Outils pour utilisateurs

Outils du site


transparencia:cadas:abelfedcadapub:advies-2016-63:start

Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis

Advies 63

Met betrekking tot de weigering om toegang te verlenen tot een rapport opgesteld ten behoeve van het Beheerscontroleorgaan van de RSZ

Transposition

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

     Afdeling openbaarheid van bestuur




                     5 juli 2016




                ADVIES 2016-63

  met betrekking tot de weigering om toegang te
verlenen tot een rapport opgesteld ten behoeve van
      het Beheerscontroleorgaan van de RSZ
                   (CTB/2016/60)
                                                                        2

1. Een overzicht

1.1 Bij mail van 1 juli 2016 vraagt de heer Christoph Meeussen aan de
RSZ om een kopie van het beheerscontrolerapport waarin zou zijn
vermeld dat er een groot gat is van 750 miljoen euro.

1.2 Bij mail van 1 juli 2016 weigert de RSZ de toegang omdat het zou
gaan om een ontwerp dat voorligt ter beraadslaging door het
Beheerscomité van de Sociale Zekerheid. Het heeft een vertrouwelijk
karakter en is op dit ogenblik niet onderworpen aan het inzagerecht. Pas
na behandeling en validering door het Beheerscomité krijgt het rapport
een definitief karakter en wordt het aan de federale overheid
overgemaakt.

1.2. Omdat hij het niet eens is met dit standpunt dient de heer Meeussen
bij mail van 1 juli 2016 een verzoek tot heroverweging in bij de RSZ. Bij
mail van dezelfde dag dient hij ook bij de Commissie voor de toegang tot
en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van
bestuur, hierna Commissie genoemd, een verzoek om advies in.

2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag

De Commissie is van mening dat de aanvraag ontvankelijk is. De
adviesaanvrager heeft immers voldaan aan de wettelijke vereiste van de
gelijktijdigheid van het verzoek tot heroverweging aan de RSZ en het
verzoek om advies aan de Commissie.

3. De gegrondheid van de adviesvraag

Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de
openbaarheid van bestuur huldigen principieel het recht van toegang tot
alle bestuursdocumenten. De toegang tot bestuursdocumenten kan
slechts worden geweigerd wanneer het belang ontbreekt voor de toegang
tot een document van persoonlijke aard en wanneer één of meer
uitzonderingsgronden kan of moet worden ingeroepen die zich bevinden
in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in concreto en
op     pertinente    wijze    kan     worden      gemotiveerd.   Slechts
uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden
ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten
worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging
                                                                         3

B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004,
overweging B.3.2).

De RSZ heeft haar weigeringsbeslissing onvoldoende gemotiveerd omdat
zij noch een wettelijk grondslag aangeeft noch een motivering in
concreto waarom zij de openbaarmaking weigert. De Commissie meent
evenwel dat het document kan worden geweigerd op grond van artikel 6,
§ 3, 1° van de wet van 11 april 1994. Deze bepaling houdt immers in dat
de aanvraag tot openbaarmaking kan worden geweigerd wanneer de
aanvraag een bestuursdocument betreft waarvan de openbaarmaking, om
reden dat het document niet af of onvolledig is, tot misvatting aanleiding
kan geven. Het beheerscomité van de RSZ is het beheersorgaan van de
RSZ dat alle bevoegdheden heeft voor het beheer van de instelling, de
benoeming en bevordering van het personeel en de vaststelling van het
personeelskader. Door haar administratie werd een voorbereidende tekst
opgemaakt die in die zin nog niet af is in zover ze nog kan worden
bijgewerkt en moet worden gevalideerd. Nochtans is het feit dat het
rapport nog niet afgewerkt is onvoldoende grondslag om de
openbaarmaking te weigeren. De RSZ moet immers aantonen dat het feit
dat het document nog niet afgewerkt is tot misvatting aanleiding kan
geven. Bovendien moet de RSZ er rekening mee houden dat deze
uitzonderingsgrond een facultatief karakter heeft, zodat zij vooralsnog de
mogelijkheid heeft om het document openbaar te maken in het licht van
de principiële openbaarheid van alle bestuursdocumenten. Een weigering
vereist in dit geval een meer uitgebreide motivering.

Dit belet niet dat de RSZ als zij niet afdoende het inroepen van
voornoemde uitzonderingsgrond kan motiveren, eventueel andere
uitzonderingsgronden moet inroepen wanneer ze deze tenminste
voldoende in concreto kan motiveren rekening houdend met de
specifieke vereisten in elke uitzonderingsgrond in artikel 6 van de wet
van 11 april 1994 is opgenomen.

Brussel, 5 juli 2016.




   F. SCHRAM                                             M. BAGUET
   secretaris                                            voorzitster

transparencia/cadas/abelfedcadapub/advies-2016-63/start.txt · Dernière modification : 2020/09/28 23:41 de 127.0.0.1