Outils pour utilisateurs

Outils du site


transparencia:cadas:abelfedcadapub:advies-2020-038:start

Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis

Advies 38

Met betrekking tot de toegang tot een geheel van documenten die betrekking hebben op de maatregelen ter bestrijding van het coronavirus

Transposition

 Commissie voor de toegang tot en het
 hergebruik van bestuursdocumenten

      Afdeling openbaarheid van bestuur




                    27 april 2020




                 ADVIES 2020-38

  met betrekking tot de toegang tot een geheel van
documenten die betrekking hebben op de maatregelen
        ter bestrijding van het coronavirus

                   (CTB/2020/27)
                                                                          2

   1. Een overzicht

1.1. Bij e-mail van 10 april 2020 vraagt de heer X aan de Federale Politie
om een elektronische kopie van de volgende documenten opgemaakt
vanaf 1 februari 2020 tot heden: “alle Ministeriële Omzendbrieven met
betrekking tot de maatregelen ter bestrijding van corona waaronder de
Ministeriële omzendbrief GPI 94 ‘betreffende de richtlijnen inzake de
genomen maatregelen ter bestrijding van het virus COVID-19’; de
richtlijnen en nota’s van de Task Force GPI met betrekking tot de
maatregelen ter bestrijding van corona, waarnaar o.a. in de Ministeriële
omzendbrief GPI 94 wordt verwezen; de interventiegidsen en fiches en
alle andere documenten welke de Ministeriële omzendbrief GPI 94
uitleggen en/of interpreteren over hoe politiemensen op het terrein
moeten optreden en over wat een burger kan en niet kan.

1.2. Bij e-mail van 15 april 2020 antwoordt de Federale Politie dat de
interne richtlijnen opgesteld door de Geïntegreerde Politie louter bestemd
zijn voor intern gebruik en niet aan burgers worden doorgestuurd. Als de
aanvrager officiële documenten opgesteld door een overheid wenst te
verkrijgen, dan wordt hij verzocht om contact op te nemen met de
overheid die deze documenten heeft opgesteld.

1.3. Omdat hij het niet eens is met dit standpunt dient de aanvrager bij e-
mail van 16 april 2020 een verzoek tot heroverweging in bij de Federale
Politie. Daarbij beperkt hij zijn verzoek tot:
- de richtlijnen en nota’s van de Task Force GPI met betrekking tot de
maatregelen ter bestrijding van corona en die impact hebben op burgers
die niet in het Staatsblad of op internet werden gepubliceerd;
- de interventiegidsen en fiches eventueel ontdaan van vertrouwelijke
onderdelen en de andere documenten welke de Ministeriële Besluiten
uitleggen en/of interpreteren over hoe politiemensen op het terrein
moeten optreden en over wat een burger kan of niet kan.
Het verzoek tot heroverweging dient ook als verzoek om advies aan de
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van
bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna
Commissie.
                                                                         3

    2. De ontvankelijkheid van de aanvraag

De Commissie stelt vast dat het verzoek om advies ontvankelijk is. De
aanvrager heeft immers voldaan aan de gelijktijdigheid van het verzoek
tot heroverweging aan de Federale Politie en het verzoek om advies aan
de Commissie, zoals bepaald in artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994
‘betreffende de openbaarheid van bestuur’ (hierna: de wet van 11 april
1994).

Nochtans wil de Commissie erop wijzen dat de aanvrager zich evenwel in
principe direct tot de Commissie dient te richten. Omdat te dezen de e-
mail van 16 april 2020 ook direct aan de Commissie is gericht en er in de
eerste alinea van de betrokken e-mail gewag wordt gemaakt van “het
verzoek om advies gericht aan de Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur”,
ook al heeft het vervolg van die e-mail enkel betrekking op het verzoek
tot heroverweging, kan er alsnog een verzoek om advies gericht aan de
Commissie in worden gelezen.

De Commissie wil er wel op wijzen dat het advies enkel betrekking heeft
op de omschrijving van het voorwerp van het verzoek om toegang zoals
dit werd beperkt in het verzoek tot heroverweging en niet slaat op de
andere documenten die in het oorspronkelijk verzoek voorkomen.

   3. De gegrondheid van de aanvraag

Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 huldigen
principieel het recht van toegang tot alle bestuursdocumenten. De toegang
tot bestuursdocumenten kan slechts worden geweigerd wanneer één of
meer uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen die
zich bevinden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in
concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts
uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden
ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten
worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging
B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004,
overweging B.3.2). Uitzonderingsgronden moeten steeds beperkend
worden geïnterpreteerd.
                                                                         4

De Commissie wenst er vooreerst op te wijzen dat het recht van toegang
in de hiervoor gestelde zin enkel betrekking heeft op de toegang tot
bestuursdocumenten voor zover ze bestaan.

In haar antwoord beperkt de Federale Politie zich tot de interne
richtlijnen opgesteld door de Geïntegreerde Politie. Ze spreekt zich niet
uit over de toegang tot eventueel andere documenten die aan de
omschrijving in het oorspronkelijk verzoek voldoen. In het licht van de
beperktere omschrijving van het voorwerp van het verzoek tot
heroverweging en het verzoek om advies gaat het meer bepaald om de
interventiegidsen en fiches eventueel ontdaan van vertrouwelijke
onderdelen en de andere documenten welke de Ministeriële Besluiten
uitleggen en/of interpreteren over hoe politiemensen op het terrein
moeten optreden en over wat een burger kan of niet kan.

Voor de interne richtlijnen beroept de Federale Politie er zich op dat het
gaat om documenten die enkel voor intern gebruik bestemd zijn. De
Commissie wenst erop te wijzen dat de (“interne”) bestemming van een
document niet bepalend is om het als een bestuursdocument te
beschouwen dat in principe openbaar is. Een bestuursdocument wordt
immers omschreven als “alle informatie, in welke vorm ook, waarover een
administratieve overheid beschikt” (artikel 1, tweede lid, 2° van de wet
van 11 april 1994). Het is voldoende dat de Federale Politie over de
gevraagde documenten beschikt dat ze als bestuursdocumenten moeten
worden beschouwd, met uitzondering van gerechtelijke documenten, wat
in casu niet het geval is.

Voor wat de overige documenten betreft, stelt de Commissie vast dat de
Federale Politie geen uitzonderingsgronden inroept en deze behoorlijk in
concreto motiveert. De Federale Politie is er dan ook toe gehouden als ze
geen uitzonderingsgronden inroept en deze afdoende motiveert, om de
gevraagde documenten aan de aanvrager te bezorgen.
                                                                     5

De Commissie wenst ten slotte nog te wijzen op het principe van de
gedeeltelijke openbaarmaking die inhoudt dat als uitzonderingsgronden
moeten of kunnen worden ingeroepen de niet openbaarmaking enkel
betrekking heeft op de informatie die onder één of meer
uitzonderingsgronden valt. Alle andere informatie in een
bestuursdocument moet vooralsnog openbaar worden gemaakt.

Brussel, 27 april 2020.




   F. SCHRAM                                            K. LEUS
   secretaris                                          voorzitster

transparencia/cadas/abelfedcadapub/advies-2020-038/start.txt · Dernière modification : 2020/09/28 23:41 de 127.0.0.1