Date: 28/03/2018

• Source: https://www.ibz.rrn.fgov.be/fr/commissions/publicite-de-ladministration/avis/2018/ADVIES-2018-25.pdf
• Copie locale: advies-2018-25.pdf

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

      Afdeling openbaarheid van bestuur




                   28 maart 2018




                ADVIES 2018-25

met betrekking tot kennis te kunnen nemen van een
    administratief dossier voor zover het bestaat
                   (CTB/2018/22)
                                                                         2



   1. Een overzicht

1.1. Bij e-mail van 19 juli 2017 vraagt meester Crépine Uwashema,
optredend voor meester Christophe Marchand namens hun cliënt, de
heer X om voor zover een administratief dossier over hun cliënt bestaat,
hiervan kennis te kunnen nemen.

1.2. Bij e-mail van 20 juli 2017 laat de FOD Justitie de aanvraagster
weten dat er een administratief dossier bestaat, maar dat de
behandelende ambtenaar tot 01/08/2017 in verlof is.

1.3. Bij e-mail van 21 juli 2017 vraagt de raadsman om te vernemen
wanneer en waar zij het administratief dossier van haar cliënt kan
raadplegen.

1.4. Bij e-mail van 20 november 2017, 28 november 2017 en 8
december 2017 herhaalt de aanvraagster telkens haar verzoek bij de FOD
Justitie.

1.5. Bij fax en e-mail van 22 januari 2018 dient meester Christophe
Marchand opnieuw een verzoek om toegang in bij de FOD Justitie.

1.6. Bij fax van 14 maart 2018 richt meester Marchand een verzoek tot
heroverweging tot de FOD Justitie en tegelijkertijd vraagt hij de
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van
bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna
Commissie genoemd, om een advies.

   2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag

De Commissie stelt vast dat in de e-mail van 20 november 2017 het
advocatenkantoor zijn ontevredenheid uit over het niet verkrijgen van
toegang tot het administratief dossier van hun cliënt. Hiermee is aan de
voorwaarden voldaan om van een verzoek tot heroverweging te spreken.
Om dat moment werd echter geen verzoek om advies bij de Commissie
ingediend, zodat in beginsel de voorliggende adviesaanvraag niet
ontvankelijk is. Over de beslissing tot heroverweging is ondertussen zelfs
een impliciete weigeringsbeslissing tot stand gekomen, waartegen enkel
een beroep bij de Raad van State mogelijk is.
                                                                      3

Evenwel, blijkt uit de rechtspraak van de Raad van State dat een
aanvrager een nieuwe aanvraag kan indienen. In dezen blijkt echter uit
het dossier dat die nieuwe aanvraag laatst werd ingediend op 8 december
2018 en bijgevolg moet de fax van 22 januari 2018 worden beschouwd als
een verzoek tot heroverweging. Op dat moment werd geen verzoek om
advies bij de Commissie ingediend. Ondertussen is ook over dit verzoek
tot heroverweging een definitieve impliciete weigeringsbeslissing tot
stand gekomen, waartegen enkel een beroep bij de Raad van State open
staat.

De Commissie stelt vast dat ze in beide gevallen niet langer bevoegd is
om een advies uit te brengen.




Brussel, 28 maart 2018.




   F. SCHRAM                                             K. LEUS
   secretaris                                           voorzitster