Outils pour utilisateurs

Outils du site


transparencia:cadas:abelfedcadapub:advies-2019-87:start

Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis

Advies 87

Met betrekking tot het verkrijgen van een kopie een onderzoek dat de geneesmiddelencommissie voerde in 1975 naar zwangerschapsdiagnostica

Transposition

 Commissie voor de toegang tot en het
 hergebruik van bestuursdocumenten

       Afdeling openbaarheid van bestuur




                   19 augustus 2019




                 ADVIES 2019-87

 met betrekking tot het verkrijgen van een kopie een
onderzoek dat de geneesmiddelencommissie voerde in
        1975 naar zwangerschapsdiagnostica

                    (CTB/2019/81)
                                                                          2

   1. Een overzicht

1.1. Bij e-mail van 1 november 2018 meldt mevrouw X aan het Federaal
Agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten (FAGG) dat
zij op zoek is naar archief van een onderzoek dat de
geneesmiddelencommissie           in       1975        voerde          naar
zwangerschapsdiagnostica. Het gaat meer bepaald over hormonale
preparaten die zowel gebruikt werden om de menstruatie op te wekken
als om zwangerschap vast te stellen. Deze middelen waren op de markt
onder de namen duogynon oral, gestatest, gynecoside, lutogunoestryl fort,
prolution Z, amenorone forte. Ze meldt dat volgens de documentatiedienst
van de FOD Volksgezondheid dit archief aan het FABB werd
overgedragen. Ook volgens het Algemeen Rijksarchief zou dit archief zich
nog bij het FAGG moeten bevinden aangezien zij slechts over documenten
tot 1970 beschikt. Ze vraagt vervolgens om inzage te krijgen in het archief
van de geneesmiddelencommissie.

1.2. Bij e-mail van 7 november 2018 meldt mevrouw Mieke Delvaeye dat
zij de huidige verantwoordelijke is voor de commissie voor
geneesmiddelen voor menselijk gebruik. Ze zal nagaan of ze de gevraagde
documenten kan terugvinden in het archief en de aanvraagster verder op
de hoogte houden.

1.3. Bij e-mail van 7 november 2018 meldt de aanvraagster dat ze niet
enkel geïnteresseerd is in het eindrapport van het onderzoek, maar ook in
bv. correspondentie en verslagen van vergaderingen hierover. Ze stelt dat
ze steeds bereid is om langs te komen om het archief van de
geneesmiddelencommissie te bezoeken/doorzoeken.

1.4. Bij e-mail van 20 november 2018 brengt de aanvraagster het FAGG
haar verzoek in herinnering.

1.5. Bij e-mail van 22 november 2018 meldt het FAGG dat men nog steeds
op zoek is naar de eventuele locatie van de archieven hierover.

1.6. Bij e-mail van 9 januari 2019 vraagt mevrouw Claes aan het FAGG of
het archief van de geneesmiddelencommissie ondertussen is gelokaliseerd.

1.7. Bij e-mail van 15 februari 2019 antwoordt het FAGG dat het een link
op het spoor is gekomen over archieven van 1825 tot 1972.
                                                                           3



1.8. Bij e-mail van 19 februari 2019 wijst de aanvraagster het FAGG erop
dat zij op zoek is naar het archief van de geneesmiddelencommissie uit
1975.

1.9. Omdat het informele verzoek niet tot resultaten heeft geleid vraagt
mevrouw Tinne Claes bij e-mail van 18 juni 2019 in overeenstemming met
de wet van 11 april 1994 ‘betreffende de openbaarheid van bestuur’
(hierna: wet van 11 april 1994) een digitaal afschrift van volgende stukken:
- het verslag van het onderzoek dat de geneesmiddelencommissie in 1975
  voerde naar hormonale zwangerschapsdiagnostica (producten op de
  markt onder de namen duogynon oral, gestatest, gynecoside,
  lutogunoestryl fort, prolution Z, amenorone forte;
- de ingaande en uitgaande correspondentie over dit onderzoek.

1.10. Bij e-mail van 8 juli 2019 brengt de aanvraagster haar verzoek in
herinnering.

1.11. Bij e-mail van 9 juli 2019 vraagt het FAGG aan de aanvraagster of zij
deze vraag al eerder heeft gesteld aan mevrouw Delvaeye.

1.12. Bij e-mail van 9 juli 2019 bevestigt de aanvraagster die vraag.

1.13. Bij e-mail van 10 juli 2019 meldt het FAGG dat mevrouw Delvaeye
afwezig is en meldt dat er wel degelijk opzoekingen gebeurd zijn in de
archieven, maar dat de gevraagde documenten niet zijn teruggevonden.

1.14. Bij e-mail van 11 juli 2019 betwijfelt de aanvraagster dat er ooit
opzoekingen in het archief zijn verricht.

1.15. Omdat zij geen verdere reactie ontvangt binnen de door de wet van
11 april 1994 bepaalde termijn, verzoekt de aanvraagster de Commissie
voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling
openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genaamd, bij e-mail op 19
juli 2019 om een advies. Zij stuurt de adviesaanvraag ook in cc. door aan
het FAGG, maar laat na het FAGG zelf te vragen om haar stilzwijgende
weigeringsbeslissing te heroverwegen.
                                                                         4

1.16. Bij e-mail van 22 juli 2019 dient de aanvraagster een verzoek tot
heroverweging in bij het FAGG. Bij e-mail van dezelfde dag vraagt zij de
Commissie opnieuw om een advies.

   2. De ontvankelijkheid van de aanvraag

De Commissie is van oordeel dat het verzoek om advies ontvankelijk is.
Zoals de wet van 11 april 1994 ‘betreffende de openbaarheid van bestuur’
(hierna: de wet van 11 april 1994) voorschrijft heeft de aanvrager zijn
verzoek om advies aan de Commissie en het verzoek tot heroverweging
aan het FAGG tegelijkertijd ingediend. Alhoewel de aanvraagster
nagelaten heeft om met haar e-mail van 19 juli 2019 gelijktijdig met het
verzoek om advies aan de Commissie ook een verzoek tot heroverweging
in te dienen bij het FAGG, heeft zij binnen de termijn van dertig dagen
waarbinnen de Commissie bevoegd is om een advies uit te brengen een
nieuw verzoek om advies ingediend bij de Commissie en gelijktijdig een
verzoek tot heroverweging aan het FAGG.

3. De gegrondheid van de aanvraag

Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 huldigen
principieel het recht van toegang tot alle bestuursdocumenten. De toegang
tot bestuursdocumenten kan slechts worden geweigerd wanneer één of
meer uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen die
zich bevinden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in
concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts
uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden
ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten
worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging
B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004,
overweging B.3.2).

De Commissie wenst erop te wijzen dat zowel de rechtspraak (RvS, arrest
nr. 225.549 van 21 november 2013) als de rechtsleer (zie o.m. F. SCHRAM,
Openbaarheid van bestuur. Een verkenning van de federale, Vlaamse en
Brusselse Regelgeving 2019, Brussel, Politeia, 2019, 68-69) hebben
geoordeeld dat uit artikel 32 van de Grondwet een verplichting rust op een
administratieve overheid om zich zo te organiseren dat wanneer een
burger een aanvraag indient om toegang tot één of meer
bestuursdocumenten te verkrijgen, ze de gevraagde bestuursdocumenten
                                                                         5

kan terugvinden. Op grond van de archiefwet kunnen
bestuursdocumenten slechts worden vernietigd dan met toestemming van
de Algemeen Rijksarchivaris. Aangezien een dergelijke toestemming niet
werd gegeven tot vernietiging van de gevraagde bestuursdocumenten, zou
het FAGG aan wie het archief van de geneesmiddelencommissie werd
overgedragen de gevraagde bestuursdocumenten in haar bezit moeten
hebben.

De Commissie wenst er verder op te wijzen dat de wet van 11 april 1994
slechts een recht van toegang toekent tot bestaande bestuursdocumenten.
Voor zover de gevraagde bestuursdocumenten in strijd met de archiefwet
zouden zijn vernietigd of verloren zouden zijn gegaan, dan kan het recht
van toegang niet worden uitgeoefend.

De Commissie wil ook opmerken dat uit de wet van 11 april 1994 evenmin
automatisch een recht op gedigitaliseerde kopies kan worden afgeleid als
die betrokken bestuursdocumenten enkel op papier bestaan. Het omzetten
van analoge documenten in een digitale versie is enkel mogelijk voor zover
dit omzetten geen onredelijke werklast met zich meebrengt.

Ten slotte wenst de Commissie erop te wijzen dat de wet van 11 april 1994
geen recht toekent om een volledig archief te onderzoeken, maar dat het
recht van toegang beperkt is tot de bestuursdocumenten waarvan de
toegang werd gevraagd in het oorspronkelijk verzoek.

Voor zover de gevraagde bestuursdocumenten bestaan, ziet de Commissie
geen inhoudelijke uitzonderingsgronden vermeld in artikel 6, §§ 1 en 2
die de toegang tot deze documenten zouden kunnen verhinderen. In de
mate het FAGG zou oordelen gebruik te kunnen maken van de
uitzonderingsgrond van de kennelijke onredelijkheid van de aanvraag
dient zulks op afdoende wijze en in concreto te worden gemotiveerd maar
zoals de Commissie in haar advies 2019-33 heeft uiteengezet, kan deze
uitzonderingsgrond slechts onder zeer strikte voorwaarden worden
ingeroepen.

Brussel, 19 augustus 2019.


   F. SCHRAM                                               K. LEUS
   secretaris                                             voorzitster

transparencia/cadas/abelfedcadapub/advies-2019-87/start.txt · Dernière modification : 2020/09/28 23:41 de 127.0.0.1