énergie au profit des pouvoirs locaux de la Région de Bruxelles-Capitale; Considérant que, dans ce cadre, la commune décide de confier à un bureau d'études privé, par le biais de Sibelga, l'étude de projet ainsi que le suivi des travaux de rénovation de la chaufferie de l'école La Vallée, Grande rue au Bois 76-78; Considérant obtenir ainsi un rendement amélioré de l'ordre de 25%; Considérant que les procédures administratives de passation du marché public de services ont été entièrement menées par Sibelga. Vu la fiche de projet SIBELGA-NRClick du 29 octobre 2019; Considérant que les honoraires du bureau d'études, d'un montant de 10.662 € seront à payer sur le compte de SIBELGA; Vu la décision du collège des bourgmestre et échevins du 3 décembre 2019:

    1.     Approuver la prise en charge de l'étude ainsi que le suivi des travaux de
           rénovation de la chaufferie de l'école La Vallée par Sibelga dans le cadre de la
           centrale des marchés de l'intercommunale INTERFIN
    2.     Financer la dépense par emprunt

PREND POUR INFORMATION la décision précitée du collège des bourgmestre et échevins

                               DE GEMEENTERAAD
       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot vaststelling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de ordonnantie van 27 juli 2017 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet teneinde de bevoegdheidsregels inzake gemeentelijke overheidsopdrachten te verduidelijken; Gelet op het raadsbesluit van 21 december 2016 houdende goedkeuring van de toetreding van de gemeente tot de opdrachtencentrale UPREG van de Intercommunale INTERFIN voor de plaatsing, uitvoering en financiering van werken, leveringen en diensten met het oog op een performant en rationeel energiegebruik ten behoeve van de plaatselijke besturen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; Overwegende dat, in dit kader, de gemeente beslist heeft de projectstudie en de opvolging van de renovatiewerken aan de stookkamer van school La Vallée, Grote Bosstraat 76-78, door tussenkomst van Sibelga, aan een privé studiebureau toe te vertrouwen; Overwegende dat op die manier het rendement met ongeveer 25% zou worden verbeterd; Overwegende dat de administratieve procedures voor de plaatsing van de overheidsopdracht van diensten volledig door Sibelga werden uitgevoerd; Gelet de projectfiche SIBELGA-NRClick van 29 oktober 2019;

                                              139

Overwegende dat de erelonen van het studiebureau, voor een bedrag van 10.662 €, op de rekening van SIBELGA moeten worden overgemaakt; Gelet op het collegebesluit van 3 december 2019 houdende :

    1.   goedkeuring dat Sibelga de studie op zich neemt en de opvolging van de
         renovatiewerken aan de stookkamer van school La Vallée in het kader van de
         opdrachtencentrale van de intercommunale INTERFIN
    2.   financiering van de uitgave met een lening.

NEEMT TER INFORMATIE voormeld collegebesluit

SP 59.- Bâtiments communaux - Fourniture et pose de revêtement souple de sol - Marché

 stock de travaux - Pour information -=- Gemeentegebouwen - Levering en plaatsing van
 een soepele vloerbekleding - Stock-opdracht voor werken - Ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                                LE CONSEIL COMMUNAL
                    Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale; Vu la loi du 17 juin 2016 relative aux marchés publics - en particulier son article 42, §1er, 1° a - telle qu'elle a été modifiée à ce jour; Vu l'arrêté royal du 18 avril 2017 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs classiques, tel qu'il a été modifié à ce jour; Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics, tel qu'il a été modifié à ce jour; Vu l'ordonnance du 27 juillet 2017 modifiant la Nouvelle loi communale en vue de préciser les règles de compétences en matière de marchés publics communaux; Considérant qu'un revêtement souple de sol est placé dans certains locaux dans le cadre de rénovation ou de nouvelles construction; Considérant que ce type de revêtement est privilégié en raison de son effet isolant et amortissant ainsi que ses qualités acoustiques; Considérant qu’il convient de confier ces travaux de fourniture et de pose de revêtement souple de sol à une entreprise privée; Considérant que le coût de l’opération est estimé à 50.000€ TVAC; Considérant que les commandes s'effectueront au fur et à mesure des besoins et que le marché stock de travaux est adéquat pour se faire; Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 26 novembre 2019 par laquelle il décide:

     1.    d’approuver le principe du marché visant au marché stock de travaux de
           fourniture et de pose de revêtement souple de sol dans divers bâtiments
           communaux;
     2.    d’arrêter la procédure de passation et les conditions du marché : procédure
           négociée sans publication préalable, après consultation de firmes spécialisées et
           aux conditions du CSC Scha/Infra/2019/036;
     3.    d’imputer la dépense estimée à 50.000€ à l'article 137/724-60/-/620 du budget
           extraordinaire 2019;
     4.    de financer la dépense par l'emprunt.

PREND POUR INFORMATION La décision précitée du Collège des Bourgmestre et Echevins du 26 novembre 2019

                               DE GEMEENTERAAD
       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;

                                              140

Gelet op de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot vaststelling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de ordonnantie van 27 juli 2017 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet teneinde de bevoegdheidsregels inzake gemeentelijke overheidsopdrachten te verduidelijken; Overwegende dat een soepele vloerbekleding in sommige lokalen wordt geplaatst in het kader van renovaties of nieuwbouw ; Overwegende dat de voorkeur wordt gegeven aan dit type bekleding omwille van zijn goede isolerende, schokdempende en akoestische eigenschappen; Overwegende dat het aangewezen is deze opdracht van levering en plaatsing van soepele vloerbekledingen, toe te vertrouwen aan een privé-onderneming; Overwegende dat de kosten voor deze operatie werden geraamd op 50.000 €, BTW inbegrepen; Overwegende dat de bestellingen zullen worden geplaatst naar gelang van de behoeften en de stock-opdracht hiertoe de aangewezen procedure is; Gelet op het Collegebesluit van 26 november 2019 houdende:

    1.    principiële goedkeuring van een stock-opdracht voor werken voor de levering en
          plaatsing van een soepele vloerbekleding in verschillende gemeentegebouwen ;
    2.    vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van de opdracht:
          onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking, na raadpleging
          van gespecialiseerde firma’s, aan de voorwaarden van het bestek
          Scha/Infra/2019/036;
    3.    aanrekening van de op 50.000 EUR geraamde uitgave, op artikel 137/724-60/-
          /620 van de buitengewone begroting over 2019;
    4.    financiering van de uitgave met een lening.

NEEMT TER INFORMATIE Voornoemd besluit van het College van Burgemeester en Schepenen van 26 november 2019

Contrats de quartier -=- Wijkcontracten SP 60.- Contrat de quartier durable Helmet - Opération immobilière 2 (IM2 - rue de

 l'Agriculture 110-112) et Espace public 7 (EP7 - rue de l'Agriculture 110-112) - Marché
 d’étude - Avenant à la convention – Supplément honoraires – Relance et reprise du
 marché - Approbation -=- Duurzaam wijkcontract Helmet - Vastgoedoperatie 2 (VO2 -
 Landbouwstraat 110-112) en Openbare ruimte 7 (OR7 - Landbouwstraat 110-112) -
 Studieopdracht – Aanhangsel bij de overeenkomst – Bijkomende erelonen–
 Herlancering en herneming van de opdracht – Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                   Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ; Vu la loi du 24 décembre 1993 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ; Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics ; Vu l’ordonnance du 28 janvier 2010 organique de la revitalisation urbaine ; Vu l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles Capitale du 27 mai 2010 portant exécution de cette ordonnance ; Vu l’arrêté de l’Exécutif du 16 décembre 2010 approuvant le programme du contrat de quartier durable Helmet ;

                                            141

Vu l’approbation par le Conseil communal des modifications du programme du contrat de quartier durable Helmet en date du 19 septembre 2012 ; Considérant que la rénovation et la transformation de l'immeuble sis rue de l'Agriculture 110-112 à destination d'une MCAE (Maison communale d'accueil de l'enfance) pour partie et de logements pour le solde, ainsi que la démolition d'un entrepôt en intérieur d'îlot pour la construction d'une crèche et l'aménagement d'un espace vert pour le solde, constitue les opérations IM2 et EP7 de ce programme ; Considérant qu’en date du 04 décembre 2012, le Conseil a décidé de passer le marché d’étude par procédure négociée avec publicité pour un montant estimé à 271.473,33 € ; Considérant qu’en date du 12 novembre 2013, le Collège a désigné l’association momentanée Low architecten bvba comme auteur de projet pour l’opération reprise sous rubrique ; Considérant qu’en date du 25 juin 2014, le Conseil a décidé de passer le marché de travaux par adjudication publique et qu’en date du 04 novembre 2014, le Collège a décidé d’attribuer le marché des travaux à la société HULLBRIDGE ASSOCIATED SA pour un montant de 2.480.003,80 € TVAC ; Considérant qu’en date du 20 juin 2017, le Collège a pris acte des difficultés rencontrées avec l’entreprise sur ce chantier et du caractère inéluctable du recours à la prise de mesures d'office ; Considérant qu’en date du 22 août 2017, le Collège a autorisé l’asbl RenovaS à engager la prise de mesure d’office par le biais de la procédure de marchés pour comptes ; Considérant que les travaux sont actuellement à l’arrêt et qu’en date du 12 décembre 2017, un constat de la situation du chantier a été effectué en présence notamment de l’entreprise, du bureau d’étude et l’Architecte/Expert ; Considérant que la situation de chantier a amené le bureau d’études à prolonger ses interventions vu le retard pris lors du marché de travaux initial ; Considérant que la relance d’un nouveau marché de travaux nécessite des prestations supplémentaires du bureau d’études dans le cadre des phases d’adjudication et de suivi de chantier et qu’au regard de la situation spécifique de ce chantier, il faut prendre en considération les frais d'honoraires supplémentaires dans le cadre de la relance et reprise du marché ; Considérant que l’augmentation des honoraires représente un montant supplémentaire de 122.000,00 € TVAC ; Considérant qu’en date du 20 février 2018, le Collège a approuvé l’avenant à la convention initiale portant les honoraires de 244.416,00 € TVAC à 366.416,00 € TVAC et a également été approuvé lors du Conseil Communal du 28 février 2018 ; Considérant que le bureau d’étude ayant après coup refusé de signer l’avenant en l’état, exigeant de pouvoir bénéficier d’honoraires complémentaires en cas de prolongation du 2 ème chantier ; Considérant qu’une consultance juridique a été menée par la Commune auprès du bureau Equals Partners afin d’étudier les possibilités de modifications de la convention initiale au regard de la nouvelle législation relative aux marchés publics ; Considérant l’article 37 de la version initiale de l’A.R. du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés publics ; Considérant qu’il est possible d’avoir recours à l’article 38/2 de l’arrêté royal exécution, tel que modifié par l’A.R. du 22 juin 2017 modifiant l’arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés publics et des concessions des travaux publics ; Considérant le rapport d’expertise du bureau juridique d’Equals Partners annexé à la présente délibération ; Considérant que cette expertise ainsi qu’une négociation avec le bureau d’études a permis de définir les modalités d’un avenant intégrant les demandes du bureau d’études tout étant compatible avec la législation (voir avenant annexé à la présente délibération) ; Considérant que l’augmentation des honoraires représente un montant supplémentaire de 126.340,06 € TVAC ; Considérant que le montant du marché d’étude doit être majoré pour atteindre un nouveau montant de 397.813.39 € ; Considérant que les frais d’études liés à la majoration ont été engagés à l'article 922/747-60- 07/57 du budget extraordinaire 2018 et seront financés par prélèvement sur fonds de réserve extraordinaire ;

                                               142

Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins en date du 10 décembre 2019 ; DECIDE :

    1.   D’approuver le nouvel avenant à la convention initiale pour la mission d'étude,
         portant les honoraires de 244.416,00 € TVAC à 370.756,06 € TVAC (supplément
         de 126 340,06 € TVAC) ;
    2.   De prendre acte de l’imputation engagé du montant supplémentaire à
         concurrence de 137.000,00 € TVAC (avenant + réserve prolongation de délais) à
         l’article 922/747-60-07/57 du budget extraordinaire 2018 ;
    3.   De financer ce montant supplémentaire de 126.340,06 € TVAC par prélèvement
         sur fonds de réserve extraordinaire
                              DE GEMEENTERAAD
      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet van 24 december 1993 met betrekking tot openbare aanbestedingen voor werken en sommige aanbestedingen voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten en de gunning van openbare werken; Gelet op de organieke ordonnantie van 28 januari 2010 betreffende de stadshernieuwing; Gelet op het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 27 mei 2010 betreffende de uitvoering van deze ordonnantie; Gelet op het besluit van de Executieve van 16 december 2010 dat het programma van het duurzaam wijkcontract Helmet goedkeurt; Gelet op de goedkeuring door de Gemeenteraad van de wijzigingen van het programma van het duurzaam wijkcontract Helmet, op datum van 19 september 2012; Overwegende dat de renovatie en verbouwing van het gebouw gelegen op landbouwstraat 110-112 met het oog op een MCAE (Ontvangst van kinderen Gemeentehuis) voor een deel en woningen voor de rest, zodat de afbraak van een opslagplaats in het huizenblok binnenterrein voor de nieuwbouw van een kinderbewaarplaats en de inrichting van een groene ruimte, de operaties VO2 en OR7 van dit programma vormt; Overwegende dat de Raad op 04 december 2012 heeft beslist om de studieopdracht te gunnen via onderhandelingsprocedure met bekendmaking voor een bedrag geraamd op 271.473,33 € ; Overwegende dat het College op 12 november 2013, de tijdelijke vereniging Low architecten bvba heeft aangeduid als projectauteur voor de operatie vermeld in rubriek; Overwegende dat het College op 25 juni 2014 heeft beslist om de opdracht voor werken te gunnen via openbare aanbesteding en dat het College op 04 november heeft beslist om de opdracht voor werken te gunnen aan de firma HULLBRIDGE ASSOCIATED SA voor een bedrag van 2.480.003,80 € BTWI; Overwegende dat het College op 20 juni 2017, akte heeft genomen van de moeilijkheden die de onderneming ondervond op de werf en het onvermijdelijk karakter van het ambtshalve treffen van maatregelen; Overwegende dat het College op 22 augustus 2017, de asbl RenovaS de toestemming heeft verleend om over te gaan tot het ambtshalve nemen van maatregelen via de procedure van opdracht voor rekening; Overwegende dat de werken heden stilliggen en dat op 12 december 2017 een situatiebeschrijving van de werf werd opgemaakt in aanwezigheid van de onderneming, het studiebureau en de Architect/Expert; Overwegende dat de situatie van de werf het studiebureau heeft aangezet tot het verlengen van haar tussenkomst gezien de vertraging op gelopen tijden de oorspronkelijke opdracht voor werken; Overwegende dat de herlancering van een nieuwe opdracht voor werken bijkomende prestaties vereist van het studiebureau in het kader van de aanbesteding- en opvolgingsfasen en dat ten gevolge van de specifieke situatie van deze werf, rekening moet worden gehouden met het kader van de herlancering en herneming van de opdracht; Overwegende dat de vermeerdering van de erelonen een bijkomend bedrag van 122.000,00 € BTWI betekent;

                                            143

Overwegende dat het college op 20 februari 2018 het aanhangsel bij de oorspronkelijke overeenkomst waarbij de erelonen van 244.416,00 € BTWI naar 366.416,00 € BTWI werden gebracht, heeft goedgekeurd en dat dit ook werd goedgekeurd tijdens de gemeenteraad van 28 februari 2018; Overwegende dat het studiebureau naderhand heeft geweigerd om het aanhangsel als dusdanig te ondertekenen maar bijkomende erelonen eist in geval van verlenging van de 2 de werf; Overwegende dat een juridisch advies werd ingewonnen door de Gemeente bij het bureau Equals Partners teneinde de mogelijkheden voor wijzigingen van de oorspronkelijke overeenkomst ten opzichte van de nieuwe wetgeving inzake de overheidsopdrachten te bestuderen; Gezien artikel 37 van de oorspronkelijke versie van het KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten; Overwegende dat het mogelijk is om een beroep te doen op artikel 38/2 van het koninklijk besluit uitvoering, zoals gewijzigd door het KB van 22 juni 2017 tot wijziging van het koninklijke besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en de concessie van overheidswerken; Gezien het expertiseverslag van het juridisch bureau Equals Partners in bijlage bij onderhavige beraadslaging; Overwegende dat deze expertise evenals een onderhandeling met het studiebureau heeft toegelaten om de bepalingen van het aanhangsel vast te leggen dat de eisen van het studiebureau omvat en toch compatibel is met de wetgeving (zie aanhangsel in bijlage bij onderhavige beraadslaging); Overwegende dat de vermeerdering van de erelonen een bijkomend bedrag van 126.340,06 € BTWI betekent; Overwegende dat het bedrag van de studieopdracht moet vermeerderd worden om tot een nieuw bedrag van 397.813,39 € te komen; Overwegende dat de studiekosten verbonden met de vermeerdering werden geboekt in artikel 922/747-60-07/57 van de buitengewone begroting 2018 en zullen gefinancierd worden door opname uit het buitengewoon reservefonds; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen op 10 december 2019; BESLIST:

    1.    Het nieuwe aanhangsel bij de oorspronkelijke overeenkomst voor de
          studieopdracht, waarbij de erelonen van 244.416,00 € BTWI naar 370.756,06 €
          BTWI worden gebracht (supplement van 126 340,06 € BTWI) goed te keuren;
    2.    Akte te nemen van de boeking van het bijkomend bedrag van 137.000,00 € BTWI
          (aanhangsel + reserve verlenging van termijnen) op artikel 922/747-60-07/57 van
          de buitengewone begroting 2018 ;
    3.    Dit bijkomende bedrag van 126.340,06 € BTWI te financieren door opname uit
          het buitengewoon reservefonds.

VIE CITOYENNE -=- BURGERLEVEN (LEVEN IN DE GEMEENTE) SP 61.- Asbl “A vos côtés 1030” - Convention annuelle 2019 - Approbation -=- VZW “A vos

  côtés 1030" - Jaarlijkse overeenkomst 2019 – Goedkeuring
    Madame Nyssens intervient
    Madame Lorenzino répond

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                   Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi communale;

                                            144

Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l'octroi et de l'emploi de certains subsides; Vu la délibération du Conseil communal de mars 2019 adoptant le nouveau règlement relatif à l'octroi, l'emploi et le contrôle de subventions communales, Considérant que la convention telle que proposée au Collège est conforme au nouveau règlement d'octroi de subsides de mars 2019; Sur proposition du Collège des Bourgmestres et échevins du 10 décembre 2019; DECIDE: D'approuver la convention annuelle 2019 entre la Commune et l'asbl “A vos côtés 1030”.

                               DE GEMEENTERAAD
       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op artikelen 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning van het gebruik van sommige toelagen; Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van maart 2019 goedkeurend het nieuwe reglement betreffende de uitreiking, het gebruik en de controle van gemeentelijke toelagen; Overwegend dat de overeenkomst zoals voorgesteld aan het College in overeenstemming is met de subsidieregeling van maart 2019; Op voorstel van het College van Burgmeester en Schepenen van 10 december 2019; BESLUIT: De jaarlijkse overeenkomst 2019 tussen de gemeente en de VZW “A vos côtés 1030” goed te keuren

Bibliothèques francophones -=- Franstalige bibliotheken SP 62.- Bibliothèques francophones : introduction d’une demande de reconduction de

 reconnaissance auprès de la Féd. Wallonie-Bruxelles dans le cadre du décret du
 30/04/09, approbation du Plan quinquennal de développement 2021-2025. -=-
 Franstalige bibliotheken : indiening van een verlengingsaanvraag tot erkenning bij de
 Federatie Wallonië-Brussel in het kader van het decreet van 30/04/09, goedkeuring van
 het vijfjarenplan van ontwikkeling 2021-2025.

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                                LE CONSEIL COMMUNAL
                    Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu le décret du 30 avril 2009 et son arrêté d’application du 19 juillet 2011. Vu que pour continuer à bénéficier du système de subventions prévu par la Fédération Wallonie-Bruxelles et par la Cocof, il est nécessaire d’introduire une demande de reconduction de reconnaissance dans le cadre du texte de loi. Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins de décider d’introduire une demande de reconduction de reconnaissance à la date du 1er janvier 2021 en tant qu’« Opérateur direct du Réseau public de la lecture » dans la catégorie 3 (remise du dossier pour le 31 janvier 2020). DECIDE D'approuver la demande de reconduction de la reconnaissance auprès de la Fédération Wallonie-Bruxelles dans le cadre du décret du 30/04/09 et d'approuver le Plan quinquennal de développement 2021-2025

                               DE GEMEENTERAAD
       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Aangezien het decreet van 30 april 2009 en zijn uitvoeringsbesluit van 19 juli 2011.

                                             145

Opgelet dat, om van het systeem van subsidies, dat door de Federatie Wallonië-Brussel en de Cocof voorzien is, verder te genieten, is het noodzakelijk, een verlenging van het herkenningsverzoek in het kader van de wettekst in te dienen. Gelet op het besluit van het College van Burgermeester en Schepenen, een erkenningsverzoek op eerste januari 2021 als “directe operator van het publieke lectuurnet” in categorie 3 in te voeren (aflevering van het dossier voor 31 januari 2020). BESLUIT De verlengingsaanvraag tot erkenning bij de Federatie Wallonië-Brussel in het kader van het Decreet van 30/04/09, het vijfjarenplan van ontwikkeling 2021-2025 goed te keuren

Enseignement néerlandophone -=- Nederlandstalig onderwijs SP 63.- Approbation du composition du conseil scolaire de GBS Paviljoen. -=- Goedkeuring

 van de samenstelling van de schoolraad van school GBS Paviljoen.

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                   Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu la nouvelle loi communal, art. 119; Vu le Décret du 2 avril 2004 sur la participation à l'école et le Conseil de l'enseignement flamand , en particulier son article 12; Considérant que le conseil scolaire est composé ou bien par élection, ou bien par désignation de représentants du conseil pédagogique et du conseil des parents; Considérant qu'il existe un conseil pédagogique et un conseil des parents dans l'école GBS Paviljoen; Considérant que par conséquent, des élections ne doivent pas être organisées pour désigner des représentants du personnel et des représentants des parents; Vu l'approbation du Collège des Bourgmestre et Echevins en séance du 3 décembre 2019; DECIDE : D'approuver la composition du conseil scolaire de l'école GBS Paviljoen. Les représentants du conseil pédagogique pour le conseil scolaire sont:

        Jill Goovaerts
        Ilham Agazar
        Mirja Burgsteijn
        Karima Bahri
        Elien Van Goidsenhove
        Sofie Sergoigne
        Nymfe Berbé
        Rens Gijsen
        Anass Ben Al Abed
        Steffi Degraeve

Les représentants du conseil des parents pour le conseil scolaire sont:

        Hajar Driss
        Fatiha Achinif
        Roufaida Zizaoui
        Thomas Schoenmaekers
        Latifa Arraj
        Naima Hadj Ahmed
        Naziha Stitou
        Samira El Barghout
        Fatoumata Diallo
        Janetta Apazouva
                                           146

Il y aura une présence Christine Schelfhout, chef de service de l'enseignement Néerlandophone, pour chaque conseil scolaire, ainsi que la présence de l'échevine de l'enseignement Néerlandophone, madame Adelheid Byttebier.

                              DE GEMEENTERAAD
      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op de nieuwe gemeentewet, art. 119; Gelet op het Decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad, in het bijzonder artikel 12; Overwegende dat de schoolraad wordt samengesteld, hetzij door verkiezingen, hetzij door aanduiding van vertegenwoordigers vanuit de pedagogische raad en vanuit de ouderraad; Overwegende dat er een pedagogische raad en een ouderraad bestaat binnen GBS Paviljoen; Overwegende dat er bijgevolg geen verkiezingen moeten worden georganiseerd om de geleding van het personeel en de geleding van de ouders samen te stellen; Gelet op de goedkeuring van het College van Burgemeester en Schepenen in zitting van 3 december 2019; BESLIST : De samenstelling van de schoolraad voor de school GBS Paviljoen goed te keuren. Afvaardiging vanuit de pedagogische raad naar de schoolraad:

        Jill Goovaerts
        Ilham Agazar
        Mirja Burgsteijn
        Karima Bahri
        Elien Van Goidsenhove
        Sofie Sergoigne
        Nymfe Berbé
        Rens Gijsen
        Anass Ben Al Abed
        Steffi Degraeve

Afvaardiging vanuit de ouderraad naar de schoolraad:

        Hajar Driss
        Fatiha Achinif
        Roufaida Zizaoui
        Thomas Schoenmaekers
        Latifa Arraj
        Naima Hadj Ahmed
        Naziha Stitou
        Samira El Barghout
        Fatoumata Diallo
        Janetta Apazouva

Voor het schoolbestuur zal Schepen voor Nederlandstalig Onderwijs, Adelheid Byttebier, aanwezig zijn op de schoolraad. Vanuit de administratie zal Christine Schelfhout, diensthoofd Nederlandstalig Onderwijs, de vergaderingen van de schoolraad bijwonen.

Commerces - Economie - Emploi -=- Handel - Economie - Tewerkstelling SP 64.- Octroi de subsides pour l'exercice 2019 relatifs au soutien aux associations de

 commerçants - Approbation -=- Toekennen van subsidies, voor het dienstjaar 2019, aan
 de verenigingen van de handelaars - Goedkeuring
    Monsieur van den Hove intervient
    Madame de Fierlant répond

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                                            147

LE CONSEIL COMMUNAL

                    Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu les articles 117 et 123 de la nouvelle loi communale; Vu sa délibération du 19 juin 2019 adoptant la modification budgétaire 2 de l'exercice 2019; Vu sa délibération du Collège des Bourgmestre et Echevins du 10 décembre 2019; DECIDE De répartir comme suit les subsides aux associations de commerçants de Schaerbeek pour l'année 2019, pour un montant de 5.000€, prévu à l'article 520/332-02/ AC/832 du budget ordinaire de 2019:

    1.     "Association des commerçants Josaphat" : 1.000€
    2.     "Association des commerçants Dailly": 1.000€
    3.     "Association des commerçants Brabant": 1.000€
    4.     "Association des commerçants Helmet": 1.000€
    5.     "Association des commerçants Pavillon" : 1.000€
                               DE GEMEENTERAAD
       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op artikels 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op zijn raadsbesluit van 19 juni 2019 dat de begrotingswijzigingen 2 van de boekjaar 2019 aanvaard; Gelet op zijn raadsbesluit van het College van Burgemeester en Schepenen van 10 december 2019; BESLUIT De subsidies aan de folklorische groepen van Schaarbeek voor het dienstjaar 2019, voor een totaal bedrag van 5.000€, voorzien bij artikel 520/332-02/ AC/832 van het gewoon budget 2019, als volgt te verdelen:

    1.    "Vereniging van de handelaars Josaphat" : 1.000€
    2.    "Vereniging van de handelaars Dailly": 1.000€
    3.    "Vereniging van de handelaars Brabant": 1.000€
    4.    "Vereniging van de handelaars Helmet": 1.000€
    5.    "Vereniging van de handelaars Paviljoen": 1.000€

Sports -=- Sport SP 65.- A.S.B.L. C.T.T. Royal Alpa - Subvention exceptionnelle 2019 - Convention annuelle -

 Approbation -=- V.Z.W. "C.T.T. Royal Alpa" - Uitzonderlijk subsidie 2019 - Jaarlijkse
 overeenkomst - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                                LE CONSEIL COMMUNAL
                    Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu l'article 117 de la nouvelle loi communale ; Vu la loi du 26 juillet 1971 organisant les agglomérations et fédérations de communes; Vu l'arrêté royal du 30 juillet 1985 modifié par l'arrêté royal du 19 janvier 1989 réglant la tutelle administrative sur l'agglomération bruxelloise et les communes qui composent la Région de Bruxelles-Capitale; Vu l'article 10 de la loi du 17 juillet 1973, garantissant la protection des tendances idéologiques et philosophiques; Vu la loi du 14 novembre1983 relative au contrôle de l'octroi et de l'emploi de certaines subventions et sa délibération du 15 janvier 1985; Vu sa délibération du 27 février 2019 adoptant la modification budgétaire pour l’exercice 2019;

                                              148

Vu le règlement sur les subsides octroyés aux cercles sportifs, adopté en séance du 27 mars 2019; Considérant qu'un crédit de 25.000 € est prévu à à l’article 764/332-02/-AF/841 du budget ordinaire 2019 pour l'octroi de subsides aux clubs sportifs; Considérant que l'ASBL “C.T.T. Royal Alpa” souhaite participer au Championnat d'Europe de Tennis de table; Considérant la volonté de la Commune de soutenir les clubs sportifs soucieux d'atteindre le plus haut niveau; Vu le rapport du 10 décembre 2019 du Collège des Bourgmestre et Échevins; Considérant qu’il y a lieu d'y faire droit ; DECIDE d'approuver la signature de la convention entre la Commune et l'A.S.B.L. C.T.T. Royal Alpa

                               DE GEMEENTERAAD
       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet ; Gelet op de wet van 26 juli 1971 op de agglomeraties en federaties van de gemeenten; Gelet op koninklijk besluit van 30 juli 1985 gewijzigd bij koninklijk besluit van 19 januari 1989 tot regeling van het administratief toezicht op de Brusselse agglomeratie en de gemeenten die tot het Brussels Hoofdstedelijk Gewest behoren; Gelet op artikel 10 van de wet van 17 juli 1973, waarbij de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen gewaarborgd wordt; Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en aanwending van sommige toelagen en gelet op zijn raadbesluit van 15 januari 1985; Gelet op zijn raadsbesluit van 27 februari 2019 die de budgettaire wijziging voor het dienstjaar 2019 aanvaard; Gelet op het reglement op de subsidies toegestaan aan de sportclubs, beraadslaagd op 27 mars 2019; Overwegende dat in uitgaven een krediet van 25.000 € voorzien is op artikel 764/332-02/- AF/841 van het gewoon budget 2019 voor de subsidies toegestaan aan de sportclubs; Overwegende dat de VZW “C.T.T. Royal Alpa“ aan het europese Kampioenschap van Tafeltennis wil deelnemen; Overwegende de wil van de Gemeente om te ondersteunen de sportclubs bezorgd om het hoogste niveau te bereiken; Gelet op het verslag van 10 december 2019 van het College van Burgemeester en Schepenen; Overwegende dat het betaamt hieraan een gunstig gevolg te geven; BESLUIT De ondertekening van de overeenkomst tussen de Gemeente en de V.Z.W. “C.T.T. Royal Alpa”, goed te keuren

SP 66.- Convention annuelle entre la Commune et l'ASBL Sports Schaerbeekois -

 Approbation -=- Jaarlijkse overeenkomst tussen de Gemeente en de VZW Sports
 Schaerbeekois - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                                LE CONSEIL COMMUNAL
                    Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu l'article 117 de la nouvelle loi communale ; Vu la loi du 26 juillet 1971 organisant les agglomérations et fédérations de communes; Vu l'arrêté royal du 30 juillet 1985 modifié par l'arrêté royal du 19 janvier 1989 réglant la tutelle administrative sur l'agglomération bruxelloise et les communes qui composent la Région de Bruxelles-Capitale;

                                               149

Vu l'article 10 de la loi du 17 juillet 1973, garantissant la protection des tendances idéologiques et philosophiques; Vu la loi du 14 novembre1983 relative au contrôle de l'octroi et de l'emploi de certaines subventions et sa délibération du 15 janvier 1985; Vu sa délibération du 27 février 2019 adoptant la modification budgétaire pour l’exercice 2019; Vu le règlement sur les subsides adopté en séance du 27 mars 2019; Considérant qu'un crédit total de 302.000 € est prévu aux différents articles du budget ordinaire 2019 pour l'octroi de subsides à l'asbl Sport Schaerbeekois; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 10 décembre 2019; DECIDE : d'approuver la convention liant la Commune et l'asbl Sports Schaerbeekois

                               DE GEMEENTERAAD
       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet ; Gelet op de wet van 26 juli 1971 op de agglomeraties en federaties van de gemeenten; Gelet op koninklijk besluit van 30 juli 1985 gewijzigd bij koninklijk besluit van 19 januari 1989 tot regeling van het administratief toezicht op de Brusselse agglomeratie en de gemeenten die tot het Brussels Hoofdstedelijk Gewest behoren; Gelet op artikel 10 van de wet van 17 juli 1973, waarbij de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen gewaarborgd wordt; Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en aanwending van sommige toelagen en gelet op zijn raadbesluit van 15 januari 1985; Gelet op zijn raadsbesluit van 27 februari 2019 die de budgettaire wijziging voor het dienstjaar 2019 aanvaard; Gelet op het reglement op de subsidies beraadslaagd op 27 mars 2019; Overwegende dat in uitgaven een totaal krediet van 302.000 € voorzien is voor de verschillende artikelen van het gewoon budget 2019 voor de toekenning van subsidies aan de vzw “Sport Schaerbeekois”; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 10 december 2019; BESLIST : de overeenkomst tussen de gemeente en de VZW “Sports Schaerbeekois” goed te keuren;

ENSEIGNEMENT COMMUNAL FRANCOPHONE -=- FRANSTALIG GEMEENTELIJK ONDERWIJS SP 67.- Règlement d'Ordre Intérieur des cours de promotion sociale - Approbation -=-

 Huishoudelijk reglement van de cursussen voor sociale promotie - Goedkeuring
     Monsieur Bouhjar intervient
     Madame la Bourgmestre ff répond

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Décidé, par 39 voix contre 0 et 4 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté -=- Besloten, met 39 stem(men) tegen 0 en 4 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

                                LE CONSEIL COMMUNAL
        Décidé, par 39 voix contre 0 et 4 abstention(s). 3 membres n'ont pas voté

Vu l'article 119 de la nouvelle loi communale ; Vu le décret du 24 juillet 1997 définissant les missions prioritaires de l’enseignement fondamental et de l’enseignement secondaire et organisant les structures propres à les atteindre ; Vu la décision du Collège des Bourgmestre et échevins du 10 décembre 2019 ; DECIDE D'approuver le Règlement d'ordre intérieur de l'école de la Promotion sociale de Schaerbeek.

                                              150

DE GEMEENTERAAD

 Besloten, met 39 stem(men) tegen 0 en 4 onthouding(en). 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op artikel 119 van de nieuwe gemeentewet ; Gelet op het Decreet van 24 juli 1997 betreffende de prioritaire opdrachten van het basis- en secundair onderwijs en de organisatie van de structuren om deze te verwezenlijken ; Gelet op de goedkeuring door het College van Burgemeester en Schepenen in zitting van 10 december 2019 ; BESLIST Het huishoudelijk reglement van de school voor Sociale Promotie, goed te keuren.

Stratégie et contrôle interne (Perecs) -=- Strategie en interne controle SP 68.- ASBL Centre des Ressources Humaines - Plan d'objectifs 2019 - Approbation -=- VZW

 Centre des Ressources Humaines - Jaarlijks plan met doelstellingen 2019 - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                                LE CONSEIL COMMUNAL
                    Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale. Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l’octroi et de l’emploi de certaines subventions. Vu la délibération du Conseil communal du 27 mars 2019 adoptant le règlement relatif aux subventions communales. DECIDE d'approuver le plan d'objectifs 2019 de l'ASBL Centre des Ressources Humaines

                               DE GEMEENTERAAD
       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op artikelen 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet. Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en het gebruik van sommige toelagen. Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 27 maart 2019 goedkeurend het reglement betreffende de gemeentelijke toelagen. BESLIST om het jaarlijks plan met doelstellingen 2019 van de VZW Centre des Ressources Humaines, goed te keuren.

SP 69.- ASBL Ecoles des Jeunes football club Crossing de Schaerbeek en abrégé EDJ Crossing

  1. Convention 2019 - Approbation -=- VZW Ecoles des Jeunes football club Crossing de

Schaerbeek afgekort EDJ Crossing - Overeenkomst 2019– Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                                LE CONSEIL COMMUNAL
                    Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale; Vu la Loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l'octroi et de l'emploi de certains subsides;

                                             151

Vu la délibération du Conseil communal du 19 mars 2019 adoptant le règlement relatif à l'octroi, l'emploi et le contrôle de subventions communales; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 10/12/19 DECIDE d'approuver la convention 2019 avec l'ASBL Ecoles des Jeunes football club Crossing de Schaerbeek en abrégé EDJ Crossing

                              DE GEMEENTERAAD
      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gelet op artikelen 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en het gebruik van sommige toelagen; Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 19 maart 2019 goedkeurend het reglement betreffende de uitreiking, het gebruik en de controle van gemeentelijke toelagen, Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 10/12/19 BESLUIT de overeenkomst 2019 met de vzw “Ecoles des Jeunes football club Crossing de Schaerbeek en abrégé EDJ Crossing”, goed te keuren.

POINT EN URGENCE -=- PUNT IN SPOED VIE CITOYENNE -=- BURGERLEVEN (LEVEN IN DE GEMEENTE) Solidarité et Egalité des chances -=- Solidariteit & Gelijke kansen SP 90.- L'émergence de nouvelles masculinités : l'autre voix vers l'égalité - Convention de

  valorisation avec la RTBF - Modification du montant total - Approbation -=- De opkomst
  van nieuwe masculiniteiten : de andere stem voor gelijkheid -
  Waarderingsovereenkomst met de RTBF - Wijziging van het totale bedrag - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD L'urgence est admise à l'unanimité. -=- De dringendheid wordt eenparig aangenomen. Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                   Approuvé à l'unanimité. 3 membres n'ont pas voté

Vu la nouvelle loi communale, Vu les articles 117 et 123, Considérant la décision du Collège du 15 octobre 2019 d’approuver l’organisation d’un événement de sensibilisation autour des masculinités le 19 novembre 2019 à la salle des mariages Considérant qu’il y était mentionné un partenariat entre la commune et les grenades RTBF, Considérant que des frais techniques à concurrence de 2500€ ont été validés par le Collège des Bourgmestre et Echevins, Considérant que ce montant ne fait pas état de la TVA, amenant le total définitif à 3025€ TCC, Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 19 novembre 2019 approuvant le montant de 2500€, Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 17 décembre 2019 approuvant la modification du pavé budgétaire qui contient le montant modifié de 3025€ TCC, DECIDE: D’approuver la modification budgétaire concernant convention d’aide à la production avec la RTBF, modifiant le montant de 2500€ à 3025€

                                           152

DE GEMEENTERAAD

      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 3 leden hebben niet gestemd

Gezien de nieuwe gemeentewet, Gelet op de artikelen 117 en 123, en met name op de artikelen 117 en 123, Gezien het besluit van het College van 15 oktober 2019 om de organisatie van een bewustmakingsevenement over masculiniteiten op 19 november 2019 in de trouwzaal goed te keuren Overwegende dat er sprake was van een partnerschap tussen de gemeente en de RTBF- granaten, Aangezien de technische kosten tot 2500€ zijn gevalideerd door het College van Burgemeester en Schepenen, Aangezien in dit bedrag geen BTW is begrepen, komt het uiteindelijke totaal uit op 3025€, Gezien de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 19 november 2019 tot goedkeuring van het bedrag van 2500€, Gezien het besluit van het College van Burgemeester en Schepenen van 17 december 2019 tot goedkeuring van de wijziging van het begrotingspakket dat het gewijzigde bedrag van 3025€ bevat, BESLIST: de begrotingswijziging met betrekking tot de productiesteunovereenkomst met de RTBF goed te keuren, waarbij het bedrag wordt gewijzigd van 2500€ in 3025€.

Vote nominal sur les points 9 à 16, 19 à 69 et le point 90 -=- Hoofdelijke stemming

    op de punten 9 tot 16, 19 tot 69 en punt 90
                                        *****

Après le point 90 vote nominal auquel participent les conseillers communaux suivants -=- Na het punt 90 hoofdelijke stemming waaraan de volgende gemeenteraadsleden deelnemen : Mme-mevr. Cécile Jodogne; MM.-hh. Vincent Vanhalewyn, Sadik Koksal; M.-h. Mehmet Bilge; Mme-mevr. Adelheid Byttebier; M.-h. Michel De Herde; M.-h. Frederic Nimal, Mmes-mevr. Sihame Haddioui, Deborah Lorenzino, M.-h. Thomas Eraly, Mme-mevr. Lorraine de Fierlant; MM.-hh. Bernard Guillaume, Bernard Clerfayt, Georges Verzin, Emin Ozkara, Ibrahim Dönmez, Abobakre Bouhjar, Mme-mevr. Angelina Chan, MM.-hh. Axel Bernard, Hasan Koyuncu, Mmes-mevr. Sophie Querton, Done Sonmez, M.-h. Quentin van den Hove, Mme-mevr. Fatiha El Khattabi, MM.-hh. Arnaud Verstraete, Taoufik Ben addi, Matthieu Degrez, Mmes-mevr. Claire Geraets, Leila Lahssaini, Myriam Boxus, M.-h. Youssef Hammouti, Mmes-mevr. Fatima Ben Abbou, Leticia Sere, Lucie Petre, MM.-hh. Abdelhakim El Karaoui, Emel Dogancan, Yusuf Yildiz, Mohammed Abkoui, Mmes-mevr. Naima Belkhatir, Emel Kose, Vanessa Loodts, Marie Nyssens, MM.-hh. Hamza BOUKHARI, Cedric Mahieu, Elyass EL YAKOUBI, Mamadou Bah.

                                           153

RESULTAT DU VOTE – UITSLAG VAN DE STEMMING

                                                                                  OUI – JA : O
                                                                               NON – NEEN : N
                                                               ABSTENTION – ONTHOUDING :      -
                          PAS DE VOTE/VOTE ANONYME – GEEN STEM/ANONIEME STEMMING : ––––

Points de l'O.J. 9-16, 34-37, 41-44, 46-66, 68-69,

                                                                  27, 29, 33     20, 22, 30

Punten agenda 90 VANHALEWYN VINCENT O O O KOKSAL SADIK O O O BILGE MEHMET O O O BYTTEBIER ADELHEID O O O DE HERDE MICHEL O O O NIMAL FREDERIC O O O HADDIOUI SIHAME O O O LORENZINO DEBORAH O O O ERALY THOMAS O O O DE FIERLANT LORRAINE O O O GUILLAUME BERNARD O O O CLERFAYT BERNARD O O O VERZIN GEORGES O O O OZKARA EMIN –––– –––– –––– DÖNMEZ IBRAHIM O N N BOUHJAR ABOBAKRE O N N CHAN ANGELINA O O O BERNARD AXEL O O N KOYUNCU HASAN O N N QUERTON SOPHIE O O O SONMEZ DONE O N N VAN DEN HOVE QUENTIN O O O EL KHATTABI FATIHA O O O VERSTRAETE ARNAUD O O O BEN ADDI TAOUFIK O N N DEGREZ MATTHIEU O N N GERAETS CLAIRE –––– –––– –––– LAHSSAINI LEILA O O N BOXUS MYRIAM O O O HAMMOUTI YOUSSEF –––– –––– –––– BEN ABBOU FATIMA O O N SERE LETICIA O O O PETRE LUCIE O O O EL KARAOUI ABDELHAKIM O O N DOGANCAN EMEL O O O YILDIZ YUSUF O - O ABKOUI MOHAMMED O N N BELKHATIR NAIMA O N N KOSE EMEL O - O LOODTS VANESSA O O O DESMEDT EMILIE –––– –––– –––– NYSSENS MARIE O - O BOUKHARI HAMZA O - O MAHIEU CEDRIC O - O EL YAKOUBI ELYASS O O O BAH MAMADOU O O O JODOGNE CÉCILE O O O

  OUI-JA                                        43                    30             31
  NON-NEEN                                       0                     8             12
  ABSTENTIONS - ONTHOUDINGEN                     0                     5              0
                                          154

RESULTAT DU VOTE – UITSLAG VAN DE STEMMING

                                                                                 OUI – JA : O
                                                                              NON – NEEN : N
                                                                 ABSTENTION – ONTHOUDING :   -
                           PAS DE VOTE/VOTE ANONYME – GEEN STEM/ANONIEME STEMMING : ––––

Points de l'O.J.

                                       4, 6, 8         28, 31-32       5, 7       19, 25

Punten agenda VANHALEWYN VINCENT O O O O KOKSAL SADIK O O O O BILGE MEHMET O O O O BYTTEBIER ADELHEID O O O O DE HERDE MICHEL O O O O NIMAL FREDERIC O O O O HADDIOUI SIHAME O O O O LORENZINO DEBORAH O O O O ERALY THOMAS O O O O DE FIERLANT LORRAINE O O O O GUILLAUME BERNARD O O O O CLERFAYT BERNARD O O O O VERZIN GEORGES O O - O OZKARA EMIN –––– –––– –––– –––– DÖNMEZ IBRAHIM N N N N BOUHJAR ABOBAKRE N N N N CHAN ANGELINA O O - O BERNARD AXEL N O N N KOYUNCU HASAN N N N N QUERTON SOPHIE O O O O SONMEZ DONE N N N N VAN DEN HOVE QUENTIN O O O O EL KHATTABI FATIHA O O O O VERSTRAETE ARNAUD O O O O BEN ADDI TAOUFIK N N N N DEGREZ MATTHIEU N N N N GERAETS CLAIRE N –––– N –––– LAHSSAINI LEILA N O N N BOXUS MYRIAM O O O O HAMMOUTI YOUSSEF N –––– N –––– BEN ABBOU FATIMA N O N N SERE LETICIA O O O O PETRE LUCIE O O O O EL KARAOUI ABDELHAKIM N O N N DOGANCAN EMEL O O O O YILDIZ YUSUF O O N - ABKOUI MOHAMMED N N N N BELKHATIR NAIMA N N N N KOSE EMEL O O N - LOODTS VANESSA O O O O DESMEDT EMILIE –––– –––– –––– –––– NYSSENS MARIE O O N - BOUKHARI HAMZA O O N - MAHIEU CEDRIC O O N - EL YAKOUBI ELYASS O O O O BAH MAMADOU O O O O JODOGNE CÉCILE O O O O

  OUI-JA                                 31                35           24          26
  NON-NEEN                               14                 8           19          12
  ABSTENTIONS - ONTHOUDINGEN              0                 0           2            5
                       RESULTAT DU VOTE – UITSLAG VAN DE STEMMING
                                              155

OUI – JA : O

                                                                            NON – NEEN : N
                                                               ABSTENTION – ONTHOUDING :   -
                           PAS DE VOTE/VOTE ANONYME – GEEN STEM/ANONIEME STEMMING : ––––

Points de l'O.J.

                                        3                21           24          26

Punten agenda VANHALEWYN VINCENT O O O O KOKSAL SADIK O O O O BILGE MEHMET O O O O BYTTEBIER ADELHEID O O O O DE HERDE MICHEL O O O O NIMAL FREDERIC O O O O HADDIOUI SIHAME O O O O LORENZINO DEBORAH O O O O ERALY THOMAS O O O O DE FIERLANT LORRAINE O O O O GUILLAUME BERNARD O O O O CLERFAYT BERNARD O O O O VERZIN GEORGES O O O O OZKARA EMIN –––– –––– –––– –––– DÖNMEZ IBRAHIM O N - - BOUHJAR ABOBAKRE O N - - CHAN ANGELINA O O O O BERNARD AXEL O N N O KOYUNCU HASAN O N - - QUERTON SOPHIE O O O O SONMEZ DONE O N - - VAN DEN HOVE QUENTIN O O O O EL KHATTABI FATIHA O O O O VERSTRAETE ARNAUD O O O O BEN ADDI TAOUFIK O N - - DEGREZ MATTHIEU O N - - GERAETS CLAIRE O –––– –––– –––– LAHSSAINI LEILA O N N O BOXUS MYRIAM O O O O HAMMOUTI YOUSSEF O –––– –––– –––– BEN ABBOU FATIMA O N N O SERE LETICIA O O O O PETRE LUCIE O O O O EL KARAOUI ABDELHAKIM O N N O DOGANCAN EMEL O O O O YILDIZ YUSUF O N - O ABKOUI MOHAMMED O N - - BELKHATIR NAIMA O N - - KOSE EMEL O N - O LOODTS VANESSA O O O O DESMEDT EMILIE –––– –––– –––– –––– NYSSENS MARIE O N - O BOUKHARI HAMZA O N - O MAHIEU CEDRIC O N - O EL YAKOUBI ELYASS O O O O BAH MAMADOU O O O O JODOGNE CÉCILE O O O O

  OUI-JA                                45               26           26          35
  NON-NEEN                               0               17            4           0
  ABSTENTIONS - ONTHOUDINGEN             0                0           13           8
                                            156

RESULTAT DU VOTE – UITSLAG VAN DE STEMMING

                                                                                 OUI – JA : O
                                                                              NON – NEEN : N
                                                                 ABSTENTION – ONTHOUDING :   -
                           PAS DE VOTE/VOTE ANONYME – GEEN STEM/ANONIEME STEMMING : ––––

Points de l'O.J.

                                         39                40           67

Punten agenda VANHALEWYN VINCENT O O O KOKSAL SADIK O O O BILGE MEHMET O O O BYTTEBIER ADELHEID O O O DE HERDE MICHEL O O O NIMAL FREDERIC O O O HADDIOUI SIHAME O O O LORENZINO DEBORAH O O O ERALY THOMAS O O O DE FIERLANT LORRAINE O O O GUILLAUME BERNARD O O O CLERFAYT BERNARD O O O VERZIN GEORGES O O O OZKARA EMIN –––– –––– –––– DÖNMEZ IBRAHIM - O - BOUHJAR ABOBAKRE - O - CHAN ANGELINA O O O BERNARD AXEL - - O KOYUNCU HASAN - O - QUERTON SOPHIE O O O SONMEZ DONE - O O VAN DEN HOVE QUENTIN O O O EL KHATTABI FATIHA O O O VERSTRAETE ARNAUD O O O BEN ADDI TAOUFIK - O O DEGREZ MATTHIEU - O O GERAETS CLAIRE –––– –––– –––– LAHSSAINI LEILA - - O BOXUS MYRIAM O O O HAMMOUTI YOUSSEF –––– –––– –––– BEN ABBOU FATIMA - - O SERE LETICIA O O O PETRE LUCIE O O O EL KARAOUI ABDELHAKIM - - O DOGANCAN EMEL O O O YILDIZ YUSUF N N O ABKOUI MOHAMMED - O - BELKHATIR NAIMA - O O KOSE EMEL N N O LOODTS VANESSA O O O DESMEDT EMILIE –––– –––– –––– NYSSENS MARIE N N O BOUKHARI HAMZA N N O MAHIEU CEDRIC N N O EL YAKOUBI ELYASS O O O BAH MAMADOU O O O JODOGNE CÉCILE O O O

  OUI-JA                                 26                34           39
  NON-NEEN                                5                 5           0
  ABSTENTIONS - ONTHOUDINGEN             12                 4           4
                                              157

RÉSULTAT DES VOTES ANONYMES – UITSLAG VAN ANONIEME STEMMINGEN

                                                                              ABSTENTION/

NUMÉRO DU POINT/ PUNT NUMMER OUI/ JA NON/ NEE

                                                                              ONTHOUDING

17 38 0 7 18 37 0 8

ORDRE DU JOUR (REPRISE) -=- AGENDA (VERVOLG) POINT(S) INSCRIT(S) À LA DEMANDE DE CONSEILLERS COMMUNAUX -=- PUNT(EN) OPGETEKEND OP VERZOEK VAN GEMEENTERAADSLEDEN SP 91.- La rue Habiba-Ahmed à Schaerbeek (Point de Monsieur Axel BERNARD) -=- De

 Habiba-Ahmedstraat in Schaarbeek (Punt van de heer Axel BERNARD)
     Monsieur Bernard expose le point
     Madame la Bourgmestre ff répond
     Monsieur Bernard intervient
     Madame la Bourgmestre ff répond

SP 92.- Quel échéancier et quelle participation pour le nouveau Plan Climat? (Demande de

 Madame Marie NYSSENS) -=- Wat is de termijn voor en de deelname aan een Nieuw
 Klimaatplan? (Verzoek van Mevrouw Marie NYSSENS)
     Madame Nyssens expose le point
     Monsieur Vanhalewyn répond
     Madame Nyssens et Madame Loodts interviennent
     Monsieur Vanhalewyn répond

La séance publique est levée à 0 heure et 30 minutes -=- De openbare vergadering wordt beëindigd om 00.30 uur.

                                               158
transparencia/groupes-locaux/bru-schaerbeek/bruschcnscmn/2019-12-18_gbrucmnsch-cnscmn_sp-pv/start.1631227008.txt.gz · Dernière modification : 2021/09/10 00:36 de patrick