Outils pour utilisateurs

Outils du site


transparencia:groupes-locaux:bru-schaerbeek:bruschcnscmn:2013-09-25_gbrucmnsch-cnscmn_sp-pv:start

PV du 2013-09-25

Procès verbal de la séance du conseil communal de Schaerbeek du 2013-09-25

            CONSEIL COMMUNAL DE SCHAERBEEK
             GEMEENTERAAD VAN SCHAARBEEK


                         SEANCE DU 25 SEPTEMBRE 2013
                      VERGARDERING VAN 25 SEPTEMBER 2013



PRÉSENTS-AANWEZIG : M.-h. Bernard Clerfayt, Bourgmestre-Président-Burgemeester-
  Voorzitter; MM.-hh. Vincent Vanhalewyn, Bernard Guillaume, Denis Grimberghs,
  Mme-mevr. Cécile Jodogne, MM.-hh. Etienne Noel, Saït Köse, Sadik Köksal, Michel
  De Herde, Mohamed El Arnouki, Mme-mevr. Adelheid Byttebier, Échevins-
  Schepenen; MM.-hh. Georges Verzin, Jean-Pierre Van Gorp, Emin Ozkara,
  Mohamed Lahlali, Mmes-mevr. Laurette Onkelinx, Isabelle Durant, MM.-hh. Halis
  Kökten, Ibrahim Dönmez, Mme-mevr. Derya Alic, M.-h. Frédéric Nimal, Mme-
  mevr. Filiz Güles, MM.-hh. Abobakre Bouhjar, Yvan de Beauffort, Mme-mevr.
  Angelina Chan, MM.-hh. Mohamed Reghif, Mohamed Echouel, Yves Goldstein,
  Hasan Koyuncu, Mmes-mevr. Catherine Moureaux, Döne Sönmez, Jamila
  Sanhayi, Debora Lorenzino, MM.-hh. Burim Demiri, Axel Bernard, Seydi Sag,
  Mme-mevr. Lorraine de Fierlant, M.-h. Abdallah Kanfaoui, Mme-mevr. Joëlle Van
  Zuylen, M.-h. Quentin van den Hove, Mme-mevr. Berrin Saglam, M.-h. Bram
  Gilles, Mme-mevr. Asma Mettioui, M.-h. Thomas Eraly, Conseillers communaux-
  Gemeenteraadsleden; M.-h. Jacques Bouvier, Secrétaire communal-
  Gemeentesecretaris.

ABSENTS-AFWEZIG : -

EXCUSÉS-VERONTSCHULDIGD : Mmes-mevr. Mahinur Ozdemir, Sophie Querton,
   Barbara Trachte, Conseillers communaux-Gemeenteraadsleden.

EN DÉBUT DE SÉANCE-IN HET BEGIN VAN DE VERGADERING : -


   M. Clerfayt, Bourgmestre, préside l'assemblée qu'il ouvre en séance publique à
18 heures et 40 minutes.
   De openbare vergadering wordt geopend om 18.40 uuronder voorzitterschap
van mhr. Clerfayt, Burgemeester.

   Il est satisfait au prescrit de l'article 89 de la nouvelle loi communale et le
procès-verbal de la séance du 26 juin 2013 est tenu sur le bureau à la disposition
des membres du Conseil.
   Er wordt voldaan aan de voorschriften van artikel 89 van de nieuwe
gemeentewet en de notulen van de vergadering van 26 juni 2013 zijn ter
beschikking van de raadsleden ter tafel neergelegd.

   Monsieur Dönmez est désigné par le sort pour voter le premier lors du vote
par appel nominal.
   De heer Dönmez is door het lot aangewezen om als eerste te stemmen bij
hoofdelijke stemming.

   La traduction simultanée des débats est assurée par Monsieur Van
Wassenhoven.
   De vertaling staande vergadering wordt door de heer van Wassenhoven
verzekerd.


                        COMMUNICATIONS – MEDEDELINGEN
                                            **
    Madame Moureaux intervient en début de séance et demande de joindre son
interpellation à l'interpellation citoyenne.
    Monsieur le Bourgmestre explique son refus mais propose à Madame Moureaux
d'intervenir au nom de son groupe lors des débats du point relatif à la demande de
suspension du système des paiements forfaitaires pour les garderies (Point 2)
                                            **


               SEANCE PUBLIQUE - OPENBARE VERGADERING


                                          1
POINT(S) INSCRIT(S) À LA DEMANDE D’HABITANTS -=- PUNT(EN) OPGETEKEND
OP VERZOEK VAN INWONERS

SP 1.- Un enseignement bilingue, pour l'avenir de nos enfants - Un droit
  pour tous! (Demande de Monsieur Benjamin DEVOS) -=- Tweetalig
  onderwijs, voor de toekomst van onze kinderen - Een recht voor
  iedereen! (Vraag van de heer Benjamin DEVOS)

      Monsieur   Devos expose son interpellation
      Monsieur   De Herde donne une réponse.
      Monsieur   Verzin, Monsieur Goldstein, Monsieur Sag, Madame de Fierlant,
      Monsieur   Gilles et Monsieur Bernard interviennent.


SP 2.- Demande de suspension du système des paiements forfaitaires
  pour les garderies et demande de concertation entre le pouvoir
  organisateur et les parents d'élèves (Demande de Monsieur Youssef
  CHKARI) -=- Verzoek tot opschorting van het forfaitair betaalsysteem
  voor de kinderopvang en verzoek tot overleg tussen de inrichtende
  macht en de ouders van leerlingen (Vraag van de heer Youssef CHKARI)

      Monsieur Visser et Monsieur Chkari exposent leur interpellation.
      Monsieur de Herde répond.


      ********************************************
      La séance est suspendue de 19h20 à 19h30 -=- De vergadering wordt
      opgeheven van 19.20 uur tot 19.30 uur.
      ********************************************


      Monsieur de Herde poursuit l'élaboration de sa réponse.
      Madame Moureaux Intervient.
      Monsieur le Bourgmestre interrompt Madame Moureaux et lui donne une
      minute de parole supplémentaire.
      Monsieur Verzin, Madame Durant, Monsieur Sag et Monsieur Bernard
      interviennent.
      Monsieur le Bourgmestre répond.


      ********************************************
      La séance est suspendue de 20h00 à 20h15 -=- De vergadering wordt
      opgeheven van 20.00 uur tot 20.15 uur
      ********************************************

                                       ***
Catherine Moureaux quitte la séance -=- Catherine Moureaux verlaat de
vergadering.
                                       ***



SECRÉTAIRE COMMUNAL -=- GEMEENTESECRETARIS
Assemblées -=- Vergaderingen
SP 3.- Octroi du titre de Citoyen d'honneur, à titre posthume, à Monsieur
  David Yansenne, commissaire divisionnaire et chef de corps de la zone
  de police de Schaerbeek- Evere- Saint-Josse -=- Postuum toekennen
  van de titel van ereburger aan de heer David Yansenne, divisie-
  commissaris en hoofdcommissaris Korpschef van de politiezone
  Schaarbeek-Evere-Sint-Joost-ten-noode

      Monsieur le Bourgmestre expose les éloges de Monsieur Yansenne.

      *******************************************
      La séance tient une minute de silence -=- De vergadering houd één minuut
      stilte.
      *******************************************

      Monsieur le Bourgmestre poursuit les éloges.
      Mademoiselle Yansenne intervient et remercie le collège et le conseil
      communal.




                                          2
DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Considérant l’excellence du travail effectué par David Yansenne à la tête de la zone
de police nord pendant plus de douze ans ;
Considérant son engagement sans faille pour le maintien de l’ordre, la sécurité et
la qualité de vie des citoyens ;
Considérant ses talents d’officier, au sens le plus noble du mot, au service de la
communauté ;
Considérant le courage et l’engagement dont il a fait preuve tout au long de sa
carrière ;
Considérant son intelligence et sa clairvoyance. David Yansenne aura posé un
regard neuf sur l’organisation policière ;
Considérant ses qualités de meneur d’hommes et de femmes ;
Considérant ses innombrables qualités humaines, qui manqueront tout autant à
l’ensemble de la zone que ses qualités professionnelles.
DECIDE
d’octroyer à titre posthume le titre de Citoyen d’honneur à Monsieur David
Yansenne, commissaire divisionnaire et chef de corps de la zone de police
Schaerbeek-Evere-Saint-Josse

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Overwegende het uitmuntende werk dat door de heer David Yansenne, hoofd van
de politiezone gedurende meer dan twaalf jaar, uitgevoerd werd;
Overwegende zijn onfeilbare inzet voor de ordehandhaving, de veiligheid en de
levenskwaliteit van de burgers;
Overwegende zijn talenten als officier, of in de meer nobele term, in dienst van de
gemeenschap;
Overwegende de moed en de verbintenis waarvan hij blijk gegeven heeft
gedurende zijn loopbaan;
Overwegende zijn intelligentie en zijn helderheid van geest, heeft de heer David
Yansenne een nieuwe kijk gegeven op de organisatie van de politie
Overwegende zijn kwaliteiten als leider voor de mannen en vrouwen
Overwegende de talloze humane kwaliteiten, die aan de hele zone zullen missen
alsook zijn professionele kwaliteiten
BESLUIT
om de heer David Yansenne, afdelingscommissaris en korpshoofd van de
politiezone Schaarbeek-Evere-Sint-Joost, postuum de onderscheiden als ereburger.

                                        ***
      Monsieur le Bourgmestre félicite Madame Moureaux, Madame Ozdemir et
      Madame Trachte pour la naissance de leur enfant.

      ****
      Madame Moureaux et Monsieur Reghif quittent la séance -=- Mevrouw
      Moureaux en de heer Reghif verlaten de vergadering.
                                        ***

SP 4.- Comité technique de SIBELGA - Remplacement de Monsieur Damien
  LASSANCE par Monsieur Koen DE SMET-VANDAMME - Approbation -=-
  Technisch comité van SIBELGA - Vervanging van de heer Damien
  LASSANCE door de heer Koen DE SMET-VANDAMME - Goedkeuring


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu la Nouvelle Loi Communale, et notamment ses articles 117 et 120 ;
Vu les statuts de SIBELGA ;
Vu sa délibération du 28 avril 2010 désignant Monsieur Damien LASSANCE,
ingénieur-directeur, en qualité de membre du comité technique de SIBELGA;
Considérant que Monsieur Lassance a cessé ses fonctions au sein de
l’administration en date du 31 août 2013 ;
Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins en date du 3 septembre
2013 ;

                                           3
DECIDE :
de désigner Monsieur Koen DE SMET-VANDAMME, directeur adjoint technique à
l’Administration communale de Schaerbeek, comme représentant de la commune
au sein du comité technique de SIBELGA

                               DE GEMEENTERAAD
                    Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de nieuwe gemeentewet en in het bijzonder haar artikelen 117 en 120;
Gelet op de statuten van SIBELGA
Gelet op het besluit van 28 april 2010 bij de welke de heer Damine LASSANCE,
ingenieur directeur, aangeduid wordt als lid van het technisch comité van SIBELGA;
Overwegende dat de heer Damien LASSANCE zijn functies bij het gemeentebestuur
opgezegd heeft op datum van 31 augustus 2013;
Gelet op het besluit van het College van Burgemeester en Schepenen van 3
september 2013 ;
BESLIST :
om de heer Koen DE SMET-VANDAMME, technisch adjunct directeur bij het
gemeentebestuur van Schaarbeek, aan te duiden als vertegenwoordiger van de
gemeente te midden van het technisch comité van SIBELGA

SP 5.- Comité d'experts de SIBELGAZ - Remplacement de Monsieur
  Damien LASSANCE par Monsieur Koen DE SMET-VANDAMME -
  Approbation -=- Experten comité van SIBELGAZ - Vervanging van de
  heer Damien LASSANCE door de heer Koen DE SMET-VANDAMME -
  Goedkeuring


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                             LE CONSEIL COMMUNAL
                              Approuvé à l'unanimité.

Vu la Nouvelle Loi Communale, et notamment ses articles 117 et 120 ;
Vu les statuts de SIBELGAZ ;
Vu sa délibération du 28 avril 2010 désignant Monsieur Damien LASSANCE,
ingénieur-directeur, en qualité de membre du collège d’experts de SIBELGAZ;
Considérant que Monsieur Lassance a cessé ses fonctions au sein de
l’administration en date du 31 août 2013 ;
Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins en date du 3 septembre
2013 ;
DECIDE :
de désigner Monsieur Koen DE SMET-VANDAMME, directeur adjoint technique à
l’Administration communale de Schaerbeek, comme représentant de la commune
au sein du comité d’experts de SIBELGAZ

                               DE GEMEENTERAAD
                    Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de nieuwe gemeentewet en in het bijzonder haar artikelen 117 en 120;
Gelet op de statuten van SIBELGAZ
Gelet op het besluit van 28 april 2010 bij de welke de heer Damine LASSANCE,
ingenieur directeur, aangeduid wordt als lid van het experten comité van
SIBELGAS;
Overwegende dat de heer Damien LASSANCE zijn functies bij het gemeentebestuur
opgezegd heeft op datum van 31 augustus 2013;
Gelet op het besluit van het College van Burgemeester en Schepenen van 3
september 2013 ;
BESLIST :
om de heer Koen DE SMET-VANDAMME, technisch adjunct directeur bij het
gemeentebestuur van Schaarbeek, aan te duiden als vertegenwoordiger van de
gemeente te midden van het experten commité van SIBELGAZ

SP 6.- Sibelga scrl - Rapport annuel 2012 et rapport financier 2012 - Pour
  information -=- Sibelga scrl - Jaarverslag 2012 en financieel verslag
  2012 - Ter informatie

SP 7.- Brulabo scrl - Prévisions budgétaires et quotes-parts des
  communes associées pour l'exercice 2014 et procès-verbal de la
  réunion ordinaire de l'Assemblée Générale du 26 juin 2013 - Pour


                                          4
  information. -=- Brulabo cvba - Begrotingsramingen en aandelen van
  de deelgenote gemeenten voor het boekjaar 2014 en notulen van de
  gewone vergadering van de algemene vergadering van 26 juni 2013 -
  Ter informatie.

SP 8.- Société Coopérative Intercommunale de Crémation - Comptes
  annuels 2012 - Pour information -=- Coöperatieve Intercommunale
  Vereniging voor Crematie - Jaarrekeningen 2012 - Ter informatie

     Monsieur Guillaume expose son rapport.


SP 9.- Commissions du conseil communal - Modifications - Pour
  information -=- Commissies van de Gemeenteraad - Wijzigingen - Ter
  informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                            LE CONSEIL COMMUNAL
                              Approuvé à l'unanimité.

Vu la nouvelle loi communale et notamment ses articles 100, 117 et 120;
Vu le règlement d’ordre intérieur du conseil communal ;
Vu la délibération du conseil communal du 17 décembre 2012 portant création des
commissions ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 17 septembre 2013
PREND POUR INFORMATION
que Madame Barbara Trachte sera remplacée, provisoirement, par Monsieur
Thomas ERALY dans les commissions énoncées ci-dessous :
Commission n° 3: Etat civil - Population - Seniors
Commission n° 5 : Urbanisme - Environnement - Rénovation urbaine - Tourisme -
Patrimoine
Commission n° 8: Culture Française - Propreté publique
Commission n° 9: Enseignement communal - Accueil extra scolaire - Crèches et
Prégardiennats - Budget et comptes


                              DE GEMEENTERAAD
                    Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de nieuwe gemeentewet en in het bijzonder haar artikelen 100, 117 en
120;
Gelet op het interne huishoudelijk reglement van de gemeenteraad;
Gelet op het raadsbesluit dd 17 december 2012 bij dewelke commissies gecreëerd
werden;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 17 september
2013;
NEEMT TER INFORMATIE
dat Mevrouw Barbara Trachte, voorlopig, vervangen zal worden door de heer
Thomas ERALY in de hieronder vermelde commissies :
Commissie nr 3: Burgerlijke Stand - Bevolking - Senioren
Commissie nr 5 : Stedenbouw - Milieu - Stadsrenovatie - Toerisme - Patrimonium
Commissie nr 8: Franstalige Cultuur - Openbare Netheid
Commissie nr 9: Gemeenteonderwijs - Buitenschoolse opvang - Kinderdagverblijven
en Kinderopvang - Begroting en rekeningen


RECEVEUR COMMUNAL -=- GEMEENTEONTVANGER
Recette – Comptabilité -=- Ontvangerij – Boekhouding
SP 10.- Arrêt provisoire des comptes annuels 2012 -=- Voorlopige
  vaststelling van de jaarrekeningen 2012

     Monsieur Grimberghs expose les comptes annuels 2012.
     Monsieur Goldstein, Madame Durant, Madame Onkelinx, Monsieur Verzin
     interviennent.
     Monsieur le Bourgmestre intervient et invite Madame Durant à s'adresser au
     conseil communal en entier et non à des personnes spécifiques.
     Madame Durant continue son intervention.
     Monsieur de Beauffort intervient.
     Monsieur Grimberghs répond.


                                          5
DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 27 voix contre 14 et 2 abstention(s). -=- Besloten, met 27 stem(men)
tegen 14 en 2 onthouding(en).

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                    Décidé, par 27 voix contre 14 et 2 abstention(s).

Vu les articles 96 et 240 de la nouvelle loi communale ;
Vu les articles 74 à 79 de l’Arrêté royal du 2 août 1990 portant le Règlement
général de la comptabilité communale ;
Vu les décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 02/07/2013 et du
25/09/2013 de soumettre les comptes annuels communaux de l’exercice 2012 au
Conseil communal ;
Vu les documents en annexe comprenant :
    •    le compte budgétaire ;
    •    le compte de résultats de l’exercice 2012 (du 1/1/2012 au 31/12/2012) ;
    •    le bilan au 31/12/2012 ;
    •    les annexes aux comptes annuels composées :
         1. des engagements à reporter sur l’exercice 2013 ;
         2. de la liste des droits constatés non perçus au 31/12/2012 ;
         3. de la liste des mises en non-valeurs ;
         4. de la table de concordance entre la comptabilité budgétaire et la
              comptabilité générale ;
         5. des situations de caisse au 31/12/2011 et au 31/12/2012 ;
         6. du tableau d’évolution du fonds de pensions
         7. de la situation de la dette communale
         8. de la liste des associations subventionnées
         9. les annexes de contrôle, conformément à la circulaire dd 10.09.1998 du
              Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale
    •    les commentaires des comptes annuels 2012;
Vu les résultats des comptes annuels qui se présentent comme suit :
Le compte budgétaire laisse apparaître un résultat budgétaire (droits nets –
engagements) au service ordinaire de – 17.119.883,64 EUR et au service
extraordinaire de 493.681,75 EUR.
Le résultat comptable (droits nets – imputations) est, au service ordinaire, de
– 10.204.204,68 EUR et au service extraordinaire de 43.828.816,09 EUR.
Le compte de résultats enregistre un mali d’exploitation de 14.525.207,13 EUR et
un boni exceptionnel de 2.144.766,44 EUR soit un mali de l’exercice de
12.380.440,69 EUR
La rubrique III’du passif –Résultats-, qui reprend les résultats des exercices
antérieurs passe dès lors de 36.743.785,26 EUR au 31/12/2011 à 24.363.344,57
EUR au terme de l’exercice 2012.
Au 31/12/2012, l’actif et le passif du bilan s’élèvent à 381.650.051,17 EUR.
Le total des comptes financiers est passé de 8.089.652,13 EUR au 31/12/2011 à
– 1.839.430,58 EUR au 31/12/2012.
DECIDE
D’arrêter provisoirement les comptes annuels de l’exercice 2012

                                 DE GEMEENTERAAD
               Besloten, met 27 stem(men) tegen 14 en 2 onthouding(en).

Gelet op artikelen 96 en 240 van de nieuwe gemeentewet ;
Gelet op artikelen 74 tot 79 van het Koninklijk Besluit van 2 augustus 1990
houdende het Algemeen Reglement op de Gemeentelijke Comptabiliteit ;
Gelet op de beslissingen dd 02/07/2013 en 25/09/2013 van het College van
Burgermeester en Schepenen om de gemeentelijke jaarrekeningen van het
dienstjaar 2012 aan de Gemeenteraad voor te leggen;
Gelet op de documenten als bijlage die omvatten :
    •   de begrotingsrekening ;
    •   de resultatenrekening van het dienstjaar 2012 (van 1/1/2012 tot
        31/12/2012);
    •   de balans op 31/12/2012;
    •   de bijlagen bij de jaarrekeningen, bestaande uit :
        1. de over te dragen vastgelegde uitgaven naar het dienstjaar 2013 ;
        2. de lijst van de nog te innen vastegestelde rechten op 31/12/2012 ;
        3. de lijst van de onwaarden ;
        4. de overeenstemmingstabel tussen de budgetaire en de algemene
            boekhoudingen ;
        5. de kastoestanden op 31/12/2011 en 31/12/2012 ;


                                             6
        6.  de evolutietabel van het pensioenfonds
        7.  de toestand van de gemeentelijke schuld
        8.  de lijst van de gesubsidieerde verenigingen
        9.  de controlebijlagen, overeenkomstig de omzendbrief dd 10.09.1998
            van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
    •   de commentaren aan de jaarrekeningen 2012
Gelet op de resultaten van de rekeningen :
Op de gewone dienst vertoont de begrotingsrekening een begrotingsresultaat
(netto rechten – vastleggingen) van – 17.119.889,64 EUR. Op de buitengewone
dienst bedraagt het begrotingsresultaat 493.681,75 EUR.
Het boekhoudkundig resultaat (netto rechten – aanrekeningen) bedraagt –
10.204.204,68 EUR op de gewone dienst, en 43.828.816,09 EUR op de
buitengewone dienst.
De resultatenrekening registreert een nadelig exploitatieresultaat van
14.525.207,13 EUR en een uitzonderlijk batig resultaat van 2.144.766,44 EUR hetzij
een nadelig resultaat van het dienstjaar van 12.380.440,69 EUR.
Bijgevolg, wordt het bedrag van de rubriek III’van het passief–Résultaten-, dat de
resultaten van de voorgaande dienstjaren weergeeft, van 36.743.785,26 EUR op
31/12/2011 gebracht op 24.363.344,57 EUR op het einde van het dienstjaar 2012.
Op 31/12/2012, bedragen het actief en het passief 381.650.051,17 EUR.
Het totaal van de financiële rekeningen, hetzij 8.089.652,13 EUR op 31/12/2011,
bedraagt – 1.839.430,58 EUR op 31/12/2012.
BESLUIT
De jaarrekeningen van het dienstjaar 2012 voorlopig vast te stellen


EQUIPEMENT -=- UITRUSTING
Budget -=- Begroting
SP 11.- Intervention du FRBRTC visant à couvrir le déficit cumulé -
  Introduction de la demande -=- Tussenkomst van het BGHGT om het
  gecumuleerde tekort te financieren - Indiening van de aanvraag

      Monsieur De Herde expose le point.
      Madame Güles et Monsieur Goldstein interviennent.



DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 42 voix contre 0 et 1 abstention(s). -=- Besloten, met 42 stem(men)
tegen 0 en 1 onthouding(en).

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                     Décidé, par 42 voix contre 0 et 1 abstention(s).

Vu l'article 117 de la Nouvelle Loi Communale;
Vu l’Ordonnance du 8 avril 1993 de la Région de Bruxelles-Capitale portant création
du Fonds régional bruxellois de refinancement des trésoreries communales, telle
que modifiée par les ordonnances du 2 mai 2002 et du 24 novembre 2011 ;
Vu la situation financière délicate de la commune et en particulier son déficit
cumulé (17.119.883,64 €) ;
Vu que l'équilibre financier prescrit par l'article 252 de la Nouvelle loi communale
n'est pas atteint;
Considérant que la difficulté majeure de Schaerbeek réside dans la faiblesse de ses
recettes et non dans un excès de ses dépenses comme en atteste à souhait les
études menées par Belfius,
Considérant notamment une augmentation plus faible des dotations fédérales
affectées que les dépenses connexes (zone de Police, CPAS, Enseignement), une
croissance des recettes IPP plus faible que la croissance démographique, la
subsidiation incomplète des programmes subventionnés, l’augmentation des tarifs
de l’énergie et de manière générale la réduction des recettes liées à la prolongation
de la crise économique.
Considérant en outre les aléas financiers auxquels la commune a été confrontée
ces derniers temps comme l’absence de des dividendes du holding communal,
l’important dégrèvement décidé par le SPF Finances et le lourd contentieux fiscal
(mobilophonie, surfaces du bureau) entrainant l’absence de perception de recettes
importantes.
DECIDE
D'introduire une demande d'intervention auprès du Fonds régional bruxellois de
refinancement des trésoreries communales en vue de couvrir le montant du déficit
cumulé conformément à l’Ordonnance du 8 avril 1993 précitée.



                                              7
                                  DE GEMEENTERAAD
                Besloten, met 42 stem(men) tegen 0 en 1 onthouding(en).

Gelet op artikel 117 van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de ordonnantie van 8 april 1993 voor het oprichten van een Brussels
Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de gemeentelijke thesaurieën, zoals
gewijzigd door ordonnanties van 2 mei 2002 et 24 november 2011;
Gezien de precaire financiële situatie van de gemeente en in het bijzonder het
gecumuleerd tekort (17.119.883,64 €);
Overwegende dat het financieel evenwicht voorzien door artikel 252 van de Nieuwe
Gemeentewet niet wordt bereikt;
Overwegende dat de voornaamste moeilijkheid van Schaarbeek ligt in de zwakke
inkomsten en niet in de buitensporige uitgaven zoals duidelijk blijkt uit de door
Belfius gevoerde studies,
Overwegende ondermeer een zwakkere stijging van de toegewezen federale
dotaties in vergelijking met de bijhorende uitgaven (politiezone, OCMW, onderwijs),
een zwakkere stijging van de inkomsten uit de personenbelasting in vergelijking
met de demografische groei, een onvolledige betoelaging van de gesubsidieerde
programma’s, de stijging van de energietarieven en in het algemeen een afname
van de inkomsten gelet op het aanslepen van de economische crisis.
Overwegende ook nog de recente financiële onaangename verrassingen voor de
gemeente zoals het wegvallen van het dividend van de gemeenteholding, de door
FOD Financiën besliste belangrijke belastingverlichting en het zwaar fiscaal geschil
( mobiele telefonie, bureauoppervlaktes ) met als gevolg de afwezigheid van inning
van belangrijke inkomsten.
BESLUIT
Een aanvraag tot tussenkomst in te dienen bij het Brussels Gewestelijk
Herfinancieringsfonds van de gemeentelijke thesaurieën om het gecumuleerde
tekort te financieren overeenkomstig de ordonnantie van 8 april 1993

Contrôle -=- Controle
SP 12.- CPAS - Comptes 2011 et 2012 - Approbation -=- Ocmw -
  Rekeningen 2011 en 2012 - Goedkeuring

      Madame Decoux, Présidente du CPAS, expose les comptes 2011 et 2012.
      Monsieur Grimberghs expose aussi les comptes du CPAS en sa qualité
      d'Echevin.
      Madame Sanhayi, Monsieur Verzin et Monsieur Nimal interviennent.
      Madame Decoux et Monsieur Grimberghs répondent.


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 27 voix contre 14 et 2 abstention(s). -=- Besloten, met 27 stem(men)
tegen 14 en 2 onthouding(en).

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                     Décidé, par 27 voix contre 14 et 2 abstention(s).

Vu les articles 117, 249 et 255 de la Nouvelle loi communale,
Vu la loi du 08 juillet 1976, organique des Centres publics d’Action sociale, telle que
modifiée à ce jour - en particulier son article 89
Vu l’ordonnance du 03 juin 2003 relative à la tutelle administrative et aux règles
financières, budgétaires et comptables de la loi organique du 08 juillet 1976
relative aux Centres publics d’aide sociale - en particulier son article 30
Considérant que le Comité de Concertation, en sa séance du 20 août 2013, a pris
acte des documents et des résultats sous réserve de l’examen approfondi par les
autorités de tutelle.
Considérant que le Conseil de l’Action Sociale a transmis les comptes des exercices
2011 et 2012 du CPAS approuvé en sa séance du 28 août 2013
Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 17 septembre 2013
DECIDE :
1 : D'approuver le compte de l'exercice 2011 du CPAS
2 : D'approuver le compte de l'exercice 2012 du CPAS

                                  DE GEMEENTERAAD
                Besloten, met 27 stem(men) tegen 14 en 2 onthouding(en).

Gelet op de artikelen 117, 249 et 255 van de Nieuwe gemeentewet
Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor
Maatschappelijk Welzijn zoals gewijzigd tot op heden - in het bijzonder artikel 89
Gelet op de ordonnantie van 03 juni 2003 betreffende de administratieve voogdij
en de financiële, begroting- en boekhoudingregels van de organieke wet van 08 juli


                                              8
1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn – in het
bijzonder artikel 30
Overwegende dat het Concertatiecomité Gemeente/OCMW in zijn zitting van 20
augustus 2013, akte heeft genomen van de documenten en de resultaten onder
voorbehoud van het grondig onderzoek door de voogdijoverheden
Overwegende dat de raad voor Maatschappelijk Welzijn de rekeningen van de
dienstjaren 2011 en 2012 van het OCMW, goedgekeurd in zitting van 28 augustus
2013, heeft overgemaakt
Gelet op de beslissing van het College van Burgmester en Schepenen van 17
september 2013
BESLUIT :
1 : De rekening van 2011 van het OCMW goed te keuren
2 : De rekening van 2012 van het OCMW goed te keuren

                                          ***
      Monsieur Reghif entre en séance -=- De heer Reghif treedt tervergadering
                                          ***


RECEVEUR COMMUNAL -=- GEMEENTEONTVANGER
Taxes -=- Belastingen
SP 13.- Règlement taxe sur la diffusion d'imprimés publicitaires -
   Exercices 2014 à 2018 - Nouveau règlement -=- Belastingreglement op
   de verspreiding van publiciteitsdrukwerken - Dienstjaren 2014 tot 2018
   - Nieuw reglement


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 28 voix contre 12 et 3 abstention(s). -=- Besloten, met 28 stem(men)
tegen 12 en 3 onthouding(en).

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                     Décidé, par 28 voix contre 12 et 3 abstention(s).

Vu l’article 170, § 4 de la Constitution ;
Vu la loi du 24 décembre 1996 relative à l’établissement et au recouvrement des
taxes communales et provinciales ;
Vu la loi du 15 mars 1999 relative au contentieux en matière fiscale, en particulier
les articles 91 à 94 ;
Vu la loi du 23 mars 1999 relative à l’organisation judiciaire en matière fiscale ;
Vu les dispositions du titre VII, chapitres 1er, 3, 4, 7 à 10 du CIR 92 ;
Vu l’arrêté royal du 12 avril 1999 déterminant la procédure devant le Gouverneur
ou devant le Collège des Bourgmestre et Echevins en matière de réclamation
contre une imposition provinciale ou communale ;
Vu l’ordonnance du 18 avril 2002 modifiant l’ordonnance du 14 mai 1998
organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-
Capitale ;
Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1 et l’article 118,
alinéa 1 ;
Revu sa délibération du 28 septembre 2011 votant le renouvellement et la
modification du règlement relatif à la taxe sur la distribution à domicile de feuilles
et de cartes publicitaires ainsi que de catalogues et journaux contenant de la
publicité à caractère commercial pour un terme de 5 ans, expirant le 31 décembre
2016 ;
Vu le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins du 3 septembre 2013 ;
Vu la situation financière de la commune ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ;
ARRETE :
I. ASSIETTE DE LA TAXE
Article 1
§1. - Il est établi, pour les exercices 2014 à 2018, une taxe sur la diffusion
d’imprimés publicitaires. Est visée : la distribution à domicile de feuilles, de cartes,
de catalogues et de journaux contenant de la publicité à caractère commercial,
lorsque ces imprimés sont non adressés ainsi que l’apposition d’imprimés
publicitaires sur des véhicules situés sur la voie publique.
§2. - Est uniquement visée la diffusion gratuite dans le chef des destinataires.
Article 2
§1. - Sont visés par les présentes dispositions, les imprimés publicitaires ouverts à
tous les annonceurs ou émanant d’un seul commerçant ou d’un groupe de
commerçants et comportant moins de 40 % de textes rédactionnels non
publicitaires.

                                              9
§2. - Par textes rédactionnels, il faut entendre :
- les textes écrits par les journalistes dans l'exercice de leur profession ;
- les textes qui, au niveau de la population de la commune, jouent un rôle social et
d'information générale en dehors des informations commerciales ou apportent une
information officielle d'utilité publique en faveur de l'ordre ou du bien être comme
les services d'aide, les services publics, les mutuelles, les hôpitaux, les services de
garde (médecins, infirmiers, pharmaciens) ou des informations d'utilité publique
tels que les informations communales et les faits divers nationaux et
internationaux ;
- les nouvelles générales et régionales, politiques, sportives, culturelles, artistiques,
folkloriques, littéraires et scientifiques et les informations non commerciales aux
consommateurs ;
- les informations sur les cultes, les annonces d'activités telles que fêtes et
kermesses, fêtes scolaires, activités des maisons de jeunes et des centres culturels
;
- la propagande électorale ;
- les petites annonces non commerciales émanant de particuliers, les annonces
notariales et les offres d'emploi.
§3. - Sont considérés comme textes publicitaires à caractère commercial, les textes
ou les articles :
- dans lesquels, il est fait mention, soit explicitement, soit implicitement, de firmes
ou de produits déterminés ;
- qui, sous une forme directe ou voilée, renvoient le lecteur à des réclames
commerciales ;
- qui, d'une façon générale, visent à signaler, à faire connaître, à recommander des
firmes, des produits ou services en vue d'aboutir à une transaction commerciale.
- qui comprennent une ou des annonces émanant de particuliers ou de
professionnels relatives à des transactions mobilières ou immobilières.
II LE REDEVABLE
Article 3
§1. - La taxe est due par l'éditeur des imprimés visés par les présentes dispositions.
§2. - Le distributeur des imprimés soumis à l'imposition est solidairement
responsable du paiement de la taxe.
§3. - Si ni l’éditeur ni le distributeur ne sont identifiables, la taxe est due par la
personne physique ou morale au profit de laquelle l’imprimé est distribué ou
apposé. Par personne physique ou morale pour compte de laquelle l’imprimé
publicitaire est distribué ou apposé, on entend la personne physique ou morale qui
est susceptible de tirer bénéfice de la publicité.
III TAUX
Article 4
Les taux d'imposition pour l’exercice 2014 sont fixés comme suit :
- La distribution à domicile :
§1.- carte et feuille publicitaire dont la surface totale n’excède pas celle du format
A4 : 0,40€par tranche de 100 exemplaires d’un même imprimé distribué [Taux 1] ;
§2.- carte et feuille publicitaire dont la surface totale excède celle du format A4 :
1,95€ par tranche de 100 exemplaires d’un même imprimé distribué [Taux 2] ;
§3.- catalogue ou journal publicitaire : 3,94€ par tranche de 100 exemplaires d’un
même imprimé distribué [Taux 3].
Est considéré comme catalogue ou journal publicitaire, la réunion, quel que soit le
procédé utilisé (agrafe, collage, insertion ou autres,...), d’au moins 2 feuilles ou
cartes publicitaires.
- L’apposition sur véhicules :
§1.- 25€ par tranche de 100 exemplaires d’un même imprimé publicitaire apposé
[Taux 4] avec un minimum de 250€ toujours dû [Taux 5]
Toute tranche entamée étant due.
Ces taux seront majorés de 2,5% au 1er janvier de l’année suivante conformément
au tableau ci-dessous:
               Exercice 2015       Exercice 2016      Exercice 2017      Exercice 2018
[Taux 1]    0,41€              0,42€               0,43€              0,44€
[Taux 2]    2,00€              2,05€               2,10€              2,15€
[Taux 3]    4,04€              4,14€               4,24€              4,35€
[Taux 4]    25,63€             26,27€              26,93€             27,60€
 [Taux 5]   256,25€            262,66€             269,23€         275,96€
Article 5
A la demande écrite du contribuable, le Collège des Bourgmestre et Echevins est
autorisé à accorder un régime d'imposition forfaitaire mensuel, à raison de douze
fois par an dans les cas de distributions répétitives, en remplacement des

                                            10
cotisations ponctuelles.
Article 6
Les taux de l’imposition forfaitaire mensuelle pour l’exercice 2014 sont fixés
comme suit :
- La distribution à domicile:
§1.- carte et feuille publicitaire d’une même nature commerciale dont la surface
totale n’excède pas celle du format A4 : 323€ par mois quel que soit le nombre
d'exemplaires distribués au cours du mois [Taux 6] ;
§2.- carte et feuille publicitaire d’une même nature commerciale dont la surface
totale excède celle du format A4 : 1.615€par mois quel que soit le nombre
d'exemplaires distribués au cours du mois [Taux 7] ;
§3.- catalogue ou journal publicitaire d’une même nature commerciale : 3.230€par
mois quel que soit le nombre d'exemplaires distribués au cours du mois [Taux 8] ;
- L’apposition sur véhicules :
§1.- 750€ par mois quel que soit le nombre d’exemplaires d’un même imprimé
apposé au cours du mois [Taux 9]
Ces taux seront majorés de 2,5% au 1er janvier de l’année suivante et arrondis à
l’euro près conformément au tableau ci-dessous:
             Exercice 2015        Exercice 2016   Exercice 2017     Exercice 2018
[Taux 6]    331€               339€               347€               356€
[Taux 7]    1.655€             1.696€             1.738€             1.781€
[Taux 8]    3.311€             3.394€             3.479€             3.566€
 [Taux 9]     769€               788€               808€               828€
Article 7
La publicité distribuée à domicile par les soins de commerçants dans le cadre d’une
campagne publicitaire de quartier avec un maximum de 7.000 exemplaires est
exonérée ce, quel que soit le nombre de distributions par an.
IV. DECLARATION ET MESURES DE CONTROLE
Article 8
§1. - Le contribuable est tenu de faire, préalablement à chaque distribution, une
déclaration à l'administration communale, contenant tous les renseignements
nécessaires à l'imposition, à transmettre au plus tard dans le courant de la
deuxième quinzaine du mois qui précède la distribution.
§2. - La déclaration qui accompagnera la demande de taxation forfaitaire est quant
à elle valable jusqu’au 31 décembre de l’exercice en cours, sauf révocation
expresse du contribuable notifiée à l’administration avec un préavis d’un mois.
Article 9
Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des
Bourgmestre et Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice
d’imposition.
Article 10
Le contribuable est tenu de faciliter le contrôle éventuel de sa déclaration
notamment en fournissant tous documents et renseignements qui lui seraient
réclamés à cet effet. La non déclaration dans les délais prévus ou la déclaration
incorrecte, incomplète ou imprécise de la part du contribuable entraîne
l’enrôlement d’office de la taxe. Dans ce cas, la taxe enrôlée d’office est majorée
d’un montant égal à la moitié de la taxe due.
Avant de procéder à la taxation d’office, l’administration communale notifie au
contribuable, par lettre recommandée à la poste, les motifs pour lesquels elle
recourt à cette procédure, les éléments sur lesquels se base la taxation, le mode de
détermination de ces éléments, ainsi que le montant de la taxe.
Le contribuable dispose d’un délai de trente jours, à compter de la date d’envoi de
la notification, pour faire valoir ses observations par écrit. L’administration
communale procédera à l’enrôlement d’office de la taxe si au terme de ce délai le
contribuable n’a émis aucune observation qui justifierait l’annulation de cette
procédure
Article 11
La taxe est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de
rôle. A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au
profit de l’administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par
l’article 414 du Code des Impôts sur les Revenus de 1992.
Article 12
La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies
pour la perception des impôts au profit de l’Etat.
Article 13
Le contribuable peut introduire une réclamation auprès du Collège des
Bourgmestre et Echevins qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de


                                            11
nullité, cette réclamation doit être introduite par écrit devant le Collège des
Bourgmestre et Echevins. Elle doit être datée et signée par le réclamant ou par son
représentant et mentionne les nom, qualité, adresse ou siège du redevable à
charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la réclamation et un exposé des
faits et moyens.
Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai
de six mois, à dater de la date d’envoi de l’avertissement extrait de rôle ou de
l’avis de cotisation ou de celle de la perception des taxes perçues autrement que
par rôle.
Article 14
La présente délibération entre en vigueur le 1erjanvier 2014 pour un terme expirant
le 31 décembre 2018 et abroge la délibération du 28 septembre 2011 visée dans le
préambule

                                DE GEMEENTERAAD
               Besloten, met 28 stem(men) tegen 12 en 3 onthouding(en).

Gelet op artikel 170, § 4 van de Grondwet;
Gelet op de wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering
van provinciale- en gemeentebelastingen;
Gelet op de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale
geschillen; in het bijzonder artikels 91 tot 94;
Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale
zaken;
Gelet op de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 7 tot en met 10 van WIB
92;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 april 1999 tot bepaling van de procedure voor
de Gouverneur of voor het College van Burgemeester en Schepenen inzake
bezwaarschrift tegen een provincie- of gemeentebelasting;
Gelet op de ordonnantie van 18 april 2002 tot wijziging van de ordonnantie van 14
mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op de nieuwe gemeentewet namelijk artikel 117, alinea 1, en artikel 118,
alinea 1;
Herziende het raadsbesluit van 28 september 2011, welke de hernieuwing en de
wijziging van het reglement betreffende de belasting op de bedeling ten huize van
publiciteitsbladen en -kaarten alsook op catalogi en dagbladen welke publiciteit
met handelsoogmerk bevatten stemt, voor een termijn van 5 jaar, vervallend op 31
december 2016;
Gelet op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 3
september 2013;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen,
BESLUIT :
I. GRONDSLAG DER BELASTING
Artikel 1
§1.- Er wordt voor de dienstjaren 2014 tot 2018 een belasting geheven op de
verspreiding van publiciteitsdrukwerken. Wordt geviseerd : de aan-huisbedeling
van bladen en -kaarten, catalogi en dagbladen welke publiciteit met
handelsoogmerk bevatten wanneer deze drukwerken niet zijn geadresseerd alsook
het aanbrengen van reclamedrukwerk op voertuigen die zich op de openbare weg
bevinden.
§2. - Enkel de gratis verspreiding bij de bestemmelingen wordt geviseerd.
Artikel 2
§1. - Volgende bepalingen treffen de publicitaire drukwerken : welke aan alle
aankondigers worden opengesteld of welke uitgaan van één handelaar of van een
groep van handelaars en welke minder dan 40 % niet publicitaire redactionele
teksten bevat.
§2. - Met redactionele teksten dient te worden verstaan:
- de geschreven teksten door journalisten in de uitoefening van hun beroep;
- de teksten welke naar de inwoners van de gemeente toe, een sociale en
algemene voorlichtingsfunctie vermelden, buiten de handelsinformatie of welke
een officiële voorlichting van openbaar nut aanbrengen ten voordele van de orde of
het openbare nut, zoals hulpdiensten, openbare diensten, ziekenfondsen,
hospitalen, wachtdiensten (dokters, verplegers, apothekers) of inlichtingen van
openbaar nut zoals gemeentelijke inlichtingen of nationale en internationale
berichten;
- algemene, regionale, politieke, sportieve, culturele, artistieke, folkloristische,
litteraire en wetenschappelijke berichten alsook inlichtingen zonder
handelsdoeleinden welke voor de gebruikers bestemd zijn;


                                           12
- inlichtingen inzake erediensten, aankondigingen voor activiteiten als festiviteiten,
kermissen, schoolfeesten, activiteiten van jeugdtehuizen en culturele centra ;
- verkiezingspropaganda;
- de kleine niet-commerciële advertenties uitgaande van particulieren, de notariële
aankondigingen, en werkaanbiedingen.
§3. - Worden beschouwd als publicitaire teksten met handelsdoeleinden, de teksten
of de artikels:
- in dewelke uitdrukkelijk of niet, melding wordt gemaakt van bepaalde firma's of
bepaalde producten;
- die, de lezer rechtstreeks of onrechtstreeks, verwijzen naar handelsreclame;
- die, op een algemene wijze, ernaar streven firma's, producten of diensten te
vermelden, te laten kennen, en aan te bevelen teneinde een handelstransactie te
kunnen afsluiten;
- die, één of meer advertenties van particulieren of professionals bevatten met
betrekking tot transacties van effecten of onroerende goederen.
II. BELASTINGPLICHTIGE
Artikel 3
§1. - De belasting is verschuldigd door de uitgever der drukwerken welke door
bijgaande bepalingen wordt getroffen.
§2. - De verdeler van de drukwerken, aan deze belasting onderworpen, is solidair
aansprakelijk door de betaling van de belasting.
§3. – Indien noch de uitgever, noch de verdeler identificeerbaar zijn, is de belasting
verschuldigd door de natuurlijke persoon of de rechtspersoon ten behoeve van wie
het drukwerk is uitgedeeld of aangebracht. Onder natuurlijke persoon of
rechtspersoon ten behoeve van wie het drukwerk is uitgedeeld of aangebracht,
verstaan we de natuurlijke persoon of rechtspersoon die mogelijks voordeel kan
trekken uit de publiciteit.
III. AANSLAGVOET
Artikel 4
De aanslagvoeten voor het dienstjaar 2014 worden als volgt vastgesteld:
- De aan- huisbedeling:
§1. - publiciteitsbladen en -kaarten waarvan de totale oppervlakte deze van het
formaat A4 niet overschrijdt: 0,40€ per 100 verdeelde exemplaren van eenzelfde
drukwerk [aanslagvoet 1];
§2. - publiciteitsbladen en -kaarten waarvan de totale oppervlakte deze van het
formaat A4 overschrijdt: 1,95€ per 100 verdeelde exemplaren van eenzelfde
drukwerk [aanslagvoet 2];
§3. - catalogus en publiciteitsdagblad : 3,94€ per 100 verdeelde exemplaren van
eenzelfde drukwerk [aanslagvoet 3].
Wordt beschouwd als catalogus of publiciteitsblad, de samenstelling, wat ook de
gebruikte methode betreft (klem, gelijmd, invoeging,...) van ten minste 2 bladen of
publiciteitskaarten.
- Het aanbrengen op een voertuig :
§1. - 25€ per schijf van 100 aangebrachte exemplaren van hetzelfde drukwerk
[aanslagvoet 4] met een minimum van 250€ dat altijd verschuldigd is [aanslagvoet
5];
De belasting is verschuldigd voor ieder begonnen schijf.
Deze aanslagvoeten zullen per 1 januari van het volgende jaar worden verhoogd
met 2,5% volgens onderstaande tabel:
                    Dienstjaar       Dienstjaar     Dienstjaar        Dienstjaar
                    2015             2016           2017              2018
[aanslagvoet     0,41€             0,42€            0,43€            0,44€
1]
[aanslagvoet     2,00€             2,05€            2,10€            2,15€
2]
[aanslagvoet     4,04€             4,14€            4,24€            4,35€
3]
[aanslagvoet     25,63€            26,27€           26,93€           27,60€
4]
[aanslagvoet       256,25€           262,66€        269,23€         275,96€
5]
Artikel 5
Op schriftelijke aanvraag van de belastingplichtige kan, ter vervanging van de
gelegenheidsheffing en in geval van wederkerende bedelingen, het College van
Burgemeester en Schepenen een forfaitair maandelijks belastingstelsel verlenen,
dit a rato van twaalf keer per jaar.
Artikel 6

                                            13
De maandelijkse forfaitaire aanslagvoeten voor het dienstjaar 2014 worden als
volgt vastgesteld:
- De aan- huisbedeling:
§1. - publiciteitsbladen en -kaarten van dezelfde commerciële aard en waarvan de
totale oppervlakte deze van het formaat A4 niet overschrijdt: 323€ per maand wat
ook het aantal exemplaren is dat in de loop van de maand verdeeld werd
[aanslagvoet 6];
§2. - publiciteitsbladen en -kaarten van dezelfde commerciële aard en waarvan de
totale oppervlakte deze van het formaat A4 overschrijdt: 1.615€ per maand wat
ook het aantal exemplaren is dat in de loop van de maand verdeeld werd
[aanslagvoet 7];
§3. - catalogus en publiciteitsdagblad van dezelfde commerciële aard: 3.230€ per
maand wat ook het aantal exemplaren is dat in de loop van de maand verdeeld
werd [aanslagvoet 8].
- Het aanbrengen op een voertuig :
§1. - 750€ per maand, wat ook het aantal exemplaren van hetzelfde drukwerk is dat
in de loop van de maand aangebracht werd [aanslagvoet 9].
Deze aanslagvoeten zullen per 1 januari van het volgende jaar worden verhoogd
met 2,5%, afgerond naar de dichtstbijzijnde euro, volgens onderstaande tabel :
                    Dienstjaar      Dienstjaar      Dienstjaar     Dienstjaar
                    2015            2016            2017           2018
[aanslagvoet     331€              339€             347€             356€
6]
[aanslagvoet     1.655€            1.696€           1.738€           1.781€
7]
[aanslagvoet     3.311€            3.394€           3.479€           3.566€
8]
 [aanslagvoet      769€             788€              808€             828€
 9]
Artikel 7
De publiciteit, welke door handelaars wordt verdeeld aan huis in het kader van een
publiciteitsactie in de wijk, met een maximum 7.000 exemplaren, ongeacht het
aantal bedelingen per jaar, wordt van deze belasting vrijgesteld.
IV. AANGIFTE EN CONTROLEMAATREGELEN
Artikel 8
§1. - De belastingplichtige is ertoe gehouden voorafgaandelijk aan iedere bedeling,
een aangifte in te vullen bij het gemeentebestuur, welke alle elementen bevat,
vereist tot vaststelling van de belastingaanslag, uiterlijk over te maken in de loop
van de tweede helft van maand voorafgaand de verspreiding.
§2. - De aangifte die de vraag tot forfaitaire belasting vergezeld, zal geldig blijven
tot 31 december van het lopende dienstjaar, in zo verre de herroeping ervan niet
schriftelijk wordt betekend aan het gemeentebestuur met een vooropzeg van één
maand.
Artikel 9
De belastingkohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het College
van Burgemeester en Schepenen ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op
het dienstjaar.
Artikel 10
De belastingplichtige wordt ertoe gehouden de eventuele controle van zijn aangifte
te vergemakkelijken voornamelijk door het verstrekken van alle documenten en
inlichtingen die hem hierbij zouden worden gevraagd. Het ontbreken van de
aangifte binnen de voorziene termijnen, of de onjuiste, onvolledige of onduidelijke
aangifte vanwege de belastingplichtige zal de aanslag van ambtshalve worden
gevestigd. In dit geval zal de ingekohierde belasting worden verhoogd met een
bedrag gelijk aan de helft van de verschuldigde belasting
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve inkohiering, zal het College van
Burgemeester en Schepenen per aangetekend schrijven, de motieven betekenen
aan de belastingplichtige, welke aanleiding geven tot deze procedure, de
elementen waarop de belasting is gebaseerd, de manier waarop deze elementen
werden vastgesteld en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen, te rekenen vanaf
de verzending van de betekening, om schriftelijk zijn opmerkingen te doen gelden.
Het gemeentebestuur zal aan het einde van deze periode overgaan tot de
ambtshalve inkohiering indien de belastingplichtige geen opmerkingen heeft
gemaakt die de annulering van deze procedure zou rechtvaardigen.
Artikel 11
De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van


                                            14
het aanslagbiljet. Bij gebrek aan betaling binnen deze termijn brengen de
verschuldigde sommen ten bate van het gemeentebestuur, een nalatigheidintrest
op, berekend volgens de bepalingen van artikel 414 van het Wetboek van de
Inkomstenbelasting van 1992.
Artikel 12
De belasting wordt door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels
vastgesteld voor het innen van belastingen ten voordele van de Staat.
Artikel 13
De belastingplichtige kan een bezwaar indienen bij het College van Burgemeester
en Schepenen die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te vermijden,
moet het bezwaarschrift schriftelijk ingediend worden bij het College van
Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet gedagtekend en ondertekend zijn
door de eiser of zijn vertegenwoordiger, met vermelding van naam, hoedanigheid,
adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de belasting is vastgesteld,
alsook het onderwerp van het bezwaar, het verslag van de feiten en de middelen.
De bezwaren moeten ingediend worden, op straffe van verval, binnen de termijn
van zes maanden vanaf de datum van de verzending van het aanslagbiljet of deze
van de inning van belastingen voor degene die niet aan de hand van een kohier
werd geïnd.
Artikel 14
Dit huidige raadsbesluit treedt in voege op 1 januari 2014 voor een termijn
vervallend op 31 december 2018 en herroept het in de inleiding bedoelde
raadsbesluit van 28 september 2011.

                                         ***
      Madame Decoux quitte la séance -=- Mevrouw Decoux verlaat de
      vergadering.
                                         ***

SP 14.- Règlement taxe sur l'occupation temporaire de la voie publique -
  Exercices 2014 à 2018 - Renouvellement et modification -=-
  Belastingreglement op de tijdelijke bezetting van de openbare weg -
  Dienstjaren 2014 tot 2018 - Hernieuwing en wijziging


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 28 voix contre 12 et 3 abstention(s). -=- Besloten, met 28 stem(men)
tegen 12 en 3 onthouding(en).

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                    Décidé, par 28 voix contre 12 et 3 abstention(s).

Vu l’article 170,§ 4 de la Constitution ;
Vu la nouvelle loi communale, notamment les articles 117, alinéa 1er et 118, alinéa
1er ;
Vu la loi du 24 décembre 1996 relative à l’établissement et au recouvrement des
taxes provinciales et communales ;
Vu la loi du 15 mars 1999 relative au contentieux en matière fiscale, en particulier
les articles 91 à 94 ;
Vu la loi du 23 mars 1999 relative à l’organisation judiciaire en matière fiscale ;
Vu les dispositions du titre VII, chapitres 1er, 3, 4, 7 à 10 du CIR 92 ;
Vu l’arrêté royal du 12 avril 1999 déterminant la procédure devant le Gouverneur
ou devant le Collège des Bourgmestre et Echevins en matière de réclamation
contre une imposition provinciale ou communale ;
Vu l’ordonnance du 18 avril 2002 modifiant l’ordonnance du 14 mai 1998
organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-
Capitale ;
Vu le Règlement Régional d’Urbanisme ;
Vu le Règlement Général sur les Bâtisses ;
Revu sa délibération du 22 décembre 2010 votant le règlement taxe sur
l’occupation temporaire de la voie publique pour les exercices 2011 à 2013 ;
Vu les dispositions du règlement général de police ;
Vu la situation financière de la commune ;
Vu le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins du 3 septembre 2013 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins,
ARRETE :
Article 1
II est établi pour les exercices 2014 à 2018, une taxe relative à l'occupation
temporaire de la voie publique à l'occasion de travaux de construction, de
démolition, de reconstruction ou transformation d'immeubles.
Article 2


                                            15
La taxe est établie proportionnellement à la superficie occupée de la voie publique.
Pour le calcul de la superficie, toute fraction de mètre carré est comptée pour un
mètre carré.
Article 3
Le taux de la taxe est fixé au 1erjanvier 2014 à 1€ par mètre carré et par jour
calendrier. Ce taux sera majoré au 1er janvier de l’année suivante de 2,5% et
arrondi au demi dixième d’euro près conformément au tableau ci-dessous :
 Exercice 2015         Exercice 2016          Exercice 2017        Exercice 2018
 1,05€                  1,10€                   1,15€                1,20€
La taxe est exigible pour toute la durée de l'utilisation du domaine public, jusqu’au
jour de la notification par écrit à l’administration communale de la cessation de
cette occupation. Toute journée commencée étant comptée pour une journée
entière.
Toutefois, la taxe ne sera pas réclamée si la durée de l’occupation n’excède pas
deux semaines pour autant que la superficie occupée soit inférieure à 15 mètres
carré.
Article 4
La taxe ainsi fixée est indépendante de l'indemnité prévue par le règlement sur les
bâtisses pour la réparation éventuelle du pavage en suite de l'occupation de
l'emprise.
Article 5
Le redevable est l’entrepreneur des travaux ou le propriétaire de l’immeuble.
Article 6
La taxe est due sans que l’intéressé puisse en induire aucun droit de concession
irrévocable, ni de servitude sur la voie publique. En outre, l’intéressé a l’obligation
de supprimer ou de réduire l'usage accordé, à la première injonction de l'autorité et
sans pouvoir de ce chef prétendre à aucune indemnité. A défaut de donner suite,
dans la huitaine, à la susdite invitation, il sera procédé, sans nouvel avis, à
l’enlèvement d’office aux frais de l’entrepreneur ou du propriétaire de l’immeuble.
Le paiement de la taxe n’entraîne, pour la commune, aucune obligation spéciale de
surveillance de l’espace public occupé. Cette occupation se fait aux risques et
périls et sous la responsabilité du redevable de la taxe.
Article 7
Sont exonérées de la taxe, les occupations temporaires de la voie publique à
l’occasion :
- de travaux de construction, reconstruction, transformation d’immeubles ou
parties d’immeubles par les administrations, établissements et services publics
pour autant que lesdits immeubles soient affectés à un service public ou d’utilité
publique ;
- de découverte de vestiges historiques renfermés dans le sous-sol, pour toutes les
journées durant lesquelles les propriétaires auront permis au Service National des
fouilles d'effectuer, dans l'enceinte du chantier, des recherches entraînant un arrêt
dans le déroulement normal des travaux autorisés.
Article 8
La date du début de l'occupation et la superficie occupée doivent être déclarées
par écrit à l'administration communale, dans les huit jours qui précèdent le début
de l’occupation sans préjudice de l’obligation d’obtenir les autorisations
administratives ou de police qui seraient éventuellement requises.
La cessation de l’occupation devra être notifiée à l’administration communale au
plus tard le jour de la fin de l’utilisation de la voie publique. Cette date déterminera
la durée de l’occupation à prendre en compte pour le calcul de la taxe. Si cette
notification est faite ultérieurement à la date de cessation de l’occupation, c’est la
date de la notification qui fera foi pour le calcul de la taxe.
Toute modification des bases d’imposition doit faire l’objet d’une nouvelle
déclaration introduite dans les mêmes formes et délais que la déclaration initiale.
En cas de contestation, sera opposable à tout redevable de la taxe, la durée de
l'occupation de la voie publique et la superficie occupée telles qu'elles auront été
mentionnées dans les rapports établis par le délégué de l'Administration
communale préposé à la surveillance des bâtisses.
Article 9
Le contribuable est tenu de faciliter le contrôle éventuel de sa déclaration
notamment en fournissant tous documents et renseignements qui lui seraient
réclamés à cet effet. La non déclaration dans les délais prévus ou la déclaration
incorrecte, incomplète ou imprécise de la part du contribuable entraîne
l’enrôlement d’office de la taxe. Dans ce cas, la taxe enrôlée d’office est majorée
d’un montant égal à la moitié de la taxe due.
Avant de procéder à la taxation d’office, l’administration communale notifie au
contribuable, par lettre recommandée à la poste, les motifs pour lesquels elle
recourt à cette procédure, les éléments sur lesquels se base la taxation, le mode de

                                            16
détermination de ces éléments, ainsi que le montant de la taxe.
Le contribuable dispose d’un délai de trente jours, à compter de la date d’envoi de
la notification, pour faire valoir ses observations par écrit. L’administration
communale procédera à l’enrôlement d’office de la taxe si au terme de ce délai le
contribuable n’a émis aucune observation qui justifierait l’annulation de cette
procédure.
Article 10
La présente taxe est recouvrée par voie de rôle. Les rôles de la taxe sont arrêtés et
rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et Echevins au plus tard le 30
juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition.
Article 11
La taxe est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de
rôle. A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au
profit de l’administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par
l’article 414 du Code des Impôts sur les revenus de 1992.
Article.12
La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies
pour la perception des impôts au profit de l’Etat.
Article 13
Le redevable peut introduire une réclamation auprès du Collège des Bourgmestre
et Echevins qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de nullité, cette
réclamation doit être introduite par écrit. Elle doit être datée et signée par le
réclamant ou par son représentant et mentionne les nom, qualité, adresse ou siège
du redevable à charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la réclamation et
un exposé des faits et moyens.
Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai
de six mois, à partir de la date d’envoi de l’avertissement-extrait de rôle.
Article 14
La présente délibération entre en vigueur le 1erjanvier 2014 pour un terme expirant
le 31 décembre 2018.

                                 DE GEMEENTERAAD
                Besloten, met 28 stem(men) tegen 12 en 3 onthouding(en).

Gelet op artikel 170, § 4 van de Grondwet;
Gelet op de nieuwe gemeentewet, in het bijzonder artikel 117, alinea 1 en artikel
118, alinea 1;
Gelet op de wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering
van de provincie- en gemeentebelastingen;
Gelet op de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale
geschillen, in het bijzonder de artikels 91 tot 94;
Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de gerechtelijke regeling op gebied
van fiscaliteit;
Gelet op de beschikkingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 7 tot 10 van het WIB
92;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 april 1999 tot bepaling van de procedure voor
de Gouverneur of voor het College van Burgemeester en Schepenen inzake
bezwaarschrift tegen een provincie- of gemeentebelasting;
Gelet op de ordonnantie van 18 april 2002 wijzigend de ordonnantie van 14 mei
1998 betreffende de regeling van administratief toezicht op de gemeenten van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening;
Gelet op de Algemene Bouwverordening;
Herziende zijn raadsbesluit van 22 december 2010 stemmend het reglement
betreffende de belasting op de tijdelijke bezetting van de openbare weg voor de
dienstjaren 2011 tot 2013;
Gelet op de beschikkingen van het Algemeen Politiereglement;
Gelet op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 3
september 2013;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen,
BESLUIT :
Artikel 1
Voor de dienstjaren 2014 tot 2018 wordt een belasting gevestigd op de tijdelijke
bezetting van de openbare weg naar aanleiding van bouw-, afbraak-,
wederopbouw- of verbouwingswerken.
Artikel 2
De belasting wordt vastgesteld in evenredigheid met de bezette oppervlakte van
de openbare weg. Voor de berekening van de oppervlakte wordt elke fractie van
een vierkante meter als een volle vierkante meter geteld.


                                            17
Artikel 3
De aanslagvoet wordt op 1 januari 2014 vastgesteld op 1€ per m2 per dag. Deze
aanslagvoet zal op 1 januari van het volgende jaar worden verhoogd met 2,5% en
afgerond naar de dichtstbijzijnde vijf tiende euro, volgens onderstaande tabel:
 Dienstjaar 2015      Dienstjaar 2016       Dienstjaar 2017      Dienstjaar 2018
 1,05€                 1,10€                 1,15€                1,20€
De belasting is verschuldigd voor de totale gebruiksduur van het openbaar domein
en dit tot op datum van de schriftelijke betekening van de stopzetting van deze
bezetting aan het gemeentebestuur. Elke begonnen dag wordt voor een hele dag
geteld.
Niettemin, zal er geen belasting worden geëist voor bezettingen waarvan de
duurtijd de twee weken niet overtreft en voor zoverre de gebruikte oppervlakte
kleiner is dan 15 vierkante meter.
Artikel 4
De aldus gevestigde belasting is onafhankelijk van de in de Algemene
Bouwverordening voorziene vergoeding te betalen voor de eventuele herstelling
van de bestrating, veroorzaakt door de bezetting van het weggedeelte.
Artikel 5
De belastingplichtige is de aannemer van de werken of de eigenaar van de woning.
Artikel 6
De belasting is verschuldigd zonder dat de belanghebbende daaruit zou mogen
afleiden dat hij enig recht heeft op een onherroepelijke vergunning, noch op
erfdienstbaarheid op de openbare weg.
Bovendien heeft de belanghebbende de verplichting, het toegestane gebruik af te
schaffen of te verminderen, op het eerste bevel van de overheid en zonder, uit dien
hoofde, op enigerlei vergoeding aanspraak te kunnen maken. Indien er binnen de
termijn aan die uitnodiging geen gevolg gegeven wordt, zal zonder nieuwe
kennisgeving ambtshalve worden overgegaan tot wegneming, op de kosten van de
aannemer of van de eigenaar van het gebouw.
De betaling van de belasting houdt voor de Gemeente niet in, de verplichting om in
dit opzicht een bijzonder toezicht uit te oefenen. Deze bezetting gebeurt op risico
en gevaar en onder de verantwoordelijkheid van de belastingplichtige.
Artikel 7
Worden van deze belasting vrijgesteld, de tijdelijke bezettingen naar aanleiding
van:
- de bouw-, wederopbouw- of verbouwingswerken aan gebouwen of gedeelten van
gebouwen door openbare besturen, -instellingen en -diensten voor zoverre deze
gebouwen aan een openbare dienst of openbaar gebruik worden geaffecteerd;
- in geval historische overblijfsels, begraven in de ondergrond, ontdekt worden, zal
de belasting niet verschuldigd zijn voor alle dagen gedurende dewelke de
eigenaars aan het Nationaal Instituut voor Opgravingen zullen toelaten om in de
omheining van de werf opzoekingen te verrichten welke een stopzetting in het
normale verloop der werken met zich meebrengt.
Artikel 8
De aanvangsdatum van de bezetting en de ingenomen oppervlakte moeten
schriftelijk aan het gemeentebestuur worden aangegeven, tenminste acht dagen
voorafgaand de in bezetting neming zonder afbreuk te doen aan de verplichting
voor het bekomen van administratieve of politionele toelatingen die eventueel
worden geëist.
De stopzetting van de bezetting dient te worden betekend aan het
Gemeentebestuur ten laatste op de einddag van deze bezetting van de openbare
weg. Deze datum bepaald de looptijd van de bezetting die gebruikt zal worden bij
de berekening van de belasting. Indien deze betekening later gebeurt dan de
datum van stopzetting van de bezetting, is het de datum van de betekening die als
bewijs zal gelden bij de berekening van de belasting.
Voor iedere wijziging van de grondslag zal een nieuwe aangifte moeten worden
ingediend in dezelfde vorm en termijn als de oorspronkelijke aangifte.
In geval van betwisting, zal aan iedere belastingschuldige de duurtijd en de
oppervlakte van de bezetting van de openbare weg worden aangerekend, zoals
vermeld in de verslagen, opgemaakt door de afgevaardigde van het
gemeentebestuur aangesteld tot de controle van de bouwwerken.
Artikel 9
De belastingplichtige wordt ertoe gehouden de eventuele controle van zijn aangifte
te vergemakkelijken voornamelijk door het verstrekken van alle documenten en
inlichtingen die hem hierbij zouden worden gevraagd. Het ontbreken van de
aangifte binnen de voorziene termijnen, of de onjuiste, onvolledige of onduidelijke
aangifte vanwege de belastingplichtige zal de aanslag van ambtshalve worden
gevestigd. In dit geval zal de ingekohierde belasting worden verhoogd met een
bedrag gelijk aan de helft van de verschuldigde belasting.

                                          18
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve inkohiering, zal het College van
Burgemeester en Schepenen per aangetekend schrijven, de motieven betekenen
aan de belastingplichtige, welke aanleiding geven tot deze procedure, de
elementen waarop de belasting is gebaseerd, de manier waarop deze elementen
werden vastgesteld en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen, te rekenen vanaf
de verzending van de betekening, om schriftelijk zijn opmerkingen te doen gelden.
Het gemeentebestuur zal aan het einde van deze periode overgaan tot de
ambtshalve inkohiering indien de belastingplichtige geen opmerkingen heeft
gemaakt die de annulering van deze procedure zou rechtvaardigen.
Artikel 10
De onderhavige belasting wordt geïnd per kohier. De kohieren van de belasting
worden door het College van Burgemeester en Schepenen opgemaakt en uiterlijk
op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar afgesloten en uitvoerbaar
verklaard.
Artikel 11
De belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het
aanslagbiljet. Bij gebrek van betaling binnen de vastgestelde termijn zullen bij de
verschuldigde sommen, ten voordele van het gemeentebestuur, verwijlintresten
worden gevorderd, berekend volgens de bepalingen vastgelegd in artikel 414 van
het Wetboek op de inkomstenbelastingen voor 1992.
Artikel 12
De belasting is door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels
vastgesteld voor het innen van belastingen ten voordele van de Staat.
Artikel 13
De belastingplichtige kan een bezwaar indienen bij het College van Burgemeester
en Schepenen die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te vermijden,
moet het bezwaarschrift schriftelijk ingediend worden bij het College van
Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet gedagtekend en ondertekend zijn
door de eiser of zijn vertegenwoordiger, met vermelding van naam, hoedanigheid,
adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de belasting is vastgesteld,
alsook het onderwerp van het bezwaar, het verslag van de feiten en de middelen.
De bezwaren moeten ingediend worden, op straffe van verval, binnen de termijn
van zes maanden vanaf de datum van de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 14
Dit onderhavige raadsbesluit treedt in voege op 1 januari 2014 voor een termijn
vervallend op 31 december 2018.

SP 15.- Règlement taxe sur les établissements qui mettent des appareils
  de télécommunication à la disposition du public contre paiement -
  Exercices 2014 à 2018 - Renouvellement et modification -=-
  Belastingreglement op het ter besckikking stellen aan het publiek van
  telecommunicatieapparatuur tegen een vergoeding - Dienstjaren 2014
  tot 2018 - Hernieuwing en wijziging

      Monsieur Dönmez intervient.
      Monsieur Grimberghs répond.
      Monsieur Dönmez intervient.


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 27 voix contre 12 et 4 abstention(s). -=- Besloten, met 27 stem(men)
tegen 12 en 4 onthouding(en).

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                    Décidé, par 27 voix contre 12 et 4 abstention(s).

Vu l’article 170, § 4 de la Constitution ;
Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1 et l’article 118,
alinéa 1 ;
Vu la loi du 24 décembre 1996 relative à l’établissement et au recouvrement des
taxes communales et provinciales ;
Vu la loi du 15 mars 1999 relative au contentieux en matière fiscale, en particulier
les articles 91 à 94 ;
Vu la loi du 23 mars 1999 relative à l’organisation judiciaire en matière fiscale ;
Vu les dispositions du titre VII, chapitres 1er, 3, 4, 7 à 10 du CIR 92 ;
Vu l’arrêté royal du 12 avril 1999 déterminant la procédure devant le Gouverneur
ou devant le Collège des Bourgmestre et Echevins en matière de réclamation
contre une imposition provinciale ou communale ;
Vu l’ordonnance du 18 avril 2002 modifiant l’ordonnance du 14 mai 1998
organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-


                                            19
Capitale ;
Vu sa délibération du 19 décembre 2007 instaurant le règlement-taxe sur les
établissements qui mettent des appareils de télécommunication à la disposition du
public contre paiement pour un terme de cinq ans, expirant le 31 décembre 2012
et ses délibérations subséquentes ;
Vu la situation financière de la commune ;
Vu le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins du 3 septembre 2013 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins,
ARRETE :
Article 1
II est établi pour les exercices 2014 à 2018 une taxe d’ouverture ainsi qu’une taxe
annuelle sur les établissements situés sur le territoire de la commune de
Schaerbeek qui mettent des appareils de télécommunication, à la disposition du
public, contre paiement.
Article 2
Pour l’application du présent règlement, il faut entendre par appareil de
télécommunication, tout appareil permettant la transmission, l’émission ou la
réception de signes, signaux, d’écrits, d’images, de sons ou de données de toute
nature, par fil, radioélectricité, signalisation optique ou autre système
électromagnétique. (c’est-à-dire : Téléphone, fax, modem, vidéoconférence, etc)
Article 3
La taxe d’ouverture et la taxe annuelle sont dues solidairement et de façon
indivisible par l’exploitant et le propriétaire du fonds de commerce.
Article 4
La taxe d’ouverture est fixée au 1erjanvier 2014 à 12.500€ (taux 1). Ce taux sera
majoré au 1er janvier de l’année suivante de 2,5% et arrondi à l’euro près
conformément au tableau ci-dessous :
          Exercice 2015        Exercice 2016       Exercice 2017      Exercice 2018
 Taux 1 12.813€              13.133€             13.461€            13.798€
La taxe est due à chaque ouverture d’une nouvelle activité commerciale d’un
établissement mettant des appareils de télécommunication à la disposition du
public contre paiement. Chaque modification d’exploitant est équivalente à une
nouvelle activité commerciale. La taxe d’ouverture est une taxe unique.
Article 5
La taxe annuelle est fixée au 1erjanvier 2014 à 2.200€ par établissement (taux 2).
Elle débute l’année qui suit celle de la débition de la taxe d’ouverture ou à défaut à
partir de la mise en application du présent règlement-taxe.
Ce taux sera majoré au 1er janvier de l’année suivante de 2,5% et arrondi à l’euro
près conformément au tableau ci-dessous :
          Exercice 2015      Exercice 2016       Exercice 2017      Exercice 2018
 Taux 2 2.255€                 2.311€             2.369€            2.428€
Article 6
La taxe annuelle et la taxe d’ouverture sont dues pour l’année entière à partir du
1erjanvier de l’exercice d’imposition, quelle que soit la date de début de
l’exploitation ou de la cessation de l’activité économique ou de la modification de
l’exploitant pendant l’exercice d’imposition.
Il n’est accordé aucune remise ou restitution pour quelque cause que ce soit.
Article 7
En cas de fermeture administrative temporaire ou définitive de l’établissement à
titre de sanction par le Collège des Bourgmestre et Echevins, en application de
l’article 119bis de la Nouvelle loi Communale, les redevables ne pourront prétendre
à aucune indemnité.
Article 8
Les établissements qui mettent moins de 5 appareils de télécommunication à la
disposition du public contre paiement sont exemptés de la taxe annuelle pour
autant que la situation reste identique.
Article 9
Sont exonérées de la taxe, les entreprises qui assurent le service universel tel que
défini dans l'article 68 de la loi du 13 juin 2005 relative aux communications
électroniques et qui peuvent justifier de la qualité d'opérateurs tenus ou autorisés
au sens de l'article 75 de la même loi.
Article 10
Pour un exercice d’imposition donné, l’administration communale adresse une
formule de déclaration au contribuable que celui-ci est tenu de lui retourner,
dûment complétée et signée, au plus tard le 31 décembre de l’année qui donne son
nom à cet exercice. Le contribuable qui n’a pas reçu de formule de déclaration a
l’obligation d’en réclamer une au plus tard le 30 novembre et de la renvoyer dans
des modalités identiques à celles citées ci-dessus. Cette déclaration reste valable

                                           20
pour les exercices d’imposition suivants jusqu’à révocation.
En cas de modification de la base imposable, le contribuable doit se procurer une
nouvelle formule de déclaration, la compléter dûment, la signer et la renvoyer à
l’administration communale dans les dix jours de la survenance du fait. Sans
préjudice des dispositions du présent règlement, le nouveau formulaire de
déclaration sert de base aux enrôlements des exercices ultérieurs successifs et
vaut révocation expresse de la formule de déclaration précédente.
Article 11
Le contribuable est tenu de faciliter le contrôle éventuel de sa déclaration
notamment en fournissant tous documents et renseignements qui lui seraient
réclamés à cet effet. La non déclaration dans les délais prévus ou la déclaration
incorrecte, incomplète ou imprécise de la part du contribuable entraîne
l’enrôlement d’office de la taxe. Dans ce cas, la taxe enrôlée d’office est majorée
d’un montant égal à la moitié de la taxe due.
Avant de procéder à la taxation d’office, l’administration communale notifie au
contribuable, par lettre recommandée à la poste, les motifs pour lesquels elle
recourt à cette procédure, les éléments sur lesquels se base la taxation, le mode de
détermination de ces éléments, ainsi que le montant de la taxe.
Le contribuable dispose d’un délai de trente jours, à compter de la date d’envoi de
la notification, pour faire valoir ses observations par écrit. L’administration
communale procédera à l’enrôlement d’office de la taxe si au terme de ce délai le
contribuable n’a émis aucune observation qui justifierait l’annulation de cette
procédure.
Article 12
Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des
Bourgmestre et Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice
d’imposition.
Article 13
La taxe est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de
rôle.
A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au profit de
l’administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par l’article
414 du Code des impôts sur les revenus de 1992.
Article 14
La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies
pour la perception des impôts au profit de l’Etat.
Article 15
Le contribuable peut introduire une réclamation auprès du Collège des
Bourgmestre et Echevins qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de
nullité, cette réclamation doit être introduite par écrit devant le Collège des
Bourgmestre et Echevins. Elle doit être datée et signée par le réclamant ou par son
représentant et mentionne les nom, qualité, adresse ou siège du redevable à
charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la réclamation et un exposé des
faits et moyens.
Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai
de six mois, à dater de la date d’envoi de l’avertissement extrait de rôle.
Article 16
La présente délibération entre en vigueur le 1er janvier 2014 pour un terme
expirant le 31 décembre 2018.

                                 DE GEMEENTERAAD
                Besloten, met 27 stem(men) tegen 12 en 4 onthouding(en).

Gelet artikel 170, § 4 van de Grondwet;
Gelet op de nieuwe gemeentewet namelijk artikel 117, alinea 1, en artikel 118,
alinea 1;
Gelet op de wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering
van provinciale- en gemeentebelastingen;
Gelet op de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale
geschillen; in het bijzonder artikels 91 tot 94;
Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale
zaken;
Gelet op de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 7 tot en met 10 van WIB
92;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 april 1999 tot bepaling van de procedure voor
de Gouverneur of voor het College van Burgemeester en Schepenen inzake
bezwaarschrift tegen een provincie- of gemeentebelasting;
Gelet op de ordonnantie van 18 april 2002 tot wijziging van de ordonnantie van 14
mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;


                                            21
Gelet op zijn raadsbesluit van 19 december 2007 houdende de invoering van het
belastingreglement op het ter beschikking stellen aan het publiek van
telecommunicatieapparatuur tegen een vergoeding voor een termijn van 5 jaar
vervallend op 31 december 2012 en de daaropvolgende raadsbesluiten;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Gelet op het verslag van 3 september 2013 van het College van Burgemeester en
Schepenen;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
BESLUIT :
Artikel 1
Voor de dienstjaren 2014 tot 2018, wordt een openingsbelasting alsook een
jaarlijkse belasting geheven op de vestigingen gelegen op het grondgebied van de
gemeente Schaarbeek die tegen betaling, telecommunicatieapparatuur ter
beschikking stellen van het publiek.
Artikel 2
Voor de toepassing van onderhavig reglement, moet er onder
telecommunicatieapparatuur worden verstaan, elk toestel dat overdracht toelaat,
het uitzenden of ontvangen van tekens, signalen, geschriften, beelden, geluiden of
andere gegevens van welke aard ook, per draad, radiogolven, optische signalisatie
en andere elektromagnetische systemen (t.t.z.: telefoon, fax, modem, video, etc...).
Artikel 3
De openingsbelasting en de jaarlijkse belasting zijn solidair verschuldigd en op een
niet deelbare manier door de uitbater en de eigenaar van het handelsfonds.
Artikel 4
De openingsbelasting is op 1 januari 2014 vastgesteld op 12.500€ (voet 1). Deze
aanslagvoet zal op 1 januari van het volgende jaar worden verhoogd met 2,5% en
afgerond naar de dichtstbijzijnde euro volgens onderstaande tabel:
         Dienstjaar 2015    Dienstjaar 2016   Dienstjaar 2017      Dienstjaar 2018
 Voet 1 12.813€              13.133€             13.461€            13.798€
De belasting is verschuldigd bij iedere opening van een nieuwe commerciële
activiteit die telecommunicatieapparatuur tegen een vergoeding ter beschikking
stelt van het publiek. Iedere wijziging van uitbater is equivalent aan een nieuwe
commerciële activiteit. De openingsbelasting in een éénmalige belasting.
Artikel 5
De jaarlijkse belasting is op 1 januari 2014 vastgesteld op 2.200€ per vestiging
(voet 2). Zij treedt in voege vanaf het jaar volgend op het verschuldigd zijn van de
openingsbelasting of bij gebrek hieraan vanaf het in werking treden van onderhavig
belastingreglement.
Deze aanslagvoet zal op 1 januari van het volgende jaar worden verhoogd met
2,5% en afgerond naar de dichtstbijzijnde euro volgens onderstaande tabel:
         Dienstjaar 2015     Dienstjaar 2016     Dienstjaar 2017    Dienstjaar 2018
 Voet 2 2.255€               2.311€              2.369€              2.428€
Artikel 6
De jaarlijkse belasting en de openingsbelasting zijn verschuldigd voor het hele jaar,
beginnend op 1 januari van het dienstjaar, welke ook de datum weze van aanvang
of stopzetting van de commerciële activiteit of de wijziging van uitbater tijdens het
aanslagjaar.
Er wordt geen enkele terugbetaling of vergoeding toegestaan wat ook de reden is.
Artikel 7
In geval van een tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van de vestiging,
door een sanctie genomen door het College van Burgemeester en Schepenen,
zullen de uitbaters in toepassing van artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet
op geen enkele schadeloosstelling aanspraak kunnen maken.
Artikel 8
Vestigingen die maximaal 5 telecommunicatietoestellen ter beschikking stellen
voor het publiek worden vrijgesteld van betaling van de jaarlijkse belasting, voor
zover deze situatie onveranderd blijft.
Artikel 9
Zijn vrijgesteld van de belasting, de instellingen die universele diensten
verstrekken krachtens artikel 68 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de
elektronische communicatie en die hun hoedanigheid van operator kunnen
bevestigen in de zin van artikel 75 van dezelfde wet.
Artikel 10
Voor een welbepaald aanslagjaar laat het Gemeentebestuur een aangifteformulier
geworden aan de belastingplichtige, dat door hem behoorlijk ingevuld en
ondertekend, uiterlijk op 31 december van dat jaar, moet worden teruggestuurd.
De belastingplichtigen die geen aangifteformulier ontvangen hebben zijn ertoe
gehouden er één te vragen vóór 30 november en deze vervolgens terug te sturen

                                          22
op de identieke wijze als hierboven vernoemd. De aangifte blijft geldig voor de
volgende dienstjaren, tot herroeping.
In het geval van wijzigingen in de belastinggrondslag, moet de belastingplichtige
een nieuw aangifteformulier aanvragen, deze naar behoren invullen, ondertekenen
en terugsturen naar de gemeente dit binnen de tien dagen na het ontstaan van de
gebeurtenis. Onverminderd de bepalingen van deze verordening, de nieuwe
aangifte vormt de basis bij de inkohiering voor de komende jaren en herroept
uitdrukkelijk het vorige aangifteformulier.
Artikel 11
De belastingplichtige wordt ertoe gehouden de eventuele controle van zijn aangifte
te vergemakkelijken voornamelijk door het verstrekken van alle documenten en
inlichtingen die hem hierbij zouden worden gevraagd. Het ontbreken van de
aangifte binnen de voorziene termijnen, of de onjuiste, onvolledige of onduidelijke
aangifte vanwege de belastingplichtige zal de aanslag van ambtshalve worden
gevestigd. In dit geval zal de ingekohierde belasting worden verhoogd met een
bedrag gelijk aan de helft van de verschuldigde belasting.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve inkohiering, zal het College van
Burgemeester en Schepenen per aangetekend schrijven, de motieven betekenen
aan de belastingplichtige, welke aanleiding geven tot deze procedure, de
elementen waarop de belasting is gebaseerd, de manier waarop deze elementen
werden vastgesteld en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen, te rekenen vanaf
de verzending van de betekening, om schriftelijk zijn opmerkingen te doen gelden.
Het gemeentebestuur zal aan het einde van deze periode overgaan tot de
ambtshalve inkohiering indien de belastingplichtige geen opmerkingen heeft
gemaakt die de annulering van deze procedure zou rechtvaardigen.
Artikel 12
De kohieren van de belasting worden door het College van Burgemeester en
Schepenen opgemaakt en uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het
aanslagjaar afgesloten en uitvoerbaar verklaard.
Artikel 13
De belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het
aanslagbiljet.
Bij gebrek aan betaling binnen de vastgestelde termijn zullen verwijlinteresten
worden gevorderd, berekend volgens de bepalingen vastgelegd in artikel 414 van
het Wetboek op de inkomstenbelastingen voor 1992
Artikel 14
De belasting is door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels
vastgesteld voor het innen van belastingen ten voordele van de Staat.
Artikel 15
De belastingplichtige kan een bezwaar indienen bij het College van Burgemeester
en Schepenen die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te vermijden,
moet het bezwaarschrift schriftelijk ingediend worden bij het College van
Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet gedagtekend en ondertekend zijn
door de eiser of zijn vertegenwoordiger, met vermelding van naam, hoedanigheid,
adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de belasting is vastgesteld,
alsook het onderwerp van het bezwaar, het verslag van de feiten en de middelen.
De bezwaren moeten ingediend worden, op straffe van verval, binnen de termijn
van zes maanden vanaf de datum van de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 16
Dit onderhavige raadsbesluit treedt in voege op 1 januari 2014 voor een termijn
vervallend op 31 december 2018.

SP 16.- Règlement taxe sur des emplacements de parcage du 29 mai 2013
  - Fixation du pourcentage de réduction : mise en oeuvre des
  dispositions de l'article 3 -=- Belastingreglement op parkeerplaatsen
  van 29 mei 2013 - Vaststelling van het percentage van vermindering :
  inwerkingtreding van de bepalingen van artikel 3

      Monsieur Gilles, Monsieur Goldstein et Monsieur Nimal interviennent.
      Monsieur Grimberghs répond.


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 40 voix contre 0 et 3 abstention(s). -=- Besloten, met 40 stem(men)
tegen 0 en 3 onthouding(en).

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                    Décidé, par 40 voix contre 0 et 3 abstention(s).

Vu le règlement taxe sur des emplacements de parcage voté par le conseil


                                            23
communal du 29 mai 2013, applicable aux exercices 2013 à 2016, lequel en son
article 3, dernier paragraphe autorise le Collège des Bourgmestre et Echevins à
accorder une réduction du montant de la taxe aux établissements qui pourront
mettre à disposition des riverains des emplacements de parcage en dehors des
heures d’ouvertures normales de l’établissement ;
Considérant qu’il convient de fixer formellement le pourcentage de cette réduction
qui s’imposera à tous pour autant que les conditions pour en bénéficier soient
réunies ;
Considérant que la taxe n’a pas encore fait l’objet d’un enrôlement pour l’exercice
2013 ;
Vu les rapports du Collège des Bourgmestre et Echevins des 3 et 10 septembre
2013 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ;
ARRETE :
Article 1
Une réduction de 75 % du taux par emplacement est accordée aux établissements
qui s’engagent dans le processus de mise à disposition d’emplacements de
parcage (d’au moins 10 heures consécutives) au bénéfice des riverains en dehors
des heures d’ouverture normales de leur entreprise ou de leur commerce.
Cette réduction porte exclusivement sur les emplacements mis à disposition et est
accordée entièrement par exercice quel que soit le mois au cours duquel la mise à
disposition est réalisée.

                                 DE GEMEENTERAAD
               Besloten, met 40 stem(men) tegen 0 en 3 onthouding(en).

Gelet op het belastingreglement op parkeerplaatsen gestemd door de
gemeenteraad van 29 mei 2013 voor de dienstjaren 2013 tot en met 2016, welke
in zijn artikel 3, laatste paragraaf, het College van Burgemeester en Schepenen
toelaat een vermindering toe te staan op het bedrag van de belasting aan de
instellingen die buiten de normale openingstijden parkeerplaatsen beschikbaar
stellen aan de buurtbewoners;
Overwegende het vereist is formeel het percentage van de vermindering vast te
stellen die van toepassing zou zijn mits aan alle voorwaarden wordt voldaan;
Overwegende het feit dat de belasting nog niet werd ingekohierd voor het
dienstjaar 2013;
Gelet op de verslagen van het College van Burgemeester en Schepenen van 3 en
10 september 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen,
BESLUIT :
Artikel 1
Een vermindering met 75% op de aanslagvoet per parkeerplaats wordt toegestaan
aan bedrijven die zich engageren tot het project van het beschikbaar stellen van
parkeerplaatsen (minstens 10 opeenvolgende uren) ten behoeve van de
buurtbewoners, buiten de normale kantooruren van hun bedrijf of handel.
Deze vermindering heeft uitsluitend betrekking op de beschikbare parkeerplaatsen
en wordt in zijn geheel toegestaan voor het dienstjaar ongeacht de maand waarin
de ter beschikkingstelling wordt gerealiseerd.


EQUIPEMENT -=- UITRUSTING
Budget -=- Begroting
SP 17.- Modifications budgétaires de clôture - Service ordinaire (n°9) et
  extraordinaire (n°10) -=- Afsluitende begrotingswijzigingen -
  Gewone(nr. 9) en buitengewone (nr. 10) dienst


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 27 voix contre 13 et 3 abstention(s). -=- Besloten, met 27 stem(men)
tegen 13 en 3 onthouding(en).

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                    Décidé, par 27 voix contre 13 et 3 abstention(s).

.

                                 DE GEMEENTERAAD
               Besloten, met 27 stem(men) tegen 13 en 3 onthouding(en).

.




                                            24
Contrôle -=- Controle
SP 18.- CPAS - Modification budgétaire n°1 de l’exercice 2013 -=- Ocmw -
  Begrotingswijziging n° 1 van het dienstjaar 2013


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 40 voix contre 1 et 2 abstention(s). -=- Besloten, met 40 stem(men)
tegen 1 en 2 onthouding(en).

                                LE CONSEIL COMMUNAL
                      Décidé, par 40 voix contre 1 et 2 abstention(s).

Vu l’article 117 de la nouvelle loi communale et notamment son article 117;
Vu l’article 88, § 2 de la loi du 8 juillet 1976, organique des Centres Publics d’Action
Sociale
Vu la décision du Comité de concertation d'approuver la modification budgétaire
n°1 de l’exercice 2013;
Vu la délibération du Conseil de l’Action Sociale du 19 juin 2013 arrêtant la
modification budgétaire n°1 de l’exercice 2013;
Vu que sa modification budgétaire n° 1 n’a aucune incidence sur l’intervention
communale et s'élève au total à 35.644.963 €
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 2 juillet 2013,
DECIDE:
la délibération du 19 juin 2013 par laquelle le Conseil de l’Action Sociale modifie le
budget 2013 :
                                        Budget 2013 Budget 2013 après
                                                         modification 1
Service d'exploitation      Recett 116.053.830,0        116.137.557 €
                            es     0€
                            Dépen 115.426.036 €         115.509.763 €
                            ses
Service                     Recett 26.519.575,00        26.519.575,00 €
d'investissements           es     €
                            Dépen 26.962.369,00         26.962.369,00 €
                            ses   €
Prélèvements
- ordinaires                Recett 0,00 €
                            es
                            Dépen 250.000,00 €          250.000,00 €
                            ses
- extraordinaires           Recett 110.000,00 €         110.000,00 €
                            es
                            Dépen 295.000,00 €          295.000,00 €
                            ses
Total des recettes                   142.683.405,0      142.767.132,00 €
                                     0€
Total des dépenses                   142.683.405,0      142.767.132,00 €
                                     0€

                                  DE GEMEENTERAAD
                Besloten, met 40 stem(men) tegen 1 en 2 onthouding(en).

Gelet op artikels 117 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op artikel 88, §2 van de wet van 8 juli 1976, tot regeling van de Openbare
Centra voor Maatschappelijk Welzijn;
Gelet de beslissing van de het overlegcomité om de begrotingwijziging n°1 van het
dienstjaar 2013 goed te keuren
Gelet op de beraadslaging van 19 juni 2013 waarbij de Raad voor Maatschappelijk
Welzijn de begrotingswijziging nr 1 voor het dienstjaar 2012 vastlegt;
Overwegende dat ingevolge deze begrotingswijziging de gemeentelijke dotatie
verandert niet en bedragen in totaal 35.644.963 €
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 2 juli 2013;
BESLUIT :
het goedkeuren van de besluit van 19 juni 2013 waarbij de Raad voor
Maatschappelijk Welzijn wijzigt de begroting 2013

                                              25
                                     Begroting            Begroting 2013 na
                                     2013                 wijziging 1
Uitbatingsdienst         Ontvangst 116.053.830,00 116.137.557 €
                         en        €
                         Uitgaven    115.426,036 €        115.509,763 €
Dienst investeringen     Ontvangst 26.519.575,00          26.519.575,00 €
                         en        €
                         Uitgaven    26.962.369,00€ 26.962.369,00 €
Voorafhoudingen
                         Ontvangst 0,00 €
                         en
                         Uitgaven    250.000,00 €         250.000,00 €
                         Ontvangst 110.000,00 €           110.000,00 €
                         en
                         Uitgaven    295.000,00 €         295.000,00 €
Totaal der                           142.683.405,00 142.767.132,00 €
ontvangsten                          €
Totaal der uitgaven                  142.683.405,00 142.767.132,00 €
                                     €


SP 19.- Convention entre la Commune et l'ASBL Association des Mosquées
  de Schaerbeek - Approbation -=- Overeenkomst tussen de Gemeente
  en de VZW Association des Mosquées de Schaerbeek - Goedkeuring


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale
Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l’octroi et de l’emploi de
certaines subventions
Vu la délibération du Conseil communal du 26 novembre 2008 adoptant le
règlement relatif aux subventions communales et décidant d’appliquer les
procédures de contrôle aux bénéficiaires d’une subvention égale ou supérieure à
1.500 € ;
Vu délibération du Conseil communal du 29 avril 2009 adoptant l’amendement
apporté à l’article 13 du règlement relatif aux subventions communales ;
Vu la délibération du Conseil communal du 27 novembre 2010 adoptant
l’amendement apporté aux articles 2 ;4 ;5 ;8 ;9 ;10 ;12 ;13 et 14 du règlement
relatif aux subventions communales.
Vu l’article 8 du règlement relatif aux subventions communales qui stipule que
toute association qui bénéficie d’une subvention devra signer une convention de
partenariat avec la Commune.
DECIDE :
D’approuver la convention de la fête du sacrifice 2013 liant la commune de
Schaerbeek à l’ASBL « Association des Mosquées de Schaerbeek ».

                                DE GEMEENTERAAD
                      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117en 123 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning
en het gebruik van sommige toelagen;
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 26 november 2008
goedkeurend het reglement betreffende en besluitend om de controleprocedures
op de begunstigden van een gelijke of hogere toelage om 1.500€ toe te passen;
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 29 april 2009 die de
aanpassing van artikel 13 van het reglement betreffende de gemeentelijke
toelagen aanneemt;
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 27 november 2010 die de
aanpassing van artikelen 2 ;4 ;5 ;8 ;9 ;10 ;12 ;13 en 14 van het reglement


                                           26
betreffende de gemeentelijke toelagen aanneemt;
Gelet op artikel 8 van het reglement betreffende de gemeentesubsidies die bepaalt
dat elke vereniging die een subsidie ontvangt zal een overeenkomst van
partnerschap met de Gemeente moeten ondertekenen.
BESLUIT :
De overeenkomst 2013 die de Gemeente bindt aan VZW “ Association des
Mosquées de Schaerbeek ” goedkeuren.

SP 20.- ASBL Crèches de Schaerbeek - Modification de la convention liant
  la Commune et l'ASBL - Approbation - Compte 2012 de l'ASBL - Prise
  d'acte -=- VZW Crèches de Schaerbeek - Wijziging van de
  overeenkomst tussen de gemeente en de VZW - Goedkering - Rekening
  2012 van de VZW - Akte nemen


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 31 voix contre 0 et 12 abstention(s). -=- Besloten, met 31 stem(men)
tegen 0 en 12 onthouding(en).

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                    Décidé, par 31 voix contre 0 et 12 abstention(s).

Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale;
Vu la Loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l'octroi et de l'emploi de
certains subsides;
Vu la délibération du Conseil communal du 26 novembre 2008 adoptant le
règlement relatif aux subventions communales et décidant d'appliquer les
procédures de contrôle aux bénéficiaires d'une subvention égale ou supérieure à
3.000,00 €;
Vu la délibération du Conseil communal du 29 avril 2009 adoptant l'amendement à
l'article 13 du règlement relatif aux subventions communales;
Vu la délibération du Conseil communal du 27 novembre 2010 adoptant
l'amendement apporté aux aricles 2; 4; 5; 8; 9; 10; 12; 13 et 14 du règlement
relatif aux subventions communales;
Vu l'article 8 du règlement relatif aux subventions communales qui stipule que
toute association qui bénéficie d'une subvention devra signer une convention de
partenariat avec la COmmune;
Vu la délibération du Conseil communal du 17 octobre2007 adoptant la convention
entre la Commune et l'ASBL " Crèches de Schaerbeek ";
Vu la délibération du Conseil communal du 3 février 2010 adoptant l'avenant à la
convention entre la Commune et l'ASBL " Crèches de Schaerbeek ";
Vu la délibération du Conseil communal du 21 décembre 2011 adoptant la nouvelle
convention 2012/2013 entre la Commune et l'ASBL " Crèches de Schaerbeek ";
Considérant que le compte 2012 de l'ASBL " Créches de Schaerbeek " affiche un
résultat négatif de 6.503,69 € pour l'exercice 2012 et un résultat cumulé de
162.832,10 €;
Sur proposition des décisions du Collège du 17 septembre 2013 ;
DECIDE:
     1. Approuver les modifications de la convention liant la Commune et l'ASBL "
          Crrèches de Schaerbeek"
     2. Prend acte du résultat négatif de 6.503,69 € pour l'exercice 2012 et du
          résultat cumulé de 162.832,10 € de l'ASBL " Crèches de Schaerbeek"

                                 DE GEMEENTERAAD
               Besloten, met 31 stem(men) tegen 0 en 12 onthouding(en).

Gelet op artikelen 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning
van het gebruik van sommige toelagen;
Gerlet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 26 november 2008
goedgekeurend het reglement betreffende en besluitend om de controleprocedures
op de begunstigden van gelijke of hogere toelage om 3.000,00 € toe te passen;
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 29 april 2009 die de
aanpassing van artikel 13 van het reglement betreffende de gemeentelijke
toelagen aanneemt;
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 27 november 2010 die de
aanpassing van artikelent 2; 4; 5; 8; 9; 10; 12; 13 en 14 van het reglement
betreffende de gemeentelijke toelagen aanneemt;
Gelet op artikel 8 van het reglement betreffende de gemeentesubsidies die bepaalt
dat elke vereniging die een subsidie onvangst zal een overeenkomst van
parrtnerschap met de Gemeente moeten onderteken;


                                            27
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 17/10/2007 die de
overeenkomst tussen de Gemeente en VZW " Crèches de Schaerbeek " aanneemt;
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 03/02/2010 die de avenant
aan de overeenkomst tussen de Gemeente en de VZW " Crèches de Schaerbeek "
aanneemt;
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 21/12/2011 die een nieuwe
overeenkomst tussen de Gemeente en de VZW " Crèches de Schaerbeek "
aanneemt;
Overwegende dat de rekeningen 2012 van de VZW " Crèches de Schaerbeek " een
negatief saldo van 6.503,69 € voor het dienstjaar 2012 en en cumulatieresultaat
van 162.832,10 € vertonen;
Op voorstel van de beslissingen van het College van Burgmeester en Schepenen in
datum van 17/09/2013;
BESLIST:
    1. De wijzigingen van de overeenkomst tussen de gemeente en de VZW "
        Crèches de Schaerbeek " goed te keuren;
    2. Neemt akte van het negatief saldo van 6.503,69 € voor het dienstjaar 2012
        en en cumulatieresultaat van 162.832,10 € van het VZW " Crèches de
        Schaerbeek"

SP 21.- ASBL Ludocontact - Comptes 2012 - Prise d'acte -=- VZW
  Ludocontact - Rekeningen 2012 - Akte nemen


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale.
Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l’octroi et de l’emploi de
certaines subventions.
Vu la délibération du Conseil communal du 26 novembre 2008 adoptant le
règlement relatif aux subventions communales et décidant d’appliquer les
procédures de contrôle aux bénéficiaires d’une subvention égale ou supérieure à
3.000 €.
Vu délibération du Conseil communal du 29 avril 2009 adoptant l’amendement
apporté à l’article 13 du règlement relatif aux subventions communales.
Vu la délibération du Conseil communal du 27 novembre 2010 adoptant
l’amendement apporté aux articles 2 ;4 ;5 ;8 ;9 ;10 ;12 ;13 et 14 du règlement
relatif aux subventions communales.
Considérant que les comptes 2012 de l’ASBL « Ludocontact » affichent un résultat
négatif de -6.855,25€ pour l’exercice 2012 et que le résultat cumulé atteint
136,52€.
Vu la décision du 25 juin 2013 par laquelle le Collège prend acte du résultat négatif
de -6.855,25€ pour l’exercice 2012, du résultat cumulé 136,52€.
Prend acte :
Des comptes 2012 de l’ASBL « Ludocontact », déposés au dossier, qui affichent une
perte de -6.855,25€ pour l’exercice 2012 et un résultat cumulé de 136,52€.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117en 123 van de nieuwe gemeentewet.
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning
en het gebruik van sommige toelagen.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 26 november 2008
goedkeurend het reglement betreffende en besluitend om de controleprocedures
op de begunstigden van een gelijke of hogere toelage om 3.000€ toe te passen.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 29 april 2009 die de
aanpassing van artikel 13 van het reglement betreffende de gemeentelijke
toelagen aanneemt.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 27 november 2010 die de
aanpassing van artikelen 2 ;4 ;5 ;8 ;9 ;10 ;12 ;13 en 14 van het reglement
betreffende de gemeentelijke toelagen aanneemt.
Overwegende dat de rekeningen van de VZW “ Ludocontact ” een negatief saldo
van -6.855,25€ voor het dienstjaar 2012 en een cumulatieresultaat van 136,52€
vertonen.
Gelet op de beslissing van 25 juni 2013 waar het College akte neemt van het
negatief saldo van -6.855,25€ voor het dienstjaar 2012, van cumulatieresultaat van


                                          28
136,52€ van de VZW.
Neemt akte :
van de rekeningen 2012 van de VZW “ Ludocontact ”, bij het dossier gehecht, die
een negatief saldo van -6.855,25€ voor het dienstjaar 2012 en een
cumulatieresultaat van 136,52€ vertonen.

SP 22.- ASBL Sport Schaerbeekois - Comptes 2012 - Prise d'acte -=- VZW
  Sport Schaerbeekois - Rekeningen 2012 - Akte nemen


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale.
Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l’octroi et de l’emploi de
certaines subventions.
Vu la délibération du Conseil communal du 26 novembre 2008 adoptant le
règlement relatif aux subventions communales et décidant d’appliquer les
procédures de contrôle aux bénéficiaires d’une subvention égale ou supérieure à
3.000 €.
Vu délibération du Conseil communal du 29 avril 2009 adoptant l’amendement
apporté à l’article 13 du règlement relatif aux subventions communales.
Vu la délibération du Conseil communal du 27 novembre 2010 adoptant
l’amendement apporté aux articles 2 ;4 ;5 ;8 ;9 ;10 ;12 ;13 et 14 du règlement
relatif aux subventions communales.
Considérant que les comptes 2012 de l’ASBL « Sport Schaerbeekois » affichent un
résultat négatif de -5.929,44€ pour l’exercice 2012 et que le résultat cumulé atteint
1.566,39€.
Vu la décision du 2 juillet 2013 par laquelle le Collège prend acte du résultat négatif
de -5.929,44€ pour l’exercice 2012, du résultat cumulé 1.566,39€.
Prend acte :
Des comptes 2012 de l’ASBL « Sport Schaerbeekois », déposés au dossier, qui
affichent une perte de -5.929,44€ pour l’exercice 2012 et un résultat cumulé de
1.566,39€.

                                 DE GEMEENTERAAD
                      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117en 123 van de nieuwe gemeentewet.
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning
en het gebruik van sommige toelagen.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 26 november 2008
goedkeurend het reglement betreffende en besluitend om de controleprocedures
op de begunstigden van een gelijke of hogere toelage om 3.000€ toe te passen.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 29 april 2009 die de
aanpassing van artikel 13 van het reglement betreffende de gemeentelijke
toelagen aanneemt.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 27 november 2010 die de
aanpassing van artikelen 2 ;4 ;5 ;8 ;9 ;10 ;12 ;13 en 14 van het reglement
betreffende de gemeentelijke toelagen aanneemt.
Overwegende dat de rekeningen van de VZW “ Sport Schaerbeekois ” een negatief
saldo van -5.929,44€ voor het dienstjaar 2012 en een cumulatieresultaat van
1.566,39€ vertonen.
Gelet op de beslissing van 2 juli 2013 waar het College akte neemt van het
negatief saldo van -5.929,44€ voor het dienstjaar 2012, van cumulatieresultaat van
1.566,39€ van de VZW.
Neemt akte :
van de rekeningen 2012 van de VZW “ Sport Schaerbeekois ”, bij het dossier
gehecht, die een negatief saldo van -5.929,44€ voor het dienstjaar 2012 en een
cumulatieresultaat van 1.566,39€ vertonen.

SP 23.- ASBL Bibla Lire en Classe - Comptes 2012 - Prise d'acte -=- VZW
  Bibla Lire en Classe - Rekeningen 2012 - Akte nemen


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                               LE CONSEIL COMMUNAL

                                           29
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale.
Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l’octroi et de l’emploi de
certaines subventions.
Vu la délibération du Conseil communal du 26 novembre 2008 adoptant le
règlement relatif aux subventions communales et décidant d’appliquer les
procédures de contrôle aux bénéficiaires d’une subvention égale ou supérieure à
3.000 €.
Vu délibération du Conseil communal du 29 avril 2009 adoptant l’amendement
apporté à l’article 13 du règlement relatif aux subventions communales.
Vu la délibération du Conseil communal du 27 novembre 2010 adoptant
l’amendement apporté aux articles 2 ;4 ;5 ;8 ;9 ;10 ;12 ;13 et 14 du règlement
relatif aux subventions communales.
Considérant que les comptes 2012 de l’ASBL « Bibla Lire en Classe » affichent un
résultat positif de 279,09€ pour l’exercice 2012 et que le résultat cumulé atteint
15.023,92€.
Vu la décision du 2 juillet 2013 par laquelle le Collège prend acte du résultat positif
de 279,09€ pour l’exercice 2012, du résultat cumulé 15.023,92€.
Prend acte :
Des comptes 2012 de l’ASBL « Bibla Lire en Classe », déposés au dossier, qui
affichent un bénéfice de 279,09€ pour l’exercice 2012 et un résultat cumulé de
15.023,92€.

                                 DE GEMEENTERAAD
                      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117en 123 van de nieuwe gemeentewet.
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning
en het gebruik van sommige toelagen.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 26 november 2008
goedkeurend het reglement betreffende en besluitend om de controleprocedures
op de begunstigden van een gelijke of hogere toelage om 3.000€ toe te passen.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 29 april 2009 die de
aanpassing van artikel 13 van het reglement betreffende de gemeentelijke
toelagen aanneemt.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 27 november 2010 die de
aanpassing van artikelen 2 ;4 ;5 ;8 ;9 ;10 ;12 ;13 en 14 van het reglement
betreffende de gemeentelijke toelagen aanneemt.
Overwegende dat de rekeningen van de VZW “ Bibla Lire en Classe ” een positief
saldo van 279,09€ voor het dienstjaar 2012 en een cumulatieresultaat van
15.023,92€ vertonen.
Gelet op de beslissing van 2 juli 2013 waar het College akte neemt van het positief
saldo van 279,09€ voor het dienstjaar 2012, van cumulatieresultaat van
15.023,92€ van de VZW.
Neemt akte :
van de rekeningen 2012 van de VZW “ Bibla Lire en Classe ”, bij het dossier
gehecht, die een positief saldo van 279,09€ voor het dienstjaar 2012 en een
cumulatieresultaat van 15.023,92€ vertonen.

SP 24.- ASBL Mission Locale de Schaerbeek - Comptes 2012 - Prise d'acte -
  =- VZW Mission Locale de Schaerbeek - Rekeningen 2012 - Akte nemen


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale.
Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l’octroi et de l’emploi de
certaines subventions.
Vu la délibération du Conseil communal du 26 novembre 2008 adoptant le
règlement relatif aux subventions communales et décidant d’appliquer les
procédures de contrôle aux bénéficiaires d’une subvention égale ou supérieure à
3.000 €.
Vu délibération du Conseil communal du 29 avril 2009 adoptant l’amendement
apporté à l’article 13 du règlement relatif aux subventions communales.
Vu la délibération du Conseil communal du 27 novembre 2010 adoptant
l’amendement apporté aux articles 2 ;4 ;5 ;8 ;9 ;10 ;12 ;13 et 14 du règlement
relatif aux subventions communales.


                                            30
Considérant que les comptes 2012 de l’ASBL « Mission Locale de Schaerbeek »
affichent un résultat positif de 110,18€ pour l’exercice 2012 et que le résultat
cumulé atteint -12.302,96€.
Vu la décision du 9 juillet 2013 par laquelle le Collège prend acte du résultat positif
de 110,18€ pour l’exercice 2012, du résultat cumulé -12.302,96€.
Prend acte :
Des comptes 2012 de l’ASBL « Mission Locale de Schaerbeek », déposés au dossier,
qui affichent un bénéfice de 110,18€ pour l’exercice 2012 et un résultat cumulé de
-12.302,96€.

                                 DE GEMEENTERAAD
                      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117en 123 van de nieuwe gemeentewet.
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning
en het gebruik van sommige toelagen.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 26 november 2008
goedkeurend het reglement betreffende en besluitend om de controleprocedures
op de begunstigden van een gelijke of hogere toelage om 3.000€ toe te passen.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 29 april 2009 die de
aanpassing van artikel 13 van het reglement betreffende de gemeentelijke
toelagen aanneemt.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 27 november 2010 die de
aanpassing van artikelen 2 ;4 ;5 ;8 ;9 ;10 ;12 ;13 en 14 van het reglement
betreffende de gemeentelijke toelagen aanneemt.
Overwegende dat de rekeningen van de VZW “ Mission Locale de Schaerbeek ” een
positief saldo van 110,18€ voor het dienstjaar 2012 en een cumulatieresultaat van
-12.302,96€ vertonen.
Gelet op de beslissing van 9 juli 2013 waar het College akte neemt van het positief
saldo van 110,18€ voor het dienstjaar 2012, van cumulatieresultaat van -
12.302,96€ van de VZW.
Neemt akte :
van de rekeningen 2012 van de VZW “ Mission Locale de Schaerbeek ”, bij het
dossier gehecht, die een positief saldo van 110,18€ voor het dienstjaar 2012 en
een cumulatieresultaat van -12.302,96€ vertonen.

SP 25.- ASBL Réseau Coordination Enfance - Comptes 2012 - Prise d'acte -
  =- VZW Réseau Coordination Enfance - Rekeningen 2012 - Akte nemen


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale.
Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l’octroi et de l’emploi de
certaines subventions.
Vu la délibération du Conseil communal du 26 novembre 2008 adoptant le
règlement relatif aux subventions communales et décidant d’appliquer les
procédures de contrôle aux bénéficiaires d’une subvention égale ou supérieure à
3.000 €.
Vu délibération du Conseil communal du 29 avril 2009 adoptant l’amendement
apporté à l’article 13 du règlement relatif aux subventions communales.
Vu la délibération du Conseil communal du 27 novembre 2010 adoptant
l’amendement apporté aux articles 2 ;4 ;5 ;8 ;9 ;10 ;12 ;13 et 14 du règlement
relatif aux subventions communales.
Considérant que les comptes 2012 de l’ASBL « Réseau Coordination Enfance »
affichent un résultat positif de 729,01€ pour l’exercice 2012 et que le résultat
cumulé atteint 16.845,99€.
Vu la décision du 9 juillet 2013 par laquelle le Collège prend acte du résultat positif
de 729,01€ pour l’exercice 2012, du résultat cumulé 16.845,99€.
Prend acte :
Des comptes 2012 de l’ASBL « Réseau Coordination Enfance », déposés au dossier,
qui affichent un bénéfice de 729,01€ pour l’exercice 2012 et un résultat cumulé de
16.845,99€.

                                 DE GEMEENTERAAD
                      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117en 123 van de nieuwe gemeentewet.


                                            31
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning
en het gebruik van sommige toelagen.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 26 november 2008
goedkeurend het reglement betreffende en besluitend om de controleprocedures
op de begunstigden van een gelijke of hogere toelage om 3.000€ toe te passen.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 29 april 2009 die de
aanpassing van artikel 13 van het reglement betreffende de gemeentelijke
toelagen aanneemt.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 27 november 2010 die de
aanpassing van artikelen 2 ;4 ;5 ;8 ;9 ;10 ;12 ;13 en 14 van het reglement
betreffende de gemeentelijke toelagen aanneemt.
Overwegende dat de rekeningen van de VZW “ Réseau Coordination Enfance ” een
positief saldo van 729,01€ voor het dienstjaar 2012 en een cumulatieresultaat van
16.845,99€ vertonen.
Gelet op de beslissing van 9 juli 2013 waar het College akte neemt van het positief
saldo van 729,01€ voor het dienstjaar 2012, van cumulatieresultaat van
16.845,99€ van de VZW.
Neemt akte :
van de rekeningen 2012 van de VZW “ Réseau Coordination Enfance ”, bij het
dossier gehecht, die een positief saldo van 729,01€ voor het dienstjaar 2012 en
een cumulatieresultaat van 16.845,99€ vertonen.

SP 26.- ASBL Promotion de l'Emploi à Schaerbeek - Comptes 2012 - Prise
  d'acte -=- VZW Promotion de l'Emploi à Schaerbeek - Rekeningen 2012
  - Akte nemen


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale.
Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l’octroi et de l’emploi de
certaines subventions.
Vu la délibération du Conseil communal du 26 novembre 2008 adoptant le
règlement relatif aux subventions communales et décidant d’appliquer les
procédures de contrôle aux bénéficiaires d’une subvention égale ou supérieure à
3.000 €.
Vu délibération du Conseil communal du 29 avril 2009 adoptant l’amendement
apporté à l’article 13 du règlement relatif aux subventions communales.
Vu la délibération du Conseil communal du 27 novembre 2010 adoptant
l’amendement apporté aux articles 2 ;4 ;5 ;8 ;9 ;10 ;12 ;13 et 14 du règlement
relatif aux subventions communales.
Considérant que les comptes 2012 de l’ASBL « Promotion de l'Emploi à Schaerbeek
» affichent un résultat négatif de -2.846,07€ pour l’exercice 2012 et que le résultat
cumulé atteint -9.899,84€.
Vu la décision du 16 juillet 2013 par laquelle le Collège prend acte du résultat
négatif de -2.846,07€ pour l’exercice 2012, du résultat cumulé -9.899,84€.
Prend acte :
Des comptes 2012 de l’ASBL « Promotion de l'Emploi à Schaerbeek », déposés au
dossier, qui affichent une perte de -2.846,07€ pour l’exercice 2012 et un résultat
cumulé de -9.899,84€.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117en 123 van de nieuwe gemeentewet.
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning
en het gebruik van sommige toelagen.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 26 november 2008
goedkeurend het reglement betreffende en besluitend om de controleprocedures
op de begunstigden van een gelijke of hogere toelage om 3.000€ toe te passen.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 29 april 2009 die de
aanpassing van artikel 13 van het reglement betreffende de gemeentelijke
toelagen aanneemt.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 27 november 2010 die de
aanpassing van artikelen 2 ;4 ;5 ;8 ;9 ;10 ;12 ;13 en 14 van het reglement
betreffende de gemeentelijke toelagen aanneemt.
Overwegende dat de rekeningen van de VZW “ Promotion de l'Emploi à Schaerbeek


                                           32
” een negatief saldo van -2.846,07€ voor het dienstjaar 2012 en een
cumulatieresultaat van -9.899,84€ vertonen.
Gelet op de beslissing van 16 juli 2013 waar het College akte neemt van het
negatief saldo van -2.846,07€ voor het dienstjaar 2012, van cumulatieresultaat van
-9.899,84€ van de VZW.
Neemt akte :
van de rekeningen 2012 van de VZW “ Promotion de l'Emploi à Schaerbeek ”, bij
het dossier gehecht, die een negatief saldo van -2.846,07€ voor het dienstjaar
2012 en een cumulatieresultaat van -9.899,84€ vertonen.

SP 27.- ASBL Guichet d'Economie Locale de Schaerbeek - Comptes 2012 -
  Prise d'acte -=- VZW Guichet d'Economie Locale de Schaerbeek -
  Rekeningen 2012 - Akte nemen


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                             LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale.
Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l’octroi et de l’emploi de
certaines subventions.
Vu la délibération du Conseil communal du 26 novembre 2008 adoptant le
règlement relatif aux subventions communales et décidant d’appliquer les
procédures de contrôle aux bénéficiaires d’une subvention égale ou supérieure à
3.000 €.
Vu délibération du Conseil communal du 29 avril 2009 adoptant l’amendement
apporté à l’article 13 du règlement relatif aux subventions communales.
Vu la délibération du Conseil communal du 27 novembre 2010 adoptant
l’amendement apporté aux articles 2 ;4 ;5 ;8 ;9 ;10 ;12 ;13 et 14 du règlement
relatif aux subventions communales.
Considérant que les comptes 2012 de l’ASBL « Guichet d'Economie Locale de
Schaerbeek » affichent un résultat négatif de -7.808,71€ pour l’exercice 2012 et
que le résultat cumulé atteint 22.671,63€.
Vu la décision du 27 août 2013 par laquelle le Collège prend acte du résultat
négatif de -7.808,71€ pour l’exercice 2012, du résultat cumulé 22.671,63€.
Prend acte :
Des comptes 2012 de l’ASBL « Guichet d'Economie Locale de Schaerbeek »,
déposés au dossier, qui affichent une perte de -7.808,71€ pour l’exercice 2012 et
un résultat cumulé de 22.671,63€.

                               DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117en 123 van de nieuwe gemeentewet.
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning
en het gebruik van sommige toelagen.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 26 november 2008
goedkeurend het reglement betreffende en besluitend om de controleprocedures
op de begunstigden van een gelijke of hogere toelage om 3.000€ toe te passen.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 29 april 2009 die de
aanpassing van artikel 13 van het reglement betreffende de gemeentelijke
toelagen aanneemt.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 27 november 2010 die de
aanpassing van artikelen 2 ;4 ;5 ;8 ;9 ;10 ;12 ;13 en 14 van het reglement
betreffende de gemeentelijke toelagen aanneemt.
Overwegende dat de rekeningen van de VZW “ Guichet d'Economie Locale de
Schaerbeek ” een negatief saldo van -7.808,71€ voor het dienstjaar 2012 en een
cumulatieresultaat van 22.671,63€ vertonen.
Gelet op de beslissing van 27 augustus 2013 waar het College akte neemt van het
negatief saldo van -7.808,71€ voor het dienstjaar 2012, van cumulatieresultaat van
22.671,63€ van de VZW.
Neemt akte :
van de rekeningen 2012 van de VZW “ Guichet d'Economie Locale de Schaerbeek ”,
bij het dossier gehecht, die een negatief saldo van -7.808,71€ voor het dienstjaar
2012 en een cumulatieresultaat van 22.671,63€ vertonen.

SP 28.- ASBL Jeunes Schaerbeekois au Travail - Compte 2012 - Prise d'acte
  -=- VZW Jeunes Schaerbeekois au Travail - Rekening 2012 - Akte nemen


                                          33
DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                                 Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale.
Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l’octroi et de l’emploi de
certaines subventions.
Vu la délibération du Conseil communal du 26 novembre 2008 adoptant le
règlement relatif aux subventions communales et décidant d’appliquer les
procédures de contrôle aux bénéficiaires d’une subvention égale ou supérieure à
3.000 €.
Vu délibération du Conseil communal du 29 avril 2009 adoptant l’amendement
apporté à l’article 13 du règlement relatif aux subventions communales.
Vu la délibération du Conseil communal du 27 novembre 2010 adoptant
l’amendement apporté aux articles 2 ;4 ;5 ;8 ;9 ;10 ;12 ;13 et 14 du règlement
relatif aux subventions communales.
Considérant que les comptes 2012 de l’ASBL « Jeunes Schaerbeekois au Travail »
affichent un résultat positif de 3,36€ pour l’exercice 2012 et que le résultat cumulé
atteint 66.850,63€.
Vu la décision du 17 septembre 2013 par laquelle le Collège prend acte du résultat
positif de 3,36€ pour l’exercice 2012, du résultat cumulé 66.850,63€.
Prend acte :
Des comptes 2012 de l’ASBL « Jeunes Schaerbeekois au Travail », déposés au
dossier, qui affichent un bénéfice de 3,36€ pour l’exercice 2012 et un résultat
cumulé de 66.850,63€.

                                  DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117en 123 van de nieuwe gemeentewet.
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning
en het gebruik van sommige toelagen.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 26 november 2008
goedkeurend het reglement betreffende en besluitend om de controleprocedures
op de begunstigden van een gelijke of hogere toelage om 3.000€ toe te passen.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 29 april 2009 die de
aanpassing van artikel 13 van het reglement betreffende de gemeentelijke
toelagen aanneemt.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 27 november 2010 die de
aanpassing van artikelen 2 ;4 ;5 ;8 ;9 ;10 ;12 ;13 en 14 van het reglement
betreffende de gemeentelijke toelagen aanneemt.
Overwegende dat de rekeningen van de VZW “ Jeunes Schaerbeekois au Travail ”
een positief saldo van 3,36€ voor het dienstjaar 2012 en een cumulatieresultaat
van 66.850,63€ vertonen.
Gelet op de beslissing van 17 september 2013 waar het College akte neemt van
het positief saldo van 3,36€ voor het dienstjaar 2012, van cumulatieresultaat van
66.850,63€ van de VZW.
Neemt akte :
van de rekeningen 2012 van de VZW “ Jeunes Schaerbeekois au Travail ”, bij het
dossier gehecht, die een positief saldo van 3,36€ voor het dienstjaar 2012 en een
cumulatieresultaat van 66.850,63€ vertonen.

SP 29.- ASBL Aide aux Familles - Compte 2012 - Prise d'acte -=- VZW Aide
  aux Famille - Rekening 2012 - Akte nemen

      Monsieur   Verzin et Monsieur Van Gorp interviennent.
      Monsieur   le Bourgmestre et Monsieur El Arnouki répondent.
      Monsieur   Van Gorp intervient.
      Monsieur   le Bourgmestre


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 28 voix contre 3 et 12 abstention(s). -=- Besloten, met 28 stem(men)
tegen 3 en 12 onthouding(en).

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                     Décidé, par 28 voix contre 3 et 12 abstention(s).

Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale;


                                             34
Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l'octroi et de l'emploi de
certaines subventions;
Vu la délibération du Conseil communal du 26 novembre 2008 adoptant le
règlement relatif aux subventions communales et décidant d'appliquer les
procédures de contrôle aux bénéficiaires d'une subvention égale ou supérieure à
3.000 €;
Vu la délibération du Conseil communal du 29 avril 2009 adoptant l'amendement
apporté à l'article 13 du règlement relatif aux subventions communales;
Vul la délibération du Conseil communal du 27 novembre 2010 adoptant
l'amendement apporté aux articles 2; 4; 5; 8; 9; 10; 12; 13 et 14 du règlement
relatif aux subventions communales
Considérant que le compte 2012 de l'ASBL " Aide aux Famille" affiche un résultat
négatief de 46.631,77 € pour l'exercice 2012 et un résultat cumulé de 208.911,75 €
Vu la décision du Collège du 17 septembre 2013 par laquelle le Collège prend acte
du résultat négatif de 46.631,77 € pour l'exercice 2012 et du résultat cumulé de
208.911,75 €;
PREND ACTE:
Du compte 2012 de l'ASBL " Aide aux Familles " déposé au dossier, qui affiche un
résultat négatif de 46.631,77 € pour l'exercice 2012 et un résultat cumulé de
208.911,75 €.

                                DE GEMEENTERAAD
               Besloten, met 28 stem(men) tegen 3 en 12 onthouding(en).

Gelet op artikelen 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning
van het gebruik van sommige toelagen;
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 26 november 2008
goedgekeurend het reglement betreffende en besluitend om de controleprocedures
op de begunstigden van een gelijke of hogere toelage om 3.000 € toe te passen;
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 29 april 2009 die de
aanpassing van artikel 13 van het reglement betreffende de gemeentelijke
toelagen aanneemt;
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 27 november 2010 die de
aanpassing van artikelen 2; 4; 5; 8; 9; 10; 12; 13 en 14 van het reglement
betreffende de gemeentelijke toelagen aanneemt;
Overwegende dat de rekening van de VZW " Aide aux Familles " ee negatief saldo
van 46.631,77 € voor het dienstjaar 2012 en en cumulatieresultaat van 208.911,75
€ vertonen;
Gelte op beslissing van 17 september 2013 waar het College akte neemt van het
negatief resultaat van 46.631,77 € voor het dienstjaar 2012 en en
cumulatieresultaat van 208.911,75 € van het VZW;
NEEMT AKTE:
Van de rekening 2012 van de VZW " Aide aux Familles ", bij het dossier gehecht die
een negatief resultaat van 46.631,77 € voor het dienstjaar 2012 en een
cumulatieresultaat van 208.911,75 € vertonen

SP 30.- ASBL Schaerbeek Action Emploi - Comptes 2012 - Prise d'acte -=-
  VZW Schaerbeek Action Emploi - Rekeningen 2012 - Akte nemen

      Monsieur de Beauffort intervient.


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale.
Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l’octroi et de l’emploi de
certaines subventions.
Vu la délibération du Conseil communal du 26 novembre 2008 adoptant le
règlement relatif aux subventions communales et décidant d’appliquer les
procédures de contrôle aux bénéficiaires d’une subvention égale ou supérieure à
3.000 €.
Vu délibération du Conseil communal du 29 avril 2009 adoptant l’amendement
apporté à l’article 13 du règlement relatif aux subventions communales.
Vu la délibération du Conseil communal du 27 novembre 2010 adoptant
l’amendement apporté aux articles 2 ;4 ;5 ;8 ;9 ;10 ;12 ;13 et 14 du règlement
relatif aux subventions communales.


                                           35
Considérant que les comptes 2012 de l’ASBL « Schaerbeek Action Emploi »
affichent un résultat positif de 57,14€ pour l’exercice 2012 et que le résultat
cumulé atteint 25.253,51€.
Vu la décision du 17 septembre 2013 par laquelle le Collège prend acte du résultat
positif de 57,14€ pour l’exercice 2012, du résultat cumulé 25.253,51€.
Prend acte :
Des comptes 2012 de l’ASBL « Schaerbeek Action Emploi », déposés au dossier, qui
affichent un bénéfice de 57,14€ pour l’exercice 2012 et un résultat cumulé de
25.253,51€.

                               DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117en 123 van de nieuwe gemeentewet.
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning
en het gebruik van sommige toelagen.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 26 november 2008
goedkeurend het reglement betreffende en besluitend om de controleprocedures
op de begunstigden van een gelijke of hogere toelage om 3.000€ toe te passen.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 29 april 2009 die de
aanpassing van artikel 13 van het reglement betreffende de gemeentelijke
toelagen aanneemt.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 27 november 2010 die de
aanpassing van artikelen 2 ;4 ;5 ;8 ;9 ;10 ;12 ;13 en 14 van het reglement
betreffende de gemeentelijke toelagen aanneemt.
Overwegende dat de rekeningen van de VZW “ Schaerbeek Action Emploi ” een
positief saldo van 57,14€ voor het dienstjaar 2012 en een cumulatieresultaat van
25.253,51€ vertonen.
Gelet op de beslissing van 17 september 2013 waar het College akte neemt van
het positief saldo van 57,14€ voor het dienstjaar 2012, van cumulatieresultaat van
25.253,51€ van de VZW.
Neemt akte :
van de rekeningen 2012 van de VZW “ Schaerbeek Action Emploi ”, bij het dossier
gehecht, die een positief saldo van 57,14€ voor het dienstjaar 2012 en een
cumulatieresultaat van 25.253,51€ vertonen.

SP 31.- Association de fait Cercle d'Art du Personnel Communal de
  Schaerbeek - Comptes 2012 - Prise d'acte -=- Feitelijke vereniging
  Cercle d'Art du Personnel Communal de Schaerbeek - Rekeningen 2012
  - Akte nemen


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                             LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale.
Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l’octroi et de l’emploi de
certaines subventions.
Vu la délibération du Conseil communal du 26 novembre 2008 adoptant le
règlement relatif aux subventions communales et décidant d’appliquer les
procédures de contrôle aux bénéficiaires d’une subvention égale ou supérieure à
3.000 €.
Vu délibération du Conseil communal du 29 avril 2009 adoptant l’amendement
apporté à l’article 13 du règlement relatif aux subventions communales.
Vu la délibération du Conseil communal du 27 novembre 2010 adoptant
l’amendement apporté aux articles 2 ;4 ;5 ;8 ;9 ;10 ;12 ;13 et 14 du règlement
relatif aux subventions communales.
Considérant que les comptes 2012 de l’Association de fait « Cercle d'Art du
Personnel Communal de Schaerbeek » affichent un résultat positif de 1.581,07€
pour l’exercice 2012 et que le résultat cumulé atteint 7.615,39€.
Vu la décision du 17 septembre 2013 par laquelle le Collège prend acte du résultat
positif de 1.581,70€ pour l’exercice 2012, du résultat cumulé 7.615,39€.
Prend acte :
Des comptes 2012 de l’Association de fait « Cercle d'Art du Personnel Communal
de Schaerbeek », déposés au dossier, qui affichent un bénéfice de 1.581,70€ pour
l’exercice 2012 et un résultat cumulé de 7.615,39€.

                               DE GEMEENTERAAD


                                          36
                    Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117en 123 van de nieuwe gemeentewet.
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning
en het gebruik van sommige toelagen.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 26 november 2008
goedkeurend het reglement betreffende en besluitend om de controleprocedures
op de begunstigden van een gelijke of hogere toelage om 3.000€ toe te passen.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 29 april 2009 die de
aanpassing van artikel 13 van het reglement betreffende de gemeentelijke
toelagen aanneemt.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 27 november 2010 die de
aanpassing van artikelen 2 ;4 ;5 ;8 ;9 ;10 ;12 ;13 en 14 van het reglement
betreffende de gemeentelijke toelagen aanneemt.
Overwegende dat de rekeningen van de Feitelijke vereniging “ Cercle d'Art du
Personnel Communal de Schaerbeek ” een positief saldo van 1.581,70€ voor het
dienstjaar 2012 en een cumulatieresultaat van 7.615,39€ vertonen.
Gelet op de beslissing van 17 september 2013 waar het College akte neemt van
het positief saldo van 1.581,07€ voor het dienstjaar 2012, van cumulatieresultaat
van 7.615,39€ van de Feitelijke vereniging.
Neemt akte :
van de rekeningen 2012 van de Feitelijke vereniging “ Cercle d'Art du Personnel
Communal de Schaerbeek ”, bij het dossier gehecht, die een positief saldo van
1.581,07€ voor het dienstjaar 2012 en een cumulatieresultaat van 7.615,39€
vertonen.

Achats -=- Aankopen
SP 32.- Convention de concession de service public pour la mise en
  location nocturne des places de stationnement hors voirie des
  bâtiments communaux et du CPAS à destination des riverains -
  Approbation -=- Concessieovereenkomst van openbare diensten voor
  het nachtelijk verhuren van parkeerplaatsen, niet op de weg, binnen
  de gemeentelijke en de OCMW gebouwen - Goedkeuring


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                             LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu l'article 117 de la nouvelle loi communale;
Vu la délibération du Conseil communal du 19 septembre 2012 approuvant le
cahier des charges SCHA/EQUIP/2012/066 visant à l'octroi d'une concession de
service public pour la mise en location nocturne des places de stationnement hors
voirie des bâtiments communaux et du CPAS et chargeant le Collège des
Bourgmestre et Echevins des procédures de mise en concurrence
Vu la délibération du Conseil de l'Action Sociale du 25 octobre 2012 approuvant
cette délibération
Vu la décision du Collège du 17 septembre 2013 approuvant le choix du
concessionnaire, à savoir BE PARK
DECIDE
D'approuver la convention de concession de service public jointe à conclure avec
BE PARK

                               DE GEMEENTERAAD
                    Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van 19 september 2012 tot
goedkeuring van het bestek SCHA/EQUIP/2012/066 met als doel de toekenning van
een concessie van openbare diensten voor het nachtelijk verhuren van
parkeerplaatsen, niet in de weg, binnen de gemeentelijke en de OCMW gebouwen
et waarbij het College van Burgemeester en Schepen wordt belast met de oproep
tot de mededinging
Gelet op de berradslaging van de raad van de OCMW van 25 oktober 2012 tot
goedkeuring van de raadsbesluit
Gelet op de beslissing van het College van 17 september 2013 tot goekeuring van
de concessie houder, hetzij BE PARK
BESLUIT
De, in bijlage gevoegde, concessieovereenkomst van openbare diensten met BE


                                          37
PARK goed te keuren

SP 33.- Infrastructure - Bâtiments et techniques spéciales - CTR -
  Rénovation du 5ème étage (Marché stock à imputer au budget
  extraordinaire) - Pour information -=- Infrastructuur - Gebouwen en
  speciale technieken - TCR - Renovatie van de 5de verdieping
  (Bestelbonopdracht te boeken op de buitengewone begroting) - Ter
  informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 15 juin 2006 - notamment en son article 26 §1 1° a -relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu la loi du 17 juin 2013 relative à la motivation , à l'information et aux voies de
recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de
fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu la décision du 30 juillet 2013 du Collège des Bourgmestre et Echevins
approuvant le mode de passation et les conditions d’un marché ayant pour objet
«Infrastructure - Bâtiments et techniques spéciales - CTR - Rénovation du 5ième
étage »;
Considérant que la dépense sera financée par emprunt;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget
extraordinaire pour 2013;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ;
PREND POUR INFORMATION:
La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 30 juillet 2013 pour l'achat
de fournitures pour la rénovation du 5 ième étage du CTR et de passer les
commandes auprès des adjudicataires annuels au fur et à mesure des besoins pour
une dépense estimée à 65.000,- € TVA inclus à imputer à l'article 137/724-IN-60/51
du budget extraordinaire 2013 et à financer par emprunt.

                                DE GEMEENTERAAD
                      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - in het bijzonder artikel 26 §1 1° a - betreffende
de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering , de informatie en de
rechtsmidddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken
, leveringen en diensten ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten
klassieke sectoren ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de beslissing van 30 juli 2013 van het College van Burgemeester en
Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden goedkeurt voor de opdracht
met als voorwerp « Infrastructuur - Gebouwen en speciale technieken - TCR -
Renovatie van de 5° verdieping» ;
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door leningen;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de
buitengewone begroting van 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE :
De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 30 juli 2013 tot
de aankoop van materiaal voor de renovatie van de 5° verdieping in het TCR en tot


                                           38
de bestelling ervan bij de jaarlijkse aannemers naargelang de behoeften voor een
uitgave geschat op 65.000,-€ BTW inbegrepen te boeken op artikel 137/724-IN-
60/51 van de buitengewone begroting 2013 te financieren door een lening.

SP 34.- Infrastructure-Bâtiments - Remplacement des cylindres dans les
  écoles - Marché Stock à imputer au budget extraordinaire - Pour
  information. -=- Infrastructuur-Gebouwen - Vervanging van de cilinders
  in de scholen - Bestelbonopdracht te boeken op de buitengewone
  begroting - Ter informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 (par analogie) et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 15 juin 2006 - notamment en son article 26 §1 1° a -relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu la loi du 17 juin 2013 relative à la motivation , à l'information et aux voies de
recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de
fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu la décision du 30 juillet 2013 du Collège des Bourgmestre et Echevins
approuvant le mode de passation et les conditions d’un marché ayant pour objet
«INFRASTRUCTURE – BATIMENTS & TECHNIQUES SPÉCIALES - Remplacement des
cylindres »;
Considérant que la dépense sera financée par emprunt;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget
extraordinaire pour 2013;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ;
PREND POUR INFORMATION:
La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 30 juillet 2013 pour l'achat
de fourniture pour le remplacement des cylindres et de passer les commandes
auprès des adjudicataires annuels au fur et à mesure des besoins pour une
dépense estimée à 10.000,- € TVA inclus à imputer à rato de 2.500,-€ à l'article
721/744-EQ-51/14 ; 5.000 à l'article 722/744-EQ-51/14 ; 2.500,-€ à l'article
731/744-EQ-51/14 du budget extraordinaire 2013 à financer par emprunt.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 234 (naar analogie) en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - in het bijzonder artikel 26 §1 1° a - betreffende
de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering , de informatie en de
rechtsmidddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken
, leveringen en diensten ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten
klassieke sectoren ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de beslissing van 30 juli 2013 van het College van Burgemeester en
Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden goedkeurt voor de opdracht
met als voorwerp « INFRASTRUCTUUR - GEBOUWEN & SPECIALE TECHNIEKEN -
Vervanging van de cilinders» ;
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door leningen;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de
buitengewone begroting van 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE :


                                          39
De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 30 juli 2013 tot
de aankoop van materiaal voor de vervanging van de cylinders en tot de bestelling
ervan bij de jaarlijkse aannemers naargelang de behoeften voor een uitgave
geschat op 10.000,-€ BTW inbegrepen te boeken a rato van 2.500,-€ op artikel
721/744-EQ-51/14 ; 5.000 op artikel 722/744-EQ-51/14 ; 2.500,-€ op artikel
731/744-EQ-51/14 van de buitengewone begroting 2013 te financieren door een
lening.

SP 35.- Enseignement communal Néerlandophone - Assistance
  complémentaire et réalisation de l'extension conforme au concept
  pédagogique existant de l'installation actuelle du GBS De Kriek - Mode
  de passation et fixation des conditions du marché – Pour information. -
  =- Nederlandstalig gemeentelijk onderwijs - Bijkomende begeleiding en
  realisatie van een op pedagogisch vlak conforme uitbreiding van de
  bestaande inrichting van de GBS de Kriek - Wijze van gunnen en
  vaststelling van de opdrachtvoorwaarden – Ter informatie.


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 24 décembre 1993 - notamment son article 17 § 2, 1 a) - relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de
fournitures et de services et aux concessions de travaux publics ;
Vu l'arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d’exécution
des marchés publics et des concessions de travaux publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu l'ordonnance du 17 juillet 2003 de la Région de Bruxelles-Capitale modifiant la
nouvelle loi communale, en particulier son article 234 : Désormais le Collège est
compétent pour approuver le mode de passation et fixer les conditions des
marchés traités par procédure négociée en application de l'article 17 § 2, 1 a) de la
loi du 24 décembre 1993 précitée (marchés inférieurs à 67.000 € HTVA) lorsque la
dépense doit être imputée au budget extraordinaire. Dans ce cas le Conseil
communal doit être informé de cette décision lors de sa prochaine séance;
Vu la décision du 25 juin 2013 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant
le mode de passation et les conditions d’un marché ayant pour objet
«Enseignement communal Néerlandophone - Assistance complémentaire et
réalisation de l'extension conforme au concept pédagogique existant de
l'installation actuelle du GBS De Kriek .» tel que décrit dans le cahier spécial des
charges SCHA/EQUIP/2013/018;
Vu la décision du 16 juillet 2013 du Collège des Bourgmestre et Echevins attribuant
le marché ayant pour objet « Enseignement communal néerlandophone -
Assistance complémentaire et réalisation de l'extension conforme au concept
pédagogique existant de l'installation actuelle de GBS De Kriek» à l'asbl Art Basics
for Children pour un montant de 36.127,50,-€ TVAI et entraînant une dépense
supplémentaire de plus de 10% ;
Considérant que la dépense sera financée par emprunt;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget
extraordinaire pour 2013 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ;
PREND POUR INFORMATION :
     1. La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 25 juin 2013 de
          passer un marché par procédure négociée sans publicité, ayant pour objet
          «Enseignement communal Néerlandophone - Assistance complémentaire et
          réalisation de l'extension conforme au concept pédagogique existant de
          l'installation actuelle du GBS De Kriek .» tel que décrit dans le cahier
          spécial des charges SCHA/EQUIP/2013/018.
     2. La dépense, estimée à 36.127,50,- € TVAI sera imputé à rato de 11.830 €
          sur l'article 722/724-IN-60/51 et a rato de 24.297,50 € sur l'article 722/741-
          EQ-51/14 du budget extraordinaire 2013 et sera financé par emprunt

                                 DE GEMEENTERAAD
                      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;


                                            40
Gelet op de wet van 24 december 1993 - in het bijzonder op artikel 17§2,1a) -
betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van
werken, leveringen en diensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 betreffende de
overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en de
concessies voor openbare werken;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de
algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor
openbare werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
die de gemeentewet wijzigt, in het bijzonder artikel 234 : vanaf nu is het College
bevoegd om de gunningswijze en de voorwaarden vast te stellen voor opdrachten
bij onderhandelingsprocedure in toepassing van artikel 17 § 2, 1 a) van de
voornoemde wet van 24 december 1993 (opdrachten lager dan 67.000 € ZBTW)
wanneer de uitgave moet geboekt worden op de buitengewone begroting. In dit
geval moet de gemeenteraad op de hoogte worden gesteld van deze beslissing in
zijn volgende zitting;
Gelet op de beslissing van 25 juni 2013 van het College van Burgemeester en
Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden goedkeurt voor de opdracht
met als voorwerp «Nederlandstalig gemeentelijk onderwijs - BIJKOMENDE
BEGELEIDING EN REALISATIE VAN EEN OP PEDAGOGISCH VLAK CONFORME
UITBREIDING VAN DE BESTAANDE INRICHTING van de GBS de Kriek » zoals
beschreven in het bestek SCHA/EQUIP/2013/018;
Gelet op de beslissing van 16 juli 2013 van het College van Burgemeester en
Schepenen waarbij de opdracht met als voorwerp « Bijkomende begeleiding en
realisatie van een op pedagogisch vlak conforme uitbreiding van de bestaande
inrichting van de nederlandstalige gemeentelijke basisschool De Kriek " wordt
gegund aan de VZW Art Basics for Children voor een bedrag van 36.127,-€ BTWI
zijnde een meerkost van meer dan 10% ;
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door leningen;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de
buitengewone begroting van 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE:
     1. De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 25 juni
         2013 om een opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure zonder
         bekendmaking, met als voorwerp « Nederlandstalig gemeentelijk onderwijs
         - BIJKOMENDE BEGELEIDING EN REALISATIE VAN EEN OP PEDAGOGISCH
         VLAK CONFORME UITBREIDING VAN DE BESTAANDE INRICHTING van de
         GBS de Kriek » zoals beschreven in het bestek SCHA/EQUIP/2013/018.
     2. De uitgave, geschat op 36.127,50,- € BTWI is te boeken a rato van 11.830 €
         op artikel 722/724-IN-60/51 en a rato van 24.297,50 € op artikel 722/741-
         EQ-51/14 van de buitengewone begroting 2013 en is te financieren door
         een lening.

SP 36.- Infrastructure – Voirie – Fourniture, pose et mise en service de
  radars préventifs fixes alimentés par énergie solaire - Mode de
  passation et fixation des conditions du marché - Pour Information -=-
  Infrastructuur – Wegen – Levering, plaatsing en indienststelling van
  vaste snelheidsinformatieborden op zonnenergie - Wijze van gunnen
  en vaststelling van de opdrachtvoorwaarden - Ter informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 (par analogie) et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 15 juin 2006 - notamment en son article 26 §1 1° a - relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu la loi du 17 juin 2013 relative à la motivation , à l'information et aux voies de
recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de
fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics ;

                                          41
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu la décision du 9 juillet 2013 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant
le mode de passation et les conditions d’un marché ayant pour objet «Fourniture,
pose et mise en service de radars préventifs fixes alimentés par énergie solaire »
tel que décrit dans le cahier spécial des charges SCHA/EQUIP/2013/021 ;
Considérant que la dépense sera financée par un emprunt ;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget
extraordinaire pour 2013 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins;
PREND POUR INFORMATION :
     1. La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 9 juillet 2013 de
        passer un marché par procédure négociée sans publicité, ayant pour objet
        «Fourniture, pose et mise en service de radars préventifs fixes alimentés
        par énergie solaire» tel que décrit dans le cahier spécial des charges
        SCHA/EQUIP/2013/021.
     2. La dépense, estimée à 15.000 € TVA comprise, sera imputée à l’article
        421/744-EQ-51/14 du budget extraordinaire 2013 et financée par un
        emprunt.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 234 (naar analogie) en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - in het bijzonder artikel 26 §1 1° a-betreffende de
overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering , de informatie en de
rechtsmidddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken
, leveringen en diensten ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten
klassieke sectoren ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de beslissing van 9 juli 2013 van het College van Burgemeester en
Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden goedkeurt voor de opdracht
met als voorwerp «Levering, plaatsing en indienststelling van vaste
snelheidsinformatieborden op zonnenergie» zoals beschreven in het bestek
SCHA/EQUIP/2013/021;
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door een lening ;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de
buitengewone begroting van 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE :
     1. De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 9 juli
         2013 om een opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure zonder
         bekendmaking, met als voorwerp « Levering, plaatsing en indienststelling
         van vaste snelheidsinformatieborden op zonnenergie» zoals beschreven in
         het bestek SCHA/EQUIP/2013/021.
     2. De uitgave, geschat op 15.000 € BTW inbegrepen, zal geboekt worden op
         artikel 421/744-EQ-51/14 van de buitengewone begroting 2013 en
         gefinancierd worden door een lening.

SP 37.- Infrastructure - Techniques Spéciales - Acquisition de fournitures
  pour extension du central téléphonique du CTR - Mode de passation et
  conditions du marché - Pour information. -=- Infrastructuur - Speciale
  technieken - Aankoop van leveringen voor extensie van de CTR
  telefonische centraal - Gunningswijze en vastlegging van de
  voorwaarden van de opdracht - Ter Informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 (par analogie) et 236 de la nouvelle loi communale ;


                                          42
Vu la loi du 15 juin 2006 - notamment en son article 26 §1 1° a - relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu la loi du 17 juin 2013 relative à la motivation , à l'information et aux voies de
recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de
fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu la décision du 27 août 2013 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant
le mode de passation et les conditions d’un marché ayant pour objet
«Infrastructure - Techniques Spéciales : Acquisition de fournitures pour extension
du central téléphonique du CTR» attribué à la firme Siemens Entreprise
Communications SA ;
Considérant que la dépense sera financée par un emprunt ;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget
extraordinaire pour 2013 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins;
PREND POUR INFORMATION :
     1. La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 27 août 2013 de
         passer un marché par procédure négociée sans publicité, ayant pour objet
         «Infrastructure - Techniques Spéciales : Acquisition de fournitures pour
         extension du central téléphonique du CTR» et attribué à Siemens
         Entreprise Communications SA.
     2. La dépense, estimée à 8.213,78€ TVA comprise, sera imputée à l’article
         104/744-EQ-51/14 du budget extraordinaire 2013 et financée par un
         emprunt.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 234 (naar analogie) en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - in het bijzonder artikel 26 §1 1° a-betreffende de
overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering , de informatie en de
rechtsmidddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken
, leveringen en diensten ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten
klassieke sectoren ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de beslissing van 27 augustus 2013 van het College van Burgemeester en
Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden goedkeurt voor de opdracht
met als voorwerp «Infrastructuur - Speciale technieken: Aankoop van leveringen
voor extensie van de CTR telefonische centraal» en gegund aan de firma Siemens
Entreprise Communications NV;
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door een lening ;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de
buitengewone begroting van 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE :
     1. De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 27
         augustus 2013 om een opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure
         zonder bekendmaking, met als voorwerp « Infrastructuur - Speciale
         technieken: Aankoop van leveringen voor extensie van de CTR telefonische
         centraal» en gegund aan de firma Siemens Entreprise Communications NV.
     2. De uitgave, geschat op 8.213,78 € BTW inbegrepen, zal geboekt worden op
         artikel 104/744-EQ-51/14 van de buitengewone begroting 2013 en
         gefinancierd worden door een lening.

SP 38.- Infrastructures - Techniques Spéciales - Acquisition d'un mesureur
  de combustion - Mode de passation et fixation des conditions du
  marché - Pour Information -=- Infrastructuur - Speciale Technieken -
  Aankoop van een verbrandingsmeetapparaat - Gunningswijze en


                                          43
   vastlegging van de voorwaarden van de opdracht - Ter Informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 24 décembre 1993 - notamment son article 17 § 2, 1 a) - relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de
fournitures et de services et aux concessions de travaux publics ;
Vu l'arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d’exécution
des marchés publics et des concessions de travaux publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu l'ordonnance du 17 juillet 2003 de la Région de Bruxelles-Capitale modifiant la
nouvelle loi communale, en particulier son article 234 : Désormais le Collège est
compétent pour approuver le mode de passation et fixer les conditions des
marchés traités par procédure négociée en application de l'article 17 § 2, 1 a) de la
loi du 24 décembre 1993 précitée (marchés inférieurs à 67.000 € HTVA) lorsque la
dépense doit être imputée au budget extraordinaire. Dans ce cas le Conseil
communal doit être informé de cette décision lors de sa prochaine séance;
Vu la décision du 25 juin 2013 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant
le mode de passation et les conditions d’un marché ayant pour objet «
INFRASTRUCTURE - TECHNIQUES SPECIALES: Acquisition d'un mesureur de
combustion" par procédure négociée sans publicité constatée sur simple facture
acceptée auprès de la société TESTO NV.
Considérant que la dépense sera financée par emprunts;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget
extraordinaire pour 2013;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ;
PREND POUR INFORMATION :
     1. La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 25 juin 2013 de
         passer un marché ayant pour objet «INFRASTRUCTURE - TECHNIQUES
         SPECIALES: Acquisition d'un mesureur de combustion» par procédure
         négociée sans publicité sur simple facture acceptée avec la firme TESTO
         NV.
     2. La dépense, estimée à 3358,96 ,- € 21% TVA comprise, sera imputée à
         l’article 104/744-EQ-51/14, du budget extraordinaire 2013 et sera financée
         par emprunts .

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 24 december 1993 - in het bijzonder op artikel 17§2,1a) -
betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van
werken, leveringen en diensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 betreffende de
overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en de
concessies voor openbare werken;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de
algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor
openbare werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
die de gemeentewet wijzigt, in het bijzondere artikel 234 : vanaf nu is het College
bevoegd om de gunningswijze en de voorwaarden vast te stellen voor opdrachten
bij onderhandelingsprocedure in toepassing van artikel 17 § 2, 1 a) van de
voornoemde wet van 24 december 1993 (opdrachten lager dan 67.000 € ZBTW)
wanneer de uitgave moet geboekt worden op de buitengewone begroting. In dit
geval moet de gemeenteraad op de hoogte worden gesteld van deze beslissing in
zijn volgende zitting;
Gelet op de beslissing van 25 juni 2013 van het College van Burgemeester en
Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden goedkeurt voor de opdracht
met als voorwerp " Infrastructuur - Speciale Technieken - Aankoop van een
verbrandingsmeetapparaat" via onderhandelingsprocedure zonder publiciteit op


                                          44
grond van een aanvaarde factuur bij de firma TESTO NV.
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door leningen;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de
buitengewone begroting van 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE :
    1. De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 25 juni
       2013 om een opdracht te gunnen met als voorwerp «Infrastructuur -
       Speciale Technieken - Aankoop van een verbrandingsmeetapparaat» via
       onderhandelingsprocedure zonder publiciteit op grond van een aanvaarde
       factuur aan de firma TESTO NV.
    2. De uitgave, geschat op 3358,96€ ,-€ 21% BTW inbegrepen zal geboekt
       worden op het artikel 104/744-EQ-51/14 van de buitengewone begroting
       2013 en gefinancierd worden door leningen.

SP 39.- Infrastructure-Bâtiment - Achat de plaques de serrures de style
  art nouveau pour l'école 11/13 - Mode de passation et conditions du
  marché - Pour information. -=- Infrastructuur - Gebouw - Aankoop van
  slot platten van style "Art Nouveau" voor scholen 11 & 13 -
  Gunningswijze en vastlegging van de voorwaarden van de opdracht -
  Ter Informatie.


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 24 décembre 1993 - notamment son article 17 § 2, 1 a) - relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de
fournitures et de services et aux concessions de travaux publics ;
Vu l'arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d’exécution
des marchés publics et des concessions de travaux publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu l'ordonnance du 17 juillet 2003 de la Région de Bruxelles-Capitale modifiant la
nouvelle loi communale, en particulier son article 234 : Désormais le Collège est
compétent pour approuver le mode de passation et fixer les conditions des
marchés traités par procédure négociée en application de l'article 17 § 2, 1 a) de la
loi du 24 décembre 1993 précitée (marchés inférieurs à 67.000 € HTVA) lorsque la
dépense doit être imputée au budget extraordinaire. Dans ce cas le Conseil
communal doit être informé de cette décision lors de sa prochaine séance;
Vu la décision du 16 juillet 2013 du Collège des Bourgmestre et Echevins
approuvant le mode de passation et les conditions d’un marché ayant pour objet
«Infrastructure-Bâtiment: Achat de plaques de serrures de style art nouveau pour
l'école 11/13» par procédure négociée sans publicité constatée sur simple facture
acceptée auprès de la société SPLENDEUR DU FER SPRL.
Considérant que la dépense sera financée par emprunts;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget
extraordinaire pour 2013;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ;
PREND POUR INFORMATION:
     1. La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 16 juli 2013 de
         passer un marché ayant pour objet «Infrastructure-Bâtiment: Achat de
         plaques de serrures de style art nouveau pour l'école 11/13» par procédure
         négociée sans publicité sur simple facture acceptée.
     2. La dépense, estimée à 4.447,00- € 21% TVA comprise, sera imputée à
         l’article 722/744-EQ-51/14 du budget extraordinaire 2013 et sera financée
         par emprunts .

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 24 december 1993 - in het bijzonder op artikel 17§2,1a) -
betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van
werken, leveringen en diensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 betreffende de


                                          45
overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en de
concessies voor openbare werken;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de
algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor
openbare werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
die de gemeentewet wijzigt, in het bijzondere artikel 234 : vanaf nu is het College
bevoegd om de gunningswijze en de voorwaarden vast te stellen voor opdrachten
bij onderhandelingsprocedure in toepassing van artikel 17 § 2, 1 a) van de
voornoemde wet van 24 december 1993 (opdrachten lager dan 67.000 € ZBTW)
wanneer de uitgave moet geboekt worden op de buitengewone begroting. In dit
geval moet de gemeenteraad op de hoogte worden gesteld van deze beslissing in
zijn volgende zitting;
Gelet op de beslissing van 16 juli 2013 van het College van Burgemeester en
Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden goedkeurt voor de opdracht
met als voorwerp "Infrastructuur - Gebouw: Aankoop van slot platten van style "Art
Nouveau" voor scholen 11 & 13" via onderhandelingsprocedure zonder publiciteit
op grond van een aanvaarde factuur bij de firma SPLENDEUR DU FER bvba.
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door leningen;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de
buitengewone begroting van 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE :
     1. De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 16 juli
         2013 om een opdracht te gunnen met als voorwerp « Infrastructuur -
         Gebouw: Aankoop van slot platten van style "Art Nouveau" voor scholen 11
         & 13» via onderhandelingsprocedure zonder publiciteit op grond van een
         aanvaarde factuur .
     2. De uitgave, geschat op 4.447,00-€ 21% BTW inbegrepen zal geboekt
         worden op het artikel 722/744-EQ-51/14 van de buitengewone begroting
         2013 en gefinancierd worden door leningen.

SP 40.- Infrastructure-Bâtiment - Rénovation de l'intérieur du bâtiment
  Rue Van Dyck 47 - Mode de passation et fixation des conditions du
  marché - Pour information. -=- Infrastructuur-Gebouw - Renovatie
  binnenbouw Van Dijck Straat 47 - Gunningswijze en vastlegging van de
  voorwaarden van de opdracht - Ter Informatie.


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 24 décembre 1993 - notamment son article 17 § 2, 1 a) - relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de
fournitures et de services et aux concessions de travaux publics ;
Vu l'arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d’exécution
des marchés publics et des concessions de travaux publics ;
Vu la loi du 15 juin 2006 - notamment en son article 26 §1 1° a - relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu la loi du 17 juin 2013 relative à la motivation , à l'information et aux voies de
recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de
fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu la décision du 16 juillet 2013 du Collège des Bourgmestre et Echevins
approuvant le mode de passation et les conditions d’un marché ayant pour objet
«Infrastructure-Bâtiment : Rénovation de l'intérieur du bâtiment Rue Van Dyck 47»
en partie par procédure négociée sans publicité constatée sur simple facture
acceptée auprès de la société SA Manutan et en partie auprès des adjudicataires
annuels .

                                          46
Considérant que la dépense sera financée par emprunts;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget
extraordinaire pour 2013;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ;
PREND POUR INFORMATION:
    1. La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 16 juillet 2013 de
        passer un marché ayant pour objet « Infrastructure-Bâtiment : Rénovation
        de l'intérieur du bâtiment Rue Van Dyck 47» en partie par procédure
        négociée sans publicité sur simple facture acceptée en partie auprès des
        adjudicataires annuels de la commune .
    2. La dépense, estimée à 5.000,- € 21% TVA comprise, sera imputée à l’article
        761/744-EQ-51/14 , du budget extraordinaire 2013 et sera financée par
        emprunts .

                               DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 24 december 1993 - in het bijzonder op artikel 17§2,1a) -
betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van
werken, leveringen en diensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 betreffende de
overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en de
concessies voor openbare werken;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de
algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor
openbare werken;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - in het bijzonder artikel 26 §1 1° a - betreffende
de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering , de informatie en de
rechtsmidddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken
, leveringen en diensten ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten
klassieke sectoren ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de beslissing van 16 juli 2013 van het College van Burgemeester en
Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden goedkeurt voor de opdracht
met als voorwerp " Infrastructuur-Gebouw : Renovatie binnenbouw Van Dijck Straat
47" enerzijds via onderhandelingsprocedure zonder publiciteit op grond van een
aanvaarde factuur bij de firma Manutan NV en anderzijds bij de jaarlijkse
aannemers.
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door leningen;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de
buitengewone begroting van 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE :
     1. De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 16 juli
         2013 om een opdracht te gunnen met als voorwerp « Infrastructuur-
         Gebouw : Renovatie binnenbouw Van Dijck Straat 47» deels via
         onderhandelingsprocedure zonder publiciteit op grond van een aanvaarde
         factuur deels bij de jaarlijkse aannemers van de gemeente .
     2. De uitgave, geschat op 5.000,-€ 21% BTW inbegrepen zal geboekt worden
         op het artikel 761/744-EQ-51/14 van de buitengewone begroting 2013 en
         gefinancierd worden door leningen.

SP 41.- Achat de matériel d'équipement pour la/les salles(s) de réunion de
  l'hôtel communal - Mode de passation et fixation des conditions de
  marché - Pour information -=- Aankoop van materiaal voor de
  uitrusting van de vergaderza(a)l(en) van het gemeentehuis -
  Gunningswijze en vaststelling van de opdrachtvoorwaarden - Ter
  informatie

      Monsieur Goldstein intervient.
      Monsieur le Bourgmestre répond.




                                          47
DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 15 juin 2006 - notamment en son article 26 §1 1° a - relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu la décision du 2 juillet 2013 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant
le mode de passation et les conditions d’un marché ayant pour objet «ACHAT DE
MATÉRIEL D'ÉQUIPEMENT POUR LA/LES SALLES DE RÉUNION DE L’HÔTEL
COMMUNAL» tel que décrit dans le cahier spécial des charges
SCHA/EQUIP/2013/017 ;
Considérant que la dépense sera financée par un emprunt ;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget
extraordinaire pour 2013 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins;
PREND POUR INFORMATION :
     1. La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 2 juillet 2013 de
         passer un marché par procédure négociée sans publicité, ayant pour objet
         «ACHAT DE MATÉRIEL D'ÉQUIPEMENT POUR LA/LES SALLE(S) DE RÉUNION
         DE L’HÔTEL COMMUNAL» tel que décrit dans le cahier spécial des charges
         SCHA/EQUIP/2013/017.
     2. La dépense, estimée à 12.000 € TVA comprise, sera imputée à l’article
         104/744-EQ-51/14 du budget extraordinaire 2013 et financée par un
         emprunt.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juin 2006 - in het bijzonder artikel 26 §1 1° a-betreffende de
overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 juillet 2011 betreffende de
overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en de
concessies voor openbare werken;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 janvier 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de beslissing van 2 juli 2013 van het College van Burgemeester en
Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden goedkeurt voor de opdracht
met als voorwerp «AANKOOP VAN MATERIAAL VOOR DE UITRUSTING VAN DE
VERGADERZ(A)AL(EN) VAN HET GEMEENTEHUIS» zoals beschreven in het bestek
SCHA/EQUIP/2013/017;
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door een lening ;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de
buitengewone begroting van 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE :
    1. De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 2 juli
        2013 om een opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure zonder
        bekendmaking, met als voorwerp « AANKOOP VAN MATERIAAL VOOR DE
        UITRUSTING VAN DE VERGADERZA(A)L(EN) VAN HET GEMEENTEHUIS» zoals
        beschreven in het bestek SCHA/EQUIP/2013/017.
    2. De uitgave, geschat op 12.000 € BTW inbegrepen, zal geboekt worden op
        artikel 104/744-EQ-51/14 van de buitengewone begroting 2013 en
        gefinancierd worden door een lening.

SP 42.- Service des Sports - Achat de matériel sportif pour les différents
  sites sportifs - Mode de passation et fixation des conditions de
  marchés - Pour information -=- Dienst Sport - Aankoop van


                                          48
   sportmateriaal voor de verschillende sportsites - Gunningswijse en
   vastelling van de opdrachtvoorwaarden - Ter informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 15 juin 2006 - notamment en son article 26 §1 1° a - relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu la loi du 17 juin 2013 relative à la motivation , à l'information et aux voies de
recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de
fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu la décision du 2 juillet 2013 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant
le mode de passation et les conditions d’un marché ayant pour objet «Service Sport
- Achat de matériel de sport pour les différents sites sportifs » tel que décrit dans le
cahier spécial des charges SCHA/EQUIP/2013/019 ;
Considérant que la dépense sera financée par un emprunt ;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget
extraordinaire pour 2013 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins;
PREND POUR INFORMATION :
     1. La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 2 juillet 2013 de
         passer un marché par procédure négociée sans publicité, ayant pour objet
         «Service Sport - Achat de matériel sportif pour les différents sites sportifs»
         tel que décrit dans le cahier spécial des charges SCHA/EQUIP/2013/019.
     2. La dépense, estimée à 11.900 € TVA comprise, sera imputée à l’article
         764/744-EQ-51/14 du budget extraordinaire 2013 et financée par un
         emprunt.

                                 DE GEMEENTERAAD
                      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - in het bijzonder artikel 26 §1 1° a-betreffende de
overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering , de informatie en de
rechtsmidddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken
, leveringen en diensten ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten
klassieke sectoren ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de beslissing van 2 juli 2013 van het College van Burgemeester en
Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden goedkeurt voor de opdracht
met als voorwerp «Dienst Sport - Aankoop van sportmateriaal voor de verschillende
sportsites» zoals beschreven in het bestek SCHA/EQUIP/2013/019;
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door een lening ;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de
buitengewone begroting van 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE :
     1. De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 2 juli
         2013 om een opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure zonder
         bekendmaking, met als voorwerp « Dienst Sport - Aankoop van
         sportmateriaal voor de verschillende sportsites» zoals beschreven in het
         bestek SCHA/EQUIP/2013/019.
     2. De uitgave, geschat op 11.900 € BTW inbegrepen, zal geboekt worden op


                                            49
        artikel 764/744-EQ-51/14 van de buitengewone begroting 2013 en
        gefinancierd worden door een lening.

SP 43.- Service des Sports - Stade du Crossing - Salle omnisports - Achat
  de matériel de construction et de parachèvement pour l'installation de
  la buvette - Mode de passation et conditions du marché - Pour
  information. -=- Dienst Sport - Stadium Crossing - Zaal omnisport -
  Aankoop van bouw- en afwerkingsmaterialen voor de inrichting van de
  kantine - Gunningswijze en vastlegging van de voorwaarden van de
  opdracht - Ter Informatie.


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 24 décembre 1993 - notamment son article 17 § 2, 1 a) - relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de
fournitures et de services et aux concessions de travaux publics ;
Vu l'arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d’exécution
des marchés publics et des concessions de travaux publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu l'ordonnance du 17 juillet 2003 de la Région de Bruxelles-Capitale modifiant la
nouvelle loi communale, en particulier son article 234 : Désormais le Collège est
compétent pour approuver le mode de passation et fixer les conditions des
marchés traités par procédure négociée en application de l'article 17 § 2, 1 a) de la
loi du 24 décembre 1993 précitée (marchés inférieurs à 67.000 € HTVA) lorsque la
dépense doit être imputée au budget extraordinaire. Dans ce cas le Conseil
communal doit être informé de cette décision lors de sa prochaine séance;
Vu la décision du 2 juillet 2013 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant
le mode de passation et les conditions d’un marché ayant pour objet « Service des
Sports - Stade du Crossing - Salle omnisports - Achat de matériel de construction et
de parachèvement pour l'installation de la buvette.» en partie par procédure
négociée sans publicité constatée sur simple facture acceptée auprès de la société
sprl Rollvolet et en partie auprès des adjudicataires annuels .
Considérant que la dépense sera financée par emprunts;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget
extraordinaire pour 2013;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ;
PREND POUR INFORMATION:
     1. La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 2 juli 2013 de
         passer un marché ayant pour objet « Service des Sports - Stade du
         Crossing - Salle omnisports - Achat de matériel de construction et de
         parachèvement pour l'installation de la buvette.» en partie par procédure
         négociée sans publicité sur simple facture acceptée en partie auprès des
         adjudicataires annuels de la commune .
     2. La dépense, estimée à 6.000,- € 21% TVA comprise, sera imputée à l’article
         764/744-EQ-51/14 , du budget extraordinaire 2013 et sera financée par
         emprunts .

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 24 december 1993 - in het bijzonder op artikel 17§2,1a) -
betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van
werken, leveringen en diensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 betreffende de
overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en de
concessies voor openbare werken;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de
algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor
openbare werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest


                                          50
die de gemeentewet wijzigt, in het bijzondere artikel 234 : vanaf nu is het College
bevoegd om de gunningswijze en de voorwaarden vast te stellen voor opdrachten
bij onderhandelingsprocedure in toepassing van artikel 17 § 2, 1 a) van de
voornoemde wet van 24 december 1993 (opdrachten lager dan 67.000 € ZBTW)
wanneer de uitgave moet geboekt worden op de buitengewone begroting. In dit
geval moet de gemeenteraad op de hoogte worden gesteld van deze beslissing in
zijn volgende zitting;
Gelet op de beslissing van 2 juli 2013 van het College van Burgemeester en
Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden goedkeurt voor de opdracht
met als voorwerp " Dienst Sport - Stadium Crossing - Zaal omnisport - Aankoop van
bouw- en afwerkingsmaterialen voor de inrichting van de kantine" enerzijds via
onderhandelingsprocedure zonder publiciteit op grond van een aanvaarde factuur
bij de firma Rollvolet bvba en anderzijds bij de jaarlijkse aannemers.
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door leningen;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de
buitengewone begroting van 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE :
     1. De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 2 juli
          2013 om een opdracht te gunnen met als voorwerp « Dienst Sport -
          Stadium Crossing - Zaal omnisport - Aankoop van bouw- en
          afwerkingsmaterialen voor de inrichting van de kantine» deels via
          onderhandelingsprocedure zonder publiciteit op grond van een aanvaarde
          factuur deels bij de jaarlijkse aannemers van de gemeente .
     2. De uitgave, geschat op 6.000,-€ 21% BTW inbegrepen zal geboekt worden
          op het artikel 764/744-EQ-51/14 van de buitengewone begroting 2013 en
          gefinancierd worden door leningen.

SP 44.- PPU - Achat de mobilier et de matériel d'équipement pour le
  service Gardiens de la Paix et la Cellle Coordination - Mode de
  passation et fixation des conditions de marché - Pour information -=-
  PSP - Aankoop van meubilair et uitrustingsmateriaal voor de dienst
  Gemeenschapswachten en de Coördinatiecel - Gunningswijze en
  vaststelling van de opdrachtvoorwaarden - Ter informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 24 décembre 1993 - notamment son article 17 § 2, 1 a) - relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de
fournitures et de services et aux concessions de travaux publics ;
Vu l'arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d’exécution
des marchés publics et des concessions de travaux publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu l'ordonnance du 17 juillet 2003 de la Région de Bruxelles-Capitale modifiant la
nouvelle loi communale, en particulier son article 234 : Désormais le Collège est
compétent pour approuver le mode de passation et fixer les conditions des
marchés traités par procédure négociée en application de l'article 17 § 2, 1 a) de la
loi du 24 décembre 1993 précitée (marchés inférieurs à 67.000 € HTVA) lorsque la
dépense doit être imputée au budget extraordinaire. Dans ce cas le Conseil
communal doit être informé de cette décision lors de sa prochaine séance;
Vu la décision du 16 juillet 2013 du Collège des Bourgmestre et Echevins
approuvant le mode de passation et les conditions d’un marché ayant pour objet
«PPU : ACHAT DE MOBILIER ET DE MATÉRIEL D’EQUIPEMENT POUR LE SERVICE
GARDIENS DE LA PAIX ET LA CELLULE COORDINATION» tel que décrit dans le cahier
spécial des charges SCHA/EQUIP/2013/024;
Considérant que la dépense sera financée par subsides ;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget
extraordinaire pour 2013 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ;
PREND POUR INFORMATION :
La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 16 juillet 2013 de passer un
marché par procédure négociée sans publicité, ayant pour objet «PPU : ACHAT DE
MOBILIER ET DE MATÉRIEL D’EQUIPEMENT POUR LE SERVICE GARDIENS DE LA PAIX

                                          51
ET LA CELLULE COORDINATION» tel que décrit dans le cahier spécial des charges
SCHA/EQUIP/2013/024. La dépense, estimée à 18.841,00 €, 21% TVA comprise,
sera imputée aux articles 300/741-DS-51/21 & 300/744-DS-51/21 du budget
extraordinaire 2013 et financée par subsides.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 24 december 1993 - in het bijzonder op artikel 17§2,1a) -
betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van
werken, leveringen en diensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 betreffende de
overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en de
concessies voor openbare werken;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de
algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor
openbare werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
die de gemeentewet wijzigt, in het bijzondere artikel 234 : vanaf nu is het College
bevoegd om de gunningswijze en de voorwaarden vast te stellen voor opdrachten
bij onderhandelingsprocedure in toepassing van artikel 17 § 2, 1 a) van de
voornoemde wet van 24 december 1993 (opdrachten lager dan 67.000 € ZBTW)
wanneer de uitgave moet geboekt worden op de buitengewone begroting. In dit
geval moet de gemeenteraad op de hoogte worden gesteld van deze beslissing in
zijn volgende zitting;
Gelet op de beslissing van 16 juli 2013 van het College van Burgemeester en
Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden goedkeurt voor de opdracht
met als voorwerp «PSP: AANKOOP VAN MEUBILAIR EN UITRUSTINGMATERIEEL VOOR
DE DIENST GEMEENSCHAPSWACHTEN EN DE COÖRDINATIECEL» zoals beschreven
in het bestek SCHA/EQUIP/2013/024;
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door subsidies;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de
buitengewone begroting van 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE :
De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 16 juli 2013 om
een opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, met
als voorwerp «PSP: AANKOOP VAN MEUBILAIR EN UITRUSTINGMATERIEEL VOOR DE
DIENST GEMEENSCHAPSWACHTEN EN DE COÖRDINATIECEL» zoals beschreven in
het bestek SCHA/EQUIP/2013/024. De uitgave, geschat op 18.841,00 € incl. 21%
BTW, zal geboekt worden op de artikels 300/741-DS-51/21 & 300/744-DS-51/21 van
de buitengewone begroting 2013 en gefinancierd worden door subsidies.

SP 45.- Services Spécifiques - Achat de mobilier pour les bibliothèques
  communales - Mode de passation et fixation des conditions du marché -
  Pour Information. -=- Specifieke Diensten - Aankoop van meubilair voor
  de gemeentelijke bibliotheken - Gunningswijze en vastlegging van de
  voorwaarden van de opdracht - Ter Informatie.

      Monsieur Goldstein intervient



DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 (par analogie) et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 15 juin 2006 -notamment en son article 26 §1 1° a -relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu la loi du 17 juin 2013 relative à la motivation , à l'information et aux voies de
recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de
fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics ;

                                          52
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu la décision du 16 juillet 2013 du Collège des Bourgmestre et Echevins
approuvant le mode de passation et les conditions d’un marché ayant pour objet
«Services Spécifiques - Achat de mobilier pour les bibliothèques communales.» tel
que décrit dans le cahier des charges SCHA/EQUIP/2013/020 ;
Considérant que la dépense sera financée a rato de 6.000,-€ par un emprunt et a
rato de 25.000,-€ par subsides
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget
extraordinaire pour 2013 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ;
PREND POUR INFORMATION :
    1. La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 16 juillet 2013 de
        passer un marché par procédure négociée sans publicité, ayant pour objet
        « Services Spécifiques - Achat de mobilier pour les bibliothèques
        communales. » tel que décrit dans le cahier des charges
        SCHA/EQUIP/2013/020 .
    2. La dépense, estimée à 31.000 € TVA comprise, sera imputée a ratio de
        6.000,-€ à l’article 767/741-EQ-51/14 du budget extraordinaire 2013 et
        financée par un emprunt et a rato de 25.000,-€ à l'article 767/741-EQ-
        98/14 du budget extraordinaire 2013 et financée par subsides .

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 234 (naar analogie) en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - in het bijzonder artikel 26 §1 1° a - betreffende
de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering , de informatie en de
rechtsmidddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken
, leveringen en diensten ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten
klassieke sectoren ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de beslissing van 16 juli 2013 van het College van Burgemeester en
Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden goedkeurt voor de opdracht
met als voorwerp «Specifieke diensten - Aankoop van meubilair voor de
gemeentelijke bibliotheken.» zoals beschreven in het bestek
SCHA/EQUIP/2013/020;
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden a rato van 6.000,-€ door een
lening en a rato van 25.000,-€ met toelagen
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de
buitengewone begroting van 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE :
     1. De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 16 juli
         2013 om een opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure zonder
         bekendmaking, met als voorwerp «Specifieke diensten - Aankoop van
         meubilair voor de gemeentelijke bibliotheken. » zoals beschreven in het
         bestek SCHA/EQUIP/2013/020 .
     2. De uitgave, geschat op 31.000 € BTW inbegrepen, zal geboekt worden a
         rato van 6.000,-€ op artikel 767/741-EQ-51/14 van de buitengewone
         begroting 2013 en gefinancierd worden door een lening en a rato van
         25.000,-€ op artikel 767/741-EQ-98/14 van de buitengewone begroting
         2013 en gefinancierd worden door toelagen.

SP 46.- Accueil-Expédiction - Acquisition d'une armoire à clefs avec
  enregistrement électrique - Mode de passation et fixation des
  conditions du marché - Pour Information -=- Onthaal-Verzending -
  Aankoop van een sleutelkast met elektronische regsitratie - Wijze van
  gunnen en vaststelling van de opdrachtvoorwaarden - Ter informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.



                                          53
                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 (par analogie) et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 15 juin 2006 - notamment en son article 26 §1 1° a - relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu la loi du 17 juin 2013 relative à la motivation , à l'information et aux voies de
recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de
fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu la décision du 9 juillet 2013 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant
le mode de passation et les conditions d’un marché ayant pour objet «ACQUISITION
D’UNE ARMOIRE À CLEFS AVEC ENREGISTREMENT ÉLECTRONIQUE» tel que décrit
dans le cahier spécial des charges SCHA/EQUIP/2013/023 ;
Considérant que la dépense sera financée par un emprunt ;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget
extraordinaire pour 2013 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins;
PREND POUR INFORMATION :
     1. La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 16 juillet 2013 de
         passer un marché par procédure négociée sans publicité, ayant pour objet
         «ACQUISITION D’UNE ARMOIRE À CLEFS AVEC ENREGISTREMENT
         ÉLECTRONIQUE» tel que décrit dans le cahier spécial des charges
         SCHA/EQUIP/2013/023.
     2. La dépense, estimée à 12.700 € TVA comprise, sera imputée à l’article
         132/744-EQ-51/14 du budget extraordinaire 2013 et financée par un
         emprunt.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 234 (naar analogie) en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - in het bijzonder artikel 26 §1 1° a-betreffende de
overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering , de informatie en de
rechtsmidddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken
, leveringen en diensten ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten
klassieke sectoren ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de beslissing van 9 juli 2013 van het College van Burgemeester en
Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden goedkeurt voor de opdracht
met als voorwerp «AANKOOP VAN EEN SLEUTELKAST MET ELEKTRONISCHE
REGISTRATIE» zoals beschreven in het bestek SCHA/EQUIP/2013/023;
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door een lening ;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de
buitengewone begroting van 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE :
     1. De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 16 juli
         2013 om een opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure zonder
         bekendmaking, met als voorwerp « AANKOOP VAN EEN SLEUTELKAST MET
         ELEKTRONISCHE REGISTRATIE» zoals beschreven in het bestek
         SCHA/EQUIP/2013/023.
     2. De uitgave, geschat op 12.700 € BTW inbegrepen, zal geboekt worden op
         artikel 132/744-EQ-51/14 van de buitengewone begroting 2013 en
         gefinancierd worden door een lening.

SP 47.- Workflow de gestion des procédures décisionnelles - Upgrade vers
  HUBSESSIONS 3 et implémentation d'un workflow départemental à
  l'Enseignement communal - Mode de passation et fixation des


                                          54
   conditions du marché - Pour information -=- Workflow voor het beheer
   van de besluitsvormingsprocedures - Upgrade naar HUBSESSIONS 3 en
   inwerkstelling van een workflow in het Departement Gemeentelijk
   Onderwijs - Vastlegging van de gunningswijze en de voorwaarden van
   de opdracht - Ter informatie

      Monsieur le Bourgmestre intervient


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 15 juin 2006 notamment en son article 26 §1 1° a relative aux marchés
publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu la loi du 17 juin 2013 relative à la motivation , à l'information et aux voies de
recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de
fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu la décision du 28 décembre 2010 du Collège des Bourgmestre et Echevins
d'attribuer le marché "Workflow des Procédures décisionnnelles de l'Administration"
(Appel d'offres général avec publicité européenne - cahier spécial des charges
SCHA/EQUIP/2010/029) à la firme GEEZTEEM;
Considérant qu'aucune mise en concrrence n'est possible pour le présent marché;
Vu la décision du 30 juillet 2013 du Collège des Bourgmestre et Echevins
approuvant le mode de passation et les conditions d’un marché ayant pour objet
"upgrade vers HUBSESSIONS 3 et l'implémentation d'un workflow départemental
pour l'Enseignement communal" sur base de l'offre du 19 juillet 2013 de la société
GEEZTEEM ;
Considérant que la dépense sera financée par un emprunt ;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget
extraordinaire pour 2013 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ;
PREND POUR INFORMATION :
     1. La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 30 juillet 2013 de
         passer un marché par procédure négociée sans publicité, ayant pour objet
         "upgrade vers HUBSESSIONS 3 et l'implémentation d'un workflow
         départemental pour l'Enseignement communal" sur base de l'offre du 19
         juillet 2013 de la société GEEZTEEM.
     2. La dépense, estimée à 18.000 € TVA comprise, sera imputée à l’article
         139/742-EQ-53/14 du budget extraordinaire 2013 et financée par un
         emprunt.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - in het bijzonder artikel 26 §1 1° a - betreffende
de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering , de informatie en de
rechtsmidddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken
, leveringen en diensten ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten
klassieke sectoren ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de beslissing van 28 december 2010 van het College van Burgemeester
en Schepenen die de opdracht "Workflow voor het beheer van de
besluitsvormingsprocedures van het Bestuur" (Algemeene offerteaanvraag met


                                           55
europese publicatie - bestek SCHA/EQUIP/2010/029) aan de firma GEEZTEEM heeft
toegekend
Overwegende dat geen oproep tot mededinging mogelijk is voor deze opdracht ;
Gelet op de beslissing van 30 juli 2013 van het College van Burgemeester en
Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden goedkeurt voor de opdracht
met als voorwerp " upgrade naar HUBSESSIONS 3 en de inwerkstelling van een
workflow in het Departement Gemeentelijk Onderwijs", op basis van de offerte van
19 juli 2013 van de firma GEEZTEEM;
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door een lening ;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de
buitengewone begroting van 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE :
    1. De de beslissing van 30 juli 2013 van het College van Burgemeester en
         Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden goedkeurt voor de
         opdracht met als voorwerp "upgrade naar HUBSESSIONS 3 en de
         inwerkstelling van een workflow in het Departement Gemeentelijk
         Onderwijs", op basis van de offerte van 19 juli 2013 van de firma
         GEEZTEEM.
    2. De uitgave, geschat op 18.000 € BTW inbegrepen, zal geboekt worden op
         de artikel 139/742-EQ-53/14 van de buitengewone begroting 2013 en
         gefinancierd worden door een lening.

SP 48.- Acquisition de modules complémentaires et de la maintenance
  pour le logiciel PHENIX pour le service budget et pour le service
  recette & acquisition d'un module complémentaire et de la
  maintenance pour le logiciel SAPHIR pour le service urbanisme et pour
  le service population - Mode de passation et fixation des conditions du
  marché - Pour Information -=- Aankoop van bijkomende modules en
  onderhoud voor de software PHENIX voor de dienst budget en voor de
  dienst ontvangerij &
  aankoop van een bijkomende module en onderhoud voor de software
  SAPHIR voor de dienst stedenbouw en voor de dienst bevolking -
  Gunningswijze en vastlegging van de opdrachtvoorwaarden - Ter
  Informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 15 juin 2006 notamment en son article 26 §1 1° a relative aux marchés
publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu la loi du 17 juin 2013 relative à la motivation , à l'information et aux voies de
recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de
fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale ;
Considérant qu'aucune mise en concrrence n'est possible pour le présent marché;
Vu la décision du 30 juillet 2013 du Collège des Bourgmestre et Echevins
approuvant le mode de passation et les conditions d’un marché ayant pour objet «
Acquisition de modules complémentaires et de la maintenance pour le logiciel
PHENIX pour le service budget et pour le service recette & acquisition d'un module
complémentaire et de la maintenance pour le logiciel SAPHIR pour le service
urbanisme et pour le service population.» et attribué à la SA Adehis ;
Considérant que la dépense sera financée par un emprunt ;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget
extraordinaire pour 2013 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ;
PREND POUR INFORMATION :
     1. La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 30 juillet 2013 de
         passer un marché par procédure négociée sans publicité, ayant pour objet
         « Acquisition de modules complémentaires et de la maintenance pour le
         logiciel PHENIX pour le service budget et pour le service recette &

                                          56
         acquisition d'un module complémentaire et de la maintenance pour le
         logiciel SAPHIR pour le service urbanisme et pour le service population »
         auprès de la SA Adehis .
    2.   La dépense pour l'achat des modules , estimée à 12.527 ,72 € TVA
         comprise, sera imputée à l’article 139/742-DS-53/26 du budget
         extraordinaire 2013 et financée par un emprunt.

                                 DE GEMEENTERAAD
                      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - in het bijzonder artikel 26 §1 1° a - betreffende
de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering , de informatie en de
rechtsmidddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken
, leveringen en diensten ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten
klassieke sectoren ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Overwegende dat geen oproep tot mededinging mogelijk is voor deze opdracht;
Gelet op de beslissing van 30 juli 2013 van het College van Burgemeester en
Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden goedkeurt voor de opdracht
met als voorwerp «Aankoop van bijkomende modules en onderhoud voor de
software PHENIX voor de dienst budget en voor de dienst ontvangerij & aankoop
van een bijkomende module en van onderhoud voor de software SAPHIR voor de
dienst stedenbouw en voor de dienst bevolking.» en gegund aan de nv Adehis ;
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door een lening ;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de
buitengewone begroting van 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE :
     1. De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 30 juli
         2013 om een opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure zonder
         bekendmaking, met als voorwerp « Aankoop van bijkomende modules en
         onderhoud voor de software PHENIX voor de dienst budget en voor de
         dienst ontvangerij & aankoop van een bijkomende module en onderhoud
         voor de software SAPHIR voor de dienst stedenbouw en voor de dienst
         bevolking» aan de NV Adehis .
     2. De uitgave voor de aankoop van de software, geschat op 12.527,72 € BTW
         inbegrepen, zal geboekt worden op de artikel 139/742-DS-53/26 van de
         buitengewone begroting 2013 en gefinancierd worden door een lening.

SP 49.- Acquisition de 2 modules complémentaires (facturier simple et
  mise à jour automatique) avec maintenance pour le logiciel ONYX
  (logiciel de gestion des taxes et redevances) pour les services Recette
  & Taxes - Mode de passation et fixation des conditions du marché -
  Pour Information -=- Aankoop van 2 bijkomend modules (factuurboek
  et automatische update) en onderhoud voor de software ONYX voor de
  diensten Ontvangerij & Belastingen - Gunningswijze en vastlegging van
  de opdrachtvoorwaarden - Ter Informatie.


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 15 juin 2006 notamment en son article 26 §1 1° a relative aux marchés
publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu la loi du 17 juin 2013 relative à la motivation , à l'information et aux voies de
recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de
fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques;


                                           57
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale ;
Considérant qu'aucune mise en concrrence n'est possible pour le présent marché;
Vu la décision du 20 août 2013 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant
le mode de passation et les conditions d’un marché ayant pour objet « Acquisition
de 2 modules complémentaires (facturier simple et mise à jour automatique) avec
maintenance pour le logiciel ONYX (logiciel de gestion des taxes et redevances)
pour les services Recette et Taxes» et attribué à la SA Adehis ;
Considérant que la dépense sera financée par un emprunt ;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget
extraordinaire pour 2013 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ;
PREND POUR INFORMATION :
     1. La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 20 août 2013 de
         passer un marché par procédure négociée sans publicité, ayant pour objet
         « Acquisition de 2 modules complémentaires (facturier simple et mise à
         jour automatique) avec maintenance pour le logiciel ONYX (logiciel de
         gestion des taxes et redevances) pour les services Recettes & Taxes»
         auprès de la SA Adehis .
     2. La dépense pour l'achat des modules , estimée à 7.137 ,53 € TVA comprise,
         sera imputée à l’article 139/742-DS-53/26 du budget extraordinaire 2013 et
         financée par un emprunt.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - in het bijzonder artikel 26 §1 1° a - betreffende
de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering , de informatie en de
rechtsmidddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken
, leveringen en diensten ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten
klassieke sectoren ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Overwegende dat geen oproep tot mededinging mogelijk is voor deze opdracht;
Gelet op de beslissing van 20 augustus 2013 van het College van Burgemeester en
Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden goedkeurt voor de opdracht
met als voorwerp "Aankoop van 2 bijkomend module (factuurboek et automatische
update) en onderhoud voor de software ONYX voor de diensten Ontvangerij &
Belastingen» en gegund aan de nv Adehis ;
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door een lening ;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de
buitengewone begroting van 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE :
     1. De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 20
         augustus 2013 om een opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure
         zonder bekendmaking, met als voorwerp « Aankoop van 2 bijkomend
         module (factuurboek et automatische update) en onderhoud voor de
         software ONYX voor de diensten Ontvangerij & Belastigen» aan de NV
         Adehis.
     2. De uitgave voor de aankoop van de software, geschat op 7.137,53 € BTW
         inbegrepen, zal geboekt worden op de artikel 139/742-DS-53/26 van de
         buitengewone begroting 2013 en gefinancierd worden door een lening.

SP 50.- Schaerbeek Propreté et Espaces Verts - Fourniture de matériel
  horticole et de matériel pour chevaux et ânes - Mode de passation et
  fixation des conditions du marché - Pour Information -=- Schaarbeek
  Netheid en Groene Ruimten - Levering van tuinbouwmateriaal en
  materiaal voor paarden en ezels - Wijze van gunnen en vaststelling van
  de opdrachtvoorwaarden - Ter informatie

      Monsieur Goldstein intervient


                                          58
      Monsieur Köksal répond.


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 (par analogie) et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 15 juin 2006 - notamment en son article 26 §1 1° a - relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu la loi du 17 juin 2013 relative à la motivation , à l'information et aux voies de
recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de
fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu la décision du 20 août 2013 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant
le mode de passation et les conditions d’un marché ayant pour objet «SCHAERBEEK
PROPRETÉ & ESPACES VERTS : FOURNITURE DE MATÉRIEL HORTICOLE ET DE
MATÉRIEL POUR CHEVAUX ET ÂNES » tel que décrit dans le cahier spécial des
charges SCHA/EQUIP/2013/030 ;
Considérant que la dépense sera financée par un emprunt ;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget
extraordinaire pour 2013 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins;
PREND POUR INFORMATION :
     1. La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 20 août 2013 de
         passer un marché par procédure négociée sans publicité, ayant pour objet
         «SCHAERBEEK PROPRETÉ & ESPACES VERTS : FOURNITURE DE MATÉRIEL
         HORTICOLE ET DE MATÉRIEL POUR CHEVAUX ET ÂNES» tel que décrit dans
         le cahier spécial des charges SCHA/EQUIP/2013/030.
     2. La dépense, estimée à 40.000 € TVA comprise, sera imputée aux l’article
         766/743EQ-98/14 & 766/744EQ-51/14 du budget extraordinaire 2013 et
         financée par un emprunt.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 234 (naar analogie) en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - in het bijzonder artikel 26 §1 1° a-betreffende de
overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering , de informatie en de
rechtsmidddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken
, leveringen en diensten ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten
klassieke sectoren ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de beslissing van 20 augustus 2013 van het College van Burgemeester en
Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden goedkeurt voor de opdracht
met als voorwerp «SCHAARBEEK NETHEID & GROENE RUIMTES: LEVERING VAN
TUINBOUWMATERIAAL EN MATERIEEL VOOR PAARDEN EN EZELS» zoals beschreven
in het bestek SCHA/EQUIP/2013/030;
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door een lening ;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de
buitengewone begroting van 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE :
     1. De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 20
         augustus 2013 om een opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure
         zonder bekendmaking, met als voorwerp « SCHAARBEEK NETHEID &
         GROENE RUIMTES: LEVERING VAN TUINBOUWMATERIAAL EN MATERIEEL


                                           59
         VOOR PAARDEN EN EZELS» zoals beschreven in het bestek
         SCHA/EQUIP/2013/030.
    2.   De uitgave, geschat op 40.000 € BTW inbegrepen, zal geboekt worden op
         artikels 766/743EQ-98/14 & 766/744EQ-51/14 van de buitengewone
         begroting 2013 en gefinancierd worden door een lening.

SP 51.- Schaerbeek Propreté & Espaces Verts - Acquisition d'équipements
  ludiques pour plaines de jeux en extérieur - Mode de passation et
  fixation des conditions du marché - Pour Information -=- Schaarbeek
  Netheid & Groene ruimten - Aankoop van ludieke uitrusting voor
  buitenspeeltuinen - Wijze van gunnen en vaststelling van de
  opdrachtvoorwaarden - Ter informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 (par analogie) et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 15 juin 2006 - notamment en son article 26 §1 1° a - relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu la loi du 17 juin 2013 relative à la motivation , à l'information et aux voies de
recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de
fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu la décision du 27 août 2013 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant
le mode de passation et les conditions d’un marché ayant pour objet «SCHAERBEEK
PROPRETÉ & ESPACES VERTS : ACQUISITION D’ÉQUIPEMENTS LUDIQUES POUR
PLAINES DE JEUX EN EXTÉRIEUR» tel que décrit dans le cahier spécial des charges
SCHA/EQUIP/2013/032 ;
Considérant que la dépense sera financée par un emprunt ;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget
extraordinaire pour 2013 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins;
PREND POUR INFORMATION :
     1. La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 27 août 2013 de
         passer un marché par procédure négociée sans publicité, ayant pour objet
         «SCHAERBEEK PROPRETÉ & ESPACES VERTS : ACQUISITION
         D’ÉQUIPEMENTS LUDIQUES POUR PLAINES DE JEUX EN EXTÉRIEUR» tel que
         décrit dans le cahier spécial des charges SCHA/EQUIP/2013/032.
     2. La dépense, estimée à 30.000 € TVA comprise, sera imputée à l’article
         766/744EQ-51/14 du budget extraordinaire 2013 et financée par un
         emprunt.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 234 (naar analogie) en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - in het bijzonder artikel 26 §1 1° a-betreffende de
overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering , de informatie en de
rechtsmidddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken
, leveringen en diensten ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten
klassieke sectoren ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de beslissing van 27 augustus 2013 van het College van Burgemeester en
Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden goedkeurt voor de opdracht
met als voorwerp «SCHAARBEEK NETHEID & GROENE RUIMTES: AANKOOP VAN


                                          60
LUDIEK UITRUSTING VOOR BUITENSPEELTUINEN» zoals beschreven in het bestek
SCHA/EQUIP/2013/032;
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door een lening ;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de
buitengewone begroting van 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE :
    1. De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 27
       augustus 2013 om een opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure
       zonder bekendmaking, met als voorwerp «SCHAARBEEK NETHEID &
       GROENE RUIMTES: AANKOOP VAN LUDIEK UITRUSTING VOOR
       BUITENSPEELTUINEN» zoals beschreven in het bestek
       SCHA/EQUIP/2013/032.
    2. De uitgave, geschat op 30.000 € BTW inbegrepen, zal geboekt worden op
       het artikel 766/744EQ-51/14 van de buitengewone begroting 2013 en
       gefinancierd worden door een lening.

SP 52.- Schaerbeek Propreté & Espaces Verts - Contrat de propreté -
  Acquisition de fournitures techniques - Mode de passation et fixation
  des conditions du marché - Pour Information -=- Schaarbeek Netheid &
  Groene ruimten - Netheidscontract - Aankoop van technische
  leveringen - Wijze van gunnen en vaststelling van de
  opdrachtvoorwaarden - Ter informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 15 juin 2006 - notamment en son article 26 §1 1° a - relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu la loi du 17 juin 2013 relative à la motivation , à l'information et aux voies de
recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de
fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu la décision du 27 août 2013 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant
le mode de passation et les conditions d’un marché ayant pour objet «SCHAERBEEK
PROPRETÉ & ESPACES VERTS : ACQUISITION DE FOURNITURES TECHNIQUES » tel
que décrit dans le cahier spécial des charges SCHA/EQUIP/2013/031 ;
Considérant que la dépense sera financée par subsides ;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget
extraordinaire pour 2013 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins;
PREND POUR INFORMATION :
     1. La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 27 août 2013 de
         passer un marché par procédure négociée sans publicité, ayant pour objet
         «SCHAERBEEK PROPRETÉ & ESPACES VERTS : ACQUISITION DE
         FOURNITURES TECHNIQUES» tel que décrit dans le cahier spécial des
         charges SCHA/EQUIP/2013/031.
     2. La dépense, estimée à 25.000 € TVA comprise, sera imputée aux l’article
         876/744-EQ-51/14 du budget extraordinaire 2013 et financée par susides.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - in het bijzonder artikel 26 §1 1° a-betreffende de
overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering , de informatie en de
rechtsmidddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken
, leveringen en diensten ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten


                                          61
klassieke sectoren ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de beslissing van 27 augustus 2013 van het College van Burgemeester en
Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden goedkeurt voor de opdracht
met als voorwerp «SCHAARBEEK NETHEID & GROENE RUIMTES: AANKOOP VAN
TECHNISCHE LEVERINGEN» zoals beschreven in het bestek SCHA/EQUIP/2013/031;
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door subsidie ;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de
buitengewone begroting van 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE:
    1. De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 27
        augustus 2013 om een opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure
        zonder bekendmaking, met als voorwerp «SCHAARBEEK NETHEID &
        GROENE RUIMTES: AANKOOP VAN TECHNISCHE LEVERINGEN» zoals
        beschreven in het bestek SCHA/EQUIP/2013/031.
    2. De uitgave, geschat op 25.000 € BTW inbegrepen, zal geboekt worden op
        artikel 876/744-EQ-51/14 van de buitengewone begroting 2013 en
        gefinancierd worden door susidie.

SP 53.- Infrastructures - Techniques spéciales - Achat d'un système de
  ventilation pour la crèche Léopold 3 situé dans l'école 16 - Mode de
  passation et conditions du marché - Pour information -=- Infrastructuur
  - Speciale technieken - Aankoop van een ventilatiesysteem voor het
  kinderdagverblijf Léopold 3 van de school 16 - Gunningswijze en
  vastlegging van de voorwaarden van de opdracht - Ter Informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 (par analogie) et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 15 juin 2006 - notamment en son article 26 §1 1° a - relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu la loi du 17 juin 2013 relative à la motivation , à l'information et aux voies de
recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de
fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu la décision du 10 septembre 2013 du Collège des Bourgmestre et Echevins
approuvant le mode de passation et les conditions d’un marché ayant pour objet
«INFRASTRUCTURE – TECHNIQUES SPÉCIALES - Achat d'un système de ventilation
pour la crèche Léopold 3 situé dans l'école 16» attribué à la firme Air Trade Center
SA , étant l'adjudicataire annuel de la commune;
Considérant que la dépense sera financée par un emprunt ;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget
extraordinaire pour 2013 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins;
PREND POUR INFORMATION :
     1. La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 10 septembre 2013
         de passer un marché par procédure négociée sans publicité, ayant pour
         objet «NFRASTRUCTURE – TECHNIQUES SPÉCIALES - Achat d'un système de
         ventilation pour la crèche Léopold 3 situé dans l'école 16» et attribué à Air
         Trade Center SA étant l'adjudicataire annuel de la commune ;
     2. La dépense, estimée à 7.195,60€ TVA comprise, sera imputée à l’article
         844/724-IN-60/51 du budget extraordinaire 2013 et financée par un
         emprunt.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.


                                           62
Gelet op artikelen 117, 234 (naar analogie) en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - in het bijzonder artikel 26 §1 1° a-betreffende de
overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering , de informatie en de
rechtsmidddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken
, leveringen en diensten ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten
klassieke sectoren ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de beslissing van 10 september 2013 van het College van Burgemeester
en Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden goedkeurt voor de
opdracht met als voorwerp «Infrastructuur - Speciale technieken: Aankoop van een
ventilatiesysteem voor het kinderdagverblijf Léopold 3 van de school 16» en
gegund aan de firma Air Trade Center NV zijnde de jaarlijke aannemer van de
gemeente ;
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door een lening ;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de
buitengewone begroting van 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE :
     1. De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 10
         september 2013 om een opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure
         zonder bekendmaking, met als voorwerp « Infrastructuur - Speciale
         technieken: Aankoop van een ventilatiesysteem voor het kinderdagverblijf
         Léopold 3 van de school 16» en gegund aan de firma AIR TRADE CENTER
         NV , zijnde de jaarlijkse aannemer van de gemeente;
     2. De uitgave, geschat op 7.195,60 € BTW inbegrepen, zal geboekt worden op
         artikel 844/724-IN-60/51 van de buitengewone begroting 2013 en
         gefinancierd worden door een lening.

SP 54.- Garage communal - Achat d'équipement - Mode de passation et de
  fixation des conditions du marché – Pour Information. -=-
  Gemeentelijke garage – Aankoop van uitrusting - Wijze van gunnen en
  vaststelling van de opdrachtvoorwaarden – Ter informatie.


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 15 juin 2006 - notamment en son article 26 §1 1° a - relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu la loi du 17 juin 2013 relative à la motivation , à l'information et aux voies de
recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de
fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu la décision du 10 septembre 2013 du Collège des Bourgmestre et Echevins
approuvant le mode de passation et les conditions d’un marché ayant pour objet
«Garage communal – Achat d'équipement » tel que décrit dans le cahier spécial
des charges SCHA/EQUIP/2013/037;
Considérant que la dépense sera financée par un emprunt ;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget
extraordinaire pour 2013 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins;
PREND POUR INFORMATION :
     1. La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 10 septembre 2013
         de passer un marché par procédure négociée sans publicité, ayant pour


                                          63
         objet «Garage communal - Achat d'équipement » tel que décrit dans le
         cahier spécial des charges SCHA/EQUIP/2013/037.
    2.   La dépense, estimée à 15.000 € TVA comprise, sera imputée à l’article
         136/744-EQ-51/14 du budget extraordinaire 2013 et financée par un
         emprunt.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - in het bijzonder artikel 26 §1 1° a-betreffende de
overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering , de informatie en de
rechtsmidddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken
, leveringen en diensten ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten
klassieke sectoren ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de beslissing van 10 september 2013 van het College van Burgemeester
en Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden goedkeurt voor de
opdracht met als voorwerp «Gemeentelijke garage – Aankoop van uitrustingen»
zoals beschreven in het bestek SCHA/EQUIP/2013/037;
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door een lening ;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de
buitengewone begroting van 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE :
     1. De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 10
         september 2013 om een opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure
         zonder bekendmaking, met als voorwerp «Gemeentelijke garage – Aankoop
         van uitrusting» zoals beschreven in het bestek SCHA/EQUIP/2013/037.
     2. De uitgave, geschat op 15.000 € BTW inbegrepen, zal geboekt worden op
         artikel 136/744-EQ-51/14 van de buitengewone begroting 2013 en
         gefinancierd worden door een lening.

SP 55.- Garage communal - Contrat de Propreté - Acquisition d'une
  épandeuse - Mode de passation et fixation des conditions du marché –
  Pour Information. -=- Gemeentelijke garage – Netheidscontract -
  Aankoop van een zoutstrooier - Wijze van gunnen en vaststelling van
  de opdrachtvoorwaarden – Ter informatie.


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 15 juin 2006 - notamment en son article 26 §1 1° a - relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu la loi du 17 juin 2013 relative à la motivation , à l'information et aux voies de
recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de
fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu la décision du 10 septembre 2013 du Collège des Bourgmestre et Echevins
approuvant le mode de passation et les conditions d’un marché ayant pour objet
«Garage communal - Acquisition d'une épandeuse» tel que décrit dans le cahier
spécial des charges SCHA/EQUIP/2013/038;
Considérant que la dépense sera financée par subsides ;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget


                                          64
extraordinaire pour 2013 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins;
PREND POUR INFORMATION :
    1. La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 10 septembre 2013
        de passer un marché par procédure négociée sans publicité, ayant pour
        objet «Garage communal - Acquisition d'une épandeuse» tel que décrit
        dans le cahier spécial des charges SCHA/EQUIP/2013/038.
    2. La dépense, estimée à 75.000 € TVA comprise, sera imputée à l’article
        875/743-EQ-98/14 du budget extraordinaire 2013 et financée par subsides.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - in het bijzonder artikel 26 §1 1° a-betreffende de
overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering , de informatie en de
rechtsmidddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken
, leveringen en diensten ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten
klassieke sectoren ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de beslissing van 10 september 2013 van het College van Burgemeester
en Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden goedkeurt voor de
opdracht met als voorwerp «Gemeentelijke garage – Aankoop van een
zoutstrooier» zoals beschreven in het bestek SCHA/EQUIP/2013/038;
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door susidies ;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de
buitengewone begroting van 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE:
     1. De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 10
         septembre 2013 om een opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure
         zonder bekendmaking, met als voorwerp «Gemeentelijke garage – Aankoop
         van een zoutstrooier» zoals beschreven in het bestek
         SCHA/EQUIP/2013/038.
     2. De uitgave, geschat op 75.000 € BTW inbegrepen, zal geboekt worden op
         artikel 875/743-EQ-98/14 van de buitengewone begroting 2013 en
         gefinancierd worden door susidies.

SP 56.- Schaerbeek Propreté et Espaces verts - Contrat de Propreté -
  Acquisition d'un véhicule de type "pick-up" - Mode de passation et
  fixation des conditions du marché - Pour information -=- Schaerbeek
  Netheid en Groen ruimtes - Netheidscontract - Aankoop van een
  voertuig van het type "pick-up" - Wijze van gunnen en vaststelling van
  de opdrachtvoorwaarden – Ter informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 15 juin 2006 - notamment en son article 26 §1 1° a - relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu la loi du 17 juin 2013 relative à la motivation , à l'information et aux voies de
recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de
fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale ;


                                          65
Vu la décision du 10 septembre 2013 du Collège des Bourgmestre et Echevins
approuvant le mode de passation et les conditions d’un marché ayant pour objet
«Schaerbeek Propreté et Espaces verts - Acquisition d'un véhicule de type "pick-
up"» tel que décrit dans le cahier spécial des charges SCHA/EQUIP/2013/040;
Considérant que la dépense sera financée par subsides ;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget
extraordinaire pour 2013 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins;
PREND POUR INFORMATION :
    1. La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 10 septembre 2013
        de passer un marché par procédure négociée sans publicité, ayant pour
        objet «Schaerbeek Propreté et Espaces verts - Acquisition d'un véhicule de
        type "pick-up"» tel que décrit dans le cahier spécial des charges
        SCHA/EQUIP/2013/040.
    2. La dépense, estimée à 25.000 € TVA comprise, sera imputée à l’article
        875/743-EQ-52/14 du budget extraordinaire 2013 et financée par subsides.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - in het bijzonder artikel 26 §1 1° a-betreffende de
overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering , de informatie en de
rechtsmidddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken
, leveringen en diensten ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten
klassieke sectoren ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de beslissing van 10 september 2013 van het College van Burgemeester
en Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden goedkeurt voor de
opdracht met als voorwerp «Schaerbeek Netheid en Groene ruimtes - Aankoop van
een voertuig van type "pick-up"» zoals beschreven in het bestek
SCHA/EQUIP/2013/040;
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door susidies ;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de
buitengewone begroting van 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE:
     1. De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 10
         septembre 2013 om een opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure
         zonder bekendmaking, met als voorwerp «Schaerbeek Netheid en Groen
         ruimtes - Aankoop van een voertuig van type "pick-up"» zoals beschreven
         in het bestek SCHA/EQUIP/2013/040.
     2. De uitgave, geschat op 25.000 € BTW inbegrepen, zal geboekt worden op
         artikel 875/743-EQ-52/14 van de buitengewone begroting 2013 en
         gefinancierd worden door susidies.

SP 57.- Instruction Publique - Achat de tests psychopédagogiques pour
  les centres PMS - Mode de passation et fixation des conditions du
  marché - Pour Information . -=- Openbaar Onderwijs - Aankoop van
  psychopedagogische testen voor de PMS centra - Gunningswijze en
  vastlegging van de opdrachtvoorwaarden - Ter Informatie .


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 15 juin 2006 notamment en son article 26 §1 1° a relative aux marchés
publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu la loi du 17 juin 2013 relative à la motivation , à l'information et aux voies de
recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de


                                          66
fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu la décision du 17 septembre 2013 du Collège des Bourgmestre et Echevins
approuvant le mode de passation et les conditions d’un marché ayant pour objet
«Instruction Publique - Achat de tests psychopédagogiques pour les centres PMS » ;
Considérant que la dépense sera financée par un emprunt ;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget
extraordinaire pour 2013 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ;
PREND POUR INFORMATION :
     1. La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 17 septembre 2013
         de passer un marché par procédure négociée sans publicité constaté sur
         simple facture acceptée ayant pour objet "Instruction Publique - Achat de
         tests psychopédagogiques pour les centres PMS"
     2. La dépense de l'ordre de 3.222,92,- € TVA comprise, sera imputée à l’article
         706/744-EQ-51/14 du budget extraordinaire 2013 et sera financée par un
         emprunt.

                                  DE GEMEENTERAAD
                      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - in het bijzonder artikel 26 §1 1° a - betreffende
de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering , de informatie en de
rechtsmidddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken
, leveringen en diensten ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten
klassieke sectoren ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de beslissing van 17 september 2013 van het College van Burgemeester
en Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden goedkeurt voor de
opdracht met als voorwerp « Openbaar Onderwijs - Aankoop van
psychopedagogische testen voor de PMS centra » ;
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door een lening ;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de
buitengewone begroting van 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE :
     1. De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 17
         september 2013 om een opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure
         zonder bekendmaking op grond van een aanvaarde factuur , met als
         voorwerp «Openbaar Onderwijs - Aankoop van psychopedagogische testen
         voor de PMS centra » .
     2. De uitgave ten bedrage van 3.222,92 € BTW inbegrepen, zal geboekt
         worden op de artikel 706/744-EQ-51/14 van de buitengewone begroting
         2013 en zal gefinancierd worden door een lening.

SP 58.- Service population - Acquisition de packs biomètriques nécessaire
  à l'enregistrement des données biomètriques dans les titres de séjour
  et dans les passeports - Mode de passation et fixation des conditions
  du marché - Pour Information -=- Dienst bevolking - Aankoop van
  biometrsiche packs noodzakelijk voor het opslaan van biometrische
  gegevens in de verblijfstitels en in de paspoorten - Gunningswijze en
  vastlegging van de voorwaarden van de opdracht - Ter Informatie

      Monsieur Goldstein intervient.
      Monsieur Vanhalewyn répond.


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD


                                             67
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 15 juin 2006 -notamment en son article 26 §1 1° a -relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu la loi du 17 juin 2013 relative à la motivation , à l'information et aux voies de
recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de
fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu la décision du collège des bourgmèstre et échevins du 27 août 2013 et la
signature de la convention par le conseil communal du 25 septembre 2013;
Vu la décision du 17 septembre 2013 du Collège des Bourgmestre et Echevins
approuvant le mode de passation et les conditions d’un marché ayant pour objet «
Service population- Acquisition de packs biométriques nécessaire à
l'enregistrement des données biomètriques dans les titres de séjour et dans les
passeports .» tel que décrit dans le cahier spécial des charges
SCHA/EQUIP/2013/039;
Considérant que la dépense est estimée à 98.000,-€ et sera financée a rato de
74.440,-€ par subsides et pour le solde par emprunt ;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget
extraordinaire pour 2013 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ;
PREND POUR INFORMATION :
     1. La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 17 septembre 2013
         de passer un marché par procédure négociée sans publicité, ayant pour
         objet «Service population - Acquisition de packs biomètriques nécessaire à
         l'enregistrement des données biomètriques dans les titres de séjour et dans
         les passeports . » tel que décrit dans le cahier des charges
         SCHA/EQUIP/2013/039 .
     2. La dépense, estimée à 98.000,-€ TVA comprise, sera imputée à l'article
         139/742-DS-53/26 du budget extraordinaire 2013 et sera financée par
         subsides a rato de 74.440,-€ et pour le solde par emprunts ;

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - in het bijzonder artikel 26 §1 1° a - betreffende
de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering , de informatie en de
rechtsmidddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken
, leveringen en diensten ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten
klassieke sectoren ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de beslissing van het college van 27 augustus 2013 en de ondertekening
door de gemeenteraad van 25 september 2013;
Gelet op de beslissing van 17 september 2013 van het College van Burgemeester
en Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden goedkeurt voor de
opdracht met als voorwerp « Dienst Bevolking-Aankoop van biometrsiche packs
noodzakelijk voor het opslaan van biometrische gegevens in de verblijfstitels en in
de paspoorten.» zoals beschreven in het bestek SCHA/EQUIP/2013/039;
Overwegende dat de uitgave geschat wordt op 98.000,-€ en zal gefinancierd
worden a rato van 74.440 ,-€ met toelagen en voor het saldo met een lening ;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de
buitengewone begroting van 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE :


                                          68
    1.   De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 17
         september 2013 om een opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure
         zonder bekendmaking, met als voorwerp «Dienst Bevolking - Aankoop van
         biometrsiche packs noodzakelijk voor het opslaan van biometrische
         gegevens in de verblijfstitels en in de paspoorten. » zoals beschreven in het
         bestek SCHA/EQUIP/2013/039 .
    2.   De uitgave, geschat op 98.000,- € BTW inbegrepen, zal geboekt worden op
         artikel 139/742-DS-53/26 van de buitengewone begroting 2013 en
         gefinancierd worden door toelagen a rato van 74.440,-€ en door een lening
         voor het saldo.

SP 59.- Acquisition de matériel pour le centre de technologie avancée à
  l'Institut Frans Fischer - Mode de passation et fixation des conditions
  du marché - Approbation -=- Aanschaf van materiaal voor het
  hoogtechnologisch centrum binnen het Instituut Frans Fischer -
  Gunningswijze en vastlegging van de voorwaarden van de opdracht -
  Goedkeuring


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 234 alinéa 1 et 236 de la Nouvelle Loi Communale ;
Vu la loi du 15 juin 2006 - notamment son article 26§2 1° d - relative aux marchés
publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu la loi du 17 juin 2013 relative à la motivation , à l'information et aux voies de
recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de
fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale ;
DECIDE
     1. De passer le marché pour l'acquisition de matériel pour le centre de
         technologie avancée à l'Institut Frans Fischer par procédure négociée
         directe avec publicité conformément à l'article 26§2 1° d de la loi du 15 juin
         2006 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux de
         fournitures et de services , aux conditions du cahier des charges
         SCHA/EQUIP/2013/025.
     2. La dépense, dont le montant est estimé à 165.566,62,-€ sera, sous réserve
         de l'approbation de la MB3 , imputée à l'article 735/744-EQ-51/14 du
         budget extra-ordinaire et sera financée par subsides .
     3. D’approuver le projet d’avis de marché à soumettre au Bulletin des
         Adjudications.
     4. De transmettre cette délibération à l’autorité de tutelle en vue de l’exercice
         de la tutelle d’approbation

                                 DE GEMEENTERAAD
                      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 234 alinea 1 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - meerbepaald artikel 26§2 1° d -betreffende de
overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering , de informatie en de
rechtsmidddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken
, leveringen en diensten ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten
klassieke sectoren ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
BESLUIT
     1. De opdracht voor de aanschaf van materiaal voor het hoogtechnologisch


                                           69
         centrum binnen het Instituut Frans Fischer uit te schrijven bij
         vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking
         overeenkomstig artikel 26§2 1° d van de wet van 15 juni 2006 betreffende
         de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van
         werken, leveringen en diensten en overeenkomstig de voorwaarden van
         het bestek SCHA/EQUIP/2013/025 .
    2.   De uitgave, geraamd op 165.566,62,-€ zal , onder voorbehoud van
         goedkeuring van de BW 3 , worden geboekt op artikel 735/744-EQ-51/14
         van de buitengewone begroting en worden gefinancierd door toelagen.
    3.   Het ontwerp van aankondiging van opdracht te publiceren in het bulletin
         der aanbestedingen goed te keuren .
    4.   Deze beraadslaging met het oog op de uitoefening van het
         goedkeuringstoezicht aan de toezichthoudende overheid over te maken.


DÉVELOPPEMENT STRATÉGIQUE ET DURABLE -=- STRATEGISCHE EN DUURZAME
ONTWIKKELING
Subventions et partenariats -=- Subsidies en partnerships
SP 60.- Projets de collaborations intercommunales – Appel à projets 2014
  de la Région de Bruxelles-Capitale -=- Ontwerpen voor intercommunale
  samenwerking - Oproep voor ontwerpen 2014 van het Brussels
  Hoofdstedelijk Gewest


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu la nouvelle loi communale;
Vu l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 17/12/2009
visant à soutenir la mise en œuvre de collaborations intercommunales;
Vu l’appel à projets de collaborations intercommunales du 06/06/2013 lancé par le
Ministère de la Région de Bruxelles Capitale – Administration des Pouvoirs Locaux ;
Vu les propositions de projet suivantes:
    1. Le projet « Groupe de Travail Subventions », coordonné par la Commune de
         Schaerbeek en association avec les communes bruxelloises en intégrant les
         CPAS et les pouvoirs subsidiant;
    2. Le projet « Bruxelles, capitale des projets d’échanges européens »
         coordonné par la Commune de Molenbeek Saint-Jean ;
    3. Le projet « GTI Marchés Publics », coordonné par la Commune d’Evere ;
    4. Le projet « GTI LEX », coordonné par la Commune de Saint-Gilles ;
    5. Le projet « GTI Administration de l’Enseignement », coordonné par la Ville
         de Bruxelles.
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 9 juillet 2013 ;
Considérant qu’il y a lieu d’y faire droit ;
DECIDE :
    1. d’approuver les propositions de projet A, B, C, D, E ;
    2. de s’associer aux projets B, C, D, E pour l’année civile 2014 ;
    3. Autoriser la gestion administrative et financière du projet A par Schaerbeek
         ; B par Molenbeek Saint-Jean ; C par Evere, D par Saint-Gilles, E par la Ville
         de Bruxelles.

                                 DE GEMEENTERAAD
                      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de nieuwe gemeentewet
Gelet op het besluit van Het Brussels Hoofdstedelijke Gewest van 17/12/2009 met
het oog op de in dienst treding van intercommunale medewerkingen
Gelet op het beroep van intercommunale medewerkingen van 06/06/2013 door het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest – Lokale diensten;
Gelet op de volgende voorstelling:
    1. Het vervolg van het subsidies werkgroep geleid door Schaerbeek over de
        verbetering van het financieren van projecten door een actieve zoek
        politiek en het beheer van subsidies van verschillende gemeenten en ook
        al de gemeente van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de lokale
        partnerschap die geïnteresseerd zijn in het project;
    2. Het project " Brussel, de hoofdstad van de projecten van Europese beurzen
        " gecoördineerd door de Gemeente van Sint-Jans-Molenbeek
    3. Het project “WIG OO (Overheidsopdrachten) Brussel” gecoördineerd door


                                           70
       de Gemeente van Evere;
   4.  Het project “WIG LEX”, gecoördineerd door de Gemeente van Sint-Gillis;
   5.  Het project “WIG Beheer van Onderwijs “gecoördineerd door de Gemeente
       van Brussel.
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 9 juli 2013;
Overwegende dat dit verslag ingewilligd dient te worden;
BESLIST:
   1. De project voorstellingen A, B, C, D, E goed te keuren;
   2. Om deel te nemen aan de projecten B, C, D, E voor het kalenderjaar 2014;
   3. Toestaan dat het administratieve en financieel beheer van de project A door
       de Gemeente van Schaarbeek ; B door de Gemeente van Molenbeek-Saint-
       Jean ; C door Evere, D door Sint-Gillis, E door Brussel.

SP 61.- Subvention Performance Energétique des Bâtiments (PEB)-
  Convention avec l'IBGE -=- EPB Subsidie - Goedkeuring van de
  overeenkomst met de BIM


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                             LE CONSEIL COMMUNAL
                              Approuvé à l'unanimité.

Vu le courrier de l'IBGE du 9 août 2013 confirmant la volonté du gouvernement
bruxellois de financer l’engagement d’agents communaux en vue de la mise en
œuvre de l'ordonnance de « Performance Energétique des Bâtiments » (PEB) du 7
juin 2007;
Vu l’engagement du gouvernement à financer 1 et 1/2 poste de niveau A pour une
durée de 12 mois;
Vu l'arrêté de subsidiation du 27 mai 2013 fixant les modalités de mise en œuvre
du subside ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 3 septembre 2013 ;
DECIDE:
D’approuver la convention subsides PEB 2013 entre l’IBGE et la Commune de
Schaerbeek.

                               DE GEMEENTERAAD
                    Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de briefwisseling van het BIM van 9 augustus 2013 die de wil van de
Brusselse regering bevestigt om gemeenteambtenaren te financieren met het oog
op de toepassing van de ordonnantie "Energieprestaties van Gebouwen“ (EPB) van
7 juni 2007;
Gelet op de toezegging van de regering voor de financiering van 1 en ½ post op A-
niveau voor een periode van 12 maanden;
Gelet op het besluit van subsidieverlenend van 27 mei 2013 tot vaststelling van de
modaliteiten van de uitvoering van de subsidie;
Op basis van de propositie van de College van Burgemeester en Schepenen van 3
september 2013;
BESLUIT:
De overeenkomst van EPB 2013 tussen het BIM en de Gemeente goed te keuren.

Eco-conseil -=- Milieuraadgeving
SP 62.- Convention « Agenda 21 local 2013 » entre la Commune et
  l’Institut Bruxellois pour la Gestion de l’Environnement (IBGE) (Normal)
  -=- Overeenkomst “lokale Agenda 21” 2013 tussen de Gemeente en
  het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM) (Normaal)


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                             LE CONSEIL COMMUNAL
                              Approuvé à l'unanimité.

Vu l’article 117 de la nouvelle loi communale ;
Vu l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 27 juin 2013
accordant une subvention dans le cadre de la mise en oeuvre d'actions
environnementales du plan d'actions de l' Agenda 21 local pour la Commune de
Schaerbeek;
Vu l’importance pour la Commune de disposer du budget subsidié pour lui


                                         71
permettre de mettre en oeuvre les actions de l'Agenda 21 local ;
Vu l’obligation pour la Commune de respecter ses engagements contractuels vis-à-
vis du pouvoir subsidiant;
Vu la nécessité de renvoyer ce contrat signé au pouvoir régional afin de le rendre
opérationnel ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 17 septembre 2013;
Considérant qu’il y a lieu d’y faire droit,
DECIDE
D’approuver la convention « Agenda 21 local 2013 » entre la Commune et l’Institut
Bruxellois pour la Gestion de l’Environnement (IBGE)

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op het besluit van 27 juin 2013 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot
toekenning van subsidie in het kader van de toepassing van milieuacties van het
actieplan van lokale Agenda 21 voor de Gemeente Schaarbeek;
Gelet op het belang, voor de Gemeente, om over een gesubsidieerde begroting te
kunnen beschikken, om haar de mogelijkheid van de toepassing van de acties van
het lokale Agenda 21 toe te laten;
Gelet op de verplichting, voor de Gemeente, om haar contractuele verbintenissen
tegenover de subsidiërende overheid na te komen;
Gelet op de verplichting om die handgetekende contract naar de overheid terug te
sturen;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 17 september
2013,
Overwegende dat dit verslag ingewilligd dient te worden
BESLUIT:
De overeenkomst “lokale Agenda 21” 2013 tussen de Gemeente en het Brussels
Instituut voor Milieubeheer (BIM) goed te keuren.


SERVICES GÉNÉRAUX -=- ALGEMENE ZAKEN
Affaires juridiques -=- Juridische Zaken
SP 63.- Aff. c/ ETAT BELGE, SPF Finances (Ministre des Finances) -
   Dégrèvement de précompte immobilier - Recours en annulation et
   demande de suspension au Conseil d'Etat -=- Ged. t/ BELGISCHE STAAT,
   FOD Financiën (Minister van Financiën) - Belastingverlichting van
   onroerende voorheffing - Beroep tot nietigverklaring en vordering tot
   schorsing bij de Raad van State

      Monsieur le Bourgmestre expose


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 123-8° et 270 de la nouvelle loi communale ;
Considérant que, par un courrier du 24 janvier 2013, Monsieur Campe, au nom du
SPF Finances – Administration Générale de la Perception et du Recouvrement, a
signifié à la Communede Schaerbeekque « (…) en application de l’article 470bis,
alinéa 4, du C.I.R. 1992, les attributions de décembre 2012 (date de liquidation : le
29 janvier 2013) s’élèvent à – 7.280.608,71 EUR, de sorte que votre commune
percevra 0,00 EURau cours de cette attribution » ;
Que, par un courriel du 8 février 2013, Monsieur Chauvier, de la même
Administration Générale de la Perception et du Recouvrementdu SPF Finances,
précisait comme suit :
« (…) pour le mois de décembre 2012 nous avons enregistré pour votre commune
une recette de – 9.841.751,49 EUR en matière de précompte immobilier.
Après imputation des recettes réalisées en matière d’impôt des personnes
physiques et de taxe de circulation, on obtient une recette négative de –
7.280.608,71 EUR.
Cette situation résulte du fait qu’en date du 17 octobre 2012, un dégrèvement de
précompte immobilier d’un montant de 15.959.182,11 EUR a été accordé à un
propriétaire de biens immobiliers sis sur le territoire de Schaerbeek, la part
communale dans ce dégrèvement s’élevait à 12.181.600,87 EUR.
Ce dégrèvement est relatif aux exercices d’imposition 1994 à 2009. (il ne s’agit pas


                                          72
du dossier Belgacom).
Par cette décision, sont dégrevés les centimes additionnels provinciaux (ex. d’imp.
2004), les centimes additionnels de l’Agglomération et les centimes additionnels
communaux. (…) » ;
Considérant que Maître Bourtembourg, chargé d’une mission de clarification, a
adressé un courrier en date du 28 février 2013, au SPF Finances – Adm. Gén.
Perception et Recouvrement et au Ministre des Finances, par lequel il a été mis en
exergue le fait que la Communede Schaerbeekn’a pas été informée de la
contestation soulevée, dont il est résulté le dégrèvement des centimes additionnels
communaux au précompte immobilier en question, et il a été formé une demande,
en application de la loi du 11 avril 2004 relative à la publicité de l’administration,
pour que soient communiqués à la Communeles motifs de droit et de fait justifiant
ce dégrèvement, de même que l’identité du ou des redevables concernés, le ou les
biens concernés et le ou les exercices fiscaux concernés, et pour obtenir tout
document justificatif y relatif et spécialement, la décision administrative, voire la ou
les décisions juridictionnelles en vertu de laquelle ou desquelles le dégrèvement
aurait été décidé ;
Considérant que le SPF Finances – Adm. Gén. Perception et Recouvrement et le
Ministre des Financesn’ont réservé aucune suite à cette « demande de publicité »
dans le délai légal imparti (de 30 jours) ; que la demande a donc été « réputée
avoir été rejetée » (de par la loi) ; qu’une « demande de reconsidération » a ensuite
été adressée à l’autorité et, parallèlement, une « demande d’avis » a été adressée
à la Commissiond’accès aux documents administratifs(comme la loi le prévoit) ;
que cette dernière n’a pas remis d’avis endéans le délai légal imparti (30 jours) ;
que le SPF Finances – Adm. Gén. Perception et Recouvrement et le Ministre des
Financesn’ont pas communiqué leur décision sur la « demande de reconsidération
» dans le délai légal imparti (de 15 jours) ayant suivi l’écoulement du délai dans
lequel ladite Commissiondevait communiquer son avis ; que la « demande de
reconsidération » est donc aussi « réputée avoir été rejetée » (de par la loi) ;
Considérant que la loi du 11 avril 1994 prévoit qu’un recours peut être introduit par
le demandeur contre les décisions implicites de rejet de ses demandes «
conformément aux lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées par arrêté royal du 12
janvier 1973 » ;
Considérant qu’il apparaît que la jurisprudence et la doctrine sont « divisées » sur
la question de la manière suivant laquelle, selon le Code des impôts sur les
revenus, des litiges relatifs au précompte immobilier et, en conséquence, aux
centimes additionnels communaux au précompte immobilier, voire aux seuls
centimes additionnels communaux au précompte immobilier, doivent être traités ;
qu’il semble plutôt admis, en général, que, selon ledit Code, c’est au Directeur des
contributions directesqu’il appartient, normalement, de statuer sur une réclamation
en cette matière et aux Cours et Tribunauxde statuer sur un éventuel recours
judiciaire ultérieur, - ceci signifiant qu’en ce cas, la Communeintéressée n’a pas
voix au chapitre, elle ne doit même pas être informée de la réclamation ni du
recours judiciaire qui aura été exercé ;
Considérant qu’au-delà de la question de la compétence de l’autorité habilitée à
connaître d’une réclamation ou d’un recours, il se pose également la question de la
responsabilité de l’Etatdu fait de ne pas avoir tenu la Communeinformée et ne lui
avoir permis d’intervenir à la cause pour défendre la légalité des centimes
additionnels communaux au précompte immobilier ; qu’il faudra, cependant,
vérifier, à cet égard, si les centimes additionnels au précompte immobilier ne sont
pas dus parce que le précompte lui-même ne l’était pas ou si c’est pour des motifs
propres que le dégrèvement de ceux-ci aurait eu lieu (l’analyse devra donc être
affinée en fonction des motifs du dégrèvement) ;
Considérant qu’il se justifie pleinement, dès lors, d’introduire un recours en
annulationau Conseil d’Etat, lequel est appelé à viser, spécifiquement, les décisions
implicites de rejet susmentionnées ; qu’il pourra être invoqué à l’appui de ce
recours, notamment, le défaut total de motivation desdites décisions ;
Considérant qu’il se justifie également d’introduire une demande de suspensionà
l’encontre de ces décisions implicites de rejet ;
Considérant qu’en ce qui concerne le « préjudice », il est évident, dit d’une manière
générale, que le défaut de communication à la Communedes montants des
centimes additionnels communaux faisant l’objet de contestations et des motifs de
ces contestations, outre l’absence de droit de regard de la Communesur le suivi
des litiges, et le fait qu’elle ne peut faire des prévisions en pleine connaissance de
cause (…) peuvent lui occasionner des difficultés (pour mener à bien son action et
mettre en œuvre ses projets) ;
Qu’à défaut pour le SPF Finances – Adm. Gén. Perception et Recouvrement et le
Ministre des Financesd’avoir réservé aucune suite aux demandes qui leur ont été
adressées en application de la loi du 11 avril 1994 précitée, la Communen’est pas
mise en mesure d’apprécier si le dégrèvement en question a été accordé ou décidé

                                            73
à juste titre et s’il n’y aurait pas lieu, pour la sauvegarde de ses droits et intérêts,
de contester la ou les décisions prises (par voie de recours, le cas échéant) ; que,
de la sorte, la Communeest privée de son droit fondamental d’exercer un recours
(le cas échéant) ;
Qu’ainsi, de même, la Communen’est pas en mesure d’apprécier si des
dégrèvements similaires ne seraient accordés ou décidés pour d’autres exercices,
compte tenu des motifs du dégrèvement, - qui pourraient être (ou non) des motifs
de principe (mais alors qu’au vu des montants en jeu, il doit vraisemblablement
s’agir d’un contribuable important) ;
Qu’ainsi, de même, la Communen’a pas été mise en mesure d’estimer si c’est à
juste titre que le prélèvement a été réalisé sur ses recettes prévisibles pour janvier
2013 et s’il n’y aurait pas lieu à contester la décision duSPF Finances – Adm. Gén.
Perception et Recouvrementsur ce point (par voie de recours, le cas échéant) ;
Considérant que, par un arrêt du 13 septembre 2011 (n° 215.120), le Conseil
d’Etata déjà jugé que l’impossibilité pour un contribuable d’évaluer sa situation
fiscale en connaissance de cause, faute d’accès à l’intégralité de son dossier
administratif, en particulier afin de juger si l’introduction d’une réclamation contre
l’imposition contestée pourrait être utile, constitue un préjudice qui concerne
l’essence même de la méconnaissance de la finalité du droit d’accès aux
documents administratifs protégé par la Constitution, lequel préjudice a été
considéré comme grave et a justifié la suspension du refus d’accès ;
Considérant qu’il appartient au Conseil communalde donner l’autorisation pour
introduire un recours en annulationet une demande de suspensionau Conseil
d’Etaten cette affaire ;
DÉCIDE:
Le Collège des Bourgmestre et Echevinsest autorisé à d’introduire un recours en
annulationet une demande de suspensionau Conseil d’Etatcontre les décisions
implicites de rejet des demandes qui ont été adressées au SPF Finances – Adm.
Gén. Perception et Recouvrement et au Ministre des Finances en application de la
loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l'administration dans cette affaire.

                                 DE GEMEENTERAAD
                      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 123-8° en 270 van de Nieuwe Gemeentewet;
Overwegende dat bij een brief van 24 januari 2013 de heer Campe, in name van de
FOD Financiën – Algemene Administratie Inning en Invordering, betekend heeft aan
de Gemeente Schaarbeekdat: “(…) in toepassing van artikel 470bis, lid 4, van het
W.I.B. 1992, de toekenningen van december 2012 (datum van uitbetaling op 29
januari 2013) – 7.280.608,71 EURbedragen, zo dat uw gemeente 0,00
EURuitgekeerd zal krijgen ten tijde van deze toekenning” (vrije vertaling);
Overwegende dat bij een e-mail van 8 februari 2013 de heer Chauvier, van
dezelfde Alg. Adm. Inning en Invorderingvan de FOD Financiën, verklaarde als
volgt:
“(…) voor de maand december 2012 hebben wij een ontvangst van – 9.841.751,49
EUR ingeschreven voor uw gemeente m.b.t. de onroerende voorheffing.
Na de verrekening van de verwezenlijkte ontvangsten m.b.t. de personenbelasting
en de verkeersbelasting verkrijgt men een negatieve ontvangst van – 7.280.608,71
EUR.
Deze toestand resulteert uit het feit dat op de datum van 17 oktober 2012 een
eigenaar van onroerende goederen gelegen op het grondgebied van Schaarbeek
een belastingverlichting van onroerende voorheffing van een bedrag van
15.959.182,11 EUR gekregen heeft, het gemeentelijke aandeel van deze
belastingverlichting bedragend 12.181.600,87 EUR.
Deze belastingverlichting betreft de dienstjaren 1994 tot 2009. (het gaat niet over
het dossier Belgacom).
Bij deze beslissing worden de provincieopcentiemen (dienstj. 2004), de
Agglomeratieopcentiemen en de gemeentelijke opcentiemen verlicht. (…)” (vrije
vertaling);
Overwegende dat Meester Bourtembourg, belast met een opdracht van
opheldering, een brief d.d. 28 februari 2013 heeft geadresseerd aan de FOD
Financiën – Alg. Adm. Inning en Invorderingen aan de Minister van Financiën,
waarbij het feit in het licht werd gesteld, dat de Gemeente Schaarbeekniet in
kennis gesteld werd van de opgeworpen betwisting, met als resultaat de
kwestieuze belastingverlichting van de gemeentelijke opcentiemen op de
onroerende voorheffing, en het aangevraagd werd in toepassing van de wet van 11
april 2004 betreffende de openbaarheid van bestuurdat de motieven in recht en in
feit die deze belastingverlichting rechtvaardigen ter kennis van de
Gemeentegebracht worden, evenals de identiteit van de betrokkene
belastingplichtige(n), de betrokkene goederen en de betrokkene dienstjaren, en dat


                                            74
al stuk als bewijs dienend overgemaakt wordt en in het bijzonder de
administratieve beslissing en zelfs de rechtsprekende beslissing(en) waarop de
belastingverlichting is gebaseerd;
Overwegende dat de FOD Financiën – Alg. Adm. Inning en Invorderingen de Minister
van Financiëngeen antwoord hebben gegeven op deze “vraag om openbaarheid”
binnen de door de wet toegestane termijn (van 30 dagen); dat deze aanvraag dus
“geacht te zijn afgewezen” was (door de wet); dat een “verzoek tot heroverweging”
gericht werd tot de voornoemde overheid en terzelfder tijd een verzoek tot de
Commissie voor de toegang tot bestuursdocumentenom een advies uit te brengen
(zoals voorzien door de wet); dat deze laatste geen advies heeft gegeven binnen
de door de wet toegestane termijn (30 dagen); dat de FOD Financiën – Alg. Adm.
Inning en Invorderingen de Minister van Financiënhun beslissing op het “verzoek tot
heroverweging” niet ter kennis hebben gebracht binnen de door de wet toegestane
termijn (15 dagen) na verloop van de termijn waarbinnen de Commissiekennis van
haar advies moest geven; dat dit “verzoek tot heroverweging” dus ook “geacht te
zijn afgewezen” is (door de wet);
Overwegende dat de wet van 11 april 1994voorziet dat de verzoeker een beroep
kan instellen tegen deze impliciete beslissingen van afwijzing “overeenkomstig de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 12 januari
1973”;
Overwegende dat de rechtspraak en de rechtsleer het “oneens” lijken te zijn over
de vraag m.b.t. de wijze waarop overeenkomstig het Wetboek van de
inkomstenbelastingen de betwistingen met als voorwerp de onroerende voorheffing
en, ten gevolge, de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing,
dienen behandeld te worden; dat het in het algemeen eerder toegegeven wordt dat
overeenkomstig het genoemde Wetboek het normaal tot de Directeur van de
directe belastingenbehoort uitspraak te doen over een bezwaar hieromtrent en tot
de Hoven en Rechtbankenuitspraak te doen over een eventueel verder gerechtelijk
beroep, - dit met als betekenis dat in dit geval de betrokkene Gemeentegeen stem
in het kapittel heeft, (daar) zij zelf niet in kennis gesteld moet worden van het
bezwaar noch van het daarna uitgeoefende gerechtelijke beroep;
Overwegende dat afgezien de vraag van de bevoegdheid van de gemachtigd
overheid, om uitspraak te doen over een bezwaar of een beroep, de vraag zich
eveneens stelt van de aansprakelijkheid van de Staatdoordat de Gemeenteniet
geïnformeerd werd en het haar niet toegelaten werd tussen te komen in de
debatten om de wettigheid van de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende
voorheffing te verdedigen; dat dit echter impliceert na te gaan of de gemeentelijke
opcentiemen op de onroerende voorheffing niet verschuldigd zijn omdat de
voorheffing zelf niet verschuldigd zou worden, ofwel of de belastingverlichting van
deze opcentiemen beslist werd om eigen motieven;
Overwegende dat het dan ook volkomen gerechtvaardigd is een beroep tot
nietigverklaringin te dienen bij de Raad van State, dat de hierboven vermelde
impliciete beslissingen van afwijzing specifiek zal viseren; dat het totale gebrek aan
motivering van deze beslissingen onder meer aangevoerd zal kunnen worden ter
ondersteuning van dit beroep;
Overwegende dat het eveneens gerechtvaardigd is een vordering tot schorsingin te
dienen tegen deze impliciete beslissingen van afwijzing;
Overwegende dat wat het “nadeel” betreft het duidelijk is, algemeen gezegd, dat
het feit dat de bedragen van de gemeentelijke opcentiemen in betwisting gebracht
en de motieven van deze betwistingen niet ter kennis worden gebracht van de
Gemeente, en dat de Gemeentegeen recht van controle heeft op de manier waarop
deze betwistingen behandeld worden, evenals het feit dat zij geen vooruitzichten /
plannen kan maken met kennis van zaken, de oorzaak kunnen zijn van
moeilijkheden (om zijn zaken te beheren en zijn plannen te verwezenlijken);
Dat bij ontstentenis van een kennisgeving van de gevraagde elementen in
toepassing van de voornoemde wet van 11 april 1994door de FOD Financiën – Alg.
Adm. Inning en Invorderingen de Minister van Financiën, de Gemeenteniet in staat
wordt gesteld om te evalueren of de kwestieuze belastingverlichting beslist werd
met reden en of er redenen zou zijn deze beslissing aan te vechten door middel
van een beroep (eventueel) met als bedoeling dat haar rechten en belangen
beschermd worden; dat de Gemeentezo wordt ontzet uit haar fundamentele recht
om een beroep uit te oefenen (eventueel);
Dat zo idem de Gemeenteniet in staat wordt gesteld om te evalueren of gelijke
belastingverlichtingen niet toegekend of beslist zou worden voor andere
dienstjaren, afhankelijk van de motieven van de belastingverlichting, - die
principiële motieven zou kunnen zijn (tenzij het gelet op de bedragen in spel over
een belangrijke belastingplichtige waarschijnlijk gaat);
Dat zo idem de Gemeente niet in staat wordt gesteld om te evalueren of de
ambtshalve inhouding terecht werd verrichtt op haar voorzienbare ontvangsten
voor januari 2013 en of er geen reden zou zijn de beslissing van deFOD Financiën –

                                           75
Alg. Adm. Inning en Invorderinghierop aan te vechten (door middel van een beroep,
eventueel);
Overwegende dat de Raad van Statebij een arrest van 13 september 2011 (nr.
215.120) al eerder heeft geoordeeld dat de belastingplichtige die niet in staat is
zijn fiscale toestand met kennis van zaken te evalueren bij gebrek aan toegang tot
zijn administratieve dossier in zijn geheel, ten einde in het bijzonder te evaluereen
of de inleiding van een bezwaarschrift tegen de betwiste belasting nuttig zou
kunnen zijn, een nadeel ondergaat, dat te maken heeft met de essentie zelf van de
miskenning van de doelgerichtheid van het recht op toegang tot de
bestuursdocumenten, recht beschermd door de Grondwet;
Overwegende dat het tot de Gemeenteraadbehoort om de machtiging te geven om
een beroep tot nietigverklaringen een vordering tot schorsingin te leiden bij de
Raad van Statevan in deze zaak;
BESLUIT:
Het College van Burgemeester en Schepenenwordt gemachtigd om een beroep tot
nietigverklaringen een vordering tot schorsingin te leiden bij de Raad van
Statetegen de impliciete beslissingen van afwijzing van de aanvragen die
geadresseerd werden aan de FOD Financiën – Alg. Adm. Inning en Invorderingen
aan de Minister van Financiënin toepassing van de wet van 11 april 2004
betreffende de openbaarheid van bestuurin deze zaak.

Police administrative -=- Administratieve politie
SP 64.- Règlement de police relatif à la prostitution en vitrine -
  Motification de la motivation du règlement de police -=-
  Politieverordening betreffende de raamprostitutie - Verandering van
  de motivatie van de politieverordening

      Monsieur le Bourgmestre expose


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 119, 119bis, 133 et 135, §2 de la Nouvelle Loi communale ;
Considérant que dans le quartier de la rue d’Aerschot et ses alentours, la qualité de
vie s’est encore détériorée au cours de ces dernières années ;
Que cette détérioration est en grande partie liée au développement et à
l’augmentation de la prostitution ;
Que les nombreuses actions mises en place dans le quartier ne suffisent plus à
enrayer le phénomène de manière satisfaisante ;
Considérant que les activités de prostitution entrent en conflit avec la fonction
d’habitation ;
Qu’elles entrent également en conflit avec les fonctions ou activités scolaires et de
jeunesse ;
Que les endroits où l’on se livre à la débauche et/ou à la prostitution sont de nature
à compromettre la sécurite, la tranquillité et la salubrité publique ;
Considérant que certaines activités « connexes » à la prostitution (carrousel de
voitures, nuisances sonores, bagarres, intimidations et toutes autres formes de
criminalité – traite des êtres humains, pratiques de blanchiment, extorsion, trafic
d’armes et de drogues,…) entrent également en conflit avec la fonction
d’habitation ;
Qu’ainsi, il est notoire que les types d’établissements visés par le présent
règlement constituent généralement un débouché pour les filières de traite des
êtres humains et qu’il convient de lutter de manière active contre ce phénomène ;
Que toutes ces nuisances sont attestées, notamment, par l’étude « Bruxelles en
image (commandée par la Région bruxelloise), par les nombreux rapports de
police, par les résultats étonnants des opérations Trash, par le diagnostic
communal réalisé à Schaerbeek, par le « Portrait de santé » du quartier Aerschot-
Brabant coordonné par l'association Samenlevingsopbouw, par l’étude des
nuisances sonores réalisée par l’IBGE, par les constats du dispositif Latitude Nord ;
Que la commune de Schaerbeek souhaite que la qualité de vie et la sécurité
s’améliorent dans ce quartier ;
Qu’il est donc nécessaire de prendre des mesures visant à lutter contre toutes les
formes de nuisances publiques générées par les activités précitées, ceci devant
permettre de mieux garantir le maintien l’ordre public et, ainsi, d’assurer la
tranquillité, la sécurité et la salubrité publiques ;
Que, dans cette perspective, les activités des personnes prostituées en vitrines


                                           76
seront par conséquent limitées à certaines zones territoriales, avec un nombre
limité d’immeubles et de vitrines ;
Que chacun des propriétaires et/ou exploitants d’un salon de prostitution en vitrine
qui aura été autorisé devra être identifié et justifier tant d’un extrait de casier
judiciaire de type 2 que d’un certificat de conformité délivré par le Collège des
Bourgmestre et Echevins de la commune ;
Que les personnes prostituées devront, en outre, être identifiées et, pour les
personnes non belges, titulaires d’un permis de travail en règle ;
Que les mesures décidées s’appliqueront également aux carrées dans les
conditions ci-après définies ;
Considérant que ces mesures ont également pour but de lutter contre le
développement d’activités de prostitution en vitrine dans d’autres quartiers de la
commune, ceci afin d’éviter que ceux-ci ne souffrent, à leur tour, d’une diminution
de la qualité de vie de leurs habitants ;
DECIDE
d'arrêter le règlement suivant :
Article 1er. Définitions.
Au sens du présent règlement, il convient d’entendre par :
Salon de prostitution en vitrine : Toute construction, immeuble ou partie
d’immeuble composé d’un salon dans lequel une ou plusieurs personnes se
prostituent et d’une ou de plusieurs vitrines donnant sur la voirie, derrière la ou
lesquelles cette ou ces personnes se succèdent jour et nuit.
Carrée : toute construction, immeuble ou partie d’immeuble composé d’une ou
plusieurs vitrines derrière la ou lesquelles la personne qui se prostitue est
l’exploitante de la carrée.
Vitrine : surface vitrée et transparente derrière laquelle une personne prostituée se
trouve. Personne prostituée : personne qui, moyennant rémunération, se livre à des
attouchements impudiques avec quiconque.
Exploitant : personne physique en son nom propre ou personne physique
représentant la personne morale qui exploite la carrée ou le salon de prostitution
en vitrine.
Article 2. Organisation géographique.
Afin d’assurer la moralité et la tranquillité publique, l’exploitation d’un
établissement dans lequel une ou plusieurs personnes s’adonnent à la prostitution
en vitrine est interdite sur le territoire de la commune de Schaerbeek, à l’exception
des carrées et salons de prostitution en vitrine situés aux adresses énumérées ci-
dessous.
Les salons de prostitution en vitrine :
Rue d’Aerschot, numéros 12, 30, 36, 40, 42, 44, 46, 50, 52, 64, 70, 72, 74, 76, 78,
82, 98, 100, 102, 114, 116, 118, 122, 124, 126, 128, 130, 132, 134, 136, 138, 140,
142, 144, 152, 154, 156, 158, 164, 168, 170, 172, 180, 184, 190, 192, 194, 196,
198, 200, 202, 204, 206, 210, 212, 214, 218.
Les carrées :
· Rue des Plantes, numéros 104,106, 108, 110, 112, 113, 114, 115, 117, 119, 121,
122, 139.
· Rue Linné, numéros 103, 105, 107, 109, 111, 113, 117, 118, 119, 120, 121, 122,
124, 126, 128, 130, 132, 134, 136, 138.
Article 3. Exploitation
§1. Il ne peut y avoir qu’un seul exploitant par adresse.
§2. La carrée ne peut être occupée que par une seule personne. La personne
prostituée doit être l’exploitante de la carrée. Elle ne peut en aucun cas laisser sa
place à une autre personne.
Article 4. Certificat de conformité
§1. Il est interdit, dans les immeubles aux adresses reprises à l’article 2 du présent
règlement, d’exploiter, de faire exploiter, de créer ou de maintenir un salon de
prostitution en vitrine ou une carrée sans être en possession d’un certificat de
conformité, ou en infraction aux conditions du certificat de conformité et/ou en
contradiction aux clauses de ce règlement. Les fonctionnaires de police sont
chargés de faire respecter cette interdiction.
§2. Le certificat de conformité est un certificat délivré par le Collège des
Bourgmestre et Echevins qui doit uniquement constater l’appropriation d’une
construction, d’un immeuble ou d’une partie d’immeuble et l’aménagement de
celui-ci pour l’usage escompté, c’est-à-dire la prostitution en vitrine, en
considération des conditions posées et des attestations appropriées, ainsi
qu’assurer que l’activité en question n’est pas en infraction avec la loi belge. Ce
certificat ne représente en aucun cas une autorisation ou une forme de
consentement quelconque par rapport à l’activité exercée dans les lieux en
question.
§ 3. La demande d’obtention d’un certificat de conformité pour l’exploitation d’un
salon de prostitution en vitrine ou d’une carrée doit être introduite par l’exploitant

                                           77
auprès du Collège des Bourgmestre et Echevins à l’aide d’un formulaire
réglementaire, dont modèle en annexe, et ce, par un envoi recommandé à la poste.
§ 4. Le certificat de conformité est valable pour cinq ans. Pour tout renouvellement,
une nouvelle demande doit être systématiquement introduite par le titulaire du
certificat.
§ 5. Le Collège des Bourgmestre et Echevins détermine la procédure à suivre pour
introduire la demande et les annexes, pour le suivi du dossier et l’examen des
pièces, ainsi que pour la délivrance ou le refus du certificat de conformité.
La demande doit mentionner, sous peine d’irrecevabilité, les informations suivantes
:
     1. La copie de la carte d’identité de l’exploitant du salon de prostitution en
         vitrine ou de la carrée, ainsi qu’un numéro de téléphone valide.
     2. L’extrait de casier judiciaire de type 2 de l’exploitant.
     3. La copie du permis de travail de l’exploitant non belge.
     4. La copie de la carte d’identité du ou des propriétaire(s) de l’immeuble
         destiné, au moins en partie, à la prostitution en vitrine et, s’il s’agit d’une
         personne morale, l’identité de la personne qui représente valablement
         cette personne morale.
     5. Si le propriétaire et/ou l’exploitant est une personne morale, la preuve de
         l’inscription au registre du commerce et des sociétés et un extrait de l’acte
         constitutif de la société au Moniteur belge.
     6. S’il est assujetti, le numéro de TVA de l’exploitant.
     7. Si l’exploitant est une personne morale, la preuve de l’inscription au
         registre du commerce et des sociétés, un extrait de l’acte constitutif de la
         société au Moniteur belge, l’extrait complet du guichet d’entreprise et la
         liste des associés actifs et non actifs.
     8. Si l’exploitant est le locataire du salon de prostitution, il doit apporter la
         preuve que son propriétaire a été avisé au préalable de sa demande et
         fournir une copie du contrat de bail.
     9. En cas de reprise d’un lieu de prostitution existant, le nouvel exploitant doit
         apporter la preuve que l’ancien exploitant abandonne l’exploitation en
         question et préciser la date effective de la reprise de l’exploitation.
     10. Un extrait de la matrice cadastrale de l’immeuble en cause.
     11. Une copie du permis d’urbanisme.
     12. L’attestation légale RC objective incendie si le salon ou la carrée fait plus
         de 50m² au sol, sinon, l’attestation d’assurance incendie normale.
     13. L’attestation d’assurance RC exploitation.
     14. Si l’exploitant engage du personnel, l’assurance accidents de travail.
     15. La copie du panneau affichant le jour de fermeture.
     16. L’attestation de contrôle électrique.
     17. L’attestation de contrôle des extincteurs.
Une demande incomplète est considérée comme irrecevable. Le titulaire de la
demande en est informé par courrier. Si, dans les 60 jours qui suivent cette
notification, la demande n’est pas valablement complétée, la demande est retirée
de plein droit et ce, sans notification.
§ 6. L’exploitant :
a. Doit être en possession d’un extrait du casier judiciaire de type 2 vierge
b. Doit avoir 18 ans accomplis
c. Ne peut avoir été titulaire, dans les cinq dernières années, d’un certificat de
conformité
qui ait fait l’objet d’un retrait, comme prévu dans l’article 5§1 de ce règlement.
§ 7. Conditions requises en vue d’obtenir un certificat de conformité :
1. L’exploitant d’un salon de prostitution loue directement, sans intermédiaire et au
prix convenu dans le contrat de bail, aux personnes prostituées. Dans les carrées,
s’il n’est pas propriétaire de l’immeuble, l’exploitant loue directement sa carrée au
propriétaire et ne peut en aucun cas se faire remplacer par une tierce personne.
2. L’exploitant ne peut louer une même chambre à plusieurs personnes prostituées
durant la même plage horaire.
3. L’exploitant est tenu d’informer les services de police de l’identité de toutes les
personnes exerçant une activité rémunérée au sein de son établissement, et ce
avant l’entrée en fonction de ces personnes dans son établissement.
4. L’exploitant doit s’assurer que l’on ne trouve, dans son établissement, aucune
personne mineure ni aucune personne exerçant une activité rémunérée qui ne soit
pas en possession d’une carte de résident valable et d’un permis de travail.
5. L’immeuble respecte les normes de sécurité, d’hygiène et de confort prévues
dans le règlement d’urbanisme sur les lieux de prostitution en vitrine et est en
conformité avec les règles en vigueur concernant la sécurité incendie.
6. Aucune infraction urbanistique n’est constatée à la partie d’immeuble destinée
au salon de prostitution ou à la carrée.
§ 8. Ce certificat de conformité est applicable sans préjudice des règles générales

                                            78
de bonnes pratiques de commerce liées à d’éventuelles consommations de
boissons et/ou de denrées alimentaires.
§ 9. Le certificat de conformité est attribué personnellement à l’exploitant et ne
peut en aucun cas être cédé. Un exploitant qui veut reprendre les activités suite à
la cessation d’activité d’un autre exploitant doit introduire une nouvelle demande
de certificat de conformité auprès de la commune.
§ 10. Les immeubles dont tout ou partie des surfaces habitables sont destinées à
l’exploitation d’un salon de prostitution en vitrine ou d’une carrée doivent être
conformes au règlement d’urbanisme communal relatif aux lieux de prostitution en
vitrine.
Dans l’hypothèse où le règlement d’urbanisme communal relatif aux lieux de
prostitution ne serait pas en vigueur au moment de l’entrée en vigueur du présent
règlement, les obligations découlant du présent paragraphe seront considérées
comme suspendues jusqu’au moment de l’entrée en vigueur du règlement
d’urbanisme communal susvisé.
§ 11. Pendant tout le temps que le salon de prostitution en vitrine ou la carrée est
en activité, les fonctionnaires de police peuvent visiter, sans assistance, toutes les
parties de l’établissement, y compris les dépendances, que ces locaux aient été ou
n’aient pas été déclarés affectés au salon de prostitution en vitrine ou à la carrée.
Au cours de ces visites, les fonctionnaires de police peuvent se faire communiquer,
sans déplacement, le permis d’urbanisme, la liste des personnes exerçant une
activité rémunérée au sein de l’établissement ainsi que le certificat de conformité
et tous les documents exigés dans celui-ci. Ces visites font systématiquement
l’objet d’un rapport de police.
Article 5. Sanctions
§ 1. Sans préjudice des dispositions de l’article 119 bis de la Nouvelle Loi
communale, le Collège des Bourgmestre et Echevins peut suspendre, retirer ou
refuser un certificat de conformité si :
1. Le certificat de conformité a été délivré sur base de données erronées ou
incomplètes.
2. Le titulaire du certificat de conformité ne remplit ou ne respecte pas ou plus une
des conditions du certificat.
3. L’exploitant ne garantit pas un état de propreté adéquat.
4. L’exploitant ne respecte pas les conditions de visite prévues à l’article 4§11.
5. L'exploitant n'a pas introduit de demande de certificat de conformité dans le
délai prévu à l'article 8 ou, en cas de reprise d'un lieu de prostitution existant, dans
les troismois après la date effective de reprise de l'exploitation.
6. L'exploitant n'a pas obtenu son certificat de conformité dans l'année qui a suivi
l'introduction de sa demande.
§ 2. Le Collège des Bourgmestre et Echevins peut, pour l’une des raisons ci-dessus,
et si l’exploitant n’est pas en possession d’un certificat de conformité valide,
procéder à une fermeture administrative, conformément à l’article 119 bis de la
Nouvelle Loi communale.
§ 3. Les modalités des sanctions administratives visées à l’article 119 bis de la
Nouvelle Loi communale s’appliquent à ce règlement. Si les rapports de visite font
apparaître des manquements à l’article 4§7 et suivants, la sanction minimale
encourue est de 200 euros. En cas de cumul de plusieurs manquements et/ou de
récidive, le rapport est automatiquement transmis au collège des Bourgmestre et
Echevins en vue d’une suspension temporaire ou d’un retrait définitif du certificat
de conformité.
§ 4. En cas d’infraction à l’article 4§7.4, même sans cumul ou récidive, le rapport
est automatiquement transmis au collège des Bourgmestre et Echevins pour retrait
définitif du certificat de conformité.
Article 6. De la domiciliation
Il est strictement interdit à toute personne d’élire domicile dans un salon de
prostitution ou une carrée.
Article 7. Délais
A dater de la réception du dossier complet et définitif, le Collège des Bourgmestre
et Echevins dispose de 120 jours pour délivrer ou refuser le certificat de
conformité.
Article 8. Entrée en vigueur.
Le présent règlement entre en vigueur le 1er septembre 2011.
Les exploitants d’immeubles existants utilisés pour le salon de prostitution en
vitrine ou la carrée, doivent, dans les trois mois après l’entrée en vigueur de ce
règlement, introduire une demande auprès du Collège des Bourgmestre et Echevins
afin d’obtenir un certificat de conformité, et obtenir ce certificat dans l’année
suivant l’entrée en vigueur du présent règlement. Dans le cas contraire, le Collège
des Bourgmestre et Echevins peut procéder à une fermeture administrative du
salon de prostitution, comme convenu dans l’article 5§2.



                                            79
                               DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 119, 119bis, 133 en 135, §2 van de Nieuwe Gemeentewet;
Overwegende dat de levenskwaliteit in de wijk van de Aarschotstraat en omgeving
de laatste jaren nog is verslechterd;
Dat die achteruitgang voor een groot deel te maken heeft met een uitbreiding en
toename van de prostitutie;
Dat de talrijke acties die in de wijk zijn ondernomen niet volstaan om het fenomeen
op afdoende wijze een halt toe te roepen;
Overwegende dat de prostitutieactiviteiten botsen met de woonfunctie;
Dat zij ook botsen met de school- en jongerenfuncties en -activiteiten;
Dat de plaatsen waar aan ontucht en/of prostitutie wordt gedaan van die aard zijn
dat zij de openbare veiligheid, rust en gezondheid in het gedrang brengen;
Overwegende dat bepaalde, met prostitutie "samenhangende" activiteiten
(verkeerscarrousel,
lawaaihinder, vechtpartijen, intimidatie en alle andere vormen van criminaliteit -
mensenhandel, witwaspraktijken, afpersing, wapen- en drughandel, ...) evenmin
stroken met de woonfunctie;
Dat immers algemeen bekend is dat de soorten ondernemingen die in deze
verordening worden bedoeld meestal een afzetkanaal vormen voor circuits van
mensenhandel en dat dit fenomeen op actieve wijze dient te worden bestreden;
Dat al die overlast worden bevestigd, meer bepaald door de studie "Brussel in
beeld" (besteld door het Brusselse Gewest), door talrijke politierapporten, door de
verrassende resultaten van de operaties Trash, door de gemeentelijke diagnose die
in Schaarbeek is gesteld, door het "Gezondheidsportret" van de wijk Aarschot-
Brabant dat gecoördineerd is door de vereniging Samenlevingsopbouw, door het
onderzoek naar lawaaihinder uitgevoerd door het BIM, door de vaststellingen van
de dienst Latitude Nord;
Dat de gemeente Schaarbeek de levenskwaliteit en de veiligheid in deze wijk wenst
te verbeteren;
Dat daarom maatregelen moeten worden genomen tegen alle vormen van
openbare overlast als gevolg van bovenvermelde activiteiten, wat moet toelaten de
handhaving van de openbare orde beter te waarborgen en zo de openbare rust,
veiligheid en gezondheid te verzekeren.
Dat in het licht hiervan de activiteiten van raamprostitutie zullen worden beperkt
tot bepaalde zones van het grondgebied, met een beperkt aantal panden en
vitrines;
Dat elke eigenaar en/of uitbater met vergunning voor een salon voor
raamprostitutie moet worden geïdentificeerd en zowel een uittreksel uit het
strafregister model 2 als een conformiteitsattest van het College van Burgemeester
en Schepenen van de gemeente moet voorleggen;
Dat bovendien de personen die zich prostitueren moeten worden geïdentificeerd,
en dat buitenlandse personen een geldige arbeidsvergunning moeten hebben;
Dat de vastgelegde maatregelen ook zullen gelden voor peeskamers volgens de
hierna beschreven voorwaarden;
Overwegende dat die maatregelen ook tot doel hebben de uitbreiding van
raamprostitutie in andere wijken van de gemeente te bestrijden, om te vermijden
dat die wijken op hun beurt lijden onder een verslechtering van de levenskwaliteit
voor hun bewoners;
BESLUIT:
de volgende verordening te besluiten :
Artikel 1. Definities.
In deze verordening moet worden verstaan onder:
salon voor raamprostitutie: elk gebouw, pand of deel van een pand dat bestaat uit
een salon waarin een of meerdere personen zich prostitueren en uit een of
meerdere vitrines die uitgeven op de openbare weg, waarachter die personen
elkaar dag en nacht opvolgen.
Peeskamer: elk gebouw, pand of deel van een pand dat bestaat uit een of
meerdere vitrines waarachter de persoon die zich prostitueert de uitbater is van de
peeskamer.
Vitrine: doorzichtig glasoppervlak waarachter zich een persoon bevindt die zich
prostitueert.
Persoon die zich prostitueert: persoon die tegen vergoeding onzedelijke
betastingen met wie dan ook verricht.
Uitbater: natuurlijke persoon in eigen naam of natuurlijke persoon als
vertegenwoordiger van de rechtspersoon die het salon voor raamprostitutie of de
peeskamer uitbaat.
Artikel 2. Geografische organisatie.
Om de openbare zedelijkheid en rust te verzekeren is de uitbating van een zaak


                                         80
waarin een of meerdere personen aan raamprostitutie doen verboden op het
grondgebied van de gemeente Schaarbeek, met uitzondering van de peeskamers
en salons voor raamprostitutie op de hierna opgesomde adressen.
Salons voor raamprostitutie:
· Aarschotstraat nummers 12, 30, 36, 40, 42, 44, 46, 50, 52, 64, 70, 72, 74, 76, 78,
82, 98, 100, 102, 114, 116, 118, 122, 124, 126, 128, 130, 132, 134, 136, 138, 140,
142, 144, 152, 154, 156, 158, 164, 168, 170, 172, 180, 184, 190, 192, 194, 196,
198, 200, 202, 204, 206, 210, 212, 214 en 218.
Peeskamers:
· Plantenstraat nummers 104,106, 108, 110, 112, 113, 114, 115, 117, 119, 121,
122, 139.
· Linnéstraat nummers 103, 105, 107, 109, 111, 113, 117, 118, 119, 120, 121, 122,
124, 126, 128, 130, 132, 134, 136, 138.
Artikel 3. Uitbating
§1. Per adres mag er slechts één uitbater zijn.
§2. Een peeskamer mag slechts door een enkele persoon worden betrokken. De
persoon die zich prostitueert moet de uitbater van de peeskamer zijn. Die persoon
kan zijn plaats in geen geval aan een ander afstaan.
Artikel 4. Conformiteitsattest
§1. Het is verboden om in de panden op de adressen vermeld in artikel 2 van deze
verordening een salon voor raamprostitutie of een peeskamer uit te baten, te laten
uitbaten, in te richten of te houden zonder in het bezit te zijn van een
conformiteitsattest of in strijd met de voorwaarden van het conformiteitsattest
en/of in strijd met de bepalingen van deze verordening. Politieambtenaren hebben
als taak dit verbod te doen naleven.
§2. Een conformiteitsattest is een door het College van Burgemeester en
Schepenen afgeleverd attest dat alleen moet vaststellen dat een gebouw, een pand
of deel van een pand en de inrichting ervan geschikt zijn voor het geplande
gebruik, namelijk raamprostitutie, met inachtneming van de gestelde voorwaarden
en de juiste attesten, en dat moet verzekeren dat de activiteit in kwestie geen
inbreuk vormt op de Belgische wet. Dit attest geldt in geen geval als een
vergunning of enige vorm van toestemming voor de activiteit die wordt beoefend in
de ruimtes in kwestie.
§ 3. De aanvraag voor een conformiteitsattest voor de uitbating van een salon voor
raamprostitutie of een peeskamer moet door de uitbater worden ingediend bij het
College van Burgemeester en Schepenen met behulp van een reglementair
formulier, waarvan model als bijlage, dat hij per angetekende zending verstuurt.
§ 4. Het conformiteitsattest is vijf jaar geldig. Voor elke verlenging moet de houder
van het attest systematisch een nieuwe aanvraag indienen.
§ 5. Het College van Burgemeester en Schepenen bepaalt de procedure die moet
worden gevolgd voor de indiening van de aanvraag en bijlagen, voor de follow-up
van het dossier en het onderzoek van de stukken, alsook voor de afgifte of de
weigering van het conformiteitsattest.
De aanvraag moet, op straffe van niet-ontvankelijkheid, volgende gegevens
bevatten:
     1. een kopie van de identiteitskaart van de uitbater van het salon voor
         raamprostitutie of de peeskamer en een geldig telefoonnummer;
     2. een uittreksel van het strafregister model 2 van de uitbater;
     3. een kopie van de arbeidsvergunning voor een buitenlandse uitbater;
     4. een kopie van de identiteitskaart van de eigenaar(s) van het pand dat ten
         minste gedeeltelijke bestemd is voor raamprostitutie en, ingeval dit een
         rechtspersoon is, de identiteitskaart van de persoon die deze rechtspersoon
         op geldige wijze vertegenwoordigt;
     5. indien de eigenaar en/of uitbater een rechtspersoon is, het bewijs van
         inschrijving in het handels- en vennootschapsregister en een uittreksel van
         de oprichtingsakte van de vennootschap gepubliceerd in het Belgisch
         Staatsblad;
     6. indien hij btw-plichtig is, het btw-nummer van de uitbater;
     7. indien de uitbater een rechtspersoon is, het bewijs van inschrijving in het
         handels- of vennootschapsregister, een uittreksel van de oprichtingsakte
         van de vennootschap gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, het volledige
         uittreksel van het ondernemingsloket en de lijst van actieve en niet-actieve
         vennoten;
     8. indien de uitbater huurder is van het prostitutiesalon, moet hij het bewijs
         leveren dat de eigenaar van het pand vooraf van zijn aanvraag op de
         hoogte is gebracht en een kopie van de huurovereenkomst afgeven;
     9. bij overname van een bestaande prostitutieruimte moet de nieuwe uitbater
         het bewijs leveren dat de vroegere uitbater afziet van de uitbating in
         kwestie en de effectieve datum van overname meedelen;
     10. een uittreksel van de kadastrale legger van het pand in kwestie;

                                          81
     11. een kopie van de stedenbouwkundige vergunning;
     12. het wettelijke attest van objectieve BA brand indien het salon of de
         peeskamer een vloeroppervlakte heeft van meer dan 50 m², anders het
         bewijs van een normale brandverzekering;
     13. het bewijs van een verzekering BA uitbating;
     14. indien de uitbater personeel in dienst neemt, de
         arbeidsongevallenverzekering;
     15. een kopie van het bord met de sluitingsdag;
     16. het bewijs van elektriciteitskeuring;
     17. het bewijs van de controle van de brandblusapparaten.
Een onvolledige aanvraag wordt als onontvankelijk beschouwd. De houder van de
aanvraag wordt hierover per post geïnformeerd. Indien de aanvraag binnen 60
dagen na die kennisgeving niet op geldige wijze is ingevuld, wordt ze van
rechtswege en zonder kennisgeving ingetrokken.
§ 6. De uitbater:
a. moet een uittreksel van blanco strafregister type 2 hebben;
b. moet de volle leeftijd van 18 jaar hebben bereikt;
c. mag de laatste vijf jaar geen houder zijn geweest van een conformiteitsattest dat
is ingetrokken zoals bepaald in artikel 5 §1 van deze verordening.
§ 7. Voorwaarden om een conformiteitsattest te verkrijgen:
1. de uitbater van een prostitutiesalon verhuurt rechtstreeks, zonder tussenpersoon
en tegen de prijs die in de huurovereenkomst is overeengekomen, aan personen
die zich prostitueren. In het geval van peeskamers huurt de uitbater die geen
eigenaar is van het pand zijn peeskamer rechtstreeks van de eigenaar en kan hij
zich in geen geval door een derde laten vervangen.
2. De uitbater mag een zelfde kamer niet verhuren aan verschillende personen
tijdens hetzelfde tijdsblok.
3. De uitbater moet aan de politiediensten de identiteit meedelen van alle
personen die een bezoldigde activiteit uitoefenen in zijn zaak, en dit alvorens die
personen in functie treden in zijn zaak.
4. De uitbater moet zich ervan vergewissen dat zich in zijn zaak geen enkele
minderjarige bevindt, noch een persoon die een bezoldigde activiteit uitoefent
zonder een geldige verblijfs- en arbeidsvergunning.
5. Het pand beantwoordt aan de voorschriften op het vlak van veiligheid, hygiëne
en comfort die zijn bepaald in de stedenbouwkundige verordening voor
raamprostitutieruimtes en aan de geldende regels inzake brandveiligheid.
6. In het gedeelte van het pand dat bestemd is voor prostitutie of als peeskamer
wordt geen enkele stedenbouwkundige inbreuk vastgesteld.
§ 8. Dit conformiteitsattest is van toepassing onverminderd de algemene regels
voor goede handelspraktijken verbonden aan eventuele consumpties van drank
en/of voedingswaren.
§ 9. Het conformiteitsattest wordt aan de uitbater persoonlijk toegekend en kan in
geen geval worden overgedragen. Een uitbater die de activiteiten wil overnemen
na de stopzetting van de activiteit door een andere uitbater, moet opnieuw een
conformiteitsattest aanvragen bij de gemeente.
§ 10. Panden waarvan de bewoonbare oppervlakte volledig of gedeeltelijk bestemd
is voor de uitbating van een salon voor raamprostitutie of een peeskamer, moeten
beantwoorden aan de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende
raamprostitutieruimtes.
In de hypothese dat het reglement van gemeentestedebouwkunde betreffende de
prostitutieplaatsen op het moment van de inwerkingtreding van dit reglement niet
inwerkteding zou zijn, zullen de verplichtingen die uit deze paragraaf voortvloeien
als opgeschort beschouwd worden tot het moment van de inwerkingtreding van het
bovenbedoelde reglement van gemeentestedebouwkunde.
§ 11. Gedurende de ganse tijd dat het salon voor raamprostitutie of de peeskamer
in bedrijf is, mogen politiefunctionarissen alle delen van de zaak, met inbegrip van
de bijgebouwen, zonder bijstand bezoeken, ongeacht of die lokalen al dan niet zijn
aangegeven als bestemd voor salon voor raamprostitutie of peeskamer. Tijdens die
bezoeken mogen de politieambtenaren vragen dat hun, zonder verplaatsing, de
stedenbouwkundige vergunning en de lijst van personen die in de zaak een
bezoldigde activiteit uitoefenen worden voorgelegd, alsook het conformiteitsattest
en alle daarin vereiste documenten. Over deze bezoeken wordt systematisch een
politierapport opgemaakt.
Artikel 5: Sancties
§ 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 119 bis van de Nieuwe Gemeentewet,
kan het College van Burgemeester en Schepenen een conformiteitsattest
opschorten, intrekken of weigeren indien:
1. het conformiteitsattest werd afgeleverd op basis van onjuiste of onvolledige
gegevens;
2. de houder van het conformiteitsattest een van de voorwaarden voor het attest

                                          82
niet (meer) vervult of niet (meer) naleeft;
3. de uitbater geen behoorlijke netheid waarborgt;
4. de uitbater de bezoekvoorwaarden bepaald in artikel 4§11 niet naleeft;
5. de uitbater heeft de aanvraag voor een conformiteitsattest niet ingediend binnen
de termijn voorzien in artikel 8 of, bij overname van een bestaande
prostitutieruimte, binnen de drie maanden na de effectieve datum van overname;
6. de uitbater heeft zijn conformiteitsattest niet verkregen binnen het jaar dat volgt
op de indiening van zijn aanvraag.
§ 2. Het College van Burgemeester en Schepenen kan om een van de
bovenstaande redenen en indien de uitbater geen geldig conformiteitsattest heeft,
overgaan tot een administratieve sluiting in overeenstemming met artikel 119 bis
van de Nieuwe Gemeentewet.
§ 3. De modaliteiten voor administratieve sancties bedoeld in artikel 119 bis van de
Nieuwe Gemeentewet zijn op deze verordening van toepassing. Indien uit de
bezoekrapporten overtredingen blijken op artikel 4§7 en volgende, bedraagt de
minimumsanctie 200 euro. In geval van meerdere tekortkomingen tegelijk en/of
van recidive wordt het rapport automatisch overgemaakt aan het College van
Burgemeester en Schepenen met het oog op een tijdelijke opschorting of een
definitieve intrekking van het conformiteitsattest.
§ 4. Bij een inbreuk op artikel 4§7.4, zelfs indien er geen sprake is van verschillende
tekortkomingen tegelijk of recidive, wordt het rapport automatisch overgemaakt
aan het College van Burgemeester en Schepenen voor een definitieve intrekking
van het conformiteitsattest.
Artikel 6. Domiciliëring
Het is eenieder ten strengste verboden woonplaats te kiezen in een prostitutiesalon
of een peeskamer.
Artikel 7. Termijnen
Het College van Burgemeester en Schepenen heeft vanaf de ontvangst van het
volledige en definitieve dossier 120 dagen tijd om het conformiteitsattest af te
leveren of te weigeren.
Artikel 8. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 1 september 2011.
Uitbaters van bestaande panden die worden gebruikt voor een salon voor
raamprostitutie of een peeskamer, moeten binnen drie maanden na de
inwerkingtreding van deze verordening bij het College van Burgemeester en
Schepenen een aanvraag voor een conformiteitsattest indienen en dat attest
verkrijgen binnen een jaar na de inwerkingtreding van deze verordening. Zo niet,
dan kan het College van Burgemeester en Schepenen overgaan tot een
administratieve sluiting van het prostitutiesalon zoals bepaald in artikel 5§2.

Gestion immobilière technique -=- Technisch vastgoedbeheer
SP 65.- Convention d'occupation avec l'asbl Enfants & Compagnie - Local
  communal sis au sein du complexe Kinetix -=- Bezettingsovereenkomst
  met de vzw Enfants & Compagnie - Gemeentelijke lokaal gelegen in het
  Kinetix complex

      Monsieur goldstein intervient.
      Monsieur le Bourgmestre répond.


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu l'article 117 de la nouvelle loi communale
Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 16.07.2013 approuvant
la convention d'occupation par l'asbl "Enfants & Compagnie"
Considérant qu'il y a lieu de faire droit aux conclusions de cette décision
DECIDE :
     1. De marquer son accord sur l'occupation à partir du 1er octobre 2013 d'un
         local communal (15 m²) situé au sein du complexe Kinetix par l'asbl
         "Enfants & Compagnie" (Boulevard Lambermont, 232 - 1030 Bruxelles)
         pour des activités avec les enfants pour un loyer annuel de 900 euros (+
         100 €/an charges comprises)
     2. D'adopter la convention d'occupation à titre précaire et révocable déposée
         au dossier

                                 DE GEMEENTERAAD
                      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.


                                           83
Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen dd.
16.07.2013 goedkeurend de bezettingsovereenkomst door de vzw "Enfants &
Compagnie"
Overwegend dat het betaamt gevolg te geven aan de conclusies van deze
beslissing
BESLUIT :
    1. Akkoord te gaan met de bezetting vanaf 1 oktober 2013 van een
         gemeentelijk lokaal (15 m²) gelegen in het Kinetix Complex door de vzw
         "Enfants & Compagnie" (Lambermontlaan, 232 - 1030 Brussel) voor
         aktiviteiten met kinderen voor een jaarlijkse huurwaarde van 900 euro (+
         100 euro/jaar lasten inbegrepen)
    2. De bezettingsovereenkomst ten tijdelijken en herroepelijken titel,
         neergelegd in het dossier, aan te nemen

SP 66.- Bien communal rue du Progrès, 287 - Consultation ONE - Contrat
  de bail -=- Gemeentelijke pand Vooruitgangstraat, 287 - Raadpleging
  ONE - Huurcontract


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                             LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu l'article 117 de la nouvelle loi communale
Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 18.03.2013 approuvant
l'extension de l'occupation de l'ONE au 1er étage du bien sis rue du Progrès, 287
Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 30.07.2013 approuvant
le contrat de bail
Considérant qu'il y a lieu de faire droit aux conclusions de cette décision
DECIDE :
     1. De marquer son accord sur l'occupation du rez-de-chaussée et du 1er étage
         sis rue du Progrès, 287 par une consultation ONE pour 800 euros/mois
     2. D'adopter le contrat de bail déposé au dossier

                               DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen dd.
18.03.2013 goedkeurend de uitbreiding van de bezetting tot de 1ste verdieping van
het pand gelegen Vooruitgangstraat, 287 door ONE
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen dd.
30.07.2013 goedkeurend het huurcontract
Overwegend dat het betaamt gevolg te geven aan de conclusies van deze
beslissing
BESLUIT :
    1. Akkoord te gaan met de bezetting van het gelijkvloers en de eerste
         verdieping gelegen Vooruitgangstraat, 287 door een raadpleging ONE voor
         800 euro/maand
    2. De huurcontract, neergelegd in het dossier, aan te nemen

SP 67.- Maison des Femmes - Occupation par l'asbl Ciproc -=- Huis van de
  vrouwen - Bezetting door de vzw Ciproc


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                             LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu l’article 117 de la nouvelle loi communale
Vu sa délibération du 25 janvier 2006 évoquant le projet dans le cadre du Contrat
de Quartier « Lehon-Kessels »
Vu des délibérations du 27 juin et 17 octobre 2007 approuvant le projet de
construction de la Maison des Femmes et l’appel d’offres pour l’architecte
Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 24.11.2009 approuvant
le principe d’organisation de la Maison des Femmes
Vu le rapport intermédiaire sur la Maison des Femmes de Schaerbeek de novembre

                                          84
2009
Vu sa délibération du 03.03.2010 approuvant le règlement d’ordre intérieur relatif à
la Maison des Femmes située rue Josaphat, 253
Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 02.03.2013 approuvant
les candidatures pour l'occupation de la Maison des Femmes
Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 03.09.2013 approuvant
l'occupation par l'asbl Ciproc
Considérant qu’il y a lieu de faire droit aux conclusions de cette décision
DECIDE :
     1. De marquer son accord sur l’occupation à titre précaire et révocable d’un
        local situé à la Maison des Femmes – rue Josaphat, 253 à 1030 Bruxelles
        par l'asbl Ciprox (Avenue du Suffrage universel, 39 - 1030 Bruxelles) tous
        les mardis de 14h à 15h du 17 septembre 2013 au 30 septembre 2014 pour
        des cours de zumba pour un loyer mensuel de 40 euros (charges
        comprises)
     2. D’adopter la nouvelle convention d’occupation à titre précaire et révocable
        déposée au dossier

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet
Gelet op haar beraadslaging dd. 25 januari 2006 het project in het raam van het
Wijkcontract “Lehon-Kessels”
Gelet op de beraadslagingen dd. 27 juni en 17 oktober 2007 goedkeurend het
project van het bouw van het Huis van de Vrouwen en de offerteaanvraag voor de
architect
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen dd.
24.11.2009 goedkeurend het principe van het bouw van het Huis van de Vrouwen
Gelet op het tussentijdsverslag over het Huis van de Vrouwen van Schaarbeek van
november 2009
Gelet op haar beraadslaging dd. 03.03.2010 goedkeurend het huishoudelijk en
occasioneel gebruiksreglement betreffende het Huis van de Vrouwen gelegen
Josafatstraat, 253
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen dd.
02.03.2010 goedkeurend de candidaturen voor de bezetting van het huis van de
Vrouwen
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen dd.
03.09.2013 goedkeurend de bezetting door de vzw Ciproc
Overwegende dat het betaamt gevolg te geven aan de conclusies van deze
beslissing
BESLUIT :
    1. akkoord te gaan met de tijdelijke en herroepelijke bezetting van een lokaal
         gelegen op het Huis van de Vrouwen – Josafatstraat, 253 te 1030 Brussel
         door de vzw Ciproc (Algemeen Stemrechtlaan, 39 - 1030 Brussel) alle
         dinsdags vanaf 14u tot 15u vanaf 17 september 2013 tot 30 september
         2014 voor zumba lessen voor een maandelijkse huurwaarde van 40 euro
         (lasten inbegrepen).
    2. de nieuwe bezettingsovereenkomst ten tijdelijken en herroepelijken titel,
         neergelegd in het dossier, aan te nemen

SP 68.- Kituro - Acte de concession - Avenant -=- Kituro - Concessieakte -
  Aanhangsel

      Monsieur verzin intervient
      Monsieur le Bourgmestre et Monsieur El Arnouki répondent.


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu l’article 117 de la nouvelle loi communale
Vu l’acte de concession du 20.10.1992 avec le Kituro
Vu le terme de l’acte de concession au 30.09.2013
Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 03.09.2013
Considérant qu’il y a lieu de faire droit à la décision du Collège des Bourgmestre et
Echevins
DECIDE :
D'adopter l’avenant à l’acte de concession du Kituro (déposé au dossier)

                                           85
                               DE GEMEENTERAAD
                    Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet
Gelet de concessieakte dd. 20.10.1992 met de Kituro
Gelet op het termijn van de concessieakte op 30.09.2013
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van
03.09.2013
Overwegende dat het betaamt gevolg te geven aan de beslissing van het College
van Burgemeester en Schepenen
BESLUIT :
het aanhangsel aan de concessieakte met Kituro dat is neergelegd in het dossier
aan te nemen

SP 69.- Ilots 61 et 64 - Charges d'urbanisme - Cession de parcelles à la
  Commune -=- Woonkernen 61 en 64 - Stedenbouwkundige lasten -
  Afstand van percelen aan de gemeente


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                             LE CONSEIL COMMUNAL
                              Approuvé à l'unanimité.

Vu l’article 117 de la nouvelle loi communale
Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins en date du 25.06.2013
approuvant les charges d’urbanisme pour les îlots 61et 64
Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins en date du 17.09.2013
Considérant qu’il y a lieu de faire droit aux conclusions de cette décision
DECIDE :
De marquer son accord sur la cession de parcelles à la Commune dans le cadre des
charges d’urbanisme des îlots 61 et 64.
a) parcelle 33G9 (îlot 61)
b) parcelle 16L13 (îlot 64)
c) parcelle 16E13 (îlot 64)

                               DE GEMEENTERAAD
                    Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen dd.
25.06.2013 betreffende de stedenbouwkundige lasten voor de woonkernen 61 en
64
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen dd.
17.09.2013
Overwegende dat het betaamt gevolg te geven aan de conclusies van deze
beslissing
BESLUIT :
akkoord te gaan met de afstand van percelen aan de gemeente in het kader van de
stedenbouwkundige lasten van de woonkernen 61 en 64 :
a) perceel 33G9 (woonkern 61)
b) perceel 16L13 (woonkern 64)
c) perceel 16E13 (woonkern 64)

SP 70.- Rue Navez, 110 - Convention d'occupation à titre précaire et
  révocable avec l'asbl Generations -=- Navezstraat, 110 -
  Bezettingsovereenkomst met herroepelijke et tijdelijke titel met de vzw
  Generations


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                             LE CONSEIL COMMUNAL
                              Approuvé à l'unanimité.

Vu l’article 117 de la nouvelle loi communale
Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins en date du 17.09.2013
approuvant l’occupation des locaux (270,02 m²) situés rue Navez, 110 par l'asbl
Generations
Considérant qu’il y a lieu de faire droit aux conclusions de cette décision


                                         86
DECIDE :
   1. De marquer son accord sur l’occupation à titre précaire et révocable de
       locaux d’une superficie de 270,02 m² situés rue Navez, 110 à 1000
       Bruxelles par l’asbl «Generations» pour une redevance mensuelle de 290
       euros.
   2. D’adopter la convention d’occupation à titre précaire et révocable déposée
       au dossier

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen dd.
17.09.2013 goedkeurend de bezetting van lokalen ( 270,02 m²) gelegen
Navezstraat, 110 door de vzw “Generations”
Overwegende dat het betaamt gevolg te geven aan de conclusies van deze
beslissing
BESLUIT :
    1. akkoord te gaan met de tijdelijke en herroepelijke bezetting van lokalen
         met een oppervlakte van 270,02 m² gelegen Navezstraat, 110 te 1000
         Brussel door de vzw “Generations” voor een maandelijkse huurwaarde van
         290 €.
    2. de bezettingsovereenkomst ten tijdelijken en herroepelijken titel,
         neergelegd in het dossier, aan te nemen


RESSOURCES HUMAINES -=- HUMAN RESOURCES
Service du Personnel -=- Personeelsdienst
SP 71.- Département développement stratégique et durable - Subvention
  "Projets de collaborations intercommunales - Groupe de travail
  Subventions" - Création d'un emploi de secrétaire d'administration
  temporaire - Approbation -=- Departement strategische en duurzame
  ontwikkeling - Subsidie "Projecten van intergemeentelijke
  samenwerking" - oprichting van een tijdelijke betrekking van
  bestuurssecretaris - Goedkeuring


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 119 et 145 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités publiques
et les syndicats des agents relevant de ces autorités ;
Vu l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles Capitale du 12 juillet 2012
visant à soutenir la mise en œuvre de collaborations entre les communes et
attribuant à la commune de Schaerbeek un montant de 60.000 € pour l’année
2013 dans le cadre du projet « Groupe de travail subventions » ;
Considérant que le montant couvre au minimum le salaire d’un agent de niveau A
durant 1 année ;
Considérant que la création d’1 emploi temporaire de secrétaire d'administration
constitue un préalable à la mise en œuvre de ce projet ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins des 22 janvier 2013 et 20
août 2013 ;
Vu l’accord du Comité d’accompagnement du plan de redressement du 25 février
2013 ;
Vu le protocole d’accord signé en séance du Comité particulier de négociation du
22 février 2013 ;
DECIDE
De créer à titre temporaire un emploi de secrétaire d'administration dans le cadre
du subside de la Région de Bruxelles-Capitale «Collaborations intercommunales –
Groupe de travail subventions ».

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 117, 119 en 145 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de
overheid en de vakbonden van haar personeel;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke regering van 12 juli 2012 dat

                                          87
erop gericht is de samenwerking tussen de gemeenten te steunen en dat aan de
gemeente Schaerbeek een bedrag van 60.000 € toegekend heeft voor het jaar
2013 in het kader van het project “Subsidiewerkgroep”;
Overwegende dat dit bedrag minimum de wedde van een personeelslid van het
niveau A dekt gedurende 1 jaar;
Overwegende dat de oprichting van een tijdelijke betrekking van bestuurssecretaris
voor het inwerkingstellen van dit project onontbeerlijk is ;
Op voorstellen van het College van burgemeester en schepenen van 22 januari en
20 augustus 2013;
Gelet op het gunstig advies van het Begeleidingscomité van het saneringsplan op
25 februari 2013;
Gelet op het protocol van akkoord ondertekend in vergadering van het
onderhandelingscomité op datum van 25 februari 2013;
BESLIST
Om een tijdelijke betrekking van bestuurssecretaris in het kader van de subsidie
van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest “Subsidiewerkgroep” op te richten.

SP 72.- Règlement de travail - Erratum - Approbation -=-
  Arbeidsreglement - Erratum - Goedkeuring


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 31 voix contre 0 et 12 abstention(s). -=- Besloten, met 31 stem(men)
tegen 0 en 12 onthouding(en).

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                    Décidé, par 31 voix contre 0 et 12 abstention(s).

Vu les articles 117, 119 et 145 de la nouvelle loi communale;
Vu la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités publiques
et les syndicats des agents relevant de ces autorités;
Vu la loi du 18 décembre 2002 modifiant la loi du 8 avril 1965 instituant les
règlements de travail par laquelle les employeurs du secteur public doivent
instaurer un règlement de travail;
Vu la décision du Conseil communal du 29 mai 2013 approuvant un Règlement de
travail;
Considérant qu'une partie importante du règlement de travail intègre des
dispositions déjà en application au sein du règlement sur les congés adopté par le
conseil communal du 21 avril 1999 mais qu'il est toutefois apparu que deux articles
ont été omis alors qu'ils auraient dû être transcrits tels quels;
Considérant qu'il y a lieu d'insérer, en erratum, ces deux articles, mot pour mot
identiques, selon la nouvelle numérotation (article 109 bis et 224 bis);
Considérant que d'autres corrections mineures ont également été effectuées;
Vu le protocole d'accord signé par les syndicats en séance du 20 septembre 2013
du Comité Particulier de Négociation;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins en séance du 27 août
2013;
DECIDE
D'approuver le règlement de travail coordonné suivant:


CHAPITRE I: DÉFINITIONS PRÉLIMINAIRES,
  LIEUX DE TRAVAIL, CHAMP D’APPLICATION
  ET GÉNÉRALITÉS

SECTION 1.1: DÉFINITIONS PRÉLIMINAIRES
Article 1 - § 1:Par membre du personnel, il faut entendre: toute personne mise au
travail par l’administration communale de Schaerbeek ou la Commune de
Schaerbeek, indépendamment du fait qu’elle est occupée en qualité d’agent
statutaire nommé à titre définitif ou en stage ou qu’elle est liée par un contrat de
travail, à l’exception du personnel subventionné des établissements communaux
d’enseignement;
§ 2:Par employeur, il faut entendre: celui qui occupe le membre du personnel, soit
l’administration communale de Schaerbeek ou la Commune de Schaerbeek, sise
Place Colignon à 1030 Bruxelles, représentée par son Collège des Bourgmestre et
Echevins, répertoriée à la Banque Carrefour des Entreprises sous le numéro B.C.E.
0207 367 687;


                                            88
§ 3:Par agent statutaire, il faut entendre: tout membre du personnel nommé à titre
définitif et tout membre du personnel nommé en stage;
§ 4:Par agent contractuel, il faut entendre: tout membre du personnel engagé sous
le régime du contrat de travail au sens de la Loi du 3 juillet 1978 sur les contrats de
travail;
§ 5:Par statut, il faut entendre: l’ensemble des règlements arrêtés par le Conseil
communal qui régissent la situation administrative et pécuniaire des membres du
personnel occupés par l’employeur, à l’exception des matières régies par la Loi du
3 juillet 1978 sur les contrats de travail;
§ 6:Par délégué syndical, il faut entendre: le délégué désigné conformément aux
dispositions de la Loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les
autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités, et de
l’ensemble des arrêtés d’exécution d’application en la matière;
§ 7:Par la loi sur le règlement de travail, il faut entendre: la Loi du 8 avril 1965
instituant les règlements de travail et ses modifications ultérieures;
§ 8:Par statut pécuniaire du personnel, il faut entendre: le statut pécuniaire du
personnel du 24 juin 1998 et ses modifications ultérieures;
§ 9:Par usager, il faut entendre: chaque personne qui fait appel aux services
communaux de Schaerbeek.


SECTION 1.2: LIEUX DE TRAVAIL
Article 2:La liste des lieux de travail est reprise en Annexe 1.
Article 3:En principe les heures de travail doivent être prestées sur les lieux de
travail, sauf les déplacements entrant dans le cadre des fonctions du membre du
personnel autorisés par le chef de service ou les cas visés par le présent
règlement. Les autres cas devront faire l’objet d’une dérogation accordée par le
Collège sur la base d’une demande motivée par le chef de service.


SECTION 1.3: CHAMP D’APPLICATION
Article 4:Le présent règlement s’applique à tous les membres du personnel de
l’administration communale de Schaerbeek, en ce compris les titulaires d’un grade
légal, sauf en ce qui concerne les matières réglées par des législations supérieures
ou des réglementations spécifiques. La section 4.3 «Violence, harcèlement sexuel
ou moral au travail» s’applique également aux travailleurs assimilés définis par
l’article 2 de la Loi du 4 août 1996, ainsi qu’aux travailleurs d’une entreprise
extérieure qui exécutent de façon permanente des activités pour l’employeur.
Article 5:Les dispositions qui ne s’appliquent pas à toutes les catégories des
membres du personnel sont mentionnées explicitement, en particulier les
dispositions qui ne sont pas applicables au personnel contractuel qui reste
principalement régi par la Loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail.
Article 6:Chaque membre du personnel contractuel ainsi que les volontaires et les
stagiaires entrant en service reçoivent un exemplaire du présent règlement, qui
leur est opposable moyennant mention sur le contrat de travail individuel conservé
par le Service du Personnel. La remise aux nouveaux membres du personnel
statutaire ainsi qu’aux étudiants se fait contre accusé de réception, comme repris
dans l’Annexe2.
Disposition transitoire:Les membres du personnel statutaire et contractuel, ainsi
que les volontaires, les stagiaires et les étudiants en service lors de l’entrée en
vigueur du présent règlement, sont tenus de signer cet accusé de réception dont
une copie sera conservée dans leur dossier individuel par le Service du Personnel.
Article 7:Le règlement de travail est subordonné au statut administratif et
pécuniaire du personnel.


SECTION 1.4: GÉNÉRALITÉS
Article 8:Dans des cas particuliers, il peut être dérogé au présent règlement pour
les membres du personnel contractuel. Cette dérogation doit faire l’objet d’un
accord écrit entre l’employeur et le membre du personnel. Il ne peut pas être
dérogé à ce règlement pour les membres du personnel statutaire.


CHAPITRE II: LE TEMPS DE TRAVAIL, LE
  CONTRÔLE DES PRÉSENCES ET DU TEMPS
  DE TRAVAIL, LES HEURES

                                           89
    SUPPLÉMENTAIRES ET LA RÉMUNÉRATION

SECTION 2.1: LE TEMPS DE TRAVAIL
Article 9:Le temps hebdomadaire de travail pour un membre du personnel engagé
à temps plein est de 37 heures 30 par semaine et comprend 5 jours de travail, sauf
pour les membres du personnel occupés en tant qu’éducateurs au sein du Service
de l’Instruction publique francophone, pour assurer la surveillance des enfants hors
temps scolaire, pour qui la durée de travail hebdomadaire à temps plein est fixée à
36 heures.
Article 10:S’il y a dépassement de la durée hebdomadaire de travail dans les cas et
conditions prévus par la Loi du 14 décembre 2000 fixant certains aspects de
l’aménagement du temps de travail dans le secteur public, la durée hebdomadaire
de travail devra être respectée en moyenne sur base trimestrielle.
Article 11:Les horaires de travail figurent dans l’Annexe3. Il peut être dérogé aux
horaires mentionnés pour cause de nécessité de service.
Article 12:La pause de mi-journée n’est pas considérée comme temps de travail.
Lorsque le temps de travail par jour excède six heures, il est imposé minimum une
demi-heure de repos.
Article 13:Les jours habituels d’inactivité sont:
    1. les samedis, sauf pour les Gardiens de la Paix, le personnel des
         bibliothèques et les éducateurs de rue;
    2. les dimanches, sauf pour les Gardiens de la Paix et les éducateurs de rue;
    3. les lundis, pour les éducateurs de rue;
    4. les jours de congés légaux et réglementaires ou les jours qui les
         remplacent.


SECTION 2.2: LE CONTRÔLE DES PRÉSENCES
  ET DU TEMPS DE TRAVAIL
Article 14:Chaque membre du personnel devra pointer personnellement ou signer
le registre des présences ou se soumettre à toute autre forme de contrôle
organisée par l’employeur, tant au début qu’à la fin de la prestation journalière et
lorsqu’il s’absente des lieux de travail p.ex. pendant la pause de midi (Annexe 4).
Ces données pourront être consultées sur demande par le membre du personnel
auprès du Service du Personnel.


SECTION 2.3: HEURES SUPPLÉMENTAIRES
Article 15:Par heure supplémentaire, il faut entendre: chaque prestation
exceptionnelle qui dépasse la durée de travail mentionnée dans la section 2.1, à
condition que ces heures soient prestées à la demande de la hiérarchie.
Article 16:En principe les heures supplémentaires donnent lieu à un congé
compensatoire équivalent aux heures supplémentaires effectuées augmenté des
suppléments d’horaire sauf dans le cas où le Collège autorise expressément le
paiement des heures supplémentaires, à condition que le membre du personnel
soit d’accord.
Article 17 - § 1:Les heures supplémentaires accomplies en semaine jusqu’à 22
heures donnent lieu à l’octroi d’un supplément d’horaire de maximum 50%.
§ 2:Les heures supplémentaires accomplies en semaine après 22 heures donnent
lieu à l’octroi d’un supplément d’horaire de maximum 100%.
§ 3:Les heures supplémentaires accomplies les samedis, dimanches et jours fériés
donnent lieu à l’octroi d’un supplément d’horaire de maximum 100%.
Article 18:Le personnel effectuant une garde-neige reçoit en plus un forfait
constitué comme suit:
     •    Les membres du personnel qui assurent la garde de 8h à 20h les lundis,
          mardis, mercredis, jeudis et vendredis, ainsi que ceux qui assurent la garde
          les nuits qui suivent ces jours de 20h à 8h: un forfait de 2h;
     •    Les membres du personnel qui assurent la garde les samedis, dimanches
          et/ou un jour férié de 8h à 20h, ainsi que ceux qui assurent la garde la nuit
          du samedi et la nuit du dimanche ainsi que les nuits qui précèdent et
          suivent les jours fériés de 20h à 8h: un forfait de 4h.
Ces forfaits sont d’application même quand les personnes de garde ne doivent pas
intervenir.
Article 19 - § 1:Le coordinateur d’équipes du service Gardiens de la Paix (secrétaire
administratif), qui assure un rôle de garde durant le week-end, reçoit à titre de


                                           90
compensation de la disponibilité dont il doit faire preuve durant ce week-end, un
forfait de 2 heures quel que soit le nombre d’heures réellement prestées en cas
d’appel.
§ 2:Ce forfait accordé devra être récupéré dans les 3 mois en tenant compte des
impératifs du service.
§ 3:En cas d’appel pendant la période de garde les autres dispositions de cette
section restent d’application.
Article 20:La présente section n’est pas applicable aux membres du personnel
désignés et rémunérés pour l’exercice d’une fonction du niveau A, sauf exception
pour des prestations le week-end ou la nuit revêtant un caractère exceptionnel
(explosion, incendie, effondrement de voirie, émeute,…). Dans d’autres
circonstances, les niveaux A récupèrent une heure pour une heure.


SECTION 2.4: LA RÉMUNÉRATION
Sous-section 2.4.1: Paiement de la rémunération
Article 21:Les membres du personnel sont rémunérés par mois. Pour les membres
du personnel nommés à titre définitif, le paiement de la rémunération s’effectue de
manière anticipée le premier jour ouvrable du mois. Les membres du personnel
statutaire stagiaires et contractuel sont payés le dernier jour ouvrable du mois
durant lequel ils ont effectué leurs prestations.
Article 22:Le traitement prend cours à la date de l’entrée en fonction. Si celle-ci a
lieu au cours du mois, le membre du personnel obtient, pour ce mois, autant de
30èmes du traitement mensuel qu’il reste de jours à courir à partir de celui de
l’entrée en fonction inclusivement. En cas de décès ou d’admission à la retraite, le
traitement du mois en cours, versé par anticipation, reste acquis.
Article 23:L’employeur est dispensé de l’obligation de payer le jour de l’échéance à
la suite d’un cas de force majeure ou cas fortuit, c’est-à-dire tout événement
échappant à la volonté de l’employeur.
Article 24 - §1:Le paiement de la rémunération se fait en principe par virement au
compte bancaire.
A cet effet, chaque membre du personnel doit communiquer au moment de son
engagement le numéro de compte bancaire personnel sur lequel sa rémunération
sera versée.
§ 2:A la demande écrite d’un membre du personnel auprès du service de la
Recette, le paiement de la main à la main reste possible pour faire face à des
situations exceptionnelles.
Sous-section 2.4.2: Montant de la rémunération
Article 25:Le montant de la rémunération est fixé conformément au statut
pécuniaire du personnel.
Article 26:Chaque membre du personnel est tenu de vérifier ses fiches de paie et
de signaler au service des Traitements toute anomalie qu’il constate dans le
montant de sa rémunération. La récupération des montants indûment payés par
l’employeur est organisée de commun accord avec le membre du personnel.
Sous-section 2.4.3: Pécule de vacances
Article 27:Le pécule de vacances est directement payé par l’employeur à
l’ensemble du personnel, selon les articles 48-50 du statut pécuniaire du personnel.


CHAPITRE III: LA CARRIÈRE

SECTION 3.1: L’ACCUEIL
Article 28:Le Service du Personnel informera le nouveau membre du personnel des
règles existantes et de ses droits et devoirs. Le S.I.P.P.T. et la hiérarchie informeront
le nouveau membre du personnel des règles de sécurité à respecter dans l’exercice
de sa fonction.


SECTION 3.2: DROITS ET DEVOIRS DU
  PERSONNEL
Sous-section 3.2.1: Renseignements relatifs à la situation personnelle des membres
du personnel
Article 29 - § 1:Le membre du personnel doit fournir, au moment de son
engagement, à l’employeur tous les renseignements nécessaires à son inscription
au registre du personnel, notamment son identité, son état civil, la composition de
sa famille, sa situation fiscale et son numéro de compte bancaire. Dans ce but, il


                                            91
présentera une copie recto verso de sa carte d’identité et de sa carte SIS et, s’il n’a
pas la nationalité belge, le cas échéant, son autorisation de séjour et son permis de
travail. Le membre du personnel fournira également un extrait du casier judiciaire
en rapport avec la fonction à exercer et une copie de son diplôme ou de
l’équivalence.
§ 2:Il introduira aussi le plus vite possible son attestation de vacances délivrée par
le ou les employeurs pour l’année civile précédant son engagement ou l’année
civile en cours et l’année civile précédente, ainsi que tous les documents utiles
attestant son ancienneté auprès de ses employeurs précédents, afin que son
dossier soit mis à jour.
Article 30:Tout changement des données mentionnées dans l’article 29 doit être
communiqué sans délai et par un écrit signé au département des Ressources
Humaines sur le formulaire qui est prévu à cet effet (Annexe 5).
Article 31:L’employeur, quant à lui, s’engage à respecter la confidentialité des
données.
Sous-section 3.2.2: Exécution du travail
Article 32:Le membre du personnel a l’obligation d’exécuter son travail avec soin,
probité et conscience professionnelle, au temps et au lieu convenu ou déterminé
par l’employeur.
Article 33:Les membres du personnel exercent leurs fonctions loyalement, en
respectant les instructions de leurs supérieurs hiérarchiques. Les dossiers sont
traités objectivement, en tenant compte des éléments qu’ils contiennent, dans un
souci d’efficacité. Les usagers doivent être considérés avec compréhension et sans
discrimination.
Article 34:Une carte de personnel sera faite au moment de l’engagement du
membre du personnel. La photo de cette carte sera disponible sur le réseau interne
conformément à la note de service du 12 mars 2010 reprise dans l’Annexe6.
Article 35:Les membres du personnel ne peuvent exercer aucune autre activité
professionnelle sans autorisation écrite préalable du Collège qui ne peut refuser
l’exercice de ladite activité que si celle-ci est incompatible avec les fonctions du
membre du personnel. D’une manière non-exhaustive, les activités incompatibles
avec les fonctions du membre du personnel sont: des conflits d’intérêt, des
atteintes à l’image de l’administration, des incompatibilités d’horaire.
Toute incapacité de travail suspend l’autorisation pour la durée de cette incapacité.
Sous-section 3.2.3: Secret professionnel et devoir de discrétion
Article 36:Chaque membre du personnel est tenu au respect du devoir de
discrétion relatif à l’ensemble des informations internes et externes dont il aura
connaissance dans l’exercice de sa fonction. Il s’engage à respecter le secret
professionnel, tant au cours du contrat qu’après la cessation de celui-ci.
Article 37:Le traitement informatique des données personnelles implique que ces
données ne puissent être consignées que pour des objectifs nettement définis. Il
sera fait application à cet égard de la Loi du 8 décembre 1992 sur la protection de
la vie privée.
Article 38:Il est formellement interdit aux membres du personnel de divulguer ou
d’utiliser directement ou indirectement ou à leur profit personnel, qu’ils soient
directement ou indirectement obtenus:
     1. les banques de données et logiciels informatiques;
     2. les fichiers d’adresses;
     3. les données personnelles des membres du personnel et de tiers;
     4. les informations confidentielles.
Article 39:Nul ne peut s’exprimer au nom de l’employeur sans avoir obtenu une
autorisation expresse du Collège. Nul ne peut signer un document au nom de
l’employeur sans délégation de signature officielle du Collège.
Article 40:Tout manquement aux obligations de cette sous-section peut entraîner
une mesure disciplinaire pour les membres du personnel statutaire ou être
considéré comme un motif grave justifiant un licenciement immédiat sans préavis
ni indemnité pour les membres du personnel contractuel. L’employeur se réserve le
droit de réclamer des dommages et intérêts, si en raison d’une infraction un
préjudice était causé.
Sous-section 3.2.4: Attitude de neutralité envers le public
Article 41:Les membres du personnel sont invités à faire preuve dans leur
comportement de la plus grande neutralité sur les plans politique, philosophique et
religieux. Ils évitent les attitudes inadaptées qui pourraient nuire à l’image de
l’administration communale. Les paroles, actes ou signes distinctifs qui seraient
contraires à l’esprit de cette disposition sont strictement interdits.
Article 42 - § 1:Les membres du personnel sont tenus de traiter avec politesse,
respect et bienveillance tous les usagers des services communaux et de se
présenter au travail dans une tenue correcte qui ne heurte pas les usagers.
§ 2:Lorsqu’une tenue de travail est fournie par l’employeur, les membres du
personnel sont tenus de la porter et de l’entretenir quand une indemnité a été

                                           92
prévue.
Sous-section 3.2.5: Usage des médias: Téléphone – Fax – Photocopies - Internet
Article 43:Les membres du personnel sont invités à utiliser et à gérer de manière
rationnelle et raisonnable les téléphones, les fax, les connexions Internet et les
messageries mises à leur disposition dans le cadre de leurs fonctions ainsi que les
photocopieuses. Tout usage abusif sera apprécié par le chef de service et peut faire
l’objet de sanctions.
Article 44:Le Règlement du 31 mars 2011 relatif à l’usage de l’outil informatique
dans l’administration communale restera d’application et est repris dans
l’Annexe7.
Sous-section 3.2.6: Restitution des biens de l’employeur
Article 45:Tout membre du personnel est prié de restituer à son supérieur
hiérarchique tout objet (badge, clés, carte du personnel, GSM, ordinateur portable,
appareil photo,…) ou équipement de travail (vêtements ou chaussures de travail,
…) appartenant à l’employeur au plus tard le dernier jour de l’exercice de ses
fonctions.
Sous-section 3.2.7: Discipline
Article 46:Le régime disciplinaire applicable aux membres du personnel statutaire
nommés à titre définitif et aux membres du personnel statutaire stagiaires est régi
par le titre XIV, articles 281 à 317 de la nouvelle Loi communale.
Article 47 - § 1:La procédure disciplinaire est de la compétence du Conseil, du
Collège et du Secrétaire communal. En cas d’urgence, le Secrétaire communal peut
suspendre un membre du personnel de ses fonctions.
§ 2:Les sanctions prévues par la nouvelle Loi communale sont:
1. Sanctions mineures:
     •   l’avertissement;
     •   la réprimande;
2. Sanctions majeures:
     •   la retenue de traitement;
     •   la suspension;
     •   la rétrogradation;
3. Sanctions maximales:
     •   la révocation;
     •   la démission d’office.
Article 48:Les membres du personnel statutaire nommés à titre définitif et les
membres du personnel statutaire stagiaires possèdent un droit de recours auprès
du Conseil d’Etat.
Article 49:Le régime disciplinaire applicable aux membres du personnel engagés
sous le régime de la Loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail est régi par
le Règlement disciplinaire des agents contractuels, approuvé par le Conseil du 15
septembre 1999 et ses modifications ultérieures (Annexe8).
Article 50:Les manquements du membre du personnel aux obligations découlant de
son contrat de travail ou de sa fonction au sein du service, et qui ne constituent
pas des motifs graves de rupture du contrat de travail, pourront être soumis à l’une
des sanctions suivantes:
     1. l’avertissement;
     2. la réprimande;
     3. la retenue sur traitement, limitée à
     •   un maximum d’un cinquième du traitement net;
     •   une durée maximale d’un mois.


SECTION 3.3: RESPONSABILITÉ CIVILE
Article 51:La responsabilité civile extracontractuelle des membres du personnel est
couverte conformément aux dispositions des polices d’assurances souscrites par
l’administration communale de Schaerbeek.


SECTION 3.4: CLAUSE D’ESSAI
Article 52:Il est possible d’imposer une clause d’essai à tout membre du personnel
contractuel qui entre en service. La clause d’essai doit être établie par écrit avant
l’entrée en vigueur du contrat de travail et individuellement pour chaque membre
du personnel.
Article 53:La période d’essai pour les employés ne peut être inférieure à un mois.
Elle ne peut être supérieure respectivement à six mois ou à douze mois, selon que
la rémunération annuelle brute ne dépasse pas ou dépasse le montant déterminé
conformément à l’article 67 § 2 de la Loi du 3 juillet 1978 sur les contrats de travail.
Article 54:Pour les ouvriers, la durée de la période d’essai est de 14 jours


                                            93
maximum.
Article 55:Pendant la période d’essai, les délais de préavis raccourcis prévus par la
loi sont d’application. Pour les ouvriers, les clauses de préavis réduits durant les
premiers 6 mois d’activité ininterrompue sont d’application pour autant que cela
soit spécifié dans le contrat de travail.
Article 56 - § 1:Conformément aux dispositions du Règlement sur le recrutement du
personnel la durée du stage statutaire est fixée uniformément, pour tous les
niveaux à un an. Cette période peut être prolongée au maximum de deux périodes
de six mois sur proposition du Collège.
§ 2:Le stagiaire qui ne satisfait pas aux exigences du service ou qui échoue aux
épreuves de fin de stage est licencié moyennant un préavis de trois mois, soit à
l’expiration du stage, soit au cours de celui-ci. S’il avait déjà la qualité de membre
du personnel communal, il est réaffecté à son emploi précédent ou à tout autre
emploi équivalent.


CHAPITRE IV: BIEN-ÊTRE AU TRAVAIL

SECTION 4.1: PRÉVENTION ET PROTECTION AU
  TRAVAIL ET SURVEILLANCE DE SANTÉ DES
  MEMBRES DU PERSONNEL
Article 57:Les membres du personnel doivent se conformer aux directives
générales édictées par l’employeur ou par les personnes mandatées par celui-ci.
Sous-section 4.1.1: Examens médicaux relatifs à l’analyse des risques encourus par
les membres du personnel
Article 58:Tout membre du personnel est tenu de se présenter à toute convocation
du médecin de travail afin de subir les examens médicaux suivants:
- examen médical d’embauche (aptitude à la fonction);
- examen périodique;
- examen dans le cadre du travail sur écran;
- examen en vue de l’obtention d’une sélection médicale;
- examen dans le cadre de la protection de la maternité;
- examen de reprise après une période d’incapacité de travail;
- examen demandé par le membre du personnel.
Il est fait application des dispositions légales relatives à la surveillance de santé du
travailleur.
Article 59:Si le membre du personnel ne peut se présenter à la date ou l’heure
convenue pour le rendez-vous, il est prié de prendre contact le plus rapidement
possible avec le S.I.P.P.T. afin d’obtenir une nouvelle convocation. A défaut de
respecter cette obligation, le membre du personnel s’expose à une sanction
disciplinaire.
Sous-section 4.1.2: Vêtements de travail et équipements de protection
Article 60:Les membres du personnel sont obligés d'utiliser tous les vêtements ou
équipements de protection individuelle nécessaires à l’exécution de leurs tâches.
Ils sont tenus d’avertir leur supérieur hiérarchique de tout danger susceptible de
porter atteinte à la sécurité et de signaler tout matériel défectueux. Tout
manquement à cette obligation donnera lieu à une sanction disciplinaire.
Sous-section 4.1.3: Entretien, nettoyage, désinfection, décontamination, réparation
et renouvellement des équipements de protection individuelle
Article 61:L’employeur doit assurer à ses frais l’entretien en bon état d’usage, le
nettoyage, la désinfection, la décontamination, la réparation et le renouvellement,
en temps utile, pour assurer le bon fonctionnement des équipements de protection
individuelle.
Sous-section 4.1.4: Interdictions relatives au tabac et à l’alcool
Article 62:Il est strictement interdit de fumer à l’intérieur des bâtiments et
véhicules communaux.
Article 63:Tout membre du personnel peut bénéficier d’une pause de 10 minutes
par demi-journée de travail. Chaque service organise les pauses en tenant compte
des besoins du service. Les membres du personnel peuvent aller fumer à l’air libre
exclusivement durant ces temps de pause. Ils veillent à ce que cela n’engendre
aucune nuisance envers leurs collègues ou le public.
Article 64:Il est interdit d’apporter ou de consommer sur les lieux de travail des
boissons alcoolisées et des substances psychotropes (sauf pour des raisons
médicales). Une dérogation pour les boissons alcoolisées peut être obtenue en
accord avec le chef de service pour des circonstances particulières. Les membres
du personnel doivent être capables de reprendre leur travail correctement après


                                            94
cet événement, comme en cas de consommation d’alcool pendant l’heure de table.
Sous-section 4.1.5: Conduite de véhicules ou machines
Article 65:Tout membre du personnel qui, de par sa fonction, est responsable de la
conduite de véhicules ou machines, doit être détenteur d’un permis adéquat et doit
signaler à son employeur tout retrait ou changement de sa situation.
Article 66:Tous les membres du personnel qui, de par leur fonction, sont
responsables de la conduite de véhicules ou machines doivent s’abstenir, durant
les heures de service et les temps de repos, de consommer des boissons
alcoolisées ou des substances psychotropes. Tout manquement à cette obligation
donnera lieu à une sanction disciplinaire.
Article 67:Ils sont obligés d’informer leur supérieur hiérarchique ou le médecin du
travail de la prise de médicaments pouvant rendre périlleuse la conduite de
véhicules ou machines. Tout manquement à cette obligation donnera lieu à une
sanction disciplinaire.
Article 68:L’utilisation du véhicule ou des machines en dehors des missions
imposées par l’employeur est formellement interdite et est passible de sanctions.
L’usage à titre privé est strictement interdit.
Article 69:Tous les membres du personnel responsables de la conduite de véhicules
doivent immédiatement avertir leur supérieur hiérarchique des amendes qui leur
sont infligées durant les missions imposées par l’employeur. Ils sont, en outre,
tenus de s’en acquitter dans les délais prescrits.
Article 70:Tous les membres du personnel responsables de la conduite de véhicules
doivent immédiatement avertir leur supérieur hiérarchique des accidents qui leur
sont arrivés durant les missions imposées par l’employeur. Si la police ne fait pas
de constatations sur le lieu, le membre du personnel est autorisé à remplir les
formulaires officiels.
Article 71:Tous les membres du personnel responsables de la conduite de véhicules
sont tenus de respecter le code de la route. De manière plus particulière, il est
évident que les comportements suivants sont proscrits:
    1. usage du GSM au volant;
    2. mise en difficulté d’usagers plus faibles (piétons, cyclistes);
    3. franchissement délibéré d’un feu orange ou rouge;
    4. stationnement irrégulier;
    5. utilisation des couloirs réservés aux transports en commun;
    6. abandonner son véhicule à l’arrêt, moteur tournant ou en laissant les clés à
         l’intérieur;
    7. vitesse inadaptée;
    8. utilisation abusive du gyrophare orange;
    9. conduire sans permis;
    10. conduire en état d’ébriété.


SECTION 4.2: PREMIERS SOINS ET BOÎTES DE
  SECOURS
Article 72:Une boîte de secours se trouve aux endroits repris dans l’Annexe 9.
Article 73:Les secouristes opérationnels à ce jour sont repris dans l’Annexe 10.


SECTION 4.3: VIOLENCE, HARCÈLEMENT
  SEXUEL OU MORAL AU TRAVAIL
Sous-section 4.3.1: Dispositions générales
Article 74:Chaque membre du personnel doit prendre soin selon ses possibilités de
sa sécurité et de sa santé ainsi que de celle des autres personnes concernées du
fait de ses actes ou des omissions au travail, conformément à sa formation et aux
instructions de son employeur.
Article 75:Les membres du personnel doivent participer positivement à la politique
de prévention mise en œuvre dans le cadre de la protection des membres du
personnel contre la violence et le harcèlement moral ou sexuel au travail.
Article 76:Les membres du personnel et l’employeur doivent aussi s’abstenir de
tout acte de violence ou de harcèlement moral ou sexuel au travail. Ils doivent
également s’abstenir d’utiliser la procédure de la sous-section 4.3.3 de manière
abusive, c’est-à-dire l’utiliser à d’autres fins que celles prévues par la Loi du 11 juin
2002 relative à la protection contre la violence et le harcèlement moral ou sexuel
au travail.
Sous-section 4.3.2: Définitions
Article 77:En référence à la Loi du 4 août 1996 relative au bien-être des travailleurs
lors de l’exécution de leur travail, on entend par:


                                             95
§ 1:Violence au travail: chaque situation de fait où un membre du personnel ou une
autre personne à laquelle le chapitre Vbis de la Loi du 4 août 1996 est
d'application, est menacé ou agressé psychiquement ou physiquement lors de
l'exécution du travail;
§ 2:Harcèlement moral au travail: plusieurs conduites abusives similaires ou
différentes, externes ou internes à l'entreprise ou l'institution, qui se produisent
pendant un certain temps, qui ont pour objet ou pour effet de porter atteinte à la
personnalité, la dignité ou l'intégrité physique ou psychique d'un membre du
personnel ou d'une autre personne à laquelle le chapitre Vbis de cette Loi est
d'application, lors de l'exécution de son travail, de mettre en péril son emploi ou de
créer un environnement intimidant, hostile, dégradant, humiliant ou offensant et
qui se manifestent notamment par des paroles, des intimidations, des actes, des
gestes ou des écrits unilatéraux. Ces conduites peuvent notamment être liées à la
religion ou aux convictions, au handicap, à l'âge, à l'orientation sexuelle, au sexe, à
la race ou l'origine ethnique;
§ 3:Harcèlement sexuel au travail: tout comportement non désiré verbal, non
verbal ou corporel à connotation sexuelle, ayant pour objet ou pour effet de porter
atteinte à la dignité d'une personne ou de créer un environnement intimidant,
hostile, dégradant, humiliant ou offensant.
Sous-section 4.3.3: Procédure
Article 78:La présente procédure applique les dispositions de la Loi du 4 août 1996
relative au bien-être des travailleurs lors de l’exécution de leur travail, modifiée par
la Loi du 10 janvier 2007, et de l’Arrêté Royal du 17 mai 2007 relatif à la prévention
de la charge psychosociale occasionnée par le travail dont la violence, le
harcèlement moral ou sexuel au travail.
Article 79:Le membre du personnel peut aller trouver un supérieur hiérarchique ou
s’adresser au Département des Ressources Humaines. Toute personne qui s’estime
victime de violence, de harcèlement moral ou sexuel au travail peut s’adresser
directement à la personne de confiance ou au conseiller en prévention psychologue
externe.
Article 80:La liste des personnes de confiance et des conseillers en prévention
compétents du service externe figurent en Annexe 11.
2. Procédure interne
Article 81 - § 1:La personne de confiance reçoit le membre du personnel qui
s’adresse à elle dans un délai de huit jours calendrier après le premier contact.
Lorsque le plaignant contacte le conseiller en prévention par téléphone, un
questionnaire lui est transmis. Dès réception de celui-ci, le conseiller en prévention
reçoit le plaignant dans un délai de huit jours calendrier. Ils l’informent de la
possibilité de chercher une solution dans un cadre informel, au moyen d’une
intervention auprès d’un membre de la ligne hiérarchique ou d’une conciliation
avec la personne en cause. La personne de confiance et le conseiller en prévention
agissent uniquement avec l’accord du membre du personnel. La procédure de
conciliation exige l’accord des deux parties.
§ 2:Si le membre du personnel ne souhaite pas qu’une solution informelle soit
trouvée, refuse de mettre un terme à la procédure, si la conciliation ou
l’intervention ne débouchent pas sur une solution ou si les faits subsistent
ultérieurement, le membre du personnel peut déposer une plainte motivée auprès
de la personne de confiance ou du conseiller en prévention spécialisé dans les
aspects psycho-sociaux.
§ 3:Le membre du personnel peut uniquement soumettre une plainte motivée si,
préalablement au dépôt de cette plainte motivée, il s’est entretenu
personnellement avec la personne de confiance ou le conseiller en prévention
spécialisé dans les aspects psycho-sociaux. Cet entretien personnel doit avoir lieu
dans les huit jours calendrier à compter du moment où le membre du personnel a
fait part de sa volonté de déposer une plainte motivée.
Article 82:La plainte motivée est un document signé et daté par le membre du
personnel qui, outre la demande à l’employeur de prendre les mesures qui
s’imposent pour mettre un terme à la situation, comporte les données suivantes:
     1. la description précise des faits qui, d’après le plaignant, constituent de la
         violence, du harcèlement moral ou sexuel au travail;
     2. le lieu et les dates où chacun de ces faits se sont produits;
     3. l’identité de la personne mise en cause.
Article 83:Le membre du personnel reçoit une copie de la plainte motivée signée
par la personne de confiance ou le conseiller en prévention spécialisé dans les
aspects psycho-sociaux. Cette copie fait office d’accusé de réception et indique que
l’entretien personnel a eu lieu.
Article 84:Lorsque la personne de confiance reçoit la plainte motivée, elle l’envoie
immédiatement au conseiller en prévention spécialisé dans les aspects psycho-
sociaux par courrier recommandé.
Article 85 - § 1:Le conseiller en prévention spécialisé dans les aspects psycho-

                                            96
sociaux communique le plus rapidement possible à la personne mise en cause les
faits qui lui sont reprochés, reçoit les protagonistes, témoins et autres personnes,
qu’il juge utiles, et examine en toute impartialité la plainte motivée.
§ 2:La personne mise en cause et les témoins reçoivent une copie de leur
déclaration.
§ 3:Dès que le conseiller en prévention reçoit une plainte motivée, il informe
l'employeur, représenté en la personne du Secrétaire Communal, par courrier
recommandé portant la mention «personnel et confidentiel», de la protection dont
bénéficie le membre du personnel qui a déposé une plainte motivée au titre de
l’article 32 tredecies de la Loi du 4 août 1996 et modifié par l’article 13 de la Loi du
10 janvier 2007 et communique à l’employeur l’identité de ce dernier. Il donne un
avis écrit reprenant les éléments suivants:
     1. le résumé des faits;
     2. le cas échéant, le résultat de la tentative de conciliation;
     3. pour autant que la situation le permette, un avis motivé sur la possibilité,
          ou non, de considérer ces faits comme des actes de violence, de
          harcèlement moral ou sexuel au travail ou comme des faits d’une autre
          nature qui entraînent une contrainte psychosociale due au travail;
     4. l’analyse des causes primaires, secondaires et tertiaires des faits;
     5. les mesures qui doivent être prises pour mettre un terme à la situation
          problématique;
     6. les autres mesures de prévention à appliquer.
§ 4:Cet avis est transmis à l’employeur dans un délai de trois mois à dater du dépôt
de la plainte motivée. Ce délai peut être prorogé de trois mois à plusieurs reprises,
pour autant que le conseiller en prévention puisse à chaque fois justifier cette
prolongation et en communique par écrit les motifs à l’employeur et au membre du
personnel à l’origine de la plainte motivée.
§ 5:Dans tous les cas, l’avis doit être remis au plus tard douze mois après le dépôt
de la plainte motivée.
Article 86 - § 1:L’employeur informe le plaignant et la personne mise en cause des
différentes mesures qu’il envisage de prendre.
§ 2:Si ces mesures sont susceptibles de modifier les conditions de travail du
membre du personnel, l’employeur lui remet une copie de l’avis du conseiller en
prévention visé à l’article 28 de la Loi du 10 janvier 2007, à l’exception des
propositions en rapport avec les mesures de prévention collectives et entend ce
membre du personnel, lequel peut se faire assister pendant cet entretien.
§ 3:L’employeur communique au membre du personnel qui envisage d’intenter une
action judiciaire une copie de l’avis du conseiller en prévention visé à l’article 28 de
la loi, à l’exception des propositions de mesures de prévention collectives.
Article 87:Le membre du personnel d'une entreprise extérieure qui estime être
l'objet de violence ou de harcèlement moral ou sexuel au travail de la part d'un
membre du personnel d'un employeur dans l'établissement duquel il exécute de
façon permanente des activités peut faire appel à la procédure interne de
l'employeur auprès duquel ces activités sont exécutées. Lorsque des mesures de
prévention individuelles doivent être prises vis-à-vis d'un membre du personnel
d'une entreprise extérieure, l'employeur chez qui sont exécutées les activités de
façon permanente prendra tous les contacts utiles avec l'employeur de l'entreprise
extérieure pour que les mesures puissent effectivement être mises en œuvre.
Article 88:Les membres du personnel doivent pouvoir consulter la personne de
confiance ou le conseiller en prévention spécialisé dans les aspects psycho-sociaux
pendant les heures de travail. Le temps passé lors de la consultation de la
personne de confiance ou du conseiller en prévention est inclus dans le temps de
travail, et les frais de déplacement sont à charge de l’employeur.
Article 89:Si les faits de violence, de harcèlement moral ou sexuel au travail
subsistent après l’entrée en vigueur des mesures ou si l’employeur néglige de
prendre les mesures qui s’imposent, le conseiller en prévention s’adresse, après
avoir obtenu l’accord du plaignant, aux fonctionnaires chargés de la surveillance de
la loi, le Service Contrôle du Bien-être au Travail.
Article 90:Aussi bien le plaignant que la personne mise en cause a le droit d’être
assisté par un collègue ou par un délégué syndical tout au long de la procédure.
Article 91:La personne qui s’estime victime aura à tout moment le droit:
     1. de s’adresser directement au Contrôle du Bien-être au Travail;
     2. de s’adresser directement à l’Auditorat du travail;
     3. d’intenter une procédure en cessation devant le Tribunal du travail et, le
          cas échéant, de demander des dommages et intérêts.
2. Procédure externe
Article 92:Le membre du personnel qui estime être l’objet de violence ou de
harcèlement moral ou sexuel au travail peut s’adresser au fonctionnaire chargé de
la surveillance de la loi sur le bien-être au travail, lequel examinera si l’employeur
respecte les dispositions de ce règlement ainsi que ses modalités d’exécution.

                                            97
Article 93:Toute personne qui justifie d’un intérêt peut intenter une procédure
compétente pour faire respecter les dispositions de cette législation et peut exiger,
en particulier, le remboursement de dommages-intérêts. Si le tribunal du travail
constate que l’employeur a lancé une procédure en vue du traitement d’une plainte
motivée et que cette procédure peut être appliquée dans le respect de la loi, il
peut, si le membre du personnel s’adresse directement à lui, intimer à ce dernier
d’appliquer la procédure susmentionnée. Dans ce cas, le traitement de l’affaire est
suspendu jusqu’à la fin de cette procédure.
Sous-section 4.3.4: Registre d’actes de violence extérieure, de harcèlement moral
ou sexuel au travail
Article 94:L’employeur, représenté par le conseiller en prévention interne, notera
dans un registre des actes de violence au travail et les déclarations des membres
du personnel qui estiment être victimes d’actes de violence, de harcèlement moral
ou sexuel au travail d’origine externe à l’entreprise.
Article 95:Le conseiller en prévention interne pourra aider la personne à remplir sa
déclaration. Il centralisera les déclarations dans le registre et il en enverra un
exemplaire au conseiller en prévention psychologue, l’autre au déclarant.
Article 96:Chaque déclaration fera l’objet d’une analyse des risques par le
conseiller en prévention interne sur base de laquelle l’employeur proposera des
mesures de prévention et de soutien adéquates au Comité de base S.I.P.P.T.
Article 97:Seul l’employeur, le conseiller en prévention spécialisé dans les aspects
psycho-sociaux et la personne de confiance ont accès à ce registre. Il est mis à la
disposition du fonctionnaire chargé de la surveillance.
Article 98:L’employeur conserve les déclarations sur les faits reprises dans le
registre, et ce pendant cinq ans à compter de la date où le membre du personnel a
fait consigner ces déclarations.
Article 99:Les étapes telles que décrites dans la présente procédure n’excluent pas
celles qui sont d’usage pour l’examen des problèmes rencontrés sur le lieu de
travail. Les membres du personnel peuvent également s’adresser à leurs
supérieurs, à la ligne hiérarchique, au département des Ressources Humaines, etc.
Article 100:Le formulaire d’enregistrement d’une plainte pour violence ou
harcèlement d’origine externe figure en Annexe 12.


CHAPITRE V: LA CESSATION DES FONCTIONS

SECTION 5.1: POSSIBILITÉS DE CESSATION
Article101:Entraînent la cessation des fonctions des membres du personnel:
    1.  le décès;
    2.  la mise à la retraite;
    3.  la démission;
    4.  le licenciement du membre du personnel contractuel;
    5.  le licenciement du membre du personnel statutaire en stage;
    6.  la démission d’office ou la révocation de l’agent statutaire suite à une
        procédure disciplinaire;
    7. l’absence injustifiée après mise en demeure de reprendre le travail.


SECTION 5.2: LA DÉMISSION
Article 102:Le membre du personnel peut présenter sa démission au Conseil ou au
Collège pour les grades où ce dernier a obtenu délégation du Conseil. La démission
est présentée soit par remise contre accusé de réception au Secrétaire communal,
soit par lettre recommandée, soit par exploit d’huissier.
Article 103:Il est mis fin à la collaboration conformément aux dispositions légales
concernant la durée et les délais de préavis tels que prévus par la Loi du 3 juillet
1978 relative aux contrats de travail.


SECTION 5.3: LE LICENCIEMENT
Article 104:Il est mis fin à la collaboration conformément aux dispositions légales
concernant la durée et les délais de préavis tels que prévus par la Loi du 3 juillet
1978 relative aux contrats de travail.


SECTION 5.4: L’ABANDON DE POSTE
Article 105:Le membre du personnel reçoit une mise en demeure lorsque sans


                                           98
motif valable, il reste pendant plus de cinq jours ouvrables en absence injustifiée.
Sept jours après cette mise en demeure une deuxième lettre recommandée sera
envoyée. A défaut de justification valable dans les trois jours qui suivent (le cachet
de la poste faisant foi), cette absence entraînera la cessation des fonctions
immédiate sans préavis, ni indemnité, motivée par l’abandon de poste.


SECTION 5.5: LES MOTIFS GRAVES
Article 106 - § 1:Sans préjudice du pouvoir d’appréciation souverain du juge, les
faits/actes suivants pourront notamment être considérés comme motif grave
rendant immédiatement et définitivement impossible toute collaboration
professionnelle, sans que la présente liste puisse être considérée comme
exhaustive:
1. Les absences injustifiées;
2. Le refus d’exécuter le travail confié et tout acte manifeste d’insubordination;
3. Le non-respect des règles élémentaires de sécurité;
4. La négligence grave et répétitive;
5. Le fait d’effectuer un travail pendant une période d’incapacité couverte par un
certificat médical;
6. Le fait de se livrer à des voies de fait;
7. La dissimulation d’erreurs;
8. Le vol;
9. Le refus de se soumettre à un examen de contrôle médical;
10. Tout fait contraire aux bonnes mœurs;
11. L’attitude déplacée à l’égard des usagers des services communaux;
12. L’utilisation abusive du badge ainsi que l’utilisation abusive du badge d’un
collègue;
13. L’utilisation d’un véhicule appartenant à l’employeur en dehors des missions
imposées par le service;
14. Tout manquement au secret professionnel ou au devoir de discrétion comme
repris dans la sous-section 3.2.3;
15. Le fait de quitter son lieu de travail en cours de journée sans en informer
préalablement sa hiérarchie.
§ 2:Si, eu égard aux circonstances précises dans lesquelles les faits se sont produits
ainsi qu’aux conséquences de ces faits, le caractère de gravité n’était pas retenu
par le Collège, ces fautes n’en demeureraient pas moins passibles de sanctions.


CHAPITRE VI: LES CONGÉS ET DISPENSES DE
  SERVICE

SECTION 6.1: DISPOSITIONS GÉNÉRALES
Article 107:Chaque section du présent chapitre indique le champ d’application.
Article 108 - § 1:Par jour ouvrable, il faut entendre: le jour où le membre du
personnel est tenu de travailler en vertu du régime de travail qui lui est imposé.
§ 2:Par dispense de service, il faut entendre: l’autorisation accordée par les
règlements en vigueur ou par défaut par le Collège au membre du personnel de
s’absenter pendant les heures de service pour une durée déterminée avec maintien
de tous ses droits.
Article 109:Le membre du personnel ne peut s’absenter de son service que s’il a
obtenu au préalable un congé ou une dispense de service, sauf en cas de force
majeure et dans les conditions que le chef de service détermine.
Article 109 bis:Hormis les cas de congé prescrits par ordonnance médicale,
conformément aux dispositions réglementaires, les congés excédant la durée fixée
par le présent règlement ne sont accordés qu’avec privation de traitement.Sans
préjudice de l’application éventuelle d’une peine disciplinaire ou d’une mesure
administrative, le membre du personnel qui s’absente sansautorisation ou dépasse
sans motif valable le terme de son congé ou reste en défautde justifier valablement
son congé ou de se soumettre aux contrôles prévus ou s’abstient sans motif admis
par l’autorité compétente d’exercer tout ou partie de ses prestations normales et
régulières, même s’il est présent au service, se trouve de plein droit en non-activité
sans traitement. Dans cette position, il perd ses titres à l’avancement dans son
échelle de traitement sauf disposition contraire. Le membre du personnel ne peut
faire valoir ses titres à la promotion pendant la durée de son absence irrégulière, ni
recevoir une promotion ou un changement de grade, ni obtenir une mutation à sa
demande. Le présent article n’est pas applicable au personnel engagé par contrat
de travail.

                                           99
Article 110:Pour toute demande de congé annuel, compensatoire, de circonstances
et de récupération, le membre du personnel doit rentrer un bon de congé.


SECTION 6.2: CONGÉ ANNUEL DE VACANCES
  ET JOURS FÉRIÉS
Sous-section 6.2.1: Champ d’application
Article 111:Cette section s’applique aux membres du personnel statutaire nommés
à titre définitif, aux membres du personnel statutaire en stage et aux membres du
personnel liés par un contrat de travail.
Sous-section 6.2.2: Congé annuel de vacances
Article 112:Pour les membres du personnel statutaire en stage et les membres du
personnel liés par un contrat de travail, le régime des congés du privé s’applique
jusqu’à la nomination définitive. 20 jours du congé annuel sont considérés comme
congé légal.
Article 113 - § 1:Le membre du personnel a droit à un congé annuel de vacances
dont la durée est fixée comme suit selon l’âge:
     •   moins de 45 ans: 20 + 6 jours ouvrables;
     •   de 45 à 49 ans: 20 + 7 jours ouvrables;
     •   de 50 à 54 ans: 20 + 8 jours ouvrables;
     •   de 55 à 59 ans: 20 + 9 jours ouvrables;
     •   de 60 à 61 ans: 20 + 10 jours ouvrables;
     •   à 62 ans: 20 + 11 jours ouvrables;
     •   à 63 ans: 20 + 12 jours ouvrables;
     •   de 64 à 65 ans: 20 + 13 jours ouvrables.
§ 2:Pour la détermination de la durée du congé, l’âge pris en considération est celui
atteint pendant l’année civile concernée. Toute période d’activité de service donne
droit au congé annuel de vacances à due concurrence. Le congé annuel d’un
membre du personnel engagé par contrat de travail est toutefois calculé en
fonction des prestations de l’année précédente.
Article 114:Les membres du personnel non enseignant (employé et ouvrier) et du
personnel des prégardiennats et de l’Inspection Médicale Scolaire (puéricultrices et
infirmières) de la division Instruction publique francophone ont droit à un congé
annuel de vacances dont la durée par catégorie de personnel est fixée comme suit:
     1. pour les secrétaires d’écoles primaires, concierges, ménagères, aides-
         ménagères et nettoyeuses, ainsi que pour les puéricultrices et infirmières
         des prégardiennats et de l’I.M.S.:
         ◦ - un mois (juillet/août) 20 jours
         ◦   - une semaine pour Noël et Pâques 10 jours
         ◦ - une semaine sur les deux du congé de détente 5 jours
    2.   pour le Service de l’Inspection de l’Enseignement :
         ◦   - du 10 juillet au 16 août 25 jours
         ◦   - les congés de détente 10 jours
         ◦   - Noël et Pâques 20 jours
         ◦ - les mercredis après-midi 20 jours
Article 115:Le congé annuel de vacances est assimilé à une période d’activité de
service. Il est pris au choix du membre du personnel dans le respect des nécessités
du service. Si le congé est fractionné, il doit comporter une période continue d’au
moins deux semaines, sauf demande contraire du membre du personnel. Une
période continue de vacances d’une semaine doit, en tout cas, être assurée.
Article 116:Le congé de vacances est réduit à due concurrence, lorsqu’un membre
du personnel est entré en service dans le courant de l’année, démissionne de ses
fonctions, est engagé pour effectuer des prestations incomplètes ou a obtenu au
cours de l’année l’un des congés ou l’une des absences mentionnés ci-après:
     1. les congés visés aux articles 182 et 183 du présent règlement;
     2. le congé pour interruption de la carrière professionnelle;
     3. les absences pendant lesquelles le membre du personnel est placé dans la
         position administrative de non-activité ou de disponibilité;
     4. les congés pour des motifs impérieux d’ordre familial;
     5. les congés pour prestations réduites pour convenances personnelles;
     6. les prestations réduites pour raisons médicales.
Si le nombre de jours de congé ainsi calculé ne forme pas un nombre entier, il est
arrondi à l’unité immédiatement supérieure. Pour le calcul de la durée du congé
annuel de vacances accordé au personnel engagé par contrat de travail, les
périodes d’absence causées par le congé parental visé à l’article 34 et par des
congés accordés en vue de la protection de la maternité par les articles 39, 41,


                                            100
41bis, 42 et 43 de la Loi du 16 mars 1971 sur le travail sont considérées comme
des périodes d’activité de service au sens de l’alinéa 1er. Pour le calcul de la durée
du congé annuel de vacances accordé au personnel engagé par contrat, les
périodes d’absence pour congé de paternité et d’adoption accordées par l’article
30 § 2 et l’article 30ter de la Loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail
sont considérées comme des périodes d’activité de service au sens de l’alinéa 1er.
Article 117 - § 1:Si par suite des nécessités du service, le membre du personnel n’a
pas pu prendre tout ou une partie de son congé annuel de vacances avant la
cessation définitive de ses fonctions, il bénéficie d’une allocation compensatoire
dont le montant est égal au dernier traitement d’activité du membre du personnel
afférent aux jours de congé non pris. Si le membre du personnel perd sans préavis
la qualité du membre du personnel et si suite à ce départ avec effet immédiat, il
n’a pu prendre tout ou une partie de son congé annuel de vacances, il a alors
également droit à une allocation compensatoire dont le montant est égal au dernier
traitement d’activité du membre du personnel afférent aux jours de congé non pris.
Pour l’application du présent paragraphe, le traitement à prendre en considération
est celui qui est dû pour des prestations complètes, en ce compris éventuellement
l’allocation de foyer ou de résidence et l’allocation pour l’exercice d’une fonction
supérieure.
§ 2:Si, pour des raisons de service, le membre du personnel n’a pu épuiser son
congé annuel au 31 décembre, il est autorisé à prendre le solde de son congé
annuel au plus tard le 30 avril de l’année suivante, à l’exception des congés légaux
pour le personnel contractuel.
Article 118:Chaque service désigne les personnes responsables habilitées à
accorder les jours de congés.
Article 119 - § 1:Pour les congés de 3 jours ou moins, la demande doit être
introduite au minimum 3 jours ouvrables avant la prise de congés effective, sauf
exception dûment justifiée. Pour les congés de plus que 3 jours, la demande doit
être introduite au moins un mois avant la prise de congés effective, sauf exception
dûment justifiée.
§ 2:Les responsables sont tenus de planifier les congés annuels de leurs
collaborateurs pour les périodes de congés d’une semaine ou plus, ainsi que pour
les périodes de congés scolaires, en veillant à garantir la continuité du service et
l’équité entre collaborateurs. A cet effet, ils indiquent les dates pour lesquelles les
demandes de congé relatives à ces périodes doivent être introduites. Pour autant
que cela fasse l’objet d’une concertation, le délai mentionné en § 1 peut être
allongé dans les services où les horaires des membres du personnel doivent être
planifiés (travail en équipe, organisation de permanences…). Les demandes
introduites après ne seront pas prioritaires.
Article 120:Une réponse à toute demande de congé doit être donnée dans un délai
de 24h pour les congés de 3 jours ou moins et dans un délai raisonnable, compte
tenu de la date de la demande et de la durée du congé, dans les autres cas. Tout
refus d’octroi de congé annuel doit être motivé par écrit.
Article 121:Il est tenu dans chaque service une feuille de congé pour chaque
membre du personnel. Tous les congés et absences doivent y être mentionnés.
Article 122:Le membre du personnel absent pour cause de maladie ou d’infirmité
ne peut obtenir des vacances au cours de cette absence.
Article 123:Les absences sollicitées immédiatement après une période d’absence
pour cause de maladie ou d’infirmité ne peuvent pas être accordées si cette
demande tend à éluder l’application des dispositions relatives à la mise en
disponibilité pour maladie. Par ailleurs, tout congé annuel ne sera accordé qu’après
une reprise de travail effective de minimum un jour, à l’exception du membre du
personnel qui a déjà obtenu un congé avant d’être en congé de maladie.
Article 124 - § 1:Un congé de maladie régulièrement justifié par un certificat
médical interrompt automatiquement les vacances dont bénéficiait le membre du
personnel au moment où s’est déclarée la maladie. Le malade est à ce moment
soumis aux prescriptions relatives au contrôle des congés de maladie, où qu’il se
trouve.
§ 2:La même règle est d’application pour les congés de circonstances pris au cours
de vacances, à condition que l’autorité hiérarchique soit immédiatement informée
de l’événement et que les attestations requises soient fournies dans les plus brefs
délais.
§ 3:Dans chaque cas, une nouvelle autorisation est nécessaire au membre du
personnel qui désire disposer du solde de ses congés de vacances.
Sous-section 6.2.3: Jours fériés
Article 125 - § 1:Les membres du personnel sont en congé les jours fériés légaux, à
savoir:
     •   le jour de l’An (le premier janvier);
     •   le lundi de Pâques;
     •   la Fête du Travail (le premier mai);

                                          101
     •   l’Ascension;
     •   le lundi de Pentecôte;
     •   la Fête Nationale (le 21 juillet);
     •   l’Assomption (le 15 août);
     •   la Toussaint (le premier novembre);
     •   l’Armistice (le 11 novembre);
     •   la Noël (le 25 décembre).
§ 2:Les membres du personnel sont également en congé les jours réglementaires
suivants:
     •   le 2 janvier après-midi;
     •   l’Armistice (le 8 mai);
     •   le jour des morts (le 2 novembre);
     •   la fête du Roi (le 15 novembre);
     •   le deuxième jour de Noël (le 26 décembre);
     •   un jour de congé est en outre accordé à l’occasion des fêtes des
         communautés, à prendre au choix du membre du personnel.
§ 3:Les membres du personnel obligés de travailler à titre exceptionnel ou en vertu
du régime de travail qui leur est applicable l’un des jours mentionnés au § 1er ou §
2ème, reçoivent un congé de récupération à 200% qui peut être pris aux mêmes
conditions que le congé annuel de vacances.
§ 4:Par dérogation aux dispositions précédentes, le Collège peut soit fixer chaque
année les dates auxquelles doivent être pris certains ou tous les jours de congé de
compensation pour les jours fériés qui coïncident avec un samedi ou un dimanche,
soit autoriser les membres du personnel à choisir librement mais compte tenu des
nécessités du service un autre jour de remplacement. Les membres du personnel
obligés de travailler à ces dates, reçoivent un congé de récupération à 200% qui
peut être pris aux mêmes conditions que le congé annuel de vacances.
§ 5:Les congés visés au présent article sont assimilés à une période d’activité de
service. Toutefois, si le membre du personnel est en congé le jour férié pour un
autre motif, ou s’il est en disponibilité ou en non-activité, sa position administrative
reste fixée conformément aux dispositions réglementaires qui lui sont applicables
en raison de cet autre motif d’absence.


SECTION 6.3: CONGÉS DE MALADIE OU
  D’INFIRMITÉ
Sous-section 6.3.1: Champ d’application
Article 126:Cette section s’applique aux membres du personnel statutaire nommés
à titre définitif. Il s’applique également aux membres du personnel statutaire en
stage et aux membres du personnel liés par un contrat de travail, à l’exception des
sous-sections 6.3.3 et 6.3.4.
Article 127:Le respect des dispositions de la présente section ne dispense en
aucune manière du respect des règles régissant l’intervention de la mutualité pour
les membres du personnel contractuel et pour les membres du personnel statutaire
en stage.
Sous-section 6.3.2: Procédure
Article 128:Le membre du personnel qui s’absente pour cause de maladie ou
d’infirmité est tenu:
     •   de consulter un médecin;
     •   de lui faire remplir un certificat conforme au modèle en Annexe 13;
     •   de prévenir ou faire prévenir son chef de service de deux manières
         distinctes:
         1. en téléphonant dès l’ouverture du service pour signaler son absence et
              la durée présumée de cette absence;
         2. en envoyant à son service la déclaration d’incapacité de travail
              (Annexe 14), dûment complétée et mise sous enveloppe affranchie;
     •   de transmettre dans les 48 heures le certificat réglementaire, dûment
         affranchi et sous enveloppe fermée à l’adresse mentionnée;
     •   de se conformer strictement aux dispositions relatives au contrôle médical,
         reprises aux articles ci-après;
     •   de demander, en temps voulu, à son service un réapprovisionnement des
         formulaires réglementaires.
Article 129:Le membre du personnel absent pour maladie ou infirmité est soumis à
la tutelle sanitaire de l’organisme de contrôle médical du personnel agréé par le
Collège, dénommé ci-après le médecin-contrôleur.
Article 130:Le membre du personnel qui n’est pas en état de se déplacer sera
examiné à domicile par le médecin-contrôleur. Il est procédé à ce contrôle médical


                                           102
sur la base de critères objectifs ou sur demande du chef de service. Celui-ci
s’adressera au Département des Ressources humaines qui jugera de la pertinence
de la demande et qui déclenchera le contrôle s’il y a lieu.
Article 131:Il est interdit au membre du personnel de sortir, à moins d’une
prescription formelle du médecin traitant lequel, dans ce cas, doit l’indiquer de
manière précise sur le certificat. Le membre du personnel doit veiller à n’entraver
en aucune façon le contrôle à domicile. Lorsque la période d’absence comprend
des jours autres qu’ouvrables, le contrôle à domicile peut être exercé ces jours-là.
Article 132:Le membre du personnel qui est autorisé à sortir a l’obligation de se
présenter aux visites de contrôles, à la requête du médecin-contrôleur et aux jour,
heure et lieu indiqués par celui-ci. Au cas où la personne ne se présente pas au
rendez-vous, elle doit immédiatement avertir les Ressources humaines afin qu’il
soit procédé à un nouveau contrôle médical. Si le membre du personnel ne
respecte pas cette obligation, la période d’incapacité de travail soumise au contrôle
médical sera considérée comme absence injustifiée et ne sera pas rémunérée.
Article 133:Même si l’absence n’excède pas un jour, l’intéressé doit donner suite à
la convocation du médecin-contrôleur.
Article 134:Le médecin-contrôleur vérifie si le membre du personnel est
effectivement incapable de travailler et lui remet un rapport de contrôle
mentionnant à partir de quelle date il n’est plus selon lui en incapacité de travail.
Le médecin-contrôleur informe par écrit la personne concernée du résultat de son
examen et lui communique la procédure d’appel en cas de contestation.
Article 135:En cas de divergence, le médecin-contrôleur prend contact avec le
médecin traitant ayant délivré le certificat médical au membre du personnel.
Article 136:Si une solution n’intervient pas à la suite de ces contacts, il sera fait
appel à un médecin arbitre choisi de commun accord ou parmi les médecins-
arbitres repris sur la liste établie par le Ministère de l’Emploi et du Travail. La
décision du médecin arbitre s’impose aux parties. Les frais de cette procédure sont
à charge de la partie perdante, soit le membre du personnel, soit l’organisme agréé
par le Collège.
Article 137:Lorsque le médecin traitant prescrit au membre du personnel malade
une incapacité de travail ailleurs qu’à sa résidence principale le membre du
personnel doit faire connaître, avant de quitter son domicile, de façon précise le
lieu de sa résidence occasionnelle ainsi que la durée exacte de son séjour.
Article 138 - § 1:Tout membre du personnel se sentant malade au cours de la
journée, après avoir pris régulièrement son travail peut s’absenter après avoir
prévenu son chef de service. Il est tenu de faire constater son heure de départ. A
son retour, il doit présenter un document justifiant son absence.
§ 2:Lorsque le chef de service estime que le membre du personnel qui s’est
présenté au travail ne semble pas, apparemment en raison d’une maladie ou d’une
infirmité, réunir toutes les conditions d’aptitudes requises pour exercer ses
fonctions, il peut exiger qu’il se fasse examiner dans les plus brefs délais, sinon sur-
le-champ, par le médecin du travail ou un médecin de son choix.
Article 139:Si le médecin traitant estime que le membre du personnel est apte à
reprendre le travail, mais il a été absent plus d’un mois et qu’il est soumis à la
surveillance médicale des travailleurs, il est convoqué à la médecine du travail afin
d’examiner son aptitude à la reprise de ses fonctions. Cet examen médical a lieu au
plus tôt le premier jour prévu pour la reprise et au plus tard dans les huit jours
ouvrables. Sans accord du médecin du travail, le membre du personnel ne peut
reprendre le service et doit rester sous certificat médical jusqu’à complète
guérison. Il ne peut en aucun cas prendre du congé annuel afin d’éviter
l’application des dispositions relatives au congé de maladie ou des dispositions
relatives à la mise en disponibilité pour les membres du personnel statutaire.
Article 140:Si le rapport du médecin du travail établit que le membre du personnel
n’est pas capable de remplir de manière complète les tâches qui lui sont assignées
ou présente certains dangers pour les personnes avec lesquelles il est en rapport, il
est placé en congé de maladie dès le jour de l’examen. Il doit se faire couvrir par
un certificat médical de son médecin traitant jusqu’à la reprise du travail, autorisée
par le médecin du travail.
Article 141:Pendant l’absence pour maladie, les autorisations pour suivre des cours
ou exercer une activité accessoire rémunérée ou non, sont suspendues.
Article 142:Une dispense de service peut être accordée à l’occasion d’une
consultation médicale ne pouvant avoir lieu en dehors des heures de service. Cette
dispense est à justifier et à comptabiliser comme étant du congé de maladie
conformément aux dispositions prévues à cette section.
Sous-section 6.3.3: Régime spécifique pour le personnel statutaire définitif
Article 143:Pour l’ensemble de sa carrière, le membre du personnel qui, par suite
de maladie ou d’infirmité, est empêché d’exercer normalement ses fonctions, peut
obtenir des congés pour cause de maladie ou d’infirmité à concurrence de 21 jours
ouvrables par 12 mois d’ancienneté de service. S’il n’est pas en service depuis 36

                                           103
mois, son traitement lui est néanmoins garanti pendant 63 jours ouvrables. Le
congé de maladie est assimilé à une période d’activité de service. Par jour
ouvrableau sens du présent article, on entend le jour où le membre du personnel
est tenu de travailler en vertu du régime de travail qui lui est imposé.
Article 144 - § 1:Les 21 jours visés à l’article 143 sont réduits au prorata des
prestations non effectuées pendant la période de 12 mois considérée, lorsqu’au
cours de ladite période le membre du personnel:
     1. a obtenu un ou des congés énumérés à l’article 117, 1° à 3°;
     2. a été absent pour maladie, à l’exclusion des congés pour maladie résultant
          d’un accident de travail, d’un accident sur le chemin du travail ou d’une
          maladie professionnelle;
     3. a été placé en non-activité en application de l’article 109 bis.
§ 2:Si le nombre de jours de congé de maladie ainsi calculé ne forme pas un
nombre entier, il est arrondi à l’unité immédiatement supérieure.
§ 3:Seuls les jours ouvrables compris dans la période d’absence pour maladie sont
comptabilisés.
Article 145 - § 1:Le congé de maladie ne met pas fin au congé pour prestations à
temps partiel visé à la section 6.5, ni aux régimes d’interruption de la carrière
professionnelle. Le membre du personnel continue à percevoir le traitement dû en
raison de ses prestations réduites.
§ 2:Lorsque le membre du personnel effectue des prestations à temps partiel, les
absences pour cause de maladie sont imputées sur le nombre de jours de congé
auxquels il a droit en vertu de l’article 143, au prorata des prestations qu’il aurait
dû accomplir. Si le nombre total des jours ainsi comptabilisés par douze mois
d’ancienneté de service n’est pas un nombre entier, la fraction de jour est négligée.
Pour le membre du personnel qui effectue des prestations à temps partiel, sont à
comptabiliser comme congé de maladie, les jours d’absence pendant lesquels
l’agent aurait dû fournir des prestations.
Article 146:Le congé de maladie est temporairement interrompu pendant le congé
pour motifs impérieux d’ordre familial. Les jours de congé pour motifs impérieux
qui coïncident avec le congé de maladie ne sont pas considérés comme des jours
de congé de maladie.
Article 147:Au cas où les congés prescrits par ordonnance médicale excèdent la
durée fixée par les articles précédents, le membre du personnel est mis en
disponibilité. La disponibilité pour maladie ou infirmité ne met pas fin aux régimes
de prestations réduites visés à la sous-section 6.3.4.
Article 148:Par dérogation à l’article 143, le congé pour cause de maladie ou
d’infirmité n’est pas comptabilisé lorsqu’il est provoqué par:
     •    - un accident du travail;
     •    - un accident survenu sur le chemin du travail;
     •    - une maladie professionnelle.
Article 149:Les jours de congé de maladie accordés à la suite d’un accident causé
par la faute d’un tiers et autre qu’un accident visé à l’article 148 ne sont pas pris
en considération pour déterminer le nombre de jours de congé que le membre du
personnel peut encore obtenir en vertu de l’article 143, à concurrence du
pourcentage de responsabilité imputé au tiers et qui sert de fondement à la
subrogation légale de la commune.
Article 150:Le membre du personnel ne peut être déclaré définitivement inapte
pour maladie avant qu’il n’ait épuisé la somme de congés à laquelle lui donne droit
l’article 143 du présent règlement. Toutefois, en application de la Loi du 5 août
1978, un membre du personnel qui a atteint l’âge de 60 ans est mis d’office à la
retraite le 1er jour du mois qui suit celui au cours duquel, sans avoir été reconnu
définitivement inapte, il totalise 365 jours calendrier d’absence pour maladie (soit
par congé de maladie, soit par disponibilité pour maladie, soit par l’un et l’autre).
Article 151:Pour l’application de l’article 143, l’ancienneté de service prend
également en considération l’ensemble des services effectifs qu’il a accomplis, à
quelque titre que ce soit et sans interruption volontaire, comme titulaire de
fonctions comportant des prestations complètes ou partielles, en faisant partie d’un
ou de plusieurs établissements, centres, offices ou organismes d’intérêt public; à ce
moment sont aussi comptabilisés les congés de maladie obtenus pendant ces
services.
Sous-section 6.3.4: Congés pour prestations réduites en cas de maladie
Article 152:Si le médecin du travail estime qu’un membre du personnel absent pour
cause de maladie ou d’infirmité est apte à reprendre l’exercice de ses fonctions par
prestations d’un demi-jour, il en informe le Collège. Le Collège rappelle le membre
du personnel en service en l’admettant à accomplir lesdites prestations réduites,
sauf si cette mesure n’est pas compatible avec les exigences du bon
fonctionnement du service.
Article 153:Au cas où le membre du personnel absent pour cause de maladie ou
d’infirmité demande à reprendre l’exercice de ses fonctions par prestations d’un

                                          104
demi-jour et produit à l’appui de cette demande un certificat de son médecin, le
Collège autorise le membre du personnel à accomplir ces prestations réduites si
cette mesure est compatible avec les exigences du bon fonctionnement du service
et si le médecin du travail estime que l’état de santé de l’intéressé le permet.
Article 154:Le membre du personnel peut formuler un recours contre la décision du
médecin du travail visée sous l’article 152 auprès de la commission d’appel.
Article 155:Les décisions du Collège portant qu’un membre du personnel reprendra
l’exercice de ses fonctions par prestations d’un demi-jour, ne peuvent être prises
pour une période de plus de trente jours calendrier. Toutefois, deux prorogations
peuvent être accordées pour une période ayant au maximum la même durée, si le
médecin du travail estime, lors d’un nouvel examen, que l’état de santé du
membre du personnel le justifie.
Article 156:Les demi-jours d’absence d’un membre du personnel pendant les
prestations réduites qu’il effectue en application des articles 152 à 155 du présent
règlement n’interviennent pas dans le calcul des congés de maladie visés à l’article
143, ils sont considérés comme congés supplémentaires et comme des périodes
d’activité de service sans incidence sur le statut pécuniaire du membre du
personnel.


SECTION 6.4: ABSENCE POUR RAISONS
  PERSONNELLES
Sous-section 6.4.1: Champ d’application
Article 157:Cette section s’applique aux membres du personnel statutaire nommés
à titre définitif.
Sous-section 6.4.2: Procédure
Article 158:Le Collège peut, pour autant que l’intérêt du service ne s’y oppose pas,
autoriser un membre du personnel définitif à s’absenter à temps plein pour une
période de 2 ans au maximum pour l’ensemble de sa carrière. A la demande du
membre du personnel, cette absence peut être fractionnée.
Article 159:A sa demande, le membre du personnel reprend ses fonctions avant
l’expiration de la période d’absence en cours moyennant un préavis de 3 mois à
moins que l’autorité n’accepte un délai plus court.
Article 160:Pendant l’absence visée à l’article 158, l’agent se trouve dans la
position administrative de non-activité. Il peut exercer une activité lucrative à
condition que cette activité soit compatible avec ses fonctions.


SECTION 6.5: PRESTATIONS REDUITES POUR
  CONVENANCE PERSONNELLE
Sous-section 6.5.1: Champ d’application
Article 161:Cette section s’applique aux membres du personnel statutaire nommés
à titre définitif.
Sous-section 6.5.2: Procédure
Article 162 - §1:Le Collège peut autoriser le membre du personnel qui le demande à
exercer ses fonctions par prestations réduites pour convenance personnelle.
L’octroi de l’autorisation est subordonné aux exigences du bon fonctionnement du
service. Le Collège notifie sa décision au membre du personnel dans le mois de la
réception de la demande; lorsque celle-ci n’est pas agréée, la décision est motivée.
§ 2:Le Collège détermine les fonctions pour lesquelles l’autorisation de s’absenter
pour convenance personnelle ne peut être accordée en aucun cas. Celles-ci
comprennent en tout cas, les fonctions de secrétaire communal, de secrétaire
communal adjoint, de receveur communal, de chef du service interne de
prévention et de protection au travail et de conseiller en prévention et de
protection au travail.
§3:Le membre du personnel qui bénéficie de l’autorisation visée au paragraphe 1er
est tenu d’accomplir la moitié, les deux tiers, les trois quarts, les quatre cinquièmes
ou les neuf dixièmes de la durée des prestations qui lui sont normalement
imposées. Ces prestations s’effectuent soit chaque jour, soit selon une autre
répartition fixée sur la semaine. Elles doivent toujours prendre cours le premier jour
du mois.
Article 163:L’autorisation d’exercer des prestations réduites est accordée pour une
période de 3 mois au moins et de 24 mois au plus. Des prorogations de 3 mois au
moins et de 24 mois au plus peuvent être accordées. Chaque prorogation est
subordonnée à une demande du membre du personnel intéressé, introduite au
moins un mois avant l’expiration du congé en cours.
Article 164:Le membre du personnel peut reprendre ses fonctions à temps plein


                                           105
avant l’expiration de la période accordée moyennant un préavis de 3 mois à moins
que le Collège n’accepte un délai plus court.
Article 165 - § 1:Durant la période d’absence, le membre du personnel est en non-
activité. Il peut néanmoins faire valoir ses titres à la promotion. La promotion à un
grade supérieur met fin d’office à l’autorisation d’exercer ses fonctions par
prestations réduites.
§ 2:Le membre du personnel bénéficie du traitement dû en raison des prestations
réduites. Le traitement du membre du personnel qui a atteint l’âge de cinquante
ans et de celui qui a la charge d’au moins deux enfants n’ayant pas atteint l’âge de
quinze ans accomplis, est augmenté du cinquième du traitement qui aurait été dû
pour les prestations qui ne sont pas fournies.
Article 166:L’autorisation d’exercer ses fonctions par prestations réduites est
suspendue dès que le membre du personnel obtient un des congés suivants:
    •    congé de maternité, de paternité, congé parental et congé d’accueil;
    •    congé pour motifs impérieux d’ordre familial;
    •    congé pour accomplir un stage ou une période d’essai;
    •    congé pour présenter sa candidature aux élections;
    •    congé pour remplir en temps de paix des prestations au Corps de
         protection civile;
    •    congé en vue de l’accomplissement de certaines prestations militaires en
         temps de paix, ainsi que de services dans la protection civile ou de tâches
         d’utilité publique en application des lois portant le statut des objecteurs de
         conscience, coordonnées le 20 février 1980;
    •    congé pour exercer une fonction dans un cabinet ministériel;
    •    congé pour une mission d’intérêt général;
    •    un congé pour exercer une activité auprès d’un groupe politique reconnu,
         d’une assemblée législative fédérale, communautaire ou régionale ou
         auprès du président d’un de ces groupes;
    •    congé pour être mis à la disposition du Roi, d’un Prince ou d’une Princesse
         de Belgique;
    •    congé visé à l’article 77 § 1 de l’Arrêté Royal du 28 septembre 1984 portant
         exécution de la Loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les
         autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités.


SECTION 6.6: INTERRUPTION DE LA CARRIERE
  PROFESSIONNELLE
Sous-section 6.6.1: Champ d’application
Article 167:Cette section s’applique aux membres du personnel statutaire nommés
à titre définitif, aux membres du personnel statutaire en stage et aux membres du
personnel liés par un contrat de travail.
Sous-section 6.6.2: Procédure
Article 168 - § 1:Le Collège peut autoriser le membre du personnel qui le demande
à interrompre sa carrière de manière complète, par périodes consécutives ou non
de 3 mois au moins et de 12 mois au plus qui ne peuvent au total excéder 60 mois
au cours de la carrière, selon les règles prévues par la Loi du 22 décembre 1995
portant des mesures visant à exécuter le plan pluriannuel pour l’emploi ainsi que
par l’Arrêté Royal du 14 mars 1996 modifiant l’Arrêté Royal du 2 janvier 1991 relatif
à l’octroi d’allocations d’interruption.
§ 2:Le Collège peut autoriser le membre du personnel qui le demande à
interrompre sa carrière à raison d’un cinquième, d’un quart, d’un tiers ou de la
moitié de la durée des prestations qui lui sont normalement imposées, par périodes
consécutives ou non de 3 mois au moins et de 12 mois au plus qui ne peuvent au
total excéder 60 mois au cours de la carrière, selon les règles prévues par la Loi du
22 décembre 1995 portant des mesures visant à exécuter le plan pluriannuel pour
l’emploi ainsi que par l’Arrêté Royal du 14 mars 1996 modifiant l’Arrêté Royal du 2
janvier 1991 relatif à l’octroi d’allocations d’interruption.
§ 3:Le Collège peut autoriser le membre du personnel âgé de plus que 50 ans qui le
demande à interrompre sa carrière jusqu’à sa pension à raison d’un cinquième,
d’un quart, d’un tiers ou de la moitié de la durée des prestations qui lui sont
normalement imposées, par périodes consécutives ou non de 3 mois au moins et
de 12 mois au plus, selon les règles prévues par la Loi du 22 décembre 1995
portant des mesures visant à exécuter le plan pluriannuel pour l’emploi ainsi que
par l’Arrêté Royal du 14 mars 1996 modifiant l’Arrêté Royal du 2 janvier 1991 relatif
à l’octroi d’allocations d’interruption.
§ 4:Le membre du personnel formule sa demande par lettre adressée au Collège au
moins un mois avant le début de l’interruption à moins que le Collège n’accepte un
délai plus court.


                                           106
Article 169:Le Collège détermine les fonctionsdont les titulaires ne peuvent
bénéficier de la présente section. Celles-ci comprennent en tout cas les fonctions
de secrétaire communal, de secrétaire communal adjoint, de receveur communal,
de chef du service interne de prévention et de protection au travail et de conseiller
en prévention et de protection au travail.
Article 170 - § 1:Par dérogation à l’article 168, le membre du personnel peut
interrompre sa carrière pour un mois, éventuellement prolongeable d’un mois, pour
donner des soins palliatifs à une personne en vertu des articles 100bis et 102bis de
la Loi de redressement du 22 janvier 1985 portant des dispositions sociales. Le
membre du personnel ne doit pas être remplacé. Par soins palliatifson entend toute
forme d’assistance, notamment médicale, sociale, administrative et psychologique,
ainsi que les soins, donnés à des personnes souffrant d’une maladie incurable et se
trouvant en phase terminale. Le membre du personnel qui veut interrompre sa
carrière pour ce motif en informe le Collège, joint à cette communication une
attestation délivrée par le médecin traitant de la personne en nécessité de soins
palliatifs et dont il paraît qu’il a déclaré qu’il est disposé à donner des soins
palliatifs, sans que l’identité du patient soit mentionnée. L’interruption prend cours
le premier jour de la semaine qui suit celle au cours de laquelle la communication
précitée a été faite.
§ 2:Par dérogation à l’article 168, le membre du personnel peut suspendre sa
carrière en vue d’assister un membre du ménage ou de la famille gravement
malade, de l’une ou l’autre de ces manières par patient:
1) un membre du personnel occupé à temps plein ou à temps partiel: totalement
durant une période de 12 mois au maximum, pris par période de minimum un mois
et de maximum 3 mois;
2) un membre du personnel occupé à temps plein ou à temps partiel (au moins ¾):
d’1/5 ou d’1/2 durant une période de 24 mois au maximum, pris par période de
minimum un mois et de maximum 3 mois.
Par membre du ménageon entend toute personne qui cohabite avec le membre du
personnel. Par membre de la familleon entend aussi bien les parents que les alliés
jusqu’au deuxième degré.
Article 171 - § 1:Le membre du personnel peut obtenir du congé parental, à sa
demande, au moment d’une naissance, d’une adoption ou d’un placement de
l’enfant dans une famille d’accueil dans le cadre d’un placement familial, comme
prévu par l’A.R. du 29 octobre 1997 relatif à l'introduction d'un droit au congé
parental dans le cadre d'une interruption de la carrière professionnelle.
Le congé peut être pris sous la forme:
     •    soit, d’une suspension totale des prestations et cela, pour une durée de
          quatre mois. Cette période peut, au choix du membre du personnel, être
          fractionnée par mois;
     •    soit, d’une réduction des prestations temps plein à un mi-temps et cela,
          pour une durée de huit mois. Cette période peut, au choix du membre du
          personnel, être fractionnée en périodes de deux mois ou un multiple de ce
          chiffre;
     •    soit, d’une réduction des prestations temps plein à concurrence d’1/5e et
          cela, pour une durée de vingt mois. Cette période peut, au choix du
          membre du personnel, être fractionnée en périodes de cinq mois ou un
          multiple de ce chiffre.
§ 2:Le droit au congé parental est accordé à l’occasion:
     •    soit, de la naissance d’un enfant et cela, dans la période qui prend cours à
          dater de la naissance et se termine lorsque l’enfant atteint son douzième
          anniversaire;
     •    soit, de l’adoption d’un enfant, pendant une période qui prend cours à
          dater de l’inscription de l’enfant comme membre de la famille au registre
          de la population ou au registre des étrangers de la commune où le membre
          du personnel a sa résidence et qui se termine au plus tard lorsque l’enfant
          atteint son douzième anniversaire.
Cette limite d’âge est fixée à 21 ans lorsque l’enfant est reconnu comme handicapé
au sens de la législation sur les allocations familiales.
§ 3:Les membres du personnel qui ont eu un enfant ou qui ont adopté un enfant
avant le 8 mars 2012 n’ont pas droit à une allocation de l’ONEM pour le quatrième
mois de suspension totale, pour le septième et le huitième mois de suspension à
mi-temps et pour le seizième jusqu’au vingtième mois de suspension à concurrence
d’1/5 du temps de travail.
Article 172:Le membre du personnel doit avoir été en service chez l’employeur,
pendant au moins douze mois durant la période des quinze mois qui précèdent la
date de notification à l’employeur de la demande écrite de congé parental et le
membre du personnel doit fournir, au plus tard au moment où le congé parental
prend cours, le ou les documents attestant la naissance ou l’adoption de l’enfant.


                                          107
Article 173:Le membre du personnel avertit le Collège de son souhait d’exercer son
droit au congé parental, par écrit, au moins deux mois et au plus tôt trois mois à
l’avance. L’avertissement se fait par lettre recommandée ou par remise d’un écrit
signé par l’employeur au titre d’accusé de réception.
Article 174:L’employeur peut, par écrit, reporter l’exercice du droit au congé
parental, dans le mois qui suit cet avertissement, pour des raisons motivées liées
au fonctionnement du service. Le congé parental devra prendre cours au plus tard
six mois après le mois où a été opéré le report motivé.
Article 175:Le membre du personnel a le droit de demander un régime de travail
aménagé pour la période qui suit la fin de l’exercice de son congé parental. Cette
période s’élève à 6 mois maximum. Il adresse une demande écrite à l’employeur
au moins 3 semaines avant la fin de la période de congé parental en cours. Dans
cette demande, le membre du personnel indique ses raisons en lien avec une
meilleure conciliation entre vie professionnelle et vie de famille.
L’employeur examine cette demande et y répond par écrit au plus tard une
semaine avant la fin de la période de congé parental en cours, en tenant compte
de ses propres besoins et de ceux du membre du personnel. Il communique dans
l’écrit visé la manière dont il a tenu compte de ses propres besoins et de ceux du
membre du personnel dans l’examen de la demande.
Article 176:Le congé parental n’est pas rémunéré. Il est assimilé pour le surplus à
une période d’activité de service.


SECTION 6.7: CONGÉS DE CIRCONSTANCES ET
  CONGÉS EXCEPTIONNELS
Sous-section 6.7.1: Champ d’application
Article 177:Cette section s’applique aux membres du personnel statutaire nommés
à titre définitif. Il s’applique également aux membres du personnel statutaire en
stage et aux membres du personnel liés par un contrat de travail, à l’exception des
articles 182 et 183.
Sous-section 6.7.2: Congés de circonstances
Article 178 - § 1:Des congés de circonstances peuvent être accordés aux membres
du personnel dans les limites fixées ci-après.
   Nature de l’événement                Jours       Quand prendre son congé?
                                        ouvrables
                                        octroyés
                                        pour un
                                        temps plein
1 Mariage civil du membre du        4             A prendre par jour ou demi-jour
  personnel                                       aux alentours de l’événement
                                                  et jusqu’à maximum 30 jours à
                                                  dater de cet événement
2 Décès du conjoint, de la          4             A prendre par jour ou demi-jour
  personne avec laquelle le                       dans les 30 jours à dater de
  membre du personnel vivait en                   l’événement
  couple, d’un parent ou allié au
  premier degré du membre du
  personnel ou de la personne
  avec laquelle il vit en couple
3 Mariage d’un enfant du membre 2                 A prendre par jour ou demi-jour
  du personnel ou de la personne                  aux alentours de l’événement
  avec laquelle il vit en couple                  et jusqu’à maximum 30 jours à
                                                  dater de cet événement
4 Mariage d’un frère, d’une sœur, 1               A prendre le jour de
  d’un beau-frère, d’une belle-                   l’événement. Si ce jour tombe
  sœur, du père, de la mère, du                   un weekend, le jour ouvrable
  beau-père, du second mari de la                 qui précède ou qui suit
  mère, de la belle-mère, de la
  seconde femme du père, d’un
  petit-enfant du membre du
  personnel
5 Décès d’un parent ou allié, à     2             A prendre par jour ou demi-jour
  quelque degré que ce soit                       dans les 30 jours à dater de
  habitant sous le même toit que                  l’événement
  le membre du personnel


                                         108
6 Décès d’un parent ou allié au      1              A prendre le jour des obsèques.
  2ème ou au 3ème degré                             Si ce jour tombe un weekend, le
  n’habitant pas sous le même                       jour ouvrable qui précède ou qui
  toit que le membre du                             suit
  personnel
7 Participation à la fête de la    1                A prendre le jour de
  jeunesse laïque, la communion                     l’événement. Si ce jour tombe
  solennelle ou tout autre                          un weekend, le jour ouvrable
  événement similaire d’un culte                    qui précède ou qui suit
  reconnu d’un enfant du membre
  du personnel, du conjoint ou de
  la personne avec laquelle il vit
  en couple au moment de
  l’événement
8 Changement de résidence d’un       1              A prendre le jour du
  membre du personnel venant                        déménagement. Si ce jour
  s’inscrire au registre de la                      tombe un weekend, le jour
  population de Schaerbeek                          ouvrable qui précède ou qui suit
 9 Convocation comme témoin         1              A prendre le jour de
   devant une juridiction ou                       l’événement, limité à une fois
   comparution personnelle                         par an
   ordonnée par une juridiction
§ 2:Ces congés sont assimilés à des périodes d’activité de service.
§ 3:Si l’événement se produit au cours d’une période de travail à temps partiel, la
durée du congé est réduite à due concurrence, comme suit:
 Régime ½ jour de circ.           1 jour de circ. 2 jours de circ. 4 jours de circ.
 horaire
> à un  ½ jour à la date de        1 jour (date au 2 jours ou 4       4 jours ou 8
½ temps l’événement                choix)          demi-jours         demi-jours
 ≤ à un      ½ jour à la date de     1 jour (date au 1 jour ou 2        2 jours ou 4
 ½ temps l’événement                 choix)            demi-jours       demi-jours
Article 179 - § 1:Un congé de circonstances de dix jours est accordé au membre du
personnel masculin, pour la naissance d’un enfant pour lequel sa paternité légale
est établie, quel que soit le régime de travail dans lequel il est mis à l’emploi. Le
congé est assimilé à une période d’activité de service.
§ 2:Les dix jours peuvent être choisis par le membre du personnel endéans une
période de quatre mois à partir du jour de la naissance. Ce congé peut être
fractionné.
§ 3:Le membre du personnel doit prévenir son service et le Département des
Ressources humaines préalablement à l’accouchement ou le plus rapidement
possible après celui-ci.
§ 4:Les membres du personnel statutaire en stage et contractuel peuvent
également bénéficier de ce congé dont trois jours sont à charge de l’administration
communale. Les sept jours qui restent sont payés dans le cadre de l’assurance
soins de santé et indemnités.
Article 180 - § 1:A défaut d’un membre du personnel visé à l’article 179, le même
droit revient au membre du personnel qui, au moment de la naissance:
1° est marié avec la personne à l’égard de laquelle la filiation est établie;
2° cohabite légalement avec la personne à l’égard de laquelle la filiation est établie
et chez laquelle l’enfant a sa résidence principale, et qu’ils ne soient pas unis par
un lien de parenté entraînant une prohibition de mariage dont ils ne peuvent être
dispensés par le Roi;
3° depuis une période ininterrompue de trois ans précédant la naissance, cohabite
de manière permanente et affective avec la personne à l’égard de laquelle la
filiation est établie et chez laquelle l’enfant a sa résidence principale, et qu’ils ne
soient pas unis par un lien de parenté entraînant une prohibition de mariage dont
ils ne peuvent être dispensés par le Roi. La preuve de la cohabitation et de la
résidence principale est fournie au moyen d’un extrait du registre de la population.
§ 2:Un seul membre du personnel a droit au congé visé à l’alinéa précédent, à
l’occasion de la naissance d’un même enfant. Les membres du personnel qui
ouvrent le droit au congé en vertu respectivement du 1°, du 2° et du 3° de l’alinéa
précédent ont successivement priorité les uns sur les autres.
§ 3:Le droit au congé de maternité visé à l’article 39 de la Loi du 16 mars 1971 sur
le travail exclut pour un même parent, le cas échéant, le droit au congé ouvert par
les alinéas précédents.
§ 4:Le congé ouvert par l’alinéa 2 est, le cas échéant, déduit du congé d’adoption


                                           109
visé à l’article 30ter de la Loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail. Il
n’ouvre pas non plus, le cas échéant, d’autres droits civils, sociaux et économiques.
Article 181:Un jour de congé est accordé au membre du personnel qui obtient une
décoration dans les ordres nationaux, une décoration du travail ou un insigne
d’honneur du travail. Ce congé doit être pris dans le mois au cours duquel est remis
le brevet ou le signe distinctif. Ce congé est assimilé à une période d’activité de
service. Il peut être pris avec les vacances.
Sous-section 6.7.3: Congés exceptionnels
Article 182:Le membre du personnel obtient des congés pour présenter sa
candidature aux élections des chambres législatives fédérales, des parlements
régionaux et communautaires, des conseils provinciaux, des conseils communaux
ou des assemblées européennes. Ces congés sont accordés pour une période
correspondant à la durée de la campagne électorale à laquelle les intéressés
participent en qualité de candidat. Ils ne sont pas rémunérés et sont assimilés pour
le surplus à une période d’activité de service.
Article 183:Le membre du personnel obtient des congés pour accomplir un stage
ou une période d’essai dans un autre emploi dans un service public ou dans
l’enseignement subventionné. Ces congés sont accordés pour une période qui
correspond à la durée normale du stage ou de la période d’essai. Si le statut ne
prévoit pas de stage ni de période d’essai, la durée maximum de ces congés est
limitée à 1 an. Ils ne sont pas rémunérés et sont assimilés pour le surplus à des
périodes d’activité de service. Le membre du personnel qui désire bénéficier du
congé par application du présent article communique à l’autorité dont il relève la
date à laquelle le congé prendra cours, sa durée et le nom de l’employeur. Cette
communication se fait par écrit au moins un mois avant le début du congé à moins
que l’autorité n’accepte un délai plus court à la demande de l’intéressé.
Article 184:Le membre du personnel obtient un congé pour participer à un jury de
Cour d’Assises et ce, pour la durée de la session. Ce congé est assimilé à une
période d’activité de service.
Article 185:Le membre du personnel obtient un congé pour remplir en temps de
paix des prestations au corps de protection civile, en qualité d’engagé volontaire à
ce corps. Ce congé est assimilé à une période d’activité de service.
Article 186 - § 1:Le membre du personnel obtient des congés exceptionnels pour
cas de force majeure résultant de la maladie ou d’un accident survenu à un enfant
mineur qu’il habite ou non sous le même toit que le membre du personnel, ou à
une des personnes suivantes habitant sous le même toit que le membre du
personnel: le conjoint, la personne avec laquelle il vit maritalement, un enfant de la
personne avec laquelle il vit maritalement, un parent, un allié, une personne
accueillie en vue de son adoption ou de l’exercice d’une tutelle officieuse. Une
attestation médicale témoigne de la nécessité de la présence du membre du
personnel à son foyer ou auprès de la personne malade.
§ 2:La durée de ces congés ne peut excéder quatre jours ouvrables par an; ils sont
assimilés à des périodes d’activité de service.
§ 3:Si le cas de force majeure survient au cours d’une période de travail à temps
partiel, la durée du congé est réduite à due concurrence.
Article 187:Le membre du personnel obtient des congés pour accompagner et
assister des handicapés et des malades au cours de voyages et de séjours de
vacances organisés en Belgique ou à l’étranger par une association, une institution
publique ou une institution privée, dont la mission est de prendre en charge le sort
de handicapés et de malades et qui, à cette fin, reçoit des subventions des
pouvoirs publics. Cette demande de congé doit être appuyée d’une attestation par
laquelle l’association ou l’institution certifie que le voyage ou le séjour de vacances
est placé sous sa responsabilité. La durée de ces congés ne peut excéder cinq jours
ouvrables par an; ils sont assimilés à des périodes d’activité de service.
Article 188 - § 1:Le membre du personnel obtient une dispense de service de
quatre jours ouvrables au maximum par an pour don de sang ou de plasma.
L’intéressé doit fournir la preuve du don de sang ou de plasma en produisant sa
carte d’identité de donneur de sang ou de plasma, sur laquelle chaque don est
indiqué. La dispense est octroyée, soit le jour du don de sang ou de plasma, soit le
lendemain. S’il est octroyé le jour même et si pour l’une ou l’autre raison, le
prélèvement n’a pu être effectué, le candidat donneur de sang ou de plasma doit
regagner son service sans retard. La dispense est assimilée à une période d’activité
de service.
§ 2:Le membre du personnel obtient un congé de quatre jours ouvrables au plus
par an pour don de moelle osseuse. La demande doit être étayée par une
attestation médicale. Ce congé prend cours le jour où la moelle osseuse est
prélevée à l’établissement de soins. Il est assimilé à une période d’activité de
service.
Article 189:Le membre du personnel obtient un congé pour don d’organes ou de
tissus. Ce congé est accordé pour une période correspondant à la durée de

                                          110
l’hospitalisation et de la convalescence éventuellement requise ainsi qu’à la durée
des examens médicaux préalables. Les demandes doivent chaque fois être étayées
par une attestation médicale. Ce congé est assimilé à une période d’activité de
service.


SECTION 6.8: CONGÉS POUR CAUSE DE
  GROSSESSE, DE NAISSANCE OU
  D’ADOPTION
Sous-section 6.8.1: Champ d’application
Article 190:Cette section s’applique aux membres du personnel statutaire nommés
à titre définitif, aux membres du personnel statutaire en stage et aux membres du
personnel liés par un contrat de travail.
Article 191:Le respect des dispositions de la présente section ne dispense en
aucune manière du respect des règles régissant l’intervention de la mutualité pour
les membres du personnel contractuel et pour les membres du personnel statutaire
en stage.
Sous-section 6.8.2: Congé pour cause de grossesse et de naissance
Article 192:Le congé de maternité prévu par l’article 39 de la Loi sur le travail du 16
mars 1971 est assimilé à une période d’activité de service.
Article 193:La période durant laquelle l’intéressée se trouve en congé de maternité
ne peut couvrir plus de quinze semaines, portées à dix-sept semaines pour une
naissance multiple ou à dix-neuf semaines sur demande écrite. Pour les membres
du personnel statutaire nommés à titre définitif la rémunération est à charge de
l’administration communale. Les membres du personnel statutaire en stage et
contractuel bénéficient d’une indemnité à charge de la mutuelle.
Article 194:A la demande du membre du personnel, le Collège est tenu de lui
donner congé au plus tôt à partir de la sixième semaine qui précède la date
présumée de l’accouchement ou de la huitième semaine avant cette date
lorsqu’une naissance multiple est prévue. Le membre du personnel délivre, au plus
tard sept semaines avant la date présumée de l’accouchement ou neuf semaines
avant cette date lorsqu’une naissance multiple est prévue, un certificat médical
attestant cette date.
Article 195 - § 1:Le membre du personnel ne peut effectuer aucun travail à partir
du septième jour qui précède la date présumée de l’accouchement jusqu’à la fin
d’une période de neuf semaines qui prend cours le jour de l’accouchement. La
période de neuf semaines prend cours le jour après le jour de l’accouchement
quand le membre du personnel a encore commencé le travail le jour de
l’accouchement.
§ 2:L’interruption de travail est prolongée, à la demande de l’intéressée, au delà de
la neuvième semaine, pour une période d’une durée égale à la durée de la période
pendant laquelle elle a continué à travailler à partir de la sixième semaine
précédant la date exacte de l’accouchement ou à partir de la huitième semaine
précédant cette date lorsqu’une naissance multiple est prévue.
Cette période est, en cas de naissance prématurée, réduite du nombre de jours
pendant lesquels elle a travaillé au cours de la période de sept jours calendrier qui
précède la date de l’accouchement.
Sont assimilés à des jours ouvrables qui peuvent être reportés jusqu’après le congé
postnatal:
     •   le congé annuel;
     •   les congés fériés visés à l’article 125;
     •   les congés visés aux articles 178 et 186;
     •   le congé pour motifs impérieux d’ordre familial.
Lorsque le membre du personnel a épuisé le congé prénatal et que l’accouchement
se produit après la date prévue, le congé prénatal est prolongé jusqu’à la date
réelle de l’accouchement. Durant cette période, elle se trouve en congé de
maternité. Par dérogation à l’article 193, la rémunération est due.
§ 3:Lorsque le membre du personnel peut prolonger le congé postnatal obligatoire
par au moins deux semaines, ces deux dernières semaines du congé postnatal
peuvent, à sa demande, être converties en jours de congé postnatals. Ces jours
doivent être épuisés selon un planning établi par le membre du personnel et ceci
endéans un délai de huit semaines suivant la fin de la période de congé postnatal
ininterrompu. Le membre du personnel avertit le Collège au moins quatre semaines
avant la fin du congé postnatal obligatoire et ce par écrit.
§ 4:Lorsque le nouveau-né doit rester dans l’établissement hospitalier pendant au
moins sept jours à compter de sa naissance, le membre du personnel peut reporter
la prolongation de l’interruption de travail pour une durée égale à la période durant
laquelle son enfant reste hospitalisé dans l’établissement hospitalier après ces sept

                                           111
premiers jours. La durée de cette prolongation ne peut pas dépasser un délai de 24
semaines.
A cet effet, le membre du personnel remet au Collège:
     •   à la fin de la période de repos postnatal, une attestation de l’établissement
         hospitalier certifiant que le nouveau-né est resté hospitalisé après les sept
         premiers jours à partir de sa naissance et mentionnant la durée de
         l’hospitalisation;
     •   au moment où elle demande une prolongation de l’interruption de travail,
         une nouvelle attestation de l’établissement hospitalier certifiant que le
         nouveau-né n’a pas encore quitté cet établissement, avec la durée
         présumée de l’hospitalisation.
Le membre du personnel maintient son droit à la prolongation de l’interruption de
travail dans le cas de décès de l’enfant endéans l’année de la naissance.
Article 196 - § 1:Les périodes d’absence pour cause de maladie durant les cinq
semaines précédant les sept jours avant la date de naissance réelle, sont
transformés en congé de maternité facultatif pour déterminer la situation
administrative du membre du personnel.
§ 2:Lorsque la maladie survient plus que six semaines avant la date de naissance
réelle (ou huit semaines pour une naissance multiple), ceci n’a pas de
conséquences pour le congé de maternité.
§ 3:Lorsque le membre du personnel a été incapable de travailler pour cause de
maladie durant toute la période de six semaines (ou des huit semaines en cas de
naissances multiples) précédant la date réelle de l’accouchement, la période de
congé postnatal peut, à sa demande, être prolongée d’une semaine.
Article 197:En période de grossesse ou d’allaitement, le membre du personnel ne
peut effectuer du travail supplémentaire. Est à considérer comme travail
supplémentaire pour l’application du présent article, tout travail effectué au-delà
37h30 par semaine.
Article 198:Le membre du personnel obtient, à sa demande, le congé nécessaire
pour lui permettre de se rendre et de subir les examens médicaux prénataux qui ne
peuvent avoir lieu en dehors des heures de service. La demande doit être appuyée
de toute preuve utile. Le congé est comptabilisé comme absence pour maladie
conformément à l’article 144 et est assimilé à une période d’activité de service.
Article 199:Le membre du personnel qui, en application des articles 42 et 43 de la
Loi du 16 mars 1971 sur le travail, est dispensé de travail (mesures d’écartement),
est mis d’office en congé pour la durée nécessaire. Le congé est assimilé à une
période d’activité de service.
Article 200 - § 1:Le membre du personnel a droit à une pause d’allaitement afin
d’allaiter son enfant au lait maternel et/ou tirer son lait jusqu’à neuf mois après la
naissance de l’enfant.
§ 2:La pause d’allaitement dure une demi-heure. Le membre du personnel qui
preste quatre heures ou plus par journée de travail a droit à une pause à prendre
pendant ce même jour. Le membre du personnel qui preste au moins sept heures
et demie par journée de travail a droit à deux pauses à prendre ce même jour (à
prendre en une ou en deux fois sur cette même journée). La durée de la ou des
pause(s) d’allaitement est incluse dans la durée des prestations de la journée de
travail. Le(s) moment(s) de la journée au(x)quel(s) le membre du personnel peut
prendre le ou les pause(s) d’allaitement est (sont) à convenir entre le membre du
personnel et son chef de service. A défaut d’accord, les pauses d’allaitement
suivent ou précèdent directement les temps de repos prévus.
§ 3:Le membre du personnel qui souhaite obtenir le bénéfice des pauses
d’allaitement avertit, soit par lettre recommandée, soit par la remise d’un écrit
signé au titre d’accusé de réception, deux mois à l’avance le Collège, à moins que
celui-ci accepte de réduire ce délai à la demande de l’intéressé. Le droit aux pauses
d’allaitement est accordé moyennant la preuve de l’allaitement apportée par une
attestation d’un centre de consultation des nourrissons ou par un certificat médical,
au choix du membre du personnel, à partir du début de l’exercice de ce droit. Une
attestation ou un certificat médical doit ensuite être remis par le membre du
personnel chaque mois à la date anniversaire de l’exercice du droit aux pauses
d’allaitement. Pour les membres du personnel statutaire stagiaires et contractuel il
sera fait application des dispositions de l’A.R. du 21 janvier 2002 rendant
obligatoire la convention collective n° 80 du 27 novembre 2001, conclue au sein du
Conseil national du Travail, instaurant un droit aux pauses d’allaitement.
Article 201:Les règles des articles 192 à 200 ne s’appliquent pas en cas de fausse
couche se produisant avant le 181e jour de gestation.
Article 202:Outre les dispositions de l’article 179, le père de l’enfant obtient, à sa
demande, un congé de paternité en vue d’assurer l’accueil de l’enfant, si la mère
de l’enfant décède ou est hospitalisée.
Article 203:En cas de décès de la mère, la durée du congé de paternité est égale à
la partie restante du congé de maternité non encore épuisé par la mère. Le

                                          112
membre du personnel qui est le père de l’enfant et qui souhaite bénéficier de ce
congé en informe par écrit le Collège dans les sept jours à dater du décès de la
mère. Cet écrit mentionnera la date du début du congé de paternité et sa durée.
Un extrait d’acte de décès de la mère est soumis le plus vite possible. Le service du
Personnel veillera à informer le père de ses droits.
Article 204:En cas d’hospitalisation de la mère, le membre du personnel qui est le
père de l’enfant peut bénéficier du congé de paternité aux conditions suivantes:
    •    le nouveau-né doit avoir quitté l’hôpital;
    •    l’hospitalisation de la mère doit avoir une durée de plus de sept jours.
Le congé de paternité ne peut débuter qu’avant le huitième jour qui suit le jour de
la naissance de l’enfant et se termine au moment où l’hospitalisation de la mère a
pris fin et au plus tard au terme de la partie du congé de maternité non encore
épuisée par la mère. Le membre du personnel qui souhaite bénéficier de ce congé
en informe le Collège par écrit avant le début du congé de paternité. Cet écrit
mentionnera la date du début du congé ainsi que la durée probable de l’absence.
La demande est appuyée par une attestation médicale certifiant la durée de
l’hospitalisation de la mère au-delà des sept jours qui suivent la date de
l’accouchement.
Article 205:Le congé de paternité est assimilé à une période d’activité de service.
Sous-section 6.8.3: Congé pour cause d’adoption
Article 206:Le congé d’adoption est accordé au membre du personnel qui, dans le
cadre d’une adoption comme prévue par le droit civil, accueille un enfant dans sa
famille.
Article 207 - § 1:Le congé d’adoption s’élève au maximum à six semaines, dans le
cas où l’enfant n’a pas atteint l’âge de trois ans au début du congé d’adoption, et
au maximum à quatre semaines, dans le cas où l’enfant a atteint l’âge de trois ans.
L’exercice du droit au congé d’adoption prend toujours fin au moment où l’enfant
atteint l’âge de huit ans.
§ 2:La durée maximale du congé d’adoption est doublée lorsque l’enfant est atteint
d’une incapacité physique ou mentale de 66% au moins ou d’une affection qui a
pour conséquence qu’au moins quatre points sont octroyés dans le pilier 1 de
l’échelle médico-sociale, au sens de la réglementation relative aux allocations
familiales.
§ 3:Le membre du personnel n’est pas tenu de prendre la totalité du congé. Le
congé d’adoption doit se prendre de manière ininterrompue et doit avoir une durée
d’au moins une semaine ou d’un multiple d’une semaine.
Article 208:Ce congé prend cours dans les deux mois qui suivent l’inscription de
l’enfant comme faisant partie du ménage du membre du personnel dans le registre
de la population ou dans le registre des étrangers de sa commune de résidence. Le
membre du personnel avertit le Collège au moins un mois à l’avance, soit par lettre
recommandée, soit par la remise d’un écrit signé au titre d’accusé de réception.
L’avertissement doit mentionner les dates de début et de fin du congé d’adoption.
Article 209:Le congé d’adoption est assimilé à une période d’activité de service.


SECTION 6.9: CONGÉ D’ACCUEIL
Sous-section 6.9.1: Champ d’application
Article 210:Cette section s’applique aux membres du personnel statutaire nommés
à titre définitif, aux membres du personnel statutaire en stage et aux membres du
personnel liés par un contrat de travail.
Sous-section 6.9.2: Congé d’accueil
Article 211:Le congé d’accueil est accordé au membre du personnel qui est
formellement désigné parent d’accueil par le tribunal, par un service de placement
agréé par la communauté compétente, par les services de l’Aide à la Jeunesse ou
par le Comité Bijzondere Jeugdbijstand. Le membre du personnel démontre son
statut de parent d’accueil par la décision de nomination formelle qui est émise par
un de ces organismes.
Article 212:Le droit au congé d’accueil vaut aussi bien pour le placement de
personnes mineures que pour le placement de personnes avec un handicap. Le
membre du personnel peut utiliser son droit uniquement dans les situations
suivantes:
     •   le fait d’assister à des audiences des autorités judiciaires ou
         administratives ayant compétence auprès de la famille d’accueil;
     •   les contacts avec les parents naturels ou d’autres personnes qui sont
         importantes pour l’enfant ou la personne placée;
     •   les contacts avec le service de placement.
Dans d’autres situations, le congé ne sera autorisé que si les services de placement
délivrent une attestation.
Article 213:Le membre du personnel est tenu d’avertir le Collège au moins deux


                                          113
semaines à l’avance de son intention de prendre son congé d’accueil. Dans le cas
où il n’en a pas la possibilité, il doit avertir le Collège le plus vite possible.
Article 214:La durée du congé d’accueil s’élève à au maximum six jours par année
calendrier. Lorsque la famille d’accueil est composée de deux membres du
personnel, désignés tous deux comme parents d’accueil, le congé d’accueil doit
être partagé entre eux.
Article 215:Le congé d’accueil est assimilé à une période d’activité de service.
Article 216:Les dispositions de la section 6.6 sont également applicables à la sous-
section précédente, ainsi que les dispositions de l’article 207.


SECTION 6.10: CONGÉ POUR MOTIFS
  IMPÉRIEUX D’ORDRE FAMILIAL
Sous-section 6.10.1: Champ d’application
Article 217:Cette section s’applique aux membres du personnel statutaire nommés
à titre définitif et aux membres du personnel statutaire en stage.
Sous-section 6.10.2: Congé pour motifs impérieux d’ordre familial
Article 218 - § 1:Le membre du personnel a droit à un congé pour motifs impérieux
d’ordre familial pour une période maximum de 15 jours ouvrables par an; le congé
est pris par jour ou par demi-jour.
§ 2:Outre le congé prévu au § 1, le membre du personnel a droit à un congé pour
motifs impérieux d’ordre familial pour une période maximum de 30 jours ouvrables
par an pour:
     1. hospitalisation d’une personne habitant sous le même toit que le membre
          du personnel ou d’un parent ou d’un allié au premier degré n’habitant pas
          sous le même toit que le membre du personnel;
     2. accueil, pendant les périodes de vacances scolaires, des enfants qui n’ont
          pas atteint l’âge de 15 ans.
Ce congé est pris par période de 5 jours ouvrables au moins. La période de 5 jours
peut être réduite d’un ou plusieurs jours si dans cette période tombent un ou
plusieurs jours fériés.
§ 3:Le congé pour motifs impérieux d’ordre familial n’est pas rémunéré. Pour le
reste, il est assimilé à des périodes d’activité de service.
§ 4:La durée maximum du congé pour motifs impérieux d’ordre familial est réduite
à due concurrence en fonction du régime horaire.


SECTION 6.11: CONGÉS POLITIQUES
Sous-section 6.11.1: Champ d’application
Article 219:Cette section s’applique aux membres du personnel statutaire nommé à
titre définitif, aux membres du personnel statutaire stagiaire et aux membres du
personnel liés par un contrat de travail.
Sous-section 6.11.2: Congés politiques
Article 220:Les membres du personnel communal qui exercent une fonction à
temps plein ont droit au congé politique pour l’exercice d’un mandat politique ou
d’une fonction qui peut y être assimilée, dans les cas et selon les modalités visés
par la Loi du 18 septembre 1986 instituant le congé politique pour les membres du
personnel des services publics.
Article 221:Le droit au congé politique prend cours à la date de la prestation de
serment qui suit l’élection. La preuve de la réalisation de cet événement est fournie
par le membre du personnel. Le droit expire au plus tard le dernier jour du mois qui
suit celui de la fin du mandat.
Article 222:Chaque demande de congé politique doit être introduite au moins 8
jours calendrier avant la date effective du congé auprès du supérieur hiérarchique.
Celui-ci communiquera chaque demande sans retard au département des
Ressources humaines. Le Collège en sera avisé. Les demandes précisent la durée
exacte du congé.


SECTION 6.12: CONGÉS POUR ACTIVITÉS
  SYNDICALES
Sous-section 6.12.1: Champ d’application
Article 223:Cette section s’applique aux membres du personnel statutaire nommés
à titre définitif, aux membres du personnel statutaire en stage et aux membres du
personnel liés par un contrat de travail.
Sous-section 6.12.2: Congés pour activités syndicales
Article 224 - § 1:Un membre du personnel - délégué d’une organisation syndicale


                                          114
agréée ou représentative obtient suivant le cas, de plein droit et pour la durée
nécessaire à cet effet:
1) un congé syndical:
     •   pour participer aux travaux des comités de négociation et de concertation
         dont il relève;
     •   pour participer aux travaux des commissions et comités généraux créées
         au sein de l’organisation syndicale;
     •   pour défendre un membre de son organisation syndicale devant les
         autorités disciplinaires communales de Schaerbeek.
2) une dispense de service pour participer aux réunions organisées dans les locaux
de l’administration pour les organisations syndicales représentatives.
§ 2:Est considéré comme délégué syndical, le titulaire d’une agréation signée par
l’autorité responsable de l’organisation syndicale concernée et stipulant la date à
laquelle le membre du personnel a été agrée en ladite qualité ainsi que la date
d’expiration de son mandat.
§ 3:Les demandes visées au § 1 accompagnées de la convocation émanant d’un
dirigeant responsable de l’organisation syndicale doivent être introduites au moins
3 jours ouvrables avant la date effective du congé auprès du supérieur
hiérarchique.
Article 224 bis:La participation du membre du personnel à une cessation
concertéedu travail est assimiléeà une période d’activité de service.Il n’a pas droit
toutefois à son traitement.Le personnel engagé par contrat de travail, qui participe
à une cessation concertée du travail, n’a pas droit au traitement mais conserve ses
droits à l’avancement dans son échelle de traitement.


SECTION 6.13: AUTRES DISPENSES
Article 225:Les membres actifs de la Croix-Rouge de Belgique, les volontaires de la
protection civile et les pompiers volontaires qui sont amenés à prêter assistance en
cas de sinistre ou de catastrophe, peuvent obtenir une dispense de service. Ils
produisent leur convocation ou toute autre pièce probante en justification de leur
absence.
Article 226:Des dispenses de service peuvent être accordées à l’occasion des
événements suivants, et dans les limites du temps strictement nécessaire:
    1. participation à des examens ou à des formations organisés par ou à la
         demande de l’administration communale de Schaerbeek;
    2. exercice d’une fonction dans un bureau de vote principal ou dans un
         bureau de dépouillement;
    3. convocation du membre du personnel devant une autorité judiciaire, lié à
         l’exercice de ses fonctions;
    4. convocation pour siéger dans un conseil de famille;
    5. convocation devant le Service de Santé administratif ou par le médecin de
         travail.
La preuve de la réalisation de ces événements est fournie par le membre du
personnel au plus tard le lendemain.


CHAPITRE VII: LA POSITION DE DISPONIBILITÉ

SECTION 7.1: DISPOSITIONS GÉNÉRALES
Article 227:Les présentes dispositions s’appliquent aux membres du personnel
statutaire nommés à titre définitif.
Article 228:La mise en disponibilité est prononcée par le Conseil. La disponibilité de
plein droit est constatée par le Collège. Aux conditions fixées par le présent
règlement, le membre du personnel en disponibilité a droit à un traitement
d’attente.
Article 229:La durée de la disponibilité avec jouissance d’un traitement d’attente
ne peut, en cas de disponibilité par retrait d’emploi dans l’intérêt du service,
dépasser, en une ou plusieurs fois, la durée des services admissibles pour le calcul
de la pension de retraite du membre du personnel. Ne sont pris en considération ni
les services militaires ni les services comme objecteur de conscience que le
membre du personnel a accomplis avant son admission dans l’administration
communale, ni le temps que le membre du personnel a passé en disponibilité.
Article 230:Nul ne peut être mis ou maintenu en position de disponibilité lorsqu’il
remplit les conditions pour être mis à la retraite.
Article 231 - § 1:Le membre du personnel en disponibilité reste à la disposition de
l’administration communale. S’il possède les aptitudes professionnelles et


                                          115
physiques requises, il peut être rappelé en activité. Il est tenu d’occuper l’emploi
qui lui est assigné correspondant à son grade.
§ 2:Si, sans motif valable, il refuse d’occuper cet emploi, le Conseil peut le
considérer comme démissionnaire. Il est préalablement entendu par le Conseil.
Article 232:Le membre du personnel en disponibilité pour maladie qui bénéficie
d’un traitement d’attente est tenu de comparaître chaque année devant le Service
Public Fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement,
au cours du mois correspondant à celui de sa mise en disponibilité. Si le membre
du personnel s’abstient de comparaître à cette époque, le paiement de son
traitement d’attente est suspendu depuis cette époque jusqu'à sa comparution.
Article 233:Le membre du personnel est tenu de notifier à l’administration
communale un domicile en Belgique où peuvent lui être signifiées les décisions qui
le concernent.
Article 234:Le traitement d’attente est établi sur base du dernier traitement
d’activité, revu, le cas échéant, en application du statut pécuniaire des membres
du personnel communal. En cas de cumul de fonctions, le traitement d’attente
n’est accordé qu’en raison de la fonction principale.
Article 235:Le membre du personnel en disponibilité qui n’a pas été remplacé dans
son emploi occupe cet emploi lorsqu’il reprend son activité.
Article 236:Le Collège décide, selon les nécessités du service, si l’emploi dont le
membre du personnel en disponibilité était titulaire doit être considéré comme
vacant. Il peut prendre cette décision dès que la disponibilité atteint un an. Il peut
en outre prendre cette décision sans délai à l’égard du membre du personnel mis
en disponibilité par retrait d’emploi dans l’intérêt du service ou, dans les autres
cas, à l’égard du membre du personnel placé en disponibilité pour un an au moins.
La décision du Collège doit être précédée de l’avis favorable du supérieur
hiérarchique du membre du personnel.


SECTION 7.2: DISPONIBILITÉ POUR CAUSE DE
  MALADIE
Article 237:Sous réserve de l’article 148, le membre du personnel se trouve de
plein droit en disponibilité lorsqu’il est absent pour maladie après avoir atteint la
durée maximum des congés qui peuvent lui être accordés pour ce motif par
application de l’article 143.
Article 238:Le membre du personnel en disponibilité pour maladie garde ses droits
à l’avancement de traitement. Ses titres à la promotion sont suspendus pendant
toute la période où il se trouve dans la position de disponibilité. Il recouvre ceux-ci
dès la reprise intégrale de ses fonctions. En cas de reprise des fonctions, la période
pendant laquelle le membre du personnel a été mis en disponibilité pour maladie
n’est pas prise en considération pour le calcul de l’ancienneté de grade requise
pour la promotion à un grade supérieur.
Article 239:Le membre du personnel en disponibilité pour maladie reçoit un
traitement d’attente égal à 60% de son dernier traitement d’activité. Toutefois, le
montant de ce traitement d’attente ne peut en aucun cas être inférieur:
     •   aux indemnités que l’intéressé obtiendrait dans la même situation si le
         régime de la sécurité sociale lui avait été applicable dès le début de son
         absence;
     •   à la pension qu’il obtiendrait si, à la date de sa mise en disponibilité, il avait
         été admis à la retraite prématurée.
En cas de cumul de fonctions, le traitement d’attente n’est accordé qu’en raison de
la fonction principale.
Article 240:Par dérogation à l’article 239, le membre du personnel en disponibilité
pour maladie peut obtenir un traitement d’attente égal au montant de son dernier
traitement d’activité si l’affection dont il souffre est reconnue par le Collège comme
maladie ou infirmité grave et de longue durée, sur base d’un rapport médical du
médecin du Service Public Fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne
alimentaire et Environnement. Cette décision ne peut en tout cas intervenir avant
que le membre du personnel n’ait été, pour une période continue de trois mois au
moins, en congé ou en disponibilité pour l’affection dont il souffre. Cette décision
entraîne une révision de la situation du membre du personnel avec effet pécuniaire
à la date du début de sa disponibilité.
Article 241:La disponibilité pour maladie ne met pas fin au congé pour prestations
réduites visé à la section 6.5, ni aux régimes de l’interruption de la carrière
professionnelle visés à la section 6.6. Pour l’application de l’article 230, le dernier
traitement d’activité est, durant la période de prestations réduites en cours, celui
dû en raison desdites prestations.



                                            116
SECTION 7.3: DISPONIBILITÉ PAR RETRAIT
  D’EMPLOI DANS L’INTÉRÊT DU SERVICE
Article 242:Le Conseil peut placer un membre du personnel en position de
disponibilité par retrait d’emploi dans l’intérêt du service si la mesure est jugée
indispensable pour le bon fonctionnement de l’administration. La proposition de
mise en disponibilité est établie par le supérieur hiérarchique et notifiée à
l’intéressé soit par lettre recommandée, soit par remise de la main à la main contre
accusé de réception. L’avis mentionne en outre le droit du membre du personnel à
être entendu par le Conseil, la date de l’audition et la faculté de consulter le
dossier administratif. Lors de cette audition, le membre du personnel peut être
assisté d’un conseil de son choix.
Article 243:Le membre du personnel en disponibilité par retrait d’emploi dans
l’intérêt du service perd ses titres à l’avancement de traitement, à l’évolution de
carrière et à la promotion.
Article 244:Il jouit d’un traitement d’attente égal, la première année, à son dernier
traitement d’activité. A partir de la deuxième année, ce traitement d’attente est
réduit à autant de fois 1/60e du dernier traitement d’activité que l’intéressé compte
d’années de service à la date de sa mise en disponibilité. Pour l’application du
présent article, il faut entendre par années de servicescelles qui entrent en ligne de
compte pour l’établissement de la pension de retraite. Toutefois, les services
militaires ou les services comme objecteur de conscience accomplis avant l’entrée
en fonction ne sont pas pris en considération et les services militaires admissibles
ne sont comptés que pour leur durée simple.


CHAPITRE VIII: COMPOSITION DES COMITÉS,
  SERVICES D’INSPECTION ET SERVICE
  SOCIAL

SECTION 8.1: COMITÉ PARTICULIER DE
  NÉGOCIATION, DE CONCERTATION ET DE
  PROTECTION ET PRÉVENTION AU TRAVAIL
Article 245:La liste mentionnant les délégués syndicaux à ce jour, participant au
Comité Particulier de Négociation et de Concertation, est reprise dans l’Annexe
15.
Article 246:La liste mentionnant les représentants de l’administration communale
au Comité Particulier de Négociation et de Concertation est reprise dans l’Annexe
15.
Article 247:La liste mentionnant les délégués syndicaux à ce jour, participant au
Comité de Protection et Prévention au Travail, est reprise dans l’Annexe 15.
Article 248:La liste mentionnant les représentants de l’administration communale
au Comité de Protection et Prévention au Travail est reprise dans l’Annexe 15.


SECTION 8.2: SERVICES D’INSPECTION
Article 249:Les données de contact du SPF Emploi, Travail et Concertation sociale,
Contrôle du bien-être au travail, Direction de Bruxelles sont les suivantes:
Rue Ernest Blérot, 1
1070 Bruxelles
  02 235.54.01
  02 235.54.04
  cls.bruxelles@emploi.belgique.be


SECTION 8.3: CONSEILLER EN PRÉVENTION ET
  SERVICE INTERNE POUR LA PRÉVENTION ET
  LA PROTECTION AU TRAVAIL (S.I.P.P.T.)
Article 250 - § 1:La personne suivante est désignée comme conseiller en prévention
du S.I.P.P.T.: M. J. MOMMAERTS, 02 240.34.08.
§ 2:Le Service Interne de la Prévention et de la Protection au Travail est sis à


                                          117
l’adresse suivante: Chaussée de Haecht, 226, 1030 Schaerbeek, bureau C.S.A. 406.


SECTION 8.4: SERVICE EXTERNE POUR LA
  PRÉVENTION ET LA PROTECTION AU
  TRAVAIL (S.E.P.P.T.)
Article 251:Le Service Externe pour la Prévention et la Protection au Travail est sis à
l’adresse suivante: ARISTA, Rue Royale 196, 1000 Bruxelles
   02 533.74.11
   02 538.79.32
   arista@arista.be


SECTION 8.5: SERVICE SOCIAL
Article 252:L’employeur est affilié au Service social collectif de l’ONSS-APL (Office
National de Sécurité sociale des Administrations provinciales et locales, Rue Joseph
II, 47 à 1000 Bruxelles, 02 239.12.11).
Article 253:Une brochure explicative reprenant les coordonnées du service social
est disponible au Service du Personnel.
Article 254:Le service social collectif organise une permanence mensuelle dans les
locaux de l’administration communale de Schaerbeek.


CHAPITRE IX: DISPOSITIONS ABROGATOIRES
Article 255:Les règlements suivants sont abrogés dès l’entrée en vigueur du
présent règlement:
    1. Le règlement du 17 décembre 1997 relatif aux heures supplémentaires et
         ses modifications ultérieures;
    2. Les règlements relatifs aux congés et à la position de disponibilité du 21
         avril 1999 et ses modifications ultérieures;
    3. Le règlement du 28 janvier 2009 sur la violence et l’harcèlement moral ou
         sexuel au travail.


CHAPITRE X: DISPOSITIONS FINALES
Article 256:Le présent règlement de travail entre en vigueur le premier jour du mois
qui suit l’approbation par la Tutelle. Il a été soumis à la négociation avec les
autorités syndicales le 22 mars 2013 et le 19 avril 2013.
Annexes faisant partie intégrante du présent Règlement de travail:
    1. Liste des lieux de travail
    2. Accusé de réception
    3. Horaires de travail
    4. Règlement pointage général
    5. Formulaire modification situation familiale
    6. Note de service du 12 mars 2010 sur les photos du personnel
    7. Règlement du 31 mars 2010 relatif à l’usage de l’outil informatique dans
         l’administration communale
    8. Règlement disciplinaire des agents contractuels
    9. Accès aux boîtes de secours
    10. Liste des secouristes
    11. Personnes de confiance et conseillers en prévention compétents du service
         externe
    12. Formulaire d’enregistrement d’une plainte pour violence, harcèlement
         moral ou sexuel au travail d’origine externe
    13. Certificat médical
    14. Déclaration d’incapacité de travail
    15. Liste des membres des Comités Particuliers de Négociation, de
         Concertation et de Protection et Prévention au Travail

                                 DE GEMEENTERAAD
               Besloten, met 31 stem(men) tegen 0 en 12 onthouding(en).

Gelet op de artikelen 117, 119 en 145 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de
overheid en de vakbonden van haar personeel;
Gelet op de wet van 18 december 2002 tot wijziging van de wet van 8 april 1965
tot instelling van de arbeidsreglementen waardoor de werkgevers in de openbare


                                           118
sector verplicht zijn een arbeidsreglement op te stellen;
Gelet op de beslissing van de Gemeenteraad van 29 mei 2013 tot goedkeuring van
een Arbeidsreglement;
Overwegende dat het grootste deel van het arbeidsreglement bepalingen betreft
die reeds van toepassing zijn volgens het reglement op de verloven aangenomen
door de gemeenteraad van 21 april 1999 maar dat toch gebleken is dat twee
artikels vergeten werden terwijl ze hadden moeten overgenomen worden;
Overwegende dat het past om als erratum deze twee artikels woordelijk in te
voegen volgens de nieuwe nummering (artikel 109 bis en 224 bis);
Overwegende dat er een paar andere kleine verbeteringen aangebracht werden;
Gelet op het protocol van akkoord ondertekend door de vakbonden in vergadering
van het Bijzonder Onderhandelingscomité van 20 september 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 27 augustus
2013;
BESLUIT
Om volgend gecoördineerd arbeidsreglement goed te keuren:


HOOFDSTUK I: VOORAFGAANDE DEFINITIES,
  ARBEIDSPLAATSEN, TOEPASSINGSGEBIED
  EN ALGEMEENHEDEN

AFDELING 1.1: VOORAFGAANDE DEFINITIES
Artikel 1 - § 1:Onder personeelslidwordt verstaan: elke persoon tewerkgesteld door
het gemeentebestuur van Schaarbeek of door de Gemeente Schaarbeek,
onafhankelijk van het feit of hij tewerkgesteld is in hoedanigheid van vastbenoemd
personeelslid of stagedoend personeelslid dan wel of hij verbonden is door een
arbeidsovereenkomst, met uitzondering van het gesubsidieerd personeel van de
gemeentelijke onderwijsinstellingen;
§ 2:Onder werkgeverwordt verstaan: degene die het personeelslid tewerkstelt,
hetzij de gemeentelijke administratie van Schaarbeek of de Gemeente Schaarbeek,
gelegen Colignonplein te 1030 Brussel, vertegenwoordigd door het College van
Burgemeester en Schepenen, opgenomen in de Kruispuntbank van Ondernemingen
onder het nummer K.B.O. 0207 367 687;
§ 3:Onder statutair personeelslidwordt verstaan: elk personeelslid benoemd in vast
verband en elk personeelslid benoemd in stage;
§ 4:Onder contractueel personeelslidwordt verstaan: elk peroneelslid aangeworven
onder het regime van de arbeidsovereenkomst in de zin van de Wet van 3 juli 1978
betreffende de arbeidsovereenkomsten;
§ 5:Onder statuutwordt verstaan: het geheel van reglementen vastgesteld door de
Gemeenteraad, die de administratieve en geldelijke situatie van de door de
werkgever tewerkgestelde personeelsleden regelt, met uitzondering van de
materies geregeld door de Wet van 3 juli 1978 betreffende de
arbeidsovereenkomsten;
§ 6:Onder vakbondsafgevaardigdewordt verstaan: de afgevaardigde verkozen
overeenkomstig de bepalingen van de Wet van 19 december 1974 tot regeling van
de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, en het
geheel van de uitvoeringsbesluiten met betrekking tot deze materie;
§ 7:Onder de wet op het arbeidsreglementwordt verstaan: de Wet van 8 april 1965
tot instelling van de arbeidsreglementen en haar latere wijzigingen;
§ 8:Onder geldelijk statuut van het personeelwordt verstaan: het geldelijk statuut
van het personeel van 24 juni 1998 en haar latere wijzigingen;
§ 9:Onder gebruikerwordt verstaan: iedere persoon die beroep doet op de
gemeentelijke diensten van Schaarbeek.


AFDELING 1.2: ARBEIDSPLAATSEN
Artikel 2:De lijst met de arbeidsplaatsen is hernomen in Bijlage 1.
Artikel 3:In principe moeten de arbeidsuren gepresteerd worden op de
arbeidsplaatsen, uitgezonderd verplaatsingen in het kader van de functie van het
personeelslid toegestaan door de dienstchef of bepaalde gevallen bedoeld in
onderhavig reglement. Andere uitzonderingen moeten toegelaten worden door het
College op basis van een door de dienstchef gemotiveerde aanvraag.




                                        119
AFDELING 1.3: TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 4:Onderhavig reglement is van toepassing op alle personeelsleden van het
gemeentebestuur van Schaarbeek, met inbegrip van de houders van een wettelijke
graad, behalve wat betreft materies geregeld door specifieke wetgeving of
specifieke reglementen. Afdeling 4.3 «Geweld, pesterijen of ongewenst seksueel
gedrag op het werk» is eveneens van toepassing op de gelijkgestelde werknemers
zoals gedefinieerd in artikel 2 van de Wet van 4 augustus 1996, en op de
werknemers van een externe onderneming die op een voortdurende manier
activiteiten uitvoeren voor de werkgever.
Artikel 5:De bepalingen die niet van toepassing zijn op alle personeelscategorieën
worden expliciet vermeld, meer bepaald de bepalingen die niet van toepassing zijn
op het contracueel personeel. Het contractueel personeel blijft hoofdzakelijk
onderworpen aan de Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Artikel 6:Ieder contractueel personeelslid evenals de vrijwilligers en de stagiaires
die in dienst treden, krijgen een exemplaar van onderhavig reglement, dat hen
tegenstelbaar is middels vermelding op het individueel arbeidscontract, bewaard
door de Personeelsdienst. De overhandiging aan de nieuwe statutaire
personeelsleden evenals aan de studenten gebeurt tegen ontvangstbewijs, zoals
opgenomen in Bijlage 2.
Overgangsbepaling:De statutaire en contractuele personeelsleden, evenals de
vrijwilligers, de stagiaires en de studenten die in dienst zijn op het moment van de
inwerkingtreding van onderhavig reglement, zijn ertoe gehouden dit
ontvangstbewijs te ondertekenen, waarvan een kopie in hun individueel dossier
bewaard zal worden door de Personeelsdienst.
Artikel 7:Het arbeidsreglement is ondergeschikt aan het administratief en geldelijk
statuut van het personeel.


AFDELING 1.4: ALGEMEENHEDEN
Artikel 8:In welbepaalde gevallen kan er van onderhavig reglement afgeweken
worden voor de contractuele personeelsleden. Deze uitzondering moet het
voorwerp uitmaken van een geschreven akkoord tussen de werkgever en het
personeelslid. Voor statutaire personeelsleden kan er van dit reglement niet
afgeweken worden.


HOOFDSTUK II: DE ARBEIDSTIJD, DE
  CONTROLE OP DE AANWEZIGHEDEN EN OP
  DE ARBEIDSTIJD, DE OVERUREN EN DE
  VERLONING

AFDELING 2.1: DE ARBEIDSTIJD
Artikel 9:De wekelijkse arbeidstijd voor een voltijds tewerkgesteld personeelslid
bedraagt 37u30 per week en omvat 5 werkdagen, behalve voor de personeelsleden
tewerkgesteld als opvoeder in de Dienst Franstalig Openbaar Onderwijs, om de
opvang van de kinderen buiten de schooluren te garanderen. Voor deze laatsten is
de voltijdse wekelijkse arbeidsduur vastgelegd op 36u.
Artikel 10:Indien er een overschrijding is van de wekelijkse arbeidsduur in de
gevallen en voorwaarden voorzien door de Wet van 14 december 2000 tot
vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de
openbare sector, moet de wekelijkse arbeidsduur gemiddeld gerespecteerd worden
op trimestriële basis.
Artikel 11:De uurroosters zijn opgenomen in Bijlage 3. Er kan van de vermelde
uurroosters afgeweken worden in het belang van de dienst.
Artikel 12:De middagpauzes worden niet beschouwd als arbeidstijd. Wanneer de
arbeidstijd per dag meer dan 6 uur bedraagt, wordt een minimale pauze van een
half uur opgelegd.
Artikel 13:De gewoonlijke inactiviteitsdagen zijn:
    1. de zaterdagen, behalve voor de Gemeenschapswachten, het personeel van
         de bibliotheken en de straathoekwerkers;
    2. de zondagen, behalve voor de Gemeenschapswachten en de
         straathoekwerkers;
    3. de maandagen, voor de straathoekwerkers;
    4. de wettelijke en de reglementaire verlofdagen of de dagen die dezen

                                         120
       vervangen.


AFDELING 2.2: DE CONTROLE OP DE
  AANWEZIGHEDEN EN OP DE ARBEIDSTIJD
Artikel 14:Ieder personeelslid moet persoonlijk prikken of het aanwezigheidsregister
ondertekenen of zich onderwerpen aan elke andere vorm van controle
georganiseerd door de werkgever, zowel aan het begin als aan het einde van de
dagelijkse prestatie en wanneer hij de arbeidsplaats verlaat bijvoorbeeld tijdens de
middagpauze (Bijlage 4). Deze gegevens kunnen op verzoek door het
personeelslid ingekeken worden bij de Personeelsdienst.


AFDELING 2.3: OVERUREN
Artikel 15:Onder overuur wordt verstaan: iedere uitzonderlijke prestatie die de
arbeidstijd vermeld in afdeling 2.1 overschrijdt, op voorwaarde dat deze uren
gepresteerd worden op vraag van de hiërarchie.
Artikel 16:In principe geven overuren recht op een compensatieverlof gelijk aan de
uitgevoerde overuren en vermeerderd met een uurtoeslag, behalve in het geval dat
het College expliciet de betaling van de overuren toestaat, op voorwaarde dat het
personeelslid akkoord is.
Artikel 17 - § 1:De overuren gepresteerd in de week tot 22u komen in aanmerking
voor een uurtoeslag ten belope van ten hoogste 50%.
§ 2:De overuren gepresteerd in de week na 22u komen in aanmerking voor een
uurtoeslag ten belope van ten hoogste 100%.
§ 3:De overuren gepresteerd op zaterdagen, zondagen en feestdagen komen in
aanmerking voor een uurtoeslag ten belope van ten hoogste 100%.
Artikel 18:Het personeel dat ingeschakeld wordt in de sneeuwwacht krijgt
bovendien een forfait vastgesteld als volgt:
     •   De personeelsleden die de wacht verzekeren van 8u tot 20u op
         maandagen, dinsdagen, woensdagen, donderdagen en vrijdagen, evenals
         zij die de wacht verzekeren de nachten die op deze dagen volgen van 20u
         tot 8u: een forfait van 2u;
     •   De personeelsleden die de wacht verzekeren op zaterdagen, zondagen
         en/of feestdagen van 8u tot 20u, evenals zij die de wacht verzekeren op
         zaterdag- en zondagnacht evenals de nacht die een feestdag voorafgaat en
         volgt van 20u tot 8u: een forfait van 4u.
Deze forfaits gelden ongeacht of er al dan niet uitgerukt moet worden.
Artikel 19 - § 1:De coördinator van de teams van de dienst Gemeenschapswachten
(administratief secretaris), die tijdens het weekend een wachtrol verzekert, krijgt
ter compensatie voor het ter beschikking staan tijdens het weekend een forfait van
2 uren ongeacht het reëel aantal gepresteerde uren ingeval van een oproep.
§ 2:Dit toegekende forfait moet binnen de 3 maanden opgenomen worden rekening
houdend met de verplichtingen van de dienst.
§ 3:Ingeval er een oproep binnenkomt tijdens de wachtperiode, blijven de overige
bepalingen uit deze afdeling van toepassing.
Artikel 20:Onderhavige afdeling is niet van toepassing op de personeelsleden
aangeduid en vergoed voor de uitoefening van een functie van niveau A, behalve
ingeval van prestaties tijdens het weekend of ‘s nachts die voortkomen uit een
uitzonderlijk karakter (explosie, brand, wegverzakking, oproer, …). In andere
omstandigheden recupereren de personeelsleden van niveau A een uur voor een
uur.


AFDELING 2.4: DE VERLONING
Onderafdeling 2.4.1: Betaling van het loon
Artikel 21:De personeelsleden worden betaald per maand. Voor de vastbenoemde
personeelsleden gebeurt de betaling van het loon vooruit op de eerste werkdag
van de maand. De stagedoende statutaire personeelsleden en de contractuele
personeelsleden worden betaald op de laatste werkdag van de maand waarin ze
hun prestaties verricht hebben.
Artikel 22:De verloning neemt een aanvang op de datum van indiensttreding.
Indien deze plaatsvindt in de loop van een maand, krijgt het personeelslid voor de
betreffende maand het aantal 30sten van het maandelijkse loon als er dagen
overblijven vanaf de dag van indiensttreding inbegrepen. In geval van overlijden of
oppensioenstelling, blijft het loon van de lopende maand dat vooraf gestort werd
verworven.


                                         121
Artikel 23:De werkgever wordt vrijgesteld van de verplichting om op de vervaldag
te betalen tengevolge van een geval van overmacht of toeval, het is te zeggen elke
gebeurtenis die buiten de wil van de werkgever ligt.
Artikel 24 - §1:De betaling van het loon gebeurt in principe per overschrijving op
een bankrekening. Hiertoe dient ieder personeelslid op het moment van zijn
aanwerving zijn persoonlijk bankrekeningnummer mee te delen waarop zijn loon
gestort zal worden.
§ 2:Op schriftelijk verzoek van een personeelslid bij de dienst Ontvangerij, blijft de
betaling van hand tot hand mogelijk om het hoofd te bieden aan uitzonderlijke
situaties.
Onderafdeling 2.4.2: Bedrag van de verloning
Artikel 25:Het bedrag van de verloning is vastgesteld conform het geldelijk
personeelsstatuut.
Artikel 26:Elk personeelslid is ertoe gehouden zijn loonfiches na te kijken en aan de
dienst Wedden elke onregelmatigheid te signaleren die hij vaststelt in het bedrag
van zijn loon. De terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen door de
werkgever wordt in onderling overleg met het personeelslid georganiseerd.
Onderafdeling 2.4.3: Vakantiegeld
Artikel 27:Het vakantiegeld wordt rechtstreeks door de werkgever betaald aan het
geheel van het personeel, volgens de artikels 48-50 van het geldelijk
personeelsstatuut.


HOOFDSTUK III: DE LOOPBAAN

AFDELING 3.1: HET ONTHAAL
Artikel 28:De Personeelsdienst zal elk nieuw personeelslid inlichten over de
bestaande reglementering en over zijn rechten en plichten. De I.D.P.B.W. en de
hiërarchie informeren het nieuwe personeelslid over de veiligheidsvoorschriften die
na te leven zijn bij de uitoefening van de functie.


AFDELING 3.2: RECHTEN EN PLICHTEN VAN
  HET PERSONEEL
Onderafdeling 3.2.1: Inlichtingen betreffende de persoonlijke situatie van de
personeelsleden
Artikel 29 - § 1:Het personeelslid moet, op het moment van zijn aanwerving, aan de
werkgever alle inlichtingen verstrekken die noodzakelijk zijn voor zijn inschrijving in
het personeelsregister, meer bepaald zijn identiteit, zijn burgerlijke staat, zijn
gezinssamenstelling, zijn fiscale situatie en zijn bankrekeningnummer. In dit opzicht
dient hij een recto verso kopie in van zijn identiteitskaart en van zijn SIS kaart en,
indien hij niet de Belgische nationaliteit bezit, in voorkomend geval, zijn
verblijfsvergunning en zijn werkvergunning. Het personeelslid maakt eveneens een
uittreksel uit het strafregister over in overeenstemming met de uit te oefenen
functie en een kopie van zijn diploma of gelijkstelling.
§ 2:Hij dient ook zo snel mogelijk zijn vakantieattest in afgeleverd door de
werkgever(s) voor het burgerlijk jaar voorafgaand aan zijn aanwerving of voor het
lopende burgerlijk jaar en het voorafgaand burgerlijk jaar, evenals alle nuttige
documenten die zijn anciënniteit bewijzen bij zijn vroegere werkgevers, opdat zijn
dossier op punt gesteld kan worden.
Artikel 30:Elke wijziging van de gegevens vermeld in artikel 29 moet onmiddellijk
schriftelijk meegedeeld worden aan het departement Human Resources middels
een ondertekend formulier dat hiertoe voorzien werd (Bijlage 5).
Artikel 31:De werkgever van zijn kant verbindt zich ertoe de vertrouwelijkheid van
de gegevens te respecteren.
Onderafdeling 3.2.2: Uitvoering van het werk
Artikel 32:Het personeelslid heeft de verplichting om zijn werk met zorg uit te
voeren, eerlijk en met plichtsbesef, op het moment en de plaats afgesproken met
of bepaald door de werkgever.
Artikel 33:De personeelsleden oefenen hun functie loyaal uit, met respect voor de
instructies van hun hiërarchische superieuren. De dossiers worden objectief
behandeld, rekening houdend met de elementen die ze bevatten, in een geest van
bekwaamheid. De gebruikers moeten behandeld worden met begrip en zonder
discriminatie.
Artikel 34:Er wordt een personeelskaart gemaakt op het moment van de
aanwerving van het personeelslid. De foto gebruikt voor deze kaart is beschikbaar
op het intranet, overeenkomstig de dienstnota van 12 maart 2010, hernomen in

                                           122
Bijlage 6.
Artikel 35:De personeelsleden mogen geen enkele andere professionele activiteit
uitoefenen zonder voorafgaande schriftelijke toelating van het College, dat de
uitoefening van een dergelijke activiteit uitsluitend kan weigeren wanneer ze
onverenigbaar is met de functie van het personeelslid. Op een niet-exhaustieve
manier, zijn onverenigbare activiteiten met de functie van het personeelslid:
belangenvermenging, aanslagen op het imago van de administratie,
onverenigbaarheden wat betreft het uurrooster.
Elke arbeidsongeschiktheid schorst de toelating voor de duur van deze
ongeschiktheid.
Onderafdeling 3.2.3: Beroepsgeheim en discretieplicht
Artikel 36:Elk personeelslid is gehouden tot respect voor de discretieplicht
betreffende het geheel van interne en externe informatie waarvan hij kennis heeft
door de uitoefening van zijn functie. Hij verbindt zich ertoe het beroepsgeheim te
respecteren, zowel tijdens de looptijd van zijn contract als na de beëindiging
hiervan.
Artikel 37:De elektronische verwerking van persoonlijke gegevens impliceert dat
deze gegevens uitsluitend gebruikt kunnen worden voor duidelijk afgebakende
doeleinden. In dit opzicht zal er toepassing gemaakt worden van de Wet van 8
december 1992 op de bescherming van het privéleven.
Artikel 38:Het is de personeelsleden formeel verboden om:
     1. de databases en informaticatools;
     2. de adresbestanden;
     3. persoonlijke gegevens van personeelsleden en van derden;
     4. vertrouwelijke informatie;
te verspreiden, dan wel direct, indirect of in hun eigen belang te gebruiken,
ongeacht of ze rechtstreeks of onrechtstreeks bekomen werden.
Artikel 39:Niemand mag zich uitspreken in naam van de werkgever zonder de
uitdrukkelijke toelating te hebben verkregen van het College. Niemand mag een
document ondertekenen in naam van de werkgever zonder officiële
handtekeningsoverdracht van het College.
Artikel 40:Elke tekortkoming aan de verplichtingen van deze onderafdeling kan
aanleiding geven tot een tuchtmaatregel voor de statutaire personeelsleden of kan
beschouwd worden als een zware fout die het onmiddellijke ontslag zonder
opzegtermijn, noch opzegvergoeding rechtvaardigt voor de contractuele
personeelsleden. De werkgever behoudt zich het recht voor om een
schadevergoeding en intresten te vragen, indien door een inbreuk schade
berokkend zou zijn.
Onderafdeling 3.2.4: Houding van neutraliteit ten opzichte van het publiek
Artikel 41:De personeelsleden wordt gevraagd om in hun houding een zo ruim
mogelijke neutraliteit aan de dag te leggen wat betreft politieke, filosofische en
religieuze onderwerpen. Ze vermijden ongepaste gedragingen die het beeld van de
gemeentelijke administratie zouden kunnen schaden. Uitspraken, gedragingen of
kentekens die tegen de geest van deze bepaling zouden ingaan zijn strikt
verboden.
Artikel 42 - § 1:De personeelsleden zijn ertoe gehouden om alle gebruikers van de
gemeentelijke diensten te behandelen met beleefdheid, respect en vriendelijkheid
en om zich te kleden op een gepaste manier die de gebruikers niet choqueert.
§ 2:Wanneer een uniform voorzien wordt door de werkgever, zijn de
personeelsleden ertoe gehouden dit te dragen en te onderhouden, wanneer een
vergoeding voorzien is.
Onderafdeling 3.2.5: Gebruik van media: Telefoon – Fax – Fotokopies - Internet
Artikel 43:De personeelsleden wordt verzocht om op een rationele en redelijke
manier gebruik te maken van de telefoon, de fax, de internetverbindingen en de
mailboxen die hun ter beschikking gesteld worden in het kader van hun functie,
evenals van de kopieermachines. Elk misbruik zal beoordeeld worden door de
dienstchef en kan het voorwerp uitmaken van sancties.
Artikel 44:Het Reglement van 31 maart 2010 betreffende het gebruik van
informatica in de gemeentelijke administratie blijft van toepassing en is hernomen
in Bijlage 7.
Onderafdeling 3.2.6: Teruggave van goederen van de werkgever
Artikel 45:Elk personeelslid wordt verzocht om aan zijn hiërarchisch
verantwoordelijke elk voorwerp (badge, sleutels, personeelskaart, GSM, draagbare
computer, fototoestel,…) of elke werkuitrusting (kleren of werkschoenen, …) terug
te geven die aan de werkgever toebehoort en dit ten laatste op de laatste dag van
de uitoefening van zijn functies.
Onderafdeling 3.2.7: Tucht
Artikel 46:De tuchtregeling van toepassing op het vastbenoemde personeel en op
het stagedoende personeel wordt bepaald door titel XIV, artikels 281 tot 317 van
de nieuwe Gemeentewet.

                                        123
Artikel 47 - § 1:De tuchtprocedure is een bevoegdheid van de Gemeenteraad, van
het College en van de Gemeentesecretaris. In geval van hoogdringendheid, kan de
Gemeentesecretaris een personeelslid schorsen.
§ 2:De sancties voorzien door de nieuwe Gemeentewet zijn:
1. Lichte straffen:
     •   de waarschuwing;
     •   de berisping;
2. Zware straffen:
     •   de inhouding van wedde;
     •   de schorsing;
     •   de terugzetting in graad;
3. Maximumstraffen:
     •   de afzetting;
     •   het ontslag van ambtswege.
Artikel 48:De vastbenoemde personeelsleden en de stagedoende personeelsleden
beschikken over een recht tot beroep bij de Raad van State.
Artikel 49:De tuchtregeling van toepassing op de personeelsleden aangeworven
volgens de regeling uit de Wet van 3 juli 1978 betreffende de
arbeidsovereenkomsten wordt geregeld door het Tuchtreglement voor het
contractueel personeel, goedgekeurd door de Gemeenteraad op 15 september
1999 en de latere wijzigingen (Bijlage 8).
Artikel 50:Tekortkomingen van het personeelslid aan de verplichtingen die
voortkomen uit zijn arbeidsovereenkomst of uit zijn functie in de dienst, en die
geen zware fout uitmaken waardoor de arbeidsovereenkomst verbroken wordt,
kunnen één van de volgende sancties tot gevolg hebben:
     1. de waarschuwing;
     2. de berisping;
     3. de inhouding van wedde, beperkt tot
     •   maximaal een vijfde van het nettoloon;
     •   maximaal één maand.


AFDELING 3.3: BURGERLIJKE
  AANSPRAKELIJKHEID
Artikel 51:De buitencontractuele burgerlijke aansprakelijkheid van de
personeelsleden is gedekt conform de bepalingen in de verzekeringspolissen die
het gemeentebestuur van Schaarbeek onderschreven heeft.
AFDELING 3.4: PROEFBEDING
Artikel 52:Het is mogelijk een proefbeding op te leggen aan elk contractueel
personeelslid dat in dienst treedt. Het proefbeding moet schriftelijk opgesteld zijn
voor de inwerkingtreding van de arbeidsovereenkomst en is individueel voor elk
personeelslid.
Artikel 53:De proefperiode voor bedienden kan niet korter zijn dan één maand. Ze
kan niet langer duren dan respectievelijk zes maanden of twaalf maanden,
afhankelijk van de brutojaarvergoeding die al dan niet het bedrag bepaald
overeenkomstig artikel 67 § 2 van de Wet van 3 juli 1978 betreffende de
arbeidsovereenkomsten overschrijdt.
Artikel 54:Voor de arbeiders is de duur van de proefperiode maximaal 14 dagen.
Artikel 55:Tijdens de proefperiode zijn de verkorte opzegtermijnen zoals voorzien in
de wet van toepassing. Voor de arbeiders zijn gedurende de eerste 6 maanden van
ononderbroken activiteit de verkorte opzegtermijnen van toepassing voor zover dit
vermeld staat in de arbeidsovereenkomst.
Artikel 56 - § 1:Overeenkomstig de bepalingen in het Reglement op de aanwerving
van het personeel is de duur van de statutaire stage uniform vastgelegd op één
jaar, voor alle niveaus. Deze periode kan maximaal twee keer verlengd worden
voor een periode van zes maanden op voorstel van het College.
§ 2:De stagiair die niet voldoet aan de eisen van de dienst of die faalt in de
eindestageproeven wordt ontslagen middels een opzeg van drie maanden, hetzij bij
het verlopen van de stage, hetzij tijdens de looptijd ervan. Indien hij reeds de
hoedanigheid had van gemeentelijk personeelslid, wordt hij gereaffecteerd aan zijn
vorige betrekking of aan een gelijkwaardige andere betrekking.


HOOFDSTUK IV: WELZIJN OP HET WERK

AFDELING 4.1: PREVENTIE EN BESCHERMING

                                         124
    OP HET WERK EN GEZONDHEIDSTOEZICHT
    OP DE PERSONEELSLEDEN
Artikel 57:De personeelsleden moeten zich houden aan de algemene richtlijnen
opgelegd door de werkgever of door de hiertoe gemandateerde personen.
Onderafdeling 4.1.1: Medische onderzoeken betreffende de risicoanalyse voor de
personeelsleden
Artikel 58:Elk personeelslid is ertoe gehouden in te gaan op elke oproeping van de
arbeidsgeneesheer om volgende medische onderzoeken te ondergaan:
- medisch aanwervingsonderzoek (geschiktheid voor de functie);
- periodiek onderzoek;
- onderzoek in het kader van het werk op een beeldscherm;
- onderzoek met het oog op het verkrijgen van een medische schifting;
- onderzoek in het kader van de moederschapsbescherming;
- onderzoek tot werkhervatting na een periode van arbeidsongeschiktheid;
- onderzoek gevraagd door het personeelslid.
De wettelijke bepalingen betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemer
zijn van toepassing.
Artikel 59:Indien het personeelslid zich niet kan aanbieden op de afgesproken
datum of het afgesproken uur, wordt hij verzocht zo snel mogelijk contact op te
nemen met de I.D.P.B.W. opdat er een nieuwe oproepingsbrief gemaakt kan
worden. Indien deze verplichting niet nagekomen wordt, stelt het personeelslid zich
bloot aan een tuchtmaatregel.
Onderafdeling 4.1.2: Beroepskledij en beschermingsuitrusting
Artikel 60:De personeelsleden zijn verplicht om alle kledij of individuele
beschermingsuitrustingen te gebruiken noodzakelijk bij de uitvoering van hun
taken. Zij zijn ertoe gehouden om hun hiërarchisch verantwoordelijke te verwittigen
van elk gevaar dat mogelijk de veiligheid in het gedrang zou kunnen brengen en
van elk gebrekkig materiaal te signaleren. Elke tekortkoming aan deze verplichting
geeft aanleiding tot een tuchtmaatregel.
Onderafdeling 4.1.3: Onderhoud, schoonmaak, desinfectie, ontsmetting, herstelling
en vernieuwing van de individuele beschermingsuitrusting
Artikel 61:De werkgever moet tijdig op zijn kosten het in goede staat houden, de
schoonmaak, de desinfectie, de ontsmetting, de herstelling en de vernieuwing
verzekeren van de individuele beschermingsuitrusting, om de goede werking ervan
te garanderen.
Onderafdeling 4.1.4: Verbodsbepalingen met betrekking tot roken en alcohol
Artikel 62:Het is strikt verboden in de gemeentelijke gebouwen en voertuigen te
roken.
Artikel 63:Elk personeelslid kan genieten van een pauze van 10 minuten per halve
werkdag. Elke dienst organiseert de pauzes rekening houdend met de behoeften
van de dienst. De personeelsleden kunnen uitsluitend tijdens deze pauzes roken in
de buitenlucht. Zij waken erover dat dit geen aanleiding geeft tot enige vorm van
schade ten opzichte van hun collega’s of het publiek.
Artikel 64:Het is verboden om alcoholische dranken en psychotrope substanties
(behalve voor medische redenen) mee te brengen of te gebruiken op de
arbeidsplaatsen. Er kan een uitzondering gemaakt worden in overeenstemming
met de dienstchef voor alcoholische dranken bij speciale gelegenheden. De
personeelsleden moeten in staat zijn om hun werk na deze gebeurtenis op een
correcte manier te hernemen, net zoals na het verbruiken van alcohol tijdens het
middaguur.
Onderafdeling 4.1.5: Besturen van voertuigen of machines
Artikel 65:Elk personeelslid dat, vanuit zijn functie, verantwoordelijk is voor het
besturen van voertuigen of machines, moet houder zijn van een vereist rijbewijs en
moet aan zijn werkgever elke verandering van zijn situatie of intrekking melden.
Artikel 66:Alle personeelsleden die, omwille van hun functie, verantwoordelijk zijn
voor het besturen van voertuigen of machines moeten zich onthouden, tijdens de
diensturen en de pauzes, om alcoholische dranken of psychotrope substanties te
gebruiken. Elke tekortkoming aan deze verplichting geeft aanleiding tot een
tuchtmaatregel.
Artikel 67:Ze zijn verplicht om hun hiërarchische verantwoordelijke of de
arbeidsgeneesheer te informeren omtrent het gebruik van geneesmiddelen die het
besturen van voertuigen of machines gevaarlijk kunnen maken. Elke tekortkoming
aan deze verplichting geeft aanleiding tot een tuchtmaatregel.
Artikel 68:Het gebruik van een voertuig of machines buiten de door de werkgever
opgelegde missies is strikt verboden en vatbaar voor sancties. Privégebruik is strikt
verboden.
Artikel 69:Alle personeelsleden die verantwoordelijk zijn voor het besturen van
voertuigen moeten onmiddellijk hun hiërarchische verantwoordelijke verwittigen

                                          125
van de boetes die hun opgelegd zijn tijdens de missies opgelegd door de
werkgever. Ze zijn er bovendien toe gehouden om deze binnen de voorgeschreven
termijn te voldoen.
Artikel 70:Alle personeelsleden die verantwoordelijk zijn voor het besturen van
voertuigen moeten onmiddellijk hun hiërarchische verantwoordelijke verwittigen
van de ongevallen die hun overkomen zijn tijdens de missies opgelegd door de
werkgever. Indien de politie ter plaatse geen vaststellingen komt doen, is het aan
het personeelslid toegelaten om de officiële formulieren in te vullen.
Artikel 71:Alle personeelsleden die verantwoordelijk zijn voor het besturen van
voertuigen zijn ertoe gehouden de wegcode te respecteren. In het bijzonder, is het
vanzelfsprekend dat volgende gedragingen verboden zijn:
    1. gebruik van de GSM aan het stuur;
    2. het in moeilijkheden brengen van zwakkere weggebruikers (voetgangers,
         fietsers);
    3. het moedwillig negeren van een oranje of rood licht;
    4. onregelmatig parkeren;
    5. het gebruiken van rijstroken die voorzien zijn voor het openbaar vervoer;
    6. het voertuig verlaten, met draaiende motor of door de sleutels aan de
         binnenzijde te laten;
    7. onaangepaste snelheid;
    8. verkeerdelijk gebruik van het oranje flikkerlicht;
    9. rijden zonder rijbewijs;
    10. rijden in kennelijke staat van dronkenschap.


AFDELING 4.2: EERSTE ZORGEN EN
  VERBANDKISTEN
Artikel 72:Een verbandkist bevindt zich op de plaatsen opgenomen in Bijlage 9.
Artikel 73:De actieve hulpverleners werden opgenomen in Bijlage 10.


AFDELING 4.3: GEWELD, PESTERIJEN OF
  ONGEWENST SEKSUEEL GEDRAG OP HET
  WERK
Onderafdeling 4.3.1: Algemene bepalingen
Artikel 74:Ieder personeelslid moet in zijn doen en laten op het werk naar
bestvermogen zorg dragen voor zijn veiligheid en gezondheid en voor deze van
andere betrokkenen, overeenkomstig zijn opleiding en de door de werkgever
gegeven instructies.
Artikel 75:De personeelsleden moeten op een positieve manier deelnemen aan het
preventiebeleid opgezet in het kader van de bescherming van de werknemers
tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk.
Artikel 76:De personeelsleden en de werkgever moeten zich onthouden van elke
daad van geweld of pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Ze
moeten zich er evenzeer van onthouden om de procedure uit onderafdeling 4.3.3
verkeerdelijk te gebruiken, het is te zeggen om ze te gebruiken voor andere
doeleinden dan deze voorzien door de Wet van 11 juni 2002 betreffende de
bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk.
Onderafdeling 4.3.2: Definities
Artikel 77:Verwijzend naar de Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van
de werknemers bij de uitvoering van hun werk, wordt verstaan onder:
§ 1:Geweld op het werk: elke feitelijkheid waarbij een werknemer of ieder ander
persoon waarop hoofdstuk Vbis van de Wet van 4 augustus 1996 van toepassing is,
fysiek of psychisch wordt bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van het werk;
§ 2:Pesterijen op het werk: meerdere gelijkaardige of uiteenlopende onrechtmatige
gedragingen, binnen of buiten de onderneming of instelling, die plaats hebben
gedurende een bepaalde tijd, die tot doel of gevolg hebben dat de persoonlijkheid,
de waardigheid of de fysieke of psychische integriteit van een werknemer of een
andere persoon waarop hoofdstuk Vbis van deze Wet van toepassing is, bij de
uitvoering van zijn werk wordt aangetast, dat zijn betrekking in gevaar wordt
gebracht of dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of
kwetsende omgeving wordt gecreëerd en die zich inzonderheid uiten in eenzijdige
woorden, bedreigingen, handelingen, gebaren of geschriften. Deze gedragingen
kunnen inzonderheid verband houden met godsdienst of overtuiging, handicap,
leeftijd, seksuele geaardheid, geslacht, ras of etnische afstamming;
§ 3:Ongewenst seksueel gedrag op het werk: elke vorm van ongewenst verbaal,
non–verbaal of lichamelijk gedrag met een seksuele connotatie dat als doel of

                                         126
gevolg heeft dat de waardigheid van een persoon wordt aangetast of dat een
bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt
gecreëerd.
Onderafdeling 4.3.3: Procedure
Artikel 78:Deze procedure past de beschikkingen toe van de Wet van 4 augustus
1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk,
gewijzigd door de Wet van 10 januari 2007, en van het Koninklijk Besluit van 17
mei 2007 betreffende de voorkoming van psychosociale belasting veroorzaakt door
het werk, waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het
werk.
Artikel 79:Het personeelslid kan zijn hiërarchische verantwoordelijke opzoeken of
kan zich wenden tot het Departement Human Resources. Eénieder die meent het
slachtoffer te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het
werk kan zich rechtstreeks richten tot de vertrouwenspersoon of tot de externe
preventieadviseur-psycholoog.
Artikel 80:De lijst met vertrouwenspersonen en bevoegde preventieadviseurs van
de externe dienst werd opgenomen in Bijlage 11.
1. Interne procedure
Artikel 81 - § 1:De vertrouwenspersoon hoort het personeelslid dat zich tot hem
wendt binnen een termijn van acht kalenderdagen na het eerste contact. Wanneer
het personeelslid de preventieadviseur telefonisch contacteert, wordt hem een
vragenlijst overgemaakt. De preventieadviseur hoort het personeelslid binnen een
termijn van acht kalenderdagen na het terugsturen van de ingevulde vragenlijst.
De werknemer wordt geïnformeerd over de mogelijkheid om op informele wijze een
oplossing te zoeken via een interventie bij een lid van de hiërarchische lijn of via
een verzoening met de betrokken persoon. De vertrouwenspersoon en de
preventieadviseur handelen enkel met het akkoord van het personeelslid. Het
verzoeningsproces vereist het akkoord van beide partijen.
§ 2:Indien de werknemer niet wenst dat er een informele oplossing gezocht wordt
of weigert een einde te stellen aan de procedure, indien de bemiddeling of
interventie niet leidt tot een oplossing of indien de feiten blijven duren, kan de
werknemer een met redenen omklede klacht indienen bij de vertrouwenspersoon of
de preventieadviseur gespecialiseerd in psychosociale aspecten.
§ 3:Het personeelslid kan enkel een met redenen omklede klacht indienen indien hij
voorafgaand aan de indiening van de met redenen omklede klacht een persoonlijk
onderhoud heeft gehad met de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur
gespecialiseerd in psychosociale aspecten. Dit persoonlijk onderhoud moet
plaatsvinden binnen de acht kalenderdagen nadat de werknemer de wil heeft
uitgedrukt om een met redenen omklede klacht in te dienen.
Artikel 82:De met redenen omklede klacht is een door het personeelslid
ondertekend en gedateerd document dat, naast het verzoek aan de werkgever om
passende maatregelen te treffen om een einde te stellen aan de feiten, de
volgende gegevens bevat:
     1. de nauwkeurige omschrijving van de feiten die, volgens het personeelslid,
         constitutief zijn voor geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op
         het werk;
     2. de plaats en het ogenblik waarop elk van deze feiten zich hebben
         voorgedaan;
     3. de identiteit van de aangeklaagde.
Artikel 83:Het personeelslid ontvangt een kopie van de met redenen omklede
klacht ondertekend door de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur
gespecialiseerd in psychosociale aspecten. Deze kopie geldt als ontvangstbewijs en
vermeldt dat het persoonlijk onderhoud heeft plaatsgevonden.
Artikel 84:Wanneer de vertrouwenspersoon de met redenen omklede klacht in
ontvangst neemt, stuurt hij deze onmiddellijk per aangetekende brief naar de
preventieadviseur gespecialiseerd in psychosociale aspecten.
Artikel 85 - § 1:De preventieadviseur gespecialiseerd in psychosociale aspecten
deelt zo snel mogelijk aan de aangeklaagde de feiten mee die hem worden ten
laste gelegd, hoort de personen, getuigen en anderen, die hij nuttig acht en
onderzoekt de met redenen omklede klacht op volledig onpartijdige wijze.
§ 2:De aangeklaagde en de getuigen ontvangen een kopie van hun verklaring.
§ 3:De preventieadviseur die een met redenen omklede klacht ontvangt, brengt
onmiddellijk, per aangetekende brief die de vermelding “persoonlijk en
vertrouwelijk” draagt, de werkgever, vertegenwoordigd in de persoon van de
Gemeentesecretaris, op de hoogte van het feit dat de werknemer die een
getuigenverklaring heeft afgelegd in de zin van artikel 32 tredecies van de Wet van
4 augustus 1996 en gewijzigd door artikel 13 van de Wet van 10 januari 2007,
bescherming geniet en deelt aan de werkgever diens identiteit mee. Hij brengt een
geschreven advies uit waarin volgende elementen opgenomen zijn:
     1. de samenvatting van de feiten;

                                         127
   2.    in voorkomend geval, het resultaat van de verzoeningspoging;
   3.    voor zover de vastgestelde gegevens van de zaak het toelaten, een
         gemotiveerd advies over de vraag of deze feiten al dan niet kunnen
         beschouwd worden als geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op
         het werk of als feiten van een andere aard die een psychosociale belasting
         ingevolge het werk veroorzaken;
     4. de analyse van de primaire, secundaire en tertiaire oorzaken van de feiten;
     5. de maatregelen die moeten worden getroffen om een einde te stellen aan
         de problematische situatie;
     6. de andere toe te passen preventiemaatregelen.
§ 4:Dit advies wordt aan de werkgever verstrekt binnen een termijn van drie
maanden vanaf de indiening van de met redenen omklede klacht. Deze termijn kan
meermaals worden verlengd met een termijn van drie maanden, voor zover de
preventieadviseur dit telkens kan rechtvaardigen en de redenen hiervoor schriftelijk
meedeelt aan de werkgever en aan de werknemer die de met redenen omklede
klacht heeft ingediend.
§ 5:In elk geval wordt het advies ten laatste twaalf maanden na de indiening van de
met redenen omklede klacht verstrekt.
Artikel 86 - § 1:De werkgever brengt de aanklager en de aangeklaagde op de
hoogte van de verschillende maatregelen die hij van plan is te nemen.
§ 2:Indien deze maatregelen de arbeidsomstandigheden van het personeelslid
zouden kunnen wijzigen, overhandigt de werkgever hem een kopie van het advies
van de preventieadviseur bedoeld in artikel 28 van de Wet van 10 januari 2007,
met uitzondering van de voorstellen in verband met de collectieve
preventiemaatregelen en hij hoort het personeelslid, dat zich gedurende dit
onderhoud kan laten bijstaan.
§ 3:De werkgever deelt aan het personeelslid dat een rechterlijke actie wenst te
ondernemen, een kopie mee van het advies van de preventieadviseur bedoeld in
artikel 28 van de wet, met uitzondering van de voorstellen van collectieve
preventiemaatregelen.
Artikel 87:Het personeelslid van een onderneming van buitenaf die meent het
voorwerp te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk
vanwege een werknemer van de werkgever in wiens inrichting hij permanent
werkzaamheden uitvoert, kan een beroep doen op de interne procedure van de
werkgever bij wie de werkzaamheden worden uitgevoerd. Wanneer er individuele
preventiemaatregelen moeten getroffen worden ten aanzien van een werknemer
van een onderneming van buitenaf, legt de werkgever in wiens inrichting
permanent werkzaamheden worden uitgevoerd de nuttige contacten met de
werkgever van de onderneming van buitenaf, opdat deze maatregelen
daadwerkelijk zouden kunnen getroffen worden.
Artikel 88:De personeelsleden moeten de vertrouwenspersoon of de
preventieadviseur gespecialiseerd in psychosociale aspecten kunnen raadplegen
tijdens de werkuren. De tijd van de raadpleging bij de vertrouwenspersoon of de
preventieadviseur is inbegrepen in de arbeidstijd en de verplaatsingskosten zijn ten
laste van de werkgever.
Artikel 89:Indien de feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op
het werk doorgaan na de inwerkingtreding van de maatregelen of indien de
werkgever nalaat de nodige maatregelen te treffen, wendt de preventieadviseur
zich, na het akkoord van de aanklager te hebben bekomen, tot de ambtenaren
belast met het toezicht op de wet, de Dienst Toezicht op het Welzijn op het Werk.
Artikel 90:Zowel de aanklager als de aangeklaagde persoon hebben het recht zich
gedurende de gehele procedure te laten bijstaan door een collega of een
vakbondsafgevaardigde.
Artikel 91:De persoon die zich slachtoffer voelt, heeft op elk moment het recht:
     1. om zich rechtstreeks te wenden tot het Toezicht op het Welzijn op het Werk;
     2. om zich rechtstreeks te wenden tot het Arbeidsauditoraat;
     3. om een stakingsprocedure voor de Arbeidsrechtbank in te leiden en, in
         voorkomend geval, schadevergoeding en intresten te vragen.
2. Externe procedure
Artikel 92:Het personeelslid dat meent het voorwerp te zijn van geweld, pesterijen
of ongewenst seksueel gedrag op het werk kan zich richten tot de met het toezicht
op de wet op het welzijn op het werk belaste ambtenaar, die onderzoekt of de
werkgever de bepalingen van dit reglement alsook zijn uitvoeringsbesluiten naleeft.
Artikel 93:Al wie een belang kan aantonen, kan voor het bevoegde rechtscollege
een vordering instellen om de naleving van deze wetgeving af te dwingen en kan
inzonderheid de toekenning van een schadevergoeding vorderen. Indien de
arbeidsrechtbank vaststelt dat de werkgever een procedure voor de behandeling
van een met redenen omklede klacht heeft opgesteld en dat deze procedure wettig
kan worden toegepast, kan de rechtbank, wanneer de werknemer zich rechtstreeks
tot haar richt, aan deze werknemer bevelen de voornoemde procedure toe te

                                         128
passen. In dat geval wordt de behandeling van de zaak opgeschort tot deze
procedure is beëindigd.
Onderafdeling 4.3.4: Register voor extern geweld, pesterijen of ongewenst seksueel
gedrag op het werk
Artikel 94:De werkgever, vertegenwoordigd door de interne preventieadviseur,
noteert in een register de handelingen van geweld op het werk en de verklaringen
van de personeelsleden die zich het slachtoffer vinden van handelingen van
geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk van externe aard.
Artikel 95:De interne preventieadviseur kan de persoon helpen om zijn verklaring in
te vullen. Hij centraliseert de verklaringen in het register en hij stuurt een
exemplaar naar de preventieadviseur-psycholoog, het andere naar het
personeelslid.
Artikel 96:Iedere verklaring maakt het voorwerp uit van een risicoanalyse door de
interne preventieadviseur op basis waarvan de werkgever preventiemaatregelen en
aangepaste ondersteuning zal voorstellen aan het Basiscomité I.D.P.B.W.
Artikel 97:Alleen de werkgever, de preventieadviseur gespecialiseerd in
psychosociale aspecten en de vertrouwenspersoon hebben toegang tot dit register.
Het wordt ter beschikking gesteld van de ambtenaar belast met het toezicht.
Artikel 98:De werkgever bewaart de feitelijke verklaringen hernomen in het register
en dit gedurende vijf jaar te rekenen vanaf de datum waarop het personeelslid
deze verklaringen heeft laten optekenen.
Artikel 99:De fases zoals in huidige procedure beschreven, sluiten deze niet uit die
gebruikt worden voor het onderzoek naar problemen op de werkplaats. De
personeelsleden kunnen zich eveneens richten tot hun verantwoordelijken, tot de
hiërarchische lijn, tot het departement Human Resources, enz.
Artikel 100:Het formulier om een klacht te laten opnemen voor geweld of pesterijen
van externe oorsprong is opgenomen in Bijlage 12.


HOOFDSTUK V: BEËINDIGING VAN DE FUNCTIES

AFDELING 5.1: MOGELIJKHEDEN VAN
  BEËINDIGING
Artikel 101:Geven aanleiding tot de beëindiging van de functies van de
personeelsleden:
    1. het overlijden;
    2. de oppensioenstelling;
    3. het ontslag (door de werknemer);
    4. het ontslag van het contractuele personeelslid;
    5. het ontslag van het stagedoende statutaire personeelslid;
    6. het ontslag van ambtswege of de afzetting van een vastbenoemd
         personeelslid tengevolge van een tuchtprocedure;
    7. de ongerechtvaardigde afwezigheid na ingebrekestelling om het werk te
         hervatten.


AFDELING 5.2: HET ONTSLAG (DOOR DE
  WERKNEMER)
Artikel 102:Het personeelslid kan zijn ontslag aanbieden aan de Gemeenteraad of
aan het College voor de graden waarvoor het College delegatie heeft gekregen van
de Gemeenteraad. Het ontslag wordt aangeboden hetzij door afgifte tegen
ontvangstbewijs aan de Gemeentesecretaris, hetzij per aangetekende brief, hetzij
per deurwaardersexploot.
Artikel 103:Er wordt een einde gesteld aan de samenwerking overeenkomstig de
wettelijke bepalingen betreffende de duur en de opzegtermijnen zoals voorzien
door de Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.


AFDELING 5.3: HET ONTSLAG (DOOR DE
  WERKGEVER)
Artikel 104:Er wordt een einde gesteld aan de samenwerking overeenkomstig de
wettelijke bepalingen betreffende de duur en de opzegtermijnen zoals voorzien
door de Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.




                                         129
AFDELING 5.4: WERKVERLATING
Artikel 105:Het personeelslid krijgt een ingebrekestelling wanneer hij zonder geldig
motief meer dan vijf werkdagen ongewettigd afwezig is. Zeven dagen na deze
ingebrekestelling wordt er een tweede aangetekende brief verstuurd. Bij gebreke
aan een geldige rechtvaardiging binnen de drie dagen die volgen (de poststempel
geldt als bewijs), zal deze afwezigheid tot een onmiddellijke verbreking van de
functie leiden zonder vooropzeg, noch schadevergoeding, gemotiveerd wegens
verlating van de werkpost.


AFDELING 5.5: ZWARE FOUTEN
Artikel 106 - § 1:De soevereine beoordelingsbevoegdheid van de rechter buiten
beschouwing gelaten, kunnen volgende feiten/handelingen beschouwd worden als
een zware fout die elke professionele samenwerking onmiddellijk en definitief
onmogelijk maakt, zonder dat deze lijst beschouwd mag worden als exhaustief:
1. Ongerechtvaardigde afwezigheden;
2. Het toevertrouwde werk weigeren uit te voeren en elke expliciete handeling van
ongehoorzaamheid;
3. Het niet-respecteren van elementaire veiligheidsregels;
4. Ernstige en herhaalde onachtzaamheid;
5. Het feit een werk uit te voeren tijdens een periode van ongeschiktheid die
gedekt is door een medisch getuigschrift;
6. Zich over geven aan feitelijkheden;
7. Het achterhouden van vergissingen;
8. Diefstal;
9. Het weigeren om een medisch onderzoek te ondergaan;
10. Elk feit dat strijdig is met de goede zeden;
11. Een ongepaste houding tegenover de gebruikers van de gemeentelijke
diensten;
12. Het foutief gebruik van de badge alsook het misbruik maken van een badge
van een collega;
13. Het gebruik van een voertuig dat aan de werkgever toebehoort buiten de
missies opgelegd door de dienst;
14. Elke tekortkoming aan het beroepsgeheim of aan de discretieplicht zoals
opgenomen in onderafdeling 3.2.3;
15. Het feit van het verlaten van de arbeidsplaats tijdens de dag zonder
voorafgaand de hiërarchie op de hoogte te brengen.
§ 2:Indien, gezien de preciese omstandigheden waarin de feiten zich voorgedaan
hebben en gezien de gevolgen van deze gebeurtenissen, de ernst van de fout niet
weerhouden wordt door het College, kunnen deze fouten toch vatbaar zijn voor
sancties.


HOOFDSTUK VI: DE VERLOVEN EN
  DIENSTVRIJSTELLINGEN

AFDELING 6.1: ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 107:Elke afdeling van onderhavig hoofdstuk duidt het overeenkomstige
toepassingsgebied aan.
Artikel 108 - § 1:Onder werkdag wordt verstaan: de dag waarop het personeelslid
overeenkomstig het arbeidsregime dat hem opgelegd is, gehouden is te werken.
§ 2:Onder dienstvrijstelling wordt verstaan: de toelating op basis van de geldende
reglementen of bij gebrek daaraan door het College gegeven aan een personeelslid
om gedurende de werkuren de arbeidsplaats te verlaten voor een bepaalde duur
met behoud van al zijn rechten.
Artikel 109:Het personeelslid mag zijn dienst niet verlaten dan wanneer hij vooraf
een verlof of een dienstvrijstelling bekomen heeft, behalve in geval van overmacht
en onder de voorwaarden die de dienstchef bepaalt.
Artikel 109 bis:Met uitzondering van de verlovenvoorgeschreven bij medisch
getuigschriftovereenkomstig de reglementaire bepalingen,worden de verlovendie
de duur vastgesteld bij ditreglement overschrijden,enkel toegestaan met inhouding
van wedde. Onverminderd de eventueletoepassing van een tuchtstraf of een
administratieve maatregel, bevindt het personeelsliddat zonder toestemming
afwezig isof de duur van zijn verlof zonder geldige reden overschrijdt, hetzij
ervanafziet zonder reden toegestaan door de bevoegde overheidhet geheel of een


                                         130
deel van zijn normale en gebruikelijke taken uit te voeren, zelfs wanneer hij
aanwezig is op de dienst,zich van rechtswege in non-activiteit zonder wedde. In
deze toestand verliest hij zijn aansprakenop bevordering in zijn
weddeschaal,behoudens andersluidende beslissing. Het personeelslid kan zijn
aansprakenop een bevordering niet laten gelden tijdens de duur van zijn
onrechtmatige afwezigheid,noch een bevordering of een verandering in graad,noch
een mutatie op zijn aanvraag bekomen.Dit artikel is niet van toepassing op het
personeel aangeworven bij arbeidsovereenkomst.
Artikel 110:Voor elke aanvraag van jaarlijks verlof, compensatieverlof,
omstandigheidsverlof en recuperatieverlof, moet het personeelslid een verlofbon
indienen.


AFDELING 6.2: JAARLIJKS VERLOF EN
  FEESTDAGEN
Onderafdeling 6.2.1: Toepassingsgebied
Artikel 111:Deze afdeling is van toepassing op het vastbenoemd personeel, op het
stagedoend personeel en op het contractueel personeel.
Onderafdeling 6.2.2: Jaarlijks verlof
Artikel 112:Voor de stagedoende statutaire personeelsleden en de contractuele
personeelsleden is het verlofregime uit de private sector van toepassing tot aan de
definitieve benoeming. 20 dagen jaarlijks verlof worden beschouwd als wettelijk
verlof.
Artikel 113 - § 1:Het personeelslid heeft recht op een jaarlijks vakantieverlof
waarvan de duur naargelang de leeftijd als volgt is bepaald:
    •    minder dan 45 jaar: 20 + 6 werkdagen;
    •    van 45 tot 49 jaar: 20 + 7 werkdagen;
    •    van 50 tot 54 jaar: 20 + 8 werkdagen;
    •    van 55 tot 59 jaar: 20 + 9 werkdagen;
    •    van 60 tot 61 jaar: 20 + 10 werkdagen;
    •    op 62 jaar: 20 + 11 werkdagen;
    •    op 63 jaar: 20 + 12 werkdagen;
    •    van 64 tot 65 jaar: 20 + 13 werkdagen.
§ 2:Voor de vaststelling van de duur van het verlof, wordt de leeftijd bereikt door
het personeelslid in de loop van het betrokken burgerlijk jaar in aanmerking
genomen. Elke periode van dienstactiviteit geeft evenredig recht op een jaarlijks
verlof. Het jaarlijks verlof van een personeelslid aangeworven bij
arbeidsovereenkomst, wordt in elk geval berekend in functie van de prestaties van
het voorafgaande jaar.
Artikel 114:Het niet-onderwijzend personeel (bediende en arbeider) en het
personeel van de kinderdagverblijven en van de Medische Schoolinspectie
(kinderverzorgsters en verpleegsters) van de afdeling Franstalig openbaar
Onderwijs hebben recht op een jaarlijks verlof waarvan de duur per
personeelscategorie als volgt is vastgesteld:
    1. voor de secretaressen van de lagere scholen, de conciërges, de
         huishoudsters, de hulphuishoudsters en de poetsvrouwen, evenals voor de
         kinderverzorgsters en de verpleegsters van de kinderdagverblijven en de
         M.S.I.:
         ◦   - een maand (juli/augustus) 20 dagen
         ◦   - een week voor Kerstmis en voor Pasen 10 dagen
         ◦ - een week op twee voor het ontspanningsverlof 5 dagen
    2.   voor de Dienst Controle op het Onderwijs:
         ◦ - van 10 juli tot 16 augustus 25 dagen
         ◦   - de ontspanningsverloven 10 dagen
         ◦   - Kerstmis en Pasen 20 dagen
         ◦ - de woensdagnamiddagen 20 dagen
Artikel 115:Het jaarlijks verlof wordt met een periode van dienstactiviteit
gelijkgesteld. Het wordt genomen naar keuze van het personeelslid met
inachtneming van de behoeften van de dienst. Zo het verlof gesplitst wordt, moet
het een doorlopende periode van minstens twee weken omvatten, behalve indien
het personeelslid dit niet wenst. Een doorlopende periode van één week moet in
ieder geval gegarandeerd worden.
Artikel 116:Het verlof wordt evenredig ingekort wanneer een personeelslid in dienst
getreden is in de loop van het jaar, zijn ontslag geeft, aangeworven is om deeltijdse
prestaties te verrichten of in de loop van het jaar één van de hierna vermelde
verloven of afwezigheden verkregen heeft:


                                          131
    1.   de verloven vermeld in de artikelen 182 en 183 van dit reglement;
    2.   het verlof voor beroepsloopbaanonderbreking;
    3.   de afwezigheden waarbij het personeelslid in de administratieve stand van
         non-activiteit of disponibiliteit is geplaatst;
     4. de verloven om dwingende redenen van familiaal belang;
     5. de verloven voor verminderde prestaties voor persoonlijke aangelegenheid;
     6. verminderde prestaties wegens medische redenen.
Indien het aldus berekende aantal verlofdagen geen geheel getal vormt, wordt het
afgerond naar de onmiddellijk hogere eenheid. Voor de berekening van de duur van
het jaarlijks verlof toegekend aan het personeel aangeworven bij
arbeidsovereenkomst, worden de perioden van afwezigheid wegens
ouderschapsverlof bedoeld in artikel 34 en wegens verloven toegekend met het
oog op de bescherming van het moederschap bij artikelen 39, 41, 41bis, 42 en 43
van de Arbeidswet van 16 maart 1971, beschouwd als perioden van dienstactiviteit
in de zin van het 1e lid. Voor de berekening van de duur van het jaarlijks verlof
toegekend aan het personeel aangeworven bij arbeidsovereenkomst, worden de
perioden van afwezigheid wegens vaderschapsverlof en adoptieverlof toegekend
door artikel 30 § 2 en artikel 30ter van de Wet van 3 juli 1978 betreffende de
arbeidsovereenkomsten beschouwd als perioden van dienstactiviteit in de zin van
het 1e lid.
Artikel 117 - § 1:Indien tengevolge van noodwendigheden binnen de dienst, het
personeelslid niet het geheel of een deel van zijn vakantieverlof heeft kunnen
opnemen voor de definitieve beëindiging van zijn functies, geniet hij van een
compensatievergoeding waarvan het bedrag gelijk is aan zijn laatste
activiteitswedde van het personeelslid afhankelijk van het aantal niet-opgenomen
verlofdagen. Indien het personeelslid zonder opzeg de hoedanigheid van
personeelslid verliest en indien tengevolge van dit vertrek met onmiddellijke
ingang, hij een deel of het geheel van zijn verlofdagen niet heeft kunnen opnemen,
heeft hij eveneens recht op een compensatievergoeding waarvan het bedrag gelijk
is aan zijn laatste activiteitswedde van het personeelslid afhankelijk van het aantal
niet-opgenomen verlofdagen. Voor de toepassing van de huidige paragraaf, is het
loon dat in overweging te nemen valt, datgene dat verschuldigd is voor voltijdse
prestaties, hierin inbegrepen eventueel een haard- of een standplaatstoelage en
een toelage voor hogere functies.
§ 2:Indien, door omstandigheden binnen de dienst, het personeelslid zijn jaarlijks
verlof niet heeft kunnen opmaken tegen 31 december, is het toegestaan het saldo
van het jaarlijks verlof op te nemen tegen ten laatste 30 april van het volgende
jaar, met uitzondering van de wettelijke verloven voor het contractuele personeel.
Artikel 118:Elke dienst duidt de personen aan die verantwoordelijk zijn voor het
toekennen van verlofdagen.
Artikel 119 - § 1:Voor verloven van 3 dagen of minder, moet de aanvraag minstens
3 werkdagen voor het effectieve verlof ingediend worden, behalve een
gemotiveerde uitzondering. Voor de verloven langer dan 3 dagen, moet de
aanvraag minstens een maand voor het effectief opnemen van het verlof ingediend
worden, behalve een gemotiveerde uitzondering.
§ 2:De verantwoordelijken zijn ertoe gehouden de jaarlijkse verloven van hun
medewerkers te plannen voor verlofperiodes van één week of langer, evenals voor
de schoolverlofperiodes, door erover te waken dat de continuïteit van de dienst en
de gelijkheid tussen de medewerkers gegarandeerd wordt. Vanuit dit oogmerk,
geven ze de data aan voor dewelke de verlofaanvragen met betrekking tot deze
periodes moeten ingediend worden. Voor zover dit het voorwerp uitmaakt van een
overleg, kan de termijn vermeld in § 1 verlengd worden in de diensten waar de
uurroosters van de personeelsleden gepland moeten worden (werk in groep,
organisatie van permanenties…). De aanvragen die nadien ingediend worden zijn
niet prioritair.
Artikel 120:Een antwoord op elke verlofaanvraag moet gegeven worden binnen een
termijn van 24u voor de verloven van 3 dagen of minder en binnen een redelijke
termijn, rekening houdend met de datum van de aanvraag en de duur van het
verlof, in de andere gevallen. Elke weigering van het toekennen van jaarlijks verlof
moet schriftelijk gemotiveerd zijn.
Artikel 121:In elke dienst wordt er een verloffiche bijgehouden voor elk
personeelslid. Alle verloven en afwezigheden moeten er op vermeld worden.
Artikel 122:Het personeelslid dat afwezig is wegens ziekte of gebrekkigheid kan
gedurende deze afwezigheid geen vakantieverlof bekomen.
Artikel 123:Afwezigheden aangevraagd onmiddellijk na een periode van
afwezigheid wegens ziekte of gebrekkigheid kunnen niet toegekend worden indien
deze aanvraag een manier is om de toepassing van de bepalingen betreffende het
in disponibiliteit stellen wegens ziekte te omzeilen. Trouwens, een jaarlijks verlof zal
pas toegekend worden na een effectieve werkhervatting van minimum één dag,
met uitzondering van een personeelslid dat zijn verlof al bekomen had vooraleer in

                                           132
ziekteverlof te zijn.
Artikel 124 - § 1:Een ziekteverlof dat regelmatig wordt gerechtvaardigd door een
medisch getuigschrift onderbreekt automatisch het verlof waarvan het
personeelslid genoot vanaf het moment waarop de ziekte vastgesteld werd. De
zieke is op dat moment onderworpen aan de voorschriften betreffende de controle
op het ziekteverlof, waar hij zich ook bevindt.
§ 2:De zelfde regel is van toepassing voor de omstandigheidsverloven genomen
tijdens de verloven, op voorwaarde dat de hiërarchische autoriteit onmiddellijk
ingelicht wordt over de gebeurtenis en dat de vereiste attesten overgemaakt
worden binnen de kortst mogelijke termijn.
§ 3:In ieder geval is een nieuwe toelating noodzakelijk voor het personeelslid dat
wenst gebruik te maken van de rest van zijn vakantie.
Onderafdeling 6.2.3: Feestdagen
Artikel 125 - § 1:De personeelsleden zijn met verlof op de volgende wettelijke
feestdagen:
     •   Nieuwjaarsdag (1 januari);
     •   Paasmaandag;
     •   Dag van de Arbeid (1 mei);
     •   Hemelvaart;
     •   Pinkstermaandag;
     •   de nationale feestdag (21 juli);
     •   Maria-Hemelvaart (15 augustus);
     •   Allerheiligen (1 november);
     •   Wapenstilstand (11 november);
     •   Kerstmis (25 december).
§ 2:De personeelsleden zijn eveneens in verlof op volgende reglementaire
verlofdagen:
     •   2 januari namiddag;
     •   Wapenstilstand (8 mei);
     •   Allerzielen (2 november);
     •   het Feest van de Koning (15 november);
     •   tweede Kerstdag (26 december);
     •   een verlofdag wordt bovendien toegekend ter gelegenheid van de feesten
         van de gemeenschappen, te nemen naar keuze van het personeelslid.
§ 3:De personeelsleden die uitzonderlijk verplicht worden of die wegens het
arbeidsregime dat op hen van toepassing is één van de dagen moeten werken die
vermeld zijn in § 1 of § 2, krijgen een recuperatieverlof aan 200% dat onder
dezelfde voorwaarden genomen kan worden als het jaarlijks verlof.
§ 4:Als uitzondering op de voorgaande bepalingen, kan het College hetzij elk jaar
de data vastleggen waarop bepaalde of alle compensatieverlofdagen voor de
feestdagen die samenvallen met een zaterdag of een zondag genomen moeten
worden, hetzij toelaten aan de personeelsleden om vrij een andere vervangingsdag
te kiezen maar rekening houdend met de noodwendigheden van de dienst. De
personeelsleden die verplicht moeten werken op deze dagen krijgen een
recuperatieverlof aan 200% dat onder dezelfde voorwaarden genomen kan worden
als het jaarlijks verlof.
§ 5:De verloven bedoeld in dit artikel worden gelijkgesteld met een periode van
dienstactiviteit. Indien het personeelslid echter op een feestdag om een andere
reden met verlof is, of in disponibiliteit of in non-activiteit is geplaatst, blijft zijn
administratieve toestand bepaald overeenkomstig de reglementaire bepalingen die
op hem van toepassing zijn op grond van dit andere afwezigheidsmotief.


AFDELING 6.3: VERLOF WEGENS ZIEKTE OF
  GEBREKKIGHEID
Onderafdeling 6.3.1: Toepassingsgebied
Artikel 126:Deze afdeling is van toepassing op de vastbenoemde personeelsleden.
Ze is eveneens van toepassing op de stagedoende en de contractuele
personeelsleden, met uitzondering van de onderafdelingen 6.3.3 en 6.3.4.
Artikel 127:Het naleven van de bepalingen van onderhavige afdeling houdt in geen
geval een vrijstelling in van het naleven van de regels betreffende de tussenkomst
van het ziekenfonds voor de contractuele en de stagedoende personeelsleden.
Onderafdeling 6.3.2: Procedure
Artikel 128:Het personeelslid dat afwezig is wegens ziekte of gebrekkigheid is ertoe
gehouden:
    •    een dokter te raadplegen;
    •    hem een certificaat te laten invullen overeenkomstig het model uit Bijlage


                                            133
        13;
    •   zijn dienstchef te verwittigen of te laten verwittigen op twee mogelijke
        manieren:
        ◦    door te telefoneren vanaf de opening van de dienst om zijn afwezigheid
             en de vermoedelijke duur ervan mee te delen;
         ◦ door naar zijn dienst de verklaring van arbeidsongeschiktheid op te
             sturen (Bijlage 14), volledig ingevuld en in een voldoende
             gefrankeerde omslag;
      •  binnen de 48 uren het reglementaire certificaat, voldoende gefrankeerd en
         onder gesloten omslag, op te sturen naar het vermelde adres;
      •  zich nauwgezet te houden aan de beschikkingen betreffende het medisch
         toezicht, hernomen in de hiernavolgende artikels;
      •  aan zijn dienst, ten gepaste tijde, nieuwe reglementaire formulieren aan te
         vragen.
Artikel 129:Het personeelslid dat afwezig is wegens ziekte of gebrekkigheid is
onderworpen aan het gezondheidstoezicht van het medisch controlemechanisme
van het personeel aangewezen door het College, hierna genoemd de controlearts.
Artikel 130:Het personeelslid dat niet in staat is zich te verplaatsen, zal thuis
worden onderzocht door de controlearts. Tot deze medische controle zal hetzij
ambtshalve, hetzij op vraag van de dienstchef, worden overgegaan. Deze laatste
zal zich tot het Departement Human Resources wenden, waar de pertinentie van de
vraag beoordeeld wordt en indien nodig de controleprocedure in gang zal gezet
worden.
Artikel 131:Het is het personeelslid verboden weg te gaan, behoudens een formele
toelating van de behandelende arts, die dit in dat geval nauwkeurig moet
vermelden op het certificaat. Het personeelslid moet ervoor zorgen dat hij op geen
enkele manier de thuiscontrole verhindert. Indien de afwezigheidsperiode andere
dagen dan werkdagen omvat, kan de thuiscontrole ook op deze dagen uitgevoerd
worden.
Artikel 132:Het personeelslid dat zich mag verplaatsen, heeft de verplichting zich
aan te bieden bij de geneeskundige controles, op verzoek van de controlearts, en
op de dag, het uur en de plaats door hem aangeduid. Ingeval de persoon zich niet
op de afspraak aanbiedt, moet hij onmiddellijk de Human Resources verwittigen
opdat tot een nieuwe medische controle overgegaan kan worden. Indien het
personeelslid deze verplichting niet nakomt, zal de periode van
arbeidsongeschiktheid die onderworpen was aan de medische controle beschouwd
worden als een ongerechtvaardigde afwezigheid en zal deze niet vergoed worden.
Artikel 133:Zelfs indien de afwezigheid slechts één dag duurt, moet de betrokkene
gevolg geven aan een oproeping door de controlearts.
Artikel 134:De controlearts gaat na of het personeelslid effectief arbeidsongeschikt
is en overhandigt hem een controleverslag waarop vermeld staat vanaf welke
datum hij volgens hem niet meer arbeidsongeschikt is. De controlearts informeert
de betrokken persoon schriftelijk van het resultaat van het onderzoek en deelt hem
de beroepsprocedure mee ingeval van betwisting.
Artikel 135:Ingeval van meningsverschil neemt de controlearts contact op met de
huisarts die het medisch getuigschrift heeft uitgereikt aan het personeelslid.
Artikel 136:Indien tengevolge van deze contacten geen oplossing gevonden wordt,
zal een beroep gedaan worden op een arts-scheidsrechter gekozen in onderlinge
overeenstemming of gekozen onder de artsen-scheidsrechters ingeschreven op de
lijst opgesteld door het Ministerie van Werkgelegenheid en Arbeid. De beslissing
van de arts-scheidsrechter is bindend voor de partijen. De procedurekosten zijn ten
laste van de verliezende partij, hetzij het personeelslid, hetzij het organisme
aangesteld door het College.
Artikel 137:Wanneer de behandelende geneesheer aan het zieke personeelslid een
arbeidsongeschikheid voorschrijft op een andere plaats dan zijn hoofdverblijfplaats,
dan moet het personeelslid, vooraleer zijn hoofverblijfplaats te verlaten, op een
nauwkeurig omschreven manier zijn tijdelijke verblijfplaats kenbaar maken, evenals
de exacte duur van zijn verblijf.
Artikel 138 - § 1:Ieder personeelslid dat zich tijdens de diensturen, nadat hij
regelmatig zijn taken had opgenomen, ziek voelt, mag zijn dienst verlaten na zijn
dienstchef te hebben verwittigd. Hij is ertoe gehouden zijn vertrekuur te laten
vaststellen. Bij zijn terugkeer dient hij een document voor te leggen dat zijn
afwezigheid rechtvaardigt.
§ 2:Wanneer het diensthoofd oordeelt dat een personeelslid dat zich op het werk
heeft aangeboden, blijkbaar als gevolg van een ziekte of gebrekkigheid, niet over
alle vereiste bekwaamheden lijkt te beschikken om zijn taken uit te voeren, kan hij
eisen dat het personeelslid zich zo snel mogelijk, eventueel zelfs onmiddellijk, laat
onderzoeken door de arbeidsgeneesheer of een arts van zijn keuze.
Artikel 139:Indien de behandelende arts oordeelt dat het personeelslid geschikt is


                                          134
om het werk te hernemen, maar hij is meer dan een maand afwezig geweest en hij
is onderworpen aan het medisch toezicht van de werknemers, wordt hij
opgeroepen bij de arbeidsgeneesheer opdat zijn geschiktheid om zijn functies te
hernemen onderzocht kan worden. Dit medisch onderzoek heeft ten vroegste
plaats op de eerste dag van de herneming en ten laatste binnen de acht
werkdagen. Zonder akkoord van de arbeidsgeneesheer, kan het personeelslid zijn
dienst niet hervatten en moet hij onder medisch certificaat blijven tot aan zijn
volledige genezing. Hij mag in geen geval jaarlijks verlof opnemen om de
toepassing van de bepalingen betreffende het ziekteverlof of de bepalingen
betreffende de indisponibiliteitsstelling voor de vastbenoemde personeelsleden te
vermijden.
Artikel 140:Indien het verslag van de arbeidsgeneesheer aan het licht brengt dat
het personeelslid niet geschikt is om op een gunstige manier de taken te vervullen
die hem zijn toegekend of dat hij een zeker gevaar betekent voor de personen
waarmee hij in contact komt, wordt hij in ziekteverlof geplaatst vanaf de dag van
het onderzoek. Hij moet zich laten indekken door een medisch getuigschrift van zijn
behandelende arts tot aan de herneming van zijn werk, toegelaten door de
arbeidsgeneesheer.
Artikel 141:Tijdens de afwezigheid wegens ziekte, worden de toelatingen om
cursussen te volgen of een al dan niet betaalde nevenactiviteit uit te oefenen,
opgeschort.
Artikel 142:Een dienstvrijstelling kan toegekend worden wegens een medische
raadpleging die niet buiten de diensturen kan plaatsvinden. Deze vrijstelling moet
gerechtvaardigd worden en wordt aangerekend zoals een ziekteverlof conform de
bepalingen voorzien in deze afdeling.
Onderafdeling 6.3.3: Bijzonder regime voor het vastbenoemd statutair personeel
Artikel 143:Voor de ganse duur van zijn loopbaan, kan het personeelslid dat wegens
ziekte of gebrekkigheid verhinderd is zijn functie normaal uit te oefenen,
ziekteverlof bekomen tot 21 werkdagen per 12 maanden dienstanciënniteit. Als hij
nog geen 36 maanden in dienst is, wordt zijn wedde hem niettemin gedurende 63
werkdagen gewaarborgd. Het verlof wegens ziekte wordt gelijkgesteld met een
periode van dienstactiviteit. Met werkdagin de zin van dit artikel, wordt de dag
bedoeld waarop het personeelslid gehouden is te werken volgens het arbeidsstelsel
dat op hem van toepassing is.
Artikel 144 - § 1:De 21 dagen bedoeld in artikel 143 worden evenredig verminderd
met de tijdens de beschouwde periode van 12 maanden niet verrichte prestaties,
wanneer het personeelslid in die periode:
     1. één of meer verloven heeft verkregen opgesomd in artikel 117, 1° tot 3°;
     2. afwezig is geweest wegens ziekte, met uitzondering van het verlof wegens
         ziekte die het gevolg is van een arbeidsongeval, van een
         arbeidswegongeval of van een beroepsziekte;
     3. op non-activiteit is geplaatst met toepassing van artikel 109 bis.
§ 2:Indien het aantal verlofdagen wegens ziekte aldus berekend, geen afgerond
getal vormt, wordt het afgerond naar de onmiddellijk hoger liggende eenheid.
§ 3:Enkel werkdagen inbegrepen in de periode van afwezigheid wegens ziekte
worden aangerekend.
Artikel 145 - § 1:Het ziekteverlof maakt geen einde aan de verminderde prestaties
voor persoonlijke aangelegenheid bedoeld in afdeling 6.5, noch aan de stelsels van
loopbaanonderbreking. Het personeelslid krijgt zijn verschuldigde wedde in functie
van zijn verminderde prestaties.
§ 2:Wanneer het personeelslid deeltijds tewerkgesteld is, worden de afwezigheden
wegens ziekte aangerekend op het aantal verlofdagen waarop hij recht heeft in
toepassing van artikel 143, evenredig met de prestaties die hij zou moeten
presteren hebben. Indien het totaal aantal dagen aldus berekend per twaalf
maanden dienstanciënniteit geen geheel getal is, wordt het deel van de dag niet
meegeteld. Voor het personeelslid dat deeltijds tewerkgesteld is, zijn de dagen die
in rekening gebracht moeten worden als ziektedagen, de afwezigheidsdagen
tijdens dewelke het personeelslid prestaties had moeten leveren.
Artikel 146:Het verlof wegens ziekte is tijdelijk onderbroken gedurende het verlof
om dwingende redenen van familiaal belang. De verlofdagen om dwingende
redenen die samenvallen met het ziekteverlof worden niet beschouwd als
ziekteverlof.
Artikel 147:Indien de op doktersvoorschrift voorgeschreven dagen de duur te boven
gaan, vastgesteld in de artikels hierboven, wordt het personeelslid in disponibiliteit
gesteld. De disponibiliteit wegens ziekte of gebrekkigheid maakt geen einde aan
het regime van verminderde prestaties zoals bedoeld in onderafdeling 6.3.4.
Artikel 148:In uitzondering op artikel 143, wordt het verlof wegens ziekte of
gebrekkigheid niet aangerekend wanneer het voortkomt uit:
     •   - een arbeidsongeval;
     •   - een arbeidswegongeval;

                                          135
    •    - een beroepsziekte.
Artikel 149:De verlofdagen wegens ziekte ingevolge een ongeval veroorzaakt door
de fout van een derde dat geen ongeval is als bedoeld in artikel 148, worden niet in
aanmerking genomen om het aantal verlofdagen te bepalen dat het personeelslid
nog kan bekomen in toepassing van artikel 143, ten belope van het percentage
aansprakelijkheid dat aan de derde is toegewezen en dat als grondslag dient voor
de wettelijke indeplaatsstelling van de gemeente.
Artikel 150:Het personeelslid kan niet definitief ongeschikt verklaard worden
wegens ziekte vooraleer hij het totaal van de verloven heeft uitgeput waarop artikel
143 van onderhavig reglement hem recht geeft. In ieder geval, in toepassing van
de Wet van 5 augustus 1978, wordt een personeelslid dat de leeftijd van 60 jaar
bereikt heeft ambtshalve op rust gesteld op de eerste dag van de maand die volgt
op degene in de loop waarvan hij, zonder definitief ongeschikt te zijn verklaard, een
totaal van 365 kalenderdagen afwezigheid wegens ziekte bereikt (hetzij door
ziekteverlof, hetzij door disponibiliteit wegens ziekte, hetzij wegens het ene en het
andere).
Artikel 151:Voor de toepassing van artikel 143, neemt men voor de
dienstanciënniteit ook in aanmerking het geheel van de effectief gepresteerde
diensten, in welke hoedanigheid ook en zonder vrijwillige onderbreking, als titularis
van functies die hele of deeltijdse prestaties omvatten, deel uitmakend van één of
meerdere instellingen, centra, kantoren of organismes van algemeen belang; op
dat moment worden ook de ziekteverloven aangerekend verkregen tijdens deze
diensten.
Onderafdeling 6.3.4: Verminderde prestaties wegens ziekte
Artikel 152:Wanneer de arbeidsgeneesheer oordeelt dat een personeelslid dat
afwezig is wegens ziekte of gebrekkigheid, bekwaam is om zijn taken opnieuw op
te nemen per prestaties van een halve dag, licht hij het College daarvan in. Het
College roept het personeelslid weer in dienst waarbij het hem toestaat deze
verminderde prestaties uit te oefenen, tenzij deze maatregel niet in
overeenstemming te brengen is met de vereisten van het goed functioneren van de
dienst.
Artikel 153:Wanneer het personeelslid afwezig wegens ziekte of gebrekkigheid
vraagt om de uitoefening van zijn functies te hernemen per prestaties van een
halve dag en ter staving van die aanvraag een getuigschrift van zijn geneesheer
meebrengt, staat het College het personeelslid toe deze verminderde prestaties uit
te oefenen, wanneer deze maatregel in overeenstemming is met de vereisten van
het goed functioneren van de dienst en wanneer de arbeidsgeneesheer oordeelt
dat de gezondheidstoestand van de betrokkene het toelaat.
Artikel 154:Het personeelslid kan in beroep gaan tegen de beslissing van de
arbeidsgeneesheer bedoeld in artikel 152 bij de beroepscommissie.
Artikel 155:De beslissingen van het College houdende dat een personeelslid de
uitoefening van zijn functies kan hernemen per prestaties van een halve dag,
kunnen niet genomen worden voor een periode langer dan dertig kalenderdagen.
Twee verlengingen kunnen evenwel toegestaan worden voor een periode van
maximaal dezelfde duur, wanneer de arbeidsgeneesheer oordeelt, na afloop van
een nieuw onderzoek, dat de gezondheidstoestand van het personeelslid het
rechtvaardigt.
Artikel 156:De halve dagen van afwezigheid van een personeelslid tijdens de
verminderde prestaties die hij uitoefent in toepassing van de artikelen 152 tot 155
van dit reglement veroorzaken geen verschil in de berekening van de
ziekteverloven bedoeld in artikel 143, zij worden beschouwd als bijkomende
verloven en als perioden van dienstactiviteit zonder invloed op het geldelijk statuut
van het personeelslid.


AFDELING 6.4: AFWEZIGHEID WEGENS
  PERSOONLIJKE AANGELEGENHEDEN
Onderafdeling 6.4.1: Toepassingsgebied
Artikel 157:Deze afdeling is van toepassing op de vastbenoemde personeelsleden.
Onderafdeling 6.4.2: Procedure
Artikel 158:Het College kan, voor zover het niet in strijd is met het belang van de
dienst, een vastbenoemd personeelslid toestaan om gedurende maximaal 2 jaar
voor het geheel van een loopbaan voltijds afwezig te zijn. Op verzoek van het
personeelslid kan deze afwezigheid opgesplitst worden.
Artikel 159:Op zijn verzoek herneemt het personeelslid zijn functies voor het
aflopen van de begonnen afwezigheidsperiode middels een opzeg van 3 maanden
tenzij de autoriteit een kortere termijn aanvaardt.
Artikel 160:Tijdens de afwezigheid bedoeld in artikel 158, bevindt het personeelslid


                                         136
zich in de administratieve positie van niet-activiteit. Hij kan een lucratieve activiteit
uitoefenen op voorwaarde dat deze activiteit verenigbaar is met zijn functies.


AFDELING 6.5: VERMINDERDE PRESTATIES
  VOOR PERSOONLIJKE AANGELEGENHEID
Onderafdeling 6.5.1: Toepassingsgebied
Artikel 161:Deze afdeling is van toepassing op de vastbenoemde personeelsleden.
Onderafdeling 6.5.2: Procedure
Artikel 162 - §1:Het College kan het personeelslid dat erom verzoekt toestaan zijn
functies uit te oefenen met verminderde prestaties voor persoonlijke
aangelegenheid. De toelating is ondergeschikt aan de vereisten van het goed
functioneren van de dienst. Het College meldt zijn beslissing aan het personeelslid
binnen de maand na de ontvangst van de aanvraag; wanneer het verlof niet wordt
toegestaan, wordt de beslissing gemotiveerd.
§ 2:Het College bepaalt de functies waarvoor de toelating om afwezig te zijn voor
persoonlijke aangelegenheid in geen geval kan worden toegestaan. Deze omvatten
in elk geval de functies van gemeentesecretaris, adjunct-gemeentesecretaris,
gemeenteontvanger, hoofd van de interne dienst voor preventie en bescherming
op het werk en raadgever voor preventie en bescherming op het werk.
§3:Het personeelslid dat geniet van de toelating bedoeld in paragraaf 1, is ertoe
gehouden de helft, twee derden, drie vierden, vier vijfden of negen tienden van de
duur van de prestaties te verrichten die hem normaal worden opgelegd. Deze
prestaties worden uitgevoerd hetzij elke dag, hetzij volgens een andere verdeling
opgesteld per week. Zij moeten steeds een aanvang nemen de eerste dag van de
maand.
Artikel 163:De toelating tot de uitoefening van de verminderde prestaties wordt
gegeven voor een periode van minimum 3 maanden en maximum 24 maanden.
Verlengingen van minimum 3 maanden tot maximum 24 maanden kunnen worden
toegestaan. Elke verlenging is afhankelijk van een vraag van het betrokken
personeelslid, ingediend tenminste één maand voor de afloop van het lopende
verlof.
Artikel 164:Het personeelslid kan zijn functies voltijds hernemen voor het aflopen
van de toegestane periode, mits een 3 maanden vooraf gedane kennisgeving,
tenzij het College een kortere periode aanvaardt.
Artikel 165 - § 1:Tijdens de periode van afwezigheid, bevindt het personeelslid zich
in non-activiteit. Hij kan echter wel zijn rechten op bevordering laten gelden. De
bevordering in een hogere graad maakt automatisch een einde aan de toelating
om zijn functies uit te oefenen met verminderde prestaties.
§ 2:Het personeelslid geniet van de wedde verschuldigd als gevolg van de
verminderde prestaties. De wedde van het personeelslid dat de leeftijd van vijftig
jaar heeft bereikt en van het personeelslid dat minstens twee kinderen ten laste
heeft die nog niet de volle leeftijd van vijftien jaar hebben bereikt, wordt verhoogd
met één vijfde van de wedde die verschuldigd zou zijn geweest voor de prestaties
die niet zijn geleverd.
Artikel 166:De toelating om zijn functies uit te oefenen met verminderde prestaties
is opgeschort van zodra het personeelslid één van de volgende verloven bekomt:
     •   bevallingsverlof, vaderschapsverlof, ouderschapsverlof en opvangverlof;
     •   verlof om dwingende redenen van familiaal belang;
     •   verlof om een stage of een proefperiode te vervullen;
     •   verlof om zijn kandidatuur voor de verkiezingen te stellen;
     •   verlof om in vredestijd prestaties te verrichten bij het Korps Civiele
         Bescherming;
     •   verlof voor het verrichten van sommige militaire prestaties in vredestijd en
         van diensten bij de Civiele Bescherming of van taken van openbaar nut op
         grond van de wetten houdende het statuut van de gewetensbezwaarden,
         gecoördineerd op 20 februari 1980;
     •   verlof om een ambt uit te oefenen bij een ministerieel kabinet;
     •   verlof voor een opdracht van algemeen belang;
     •   verlof om een activiteit uit te oefenen bij een erkende politieke groepering,
         in een federale wetgevende vergadering of een wetgevende vergadering
         van een Gemeenschap of een Gewest of bij de voorzitter van één van die
         groepen;
     •   verlof om ter beschikking gesteld te worden aan de Koning, een Prins of
         een Prinses van België;
     •   verlof bedoeld in artikel 77 § 1 van het Koninklijk Besluit van 28 september
         1984 tot uitvoering van de Wet van 19 december 1974 tot regeling van de
         betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.


                                            137
AFDELING 6.6: VERLOF VOOR
  LOOPBAANONDERBREKING
Onderafdeling 6.6.1: Toepassingsgebied
Artikel 167:Deze afdeling is van toepassing op de vastbenoemde, de stagedoende
en de contractuele personeelsleden.
Onderafdeling 6.6.2: Procedure
Artikel 168 - § 1:Het College kan het personeelslid dat de aanvraag doet de
toelating geven om zijn loopbaan volledig te onderbreken, al dan niet per
opeenvolgende periodes van tenminste 3 maanden en maximaal 12 maanden die
in totaal niet de 60 maanden mogen overschrijden in de loop van de
beroepsloopbaan, volgens de regels voorzien in de Wet van 22 december 1995
houdende maatregelen ter uitvoering van het meerjarenplan voor de
werkgelegenheid en het Koninklijk Besluit van 14 maart 1996 tot wijziging van het
Koninklijk Besluit van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van
onderbrekingsuitkeringen.
§ 2:Het College kan het personeelslid dat de aanvraag doet de toelating geven om
zijn loopbaan te onderbreken, voor een vijfde, een vierde, een derde of de helft van
de duur van de prestaties die hem normaal zijn opgelegd, al dan niet per
opeenvolgende periodes van tenminste 3 maanden en maximaal 12 maanden die
in totaal niet de 60 maanden mogen overschrijden in de loop van de
beroepsloopbaan, volgens de regels voorzien in de Wet van 22 december 1995
houdende maatregelen ter uitvoering van het meerjarenplan voor de
werkgelegenheid en het Koninklijk Besluit van 14 maart 1996 tot wijziging van het
Koninklijk Besluit van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van
onderbrekingsuitkeringen.
§ 3:Het College kan het personeelslid ouder dan 50 jaar dat de aanvraag doet de
toelating geven om zijn loopbaan te onderbreken tot aan het pensioen, voor een
vijfde, een vierde, een derde of de helft van de duur van de prestaties die hem
normaal zijn opgelegd, al dan niet per opeenvolgende periodes van tenminste 3
maanden en maximaal 12 maanden, volgens de regels voorzien in de Wet van 22
december 1995 houdende maatregelen ter uitvoering van het meerjarenplan voor
de werkgelegenheid en het Koninklijk Besluit van 14 maart 1996 tot wijziging van
het Koninklijk Besluit van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van
onderbrekingsuitkeringen.
§ 4:Het personeelslid formuleert zijn aanvraag schriftelijk aan het College minstens
een maand voor het begin van de onderbreking, tenzij het College een kortere
termijn aanvaardt.
Artikel 169:Het College bepaalt de functies waarvan de titularis niet kan genieten
van onderhavige afdeling. Deze omvatten in elk geval de functies van
gemeentesecretaris, adjunct-gemeentesecretaris, gemeenteontvanger, hoofd van
de Interne dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk en raadgever inzake
Preventie en Bescherming op het Werk.
Artikel 170 - § 1:In afwijking van artikel 168, kan het personeelslid zijn loopbaan
onderbreken voor een maand, eventueel met een maand verlengbaar, om
palliatieve zorg toe te dienen aan een persoon, in toepassing van de artikelen
100bis en 102bis van de Herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale
bepalingen. Het personeelslid dient in dit geval niet vervangen te worden. Onder
palliatievezorg wordt verstaan elke vorm van bijstand, met name op medisch,
sociaal, administratief en psychologisch vlak, evenals de verzorging, verstrekt aan
personen die lijden aan een ongeneeslijke ziekte en zich in de terminale fase
bevinden. Het personeelslid dat om deze reden zijn loopbaan wil onderbreken,
brengt het College op de hoogte, waarbij hij eveneens een attest van de
behandelende geneesheer meestuurt betreffende de persoon aan wie de
palliatieve zorg zal verstrekt worden en waaruit blijkt dat de werknemer zich bereid
heeft verklaard deze palliatieve zorg te verstrekken, zonder dat de identiteit van de
patiënt wordt vermeld. De onderbreking vangt aan op de eerste dag van de week
volgend op degene waarin de bovenvermelde melding is gedaan.
§ 2:In afwijking van artikel 168, kan het personeelslid zijn loopbaan onderbreken
om een zwaar ziek gezins- of familielid bij te staan, op één van de volgende
manieren per patiënt:
1) een voltijds of deeltijds tewerkgesteld personeelslid: gedurende een
maximumperiode van 12 maanden de uitvoering van zijn overeenkomst volledig
schorsen, genomen per periode van minimum 1 maand en van maximum 3
maanden;
2) een voltijds of deeltijds (minstens ¾) tewerkgesteld personeelslid: gedurende
een maximumperiode van 24 maanden de uitvoering van zijn arbeidsprestaties
met 1/5 of ½ verminderen, genomen per periode van minimum 1 maand en van
maximum 3 maanden.

                                          138
Met een gezinslidwordt bedoeld, elke persoon die met de werknemer samenwoont.
Onder een familielidwordt verstaan een bloed- of aanverwant tot de tweede graad.
Artikel 171 - § 1:Het personeelslid kan, bij een geboorte, een adoptie, of de
plaatsing van een kind in een opvanggezin in het kader van de pleegzorg, op zijn
verzoek, ouderschapsverlof verkrijgen, zoals voorzien in het K.B. van 29 oktober
1997 tot invoering van een recht op ouderschapsverlof in het kader van de
onderbreking van de beroepsloopbaan.
Het verlof kan worden genomen:
     •   hetzij onder de vorm van een volledige schorsing van de prestaties
         gedurende 4 maanden. Deze periode mag, naar keuze van het
         personeelslid, worden opgedeeld per maand;
     •   hetzij onder de vorm van een vermindering van de voltijdse prestaties tot
         een halftijdse prestatie gedurende 8 maanden. Deze periode mag, naar
         keuze van het personeelslid, worden opgedeeld in periodes van 2 maanden
         of een veelvoud hiervan;
     •   hetzij onder de vorm van een vermindering van de voltijdse prestaties ten
         belope van 1/5 gedurende 20 maanden. Deze periode mag, naar keuze van
         het personeelslid, worden opgedeeld in periodes van 5 maanden of een
         veelvoud hiervan.
§ 2:Het recht op ouderschapsverlof wordt toegekend naar aanleiding van:
     •   hetzij de geboorte van een kind, in de periode die aanvangt vanaf de
         geboorte en eindigt wanneer het kind de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt;
     •   hetzij de adoptie van een kind, tijdens een periode die aanvangt bij de
         inschrijving van het kind als gezinslid in het bevolkings- of
         vreemdelingenregister van de gemeente waar het personeelslid verblijft en
         eindigt ten laatste wanneer het kind de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt.
De leeftijdsgrens is 21 jaar wanneer het gaat om een kind dat een erkende
handicap heeft zoals bedoeld in de wetgeving op de kinderbijslag.
§ 3:Personeelsleden van wie een kind geboren werd of die een kind geadopteerd
hebben vóór 8 maart 2012 hebben voor de vierde maand voltijdse schorsing, de
zevende en de achtste maand halftijdse schorsing en de zestiende tot en met de
twintigste maand schorsing ten belope van 1/5 van de arbeidstijd geen recht op
een uitkering van de RVA.
Artikel 172:Het personeelslid moet in dienst zijn geweest van de werkgever
gedurende ten minste 12 maanden tijdens de periode van 15 maanden die
voorafgaat aan de datum van betekening aan de werkgever van de schriftelijke
aanvraag tot ouderschapsverlof en het personeelslid moet uiterlijk op het ogenblik
waarop het ouderschapsverlof ingaat, de documenten verstrekken die de geboorte
of de adoptie van het kind staven.
Artikel 173:Het personeelslid brengt het College op de hoogte, schriftelijk, van zijn
voornemen om zijn recht op ouderschapsverlof uit te oefenen, minstens 2 maanden
en hoogstens 3 maanden vooraf. Dit gebeurt per aangetekend schrijven of middels
een schrijven ondertekend door de werkgever voor ontvangst.
Artikel 174:De werkgever kan de uitoefening van het recht op ouderschapsverlof
schriftelijk uitstellen, binnen de maand na de aanvraag, om gerechtvaardigde
redenen in verband met het functioneren van de dienst. Het ouderschapsverlof zal
evenwel ingaan uiterlijk 6 maanden na de maand waarin het gemotiveerde uitstel
plaatsheeft.
Artikel 175:Het personeelslid heeft het recht om een aangepaste arbeidsregeling
aan te vragen voor de periode die volgt op het einde van het ouderschapsverlof.
Deze periode bedraagt maximum 6 maanden. Hij bezorgt hiertoe ten laatste 3
weken voor het einde van de lopende periode van ouderschapsverlof, een
schriftelijke aanvraag aan de werkgever. In deze aanvraag dient hij de redenen aan
te geven die verband houden met een betere combinatie tussen werk- en
gezinsleven.
De werkgever beoordeelt deze aanvraag en geeft er schriftelijk gevolg aan ten
laatste één week voor het einde van de lopende periode van ouderschapsverlof,
rekening houdend met zijn eigen behoeften en die van het personeelslid. Hij deelt
in het betrokken geschrift mee op welke wijze bij de beoordeling van de aanvraag
rekening werd gehouden met de eigen behoeften en met die van het personeelslid.
Artikel 176:Het ouderschapsverlof wordt niet vergoed. Het wordt voor het overige
gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.


AFDELING 6.7: OMSTANDIGHEIDSVERLOF EN
  UITZONDERLIJK VERLOF
Onderafdeling 6.7.1: Toepassingsgebied
Artikel 177:Deze afdeling is van toepassing op de vastbenoemde personeelsleden.


                                          139
Ze is eveneens van toepassing op de stagedoende statutaire personeelsleden in
stage en op de contractuele personeelsleden, met uitzondering van de artikelen
182 en 183.
Onderafdeling 6.7.2: Omstandigheidsverlof
Artikel 178 - § 1:Omstandigheidsverloven kunnen toegekend worden aan de
personeelsleden binnen de grenzen zoals hierna bepaald:
  Aard van de gebeurtenis           Werkdagen Wanneer verlof nemen?
                                    toegekend
                                    voor een
                                    voltijdse
1 Burgerlijk huwelijk van het        4            Te nemen per dag of halve dag
  personeelslid                                   omstreeks de gebeurtenis en tot
                                                  maximum 30 dagen vanaf deze
                                                  gebeurtenis
2 Overlijden van de echtgenoot,      4            Te nemen per dag of halve dag
  van de persoon waarmee het                      binnen de 30 dagen vanaf deze
  personeelslid samenwoont, van                   gebeurtenis
  een bloed- of aanverwant in de
  eerste graad van het
  personeelslid of van de persoon
  waarmee hij samenwoont
3 Huwelijk van een kind van het      2            Te nemen per dag of halve dag
  personeelslid of van de persoon                 omstreeks de gebeurtenis en tot
  met wie hij samenwoont                          maximum 30 dagen vanaf deze
                                                  gebeurtenis
4 Huwelijk van een broer, een zus, 1              Te nemen de dag van de
  een stiefbroer, een stiefzus, van               gebeurtenis. Indien deze dag
  de vader, de moeder, de                         tijdens het weekend valt, de
  schoonvader, de stiefvader, de                  werkdag die voorafgaat of volgt
  schoonmoeder, de stiefmoeder,
  van een kleinkind van het
  personeelslid
5 Overlijden van een bloed- of       2            Te nemen per dag of halve dag
  aanverwant, in om het even                      binnen de 30 dagen vanaf deze
  welke graad die onder hetzelfde                 gebeurtenis
  dak woont als het personeelslid
6 Overlijden van een bloed- of       1            Te nemen de dag van de
  aanverwant in de 2de of 3de                     plechtigheid. Indien deze dag
  graad die niet onder hetzelfde                  tijdens het weekend valt, de
  dak woont als het personeelslid                 werkdag die voorafgaat of volgt
7 Deelname aan het feest van de   1               Te nemen de dag van de
  vrijzinnige jeugd, de plechtige                 gebeurtenis. Indien deze dag
  communie of elke andere                         tijdens het weekend valt, de
  gelijkaardige gebeurtenis van                   werkdag die voorafgaat of volgt
  een erkende eredienst van een
  kind van het personeelslid, van
  de echtgenoot of van de persoon
  waarmee hij samenwoont op het
  moment van de gebeurtenis
8 Adresverandering van een           1            Te nemen de dag van de verhuis.
  personeelslid dat zich komt                     Indien deze dag tijdens het
  inschrijven in het                              weekend valt, de werkdag die
  bevolkingsregister van                          voorafgaat of volgt
  Schaarbeek
 9 Oproeping als getuige voor een    1            Te nemen de dag van de
   rechtsprekend orgaan of                        gebeurtenis, beperkt tot één
   persoonlijke verschijning voor                 keer per jaar
   een rechtsprekend orgaan
§ 2:Deze verloven worden met een periode van dienstactiviteit gelijkgesteld.
§ 3:Wanneer de gebeurtenis zich voordoet in de loop van een periode van
deeltijdse tewerkstelling, wordt de duur van het verlof als volgt evenredig
verminderd:
 Uurroo ½ dag omst.               1 dag omst.     2 dagen omst.      4 dagen omst.
 ster


                                         140
>         ½ dag op de dag van    1 dag (datum     2 dagen of 4      4 dagen of 8
halftij   de gebeurtenis         te kiezen)       halve dagen       halve dagen
ds
 ≤        ½ dag op de dag van       1 dag (datum    1 dag of 2 halve 2 dagen of 4
 halftij de gebeurtenis             te kiezen)      dagen               halve dagen
 ds
Artikel 179 - § 1:Een omstandigheidsverlof van tien dagen wordt toegekend aan het
mannelijke personeelslid naar aanleiding van de geboorte van een kind waarvan de
wettelijke afstamming langs zijn zijde vaststaat, ongeacht het arbeidsregime
waarin hij is tewerkgesteld. Dit verlof wordt met een periode van dienstactiviteit
gelijkgesteld.
§ 2:Deze tien dagen mogen vrij worden gekozen door het personeelslid binnen een
periode van vier maanden te rekenen vanaf de dag van de geboorte. Dit verlof
dient niet noodzakelijk in één keer te worden opgenomen.
§ 3:Het personeelslid dient zijn dienst en het Departement Human Resources
voorafgaand aan de bevalling te verwittigen.
§ 4:De stagedoende statutaire personeelsleden en de contractuele personeelsleden
kunnen eveneens van dit verlof genieten, waarvan drie dagen ten laste zijn van het
gemeentebestuur. De zeven resterende dagen zullen betaald worden in het kader
van de ziekte- en invaliditeitsverzekering.
Artikel 180 - § 1:Bij ontstentenis van een werknemer bedoeld in artikel 179, komt
datzelfde recht toe aan de werknemer die op het ogenblik van geboorte:
1° gehuwd is met diegene ten aanzien van wie de afstamming vaststaat;
2° wettelijk samenwoont met diegene ten aanzien van wie de afstamming
vaststaat en bij wie het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft, en niet is verbonden
door een band van bloedverwantschap die leidt tot een huwelijksverbod waarvoor
de Koning geen ontheffing kan verlenen;
3° sedert een onafgebroken periode van drie jaar voorafgaand aan de geboorte op
permanente en affectieve wijze samenwoont met diegene ten aanzien van wie de
afstamming vaststaat en bij wie het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft, en niet is
verbonden door een band van bloedverwantschap die leidt tot een huwelijksverbod
waarvoor de Koning geen ontheffing kan verlenen. Het bewijs van samenwoning en
hoofdverblijf wordt geleverd aan de hand van een uittreksel uit het
bevolkingsregister.
§ 2:Slechts één werknemer heeft recht op verlof, zoals bedoeld in het vorige lid, ter
gelegenheid van de geboorte van eenzelfde kind. De werknemers, die het recht op
verlof openen door het vorige lid respectievelijk 1°, 2° en 3°, hebben
achtereenvolgens voorrang op elkaar.
§ 3:Het recht op moederschapsverlof, zoals bedoeld in artikel 39 van de Arbeidswet
van 16 maart 1971, sluit, in voorkomend geval, voor eenzelfde ouder het recht op
verlof uit, dat wordt geopend door de vorige leden.
§ 4:Het verlof dat wordt geopend door het tweede lid, wordt, in voorkomend geval,
in mindering gebracht van het adoptieverlof, zoals bedoeld in artikel 30ter van de
Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. Het brengt in
voorkomend geval, evenmin andere burgerlijke, sociale of economische rechten
met zich mee.
Artikel 181:Een verlofdag wordt toegekend aan het personeelslid dat een
onderscheiding bekomt in de nationale orden, een ereteken van de arbeid of een
erekenteken van de arbeid. Dit verlof moet worden genomen binnen de maand
waarin het brevet of het erekenteken werden toegekend. Dit verlof wordt met een
periode van dienstactiviteit gelijkgesteld. Het kan genomen worden met het
vakantieverlof.
Onderafdeling 6.7.3: Uitzonderlijk verlof
Artikel 182:Het personeelslid bekomt een verlof om zich kandidaat te stellen voor
de verkiezingen van de federale wetgevende kamers, de gewest- en
gemeenschapsraden, de provincieraden, de gemeenteraden of de Europese
vergaderingen. Deze verloven worden toegekend voor een periode die
overeenkomt met de duur van de verkiezingscampagne waaraan de betrokkene als
kandidaat deelneemt. Ze worden niet vergoed en worden voor het overige
gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
Artikel 183:Het personeelslid bekomt een verlof voor een stage of een proefperiode
in een andere betrekking van een overheidsdienst of van het gesubsidieerd
onderwijs. Dit verlof wordt toegekend voor de normale duur van de stage of van de
proefperiode. Indien het statuut geen stage, noch een proefperiode voorziet, is de
maximale duur van dit verlof beperkt tot 1 jaar. Deze verloven worden niet vergoed
en worden voor het overige met een periode van dienstactiviteit gelijkgesteld. Het
personeelslid dat van het verlof uit onderhavig artikel wenst te genieten, deelt aan
de autoriteit waar hij van afhangt de datum mee waarop dit verlof een aanvang
neemt, de duur en de naam van de werkgever. Deze mededeling gebeurt

                                          141
schriftelijk tenminste één maand voor aanvang van het verlof tenzij de autoriteit
een kortere termijn aanvaardt op verzoek van de betrokkene.
Artikel 184:Het personeelslid bekomt een verlof om deel uit te maken van een jury
van het Assisenhof en dit voor de duur van de zitting. Dit verlof wordt gelijkgesteld
met een periode van dienstactiviteit.
Artikel 185:Het personeelslid bekomt een verlof om in vredestijd prestaties te
verrichten bij het Korps civiele Bescherming als vrijwillig dienstnemer bij dit korps.
Dit verlof wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
Artikel 186 - § 1:Het personeelslid bekomt een uitzonderlijk verlof wegens
overmacht die het gevolg is van de ziekte of van een ongeval overkomen aan een
minderjarig kind dat al dan niet onder hetzelfde dak woont als het personeelslid, of
aan één van de volgende personen met wie hij onder hetzelfde dak samenleeft: de
echtgenoot, de persoon met wie hij samenleeft, het kind van de persoon met wie
hij samenleeft, een bloed- of aanverwant, een persoon opgenomen met het oog op
zijn adoptie of op de uitoefening van een pleegvoogdij. De noodzaak van de
aanwezigheid van het personeelslid thuis of bij de zieke persoon wordt bewezen
aan de hand van een doktersattest.
§ 2:De duur van deze verloven mag 4 werkdagen per jaar niet overschrijden; zij
worden gelijkgesteld met perioden van dienstactiviteit.
§ 3:Wanneer het geval van overmacht zich voordoet tijdens een periode van
deeltijdse tewerkstelling, wordt de duur van het verlof evenredig verminderd.
Artikel 187:Het personeelslid bekomt verlof om mindervaliden en zieken te
vergezellen en bij te staan tijdens vakantiereizen en -verblijven in België of in het
buitenland georganiseerd door een vereniging, een openbare instelling of een
privé-instelling, waarvan de opdracht erin bestaat de zorg voor mindervaliden en
zieken op zich te nemen en die, met dit doel, subsidies van de overheid krijgt. Deze
verlofaanvraag moet gestaafd worden met een attest waarin de vereniging of
instelling verklaart dat de vakantiereis of het vakantieverblijf onder haar
verantwoordelijkheid valt. De duur van het verlof mag niet meer bedragen dan 5
werkdagen per jaar; het verlof wordt met een periode van dienstactiviteit
gelijkgesteld.
Artikel 188 - § 1:Het personeelslid bekomt een dienstvrijstelling van ten hoogste 4
werkdagen per jaar voor het geven van bloed of plasma. De betrokkene moet het
bewijs van de afname van het bloed of plasma leveren via zijn identiteitskaart als
bloed- of plasmagever, waarop elke afname wordt vermeld. De vrijstelling wordt
toegekend hetzij de dag van de afname van het bloed of plasma, hetzij de
volgende dag. Wanneer het de dag zelf wordt toegekend en indien om één of
andere reden de afname niet heeft kunnen plaatsvinden, moet de kandidaat bloed-
of plasmagever onmiddellijk terug zijn dienst opnemen. De vrijstelling wordt
gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
§ 2:Het personeelslid bekomt een verlof van ten hoogste 4 werkdagen per jaar voor
het afstaan van beenmerg. De aanvraag moet met een doktersattest gestaafd
worden. Dit verlof neemt een aanvang op de dag waarop de afstand van het
beenmerg in de verzorgingsinstelling plaatsvindt. Het wordt gelijkgesteld met een
periode van dienstactiviteit.
Artikel 189:Het personeelslid bekomt een verlof voor het afstaan van organen of
weefsels. Dit verlof wordt toegekend voor een periode die overeenstemt met de
duur van de hospitalisatie en van de eventuele vereiste herstelperiode alsook met
de duur van de voorafgaande geneeskundige onderzoeken. De aanvragen moeten
telkens gestaafd worden met een doktersattest. Dit verlof wordt gelijkgesteld met
een periode van dienstactiviteit.


AFDELING 6.8: VERLOVEN TENGEVOLGE VAN
  ZWANGERSCHAP, GEBOORTE OF ADOPTIE
Onderafdeling 6.8.1: Toepassingsgebied
Artikel 190:Deze afdeling is van toepassing op de vastbenoemde personeelsleden,
op de stagedoende statutaire personeelsleden en op de contractuele
personeelsleden.
Artikel 191:Het naleven van onderhavige afdeling sluit in geen geval het naleven
van de regels uit wat betreft de tussenkomst van het ziekenfonds voor de
contractuele personeelsleden en voor de stagedoende statutaire personeelsleden.
Onderafdeling 6.8.2: Verlof tengevolge van zwangerschap en geboorte
Artikel 192:Het moederschapsverlof voorzien in artikel 39 van de Arbeidswet van
16 maart 1971 wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
Artikel 193:De periode waarin het personeelslid van moederschapsverlof geniet,
mag niet meer dan 15 weken bedragen, gebracht op 17 weken voor de geboorte
van een meerling of op 19 weken op schriftelijk verzoek. Voor de vastbenoemde
personeelsleden is de bezoldiging ten laste van het gemeentebestuur, voor de

                                          142
stagedoende statutaire en contractuele personeelsleden wordt deze periode
bezoldigd door het ziekenfonds.
Artikel 194:Op vraag van het personeelslid is het College ertoe gehouden om haar
verlof te verlenen ten vroegste vanaf de zesde week die voorafgaat aan de
vermoedelijke bevallingsdatum of vanaf de achtste week voor deze datum wanneer
de geboorte van een meerling wordt verwacht. Het personeelslid verstrekt ten
laatste 7 weken vóór de vermoedelijke bevallingsdatum of 9 weken vóór deze
datum wanneer de geboorte van een meerling wordt verwacht, een doktersattest
waarin deze datum wordt vastgesteld.
Artikel 195 - § 1:Het personeelslid mag geen enkele arbeid verrichten vanaf de
zevende dag die de vermoedelijke bevallingsdatum voorafgaat, tot het aflopen van
een periode van 9 weken die een aanvang neemt op de dag van de bevalling. De
periode van 9 weken begint te lopen de dag na de dag van de bevalling wanneer
het personeelslid de arbeid nog heeft aangevat op de dag van de bevalling.
§ 2:De arbeidsonderbreking wordt, op vraag van het personeelslid, na de negende
week verlengd met een periode die gelijk is aan de duur van de periode waarin zij
is blijven werken te rekenen vanaf de zesde week vóór de werkelijke
bevallingsdatum of vanaf de achtste week voorafgaand aan deze datum in geval
de geboorte van een meerling wordt verwacht.
Deze periode is, in geval van vroegtijdige geboorte, verminderd met het aantal
dagen waarin zij gewerkt heeft in de loop van de periode van 7 kalenderdagen die
de bevallingsdatum voorafgaat.
Worden daarvoor gelijkgesteld met werkdagen die tot na het postnataal verlof
verschoven kunnen worden:
     •   het jaarlijks verlof;
     •   de in artikel 126 bedoelde feestdagen;
     •   de in de artikelen 178 en 186 bedoelde verloven;
     •   het verlof om dwingende redenen van familiaal belang.
Wanneer het personeelslid haar prenataal verlof heeft opgebruikt en de bevalling
vindt plaats na de voorziene datum, wordt dit prenataal verlof verlengd tot aan de
werkelijke bevallingsdatum. Tijdens deze periode is het personeelslid in
moederschapsverlof. In afwijking van artikel 193 is de bezoldiging verschuldigd.
§ 3:Wanneer het personeelslid de verplichte postnatale rust met minstens twee
weken kan verlengen, kunnen deze twee laatste weken van de postnatale rust op
haar verzoek omgezet worden in verlofdagen van postnatale rust. Deze dagen
moeten opgenomen worden volgens een door het personeelslid vastgestelde
planning en dit binnen de acht weken die volgen op het eind van de ononderbroken
periode van postnatale rust. Het personeelslid brengt het College ten minste vier
weken voor het einde van de verplichte postnatale rust schriftelijk op de hoogte
van haar verzoek.
§ 4:Wanneer de pasgeborene in de verpleeginstelling moet blijven gedurende
tenminste 7 dagen te rekenen vanaf de geboorte, kan het personeelslid de
verlenging van de arbeidsonderbreking vragen met een duur gelijk aan de periode
dat haar kind na die eerste 7 dagen in de verpleeginstelling opgenomen blijft. De
duur van deze verlenging mag 24 weken niet overschrijden.
Hiertoe verstrekt het personeelslid aan het College:
     •   op het einde van het postnataal verlof, een getuigschrift van de
         verpleeginstelling dat stelt dat de pasgeborene gehospitaliseerd was na de
         eerste zeven dagen vanaf zijn geboorte en met vermelding van de duur
         van de opname;
     •   op het moment waarop zij een verlenging van de arbeidsonderbreking
         aanvraagt, een nieuw getuigschrift van de verpleeginstelling, waaruit blijkt
         dat de pasgeborene de verpleeginstelling nog niet heeft verlaten, met
         vermelding van de vermoedelijke duur van de opname.
Het personeelslid behoudt zijn recht op de verlenging van de arbeidsonderbreking
in geval van overlijden van het kind binnen het jaar na de geboorte.
Artikel 196 - § 1:De periodes van afwezigheid wegens ziekte gedurende de vijf
weken die vallen vóór de zevende dag die de werkelijke bevallingsdatum
voorafgaat, worden voor het bepalen van de administratieve toestand van het
personeelslid omgezet in facultatief bevallingsverlof.
§ 2:Indien de ziekte zich voordoet meer dan zes weken (of acht weken bij een
meerling) voor de werkelijke bevallingsdatum, heeft dit geen invloed op het
bevallingsverlof.
§ 3:Indien het personeelslid de volledige zes weken (of acht weken bij een
meerling) voor de werkelijke bevallingsdatum ziek was, kan de postnatale rust met
één week verlengd worden, op verzoek van het personeelslid zelf.
Artikel 197:Zwangere of borstgevende personeelsleden mogen geen overwerk
verrichten. Wordt als overwerk beschouwd voor de toepassing van dit artikel,
iedere arbeid verricht boven 37u30 per week.


                                          143
Artikel 198:Het personeelslid bekomt op haar verzoek, het nodige verlof om haar in
staat te stellen naar prenatale medische onderzoeken, die niet buiten de
diensturen kunnen plaatsvinden, te gaan. Het verzoek van het personeelslid moet
worden gestaafd met elk nuttig bewijs. Dit verlof wordt aangerekend als verlof
wegens ziekte overeenkomstig artikel 144 en gelijkgesteld met een periode van
dienstactiviteit.
Artikel 199:Het personeelslid dat in toepassing van de artikelen 42 en 43 van de
Arbeidswet van 16 maart 1971 is vrijgesteld van arbeid (werkverwijdering), wordt
ambtshalve in verlof gesteld voor de nodige periode. Dit verlof wordt gelijkgesteld
met een periode van dienstactiviteit.
Artikel 200 - § 1:Het personeelslid heeft recht op borstvoedingspauzes om haar kind
met moedermelk te voeden en/of melk af te kolven tot negen maanden na de
geboorte van het kind.
§ 2:De borstvoedingspauze duurt een half uur. Het personeelslid dat tijdens een
werkdag vier uur of langer werkt, heeft die dag recht op één pauze. Het
personeelslid dat tijdens een werkdag ten minste zeven en een half uur werkt,
heeft die dag recht op twee pauzes (te nemen in één of in twee keer die dag). De
duur van de borstvoedingspauze(s) is in de duur van de prestaties van de werkdag
inbegrepen. Het personeelslid dient met haar dienstchef overeen te komen op
welk(e) moment(en) van de dag zij de borstvoedingspauze(s) kan nemen. Bij
ontstentenis van een akkoord vallen de borstvoedingspauzes onmiddellijk vóór of
na de bepaalde rusttijden.
§ 3:Het personeelslid dat van borstvoedingspauzes wenst te genieten, brengt,
hetzij per aangetekende brief hetzij door overhandiging van een geschrift
ondertekend voor ontvangst, twee maanden op voorhand het College hiervan op de
hoogte, tenzij op verzoek van de betrokkene een kortere termijn aanvaard wordt.
Het recht op borstvoedingspauzes wordt toegekend mits het bewijs van
borstvoeding wordt geleverd door een attest van een consultatiebureau voor
zuigelingen of door een medisch getuigschrift, naar keuze van het personeelslid,
vanaf het begin van de uitoefening van het recht. Nadien bezorgt het personeelslid
elke maand een attest of een medisch getuigschrift, telkens op de datum waarop
de uitoefening van het recht op borstvoedingspauzes voor het eerst is ingegaan.
Voor de stagedoende statutaire en contractuele personeelsleden zullen de
beschikkingen van het K.B. van 21 januari 2002 waarbij algemeen verbindend
wordt verklaard de C.A.O. nr. 80 van 27 november 2001, gesloten in de Nationale
Arbeidsraad, tot invoering van een recht op borstvoedingspauzes, toegepast
worden.
Artikel 201:De bepalingen van de artikelen 192 tot 200 zijn niet van toepassing in
geval van een miskraam vóór de 181ste dag van de zwangerschap.
Artikel 202:Naast het bepaalde in artikel 179, bekomt de vader van het kind,
wanneer de moeder van het kind overlijdt of gehospitaliseerd is, op zijn verzoek,
een vaderschapsverlof om de opvang van het kind te verzekeren.
Artikel 203:In geval van overlijden van de moeder, is de duur van het
vaderschapsverlof gelijk aan het overblijvende gedeelte van het bevallingsverlof
van de moeder. Het personeelslid dat de vader van het kind is en dat wenst te
genieten van dit verlof, licht daarvan schriftelijk het College in binnen de zeven
dagen die volgen op het overlijden van de moeder. Dit geschrift vermeldt de
begindatum van het vaderschapsverlof en de duur ervan. Een uittreksel uit de
overlijdensakte van de moeder wordt zo spoedig mogelijk voorgelegd. De
Personeelsdienst waakt erover dat de vader geïnformeerd wordt omtrent zijn
rechten.
Artikel 204:In geval van hospitalisatie van de moeder, kan het personeelslid dat de
vader is van het kind genieten van een vaderschapsverlof op volgende
voorwaarden:
    •    de pasgeborene moet het hospitaal verlaten hebben;
    •    de hospitalisatie van de moeder moet langer duren dan zeven dagen.
Het vaderschapsverlof kan slechts aanvangen vanaf de achtste dag volgend op de
dag van de geboorte van het kind en wordt beëindigd op de dag dat de
hospitalisatie van de moeder een einde neemt en uiterlijk op het einde van het
gedeelte van het bevallingsverlof dat nog niet was opgebruikt door de moeder. Het
personeelslid dat wenst te genieten van dit verlof brengt schriftelijk het College op
de hoogte vóór de aanvang ervan. Dit geschrift vermeldt de begindatum van het
verlof evenals de vermoedelijke duur van de afwezigheid. Het verzoek wordt
gestaafd door een medisch getuigschrift dat de duur van de hospitalisatie van de
moeder vermeldt bovenop de zeven dagen die volgen op de datum van de
bevalling.
Artikel 205:Het vaderschapsverlof wordt gelijkgesteld met een periode van
dienstactiviteit.
Onderafdeling 6.8.3: Verlof tengevolge van adoptie
Artikel 206:Het adoptieverlof wordt toegestaan aan het personeelslid dat, in het

                                         144
kader van een adoptie zoals geregeld door het burgerlijk recht, een kind in zijn
gezin onthaalt.
Artikel 207 - § 1:Het adoptieverlof bedraagt maximum zes weken, zo het kind bij
het begin van het adoptieverlof de leeftijd van drie jaar niet heeft bereikt, en
maximum vier weken, zo het kind wel de leeftijd van drie jaar heeft bereikt. De
uitoefening van het recht op adoptieverlof neemt echter steeds een einde op het
moment waarop het kind de leeftijd van acht jaar bereikt.
§ 2:De maximumduur van het adoptieverlof wordt verdubbeld wanneer het kind
getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66%
of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten minste 4 punten worden
toegekend in pijler 1 van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving
betreffende de kinderbijslag.
§ 3:Het personeelslid is niet verplicht het maximaal aantal weken op te nemen. Het
verlof moet evenwel in een ononderbroken periode, van tenminste één week of een
veelvoud van een week, worden opgenomen.
Artikel 208:Dit verlof neemt een aanvang binnen de twee maanden volgend op de
inschrijving van het kind als deel uitmakend van het gezin van het personeelslid in
het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar hij
zijn verblijfplaats heeft. Het personeelslid brengt het College ten minste één maand
voor de opname van het verlof op de hoogte, hetzij per aangetekend schrijven
hetzij door overhandiging van een schrijven tegen ontvangst getekend. De begin-
en einddatum van het adoptieverlof worden in dit schrijven vermeld.
Artikel 209:Het adoptieverlof wordt gelijkgesteld met een periode van
dienstactiviteit.


AFDELING 6.9: VERLOF TENGEVOLGE VAN
  PLEEGZORG
Onderafdeling 6.9.1: Toepassingsgebied
Artikel 210:Deze afdeling is van toepassing op de vastbenoemde, op de
stagedoende statutaire en op de contractuele personeelsleden.
Onderafdeling 6.9.2: Verlof tengevolge van pleegzorg
Artikel 211:Het pleegzorgverlof wordt toegestaan aan het personeelslid dat officieel
is aangesteld als pleegouder door de rechtbank, door een dienst voor pleegzorg
erkend door de bevoegde gemeenschap, door de diensten van l’Aide à la Jeunesse
of door het Comité Bijzondere Jeugdbijstand. Het personeelslid bewijst zijn
hoedanigheid van pleegouder door de formele aanstellingsbeslissing die uitgaat
van één van deze organismen.
Artikel 212:Het recht op pleegzorgverlof geldt zowel voor de plaatsing van
minderjarige personen als voor de plaatsing van personen met een handicap. Het
personeelslid mag zijn recht uitsluitend uitoefenen in volgende gevallen:
    •    het bijwonen van zittingen bij de gerechtelijke en administratieve
         autoriteiten die bevoegd zijn voor het pleeggezin;
    •    het hebben van contacten met de natuurlijke ouders of met andere
         personen die belangrijk zijn voor het pleegkind of de pleeggast;
    •    het hebben van contacten met de dienst voor pleegzorg.
In andere gevallen zal het pleegzorgverlof slechts toegestaan worden nadat de
plaatsingsdiensten hiertoe een attest hebben afgeleverd.
Artikel 213:Het personeelslid is ertoe gehouden het College ten minste twee weken
op voorhand te verwittigen van zijn intentie om zijn pleegzorgverlof op te nemen.
Indien dit niet mogelijk is, dient hij het College zo spoedig mogelijk te verwittigen.
Artikel 214:De duur van het pleegzorgverlof is bepaald op maximaal zes dagen per
kalenderjaar. Indien het pleeggezin bestaat uit twee personeelsleden, die
gezamenlijk als pleegouder zijn aangesteld, dient het pleegzorgverlof onder hen
beiden te worden verdeeld.
Artikel 215:Het pleegzorgverlof wordt gelijkgesteld met een periode van
dienstactiviteit.
Artikel 216:De bepalingen uit afdeling 6.6 zijn eveneens van toepassing op
voorgaande onderafdeling, evenals de bepalingen uit artikel 207.


AFDELING 6.10: VERLOF OM DWINGENDE
  REDENEN VAN FAMILIAAL BELANG
Onderafdeling 6.10.1: Toepassingsgebied
Artikel 217:Deze afdeling is van toepassing op de vastbenoemde en op de
stagedoende statutaire personeelsleden.
Onderafdeling 6.10.2: Verlof om dwingende redenen van familiaal belang


                                          145
Artikel 218 - § 1:Het personeelslid heeft recht op een verlof om dwingende redenen
van familiaal belang voor een maximumperiode van 15 werkdagen per jaar; het
verlof wordt genomen per dag of per halve dag.
§ 2:Naast het verlof voorzien in § 1, heeft het personeelslid recht op een verlof om
dwingende redenen van familiaal belang voor een maximumperiode van 30
werkdagen per jaar wegens:
    1. ziekenhuisopname van een persoon die met het personeelslid onder
         hetzelfde dak woont of van een bloed- of aanverwant in de eerste graad die
         niet met het personeelslid onder hetzelfde dak woont;
    2. opvang tijdens de schoolvakanties van kinderen die de leeftijd van 15 jaar
         niet hebben bereikt.
Dit verlof wordt opgenomen in periodes van minimaal 5 werkdagen. De periode van
5 dagen mag met één of meerdere dagen worden verminderd wanneer in deze
periode één of meerdere feestdagen vallen.
§ 3:Het verlof om dwingende redenen van familiaal belang wordt niet vergoed. Het
wordt voor het overige met periodes van dienstactiviteit gelijkgesteld.
§ 4:De maximumduur van het verlof om dwingende redenen van familiaal belang
wordt evenredig verminderd in functie van het arbeidsregime.


AFDELING 6.11: POLITIEK VERLOF
Onderafdeling 6.11.1: Toepassingsgebied
Artikel 219:Deze afdeling is van toepassing op de vastbenoemde, op de
stagedoende statutaire en op de contractuele personeelsleden.
Onderafdeling 6.11.2: Politiek verlof
Artikel 220:De gemeentelijke personeelsleden die een voltijdse functie uitoefenen
hebben recht op politiek verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat of van
een functie die daarmee kan worden gelijkgesteld, in de gevallen en volgens de
modaliteiten bedoeld in de Wet van 18 september 1986 houdende instelling van
een politiek verlof voor de personeelsleden van de openbare diensten.
Artikel 221:Het recht op politiek verlof neemt een aanvang op de datum van de
eedaflegging die volgt op de verkiezing. Het bewijs daarvan wordt door het
personeelslid verstrekt. Het recht vervalt ten laatste op de laatste dag van de
maand die volgt op het einde van het mandaat.
Artikel 222:Elke aanvraag tot politiek verlof moet minstens 8 kalenderdagen voor
de effectieve datum van het verlof worden ingediend bij de hiërarchische
verantwoordelijke. Deze maakt elke aanvraag onmiddellijk over aan het
departement Human Resources, opdat het College ervan in kennis zou gesteld
worden. De aanvragen vermelden de juiste duur van het verlof.


AFDELING 6.12: VERLOF VOOR HET
  UITOEFENEN VAN EEN
  VAKBONDSACTIVITEIT
Onderafdeling 6.12.1: Toepassingsgebied
Artikel 223:Deze afdeling is van toepassing op de vastbenoemde, de stagedoende
statutaire en de contractuele personeelsleden.
Onderafdeling 6.12.2: Verlof voor het uitoefenen van een vakbondsactiviteit
Artikel 224 - § 1:Een personeelslid - afgevaardigde van een erkende of
representatieve vakbondsorganisatie bekomt, naargelang het geval, automatisch
en voor de noodzakelijke duur:
1) een vakbondsverlof:
    •    om deel te nemen aan de werkzaamheden van de onderhandelings- en
         overlegcomités waarin hij zetelt;
    •    om deel te nemen aan de werken van de commissies en algemene comités
         opgericht binnen de vakbondsorganisatie;
    •    om een lid van zijn vakbondsorganisatie te verdedigen voor de
         gemeentelijke tuchtrechtelijke overheden van Schaarbeek.
2) een dienstvrijstelling om deel te nemen aan de bijeenkomsten georganiseerd in
de lokalen van de administratie voor de representatieve vakbondsorganisaties.
§ 2:Wordt beschouwd als vakbondsafgevaardigde, de houder van een aanstelling
getekend door de verantwoordelijke autoriteit van de betrokken
vakbondsorganisatie, waarin de datum wordt vermeld waarop het personeelslid
werd aangesteld in die hoedanigheid, evenals de datum van de afloop van zijn
mandaat.
§ 3:De aanvragen bedoeld in § 1 vergezeld van een oproeping uitgaande van de
verantwoordelijke van de vakbondsorganisatie, moeten minstens 3 werkdagen voor


                                         146
de effectieve datum van het verlof worden ingediend bij de hiërarchische overste.
Artikel 224 bis:De deelneming van het personeelslid aan een georganiseerde
werkonderbrekingwordt gelijkgesteld aan een periodevan dienstactiviteit. Hij heeft
evenwel geen recht op zijn wedde.Het personeel aangeworven bij
arbeidsovereenkomst,dat deelneemt aan een
georganiseerdewerkonderbreking,heeft geen recht op wedde maar behoudt zijn
rechtentot bevordering in zijn weddeschaal.


AFDELING 6.13: ANDERE VRIJSTELLINGEN
Artikel 225:De actieve leden van het Belgische Rode Kruis, de vrijwilligers van de
Civiele Bescherming en de vrijwillige brandweerlieden die opgeroepen zijn om hulp
te bieden bij ramp of onheil, kunnen een dienstvrijstelling bekomen. Zij dienen hun
oproeping of elk ander nuttig bewijsstuk in ter rechtvaardiging van hun
afwezigheid.
Artikel 226:Dienstvrijstellingen kunnen worden toegekend naar aanleiding van
volgende gebeurtenissen en binnen de grenzen van de strikt noodzakelijke tijd:
    1. deelname aan examens of vormingen georganiseerd door of op vraag van
         het gemeentebestuur van Schaarbeek;
    2. uitoefening van een functie in een hoofdstembureau of in een telbureau;
    3. oproeping van het personeelslid voor een gerechtelijke instantie, verband
         houdend met de uitoefening van zijn functie;
    4. oproeping om te zetelen in een familieraad;
    5. oproeping voor de Administratieve Gezondheidsdienst of door de medische
         dienst van het personeel.
Het bewijs van deze gebeurtenissen wordt door het personeelslid verstrekt ten
laatste de volgende dag.


HOOFDSTUK VII: DE DISPONIBILITEIT

AFDELING 7.1: ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 227:Huidige bepalingen zijn van toepassing op de vastbenoemde
personeelsleden.
Artikel 228:De indisponibiliteitsstelling wordt uitgesproken door de Gemeenteraad.
De disponibiliteit van rechtswege wordt vastgesteld door het College. Onder de
voorwaarden bepaald in dit reglement, heeft het personeelslid in disponibiliteit
recht op een wachtgeld.
Artikel 229:De duur van de disponibiliteit met toekenning van een wachtgeld mag
niet, in geval van disponibiliteit wegens ambtsontheffing in het belang van de
dienst, in één of meerdere keren, de duur van de dienstjaren nodig voor de
berekening van het rustpensioen van het personeelslid, overschrijden. Worden niet
in aanmerking genomen, de militaire diensten, noch de diensten als
dienstweigeraar die het personeelslid heeft vervuld voor zijn indiensttreding bij het
gemeentebestuur, noch de tijd die het personeelslid in disponibiliteit heeft
doorgebracht.
Artikel 230:Niemand kan in de positie van disponibiliteit worden gehouden wanneer
hij de voorwaarden vervult om op rust te worden gesteld.
Artikel 231 - § 1:Het personeelslid in disponibiliteit blijft ter beschikking van het
gemeentebestuur. Indien hij over de vereiste fysieke en professionele
bekwaamheden beschikt, kan hij terug in dienst worden geroepen. Hij is ertoe
gehouden de functie uit te oefenen die hem is aangeduid in overeenstemming met
zijn graad.
§ 2:Wanneer hij, zonder geldige reden, weigert deze functie uit te oefenen, kan de
Gemeenteraad hem beschouwen als ontslagnemend. Hij wordt vooraf gehoord door
de Gemeenteraad.
Artikel 232:Het personeelslid in disponibiliteit wegens ziekte dat geniet van een
wachtgeld is ertoe gehouden om elk jaar te verschijnen voor de Federale
Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, in
de loop van de maand die overeenkomt met degene van zijn
indisponibiliteitsstelling. Wanneer het personeelslid nalaat te verschijnen in deze
periode, wordt de uitbetaling van zijn wachtgeld opgeschort vanaf deze periode tot
aan zijn verschijning.
Artikel 233:Het personeelslid is ertoe gehouden aan het gemeentebestuur een
verblijfplaats in België mee te delen, waar hem de beslissingen kunnen worden
meegedeeld die hem aanbelangen.
Artikel 234:Het wachtgeld wordt vastgesteld op basis van de laatste


                                          147
activiteitswedde, eventueel herzien in toepassing van het geldelijk statuut van het
gemeentepersoneel. In geval van cumul van functies, wordt het wachtgeld slechts
toegekend à rato van de hoofdfunctie.
Artikel 235:Het personeelslid in disponibiliteit dat niet werd vervangen in zijn
functie, herneemt deze functie wanneer hij zijn activiteit terug opneemt.
Artikel 236:Het College beslist, naargelang de noodwendigheden van de dienst, of
de functie waarvan het personeelslid in disponibiliteit titularis was, als vacant moet
worden beschouwd. Deze beslissing kan genomen worden na een periode van één
jaar van disponibiliteit. Daarnaast kan deze beslissing onmiddellijk genomen
worden ten aanzien van het personeelslid in disponibiliteit wegens ambtsontheffing
in het belang van de dienst of, in de andere gevallen, ten opzichte van het
personeelslid in disponibiliteit voor tenminste een jaar. De beslissing van het
College moet worden voorafgegaan door een gunstig advies van de dienstoverste.


AFDELING 7.2: DISPONIBILITEIT WEGENS
  ZIEKTE
Artikel 237:Onder voorbehoud van artikel 148, bevindt het personeelslid zich van
rechtswege in disponibiliteit wanneer hij afwezig is wegens ziekte en de maximale
duur heeft bereikt van de verloven die hem om die reden kunnen worden
toegekend in toepassing van artikel 143.
Artikel 238:Het personeelslid in disponibiliteit wegens ziekte behoudt zijn rechten
op vooruitbetaling van zijn wedde. Zijn aanspraken op bevordering zijn opgeschort
tijdens de hele periode waarin hij zich in de positie van disponibiliteit bevindt. Hij
herwint ze van zodra hij zijn functies weer volledig opneemt. In geval van
herneming van zijn functies, wordt de periode tijdens dewelke het personeelslid in
disponibiliteit wegens ziekte werd geplaatst, niet in overweging genomen voor de
berekening van de vereiste graadanciënniteit voor de bevordering in een hogere
graad.
Artikel 239:Het personeelslid in disponibiliteit wegens ziekte ontvangt een
wachtgeld gelijk aan 60% van zijn laatste activiteitswedde. Het bedrag van deze
wedde kan in geen enkel geval echter lager zijn dan:
     •   de uitkeringen die de betrokkene zou bekomen in dezelfde situatie,
         wanneer het stelsel van de sociale zekerheid op hem van toepassing zou
         zijn geweest vanaf het begin van zijn afwezigheid;
     •   het pensioen dat hij zou bekomen indien hij, op de datum van de
         indisponibiliteitsstelling, toegelaten was tot het vervroegd op rust gaan.
In geval van cumul van functies, wordt het wachtgeld enkel toegekend à rato van
de hoofdfunctie.
Artikel 240:In afwijking van artikel 235, kan het personeelslid in disponibiliteit
wegens ziekte een wachtgeld bekomen dat gelijk is aan het bedrag van zijn laatste
activiteitswedde, wanneer de aandoening waaraan hij lijdt erkend is door het
College als een ernstige en van lange duur zijnde ziekte of gebrekkigheid, op basis
van een medisch rapport van de geneesheer van de Federale Overheidsdienst
Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Deze beslissing kan
in geen geval worden genomen zo het personeelslid niet voor een doorlopende
periode van tenminste drie maanden in verlof of in disponibiliteit was omwille van
de aandoening waaraan hij lijdt. Deze beslissing leidt tot een herziening van de
situatie van het personeelslid met geldelijke weerslag tot op de datum van het
begin van zijn disponibiliteit.
Artikel 241:De disponibiliteit wegens ziekte maakt geen einde aan het verlof voor
verminderde prestaties bedoeld in afdeling 6.5, noch aan de stelsels van
beroepsloopbaanonderbreking bedoeld in afdeling 6.6. Voor de toepassing van
artikel 230 is de laatste activiteitswedde, gedurende de lopende periode van
verminderde prestaties, deze verschuldigd als gevolg van deze prestaties.


AFDELING 7.3: DISPONIBILITEIT WEGENS
  AMBTSONTHEFFING IN HET BELANG VAN DE
  DIENST
Artikel 242:De Gemeenteraad kan een personeelslid in de positie van disponibiliteit
plaatsen wegens ambtsontheffing in het belang van de dienst wanneer de
maatregel als onontbeerlijk wordt beschouwd voor de goede werking van de
administratie. Het voorstel tot indisponibiliteitsstelling wordt opgemaakt door de
dienstoverste en meegedeeld aan de betrokkene hetzij per aangetekende brief,
hetzij door het terhandstellen tegen ontvangstbewijs. De mededeling vermeldt


                                          148
bovendien het recht van het personeelslid om gehoord te worden door de
Gemeenteraad, de datum van de hoorzitting en de mogelijkheid om het
administratief dossier te raadplegen. Tijdens dit verhoor kan het personeelslid
bijgestaan worden door een raadsman van zijn keuze.
Artikel 243:Het personeelslid in disponibiliteit wegens ambtsontheffing in het
belang van de dienst verliest zijn aanspraken op vooruitgang in wedde, op
loopbaanevolutie en op bevordering.
Artikel 244:Hij geniet van een wachtgeld dat het eerste jaar gelijk is aan zijn laatste
activiteitswedde. Vanaf het tweede jaar wordt dit wachtgeld verminderd tot zoveel
keer 1/60e van de laatste activiteitswedde als de betrokkene dienstjaren telt op de
datum van zijn indisponibiliteitsstelling. Voor de toepassing van dit artikel, moet
onder dienstjarenbegrepen worden, deze die in aanmerking komen voor de
vaststelling van het rustpensioen. De militaire diensten of deze volbracht als
gewetensbezwaarde voor de indiensttreding worden evenwel niet in aanmerking
genomen en de toelaatbare militaire diensten worden slechts voor hun gewone
duur meegerekend.


HOOFDSTUK VIII: SAMENSTELLING VAN DE
  COMITES, INSPECTIEDIENSTEN EN SOCIALE
  DIENST

AFDELING 8.1: BIJZONDER
  ONDERHANDELINGSCOMITE,
  OVERLEGCOMITE EN COMITE TER
  PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET
  WERK
Artikel 245:De actuele lijst van vakbondsafgevaardigden die deelnemen aan het
Bijzonder Onderhandelingscomité en het Overlegcomité, is opgenomen in Bijlage
15.
Artikel 246:De lijst waarop de vertegenwoordigers van de gemeentelijke
administratie in het Bijzonder Onderhandelingscomité en het Overlegcomité
vermeld staan, is opgenomen in Bijlage 15.
Artikel 247:De actuele lijst van vakbondsafgevaardigden die deelnemen aan het
Comité ter Preventie en Bescherming op het Werk, is opgenomen in Bijlage 15.
Artikel 248:De lijst waarop de vertegenwoordigers van de gemeentelijke
administratie in het Comité ter Preventie en Bescherming op het Werk vermeld
staan, is opgenomen in Bijlage 15.


AFDELING 8.2: INSPECTIEDIENSTEN
Artikel 249:De contactgegevens van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal
Overleg, Controle op het Welzijn op het Werk, Directie Brussel zijn de volgende:
Ernest Blérotstraat, 1
1070 Brussel
  02 235.54.01
  02 235.54.04
  fod@werk.belgie.be


AFDELING 8.3: PREVENTIEADVISEUR EN
  INTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN
  BESCHERMING OP HET WERK (I.D.P.B.W.)
Artikel 250 - § 1:Volgende persoon is aangeduid als preventieadviseur van de
I.D.P.B.W.: Dhr. J. MOMMAERTS, ( 02 240.34.08.
§ 2:De Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk is gelegen op
volgend adres: Haachtsesteenweg, 226, 1030 Schaarbeek, bureau S.A.C. 406.
AFDELING 8.4: EXTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK
(E.D.P.B.W.)
Artikel 251:De Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk is
gelegen op volgend adres: ARISTA, Koningsstraat 196, 1000 Brussel


                                           149
 02 533.74.11
 02 538.79.32
 arista@arista.be


AFDELING 8.5: SOCIALE DIENST
Artikel 252:De werkgever is aangesloten bij de collectieve Sociale Dienst van de
RSZPPO (Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de provinciale en plaatselijke
overheidsdiensten, Joseph II straat, 47 te 1000 Brussel, ( 02 239.12.11).
Artikel 253:Een informatieve brochure waarin alle gegevens in verband met de
sociale dienst hernomen zijn, is beschikbaar bij de Personeelsdienst.
Artikel 254:De collectieve sociale dienst organiseert een maandelijkse permanentie
in de lokalen van het gemeentebestuur van Schaarbeek.


HOOFDSTUK IX: OPHEFFINGSBEPALINGEN
Artikel 255:Volgende reglementen zijn opgeheven vanaf de inwerkingtreding van
onderhavig reglement:
    1. Het reglement van 17 december 1997 betreffende de overuren en de latere
         wijzigingen;
    2. Het reglement betreffende de verloven en de positie van disponibiliteit van
         21 april 1999 en de latere wijzigingen;
    3. Het reglement van 28 januari 2009 betreffende het geweld, pesterijen of
         ongewenst seksueel gedrag op het werk.


HOOFDSTUK X: SLOTBEPALINGEN
Artikel 256:Onderhavig arbeidsreglement treedt in werking op de eerste dag van de
maand die volgt op de goedkeuring door de Voogdijoverheid. Het werd ter
onderhandeling voorgelegd aan de vakbondsafvaardiging op 22 maart 2013 en op
19 april 2013.
Bijlagen integraal deel uitmakend van onderhavig Arbeidsreglement:
     1. Lijst van arbeidsplaatsen
     2. Ontvangstbewijs
     3. Uurroosters
     4. Algemeen prikklokreglement
     5. Formulier wijziging van familiale toestand
     6. Dienstnota van 12 maart 2010 aangaande de personeelsfoto’s
     7. Reglement van 31 maart 2010 betreffende het gebruik van informatica in
         de gemeentelijke administratie
     8. Tuchtreglement voor contractuele personeelsleden
     9. Toegang tot de verbandkisten
     10. Lijst van hulpverleners
     11. Vertrouwenspersonen en preventieraadgevers bevoegd voor de externe
         dienst
     12. Formulier tot het registreren van een klacht voor feiten van geweld,
         pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk die extern zijn aan
         de instelling
     13. Medisch getuigschrift
     14. Verklaring van arbeidsongeschiktheid
     15. Lijst van de leden van het Bijzonder Onderhandelingscomité, van het
         Overlegcomité en van het Comité ter Preventie en Bescherming op het
         Werk


INFRASTRUCTURES -=- INFRASTRUCTUUR
Architecture et Bâtiments -=- Architectuur en gebouwen
SP 73.- Centre de vacances d'Ittre, Ecole 5-6, Ecole 10, Lycée Emile Max
   229, Chaussée d'Haecht - Travaux Supplémentaires - Pour Information -
   =- Vakantiecentrum Ittre, School 5-6, School 10, Emile Max Lyceum
   229, Haachtsesteenweg - Meerwerken - Ter informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                             LE CONSEIL COMMUNAL
                              Approuvé à l'unanimité.



                                        150
Vu la nouvelle loi communale du 24 juin 1988, notamment l'article 236 relatif aux
compétences du conseil communal et ses modifications ultérieures ;
Vu la loi du 24 décembre 1993 relative aux marchés publics et à certains marchés
de travaux, de fournitures et de services et ses modifications ultérieures ;
Vu l'arrêté royal du 10 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de
fournitures et de services et aux concessions de travaux publics et ses
modifications ultérieures ;
Vu l'arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d'exécution
des marchés publics et des concessions de travaux publics et ses modifications
ultérieures, notamment les articles 7 et 8 ;
Vu le cahier général des charges, annexe de l'arrêté royal du 26 septembre 1996
précité et ses modifications ultérieures, notamment l'article 42 ;
Vu la décision du conseil du 1er septembre 2010 fixant les conditions et le mode de
passation du marché visant ‘la rénovation des chaufferies et des installations de
régulation du centre de vacances d’Ittre, Ecole 5-6, Ecole 10 et du Lycée Emile Max,
estimé à 1.000.000 EUR ;
Vu la décision du conseil de 28 mai 2012 modifiant le mode de passation –
procédure négociée sans publicité – conformément à l’article 17 § 2,1° d de la loi
du 24 décembre 1993 ;
Vu la décision du Collège de Bourgmestre et Echevins du 13 novembre 2012
concernant l’attribution du marché susmentionné à une firme privée pour le
montant d’offre négocié de 677.384,38 €, TVA comprise ;
Considérant que l'exécution du marché doit répondre aux conditions fixées par le
cahier spécial des charges N° scha/infra/2012/006, établi en 2010 ;
Vu l’Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 21 décembre
2007 déterminant des exigences en matière de performance énergétique et de
climat intérieur des bâtiments, complété pour une première fois par l’Arrêté du
Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 juin 2010 et, pour une
deuxième fois, par l’Arrêté du 5 mai 2011 ;
Considérant que le décompte n° 8 - réalisation d'un comptage énergétique sur
chaque circuit - s’avère nécessaire afin de conformer ces travaux avec ces derniers
Arrêtés; que ce décompte s’élève à 32.412,38 €, TVA comprise;
Considérant que le Lycée Emile Max, sis Ch. d’Haecht 229, est repris dans le ' Plan
d'extension des capacités scolaires francophones du pouvoir organisateur
communal (Délibé du Conseil du 29 mai 2013)' pour créer de la capacité
supplémentaire ; que la puissance de la chaudière sera augmentée pour qu' une
superficie supplémentaire de 900 m2 puisse être chauffée ; que ce décompte
(n°10.1) s’élève à 52.319,66 €, TVA comprise ;
Considérant que les autres décomptes nécessaires (boiler, vannes de réglages)
valent au total 5.116,46 €, TVA comprise ;
Considérant que le montant total de ces décomptes dépassent de 13,26 % le
montant de l'attribution, le montant total de la commande après décomptes
s'élevant à présent à 767.232,80 €, 21% TVA comprise ;
Considérant que le fonctionnaire dirigeant et le bureau d’étude ont donné un avis
favorable ;
Considérant qu'il convient d'imputer la dépense du décompte lié à la future
extension du Lycée Emile Max (52.319,66 €) à l’article 731/724-IN60/51 du budget
extraordinaire de 2013; que le solde de la dépense des décomptes (37.528,84 EUR)
est prévu dans la marge de 10 % pour travaux imprévus (conformément à la
circulaire du 2 août 2006), dans le budget extraordinaire de 2012, aux articles
722/724-IN60/51, 731/724-IN60/51 en 761/724-IN60/51;
Vu la décision du 25 juin 2013 par laquelle le Collège des Bourgmestre et Echevins
décide :
     1. d'approuver l’exécution des travaux supplémentaires considérés
         nécessaires pour un montant de € 89.848,50 (TVA comprise) et la
         prolongation du délai d’exécution de 27 jours ouvrables;
Prend pour information:
La décision précitée du Collège des Bourgmestre et Echevins du 25 juin 2013.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988, en latere wijzigingen,
inzonderheid artikel 236, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en
bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en
latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 januari 1996 betreffende de
overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de
concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen;


                                         151
Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de
algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor
openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 7 en 8;
Gelet op de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij
voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen, inzonderheid
artikel 42;
Gelet op het raadsbesluit van 1 september 2010, waarbij de gunningsvoorwaarden
en –wijze van de opdracht, gericht op ‘de restauratie van de stookruimtes en de
regelingsinstallaties van het Vakantiecentrum Ittre, School 5-6, School 10 en het
Emile Max Lyceum’, geraamd op 1.000.000 EUR, vastgelegd werden;
Gelet op het raadsbesluit van 28 mei 2012 houdende de wijziging van de
gunningswijze – onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking – in
overeenstemming met artikel 17 § 2, 1° d van de wet van 24 december 1993
Gelet op het besluit van het College van Burgemeester en Schepenen van 13
november 2012 betreffende de goedkeuring van de gunning van de
bovengenoemde opdracht aan een privéaannemer tegen het onderhandelde
inschrijvingsbedrag van 677.384,38 € incl. btw;
Overwegende dat de uitvoering moet gebeuren in overeenstemming met de
lastvoorwaarden vastgelegd in het bijzonder bestek met nr. scha/infra/2012/006,
opgesteld in 2010;
Gelet op het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december
2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie, een eerste
keer aangevuld werd door het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering
van 3 juni 2010 en, een tweede keer, door het Besluit van 5 mei 2011;
Overwegende dat verrekening nr. 8 - realisatie van een energieteller op elk circuit -
noodzakelijk is gebleken om de werken met de laatstgenoemde Besluiten te
conformeren; dat deze verrekening 32.412,38 EUR BTW incl. bedraagt;
Overwegende dat het Emile Max Lyceum, gelegen Haachtsesteenweg nr. 229,
opgenomen is in het 'Uitbreidingsplan van de capaciteit van het Franstalig
onderwijs van de gemeentelijke inrichtende macht (raadsbesluit 29 mei 2013) ’ om
extra capaciteit te creëren; dat het vermogen van de stookketel vergroot zal
worden, waardoor een extra ruimte van 900 m2verwarmd kan worden; dat deze
verrekening (nr. 10.1) 52.319,66 EUR BTW incl. bedraagt;
Overwegende dat overige, noodzakelijke verrekeningen (boiler, regelkranen) in
totaal 5.116,46 EUR incl. BTW bedragen
Overwegende dat het totaalbedrag van deze verrekeningen het bestelbedrag met
13,26 % overschrijdt waardoor het totale bestelbedrag na verrekeningen nu
767.232,88 € incl. btw bedraagt;
Overwegende dat de leidend ambtenaar en het studiebureau een gunstig advies
verleenden;
Overwegende dat het gepast is om de uitgave van de verrekening met betrekking
tot de toekomstige uitbreiding van het Emile Max Lyceum (52.319,66 EUR) aan te
rekenen op artikel 731/724-IN60/51 van de buitengewone begroting over 2013,
waar 394.500 EUR krediet aanwezig is; dat het saldo van de uitgave van de
verrekeningen (37.528,84 EUR), voorzien is in de 10 % - marge voor eventuele
meerwerken (conform de omzendbrief van 2 augustus 2006), in de buitengewone
begroting van 2012, op artikel 722/724-IN60/51, 731/724-IN60/51 en 761/724-
IN60/51;
Gelet op de beslissing van 25 juni 2013 waarbij het College van Burgemeester en
Schepenen beslist:
     1. om de uitvoering van de noodzakelijk geachte meerwerken voor een
         bedrag van € 89.848,50 (BTW inbegrepen) en de verlenging van de
         uitvoeringstermijn met 27 werkdagen goed te keuren;
Neemt ter informatie:
Voornoemd besluit van het College van Burgemeester en Schepenen van 25 juni
2013.

SP 74.- Ecole provisoire néerlandophone - Réalisation des travaux
  d'égouttage - Pour information -=- Tijdelijke Nederlandstalige school -
  Uitvoering van rioleringswerken - Ter informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                                 Approuvé à l'unanimité.

Vu la nouvelle loi communale du 24 juin 1988, notamment l'article 234 relatif aux
compétences du Conseil Communal;
Vu la loi du 29 juillet 1991 relative à la motivation formelle des actes administratifs;

                                           152
Vu la loi du 12 novembre 1997 relative à la publicité de l’administration;
Vu la loi du 24 décembre 1993 relative aux marchés publics et à certains marchés
de travaux, de fournitures et de services, notamment l’article 17, § 2, 1° f (travaux
ne pouvant être confiés qu'à un entrepreneur en raison de leur spécificité
technique);
Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de
fournitures et de services et aux concessions de travaux publics, notamment
l'article 120;
Vu l’arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d'exécution
des marchés publics et des concessions de travaux publics, notamment l'article 3, §
2;
Vu le cahier général des charges, annexé à l’arrêté royal du 26 septembre 1996
précité;
Vu la décision du collège du 29 mai 2012 de louer des préfabriqués pour installer
une école néerlandophone provisoire ;
Vu décision du collège du 26 juin 2012 d'engager au budget extraordinaire les
travaux de raccordement des impétrants ;
Vu la décision du collège du 25 juin 2013 par laquelle il décide de liquider la facture
relative aux travaux d'égouttage;
Considérant qu'il y a lieu d'y faire droit;
PREND POUR INFORMATION
     1. la décison du collège du 26 juin 2012 par laquelle il décide d'approuver la
          réalisation des travaux de raccordement à l'égout des préfabriqués de
          l'école néerlandophone (1ère phase) pour un montant de 5.512 € TVAC à
          confier par procédure négociée sans publicité à l'intercommunale
          compétente
     2. financer les travaux par l'emprunt

                                 DE GEMEENTERAAD
                      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988, inzonderheid artikel 234,
betreffende de bevoegdheden van de Gemeenteraad
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de
bestuurshandelingen;
Gelet op de wet van 12 november 1997 betreffende de openbaarheid van bestuur;
Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en
sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, in het
bijzonder artikel 17, § 2, 1°, f (werken die enkel aan een aannemer kunnen worden
toevertrouwd omwille van hun technische specificiteit);
Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de
overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de
concessies voor openbare werken, in het bijzonder artikel 120;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de
algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor
openbare werken, in het bijzonder artikel 3, § 2;
Gelet op de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij
voormeld koninklijk besluit van 26 september 1996;
Gelet op het collegebesluit van 29 mei 2012 om prefabgebouwen te huren voor de
inrichting van een tijdelijke Nederlandstalige school;
Gelet op het collegebesluit van 26 juni 2012 om op de buitengewone begroting de
werken voor aansluiting van de nutsvoorzieningen vast te leggen;
Gelet op het collegebesluit van 25 juni 2013 houdende betaling van de factuur met
betrekking tot de rioleringswerken;
Overwegende dat het past er gevolg aan te geven;
NEEMT TER INFORMATIE
     1. het collegebesluit van 26 juni 2012 houdende goedkeuring van de
         verwezenlijkiing van de aansluiting op de riolering van de prefabgebouwen
         van de Nederlandstalige school (1ste fase) voor een bedrag van 5.512 €
         BTWI - bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking toe te
         vertrouwen aan de bevoegde intercommunale
     2. financiering van de werken met een lening

SP 75.- Athénée Fernand Blum - Section Renan - Rénovation des cours -
  Remplacement des câbles d'alimentation - Pour information -=-
  Atheneum Fernand Blum - Afdeling Renan - Renovatie van de
  speelplaatsen - Vervanging van de voedingskabels – Ter informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                           153
                              LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 24 décembre 1993 - en particulier son article 17 § 2, 1° a - relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services,
telle qu’elle a été modifiée à ce jour;
Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 – en particulier son article 122 - relatif aux
marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de
travaux publics, tel qu’il a été modifié à ce jour;
Vu l’arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d’exécution
des marchés publics et des concessions de travaux publics, tel qu’il a été modifié à
ce jour;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale;
Vu l’ordonnance du 17 juillet 2003 - en particulier son article 27 - modifiant la
nouvelle loi communale ;
Considérant qu'en séance du 25 juin 2008 le conseil communal a arrêté le mode de
passation et fixé les conditions du marché de travaux relatif au traitement des
murs contre l'humidité et à la rénovation des cours de l'Athénée Fernand Blum ;
Vu le courrier de l'adjudicataire de ces travaux nous signalant "qu'il est nécessaire
de pourvoir au remplacement de trois câbles enterrés dans la cour par des
nouveaux câbles tirés en intérieur via des nouveaux chemins de câbles" ;
Considérant que ces câbles ne figuraient sur aucun plan et que la nécessité de les
déménager est apparue en cours de chantier ;
Considérant que l'entrepreneur général a introduit un devis de 65.410,70 € TVAC
pour ces travaux ;
Considérant que le fonctionnaire dirigeant a estimé que ce coût était trop élevé;
Considérant que quatre autres entreprises spécialisées ont été consultées pour la
réalisation de ces travaux, et ont toute quatre remis offre;
Considérant que le montant du marché a été ainsi ramené à 23.000 € TVAC;
Vu la décision du collège des Bourgmestre et Echevins du 25 juin 2013;
PREND POUR INFORMATION :
la décision du collège du 25 juin 2013 arrêtant le mode de passation et les
conditions du marché: procédure négociée sans publicité après consultation de cinq
firmes.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 24 december 1993 - inzonderheid artikel 17 § 2, 1°a -
betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van
werken, leveringen en diensten, zoals zij tot op heden werd gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 - inzonderheid artikel 122 -
betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en
diensten en de concessies voor openbare werken, zoals het tot op heden werd
gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de
algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor
openbare werken, zoals het tot op heden werd gewijzigd;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 - inzonderheid artikel 27 - tot wijziging
van de nieuwe gemeentewet;
Overwegende dat de gemeenteraad in zitting van 25 juni 2008 de gunningswijze
goedkeurde en de voorwaarden van de opdracht vastlegde voor de behandeling
van de muren tegen vocht en de renovatie van de speelplaatsen van het Atheneum
Fernand Blum;
Gelet op de brief van de voor deze werken aangeduide aannemer, waarbij hij ons
meedeelt dat “het nodig is te voorzien in de vervanging van drie ondergrondse
kabels in de speelplaats door nieuwe kabels naar binnen te trekken via nieuwe
kabelgoten”;
Overwegende dat deze kabels op geen enkel plan voorkwamen en dat het tijdens
het verloop van de werf pas noodzakelijk bleek ze te vervangen;
Overwegende dat de algemene aannemer een bestek indiende voor deze werken
ten belope van 65.410,70 €- BTWI;
Overwegende dat de leidende ambtenaar deze prijs veel te hoog vond;
Overwegende dat vier andere gespecialiseerde aannemers voor de uitvoering van
deze werken werden geraadpleegd, en zij alle vier een offerte indienden;.


                                          154
Overwegende dat het bedrag van deze opdracht op die manier werd teruggebracht
tot 23.000 €- BTWI;
Gelet op het Collegebesluit van 25 juni 2013;
NEEMT TER INFORMATIE
Het Collegebesluit van 25 juni 2013 houdende goedkeuring van de
gunningswijze:en de voorwaarden van de opdracht : onderhandelingsprocedure
zonder bekendmaking na raadpleging van vijf firma's.

SP 76.- Centre Technique Rodenbach - Etude des opportunités de
  développement - Mode de passation et conditions du marché - Pour
  information. -=- Technisch Centrum Rodenbach – Studie voor
  ontwikkelingsmogelijkheden – Gunningswijze en voorwaarden van de
  opdracht – Ter informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu l’ article 234 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 15 juin 2006- en particulier son article 26 § 1er, 1° a - relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services,
telle qu’elle a été modifiée à ce jour;
Vu l’arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif aux marchés publics de travaux, de
fournitures et de services et aux concessions de travaux publics, tel qu’il a été
modifié à ce jour;
Vu l’arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics, tel qu’il a été modifié à ce
jour;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale;
Vu l’ordonnance du 17 juillet 2003 - en particulier son article 27 - modifiant la
nouvelle loi communale;
Considérant que le personnel communal est réparti sur trois grands sites : l'Hôtel
communal, le centre social et administratif et le centre technique Rodenbach ;
Considérant que le collège souhaite rationaliser ces implantations communales
pour des raisons évidentes d'organisation et d'économie des coûts de
fonctionnement ;
Considérant que beaucoup d'espaces au CTR sont inexploités ;
Considérant qu'un crédit de 75.000 € TVAC a été inscrit au budget 2013 afin de
charger un bureau privé d'études d'étudier les opportunités de développement du
CTR ;
Vu la décision du collège des Bourgmestre et Echevins du 9 juillet 2013;
Considérant qu'il y a lieu d'y faire droit ;
PREND POUR INFORMATION
La décision du collège du 9 juillet 2013 par laquelle il décide:
     1. D'arrêter le mode de passation à savoir la procédure négociée sans
         publicité et les conditions du marché définies dans le cahier spécial des
         charges scha/Infra/2013/022
     2. D'approuver le nom des bureaux d'études à consulter, la date d'ouverture
         des offres le 16 septembre 2013
     3. D'approuver les modalités d'imputation de la dépense estimée à 75.000 €
         TVAC à l'article 137/733 IN-60/51
     4. De financer la dépense par l'emprunt.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - inzonderheid artikel 26 § 1, 1°a - betreffende de
overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten, zoals zij tot op heden werd gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende de overheidsopdrachten
voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor
openbare werken, zoals het tot op heden werd gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken, zoals het tot op heden werd gewijzigd;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief


                                          155
toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 - inzonderheid zijn artikel 27 - tot wijziging
van de nieuwe gemeentewet.
Overwegende dat het gemeentepersoneel verspreid is over drie grote sites : het
gemeentehuis, het Sociaal en Administratief Centrum en het Technisch Centrum
Rodenbach.
Overwegende dat het College deze gemeentelijke vestigingen wenst te
rationaliseren wegens voor de hand liggende organisatorische en economische
werkingskosten.
Overwegende dat er veel ongebruikte ruimte beschikbaar is in het TCR.
Overwegende dat er een krediet van 75.000 €-BTWI ingeschreven werd op de
begroting over 2013 om een privé architectenbureau te belasten met de studie
voor de ontwikkelingsmogelijkheden in het TCR.
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 9 juli
2013.
Overwegende dat er redenen bestaan, er gevolg aan te geven.
NEEMT TER INFORMATIE
De beslissing van het College van 9 juli 2013 waarbij het besluit :
    1. in te stemmen met de gunningswijze, te weten: de
         onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking en de vastlegging van de
         voorwaarden van de opdracht zoals opgesomd in het bestek
         scha/Infra/2013/022.
    2. de te raadplegen firma’s en de openingsdatum van de offertes, 16
         september 2013, goed te keuren.
    3. de uitgave, geraamd op 75.000 €-BTWI, aan te rekenen op artikel 137/733
         IN-60/51
    4. de uitgave te financieren met een lening.

SP 77.- CTR - local d'entreposage de matériel du service "Bâtiments" -
  Placement d'un volet à enrouleur - Mode de passation et conditions du
  marché - Pour information -=- TCR - lokaal voor de stockage van
  materiaal van de Gebouwendienst - Plaatsing van een rolluik -
  Gunningswijze en opdrachtvoorwaarden - Ter informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 24 décembre 1993 - notamment son article 17 § 2, 1 a) - relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de
fournitures et de services et aux concessions de travaux publics ;
Vu l'arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d’exécution
des marchés publics et des concessions de travaux publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale ;
Considérant la nécessité de sécuriser un local du service "bâtiments" destiné à
l'entreposage de matériels encombrants (échelles et échafaudages), dans le
garage du CTR;
Vu la décision du 9 juillet 2013 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant
le mode de passation et les conditions d’un marché ayant pour objet « Placement
d'un volet à enrouleur" par procédure négociée sans publicité constatée sur simple
facture acceptée auprès de la seule société ayant remis prix après consultation de
trois firmes spécialisées;
Considérant que la dépense estimée à 3.000 € sera financée par emprunt;
Considérant que les crédits nécessaires sont disponibles au budget extraordinaire
de 2013;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ;
PREND POUR INFORMATION:
La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 9 juillet 2013 de:
     1. Approuver le projet de placement d'un volet métallique pour sécuriser un
         local destiné à l'entreposage de matériels encombrants du service
         "Bâtiments"
     2. Arrêter la procédure négociée sans publicité après consultation de trois
         firmes spécialisées en guise de mode de passation du marché
     3. Engager la dépense à l'article 137/724IN-60/-51 du budget extraordinaire
         2013

                                          156
    4.   Financer la dépense par l'emprunt

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 24 december 1993 - inzonderheid artikel 17 § 2, 1 a) -
betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van
werken, leveringen en diensten;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de
overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de
concessies voor openbare werken;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de
algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor
openbare werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Overwegende de noodzaak om een lokaal van de Gebouwendienst te beveiligen,
dat bestemd is voor de stockage van groot materiaal (ladders en stellingen), in de
garage van het TCR;
Gelet op het Collegebesluit van 9 juli 2013 houdende goedkeuring van de
gunningswijze en de voorwaarden van de opdracht met als voorwerp "Plaatsing van
een rolluik", bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, vastgesteld op
eenvoudig aangenomen factuur bij de enige firma die een offerte indiende, na
raadpleging van drie gespecialiseerde firma's;
Overwegende dat de geraamde kosten van 3.000 € zullen worden gefinancierd met
een lening;
Overwegende dat de nodige kredieten beschikbaar zijn op de buitengewone
begroting over 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE:
het Collegebesluit van 9 juli 2013 houdende :
    1. goedkeuring van een project voor plaatsing van een metalen rolluik voor
        het beveiligen van een lokaal bestemd voor de stockage van hinderend
        materiaal van de Gebouwendienst
    2. vaststelling van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, na
        raadpleging van drie gespecialiseerde firma's, als gunningswijze van de
        opdracht
    3. vastlegging van de uitgave op artikel 137/724IN-60/-51 van de
        buitengewone begroting over 2013
    4. financiering van de kosten met een lening.

SP 78.- Immeuble communal de patrimoine privé sis Rue de la Marne 1B -
  Rénovation de la salle de bain - Mode de passation et conditions du
  marché - Pour information -=- Gemeentegebouw behorende tot het
  privépatrimonium, gelegen Marnestraat 1B - Renovatie van de
  badkamer - Gunningswijze en opdrachtvoorwaarden - Ter informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale;
Vu la loi du 15 juin 2006 - en particulier son article 26, §1er, 1° a - relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services,
telle qu'elle a été modifiée à ce jour;
Vu l'arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics;
Vu l'ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de Bruxelles-Capitale;
Vu l'ordonnance du 17 juillet 2003 -en particulier son article 27- modifiant la
nouvelle loi communale;
Considérant que la salle de bain de l'immeuble communal à patrimoine privé sis
Rue de la Marne 1B est fortement dégradée en raison de l'humidité provoquée par
l'absence de fenêtres ou de système d'extraction dans ladite salle de bain;
Vu la nécessité de procéder à des réparations dans cette salle de bain;


                                          157
Considérant que ces travaux consisteraient, globalement, au remplacement des
matériaux trop lourdement endommagés par l'humidité par des matériaux traités
contre l'humidité, ainsi qu'au placement d'une machine d'extraction de l'air;
Vu la nécessité de confier au secteur privé ces travaux;
Considérant qu'un devis serait demandé à trois sociétés spécialisées;
Vu le procès-verbal du collège des bourgmestre et échevins du 16 juillet 2013 par
lequel celui-ci décide:
    1. D'approuver l'appel à la concurrence pour les travaux susmentionnés.
    2. D'arrêter le mode de passation et fixer les conditions du marché: procédure
         négociée sans publicité sur facture acceptée.
    3. D'imputer la dépense, estimée à 8.500€ TVAC, à l'article 124/724-IN-60/51
         du budget extraordinaire 2013.
    4. De financer la dépense par l'emprunt.
PREND POUR INFORMATION
la décision précitée du collège des bourgmestre et échevins du 16 juillet 2013.

                                 DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - inzonderheid artikel 26, § 1, 1° a - betreffende
de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken;
leveringen en diensten, zoals zij tot op heden werd gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende de plaatsing van
overheidsopdrachten klassieke sectoren;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 – inzonderheid artikel 27 – tot wijziging
van de nieuwe gemeentewet;
Overwegende dat de badkamer van het gemeentegebouw behorende tot het
privépatrimonium gelegen Marnestraat 1B erg beschadigd is door het vocht dat is
ontstaan door de afwezigheid van ramen of het ontbreken van een
extractiesysteem;
Overwegende de noodzaak om in deze badkamer over te gaan tot de nodige
herstellingen;
Overwegende dat deze werken voornamelijk bestaan uit de vervanging van de door
de vochtigheid te zeer beschadigde materialen door tegen vocht behandelde
materialen, alsook de plaatsing van een luchtextractietoestel;
Gelet op de noodzaak om deze werken toe te vertrouwen aan de privésector;
Overwegende dat een bestek zal worden gevraagd aan drie gespecialiseerde
firma's;
Gelet op het collegebesluit van 16 juli 2013 houdende :
    1. goedkeuring van de oproep tot mededinging voor boivenvermelde werken;
    2. goedkeuring van de gunningswijze en vaststelling van de
         opdrachtvoorwaarden: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking op
         aangenomen factuur;
    3. de uitgave, geraamd op 8.500 € BTWI, aan te rekenen op artikel 124/724-
         IN-60/51 van de buitengewoone begroting over 2013;
    4. de kosten te financieren met een lening.
NEEMT TER INFORMATIE
voornoemd collegebesluit van 16 juli 2013.

SP 79.- Conciergerie du CSA (rue Vifquin 6) - Rénovation de la cuisine -
  Mode de passation et conditions du marché - Pour information -=-
  Conciërgewoning van het SAC (Vifquinstraat 6) - Renovatie van de
  keuken - Gunningswijze en opdrachtvoorwaarden - Ter informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale;
Vu la loi du 15 juin 2006 - en particulier son article 26, §1er, 1° a - relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services,
telle qu'elle a été modifiée à ce jour;
Vu l'arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans


                                          158
les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics;
Vu l'ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de Bruxelles-Capitale;
Vu l'ordonnance du 17 juillet 2003 -en particulier son article 27- modifiant la
nouvelle loi communale;
Considérant que la conciergerie sise rue Vifquin 6 a récemment été l'objet
d'importants travaux de rénovation;
Considérant que ces travaux ont été réalisés par les services communaux, à
l'exception de la rénovation de la cuisine;
Considérant qu'une nouvelle cuisine doit être achetée et placée pour achever la
rénovation de cette conciergerie;
Vu la nécessité de confier ces travaux au secteur privé;
Considérant que trois firmes spécialisées ont été consultées par le fonctionnaire en
charge des propriétés communales;
Vu la décision du collège des bourgmestre et échevins du 30 juillet 2013:
     1. D'approuver l'appel à la concurrence pour les travaux susmentionnés.
     2. D'arrêter le mode de passation et fixer les conditions du marché: procédure
         négociée sans publicité sur facture acceptée.
     3. D'imputer la dépense, estimée à 5.000€ TVAC, à l'article 104/724-IN-60/51
         du budget extraordinaire 2013.
     4. De financer la dépense par l'emprunt.
PREND POUR INFORMATION
la décision précitée du collège des bourgmestre et échevins du 30 juillet 2013.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - inzonderheid het artikel 26, §1, 1°a - betreffende
de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten, en haar latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende de plaatsing van
overheidsopdrachten klassieke sectoren,
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 - inzonderheid artikel 27 – tot wijziging
van de nieuwe gemeentewet;
Overwegende dat de conciërgewoning gelegen Vifquinstraat 6 onlangs het
voorwerp uitmaakte van belangrijke renovatiewerkzaamheden;
Overwegende dat deze werken werden uitgevoerd door de gemeentediensten, met
uitzondering van de renovatie van de keuken;
Overwegende dat om de renovatie van deze conciergewoning te voltooien een
nieuwe keuken moet worden aangekocht en geplaatst;
Gelet op de noodzaak om deze werken toe te vertrouwen aan de privésector;
Overwegende dat drie gespecialiseerde firma's werden geraadpleegd door de
ambtenaar belast met de gemeenteeigendommen ;
Gelet op het Collegebesluit van 30 juli 2013, houdende :
    1. goedkeuring van de oproep tot mededinging voor bovenvermelde werken
    2. vaststelling van de gunningswijze en de opdrachtvoorwaarden :
        onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking op aangenomen factuur
    3. aanrekening van de uitgave, geraamd op 5.000 €, BTWI, op artikel
        104/724-IN-60/51 van de buitengewone begroting over 2013;
    4. financiering van de kosten met een lening.
NEEMT TER INFORMATIE
voornoemd Collegebesluit van 30 juli 2013.

SP 80.- Centre de stockage et de déchets - Rue Waelhem 65 - Travaux de
  rénovation des sanitaires - Mode de passation et conditions du marché
  - Pour information -=- Afval- en stockcentrum - Waelhemstraat 65 -
  Renovatie van het sanitair - Gunningswijze en opdrachtvoorwaarden -
  Ter informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.



                                          159
                               LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 15 juin 2006 relative aux marchés publics et à certains marchés de
travaux, de fournitures et de services et ses modifications ultérieures, notamment
l’article 26, § 1, 1° a (montant du marché HTVA ne dépassant pas le seuil de
85.000,00 €) ;
Vu l'arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques et ses modifications ultérieures, notamment l'article 105 ;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics et ses modifications
ultérieures, notamment l'article 5, § 3 ;
Vu l'ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de Bruxelles-Capitale;
Vu l’ordonnance du 17 juillet 2003 – en particulier son article 27 – modifiant la
nouvelle loi communale;
Vu l'état d'insalubrité des sanitaires de la déchetterie sise rue Waelhem 65;
Vu la nécessité d'entreprendre des travaux de rénovation de ces sanitaires dans les
meilleurs délais;
Considérant qu’il convient de confier ces travaux à une entreprise privée ;
Considérant que le coût total de l’opération est estimé à 20.000€;
Vu le procès-verbal du Collège des Bourgmestre et Echevins du 20 août 2013 par
lequel il décide :
     1. d’approuver le principe du marché de travaux visant à la rénovation des
          sanitaires de la déchetterie de la rue Waelhem;
     2. d’arrêter le mode de passation et les conditions du marché : procédure
          négociée sans publicité, après consultation de quatre firmes et aux
          conditions du CSC Scha/Infra/2013/029 ;
     3. d’imputer la dépense estimée à 20.000€ TVAC au crédit de article 876/724-
          IN-60/51;
     4. de financer la dépense par l'emprunt.
PREND POUR INFORMATION
La décision précitée du Collège des Bourgmestre et Echevins du 20 août 2013.

                                 DE GEMEENTERAAD
                      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde
opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en haar latere
wijzigingen, inzonderheid artikel 26, §1, 1° a (bedrag van de opdracht ZBTW niet
hoger dan de drempel van 85.000 €);
Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 - inzonderheid artikel 105 -
betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere
wijzigingen.
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 - inzonderheid artikel 5, § 3 - tot
bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van
de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 - inzonderheid artikel 27 – tot wijziging
van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de onreine staat van het sanitair van het afvalpark, gelegen
Waelhemstraat 65;
Overwegende dat het past om deze opdracht toe te vertrouwen aan een privé-
onderneming;
Overwegende dat de totale kosten voor deze operatie werden geraamd op 20.000
€;
Gelet op het besluit van 20 augustus 2013 van het College van Burgemeester en
Schepenen houdende:
    1. principiële goedkeuring van de opdracht van werken betreffende de
        renovatie van het sanitair van het afvalpark Waelhemstraat ;
    2. vaststelling van de gunningswijze en de voorwaarden van de opdracht:
        onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, na raadpleging van vier
        firma's en aan de voorwaarden van het bijzonder bestek
        Scha/Infra/2013/029;
    3. aanrekening van de uitgave, geraamd op 20.000 € - BTW inbegrepen, op
        het krediet van artikel 876/724-IN-60/51;
    4. financiering van de kosten met een lening.
NEEMT TER INFORMATIE


                                           160
Voornoemd besluit van het College van Burgemeester en Schepenen van 20
augustus 2013.

SP 81.- Maison Autrique sise chaussée de Haecht 266 - Restauration des
  façades avant et arrière - Mode de passation et conditions de marché -
  Pour information -=- Autrique-huis gelegen Haachtsesteenweg 266 -
  Restauratie van de voor-en achtergevel - Gunningswijze en
  voorwaarden van de opdracht - Ter informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 15 juin 2006 relative aux marchés publics et à certains marchés de
travaux, de fournitures et de services et ses modifications ultérieures, notamment
l’article 26, § 1, 1° a (montant du marché HTVA ne dépassant pas le seuil de
85.000,00 €) ;
Vu l'arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques et ses modifications ultérieures, notamment l'article 105 ;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics et ses modifications
ultérieures, notamment l'article 5, § 3 ;
Vu l'ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de Bruxelles-Capitale;
Vu l’ordonnance du 17 juillet 2003 – en particulier son article 27 – modifiant la
nouvelle loi communale;
Considérant le projet de restauration des façades de la Maison Autrique sise
chaussée de Haecht 266;
Considérant la nécessité de procéder à une mission d'études préalable à la
restauration;
Considérant qu’il convient de confier ce marché à une entreprise privée ;
Considérant que le coût total de l’opération est estimé à 40.000€ et financé à 80%
par les subsides de la Direction des Monuments et Sites;
Vu le procès-verbal du Collège des Bourgmestre et Echevins du 25 juin 2013 par
lequel il décide :
     1. d’approuver le principe du marché de service;
     2. d’arrêter le mode de passation et les conditions du marché : procédure
          négociée sans publicité, après consultation de quatre bureaux d'études et
          aux conditions du CSC Scha/Infra/2013/023 ;
     3. d’imputer la dépense estimée à 40.000€ TVAC au crédit de article 772/733-
          IN-60/51;
     4. de Financer la dépense à 80% par subsides et à 20% par l'emprunt.
PREND POUR INFORMATION
La décision précitée du Collège des Bourgmestre et Echevins du 25 juin 2013.

                                 DE GEMEENTERAAD
                      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde
opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en haar latere
wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 - inzonderheid artikel 105 -
betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere
wijzigingen.
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 - inzonderheid artikel 5, § 3 - tot
bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van
de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 - inzonderheid artikel 27 – tot wijziging
van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op het restauratieproject van de gevels van het Autrique-huis, gelegen
Haachtsesteenweg 266.
Overwegende de noodzaak om over te gaan tot een studieopdracht voorafgaand
aan de restauratie.
Overwegende dat het past om deze opdracht toe te vertrouwen aan een


                                           161
privéonderneming;
Overwegende dat de kosten voor deze operatie op 40.000 € geraamd worden en
voor 80 % gefinancierd worden met de toelagen verleend door de directie
Monumenten en Landschappen.
Gelet op het besluit van 25 juni 2013 van het College van Burgemeester en
Schepenen houdende:
    1. principiële goedkeuring van de dienstenopdracht ;
    2. vaststelling van de gunningswijze en de voorwaarden van de opdracht:
        onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, na raadpleging van vier
        studiebureaus en aan de voorwaarden van het bestek Scha/Infra/2013/023;
    3. aanrekening van de uitgave, geraamd op 40.000 €- BTW inbegrepen, op
        het krediet van artikel 772/733-IN-60/51;
    4. financiering van de kosten : voor 80 % met toelagen en 20 % met een
        lening.
NEEMT TER INFORMATIE
Voornoemd besluit van het College van Burgemeester en Schepenen van 25 juni
2013.

SP 82.- Neutralisation de l'amiante présente dans les bâtiments
  communaux - Mode de passation et conditions du marché - Pour
  information -=- Neutralisatie van de asbest aanwezig in verschillende
  gemeentegebouwen - Gnningswijze en opdrachtvoorwaarden - Ter
  informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 31 voix contre 0 et 12 abstention(s). -=- Besloten, met 31 stem(men)
tegen 0 en 12 onthouding(en).

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                    Décidé, par 31 voix contre 0 et 12 abstention(s).

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale;
Vu la loi du 15 juin 2006 - en particulier son article 26, §1er, 1° a - relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services,
telle qu'elle a été modifiée à ce jour;
Vu l'arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics;
Vu l'ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de Bruxelles-Capitale;
Vu l'ordonnance du 17 juillet 2003 - en particulier son article 27- modifiant la
nouvelle loi communale;
Vu l'inventaire amiante des différents bâtiments communaux réalisé en 2011 par
une société spécialisée, dans le cadre du dossier Scha/Infra/2011/004;
Considérant qu'un programme de désamiantage a été arrêté et initié en 2011;
Considérant qu'il convient de lancer une nouvelle procédure de marché afin
d'assurer la continuité de ce programme;
Vu le projet à terme de neutraliser complètement l'amiante présente dans
l'entièreté des bâtiments communaux;
Considérant qu'en fonction du budget disponible cette année, le désamiantage sera
effectué dans onze bâtiments et sites communaux;
Vu la décision du collège des bourgmestre et échevins du 30 juillet 2013 par lequel
celui-ci décide:
     1. D'arrêter le mode de passation et les conditions du marché sous rubrique:
         procédure négociée sans publicité après consultation de six firmes
         spécialisées.
     2. D'approuver l'envoi du CSC Scha/Infra/2013/015 aux six firmes spécialisées
         susmentionnées.
     3. D'imputer la dépense, estimée à 100.000€ TVAC, aux articles 104/724-IN-
         60/51 (à hauteur de 75.000€), 722/724-IN-60/51 (à hauteur de 15.000€) et
         735/724-IN-60/51 (à hauteur de 10.000€) du budget extraordinaire 2013.
     4. De financer la dépense par l'emprunt.
PREND POUR INFORMATION
la décision précitée du collège des bourgmestre et échevins du 20 août 2013.

                                 DE GEMEENTERAAD
               Besloten, met 31 stem(men) tegen 0 en 12 onthouding(en).

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;


                                           162
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - inzonderheid artikel 26, §1, 1° a - betreffende de
overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten, en haar latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende de plaatsing van
overheidsopdrachten klassieke sectoren;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 - inzonderheid artikel 27 – tot wijziging
van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de asbestinventaris van de verschillende gemeentegebouwen, opgemaakt
in 2011 door een gespecialiseerde firma, in het kader van het dossier
Scha/Infra/2011/004;
Overwegende dat in 2011 een asbestverwijderingsprogramma werd vastgelegd en
aangevat;
Overwegende dat, teneinde de continuiteit van dit programma te verzekeren, het
past een nieuwe aanbestedingsprocedure op te starten;
Gelet op de uiteindelijke doelstelling van het project om alle asbest aanwezig in de
gemeentegebouwen volledig te neutraliseren;
Overwegende dat in functie van het dit jaar beschikbare budget, de
asbestverwijdering zal worden uitgevoerd in 11 gemeentegebouwen en
gemeentelijke sites;
Gelet op het collegebesluit van 30 juli 2013 houdende:
    1. goedkeuring van de gunningswijze en de voorwaarden van bovenvermelde
        opdracht : onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking na
        raadpleging van zes gespecialiseerde firma's;
    2. goedkeuring om het bijzonder bestek Scha/Infra/2013/015 aan de zes
        bovenvermelde firma's toe te sturen;
    3. aanrekening van de uitgave, geraamd op 100.000 € BTWI, op de artikelen
        104/724-IN-60/51 (ten belope van 75.000 €), 722/724-IN-60/51 (ten belope
        van 15.000 €) en 735/724-IN-60/51 (ten belope van 10.000 €) van de
        buitengewone begroting over 2013;
    4. de kosten te financieren met een lening.
NEEMT TER INFORMATIE
bovenvermeld collegebesluit van 20 août 2013.

SP 83.- Cimetière de Schaerbeek - Rénovation de la statue de Gabrielle
  Petit - Mode de passation, conditions du marché et désignation de
  l'adjudicataire - Pour information -=- Begraafplaats van Schaarbeek -
  Renovatie van het standbeeld van Gabrielle Petit - Gunningswijze,
  opdrachtvoorwaarden en aanduiding van de aannemer - Ter informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale;
Vu la loi du 15 juin 2006 - en particulier son article 26, §1er, 1° a - relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services,
telle qu'elle a été modifiée à ce jour;
Vu l'arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics;
Vu l'ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de Bruxelles-Capitale;
Vu l'ordonnance du 17 juillet 2003 -en particulier son article 27- modifiant la
nouvelle loi communale;
Vu l'état de dégradation de la statue de Gabrielle Petit située dans le cimetière de
Schaerbeek;
Considérant que la dernière campagne de restauration date de 2001;
Considérant qu'il est à nouveau indispensable d'entreprendre de petits travaux de
restauration de l'oeuvre d'art;
Vu la nécessité de confier ces travaux au secteur privé;
Considérant que quatre firmes spécialisées ont été consultées par le conservateur
du cimetière;

                                          163
Vu la décision du collège des bourgmestre et échevins du 20 août 2013:
    1. d'arrêter le mode de passation et fixer les conditions du marché: procédure
         négociée sans publicité sur facture acceptée.
    2. de désigner une société spécialisée en qualité d'adjudicataire, aux
         conditions de son offre du 26 novembre 2012 et pour le prix de 2.360 €
    3. Engager la dépense à l'article 878/749-51/-61 du budget extraordinaire
         crédité en MB2 de juin 2013
    4. Financer la dépense par emprunt
PREND POUR INFORMATION
la décision précitée du collège des bourgmestre et échevins du 20 août 2013.

                                 DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - inzonderheid het artikel 26, §1, 1°a - betreffende
de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten, en haar latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende de plaatsing van
overheidsopdrachten klassieke sectoren,
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 - inzonderheid artikel 27 – tot wijziging
van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de beschadigde toestand van het standbeeld van Gabrielle Petit op de
begraafplaats van Schaarbeek;
Overwegende dat de laatste restauratiecampagne dateert van 2001;
Overwegende dat het opnieuw absoluut noodzakelijk is kleine restauratiewerken
aan dit kunstwerk uit te voeren;
Overwegende de noodzaak om deze werken aan de privésector toe te vertrouwen;
Overwegende dat vier gespecialiseerde firma's door de conservator van de
begraafplaats werden geraadpleegd;
Gelet op het Collegebesluit van 20 augustus 2013, houdende;
    1. vaststelling van de gunningswijze en de voorwaarden van de opdracht :
        onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking op aangenomen factuur;
    2. aanduiding van een gespecialiseerde firma als aannemer , aan de
        voorwaarden van haar offerte van 26 november 2012, voor de prijs van
        2.360 €;
    3. vastlegging van de uitgave op artikel 878/749-51/-61 van de buitengewone
        begroting, gecrediteerd bij BW2 van juni 2013;
    4. financiering van de uitgave met een lening
NEEMT TER INFORMATIE
voornoemd Collegebesluit van 20 augustus 2013.

SP 84.- Ecole 3, rue Rogier 188 - Remplacement des menuiseries
  extérieures et restauration des portes - Dernière phase - Mode de
  passation et fixation des conditions du marché - Pour information -=-
  School 3, Rogierstraat 188 - Vervanging van het buitenschrijnwerk en
  restauratie van de deuren - Laatste faze - Gunningswijze van
  opdrachtvoorwaarden - Ter informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 31 voix contre 0 et 12 abstention(s). -=- Besloten, met 31 stem(men)
tegen 0 en 12 onthouding(en).

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                    Décidé, par 31 voix contre 0 et 12 abstention(s).

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 15 juin 2006 relative aux marchés publics et à certains marchés de
travaux, de fournitures et de services et ses modifications ultérieures, notamment
l’article 26, § 1, 1° a (montant du marché HTVA ne dépassant pas le seuil de
85.000,00 €) ;
Vu l'arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques et ses modifications ultérieures, notamment l'article 105 ;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics et ses modifications


                                           164
ultérieures, notamment l'article 5, § 3 ;
Vu l'ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de Bruxelles-Capitale;
Vu l’ordonnance du 17 juillet 2003 – en particulier son article 27 – modifiant la
nouvelle loi communale;
Considérant le projet global de remplacement des menuiseries extérieures à l'école
3, rue Rogier 188;
Considérant la réalisation des 3 premières phases du projet et la nécessité
d'achever les travaux de remplacement des menuiseries extérieures;
Considérant qu’il convient de confier ces travaux à une entreprise privée ;
Considérant que le coût total de l’opération est estimé à 85.000€;
Vu le procès-verbal du Collège des Bourgmestre et Echevins du 27 août 2013 par
lequel il décide :
     1. d’approuver le principe du marché de travaux;
     2. d’arrêter le mode de passation et les conditions du marché : procédure
         négociée sans publicité, après consultation de trois firmes spécialisées et
         aux conditions du CSC Scha/Infra/2013/024 ;
     3. d’imputer la dépense estimée à 85.000€ TVAC au crédit de article 722/724-
         IN-60/51;
     4. de financer la dépense par le subside FPGV.
PREND POUR INFORMATION
La décision précitée du Collège des Bourgmestre et Echevins du 27 août 2013.

                                 DE GEMEENTERAAD
               Besloten, met 31 stem(men) tegen 0 en 12 onthouding(en).

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde
opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en haar latere
wijzigingen, inzonderheid artikel 26, §1, 1° a (bedrag van de opdracht ZBTW niet
hoger dan de drempel van 85.000 €);
Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 - inzonderheid artikel 105 -
betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere
wijzigingen.
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 - inzonderheid artikel 5, § 3 - tot
bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van
de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 - inzonderheid artikel 27 – tot wijziging
van de nieuwe gemeentewet;
Overwegende het globale project voor de vervanging van het buitenschrijnwerk
van school 3, Rogierstraat 188;
Overwegende de verwezenlijking van de 3 eerste fasen van het project en de
noodzaak de vervangingswerken van het buitenschrijnwerk af te ronden;
Overwegende dat het past om deze werken toe te vertrouwen aan een
privéonderneming;
Overwegende dat de totale kosten voor deze operatie werden geraamd op 85.000
€;
Gelet op het besluit van 27 augustus 2013 van het College van Burgemeester en
Schepenen houdende:
    1. principiële goedkeuring van de opdracht van werken;
    2. vaststelling van de gunningswijze en de voorwaarden van de opdracht:
        onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, na raadpleging van drie
        gespecialiseerde firma's en aan de voorwaarden van het bijzonder bestek
        Scha/Infra/2013/024;
    3. aanrekening van de uitgave, geraamd op 85.000 € - BTW inbegrepen, op
        het krediet van artikel 722/724-IN-60/51;
    4. financiering van de kosten met de toelage van het FGSB.
NEEMT TER INFORMATIE
Voornoemd besluit van het College van Burgemeester en Schepenen van 27
augustus 2013.

SP 85.- "Soleil du Nord" - Fourniture et placement de tentures - Mode de
  passation et conditions du marché - Pour information -=- "Soleil du
  Nord" - Levering en plaatsing van gordijnen - Guningswijze en
  voorwaarden van de opdracht - Ter informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                           165
                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 15 juin 2006 - notamment en son article 26 §1 1° a -relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
Vu la loi du 17 juin 2013 relative à la motivation , à l'information et aux voies de
recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de
fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu la décision du 10 septembre 2013 du Collège des Bourgmestre et Echevins
approuvant le mode de passation et les conditions d’un marché ayant pour objet:
""Maison des citoyens " - Fourniture et placement de tentures";
Considérant que la dépense estimée à 2.400 € sera financée par emprunt;
Considérant que les crédits nécessaires sont disponibles à l'article 930/724IN-60/-
51 du budget extraordinaire 2013;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ;
PREND POUR INFORMATION:
La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 10 septembre 2013 pour la
fourniture et le placement de tentures aux fenêtres d'un des locaux de la maison
des citoyens selon le marché annuel passé aux conditions du cahier spécial des
charges Scha/Equip/2012/035 pour une dépense estimée à 2.400,- € TVA inclus à
imputer à l'article 930/724-IN-60/51 du budget extraordinaire 2013 et à financer
par emprunt.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - in het bijzonder artikel 26 §1 1° a - betreffende
de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering , de informatie en de
rechtsmidddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken
, leveringen en diensten ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten
klassieke sectoren ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de beslissing van 10 september 2013 van het College van Burgmeester en
Schepenen houdende goedkeuring van de guningswijze en de voorwaarden voor de
opdracht met als voorwerp: Huis van de Burgers" - Levering en plaatsing van
gordijnen;
Overwegende dat de uitgave, geraamd op 2.400 € gefinancierd zal worden met een
lening;
Overwegende dat de nodige kredieten beschikbaar zijn op artikel 930/724IN-60/-51
van de buitengewone begroting over 2013;
Op voorstel van het College van Burgmeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE:
De beslissing van het College van Burgmeester en Schepenen van 10 september
2013 voor de levering en de plaatsing van gordijnen aan de ramen van een lokaal
van deHuis van de burgers volgens de vorige jaarlijkse overeenkomst, aan de
voorwaarden van het bestek Scha/Equip/2012/035 voor een uitgave geraamd op
2.400 €, BTW inbegrepen, aan te rekenen op artikel 930/724IN-60/-51 van de
buitengewone begroting over 2013 en te financieren met een lening

SP 86.- Ecole 14 - travaux de stabilisation du gymnase - Pour information
  -=- School 14 - stabilisatiewerken in de sportzaal - Ter informatie

      Monsieur Goldstein intervient.
      Monsieur le Bourgmestre répond.




                                          166
DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale;
Vu la loi du 24 décembre 1993 relative aux marchés publics et à certains marchés
de travaux, de fournitures et de services, en particulier son article 17 § 2, 1° a;
Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de
fournitures et de services et aux concessions de travaux publics;
Vu l’arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d’exécution
des marchés publics et des concessions de travaux publics;
Vu l'ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de Bruxelles-Capitale;
Vu l’ordonnance du 17 juillet 2003 – en particulier son article 27 – modifiant la
nouvelle loi communale;
Considérant que suite aux travaux conservatoires exécutés en avril 2012 à l'école
14, le bureau privé désigné adjudicataire annuel pour les études de stabilité,
effectue un examen périodique de l'évolution du bâti et des témoins;
Considérant que dans son rapport du 22 mai 2013, le bureau a préconisé des
mesures complémentaires de jauges du bâtiment et a recommandé , par mesure
de sécurité, de prendre toutes dispositions nécessaires afin d'interdire l'accès au
personnel et aux enfants à la salle de gymnastique;
Considérant que cette interdiction est entrée en vigueur le jour même;
Considérant que le bureau privé de stabilité a étudié les interventions à opérer
pour garantir la stabilisation de cette partie du bâtiment;
Considérant que les travaux préconisés consistaient à placer 9 portiques avec
ancrage dans les fondations en béton et à poser des étançons triangulaires;
Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 25 juin 2013 de :
     •   approuver le principe de faire effectuer des travaux de stabilisation par le
         secteur privé et ce dans les plus brefs délais
     •   arrêter le mode de passation du marché : procédure négociée sans
         publicité
     •   fixer les conditions du marché : selon les prescriptions techniques du
         bureau d'études en stabilité
     •   imputer la dépense , estimée à 40.458,77 € TVA incluse, à l'article 722/724-
         IN-60/51 du budget extraordinaire de 2013;
     •   de financer la dépense par l'emprunt
Considérant que les travaux ont été achevés le 12 juillet 2013;
Vu le rapport du bureau de stabilité marquant son accord sur les travaux exécutés;
Considérant que le montant final des travaux s'élève à 36.102,77 €, TVA incluse;
PREND POUR INFORMATION
la décision précitée du Collège des Bourgmestre et Echevins du 25 juin 2013.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en
sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, in het
bijzonder artikel 17 § 2, 1 ° a;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de
overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de
concessies voor openbare werken;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de
algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor
openbare werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 - inzonderheid artikel 27 - tot wijziging
van de nieuwe gemeentewet;
Overwegende dat als gevolg van de instandhoudingwerken in school 14, uitgevoerd
in april 2012, het privébureau dat jaarlijks aangeduid wordt voor de
stabiliteitsstudies, een periodiek onderzoek uitvoert over de geleidelijke evolutie
van de bebouwing en de controletesten.
Overwegende dat in zijn verslag van 22 mei 2013 het bureau aandringt op
bijkomende peilingen van het gebouw en aanraad om, als veiligheidsmaatregel,
alle nodige maatregelen te treffen om het personeel en de kinderen de toegang te
verbieden tot de gymzaal.
Overwegende dat dit verbod de dag zelf van kracht werd.

                                          167
Overwegende dat het privébureau de uit te voeren interventies bestudeerd heeft
om de stabiliteit van dit deel van het gebouw te verzekeren.
Overwegende dat de aanbevolen werken bestonden uit het plaatsen van 9
zuilengangen met verankering in de betonnen funderingen en het aanbrengen van
driehoekige stutten.
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 25 juni
2013 om :
    •   het principe goed te keuren voor de uitvoering van de stabiliteitswerken
        door de privésector en dit zo vlug mogelijk.
    •   de gunningswijze van de opdracht vast te stellen:
        onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.
    •   de voorwaarden van de opdracht vast te leggen: volgens de technische
        voorschriften van het studiebureau in stabiliteit.
    •   de uitgave geraamd op 40.458,77 €- BTW inbegrepen, aan te rekenen op
        artikel 722/724-IN-60/51 van de buitengewone begroting over 2013.
    •   de uitgave te financieren met een lening.
Overwegende dat de werken voltooid werden op 12 juli 2013.
Gelet op het verslag van het bureau in stabiliteit waarbij het instemt met de
uitgevoerde werken.
Overwegende dat het totaal bedrag van de werken 36.102,77 €- BTW inbegrepen,
bedraagt.
NEEMT TER INFORMATIE
Voornoemd besluit van het College van Burgemeester en Schepenen van 25 juni
2013.

SP 87.- Ecole 17, remplacement des menuiseries extérieures du rez-de-
  chaussée et du premier étage, façades à rue - Troisième phase -=-
  School 17: vervanging van het buitenschrijnwerk op het gelijkvloers en
  de eerste verdieping, straatgevels - Derde fase.


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 234 et 236 de la nouvelle loi communale;
Vu la loi du 15 juin 2006 - en particulier son article 26, §2, 1°, d- relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services,
telle qu'elle a été modifié à ce jour;
Vu l'arrêté royal du 15 juillet 2011relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics;
Vu l'arrêté royal du 2 juin 2013 fixant la date d'entrée en vigueur de la loi du 15 juin
2006 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures
et de services, et de ses arrêtés royaux d'exécution;
Vu l'ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la région de Bruxelles-Capitale, telle qu'elle a été modifiée à ce jour;
Considérant que des travaux ont été entrepris depuis trois ans dans l'école 17 en
vue de remplacer ses menuiseries et d'accroître les économies d'énergie;
Considérant qu'il convient d'entamer la troisième phase de travaux;
Considérant que cette phase de travaux consisterait au remplacement des
menuiseries extérieures du rez-de-chaussée et du premier étage, côté façades à
rue;
Considérant qu'il serait procédé à la mise en place d'ensemble de fenêtres
composés de profils à rupture thermique en aluminium laqué;
Considérant que ces travaux seraient confiés aux secteur privé, par une procédure
négociée avec publicité;
Considérant que ce projet serait financé dans son entièreté par le Fonds pour la
Politiques des Grandes Villes (FPGV) 2012;
Considérant qu'un marché avait déjà été organisé en ce sens en 2012 et approuvé
par le conseil communal du 27 juin 2012, mais qu'une ambiguïté dans le métré de
plusieurs soumissionnaires avait rendu la désignation impossible;
Vu la délibération du collège des bourgmestre et échevins du 19 février 2013
jugeant la désignation d'un adjudicataire pour le précédent marché impossible et
prévoyant la relance du marché sous l'empire de la nouvelle législation sur les
marchés publics;
Sur proposition du collège des bourgmestre et échevins du 17 septembre 2013;


                                           168
DECIDE :
   1. D'approuver le projet relatif au remplacement des menuiseries métalliques
       à l'école 17 (phase 3).
   2. D'arrêter la procédure négociée avec publicité comme mode de passation
       de marché.
   3. De fixer les conditions du marché telles qu'énoncées dans le CSC
       Scha/Infra/2013/020.
   4. D'imputer la dépense, estimée à 261.000€ TVAC, à l'article 722/724-IN-
       60/51.
   5. De financer la dépense par le subside FPGV 2012.

                               DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - inzonderheid artikel 26, §2, 1°, d - betreffende
de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten, en haar latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende de plaatsing van
overheidsopdrachten klassieke sectoren;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 juni 2013 tot bepaling van de datum van
inwerkingtreding van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten van
werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006, en van de koninklijke
uitvoeringsbesluiten ervan;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals ze tot op
heden werd gewijzigd;
Overwegende dat sinds drie jaar werken worden ondernomen in school 17 met het
oog op de vervanging van het buitenschrijnwerk en het bewerkstelligen van meer
energiebesparingen;
Overwegende dat het past de derde fase van de werken aan te vatten;
Overwegende dat deze fase van werken zou bestaan uit de vervanging van het
buitenschrijnwerk op het gelijkvloers en de eerste verdieping van de straatgevels;
Overwegende dat zou worden overgegaan tot de plaatsing van raamgehelen
bestaande uit profielen met thermische onderbreking in verlakt aluminium;
Overwegende dat deze werken zouden worden toevertrouwd aan de privésector, bij
onderhandelingsprocedure met bekendmaking;
Overwegende dat dit project volledig zou worden gefinancierd door het Fonds
Grootstedenbeleid (FGSB) 2012;
Overwegende dat in die zin in 2012 reeds een opdracht werd georganiseerd en
goedgekeurd door de gemeenteraad van 27 juni 2012, maar dat een
dubbelzinnigheid in de meetstaat van verschillende inschrijvers de aanduiding
onmogelijk had gemaakt;
Gelet op het Collegebesluit van 19 februari 2013 dat oordeelde dat de aanduiding
van de aannemer voor de vorigeo pdracht onmogelijk was en een herlancering van
de opdracht voorzag, overeenkomstig de nieuwe wetgeving op de
overheidsopdrachten;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 17 september
2013;
BESLUIT :
    1. het project met betrekking tot de vervanging van het metalen schrijnwerk
        van school 17 (fase 3) goed te keuren;
    2. de onderhandelingsprocedure met bekendmaking te weerhouden als
        gunningswijze van de opdracht;
    3. de voorwaarden van de opdracht vast te stellen zoals opgesomd in het
        bijzonder bestek Scha/Infra/2013/020;
    4. de uitgave, geraamd op 261.000 € BTWI, aan te rekenen op artikel
        722/724-IN-60/51;
    5. de uitgave te financieren met de FGSB-subsidie 2012.

SP 88.- Projets de sécurisation des sites Terdelt et Crossing - Pour
  information -=- Beveiligingsprojecten voor de sites Terdelt en Crossing
  – Ter informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.



                                         169
                               LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu la nouvelle loi communale du 24 juin 1988, notamment l'article 234 relatif aux
compétences du conseil communal et ses modifications ultérieures ;
Vu la loi du 29 juillet 1991 relative à la motivation formelle des actes administratifs
et ses modifications ultérieures ;
Vu la loi du 12 novembre 1997 relative à la publicité de l'administration ;
Vu la loi du 15 juin 2006 relative aux marchés publics et à certains marchés de
travaux, de fournitures et de services et ses modifications ultérieures, notamment
l’article 26, § 1, 1° a (montant du marché HTVA ne dépassant pas le seuil de
85.000,00 €) ;
Vu l'arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques et ses modifications ultérieures, notamment l'article 105 ;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics et ses modifications
ultérieures, notamment l'article 5, § 2 ;
Considérant qu’un crédit de 69.347 € a été inscrit au budget extraordinaire pour
installer un matériel de sécurisation aux stades Crossing et Terdelt ainsi que des
pylônes d’éclairage pour les terrains de tennis ;
Considérant que la réalisation de ces projets assurera une meilleure sécurisation
des lieux tant par la surveillance à distance que par un bon éclairage ;
Considérant que ces projets peuvent être subsidiés par le subside alloué par la
COCOF à hauteur de 50 % pour les petites infrastructures sportives ;
Considérant le cahier spécial des charges N° Scha/Infra/2013/030 relatif au marché
“Projets de sécurisation des sites Terdelt et Crossing” établi par le Service
Infrastructure ;
Considérant que ce marché est divisé en lots :
     •    Lot 1 (Stade Terdelt - Installation d'une videosurveillance), estimé à
          8.412,80 € hors TVA ou 10.179,49 €, 21% TVA comprise
     •    Lot 2 (Stade Crossing - Installation d'une videosurveillance
          complémentaire), estimé à 23.471,07 € hors TVA ou 28.400 €, 21% TVA
          comprise
     •    Lot 3 (Stade Terdelt - Installation de pylônes d'éclairage des courts de
          tennis), estimé à 25.427,70 € hors TVA ou 30.767,52 €, 21% TVA comprise ;
Considérant que le montant global estimé de ce marché s'élève à 57.311,57 € hors
TVA ou 69.347,00 €, 21% TVA comprise ;
Considérant qu'il est proposé de passer le marché par procédure négociée sans
publicité
Vu la décision du collège du 10 septembre 2013 par laquelle il décide
     1. d'approuver le cahier spécial des charges N° Scha/Infra/2013/030 et le
          montant estimé du marché “Projets de sécurisation des sites Terdelt et
          Crossing”, établi par le Service Infrastructure. Les conditions sont fixées
          comme prévu au cahier spécial des charges et par les règles générales
          d'exécution des marchés publics. Le montant estimé s'élève à 57.311,57 €
          hors TVA ou 69.347,00 €, 21% TVA comprise.
     2. de choisir la procédure négociée sans publicité comme mode de passation
          du marché.
     3. de financer cette dépense par le crédit inscrit au 764/721 IN-60/52
     4. de financer cette dépense par le subside, alloué par la COCOF et la part
          communale, par l’emprunt .
PREND POUR INFORMATION :
La décision du collège des Bourgmestre et Echevins du 17 septembre 2013

                                 DE GEMEENTERAAD
                      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988, en latere wijzigingen -
inzonderheid artikel 234 - betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht
van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 12 november 1997 betreffende de openbaarheid van bestuur;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde
opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere
wijzigingen, inzonderheid artikel 26, § 1, 1° a (het bedrag van de opdracht
overschrijdt niet de drempel van 85.000,00 € exclusief btw);
Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing van
overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, inzonderheid artikel 105, en latere
wijzigingen, ;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare

                                           170
werken, inzonderheid artikel 5, § 2, en latere wijzigingen;
Overwegende dat een krediet van 69.347 € werd voorzien op de buitengewone
begroting om beveiligingsmateriaal te installeren in de stadions Crossing en
Terdelt, alsook verlichtingspylonen te installeren voor de tennisterreinen;
Overwegende dat de realisatie van deze projecten een betere beveiliging zal
verzekeren van deze sites door zowel afstandbewaking als door een goede
verlichting;
Overwegende dat deze projecten naar rato van 50 % gesubsidieerd kunnen worden
door de Cocof, die toelagen voorziet voor kleine sportinfrastructuren;
Overwegende het bestek scha/infra/2013/030 betreffende de opdracht ‘Projecten
ter beveiliging van de sites Terdelt en Crossing’, opgesteld door de Dienst
Infrastructuur;
Overwegende dat deze opdracht opgedeeld is in percelen:
    •    Perceel 1 (Terdelt Stadium – Installatie van een videobewaking), geraamd
         op 8.412,80 € BTW excl. of 10.179,49 €, 21 % BTW incl.;
    •    Perceel 2 (Crossing Stadium – Installatie van een bijkomende
         videobewaking), geraamd op 23.471,07 € BTW excl. hetzij 28.400 €, 21 %
         BTW incl.;
    •    Perceel 3 (Terdelt Stadium – Installatie van verlichtingspylonen voor de
         tennisterreinen), geraamd op 25.427,70 € BTW excl. hetzij 30.767,52 €, 21
         % BTW incl.;
Overwegende dat het totaalbedrag voor deze opdracht geraamd werd op
57.311,57 €, BTW excl., hetzij 69.347,00 € 21 % BTW inclusief;
Overwegende dat het gepast is om de opdracht te gunnen via een
onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking;
Gelet op de collegebeslissing van 10 september 2013 waarbij het besluit
    1. het bestek scha/infra/2013/030 en het geraamd bedrag voor de opdracht
         ‘Projecten ter beveiliging van de sites Terdelt en Crossing’, opgesteld door
         de Dienst Infrastructuur, goed te keuren. De voorwaarden zijn vastgesteld
         zoals voorzien in het bestek en door de algemene uitvoeringsregels van
         overheidsopdrachten. Het bedrag werd geraamd op 57.311,57 EUR BTW
         excl., hetzij 69.347,00 21 % BTW incl.;
    2. de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking als gunningswijze vast
         te stellen;
    3. de uitgave te financieren met het krediet voorzien op artikel 764/721 IN-
         60/52;
    4. de uitgave te financieren met de subsidie verleend door Cocof en het
         gemeentelijk aandeel met een lening
NEEMT TER INFORMATIE
Het besluit van het College van Burgemeester en Schepenen van 17 september
2013.

SP 89.- Placement d'un éclairage festif en 2013 - Pour information -=-
  Plaatsing van een feestverlichting in 2013 - Ter informatie

      Monsieur Goldstein intervient
      Monsieur Noël répond.


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 31 voix contre 0 et 12 abstention(s). -=- Besloten, met 31 stem(men)
tegen 0 en 12 onthouding(en).

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                     Décidé, par 31 voix contre 0 et 12 abstention(s).

Vu la nouvelle loi communale du 24 juin 1988, notamment l'article 234 relatif aux
compétences du conseil communal et ses modifications ultérieures ;
Vu la loi du 29 juillet 1991 relative à la motivation formelle des actes administratifs
et ses modifications ultérieures ;
Vu la loi du 12 novembre 1997 relative à la publicité de l'administration ;
Vu la loi du 15 juin 2006 relative aux marchés publics et à certains marchés de
travaux, de fournitures et de services et ses modifications ultérieures, notamment
l’article 26, § 1, 1° a (montant du marché HTVA ne dépassant pas le seuil de
85.000,00 €) ;
Vu l'arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques et ses modifications ultérieures, notamment l'article 105 ;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics et ses modifications
ultérieures, notamment l'article 5, § 3 ;
Considérant qu'un crédit de 30.000 € a été inscrit au budget extraordinaire afin de

                                            171
poursuivre le programme des illuminations festives en 2013;
Vu qu'à l'heure actuelle, des illuminations sont placées sur les sites suivants : sur
les sapins des places Colignon et de Helmet, chaussée et place de Helmet, les
places Liedts, des Chasseurs ardennais, de la Patrie, Bremer, de la Reine et Dailly,
le square dit des Griottiers, les ronds-points Gilisquet, Chazal, avenues Chazal et
Docteur Dejase, rues de Brabant, de Quatrecht, la chaussée de Haecht, la piscine
Neptunium, le carrefour Diamant, le square Lévie;
Considérant que cette année, il a été décidé d'illuminer la place Eugène Plasky et le
haut de l'avenue Rogier;
Considérant que les travaux de placement seraient réalisés par une entreprise
privée selon les conditions fixées par le cahier spécial des charges
scha/infra/2013/031 établi par le service Infrastructures ;
Considérant que les illuminations placées rue de Brabant étaient, jusqu’à ce jour,
louées faute de budget pour installer de nouvelles décorations ;
Considérant que l’entrepreneur nous cède les illuminations pour un montant de
5911 € TVAC ;
Considérant que cette opération est intéressante vue le peu d’investissements
qu’elle représente ;
Vu la décision du collège du 17 septembre 2013 par laquelle il décide de
     1. arrêter le mode de passation et les conditions du marché pour l’entreprise
         sous-rubrique soit la procédure négociée sans publicité
     2. approuver parallèlement, dans la même enveloppe budgétaire, le rachat
         des illuminations festives de la rue de Brabant pour un montant de 5911 €
         TVAC, auprès du fournisseur qui nous les louait précédemment.
     3. approuver le nom des entreprises à consulter, la date d’ouverture des
         offres au 10 octobre 2013;
     4. approuver les modalités d’imputation de la dépense estimée, au total, à
         30.000 € à l’article 421/735 IN- 60/53 et le financement, par l’emprunt
PREND POUR INFORMATION
la décision du collège des Bourgmestre et Echevins, du 17 septembre 2013.

                                DE GEMEENTERAAD
               Besloten, met 31 stem(men) tegen 0 en 12 onthouding(en).

Gelet op de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988, en latere wijzigingen,
inzonderheid artikel 234, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht
van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 12 november 1997 betreffende de openbaarheid van bestuur;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde
opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere
wijzigingen, inzonderheid artikel 26, § 1, 1° a (limiet van 85.000,00 € excl. btw niet
overschreden);
Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing
overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel
105;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5, § 3;
Overwegende dat er een krediet van 30.000 € ingeschreven werd op de
buitengewone begroting om het programma van de feestverlichting voort te zetten
in 2013.
Gelet op de verlichtingen die op het ogenblik geplaatst werden op volgende sites :
de kerstbomen op het Colignon- en het Helmetseplein, op de Helmetse- en de
Haachtsesteenweg, het Liedts-, Ardense Jagers-, Vaderlands-, Bremer-, Koninginne-
en Daillyplein, de square genaamd Kriekelaars en de square Lévie, de ronde punten
Gillisquet, Chazal en de Chazal- en de Dokter Dejaselanen, de Brabant- en
Kwatrechtstraat, het zwembad Neptunium en het kruispunt Diamant.
Overwegende dat dit jaar besloten werd om het Eugène Plaskyplein en de
Rogierlaan bovenaan te verlichten.
Overwegende dat de plaatsing uitgevoerd wordt door een privéfirma volgens de
voorwaarden van het bestek scha/infra/2013/031, opgesteld door de dienst
Infrastructuur.
Overwegende dat de verlichtingen geplaatst in de Brabantstraat tot op vandaag
gehuurd werden, bij gebrek aan het budget om nieuwe versieringen te plaatsen.
Overwegende dat de aannemer afstand doet van de verlichtingen voor een bedrag
van 5.911,00 €- BTW inbegrepen.
Overwegende dat deze operatie interessant is gezien de kleine investering die ze
inhoudt.
Gelet op de beslissing van het College van 17 september 2013 waarbij het besluit :


                                          172
    1.  de gunningswijze en de voorwaarden van de opdracht vast te leggen voor
        de bovengenoemde aanneming, d.w.z. de onderhandelingsprocedure
        zonder bekendmaking.
    2. terzelfder tijd in te stemmen met de afkoop, in dezelfde begrotingsomslag,
        van de feestverlichting in de Brabantstraat voor een bedrag van 5.911,00
        €- BTW inbegrepen,bij de leverancier die ze ons voorheen verhuurde.
    3. in te stemmen met de te raadplegen ondernemingen en met de datum van
        opening van de offertes op 10 oktober 2013.
    4. de aanrekeningsmodaliteiten van de uitgave, in het totaal, geraamd op
        30.000 €, op artikel 421/735 IN-60/53 en de financiering met een lening
        goed te keuren.
NEEMT TER INFORMATIE
Het besluit van het College van Burgemeester en Schepenen van 17 september
2013.

SP 90.- Travaux de rénovation du Centre Technique Rodenbach -
  Remplacement des châssis des cinquième et sixième étages -=-
  Renovatiewerken in het Technisch Centrum Rodenbach - Vervanging
  van de ramen op de vijfde en zesde verdieping.


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale;
Vu la loi du 15 juin 2006 - en particulier son article 26, §2, 1° d - relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services,
telle qu'elle a été modifiée à ce jour;
Vu l'arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics;
Vu l'ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de Bruxelles-Capitale telle qu'elle a été modifiée à ce jour;
Vu l'ordonnance du 17 juillet 2003 -en particulier son article 27- modifiant la
nouvelle loi communale;
Considérant que les locaux des cinquième et sixième étages du Centre Technique
Rodenbach doivent être rénovés en vue du déménagement futur de certains
services actuellement situés au CSA;
Vu la nécessité, dans le cadre de ces travaux de rénovation, de remplacer les
châssis métalliques de ces étages;
Considérant que ces travaux seraient à confier au secteur privé;
Considérant que le CSC Scha/Infra/2013/027 serait envoyé aux entreprises
manifestant leur volonté de participer au marché public suite à la diffusion de l'avis
de marché;
Vu le procès-verbal du collège des bourgmestre et échevins du 17 septembre 2013;
DECIDE
     1. D'approuver le projet de remplacement des châssis des cinquième et
         sixième étages du CTR.
     2. D'arrêter le mode de passation: procédure négociée avec publicité.
     3. De fixer les conditions du marché selon le CSC Scha/Infra/2013/027.
     4. D'imputer la dépense, estimée à 255.000€ TVAC, à l'article 137/724-IN-
         60/51.
     5. De financer la dépense par le subside FPGV.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - in het bijzonder artikel 26 §2, 1° d - betreffende
de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten, zoals zij tot op heden werd gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende de plaatsing van
overheidsopdrachten klassieke sectoren.
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief


                                          173
toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals zij tot op
heden werd gewijzigd;
Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 – in het bijzonder artikel 27 - tot wijziging
van de nieuwe gemeentewet.
Overwegende dat de lokalen op de vijfde en zesde verdieping van het Technisch
Centrum Rodenbach gerenoveerd moeten worden met het oog op de verhuis van
sommige diensten die momenteel in het SAC gehuisvest zijn;
Gelet op de noodzaak om, in het kader van deze renovatiewerken, de metalen
ramen op deze verdiepingen te vervangen.
Overwegende dat deze werken toevertrouwd zullen worden aan de privésector.
Overwegende dat het bijzonder bestek Scha/Infra/2013/027 toegestuurd zal worden
aan de ondernemingen die te kennen geven dat ze willen deelnemen aan deze
overheidsopdracht, na de publicatie van het bericht van opdracht;
Gelet op het besluit van het College van Burgemeester en Schepenen van 17
september 2013.
BESLUIT
1. in te stemmen met het project betreffende de vervanging van de ramen op de
vijfde en zesde verdieping van het TCR.
2. de gunningswijze goed te keuren : onderhandelingsprocedure met
bekendmaking.
3. de opdrachtvoorwaarden vast te leggen volgens het bijzonder bestek
Scha/Infra/2013/027.
4. de uitgave, geraamd op 255.000 €- BTW inbegrepen, aan te rekenen op artikel
137/724-IN-60/51.
5. de uitgave te financieren met de toelage van het FGSB.

SP 91.- Divers établissements communaux - Remise en état des châssis -
  Mode de passation et conditions de marché -=- Verschillende
  gemeentegebouwen - Herstelling van de ramen - Gunningswijze en
  voorwaarden van de opdracht


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.


Vu les articles 234 et 236 de la nouvelle loi communale;
Vu la loi du 15 juin 2006 - en particulier son article 26, §2, 1°, d- relative aux
marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services,
telle qu'elle a été modifié à ce jour;
Vu l'arrêté royal du 15 juillet 2011relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics;
Vu l'arrêté royal du 2 juin 2013 fixant la date d'entrée en vigueur de la loi du 15 juin
2006 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures
et de services, et de ses arrêtés royaux d'exécution;
Vu l'ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la région de Bruxelles-Capitale, telle qu'elle a été modifiée à ce jour;
Considérant que les châssis en bois de divers établissements communaux sont en
très mauvais état;
Considérant la nécessité de procéder à la remise en état de ces châssis ;
Considérant que ces travaux permettront à l’avenir de n’effectuer qu’un entretien
courant pour leur maintien en bon état ;
Vu le cahier spécial des charges Scha/Infra/2013/036 réalisé par les services
techniques communaux ;
Considérant que les travaux seraient confiés à une firme privée ;
DECIDE:
1. De procéder à la remise en état des châssis dégradés dans divers bâtiments
communaux ;
2. De passer le marché par procédure négociée avec publicité aux conditions fixées
dans le cahier spécial des charges n° Scha/Infra/2013/036 déposé au dossier;
3. D’imputer la dépense estimée à 110.000€ TVA incluse aux articles 104/724IN-
62/51 (10.000€), 722/724IN-60/51 (50.000€), 731/724IN-60/51 (20.000€),
735/724IN-60/51 (10.000€) , 751/724IN-60/51 (10.000€) et 764/724IN-60/51
(10.000€) du budget extraordinaire de 2013;
4) De financer la dépense par l’emprunt.



                                           174
                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.


Gelet op de artikelen 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - inzonderheid artikel 26, §2, 1°, d - betreffende
de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten, en haar latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende de plaatsing van
overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 juni 2013 tot bepaling van de datum van
inwerkingtreding van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten van
werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006, en van de koninklijke
uitvoeringsbesluiten ervan;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;, zoals ze tot op
heden werd gewijzigd;
Overwegende dat de houten ramen van verschillende gemeentelijkegebouwen in
zeer slechte staat zijn;
Overwegende dat de noodzaak om over te gaan tot de herstelling van deze ramen;
Overwegende dat deze werken het mogelijk zulle maken dat in de toekomst enkel
een gewoon onderhoud van de ramen zal nodig zijn om ze in een goede toestand
te behouden;
Gelet op het bestek scha/infra/2013/036, opgesteld door de gemeentelijke
technische diensten;
Overwegende dat de werken zullen toevertrouwd worden aan een privé-firma.
BESLUIT :
1. Over te gaan tot de herstelling van de beschadigde ramen in verschillende
gemeentegebouwen;
2. De opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure met bekendmaking, aan
de voorwaarden van het bij het dossier gevoegde bijzonder bestek
Scha/Infra/2013/036;
3. De uitgave, geraamd op 110.000€, BTW inbegrepen, in te schrijven op de
artikels 104/724IN-62/51 (10.000€), 722/724IN-60/51 (50.000€), 731/724IN-60/51
(20.000€), 735/724IN-60/51 (10.000€) , 751/724IN-60/51 (10.000€) en 764/724IN-
60/51 (10.000€) van de buitengewone begroting over 2013;
4. de uitgave te financieren met een lening.

Voirie -=- Wegen
SP 92.- Renouvellement de l'éclairage public de la rue Rogier
  (Palais/Haecht) - PTI 2010-2012 - Approbation -=- Vernieuwing van de
  openbare verlichting in de Rogierstraat (Paleizen/Haacht)- DIP 2010-
  2012 - Goedkeuring


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu l'article 117 de la Nouvelle Loi communale;
Vu l'ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles Capitale;
Vu l’ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 19 juillet 2001, modifié par
l’ordonnance du 1eravril 2004 et celle du 14 décembre 2006, relative à
l’organisation du marché de l’électricité en Région de Bruxelles-Capitale, en
particulier son article 24bis, 2°;
Vu l’article 75 des statuts de l'Association Intercommunale Coopérative Sibelga ;
Considérant que la Commune est affiliée à l'Association Intercommunale
Coopérative Sibelga; association de communes dans un but d'utilité publique et
que cette intercommunale assure le service de la distribution de l'électricité sur le
territoire des communes associées et l'exécution à prix coûtant des installations
d'éclairage public;
Considérant que, vu le nombre de projets rentrés dans le cadre de l’appel à projets
DTD-sécurité urbaine 2010-2012, le Gouvernement de la Région de Bruxelles-
Capitale a décidé d’octroyer, complémentairement à la décision du Gouvernement
du 19/07/2012, une subvention aux communes pour des travaux ayant pour objet


                                          175
de contribuer à l’amélioration de la sécurité urbaine ;
Vu l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 13 décembre
2012 octroyant une subvention aux communes de la Région de Bruxelles-Capitale
pour les travaux d’amélioration de la sécurisation urbaine;
Considérant que les projets retenus pour l’Administration communale de
Schaerbeek dans le cadre du l’arrêté du 13 décembre 2012 sont les projets de
renouvellement de l’éclairage public de la rue d’Aerschot, rue Verboeckhaven, rue
Vonck et rue Rogier (Palais/Haecht) ;
Considérant que le total des subventions complémentaires s’élève à un montant de
204.605,25 EUR;
Vu la lettre du 14/02/2013 du Ministre-Président relative à l’octroi dudit subside
complémentaire;
Considérant que la subvention pour le projet relatif au renouvellement de
l'éclairage public de la rue Rogier (Palais/Haecht) s’élève à 46.000€ ;
Vu le devis de Sibelga relatif au renouvellement de l'éclairage public de la rue
Rogier (Palais/Haecht) au montant de 61.371,97€ tvac;
Considérant que la dépense excédant le montant du subside alloué sera financée
au moyen de la dotation « Mission de Service Public » gérée par Sibelga;
DECIDE
     1. d’approuver le projet relatif au renouvellement de l'éclairage public de la
         rue Rogier (Palais/Haecht);
     2. de confier les travaux à l’intercommunale chargée de la distribution de
         l’électricité Sibelga;
     3. d’imputer la dépense à concurrence de 46.000 € TVAC sur un crédit à
         prévoir lors de la prochaine modification budgétaire à l’article 426/735-
         IN60/53 du budget extraordinaire de 2013 ;
     4. de financer la dépense au moyen du subside de 46.000€ octroyé par la
         Région de Bruxelles-Capitale;
     5. de financer le surplus de la dépense au moyen de la dotation « Mission de
         Service Public » (Fonds régional spécialement prévu à cet effet et géré par
         Sibelga) ;
     6. de solliciter les subsides auprès de la Région de Bruxelles-Capitale –
         Service des Travaux subsidiés dans le cadre de l’arrêté du Gouvernement
         de la Région de Bruxelles-Capitale du 13 décembre 2012 octroyant une
         subvention aux communes de la Région de Bruxelles-Capitale pour les
         travaux d’amélioration de la sécurisation urbaine.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikel 117 van de nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op de ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 19 juli 2001,
gewijzigd door de ordonnantie van 1 april 2004 en deze van 14 december 2006,
betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest, inzonderheid artikel 24 bis,2°;
Gelet op artikel 75 van de statuten van de Intercommunale Coöperatieve
Vereniging Sibelga;
Overwegende dat de Gemeente aangesloten is bij de Intercommunale
Coöperatieve Vereniging Sibelga; vereniging van gemeenten met als doel het
openbaar nut en dat deze intercommunale de elektriciteitsdistributie op het
grondgebied van de aangesloten gemeenten verzekert, evenals de uitvoering
tegen kostprijs van de openbare verlichtingsinstallaties;
Overwegende dat, gelet op het aantal projecten ingediend in het kader van de
projectoproep DOD-stadsveiligheid 2010-2012, de Brusselse Hoofdstedelijke
Regering beslist heeft om als aanvulling bij de beslissing van de Regering van
19/07/2012, een toelage toe te kennen aan de gemeenten voor werken met als
voorwerp de verbetering van de veiligheid in de stad;
Gelet op het besluit van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 13
december 2012 tot toekenning van een toelage aan de gemeenten van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor werken ter verbetering van de veiligheid in de
stad;
Overwegende dat de door het Gemeentebestuur van Schaarbeek in het kader van
het besluit van 13 december 2012 weerhouden projecten, de projecten zijn
betreffende de vernieuwing van de openbare verlichting van de Aarschotstraat, de
Verboeckhavenstraat, de Vonk- en de Rogierstraat (Paleizen/Haacht);
Overwegende dat het totaal van de aanvullende toelagen 204.605,25 € beloopt;
Gelet op de brief van 14/02/2013 van de Minister-President met betrekking tot de
toekenning van genoemde aanvullende toelage;


                                         176
Overwegende dat de toelage voor het project met betrekking tot de vernieuwing
van de openbare verlichting in de Rogierstraat (Paleizen/Haacht) 46.000 €
bedraagt;
Gelet op het bestek van Sibelga betreffende de vernieuwing van de openbare
verlichting van de Rogierstraat (Paleizen/Haacht) voor een bedrag van 61.371,97 €
btwi;
Overwegende dat de meeruitgave, boven het betoelaagde bedrag, gefinancierd zal
worden met de dotatie "Opdracht van Openbare Dienst" beheerd door Sibelga;
BESLUIT
    1. Het ontwerp betreffende de vernieuwing van de openbare verlichting van
         de Rogierstraat (Paleizen/Haacht) goed te keuren;
    2. de werken toe te vertouwen aan de Intercommunale Sibelga, belast met de
         elektriciteitsdistributie;
    3. de uitgave geraamd op 46.000 € btwi aan te rekenen op een krediet te
         voorzien bij de volgende begrotingswijziging op artikel 426/735-IN60/53
         van de buitengewone begroting over 2013;
    4. de uitgave te financieren door middel van de toelage van 46.000 €
         toegekend door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
    5. de meeruitgave te financieren door middel van de dotatie "Opdracht van
         Openbare Dienst" (Gewestelijk fonds speciaal daartoe voorzien en beheerd
         door Sibelga);
    6. de toelagen aan te vragen bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Dienst
         gesubsidieerde Werken in het kader van het besluit van de Regering van
         het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 13 december 2012 verlenend een
         subsidie aan de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor
         werken ter verbetering van de veiligheid in de stad.

SP 93.- Renouvellement de l'éclairage public de la rue d'Aerschot - PTI
  2010-2012 Projet n° 15 - Subvention complémentaire -=- Vernieuwing
  van de openbare verlichting in de Aarschotstraat - DIP 2010-2012
  Project nr 15 - Aanvullende toelage


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu l'article 117 de la Nouvelle Loi communale;
Vu l'ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles Capitale;
Vu l’ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 19 juillet 2001, modifié par
l’ordonnance du 1eravril 2004 et celle du 14 décembre 2006, relative à
l’organisation du marché de l’électricité en Région de Bruxelles-Capitale, en
particulier son article 24bis, 2°;
Vu l’article 75 des statuts de l'Association Intercommunale Coopérative Sibelga ;
Considérant que la Commune est affiliée à l'Association Intercommunale
Coopérative Sibelga; association de communes dans un but d'utilité publique et
que cette intercommunale assure le service de la distribution de l'électricité sur le
territoire des communes associées et l'exécution à prix coûtant des installations
d'éclairage public;
Vu sa décision du 7 novembre 2012, par laquelle il approuve le projet de
renouvellement de l’éclairage public de la rue d’Aerschot suivant l’offre de Sibelga
au montant de 123.719,18€ TVAC, sollicite la subvention de 35.394,75 € accordée
dans le cadre du PTI 2010-2012 DTD Sécurité Urbaine de la Région de Bruxelles-
Capitale et finance le surplus de la dépense au moyen de la dotation « Mission de
Service public » gérée par Sibelga;
Vu la lettre du 28 décembre 2012 du Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale
nous accordant l'octroi de subsides au montant de 35.394,75 €tva incluse ;
Considérant que, vu le nombre de projets rentrés dans le cadre de l’appel à projets
DTD-sécurité urbaine 2010-2012, le Gouvernement de la Région de Bruxelles-
Capitale a décidé d’octroyer, complémentairement à la décision du Gouvernement
du 19/07/2012, une subvention aux communes pour des travaux ayant pour objet
de contribuer à l’amélioration de la sécurité urbaine ;
Vu l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 13 décembre
2012 octroyant une subvention aux communes de la Région de Bruxelles-Capitale
pour les travaux d’amélioration de la sécurisation urbaine ;
Considérant que les projets retenus pour l’Administration communale de
Schaerbeek dans le cadre du l’arrêté du 13 décembre 2012 sont les projets de
renouvellement de l’éclairage public de la rue d’Aerschot, rue Verboeckhaven, rue

                                          177
Vonck et rue Rogier (Palais/Haecht) ;
Considérant que le total des subventions complémentaires s’élève à un montant de
204.605,25 EUR;
Vu la lettre du 14/02/2013 du Ministre-Président relative à l’octroi dudit subside
complémentaire;
Considérant que la subvention complémentaire pour le projet relatif au
renouvellement de l'éclairage public de la rue d’Aerschot s’élève à 94.605,25 €
(projet n° 15) ;
Considérant que l’entièreté de la dépense est ainsi couverte par les subsides;
DECIDE
    1. d’imputer la dépense supplémentaire de 94.605,25 € TVAC sur un crédit à
         prévoir lors de la prochaine modification budgétaire à l’article 426/735-
         IN60/53 du budget extraordinaire de 2013 ;
    2. de financer intégralement la dépense au moyen des subsides octroyés par
         la Région de Bruxelles-Capitale;
    3. de solliciter le subside complémentaire de 94.605,25€ auprès de la Région
         de Bruxelles-Capitale – Service des Travaux subsidiés dans le cadre de
         l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 13
         décembre 2012 octroyant une subvention aux communes de la Région de
         Bruxelles-Capitale pour les travaux d’amélioration de la sécurisation
         urbaine.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikel 117 van de nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op de ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 19 juli 2001,
gewijzigd door de ordonnantie van 1 april 2004 en deze van 14 december 2006,
betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest, inzonderheid artikel 24 bis,2°;
Gelet op artikel 75 van de statuten van de Intercommunale Coöperatieve
Vereniging Sibelga;
Overwegende dat de Gemeente aangesloten is bij de Intercommunale
Coöperatieve Vereniging Sibelga; vereniging van gemeenten met als doel het
openbaar nut en dat deze intercommunale de elektriciteitsdistributie op het
grondgebied van de aangesloten gemeenten verzekert, evenals de uitvoering
tegen kostprijs van de openbare verlichtingsinstallaties;
Gelet op het raadsbesluit van 7 november 2012 houdende goedkeuring van het
project betreffende de vernieuwing van de openbare verlichting in de
Aarschotstraat, volgens de offerte van Sibelga voor een bedrag van 123.719,18 €
BTWI, houdende aanvraag van de toelage van 35.394,75 € toegekend in het kader
van het DIP 2010-2012 DOD Stadsveiligheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
en financiering van de meeruitgave met de dotatie “Opdracht van Openbare
Dienst” beheerd door Sibelga;
Gelet op de brief van 28 december 2012 van het Ministerie van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest houdende toekenning van een toelage voor een bedrag van
35.394,75 €, BTW inbegrepen;
Overwegende dat, gelet op het aantal projecten ingediend in het kader van de
projectoproep DOD-stadsveiligheid 2010-2012, de Brusselse Hoofdstedelijke
Regering beslist heeft om als aanvulling bij de beslissing van de Regering van
19/07/2012, een toelage toe te kennen aan de gemeenten voor werken met als
voorwerp de verbetering van de veiligheid in de stad;
Gelet op het besluit van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 13
december 2012 tot toekenning van een toelage aan de gemeenten van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor werken met als voorwerp de verbetering van
de veiligheid in de stad;
Overwegende dat de door het Gemeentebestuur van Schaarbeek in het kader van
het besluit van 13 december 2012 weerhouden projecten, de projecten zijn
betreffende de vernieuwing van de openbare verlichting van de Aarschotstraat, de
Verboeckhavenstraat, de Vonck- en de Rogierstraat (Paleizen/Haacht);
Overwegende dat het totaal van de aanvullende toelagen 204.605,25 € beloopt;
Gelet op de brief van 14/02/2013 van de Minister-President met betrekking tot de
toekenning van genoemde aanvullende toelage;
Overwegende dat de aanvullende toelage voor het project met betrekking tot de
vernieuwing van de openbare verlichting in de Aarschotstraat 94.605,25 €
bedraagt (project nr. 15);
Overwegende dat de uitgave bijgevolg volledig gedekt is door de toelagen;
BESLUIT


                                         178
    1.   de bijkomende uitgave van 94.605,25 € btwi aan te rekenen op een krediet
         te voorzien bij de volgende begrotingswijziging op artikel 426/735-IN60/53
         van de buitengewone begroting over 2013;
    2.   de uitgave integraal te financieren met de toelagen toegekend door het
         Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
    3.   de aanvullende toelage aan te vragen bij het Brussels Hoofdstedelijk
         Gewest - Dienst gesubsidieerde Werken in het kader van het besluit van de
         Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 13 december 2012
         verlenend een subsidie aan de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk
         Gewest voor werken ter verbetering van de stadsveiligheid.

SP 94.- Renouvellement de l'éclairage public de la rue Vonck - PTI 2010-
  2012 - Approbation -=- Vernieuwing van de openbare verlichting in de
  Vonckstraat - DIP 2010-2012 - Goedkeuring


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu l'article 117 de la Nouvelle Loi communale;
Vu l'ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles Capitale;
Vu l’ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 19 juillet 2001, modifié par
l’ordonnance du 1eravril 2004 et celle du 14 décembre 2006, relative à
l’organisation du marché de l’électricité en Région de Bruxelles-Capitale, en
particulier son article 24bis, 2°;
Vu l’article 75 des statuts de l'Association Intercommunale Coopérative Sibelga ;
Considérant que la Commune est affiliée à l'Association Intercommunale
Coopérative Sibelga; association de communes dans un but d'utilité publique et
que cette intercommunale assure le service de la distribution de l'électricité sur le
territoire des communes associées et l'exécution à prix coûtant des installations
d'éclairage public;
Considérant que, vu le nombre de projets rentrés dans le cadre de l’appel à projets
DTD-sécurité urbaine 2010-2012, le Gouvernement de la Région de Bruxelles-
Capitale a décidé d’octroyer, complémentairement à la décision du Gouvernement
du 19/07/2012, une subvention aux communes pour des travaux ayant pour objet
de contribuer à l’amélioration de la sécurité urbaine ;
Vu l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 13 décembre
2012 octroyant une subvention aux communes de la Région de Bruxelles-Capitale
pour les travaux d’amélioration de la sécurisation urbaine;
Considérant que les projets retenus pour l’Administration communale de
Schaerbeek dans le cadre du l’arrêté du 13 décembre 2012 sont les projets de
renouvellement de l’éclairage public de la rue d’Aerschot, rue Verboeckhaven, rue
Vonck et rue Rogier (Palais/Haecht) ;
Considérant que le total des subventions complémentaires s’élève à un montant de
204.605,25 EUR;
Vu la lettre du 14/02/2013 du Ministre-Président relative à l’octroi dudit subside
complémentaire;
Considérant que la subvention pour le projet relatif au renouvellement de
l'éclairage public de la rue Vonck s’élève à 32.000€ ;
Vu le devis de Sibelga relatif au renouvellement de l'éclairage public de la rue
Vonck au montant de 35.973,43€ tvac;
Considérant que la dépense excédant le montant du subside alloué sera financée
au moyen de la dotation « Mission de Service Public » gérée par Sibelga;
DECIDE
     1. d’approuver le projet relatif au renouvellement de l'éclairage public de la
         rue Vonck;
     2. de confier les travaux à l’intercommunale chargée de la distribution de
         l’électricité Sibelga;
     3. d’imputer la dépense à concurrence de 32.000 € TVAC sur un crédit à
         prévoir lors de la prochaine modification budgétaire à l’article 426/735-
         IN60/53 du budget extraordinaire de 2013 ;
     4. de financer la dépense au moyen du subside de 32.000 € octroyé par la
         Région de Bruxelles-Capitale;
     5. de financer le surplus de la dépense au moyen de la dotation « Mission de
         Service Public » (Fonds régional spécialement prévu à cet effet et géré par
         Sibelga) ;
     6. de solliciter les subsides auprès de la Région de Bruxelles-Capitale –

                                          179
       Service des Travaux subsidiés dans le cadre de l’arrêté du Gouvernement
       de la Région de Bruxelles-Capitale du 13 décembre 2012 octroyant une
       subvention aux communes de la Région de Bruxelles-Capitale pour les
       travaux d’amélioration de la sécurisation urbaine.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikel 117 van de nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals zij tot op
heden werd gewijzigd;
Gelet op de ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 19 juli 2001,
gewijzigd door de ordonnantie van 1 april 2004 en deze van 14 december 2006,
betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest, inzonderheid artikel 24 bis,2°;
Gelet op artikel 75 van de statuten van de Intercommunale Coöperatieve
Vereniging Sibelga;
Overwegende dat de Gemeente aangesloten is bij de Intercommunale
Coöperatieve Vereniging Sibelga; vereniging van gemeenten met als doel het
openbaar nut en dat deze intercommunale de elektriciteitsdistributie op het
grondgebied van de aangesloten gemeenten verzekert, evenals de uitvoering
tegen kostprijs van de openbare verlichtingsinstallaties;
Overwegende dat, gelet op het aantal projecten ingediend in het kader van de
projectoproep DOD-stadsveiligheid 2010-2012, de Brusselse Hoofdstedelijke
Regering beslist heeft om als aanvulling bij de beslissing van de Regering van
19/07/2012, een toelage toe te kennen aan de gemeenten voor werken met als
voorwerp de verbetering van de veiligheid in de stad;
Gelet op het besluit van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 13
december 2012 tot toekenning van een toelage aan de gemeenten van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor werken met als voorwerp de verbetering van
de veiligheid in de stad;
Overwegende dat de door het Gemeentebestuur van Schaarbeek in het kader van
het besluit van 13 december 2012 weerhouden projecten, de projecten zijn
betreffende de vernieuwing van de openbare verlichting van de Aarschotstraat, de
Verboeckhavenstraat, de Vonck- en de Rogierstraat (Paleizen/Haacht);
Overwegende dat het totaal van de aanvullende toelagen 204.605,25 € beloopt;
Gelet op de brief van 14/02/2013 van de Minister-President met betrekking tot de
toekenning van genoemde aanvullende toelage;
Overwegende dat de toelage voor het project met betrekking tot de vernieuwing
van de openbare verlichting in de Vonckstraat 32.000 € bedraagt;
Gelet op het bestek van Sibelga betreffende de vernieuwing van de openbare
verlichting van de Vonckstraat voor een bedrag van 35.973,43 € btwi;
Overwegende dat de meeruitgave, boven het betoelaagde bedrag, gefinancierd zal
worden met de dotatie "Opdracht van Openbare Dienst" beheerd door Sibelga;
BESLUIT
    1. Het ontwerp betreffende de vernieuwing van de openbare verlichting van
         de Vonckstraat goed te keuren;
    2. de werken toe te vertouwen aan de Intercommunale Sibelga, belast met de
         elektriciteitsdistributie;
    3. de uitgave geraamd op 32.000 € btwi aan te rekenen op een krediet te
         voorzien bij de volgende begrotingswijziging op artikel 426/735-IN60/53
         van de buitengewone begroting over 2013;
    4. de uitgave te financieren door middel van de toelage van 32.000 €
         toegekend door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
    5. de meeruitgave te financieren door middel van de dotatie "Opdracht van
         Openbare Dienst" (Gewestelijk fonds speciaal daartoe voorzien en beheerd
         door Sibelga);
    6. de toelagen aan te vragen bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Dienst
         gesubsidieerde Werken in het kader van het besluit van de Regering van
         het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 13 december 2012 verlenend een
         subsidie aan de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor
         werken ter verbetering van de veiligheid in de stad.

SP 95.- Renouvellement de l'éclairage public de la rue Verboeckhaven -
  PTI 2010-2012 - Approbation -=- Vernieuwing van de openbare
  verlichting in de Verboeckhavenstraat - DIP 2010-2012 - Goedkeuring


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                         180
                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu l'article 117 de la Nouvelle Loi communale;
Vu l'ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles Capitale;
Vu l’ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 19 juillet 2001, modifié par
l’ordonnance du 1eravril 2004 et celle du 14 décembre 2006, relative à
l’organisation du marché de l’électricité en Région de Bruxelles-Capitale, en
particulier son article 24bis, 2°;
Vu l’article 75 des statuts de l'Association Intercommunale Coopérative Sibelga ;
Considérant que la Commune est affiliée à l'Association Intercommunale
Coopérative Sibelga; association de communes dans un but d'utilité publique et
que cette intercommunale assure le service de la distribution de l'électricité sur le
territoire des communes associées et l'exécution à prix coûtant des installations
d'éclairage public;
Considérant que, vu le nombre de projets rentrés dans le cadre de l’appel à projets
DTD-sécurité urbaine 2010-2012, le Gouvernement de la Région de Bruxelles-
Capitale a décidé d’octroyer, complémentairement à la décision du Gouvernement
du 19/07/2012, une subvention aux communes pour des travaux ayant pour objet
de contribuer à l’amélioration de la sécurité urbaine ;
Vu l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 13 décembre
2012 octroyant une subvention aux communes de la Région de Bruxelles-Capitale
pour les travaux d’amélioration de la sécurisation urbaine;
Considérant que les projets retenus pour l’Administration communale de
Schaerbeek dans le cadre du l’arrêté du 13 décembre 2012 sont les projets de
renouvellement de l’éclairage public de la rue d’Aerschot, rue Verboeckhaven, rue
Vonck et rue Rogier (Palais/Haecht) ;
Considérant que le total des subventions complémentaires s’élève à un montant de
204.605,25 EUR;
Vu la lettre du 14/02/2013 du Ministre-Président relative à l’octroi dudit subside
complémentaire;
Considérant que la subvention pour le projet relatif au renouvellement de
l'éclairage public de la rue Verboeckhaven s’élève à 32.000 € ;
Vu le devis de Sibelga relatif au renouvellement de l'éclairage public de la rue
Verboeckhaven au montant de 41.575,60 € tvac;
Considérant que la dépense excédant le montant du subside alloué sera financée
au moyen de la dotation « Mission de Service Public » gérée par Sibelga;
DECIDE
     1. d’approuver le projet relatif au renouvellement de l'éclairage public de la
         rue Verboeckhaven;
     2. de confier les travaux à l’intercommunale chargée de la distribution de
         l’électricité Sibelga;
     3. d’imputer la dépense à concurrence de 32.000 € TVAC sur un crédit à
         prévoir lors de la prochaine modification budgétaire à l’article 426/735-
         IN60/53 du budget extraordinaire de 2013 ;
     4. de financer la dépense au moyen du subside de 32.000€ octroyé par la
         Région de Bruxelles-Capitale;
     5. de financer le surplus de la dépense au moyen de la dotation « Mission de
         Service Public » (Fonds régional spécialement prévu à cet effet et géré par
         Sibelga) ;
     6. de solliciter les subsides auprès de la Région de Bruxelles-Capitale –
         Service des Travaux subsidiés dans le cadre de l’arrêté du Gouvernement
         de la Région de Bruxelles-Capitale du 13 décembre 2012 octroyant une
         subvention aux communes de la Région de Bruxelles-Capitale pour les
         travaux d’amélioration de la sécurisation urbaine.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikel 117 van de nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief
toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op de ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 19 juli 2001,
gewijzigd door de ordonnantie van 1 april 2004 en deze van 14 december 2006,
betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest, inzonderheid artikel 24 bis,2°;
Gelet op artikel 75 van de statuten van de Intercommunale Coöperatieve
Vereniging Sibelga;
Overwegende dat de Gemeente aangesloten is bij de Intercommunale


                                          181
Coöperatieve Vereniging Sibelga; vereniging van gemeenten met als doel het
openbaar nut en dat deze intercommunale de elektriciteitsdistributie op het
grondgebied van de aangesloten gemeenten verzekert, evenals de uitvoering
tegen kostprijs van de openbare verlichtingsinstallaties;
Overwegende dat, gelet op het aantal projecten ingediend in het kader van de
projectoproep DOD-stadsveiligheid 2010-2012, de Brusselse Hoofdstedelijke
Regering beslist heeft om als aanvulling bij de beslissing van de Regering van
19/07/2012, een toelage toe te kennen aan de gemeenten voor werken met als
voorwerp de verbetering van de veiligheid in de stad;
Gelet op het besluit van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 13
december 2012 tot toekenning van een toelage aan de gemeenten van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor werken met als voorwerp de verbetering van
de veiligheid in de stad;
Overwegende dat de door het Gemeentebestuur van Schaarbeek in het kader van
het besluit van 13 december 2012 weerhouden projecten, de projecten zijn
betreffende de vernieuwing van de openbare verlichting van de Aarschotstraat, de
Verboeckhavenstraat, de Vonck- en de Rogierstraat (Paleizen/Haacht);
Overwegende dat het totaal van de aanvullende toelagen 204.605,25 € beloopt;
Gelet op de brief van 14/02/2013 van de Minister-President met betrekking tot de
toekenning van genoemde aanvullende toelage;
Overwegende dat de toelage voor het project met betrekking tot de vernieuwing
van de openbare verlichting in de Verboeckhavenstraat 32.000 € bedraagt;
Gelet op het bestek van Sibelga betreffende de vernieuwing van de openbare
verlichting van de Verboeckhavenstraat voor een bedrag van 41.575,60 € btwi;
Overwegende dat de meeruitgave, boven het betoelaagde bedrag, gefinancierd zal
worden met de dotatie "Opdracht van Openbare Dienst" beheerd door Sibelga;
BESLUIT
    1. Het ontwerp betreffende de vernieuwing van de openbare verlichting van
         de Verboeckhavenstraat goed te keuren;
    2. de werken toe te vertouwen aan de Intercommunale Sibelga, belast met de
         elektriciteitsdistributie;
    3. de uitgave geraamd op 32.000 € btwi aan te rekenen op een krediet te
         voorzien bij de volgende begrotingswijziging op artikel 426/735-IN60/53
         van de buitengewone begroting over 2013;
    4. de uitgave te financieren door middel van de toelage van 32.000 €
         toegekend door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
    5. de meeruitgave te financieren door middel van de dotatie "Opdracht van
         Openbare Dienst" (Gewestelijk fonds speciaal daartoe voorzien en beheerd
         door Sibelga);
    6. de toelagen aan te vragen bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Dienst
         gesubsidieerde Werken in het kader van het besluit van de Regering van
         het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 13 december 2012 verlenend een
         subsidie aan de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor
         werken ter verbetering van de veiligheid in de stad.

SP 96.- Plan de rénovation des trottoirs - Année 2013 - Mode de passation
  et conditions du marché - Approbation -=- Renovatie van de voetpaden
  - Jaar 2013 - Wijze van gunnen en vaststelling van de
  opdrachtvoorwaarden - Goedkeuring


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale;
Vu la loi du 15 juin 2006 relative aux marchés publics et à certains marchés de
travaux, de fournitures et de services, telle que modifiée à ce jour;
Vu l'arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques, tel que modifié à ce jour;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics, tel que modifié à ce jour;
Vu l'ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles Capitale;
Vu le plan pluriannuel qui a été programmé pour le renouvellement des trottoirs sur
l’ensemble du territoire communal sur une période de trente ans ;
Vu le projet dressé par le Bureau d’Etudes Voirie relatif au plan de rénovation des
trottoirs, pour l’année 2013, cahier spécial des charges n° Scha/Infra/2013/032;
Considérant que le coût total des travaux est estimé à 335.000 €, TVA incluse.

                                          182
DECIDE :
   1. d’approuver le projet relatif aux travaux de rénovation des trottoirs pour
       l’année 2013, comprenant le cahier spécial des charges, les métrés
       descriptif, récapitulatif et estimatif et le plan général de sécurité et de
       santé (PGSS);
   2. de passer le marché sur base de l’adjudication ouverte;
   3. de fixer les conditions du marché telles qu’énoncées dans le cahier spécial
       des charges Scha/Infra/2013/032
   4. d’approuver le texte de l’avis de marché à publier dans le bulletin des
       Adjudications énonçant notamment les critères de sélection qualitative des
       soumissionnaires;
   5. d’imputer la dépense estimée à 335.000 € à l’article 421/735-IN 60 /53 du
       budget extraordinaire de 2013;
   6. de financer la dépense au moyen d’un emprunt.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en sommige
opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, zoals tot op
heden gewijzigd;
Gelet op het Koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende de de plaatsing van
overheidsopdrachten klassieke sectoren, en zijn latere wijzigingen, zoals tot op
heden gewijzigd;
Gelet op het Koninklijk besluit van 14 januari 2013, tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op de Ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het
administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op het meerjarenplan dat opgesteld werd voor de vernieuwing van de
voetpaden over het volledige grondgebied van de gemeente, over een periode van
dertig jaar;
Gelet op het ontwerp opgemaakt door het Studiebureau Wegen, voor de
vernieuwing van de voetpaden in 2013, bijzonder bestek Scha/Infra/2013/032;
Overwegende dat de totale kostprijs voor deze werken werd geraamd op 335.000
€, BTW inbegrepen;
BESLUIT :
    1. het ontwerp goed te keuren betreffende de vernieuwing van de voetpaden
         voor het jaar 2013, omvattende het bijzonder bestek, de beschrijvende en
         samenvattende meetstaten en de kostenraming, alsook het Algemeen
         Veiligheids- en Gezondheidsplan (AVGP);
    2. de opdracht te gunnen op basis van een open aanbesteding;
    3. de voorwaarden van de opdracht vast te stellen zoals vermeld in het
         bijzonder bestek Scha/Infra/2013/032;
    4. de tekst goed te keuren van het in het Bulletin der Aanbestedingen te
         publiceren bericht van opdracht, waarin de kwalitatieve selectiecriteria van
         de inschrijvers vermeld staan;
    5. de uitgave, geraamd op 335.000 €, aan te rekenen op artikel 421/735-IN
         60/53 van de buitengewone begroting over 2013;
    6. de kosten te financieren met een lening;

SP 97.- Réaménagement de la "place" et de la rue Van Ysendyck -
  Adaptation du cahier des charges à la nouvelle législation - Pour
  information -=- Heraanleg van het Van Ysendyckplein- en straat -
  Aanpassing van het bestek aan de nieuwe wetgeving - Ter informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale;
Vu la loi du 15 juin 2006 relative aux marchés publics et à certains marchés de
travaux, de fournitures et de services, et ses modifications ultérieures;
Vu l'arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans
les secteurs classiques, et ses modifications ultérieures;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des
marchés publics et des concessions de travaux publics, et ses modifications


                                          183
ultérieures;
Vu l'ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes de la Région de Bruxelles Capitale;
Vu l’ordonnance du 16 juillet 1998 relative à l’octroi de subsides destinés à
encourager la réalisation d’investissements d'intérêt public ;
Vu l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 16 juillet 1998
fixant la composition des dossiers de demandes de subsides, la nature des pièces
justificatives et la procédure d’octroi et de liquidation, en application de l’article 21
de l’ordonnance du 16 juillet 1998 ;
Vu le projet de Programme Triennal d'Investissement 2013-2015 - Projet n° 01;
Vu sa décision du 24 avril 2013 par laquelle il approuve le mode de passation
(adjudication publique), fixe les conditions du marché relatif aux travaux de
réaménagement de la "place" et de la rue Van Ysendyck et sollicite les subsides
auprès de la Région de Bruxelles-Capitale, dans le cadre du PTI 2013-2015;
Vu la lettre du 26 juin 2013, par laquelle le Ministère de la Région de Bruxelles-
Capitale nous signale que le délai imparti pour statuer sur la délibération du
Conseil communal est expiré;
Considérant que l'avis de marché n'a pas pu être publié avant l'entrée en vigueur
au 1er juillet 2013 de la nouvelle législation sur les Marchés publics, faute d'avoir
obtenu l'accord de principe d'octroi de subsides de la Région de Bruxelles-Capitale;
Vu la lettre du 8 juillet 2013, par laquelle le service des Travaux subsidiés de la
Région de Bruxelles-Capitale nous signale que le dossier n'ayant pas encore reçu
l'accord de principe d'octroi de subsides doit faire l'objet d'une adaptation à la
nouvelle règlementation en matière de Marchés publics;
Considérant que tous les documents d'adjudication ont été modifiés et adaptés à la
nouvelle législation en matière de Marchés publics et transmis au service de la
Tutelle afin d'obtenir un nouvel avis;
Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 17 septembre 2013 par
laquelle il approuve l'adaptation des documents d'adjudication à la nouvelle
législation sur les Marchés publics;
PREND POUR INFORMATION
la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 17 septembre 2013.

                                  DE GEMEENTERAAD
                      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en sommige
opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en zijn latere
wijzigingen;
Gelet op het Koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende de plaatsing van
overheidsopdrachten in klassieke sectoren, en zijn latere wijzigingen;
Gelet op het Koninklijk besluit van 14 januari 2013, tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare
werken en zijn latere wijzigingen;
Gelet op de Ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het
administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op de ordonnantie van 16 juli 1998 betreffende de toekenning van subsidies
om investeringen van openbaar nut aan te moedigen;
Gelet op het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van
16 juli 1998 houdende vaststelling van de samenstelling van de dossiers voor
subsidieaanvragen, van de aard van de bewijsstukken en van de procedures voor
toekenning en uitbetaling, overeenkomstig artikel 21 van de ordonnantie van 16 juli
1998;
Gelet op het Driejarig Investeringsprogramma 2013 – 2015 voorwerp nr. 01;
Gelet op het besluit van 24 april 2013 houdende goedkeuring van de gunningswijze
(openbare aanbesteding) en vaststelling van de voorwaarden van de opdracht voor
de heraanleg van het Van Ysendyckplein en -straat ,en waarbij beslist werd een
aanvraag voor subsidies in te dienen bij het Ministerie van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest; in het kader van het DIP 2013-2015.
Gelet op de brief van 26 juni 2013, waarbij het Ministerie van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest ons meedeelt dat het raadsbesluit uitvoerbaar is geworden
door het verstrijken van de termijn;
Overwegende dat de aankondiging van opdracht niet werd gepubliceerd vóór de
inwerkingtreding op 1 juli 2013 van de nieuwe wetgeving op overheidsopdrachten,
waardoor het principeakkoord voor het verkrijgen van subsidies door het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest niet toegekend werd;
Gelet op de brief van 8 juli 2013 waarbij de dienst Gesubsidieerde werken van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest ons meedeelt dat het dossier, waarvoor nog geen
principeakkoord voor subsidies toegekend werd, aangepast moet worden aan de


                                            184
nieuwe wetgeving inzake overheidsopdrachten.
Overwegende dat al de aanbestedingsdocumenten gewijzigd en aangepast werden
aan de nieuwe wetgeving inzake overheidsopdrachten en overgemaakt werden aan
de dienst Toezicht om een nieuw advies te verkrijgen
Gelet op het collegebesluit van 17 september 2013 waarbij de aanpassing van de
aanbestedingsdocumenten aan de nieuwe wetgeving op de overheidsopdrachten
goedgekeurd werd;
NEEMT TER INFORMATIE
Het collegebesluit van 17 september 2013

Rénovation urbaine -=- Stedenbouwkundige renovatie
SP 98.- ***** RETIRE***** Projet urbain Reyers - Convention pour le
  réaménagement du site RTBF/VRT - Approbation -=- *****
  INGETROKKEN***** Stadsproject Reyers - Conventie voor de heront-
  wikkeling van de site VRT / RTBF - Goedkeuring

SP 99.- Accroissement du parc de logement de transit - Modifications des
  projets de baux avec ASIS. -=- Uitbreiding van het park
  transitwoningen - Wijziging aan de ontwerpen huurcontract met ASIS.


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu l’article 117 de la Nouvelle loi communale ;
Vu sa délibération du 30 mai 2012 fixant les modalités de location à Asis de
l'immeuble de transit sis rue Waelhem 3;
Vu le contrat de bail prenant cours le 01.09.2012 relatif à cet immeuble;
Vu sa délibération du 24 avril 2013 fixant les modalités de location à Asis de trois
immeubles destinés au transit, à l’angle Aerschot Liedts 1, Aerschot Liedts 2 et
Aerschot Rogier 112; .
Considérant qu’il convient de modifier ces projets de baux de manière notamment
à exonérer Asis du paiement du loyer du ou des logements en cas de vide locatif
au-delà d'un mois, dès l'instant où la responsabilité de ce vide ne lui incombe pas
et qu’il convient d’adapter le bail relatif à Waelhem 3 dans la même mesure ;
Considérant que Asis ne recevra une dotation régionale couvrant les frais de
gestion inhérents à ces 8 nouveaux logements de transit qu'à partir du 1er janvier
2014 et que l'occupation de ces immeubles sera progressive ;
Qu’il se justifie donc que Asis retienne 15 % de frais de gestion sur les loyers à
percevoir en 2013;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins, en séance des 30 juillet et
17 septembre 2013 ;
Décide
    1. de retirer sa décision du 24 avril 2013 approuvant les projets de baux
         confiant à Asis la gestion de ces 3 immeubles de transit.
    2. d’approuver les 3 nouveaux projets de baux ainsi modifiés, joints au
         dossier, confiant à Asis la location de ces 3 immeubles de transit
    3. de modifier le bail relatif aux 7 logements de transit sis rue Waelhem 3
         pour intégrer cette modalité relative au vide locatif.
    4. d’autoriser Asis à retenir 15 % de frais de gestion sur ces loyers en 2013.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikel 117 van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op haar beraadslaging van 30 mei 2012 waarbij de huurmodaliteiten van het
transitgebouw gelegen Waelhemstraat 3 aan Assis vastgesteld worden;
Gelet op het huurcontrat geldend op 01.09.2012 betreffende dit gebouw;
Gelet op haar beraadslaging van 24 april 2013 waarbij de huurmodaliteiten van
drie transitgebouwen gelegen op de hoeken Aarschot Liedts 1, Aarschot Liedts 2 et
Aarschot Rogier 112 aan Asis vastgesteld worden;
Overwegende dat het past deze ontwerpen van huurcontract te wijzigen,
inzonderheid om Asis vrij te stellen van de betaling van de huur in geval van
leegstand van meer dan een maand voor zover Asis niet verantwoordelijk is voor
deze toestand, en dat het past het bestaande huurcontract betreffende Waelhem3
op dezelfde wijze aan te passen;
Overwegende dat Asis pas vanaf 01/01/2014 een gewestelijke toelage zal


                                         185
ontvangen voor de beheerskosten van deze 8 nieuwe transitwoningen en dat de
bezetting van deze gebouwen geleidelijk zal gebeuren.
Overwegende dat het gerechtvaardigd is dat Asis 15 % aan beheerskosten inhoudt
op de in 2013 te ontvangen huurprijzen ;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen dd 30 juli en 17
september 2013;
BESLUIT
    1. haar beslissing van 24 april 2013, waarbij de huurcontracten van 3
        gebouwen bestemd voor transitwoningen toevertrouwd werden aan Asis, in
        te trekken.
    2. de gewijzigde en bij het dossier gevoegde 3 nieuwe ontwerpen van
        huurcontract goed te keuren en de huur van deze 3 transitgebouwen aan
        Asis toe te vertrouwen
    3. het huurcontract betreffende de 7 transitwoningen gelegen Waelhemstraat
        3 te wijzigen om deze modaliteit betreffende de leegstand, aan te passen.
    4. Asis toe te laten om 15 % beheerskosten in 2013 op deze huurprijzen in te
        houden

Urbanisme -=- Stedenbouw
SP 100.- Asbl Le Bus Bavard - Réalisation de 2 circuits-promenades -
  Demande de subsides - Pour information -=- Vzw Le Bus Bavard -
  Realisatie van 2 wandelrouter - Subsidie aanvraag - Ter informatie


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                             LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu la nouvelle loi communale et notamment ses articles 117 et 123 ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les
communes et la Région de Bruxelles-Capitale ;
Considérant qu’un crédit de 3250 € est disponible à l’article 561/332-IN-02/56 du
budget ordinaire 2013 pour l’octroi de subsides à des associations actives dans le
secteur de la promotion du tourisme ;
Considérant que l’asbl Le Bus Bavard a déjà réalisé 9 cartes promenades et un
parcours ludique téléchargeables sur le site communal ;
Considérant qu’afin de compléter ce projet avec de nouveaux parcours, il y a lieu
d’octroyer un subside de 3250 € à cette asbl ;
Vu le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins en date du 27 août 2013;
DECIDE:
Article unique: d’octroyer, pour l’exercice 2013, un subside de 3250€ à l’Asbl Le
Bus Bavard, inscrit à l’article 561/332-IN-02/56 du budget ordinaire 2013.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de nieuwe gemeentewet en in het bijzonder de artikels 117 en 123;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende de administratieve voogdij op
de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Overwegende dat een krediet van 3250 € beschikbaar is op het artikel 561/332-IN-
02/56 van de gewone begroting 2013 voor de toekenning van subsidies aan
verenigingen actief in de toerismesector;
Overwegende dat de vzw Le Bus Bavard al 9 wandelkaarten en een speelparcours
heeft opgemaakt die op de gemeentelijke website kunnen worden opgevraagd;
Overwegende dat het aangewezen is om een betoelaging van 3250€ aan deze vzw
toe te kennen teneinde dit project met nieuwe kaarten te vervolledigen;
Gelet op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 27
augustus 2013;
BESLUIT:
Enig artikel: Een subsidie van 3250€ voor het dienstjaar 2013 toe te kennen aan
de vzw Le Bus Bavard, ingeschreven op het artikel 561/332-IN-02/56 van de
gewone begroting 2013.

Contrats de quartier -=- Wijkcontracten
SP 101.- Contrat de quartier durable "Helmet" - IM6 Helmet 343-347 -
  Convention de concession de la salle de sport -=- Duurzaam
  Wijcontract "Helmet" - VO6 Helmet 343-347 - Concessieovereenkomst
  voor de sportzaal


                                         186
      Madame Jodogne expose.


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu l’ordonnance organique du 28 janvier 2010 de la revitalisation urbaine. ;
Vu l’arrêté du 16 décembre 2010 par lequel le Gouvernement de la Région de
Bruxelles-Capitale approuve le programme du Contrat de Quartier durable « Helmet
» et vu les modifications approuvées par la Ministre E. Huytebroeck en date du 22
décembre 2012 ;
Vu l'opération IM6 Chaussée de Helmet 343-347 qui prévoit la construction d'une
salle de sport (sport de tapis) en intérieur d'îlot;
Vu l’Accord de Coopération entre l’Etat fédéral et la région de Bruxelles-Capitale du
15 septembre 1993 et ses avenants ;
Vu les obligations liées au protocole d'accord Beliris approuvé par le conseil
communal du 29 mai 2013;
Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins en date du 10.09.2013
DECIDE
de marquer son accord sur la convention de concession de la salle de sport à l'asbl
Royal crossing Club Judo Schaerbeek

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de organieke ordonnantie van 28 januari 2010 betreffende de
stadshernieuwing;
Gelet op het besluit van 16 december 2010 waarbij de regering van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest het programma van het duurzaam wijkcontract “Helmet”
goedkeurt en gelet op de wijzigingen die werden goedgekeurd door Minister E.
Huytebroeck op 22 december 2012;
Gelet op de operatie IM6 Helmetsesteenweg 343-347 die de bouw van een
sportzaal (tapijtsporten) binnen het huizenblok, voorziet;
Gelet op het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest van 15 september 1993 en zijn bijakten;
Gelet op de verplichtingen verbonden met het akkoordprotocol Beliris goedgekeurd
door de gemeenteraad van 29 mei 2013
Gelet op het beslissing van het College van Burgermeester en Schepenen dd.
10.09.2013
BESLIST
beslist om haar akkoord te verlenen aan de concessieovereenkomst voor de
sportzaal aan de vzw Royal crossing Club Judo Schaerbeek

SP 102.- Contrat de quartier durable Coteaux-Josaphat - Construction du
  78 rue l'Olivier : approbation des conditions du marché -=-
  Wijkcontract Wijnheuvelen-Josaphat - Afbraak heropbouw van het nr.
  78 l'Olivierstraat: Goedkeuring van de voorwaarden voor de opdracht

      Madame Jodogne expose.


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 24 décembre 1993 relative aux marchés publics et à certains marchés
de travaux, de fournitures et de services ;
Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de
fournitures et de services et aux concessions de travaux publics ;
Vu l’ordonnance du 28 janvier 2010 organique de la revitalisation urbaine. ;
Vu l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles Capitale du 27 mai 2010
portant exécution de cette ordonnance ;
Vu L’approbation du 23 décembre 2011 par l’Exécutif du programme du contrat de
quartier durable Coteaux-Josaphat;


                                         187
Considérant que la reconstruction de l'immeuble sis 78 rue Josaphat constitue
l'opération 5.3 du programme du contrat de quartier durable Coteaux-Josaphat.
Considérant que ces travaux doivent être précédés d'une étude confiée à un
bureau extérieur ;
Considérant que les frais d'étude sont estimés à 54.000€ TVAC en ce compris les
honoraires d'indemnisation des bureaux d'études non retenus.
Considérant que l’opération est subsidiée par la Région à concurrence de 92% ;
Considérant que le marché de service peut être passé par procédure négociée sans
publicité ;
Vu le cahier des charges SCHAE/INFRA/2012/CQDJO/5.3 dressé à cette fin ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Échevins du 17 septembre 2013;
DECIDE :
    1. de l'approbation du principe de l'élaboration d'une étude pour cette
         opération,
    2. du mode de passation de ce marché par procédure négociée sans publicité,
         conformément à la loi du 24 décembre 1993 et suivant les termes du
         cahier des charges SCHAE/INFRA/2012/CQDJO/5.3, dressé à cette fin
    3. que le coût total des frais d'étude est estimé à 54.000€ TVAC (en ce
         compris les frais d'indemnisation des bureaux non retenus) et est inscrit à
         l’article 922/733-CQ-60/08 du budget extraordinaire de 2013 (modification
         budgétaire de juin 2013).

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 24 december 1993 met betrekking tot openbare
aanbestedingen voor werken en sommige aanbestedingen voor werken, leveringen
en diensten;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de
overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten en de gunning van
openbare werken;
Gelet op de organieke ordonnantie van 28 januari 2010 betreffende de
stadshernieuwing;
Gelet op het besluit van de regering van het Brussels Hoofdstedelijke Gewest van
27 mei 2010 met betrekking tot de uitvoering van deze ordonnantie;
Gelet op de goedkeuring van 23 december 2011 van het programma van het
duurzaam wijkcontract Wijnheuvelen-Josaphat door de Executieve;
Overwegende dat de bouw van het gebouw gelegen in de Josaphatstraat 78 de
operatie 5.3 van het duurzaam wijkcontract Wijnheuvelen-Josahat vormt.
Overwegende dat deze werken moeten worden voorafgegaan door een studie die
wordt toevertrouwd aan een extra muros studiebureau;
Overwegende dat de kosten voor de studie worden geraamd op 54.000€ BTWI met
inbegrip van de vergoedingskosten voor de niet weerhouden studiebureaus
Overwegende dat de operatie wordt gesubsidieerd door het Gewest ten bedrage
van 92% ;
Overwegende dat de opdracht voor diensten kan worden gegund via een
onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking;
Gelet op het bestek SCHAE/INFRA/2012/CQDJO/5.1-5.2 dat hiertoe werd opgesteld;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 17 september
2013;
BESLIST:
    1. het principe van de uitwerking van een studie voor deze operatie goed te
        keuren,
    2. de gunningswijze voor deze opdracht via onderhandelingsprocedure zonder
        bekendmaking, overeenkomstig de wet van 24 december 1993 en volgens
        de voorwaarden van het bestek SCHAE/INFRA/2012/CQDJO/5.3, hiertoe
        opgesteld, goed te keuren
    3. dat het totale bedrag voor de kosten voor de studie wordt geraamd op
        54.000€ BTWI (met inbegrip van de vergoedingskosten voor de niet
        weerhouden studiebureaus) en dat het wordt geboekt op artikel 922/733-
        CQ-60/08 van de buitengewone begroting van 2013 (begrotingswijziging
        van juni 2013).


SERVICES ORDINAIRES À LA POPULATION -=- GEWONE DIENSTEN VOOR DE
BEVOLKING
Elections -=- Verkiezingen
SP 103.- Population - Convention entre l'Etat belge et la commune de
   Schaerbeek relative au financement de l'acquisition de packs


                                         188
   biométriques dans le cadre de la délivrance de titres de séjour
   biométriques aux resssortissants de pays tiers et de passeports
   biométriques aux citoyens belges. -=- Bevolking - Overeenkomst
   tussen de Belgische Staat en de gemeente Schaarbeek betreffende de
   financiering van de aankoop van biometrische packs in het kader van
   de afgifte van biometrische verblijfstitels aan onderdanen van derde
   landen en van biometrische paspoorten aan belgische burgers


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                               LE CONSEIL COMMUNAL
                                Approuvé à l'unanimité.

Vu le règlement (CE) n° 1030/2002 du Conseil du 13.06.2002, établissant un
modèle uniforme de titre de séjour pour les ressortissants de pays tiers, tel que
modifié par le règlement (CE) n° 380/2008 du Conseil du 18.04.2008, modifiant le
règlement (CE) n° 1030/2002 établissant un modèle uniforme de titre de séjour
pour les ressortissants de pays tiers ;
Vu la loi du 15.12.1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et
l'éloignement des étrangers ;
Vu la loi du 19.07.1991 relative aux registres de la population, aux cartes d'identité,
aux cartes d'étranger et aux documents de séjour et modifiant la loi du 08.08.1983
organisant un Registre national des personnes physiques et, particulièrement son
article 6 § 5 alinéa 1 disposant que : "L'autorité fédérale met à la disposition de la
commune, qui endevient propriétaire, le matériel technique nécessaire à la carte
électronique. La commune est responsable du stockage etde l'entretien du
matériel." ;
Vu l'arrêté royal du 08.10.1981 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et
l'éloignement des étrangers ;
Vu la réglementation en matière de passeports et, plus particulièrement l'article
1er, alinéa 2, du règlement (CE) n° 2252/2004 du Conseil du 13.12.2004,
établissant des normes pour les éléments de sécurité et les éléments biométriques
intégrés dans les passeports et les documents de voyage délivrés par les Etats
membres disposant que : "Les passeports etles documents de voyage comportent
un support de stockage qui contient une photo faciale. Les Etats membres
ajoutentdes empreintes digitales enregistrées dans des formats interopérables (")"
;
Vu l'article 4 de la loi du 14.08.1974 relative à la délivrance de passeports
disposant que : "Les passeports ou documents en tenant lieu sont délivrés aux
Belges, en Belgique, par le Ministre des Affaires étrangères et par lesfonctionnaires
de l'Etat, des provinces et des communes délégués par lui (")" ;
Vu la décision du Conseil des Ministres du 23.03.2012, mettant à la disposition des
communes l'équipement nécessaire à l'enregistrement de données biométriques
dans les titres de séjour délivrés aux ressortissants de pays tiers et étendant le
projet du Service Public Fédéral Intérieur relatif aux titres de séjour à la délivrance
des passeports et approuvant l'accord de coopération entre le Service Public
Fédéral Intérieur et le Service Public Fédéral Affaires étrangères relatif à
l'implémentation de la biométrie dans les communes de Belgique ;
Vu l'accord de coopération du 20.04.2012 entre la Ministre de l'Intérieur et le
Ministre des Affaires étrangères relatif à l'implémentation de la biométrie dans les
communes belges ;
Vu le courrier conjoint du 5 juillet 2013, aux SPF Intérieur et Affaires étrangères
invitant notre commune à signer la convention annexée au courrier précité, aux
termes de laquelle l'Etat belge finance l'acquisition par notre commune de vingt
packs biométriques, dont la description est annexée à la présente convention
DECIDE
d'approuver les termes de la convention ci-annexée entre l'Etat belge et la
commune de Schaerbeek, convention relative à la délivrance de titres de séjour
biométriques aux ressortissants de pays tiers et de passeports biométriques aux
citoyens belges.

                                 DE GEMEENTERAAD
                      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op verordening (EG) nr. 1030/2002 van de Raad van 13.06.2002 betreffende
de invoering van een uniform model voor verblijfstitels van onderdanen van derde
landen zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 380/2008 van de Raad van
18.04.2008 tot wijziging, van verordening (EG) nr. 1030/2002 betreffende de
invoering van een uniform model voor verblijfstitels voor onderdanen van derde


                                           189
landen ;
Gelet op de wet van 15.12.1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen ;
Gelet op de wet van 19.07.1991 betreffende de bevolkingsregisters, de
identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot
wijziging van de wet van 08.08.1983 tot regeling van een Rijksregister van de
natuurlijke personen en meer bepaald artikel 6 § 5 alinea 1 dat het volgende
bepaalt : "De federaleoverheid stelt de technische apparatuur nodig voor de
elektronische kaart ter beschikking van de gemeente, die ereigenaar van wordt. De
gemeente staat in voor de opslag en het onderhoud van de apparatuur." ;
Gelet op het koninklijk besluit van 08.10.1981 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen ;
Gelet op de regelgeving inzake paspoorten en meer bepaald artikel 1, alinea 2, van
verordening (EG) nr. 2252/2004 van de Raad van 13.12.2004 betreffende normen
voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de Lidstaten
afgegeven paspoorten en reisdocumenten, dat bepaalt dat "voor paspoorten
enreisdocumenten een opslagmedium wordt gebruikt dat een gezichtsopname
bevat. De Lidstaten nemen ookvingerafdrukken in een interoperabel formaat op
(")" ;
Gelet op het artikel 4 van de wet van 14.08.1974 betreffende de afgifte van
paspoorten dat het volgende bepaalt : "Paspoorten of als zodanig geldende
bescheiden worden aan Belgen afgegeven : in België, door de Minister
vanBuitenlandse Zaken en de door hem gemachtigde ambtenaren van de Staat, de
provincies of de gemeenten (")" ;
Gelet op de beslissing van de Ministerraad van 23.03.2012 waarbij de nodige
apparatuur voor de registratie van biometrische gegevens in de verblijfstitels voor
onderdanen van derde landen ter beschikking wordt gesteld van de gemeenten en
waarbij het project van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken
betreffende de verblijfstitels wordt uitgebreid tot de afgifte van paspoorten en
waarbij de goedkeuring wordt gehecht aan de samenwerkingsovereenkomst tussen
de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken en de Federale Overheidsdienst
Buitenlandse Zaken inzake de invoering van biometrie in de Belgische gemeenten ;
Gelet op de samenwerkingsovereenkomst van 20.04.2012 tussen de Minister van
Binnenlandse Zaken en de Minister van Buitenlandse Zaken inzake de invoering
van biometrie in de Belgische gemeenten ;
Gelet de gemeenschappelijke briefwisseling van 5 juli 2013, afkomstig van de
Federale Overheidsdiensten (FOD) Binnelnadse zaken, waarin onze gemeente
uitgenodigd wordt om de in bijlage gevoegde overeenkomst te ondertekenen,
krachtens de welke de Belgische Staat de kosten van de biometrische packs, zoals
beschreven in bijlage van deze overeenkomst, voor zijn rekening neemt.
BESLUIT
de overeenkomst, in bijlage hernomen, betreffende de afgifte van biometrische
verblijfstitels aan onderdanen van derde landen en van biometrische paspoorten
aan belgische burgers tussen de gemeente Schaarbeek en de belgische staat goed
te keuren.


SERVICES COMMUNAUX SPÉCIFIQUES -=- SPECIFIEKE DIENSTEN VOOR DE
BEVOLKING
Cohésion sociale - prévention - solidarité -=- Sociale cohesie - preventie -
solidariteit
SP 104.- Commission consultative pour la politique des personnes
   handicapées : modification au Règlement de la Commission et
   renouvellement de sa composition -=- Adviescommissie voor het
   gehandicaptenbeleid : wijziging van het Reglement van de Commissie
   en vernieuwing van haar samenstelling


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                             LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 120bis de la Nouvelle Loi Communale;
Vu sa délibération du 26 mars 1997 créant une Commission consultative de la
politique des personnes handicapées;
Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins en date du 10 septembre
2013;
Considérant qu'il y a lieu de faire droit aux conclusions de cette décision;


                                         190
DECIDE :
d'adopter le nouveau Règlement de la Commission dont le texte est en annexe et
de nommer les personnes reprises dans la liste comme membres de la
Commission.

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikels 117 en 120bis van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op zijn raadsbesluit van 26 maart 1997, dat een Adviescommissie voor het
gehandicaptenbeleid instelt;
Gelet op het besluit van het College van Burgemeester en Schepenen van 10
september 2013;
Overwegende dat het betaamt gevolg te geven aan de conclusies van dit verslag;
BESLUIT :
het nieuw Reglement van de Commissie waarvan de tekst zich in bijlage bevindt,
aan te nemen en de personen, vermeld in bijgevoegde lijst, te benoemen als leden
van de Commissie.

Bibliothèque francophone -=- Franstalig Biblioteek
SP 105.- Accord cadre de partenariat avec L’Apedaf -=- Kader
   overeenkomst aangaande het partnership tussen Apedaf


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                              LE CONSEIL COMMUNAL
                               Approuvé à l'unanimité.

Pour mener à bien leurs activités, les bibliothèques sont amenées à collaborer avec
les associations de terrain dans différents domaines : éducation permanente,
alphabétisation, expression, citoyenneté, pratiques de lecture, jeunesse et enfance,
etc.
La philosophie du nouveau décret lecture publique de 2009, traduite dans le plan
stratégique des bibliothèques pour 2013-2018, demande de donner un cadre plus
structurel à ces collaborations, principalement dans le but de tisser des liens
solides.
Dans ce cadre, le Service des bibliothèques
PROPOSE
de conclure un accord cadre de partenariat avec l’APEDAF (Association des Parents
d’Enfants Déficients Auditifs Francophones)

                                DE GEMEENTERAAD
                     Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Om hun activiteiten uit te voeren, worden bibliotheken gedwongen om te werken
met basisorganisaties in verschillende gebieden: voortgezet onderwijs,
alfabetisering, uitdrukking, burgerschap, lezen praktijken, jongeren en kinderen,
enzovoort.
De filosofie van het nieuwe decreet publieke lezing in 2009, terug te vinden in het
Strategisch Plan 2013-2018 bibliotheken, de toepassing van een meer structureel
kader van deze samenwerkingsverbanden bieden, vooral om sterke relaties op te
bouwen.
In deze context , STELT de dienst Biliotheken, VOOR
om een kader-partnerschapsovereenkomst met de APEDAF (Association des Parents
d’Enfants Déficients Auditifs Francophones) af te sluiten.

Enseignement néerlandophone -=- Nederlandstalig Onderwijs
SP 106.- Enseignement communal néerlandophone - Convention
  d'utilisation avec la Vlaamse Gemeenschapscommissie, pour le
  'Kattepoel', avenue Rogier 214 -=- Nederlandstalig gemeentelijk
  onderwijs - Gebruikersovereenkomst met de Vlaamse
  Gemeenschapscommissie voor 'de Kattepoel', Rogierlaan 214

      Monsieur Gilles intervient.
      Madame Buyttebier répond.
      Monsieur Gilles intervient.


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                         191
                            LE CONSEIL COMMUNAL
                              Approuvé à l'unanimité.

Vu la nouvelle loi communale,
Vu la décision du Collège du 30 juillet 2013 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins
DECIDE
D’approuver la convention d’utilisation pour l’enseignement communal
néerlandophone avec la « Vlaamse Gemeenschapscommissie » pour le « Kattepoel,
avenue Rogier 214.

                              DE GEMEENTERAAD
                    Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de nieuwe gemeentewet,
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen op datum
van 30 juli 2013;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepen
BESLUIT
De gebruikersovereenkomst voor het Nederlandstalig gemeentelijk onderwijs met
de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor de Kattepoel, Rogierlaan 214 goed te
keuren.


SERVICES GÉNÉRAUX -=- ALGEMENE ZAKEN
Gestion immobilière technique -=- Technisch vastgoedbeheer
SP 214.- Bien communal sis rue du Progrès, 287 - Consultation ONE -
  Modification du projet de contrat de bail - Approbation -=-
  Gemeentegoed gelegen Vooruitgangstraat 287 - Kind en Gezin
  Raadplegingen - Wijziging van het ontwerp van de huurovereenkomst -
  Goedkeuring


DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
L'urgence est admise à l'unanimité. -=- De dringendheid wordt eenparig
aangenomen.
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                            LE CONSEIL COMMUNAL
                              Approuvé à l'unanimité.

L'urgence est admise à l'unanimité
Vu l'article 117 de la nouvelle loi communale
Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 18.03.2013 approuvant
l'extension de l'occupation de l'ONE au 1er étage du bien sis rue du Progrès, 287
Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 30.07.2013 approuvant
le contrat de bail
Considérant qu'il y a lieu de faire droit aux conclusions de cette décision
Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 25.09.2003 relative aux
charges du rez-de-chaussée
DECIDE :
     1. De marquer son accord sur l'occupation du rez-de-chaussée et du 1er étage
         sis rue du Progrès, 287 par une consultation ONE pour 800 euros/mois
     2. D'adopter le contrat de bail déposé au dossier

                              DE GEMEENTERAAD
                    Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

De dringendheid wordt eenparig aangenomen
Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen dd.
18.03.2013 goedkeurend de uitbreiding van de bezetting tot de 1ste verdieping van
het pand gelegen Vooruitgangstraat, 287 door ONE
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen dd.
30.07.2013 goedkeurend het huurcontract
Overwegend dat het betaamt gevolg te geven aan de conclusies van deze
beslissing
Gelet op de beslissing van het College van Burgemesstre en Schepeen dd.
25.09.2013 betreffend de lasten van het gelijkvloers
BESLUIT :
    1. Akkoord te gaan met de bezetting van het gelijkvloers en de eerste


                                        192
          verdieping gelegen Vooruitgangstraat, 287 door een raadpleging ONE voor
          800 euro/maand
    2.    De huurcontract, neergelegd in het dossier, aan te nemen


ENSEIGNEMENT COMMUNAL- BUDGET / LOGISTIQUE / CONTRÔLE -=-
GEMEENTELIJK ONDERWIJS
SP 215.- Règlement-redevance pour les services d'accueil en milieu
  scolaire (S.A.M.S.) pendant l'année scolaire - Modifications. -=-
  Gemeentereglement betreffende de bijdrage voor de kinderopvang in
  scholen tijdens het schooljaar - Wijzigingen

         Monsieur De Herde expose le point.
         Monsieur Lahlali, Monsieur Verzin et Monsieur Bernard interviennent.
         Monsieur De Herde répond.



DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
L'urgence est admise à l'unanimité. -=- De dringendheid wordt eenparig
aangenomen.
Décidé, par 27 voix contre 15 et 1 abstention(s). -=- Besloten, met 27 stem(men)
tegen 15 en 1 onthouding(en).

                                LE CONSEIL COMMUNAL
                      Décidé, par 27 voix contre 15 et 1 abstention(s).

L'urgence est admise à l'unanimité
Vu l’article la Nouvelle Loi Communale,
Vu la délibération du Conseil communal du 7 novembre 2012 concernant l’adoption
du règlement des Services d’Accueil en Milieu Scolaire.
Considérant qu’il appartient au conseil communal de fixer les tarifs pour les
Services d’Accueil en Milieu Scolaire (S.A.M.S.) plus communément appelés «
garderies centrales » pendant les congés scolaires ;
Vu la décision du Collége du 11 juin 2013.
Vu la délibération du Conseil du 26 juin 2013.
Vu la proposition du Collège du 24 septembre 2013
DECIDE
D'approuver les amendements suivants:
Article 2: Tout enfant scolarisé est considéré comme étant inscrit aux S.A.M.S.,
quelle que soit l’importance de son utilisation. Ses parents ou responsables légaux
étant dès lors redevables des frais forfaitaires annuels relatifs aux périodes choisies
par les parents ou responsables légaux. Faute de réception du document relatif au
choix des périodes d’utilisation des S.AM.S., il sera considéré que les parents ou
responsables légaux optent pour la formule forfaitaire la plus complète. Ces
derniers seront redevables du montant requis pour
Remplacé par :
Article 2: Tout enfant scolarisé est considéré comme étant inscrit aux S.A.M.S.,
quelle que soit l’importance de son utilisation. Ses parents ou responsables légaux
étant dès lors redevables des frais forfaitaires annuels relatifs aux périodes choisies
par les parents ou responsables légaux. Faute de réception du document relatif au
choix des périodes d’utilisation des S.AM.S., il sera considéré que les parents ou
responsables légaux optent pour une utilisation maximale des périodes d’utilisation
prévues. Ces derniers seront redevables du montant requis pour celles-ci.
Article 3: Tout parent ou responsable légal peut renoncer à l’utilisation de ce
service uniquement s’il s’engage par écrit à ce que son enfant ne soit pas présent
dans l’école aux heures de fonctionnement du service (aucune présence le matin
avant les cours, le midi, le soir après les cours et le mercredi après-midi). Faute de
réception de ce refus dans le courant de la première semaine de l’année scolaire ou
au moment de l’inscription, le parent ou responsable légal reconnait bénéficier du
service et être redevable du moment requis pour la formule forfaitaire la plus
complète.
Remplacé par :
Article 3: Tout parent ou responsable légal peut renoncer à l’utilisation de ce
service uniquement s’il s’engage par écrit à ce que son enfant ne soit pas présent
dans l’école aux heures de fonctionnement du service (aucune présence le matin
avant les cours, le midi, le soir après les cours et le mercredi après-midi). Faute de
réception de ce refus ou du choix des périodes souhaitées dans le courant de la
première semaine de l’année scolaire ou au moment de l’inscription, les parents ou
responsables légaux reconnaissent bénéficier des services pendant l’entièreté des


                                             193
périodes et sont dès lors redevables des montants déterminés pour celles-ci.
Si pendant l’année scolaire, il devait être constaté qu’un élève, dont les parents ou
responsables légaux n’avaient pas souhaité bénéficier du présent article, utilise
malgré tout les services, les modalités de redevances inscrites au présent article
seraient également d’application.
Article 4: Si un enfant s’inscrit dans l’école en cours d’année, le moment à payer
est déterminé à partir de la tranche annuelle du forfait en vigueur au 1erjour de
présence à l’école.
Pratiquement : paiement du forfait entier jusqu’au 31/12, paiement des tranches 2
et 3 jusqu’au 01/04, paiement de la tranche 3 uniquement après le 01/04, et ce en
fonction des périodes d’utilisation des services telle que définies à l’article 6. Si
pendant l’année scolaire, il devait être constaté qu’un élève dont les parents
avaient souhaité bénéficier de l’article 3 du présent règlement utilise malgré tout
les services, les modalités du présent article seraient dès lors d’application.
Remplacé par :
Article 4: Si un enfant s’inscrit dans l’école en cours d’année, le moment à payer
est déterminé proportionnellement aux mois restants pendant l’année scolaire (1
mois = 1/10 du forfait annuel) conformément aux périodes d’utilisation des
services telle que définies à l’article 6. Si pendant l’année scolaire, il devait être
constaté qu’un élève dont les parents ou responsables légaux avaient souhaité
bénéficier de l’article 3 du présent règlement utilise malgré tout les services, les
modalités du présent article seraient dès lors d’application. Il en sera de même si
pendant l’année scolaire, il devait être constaté qu’un élève utilise des périodes
d’utilisation non choisies par les parents ou responsables légaux..
Article 6: Les frais réclamés aux parents sont basés sur le principe d’un forfait
annuel pour l’ensemble de l’année scolaire. La formule forfaitaire choisie par les
parents ou responsables légaux est due quelle que soit l’importance d’utilisation
des services.
Ces forfaits annuels sont fixés comme suit :
* Forfait Midi : Utilisation uniquement du temps de midi (les élèves arrivent à
l’école après 8 h 15 et quittent celle-ci dès la fin des cours y compris le mercredi à
midi),
180 € par année scolaire, payable soit en une fois, soit en 3 tranches (60 €
chacune) conformément aux échéances établies à l’article 7 du présent règlement.
* Forfait mercredi après-midi : Utilisation le mercredi de 12 à 18 h,
90 € par année scolaire, payable soit en une fois, soit en 3 tranches (30 € chacune)
conformément aux échéances établies à l’article 7 du présent règlement
Les forfaits « Midi » et mercredi après-midi sont cumulables au tarif de 270 € par
année scolaire, payable soit en une fois, soit en 3 tranches (90 € chacune)
conformément aux échéances établies à l’article 7du présent règlement.
* Forfait Matin-midi- Soir : Utilisation possible de 7 h 30 à 18 h, excepté le mercredi
(les élèves quittent l’école le mercredi à midi),
330 € par année scolaire, payable soit en une fois, soit en 3 tranches (110 €
chacune) conformément aux échéances établies à l’article 7 du présent règlement.
* Forfait complet : utilisation possible tous les jours de 7 h 30 à 18 h, y compris le
mercredi après-midi,
420 € par année scolaire, payable soit en une fois, soit en 3 tranches (140 €
chacune) conformément aux échéances établies à l’article 7 du présent règlement.
Ces montants seront revus annuellement (avant le début de l’année scolaire) par le
Collège des Bourgmestre et Echevins dans les limites de l’indexation des prix.
Le taux des intérêts de retard et le montant des frais administratifs forfaitaires
seront également revus annuellement par le Collège des Bourgmestre et Echevins.
Remplacé par :
Article 6: Les frais réclamés aux parents sont basés sur le principe d’un forfait
annuel pour l’ensemble de l’année scolaire. La formule forfaitaire choisie par les
parents ou responsables légaux est due quelle que soit l’importance d’utilisation
des services.
Ces forfaits annuels sont fixés par période journalière d’utilisation :
* Le matin (forfait annuel journalier):
- Tarif de base : 12 €/jour
- Tarif réduit pour les enfants domiciliés à Schaerbeek : 10€/jour
* Le midi (forfait annuel journalier):
- Tarif de base : 45 €/jour
- Tarif réduit pour les enfants domiciliés à Schaerbeek : 40€/jour
* Le soir (forfait annuel journalier):
- Tarif de base : 40€/jour
- Tarif réduit pour les enfants domiciliés à Schaerbeek : 30€/jour
.
* Le mercredi après-midi (forfait annuel journalier):
- Tarif de base : 110 €/jour

                                           194
- Tarif réduit pour les enfants domiciliés à Schaerbeek : 80€/jour
Ces montants seront revus annuellement (avant le début de l’année scolaire) par le
Collège des Bourgmestre et Echevins dans les limites de l’indexation des prix.
Le taux des intérêts de retard et le montant des frais administratifs forfaitaires
seront également revus annuellement par le Collège des Bourgmestre et Echevins.
Article 7: La facturation et le paiement du forfait pour les S.A.M.S. pendant l’année
sont établis par tranche :
     •    Paiement en une seule fois : facturé au 15/09 et payable au plus tard le
          01/10,
     •    Tranche 1 : facturée au 15/09 et payable au plus tard le 01/10,
     •    Tranche 2 : facturée au 15/01 et payable au plus tard le 01/02,
     •    Tranche 3 : facturée au 15/04 et payable au plus tard le 01/05.
Remplacé par :
Article 7: La facturation et le paiement du forfait pour les S.A.M.S. sont établis par
année scolaire et payable en 10 fois moyennant le principe de la domiciliation
bancaire établie grâce au formulaire transmit par l’administration. Par défaut, si le
document de domiciliation bancaire n’est pas remis à l’école concernée pour le 15
septembre, une facture annuelle sera émise.
Article 7 bis: Disposition transitoire pour l’année scolaire 2013-2014. Une facture
unique sera émise pour la période de septembre à décembre 2013 (4 mois) et
payable au plus tard le 10 décembre 2013. La faculté de choisir le principe de la
domiciliation bancaire pour la période restante de janvier à juin 2014 (6mois) sera
possible moyennant remise du formulaire adéquat à l’école pour le 1erdécembre
2013.
Article 9: Pour des raisons de sécurité au sein des établissements scolaires, ces
paiements sont effectués exclusivement par virement sur le compte bancaire
communal indiqué sur le bulletin de virement joint à la facture et mentionnant les
références à y indiquer.
Les montants non payés à l’échéance sont productifs sans autre avertissement des
intérêts de retard calculés au taux annuel de 2,75 %.
Dès le deuxième rappel des frais administratifs forfaitaires de 15 € seront exigibles.
Remplacé par :
Article 9: Pour des raisons de sécurité au sein des établissements scolaires, ces
paiements sont effectués exclusivement par domiciliation oupar virement sur le
compte bancaire communal indiqué sur le bulletin de virement joint à la facture et
mentionnant les références à y indiquer.
Les montants non payés à l’échéance sont productifs sans autre avertissement des
intérêts de retard calculés au taux annuel de 2,75 %.
Dès le deuxième rappel des frais administratifs forfaitaires de 15 € seront exigibles.

                                DE GEMEENTERAAD
               Besloten, met 27 stem(men) tegen 15 en 1 onthouding(en).

De dringendheid wordt eenparig aangenomen
Gelet op de nieuwe gemeentewet ;
Gelet op het raadsbesluit van 7 november 2012 betreffende de goedkering van het
reglement van de kinderopvang in de scholen ;
Overwegende dat de gemeenteraad de tarieven voor de kinderopvang in de
scholen tijdens de schoolvakanties gemeenzaam «schoolopvang » genoemd dient
vast te stellen ;
Overwegende dat het nodig is de inning van de verschuldigde bedragen te
vergemakkelen en te beveiligen ;
Gelet op het raadsbesluit van 11 juini 2013
Gelet op het gemeenteraad van 26 juni 2013
Gelet op het voorstel van het College van 24 september 2013
BESLUIT
Instemmen met de volgende amendementen:
Artikel 2: Elk schoolgaand kind wordt beschouwd als ingeschreven voor de
kinderopvang in scholen, ongeacht de mate waarin er gebruik van wordt gemaakt.
Zijn ouders of wettelijke vertegenwoordigers zijn dan de jaarlijkse forfaitaire kosten
verschuldigd voor de door hen gekozen periodes. Als geen document wordt
ontvangen met de keuze van de periodes voor het gebruik van de opvang wordt
ervan uitgegaan dat de ouders of wettelijke vertegenwoordigers voor de volledigste
forfaitaire formule kiezen. Zij zijn het vereiste bedrag voor deze prestaties
verschuldigd.
Vervangen door :
Artikel 2: Elk schoolgaand kind wordt beschouwd als ingeschreven voor de
kinderopvang in scholen, ongeacht de mate waarin er gebruik van wordt gemaakt.
Zijn ouders of wettelijke vertegenwoordigers zijn dan de jaarlijkse forfaitaire kosten
verschuldigd voor de door hen gekozen periodes. Als geen document wordt


                                          195
ontvangen met de keuze van de periodes voor het gebruik van de opvang, wordt
ervan uitgegaan dat de ouders of wettelijke vertegenwoordigers kiezen voor een
maximaal gebruik van de voorziene gebruiksperioden. Zij zijn het vereiste bedrag
voor deze prestaties verschuldigd.
Artikel 3: Elke ouder of wettelijke vertegenwoordiger mag alleen afzien van het
gebruik van de opvang als hij zich er schriftelijk toe verbindt dat zijn kind tijdens de
openingsuren van de opvang niet aanwezig zal zijn in de school (niet aanwezig 's
ochtends voor de lessen, 's middags, 's avonds na de lessen en op
woensdagnamiddag). Wordt deze weigering niet ontvangen in de loop van de
eerste week van het schooljaar of op het ogenblik van de inschrijving, dan erkent
de ouder of wettelijke vertegenwoordiger van de opvang gebruik te maken en het
vereiste bedrag voor de volledigste forfaitaire formule verschuldigd te zijn.
Vervangen door :
Artikel 3: Elke ouder of wettelijke vertegenwoordiger mag alleen afzien van het
gebruik van de opvang als hij zich er schriftelijk toe verbindt dat zijn kind tijdens de
openingsuren van de opvang niet aanwezig zal zijn in de school (niet aanwezig 's
ochtends voor de lessen, 's middags, 's avonds na de lessen en op
woensdagnamiddag). Wordt deze weigering of de keuze van de gewenste perioden
niet ontvangen in de loop van de eerste week van het schooljaar of op het ogenblik
van de inschrijving erkennen de ouders of wettelijke vertegenwoordigers van deze
diensten gebruik te maken voor alle perioden en zijn bijgevolg de bedragen
verschuldigd bepaald voor deze perioden.
Indien tijdens het schooljaar wordt vastgesteld dat een leerling waarvan de ouders
of wettelijke vertegenwoordigers geen gebruik wensten te maken van dit artikel en
er toch gebruik van maken zullen de modaliteiten van de bedragen vermeld in dit
artikel van toepassing zijn.
Artikel 4: Als een kind in de loop van het schooljaar wordt ingeschreven, wordt het
te betalen bedrag bepaald op basis van de jaarlijkse schijf van het forfait dat van
kracht is op de eerste dag dat het kind aanwezig is op school.
Praktisch: betaling van het volledige forfait tot 31 december, betaling van de
schijven 2 en 3 tot 1 april, betaling van schijf 3 enkel na 1 april, en dat volgens de
periodes waarin gebruik wordt gemaakt van de opvang zoals bepaald in artikel 6.
Indien tijdens het schooljaar wordt vastgesteld dat een leerling waarvan de ouders
zich op artikel 3 van dit reglement wensten te beroepen, toch van de opvang
gebruikmaakt, zijn de voorwaarden van dit artikel van toepassing.
Vervangen door :
Artikel 4: Als een kind in de loop van het schooljaar wordt ingeschreven zal het te
betalen bedrag evenredig vastgesteld worden aan het aantal nog te lopen
maanden van het schooljaar (1 maand = 1/10 van het jaarlijks forfait)
overeenkomstig de gebruiklte perioden van de diensten zoals bepaald onder artikel
6.
Indien tijdens het schooljaar wordt vastgesteld dat een leerling waarvan de ouders
of wettelijke vertegenwoordigers niet wensten gebruik te maken van dit artikel en
toch gebruik maken van alle diensten zullen de modaliteiten van de bedragen
vermeld in dit artikel van toepassing zijn.
Dit zal eveneens van toepassing zijn wanneer tijdens het scholljaar wordt
vastgesteld date en leerling gebruik maakt van de door de ouders of wettelijke
vertegenwoordigers niet gekozen perioden
Artikel 6: De kosten worden aan de ouders aangerekend volgens het principe van
een jaarlijks forfait voor het hele schooljaar. De door de ouders of wettelijke
vertegenwoordigers gekozen forfaitaire formule is verschuldigd, ongeacht de mate
waarin van de opvang wordt gebruikgemaakt.
Deze jaarlijkse forfaits worden als volgt vastgelegd:
* Forfait middag: enkel gebruik van de opvang tijdens de middagpauze (de
leerlingen komen op school aan na 8.15 uur en verlaten de school na afloop van de
lessen, inclusief op woensdagmiddag),
180 euro per schooljaar, te betalen in één keer of in drie schijven (van elk 60 euro),
overeenkomstig de vervaldagen zoals bepaald in artikel 7 van dit reglement.
* Forfait woensdagnamiddag: gebruik van de opvang op woensdag van 12 tot 18
uur,
90 euro per schooljaar, te betalen in één keer of in drie schijven (van elk 30 euro),
overeenkomstig de vervaldagen zoals bepaald in artikel 7 van dit reglement.
De forfaits voor de middag en woensdagnamiddag zijn cumuleerbaar tegen een
tarief van 270 euro per schooljaar, te betalen in één keer of in drie schijven (van elk
90 euro), overeenkomstig de vervaldagen zoals bepaald in artikel 7 van dit
reglement.
* Forfait Ochtend – Middag – Avond: gebruik van de opvang mogelijk van 7.30 tot
18 uur, uitgezonderd op woensdag (de leerlingen verlaten de school op
woensdagmiddag),
330 euro per schooljaar, te betalen in één keer of in drie schijven (van elk 110

                                           196
euro), overeenkomstig de vervaldagen zoals bepaald in artikel 7 van dit reglement.
* Volledig forfait: gebruik van de opvang mogelijk elke dag van 7.30 tot 18 uur,
inclusief op woensdagnamiddag,
420 euro per schooljaar, te betalen in één keer of in drie schijven (van elk 140
euro), overeenkomstig de vervaldagen zoals bepaald in artikel 7 van dit reglement.
Deze bedragen worden jaarlijks herzien (vóór het begin van het schooljaar) door
het college van burgemeester en schepenen binnen de limieten van de
prijsindexering.
Het tarief van de nalatigheidsinteresten en het bedrag van de forfaitaire
administratieve kosten worden ook jaarlijks herzien door het college van
burgemeester en schepenen.
Vervangen door :
Artikel 6: De kosten worden aan de ouders aangerekend volgens het principe van
een jaarlijks forfait voor het hele schooljaar. De door de ouders of wettelijke
vertegenwoordigers gekozen forfaitaire formule is verschuldigd, ongeacht de mate
waarin van de opvang wordt gebruikgemaakt.
Deze jaarlijkse forfaits worden vastgelegd per dagelijkse gebruiksperiode :
     1. ‘s Morgens (jaarlijks dagelijks forfait)
- Basistarief : 12 €/dag
- Verminderd tarief voor de kinderen wonende te Schaarbeek : 10 €/dag
     1. ‘s Middags (jaarlijks dagelijks forfait)
- Basistarief : 45 €/dag
- Verminderd tarief voor de kinderen wonende te Schaarbeek : 40 €/dag
     1. ‘s Avonds (jaarlijks dagelijks forfait)
- Basistarief : 40 €/dag
- Verminderd tarief voor de kinderen wonende te Schaarbeek : 30 €/dag
     1. Woensdagnamiddag (jaarlijks dagelijks forfait)
- Basistarief : 110 €/dag
- Verminderd tarief voor de kinderen wonende te Schaarbeek : 80 €/dag
Deze bedragen worden jaarlijks herzien (vóór het begin van het schooljaar) door
het college van burgemeester en schepenen binnen de limieten van de
prijsindexering.
Het tarief van de nalatigheidsinteresten en het bedrag van de forfaitaire
administratieve kosten worden ook jaarlijks herzien door het college van
burgemeester en schepenen.
Artikel 7: De facturatie en de betaling van het forfait voor de opvang in de loop van
het jaar worden per schijf opgesteld:
     •    Betaling in één keer: gefactureerd op 15 september en ten laatste te
          betalen op 1 oktober,
     •    Schijf 1: gefactureerd op 15 september en ten laatste te betalen op 1
          oktober,
     •    Schijf 2: gefactureerd op 15 januari en ten laatste te betalen op 1 februari,
     •    Schijf 3: gefactureerd op 15 april en ten laatste te betalen op 1 mei.
Vervangen door :
Artikel 7 : : De facturatie en de betaling van het forfait voor de opvang worden per
schooljaar opgesteld en betaalbaar in 10 schijven volgens het principe van de
bankdomiciliëring waarvoor u een formulier zal overhandigd worden door het
gemeentebestuur.
Indien het document betreffende de bankdomiciliëring niet aan de school wordt
overhandigd voor 15 september zal een jaarfacture worden opgesteld.
Artikel 7 bis : Overgangsbepaling voor het schooljaar 2013-2014 . Een eenmalige
factuur zal worden opgesteld voor de periode van september tot december 2013 (4
maanden) welke betaalbaar zal zijn tegen uiterlijk 10 december 2013. De
mogelijkheid te opteren voor een bankdomiciliatie voor de resterende periode
gaande van januari tot juni 2014 (6 maanden) zal mogelijk zijn mits afgifte tegen
uiterlijk 1 december 2013 van het passend document aan de school.
Artikel 9: Om veiligheidsredenen in de onderwijsinrichtingen worden deze
betalingen uitsluitend verricht per overschrijving op de gemeentelijke bankrekening
zoals aangegeven op het overschrijvingsformulier bij de factuur en met vermelding
van de nodige referenties.
De bedragen die op de vervaldag onbetaald blijven, brengen zonder andere
waarschuwing nalatigheidsinteresten op, berekend tegen het jaarlijkse tarief van
2,75%.
Vanaf de tweede herinnering worden 15 euro administratieve kosten gevorderd.
Vervangen door :
Artikel 9: Om veiligheidsredenen in de onderwijsinrichtingen worden deze
betalingen uitsluitend verricht per overschrijving of domiciliëring op de
gemeentelijke bankrekening zoals aangegeven op het overschrijvingsformulier bij
de factuur en met vermelding van de nodige referenties.


                                           197
De bedragen die op de vervaldag onbetaald blijven, brengen zonder andere
waarschuwing nalatigheidsinteresten op, berekend tegen het jaarlijkse tarief van
2,75%.
Vanaf de tweede herinnering worden 15 euro administratieve kosten gevorderd.



                                        *****
Après le point 215 vote nominal auquel participent les conseillers communaux
suivants -=- Na het punt 215 hoofdelijke stemming waaraan de volgende
gemeenteraadsleden deelnemen : M.-h. Bernard Clerfayt; MM.-hh. Vincent Vanhalewyn,
Bernard Guillaume, Denis Grimberghs, Mme-mevr. Cécile Jodogne, MM.-hh. Etienne Noel, Saït
Köse, Sadik Köksal, Michel De Herde, Mohamed El Arnouki, Mme-mevr. Adelheid Byttebier;
MM.-hh. Georges Verzin, Jean-Pierre Van Gorp, Emin Ozkara, Mohamed Lahlali, Mmes-mevr.
Laurette Onkelinx, Isabelle Durant, MM.-hh. Halis Kökten, Ibrahim Dönmez, Mme-mevr. Derya
Alic, M.-h. Frédéric Nimal, Mme-mevr. Filiz Güles, MM.-hh. Abobakre Bouhjar, Yvan de
Beauffort, Mme-mevr. Angelina Chan, MM.-hh. Mohamed Reghif, Mohamed Echouel, Yves
Goldstein, Hasan Koyuncu, Mmes-mevr. Döne Sönmez, Jamila Sanhayi, Debora Lorenzino,
MM.-hh. Burim Demiri, Axel Bernard, Seydi Sag, Mme-mevr. Lorraine de Fierlant, M.-h.
Abdallah Kanfaoui, Mme-mevr. Joëlle Van Zuylen, M.-h. Quentin van den Hove, Mme-mevr.
Berrin Saglam, M.-h. Bram Gilles, Mme-mevr. Asma Mettioui, M.-h. Thomas Eraly.


                                        *****




                                            198
                    RESULTAT DU VOTE   – UITSLAG VAN DE STEMMING
                                                                             OUI – JA : O
                                                                         NON – NEEN : N
                                                       ABSTENTION – ONTHOUDING : -
                                                      PAS DE VOTE – GEEN STEM : ––––
Points de l'O.J.                       111-213      3-9, 19, 21- 20, 72, 82,   13-14
Punten agenda                                       28, 30-71,     84, 89
                                                    73-81, 83,
                                                    85-88, 90-
                                                     106, 214
BERNARD GUILLAUME                        O               O            O          O
ETIENNE NOEL                             O               O            O          O
GEORGES VERZIN                           O               O            O           -
MICHEL DE HERDE                          O               O            O          O
JEAN-PIERRE VAN GORP                     O               O            -          N
DENIS GRIMBERGHS                         O               O            O          O
CÉCILE JODOGNE                           O               O            O          O
EMIN OZKARA                              O               O            -          N
SAÏT KÖSE                                O               O            O          O
MOHAMED LAHLALI                         ––––             O            -          N
LAURETTE ONKELINX                       ––––             O            -          N
ISABELLE DURANT                          O               O            O          O
HALIS KÖKTEN                             O               O            -          N
SADIK KÖKSAL                             O               O            O          O
IBRAHIM DÖNMEZ                           O               O            -          N
DERYA ALIC                               O               O            -          N
MAHINUR OZDEMIR                         ––––           ––––        ––––         ––––
FRÉDÉRIC NIMAL                           O              O            O           O
FILIZ GÜLES                              O              O            O           O
ABOBAKRE BOUHJAR                         O              O            -           N
MOHAMED EL ARNOUKI                       O              O            O           O
YVAN DE BEAUFFORT                        O              O            O            -
ANGELINA CHAN                            O              O            O            -
MOHAMED REGHIF                           O              O            O           O
MOHAMED ECHOUEL                          O              O            O           O
VINCENT VANHALEWYN                       O              O            O           O
YVES GOLDSTEIN                          ––––            O            -           N
HASAN KOYUNCU                            O              O            -           N
CATHERINE MOUREAUX                      ––––           ––––        ––––         ––––
DÖNE SÖNMEZ                              O              O            -           N
ADELHEID BYTTEBIER                       O              O            O           O
JAMILA SANHAYI                           O              O            -           N
SOPHIE QUERTON                          ––––           ––––        ––––         ––––
DEBORA LORENZINO                         O              O            O           O
BURIM DEMIRI                             O              O            O           O
AXEL BERNARD                             O              O            O           O
SEYDI SAG                                O              O            O           O
LORRAINE DE FIERLANT                     O              O            O           O
ABDALLAH KANFAOUI                        O              O            O           O
JOËLLE VAN ZUYLEN                        O              O            O           O
QUENTIN VAN DEN HOVE                     O              O            O           O
BARBARA TRACHTE                         ––––           ––––        ––––         ––––
BERRIN SAGLAM                            O              O           O            O
BRAM GILLES                              O              O           O            O
ASMA METTIOUI                            O              O           O            O
THOMAS ERALY                             O              O           O            O
BERNARD CLERFAYT                         O              O           O            O
    OUI- JA                              40             43          31           28
                                          0              0           0           12
    NON-NEEN
                                          0              0          12           3
    ABSTENTIONS -
    ONTHOUDINGEN




                                           199
                    RESULTAT DU VOTE   – UITSLAG VAN DE STEMMING
                                                                         OUI – JA : O
                                                                     NON – NEEN : N
                                                      ABSTENTION – ONTHOUDING : -
                                                     PAS DE VOTE – GEEN STEM : ––––
Points de l'O.J.                         10            11         12         15
Punten agenda

BERNARD GUILLAUME                        O              O           O         O
ETIENNE NOEL                             O              O           O         O
GEORGES VERZIN                           -              O           -         -
MICHEL DE HERDE                          O              O           O         O
JEAN-PIERRE VAN GORP                     N              O           N         N
DENIS GRIMBERGHS                         O              O           O         O
CÉCILE JODOGNE                           O              O           O         O
EMIN OZKARA                              N              O           N         N
SAÏT KÖSE                                O              O           O         O
MOHAMED LAHLALI                          N              O           N         N
LAURETTE ONKELINX                        N              O           N         N
ISABELLE DURANT                          O              O           O         O
HALIS KÖKTEN                             N              O           N         N
SADIK KÖKSAL                             O              O           O         O
IBRAHIM DÖNMEZ                           N              O           N         N
DERYA ALIC                               N              O           N         N
MAHINUR OZDEMIR                         ––––          ––––         ––––     ––––
FRÉDÉRIC NIMAL                           O              O           O         O
FILIZ GÜLES                              O              O           O         O
ABOBAKRE BOUHJAR                         N              O           N         N
MOHAMED EL ARNOUKI                       O              O           O         O
YVAN DE BEAUFFORT                        N              O           N         -
ANGELINA CHAN                            N              O           N         -
MOHAMED REGHIF                           O              O           O         O
MOHAMED ECHOUEL                          O              O           O         O
VINCENT VANHALEWYN                       O              O           O         O
YVES GOLDSTEIN                           N              O           N         N
HASAN KOYUNCU                            N              O           N         N
CATHERINE MOUREAUX                      ––––          ––––         ––––     ––––
DÖNE SÖNMEZ                              N              O           N         N
ADELHEID BYTTEBIER                       O              O           O         O
JAMILA SANHAYI                           N              O           N         N
SOPHIE QUERTON                          ––––          ––––         ––––     ––––
DEBORA LORENZINO                         O              O           O         O
BURIM DEMIRI                             O              O           O         O
AXEL BERNARD                             -              -           O         -
SEYDI SAG                                O              O           O         O
LORRAINE DE FIERLANT                     O              O           O         O
ABDALLAH KANFAOUI                        O              O           O         O
JOËLLE VAN ZUYLEN                        O              O           -         O
QUENTIN VAN DEN HOVE                     O              O           O         O
BARBARA TRACHTE                         ––––          ––––         ––––     ––––
BERRIN SAGLAM                            O             O           O          O
BRAM GILLES                              O             O           O          O
ASMA METTIOUI                            O             O           O          O
THOMAS ERALY                             O             O           O          O
BERNARD CLERFAYT                         O             O           O          O
    OUI- JA                              27            42          27         27
                                         14             0          14         12
    NON-NEEN
                                          2             1           2         4
    ABSTENTIONS -
    ONTHOUDINGEN




                                             200
                    RESULTAT DU VOTE   – UITSLAG VAN DE STEMMING
                                                                         OUI – JA : O
                                                                     NON – NEEN : N
                                                      ABSTENTION – ONTHOUDING : -
                                                     PAS DE VOTE – GEEN STEM : ––––
Points de l'O.J.                         16            17         18         29
Punten agenda

BERNARD GUILLAUME                        O              O           O         O
ETIENNE NOEL                             O              O           O         O
GEORGES VERZIN                           -              -           -         N
MICHEL DE HERDE                          O              O           O         O
JEAN-PIERRE VAN GORP                     O              N           O         -
DENIS GRIMBERGHS                         O              O           O         O
CÉCILE JODOGNE                           O              O           O         O
EMIN OZKARA                              O              N           O         -
SAÏT KÖSE                                O              O           O         O
MOHAMED LAHLALI                          O              N           O         -
LAURETTE ONKELINX                        O              N           O         -
ISABELLE DURANT                          O              O           O         O
HALIS KÖKTEN                             O              N           O         -
SADIK KÖKSAL                             O              O           O         O
IBRAHIM DÖNMEZ                           O              N           O         -
DERYA ALIC                               O              N           O         -
MAHINUR OZDEMIR                         ––––          ––––         ––––     ––––
FRÉDÉRIC NIMAL                           O              O           O         O
FILIZ GÜLES                              O              O           O         O
ABOBAKRE BOUHJAR                         O              N           O         -
MOHAMED EL ARNOUKI                       O              O           O         O
YVAN DE BEAUFFORT                        -              N           N         N
ANGELINA CHAN                            -              -           -         N
MOHAMED REGHIF                           O              O           O         O
MOHAMED ECHOUEL                          O              O           O         O
VINCENT VANHALEWYN                       O              O           O         O
YVES GOLDSTEIN                           O              N           O         -
HASAN KOYUNCU                            O              N           O         -
CATHERINE MOUREAUX                      ––––          ––––         ––––     ––––
DÖNE SÖNMEZ                              O              N           O         -
ADELHEID BYTTEBIER                       O              O           O         O
JAMILA SANHAYI                           O              N           O         -
SOPHIE QUERTON                          ––––          ––––         ––––     ––––
DEBORA LORENZINO                         O              O           O         O
BURIM DEMIRI                             O              O           O         O
AXEL BERNARD                             O              -           O         O
SEYDI SAG                                O              O           O         O
LORRAINE DE FIERLANT                     O              O           O         O
ABDALLAH KANFAOUI                        O              O           O         O
JOËLLE VAN ZUYLEN                        O              O           O         O
QUENTIN VAN DEN HOVE                     O              O           O         O
BARBARA TRACHTE                         ––––          ––––         ––––     ––––
BERRIN SAGLAM                            O             O           O          O
BRAM GILLES                              O             O           O          O
ASMA METTIOUI                            O             O           O          O
THOMAS ERALY                             O             O           O          O
BERNARD CLERFAYT                         O             O           O          O
    OUI- JA                              40            27          40         28
                                          0            13           1         3
    NON-NEEN
                                          3             3           2         12
    ABSTENTIONS -
    ONTHOUDINGEN




                                             201
                    RESULTAT DU VOTE   – UITSLAG VAN DE STEMMING
                                                                         OUI – JA : O
                                                                     NON – NEEN : N
                                                      ABSTENTION – ONTHOUDING : -
                                                     PAS DE VOTE – GEEN STEM : ––––
Points de l'O.J.                        215
Punten agenda

BERNARD GUILLAUME                        O
ETIENNE NOEL                             O
GEORGES VERZIN                           N
MICHEL DE HERDE                          O
JEAN-PIERRE VAN GORP                     N
DENIS GRIMBERGHS                         O
CÉCILE JODOGNE                           O
EMIN OZKARA                              N
SAÏT KÖSE                                O
MOHAMED LAHLALI                          N
LAURETTE ONKELINX                        N
ISABELLE DURANT                          O
HALIS KÖKTEN                             N
SADIK KÖKSAL                             O
IBRAHIM DÖNMEZ                           N
DERYA ALIC                               N
MAHINUR OZDEMIR                         ––––
FRÉDÉRIC NIMAL                           O
FILIZ GÜLES                              O
ABOBAKRE BOUHJAR                         N
MOHAMED EL ARNOUKI                       O
YVAN DE BEAUFFORT                        N
ANGELINA CHAN                            N
MOHAMED REGHIF                           O
MOHAMED ECHOUEL                          O
VINCENT VANHALEWYN                       O
YVES GOLDSTEIN                           N
HASAN KOYUNCU                            N
CATHERINE MOUREAUX                      ––––
DÖNE SÖNMEZ                              N
ADELHEID BYTTEBIER                       O
JAMILA SANHAYI                           N
SOPHIE QUERTON                          ––––
DEBORA LORENZINO                         O
BURIM DEMIRI                             O
AXEL BERNARD                             -
SEYDI SAG                                O
LORRAINE DE FIERLANT                     O
ABDALLAH KANFAOUI                        O
JOËLLE VAN ZUYLEN                        O
QUENTIN VAN DEN HOVE                     O
BARBARA TRACHTE                         ––––
BERRIN SAGLAM                            O
BRAM GILLES                              O
ASMA METTIOUI                            O
THOMAS ERALY                             O
BERNARD CLERFAYT                         O
    OUI- JA                              27
                                         15
    NON-NEEN
                                          1
    ABSTENTIONS -
    ONTHOUDINGEN




                                             202
ORDRE DU JOUR (REPRISE) -=- AGENDA (VERVOLG)
POINT(S) INSCRIT(S) À LA DEMANDE DE CONSEILLERS COMMUNAUX -=-
PUNT(EN) OPGETEKENT OP VERZOEK VAN GEMEENTERAADSLEDEN
SP 107.- La "plaie" que constituent les pigeons sur le territoire de
  Schaerbeek (Point de Monsieur Quentin van den HOVE) -=- De
  duivenplaag op het grondgebied van Schaarbeek (Punt van de heer
  Quentin van den HOVE)

     Monsieur van den Hove expose son point.
     Monsieur Köksal répond.
     Monsieur van de Hove intervient.


                                    ***
     Madame Onkelinx et Monsieur Goldstein quittent la séance -=- Mevrouw
     Onkelinx en de heer Goldstein verlaten de vergadering.
                                    ***

SP 108.- Ligne de conduite de l'Echevin des Finances dans l'application du
  règlement visant à lutter contre les immeubles à l'abandon ou non
  entretenus (Demande de Madame Isabelle DURANT) -=- Gedragslijn
  van de Schepen van Financiën bij de uitvoering van de verordeningen
  voor de bestrijding van de stopzetting of niet-onderhouden gebouwen
  (verzoek van mevrouw Isabelle DURANT)

     Madame Durant expose son point.
     Monsieur Grimberghs répond.
     Madame Durant et Monsieur Verzin interviennent.


SP 109.- La mise en oeuvre des nouveaux règlements en matière de
  redevances pour les repas chauds, portages et garderies (Demande de
  Madame Catherine MOUREAUX) -=- Het aanwenden van de nieuwe
  reglementen inzake de bijdrage voor de warme maaltijden, soepen en
  opvang (Verzoek van Mevrouw Catherine MOUREAUX)

SP 110.- Les modalités d'attribution des logements communaux pour les
  seniories Brems et Victor Hugo (Demande de Monsieur Jean-Pierre VAN
  GORP) -=- De modaliteiten voor de toekenning van gemeentelijke
  woonruimten in de rusthuizen Brems en Victor Hugo (Verzoek van de
  heer Jean-Pierre VAN GORP)

     Monsieur Van Gorp expose son point.
     Monsieur Grimberghs répond.
     Monsieur Van Gorp intervient.



La séance publique est levée à 23 heures et 15 minutes -=- De openbare
vergadering wordt beëindigd om 23.15 uur.




                                      203


Discussion générale

transparencia/groupes-locaux/bru-schaerbeek/bruschcnscmn/2013-09-25_gbrucmnsch-cnscmn_sp-pv/start.txt · Dernière modification : 2017/12/07 03:58 de 127.0.0.1