Outils pour utilisateurs

Outils du site


transparencia:cadas:abelfedcadapub:advies-2020-074:start

Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis

Advies 74

Met betrekking tot het verkrijgen van een antwoord op vragen met betrekking tot een vereffening en verdeling van een nalatenschap

Transposition

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

     Afdeling openbaarheid van bestuur




                     13 juli 2020




                ADVIES 2020-74

met betrekking tot het verkrijgen van een antwoord
 op vragen met betrekking tot een vereffening en
          verdeling van een nalatenschap

                   (CTB/2020/63)
                                                                          2

   1. Een overzicht

1.1. Bij e-mail van 10 mei 2020 vraagt mevrouw X aan het Genootschap
van Notarissen Vlaams-Brabant als erfgenaam in de vereffening en
verdeling van de nalatenschap van wijlen haar moeder een antwoord op
volgende vragen:

     “Onderdeel 1. Welke natuurlijke personen dienen verplicht
     persoonlijk fysiek te verschijnen (en bijgevolg gezamenlijk aanwezig
     te zijn) in het kantoor van de notaris bij de werkzaamheden
     vereffening en verdeling?
     Cumulatief:
     1. De minuuthouder, of bij gebreke, een andere notaris, zoals ad
     nominatim bepaald bij de vorming of uitbreiding van de associatie van
     de minuuthouder;
     2. De tweede notaris, of bij gebreke, een andere notaris, zoals ad
     nominatim bepaald bij de vorming of uitbreiding van de associatie van
     de tweede notaris;
     3. De partijen (eventueel bijgestaan door een raadsman)?

     Onderdeel 2. Hebben de samenkomsten in het kantoor van de notaris
     in uitvoering van het gerechtelijk mandaat in vereffening en verdeling
     een besloten karakter, dus niet-openbaar?
     Wanneer de samenkomsten zoals voormeld een besloten karakter
     zouden hebben, dus niet-openbaar zouden zijn, dan dient bevestigd te
     worden dat geen enkel ander persoon aanwezig mag zijn, niet fysiek en
     niet door tussenkomst (op welke manier dan ook).

     Onderdeel 3. Wie mag er naast de natuurlijke personen die persoonlijk
     verplicht dienen te verschijnen bij de samenkomsten in uitvoering van
     het gerechtelijk mandaat in het kantoor van de notaris in vereffening
     en verdeling, bijkomstig aanwezig zijn? Niemand of wie wel?
     Wanneer de samenkomsten zoals voormeld een besloten karakter
     zouden hebben, dus niet-openbaar zouden zijn, dan dient bevestigd te
     worden dat geen enkel ander persoon aanwezig mag zijn, niet fysiek en
     niet door tussenkomst (op welke manier dan ook).

     Onderdeel 4. Wat dient er te gebeuren wanneer de minuuthouder (of
     enig ander notaris lid van diens associatie) niet persoonlijk fysiek
     aanwezig is? Mag de samenkomst in uitvoering van het gerechtelijk
     mandaat in vereffening en verdeling dan gehouden worden?
                                                                          3

       Dat de samenkomst dan niet mag plaatsvinden? Wat zijn de gevolgen?

       Onderdeel 5. Wat dient er te gebeuren wanneer de tweede notaris (of
       enig ander notaris lid van diens associatie) niet persoonlijk fysiek
       aanwezig is? Mag de samenkomst in uitvoering van het gerechtelijk
       mandaat in vereffening en verdeling dan gehouden worden?
       Dat de samenkomst dan niet mag plaatsvinden? Wat zijn de gevolgen?”

1.2. Bij e-mail van 14 juni 2020 verzoekt de aanvraagster het
Genootschap van Notarissen Vlaams-Brabant om zijn impliciete
weigeringsbeslissing te herzien.

1.3. Bij e-mail van 14 juni 2020 verzoekt de aanvrager de Commissie voor
de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling
openbaarheid van bestuur, hierna: Commissie, om een advies.

    2. De ontvankelijkheid van de aanvraag

De Commissie is van oordeel dat het verzoek om advies ontvankelijk is.
De verzoeker heeft immers voldaan aan de wettelijke vereiste van de
gelijktijdigheid van het verzoek tot heroverweging aan het Genootschap
van Notarissen Vlaams-Brabant en het verzoek om advies aan de
Commissie zoals vastgelegd in artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994
‘betreffende de openbaarheid van bestuur’ (hierna: wet van 11 april 1994).

  3.     De gegrondheid van de aanvraag

Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 huldigen
principieel het recht van toegang tot alle bestuursdocumenten. De toegang
tot bestuursdocumenten kan slechts worden geweigerd wanneer één of
meer uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen die
zich bevinden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in
concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts
uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden
ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend moeten worden
geïnterpreteerd (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997,
overweging B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15
september 2004, overweging B.3.2). Uitzonderingsgronden moeten
immers steeds beperkend worden geïnterpreteerd.
                                                                            4

Zoals de Commissie in het verleden al meermaals heeft geoordeeld (zie
o.m. advies 2019-64), moet het Genootschap van Notarissen Vlaams-
Brabant worden beschouwd als een federale administratieve overheid die
onder het toepassingsgebied valt van de wet van 11 april 1994.

De Commissie benadrukt dat aan de rechten die de wet van 11 april 1994
toekent geen ruimere betekenis mag worden gegeven dan wat de
grondwetgever en de wetgever op het oog hadden. Zo houdt het recht van
toegang, dat een recht op inzage, een recht op het verkrijgen van een
afschrift en een recht op uitleg omvat, geen verplichting in om nieuwe
bestuursdocumenten op te maken. Het recht op uitleg houdt weliswaar
een recht in om de inhoud van een bestuursdocument in begrijpelijke taal
te vernemen, maar impliceert niet dat een verdere toelichting en
interpretatie zou moeten worden gegeven van juridische teksten. De
Commissie stelt vast dat alle vragen die de aanvraagster stelt het verkrijgen
van verdere toelichting en interpretatie op het oog hebben. Ze oordeelt
dan ook dat de aanvraag als ongegrond moet worden beschouwd.




Brussel, 13 juli 2020.




   F. SCHRAM                                                  K. LEUS
   secretaris                                                voorzitster

transparencia/cadas/abelfedcadapub/advies-2020-074/start.txt · Dernière modification : 2020/09/28 23:41 de 127.0.0.1