Outils pour utilisateurs

Outils du site


transparencia:cadas:abelfedcadapub:advies-2015-13:start

Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis

Advies 13

Met betrekking tot de moeilijkheden die werden ondervonden om toegang te krijgen tot inspectieverslagen van het FAVV

Transposition

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

     Afdeling openbaarheid van bestuur




                   2 maart 2015




               ADVIES 2015-13

 met betrekking tot de moeilijkheden die werden
     ondervonden om toegang te krijgen tot
        inspectieverslagen van het FAVV
                   (CTB/2015/9)
                                                                       2

   1. Een overzicht

Bij mail van 24 januari 2015 vraagt de heer X in toepassing van de
openbaarheidswetgeving om een afschrift van de meest recente
inspectieverslagen in de periode 1 januari 2012 – 23 januari 2015
uitgevoerd door het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid
(FAVV) van de volgende restaurants in Gent in zijn omgeving:
    -    Het Gouden Hoofd, Slachthuisstraat 96, 9000 Gent
    -    De Pantomiene, Vlasmarkt 13, 9000 Gent
    -    Per Bacco, Sint-Jacobsnieuwstraat 56, 9000 Gent.

Bij mail van 28 januari 2015 antwoordt mevrouw Godelieve Busschots
namens het FAVV dat de aanvrager een aanvraagformulier dat zich op de
website van het FAVV bevindt, dient in te vullen. De mail vermeldt dat
hij na het invullen van het formulier zal worden uitgenodigd op het
Hoofdbestuur van het Agentschap waar hij de meest recente resultaten
(=inspectie‐ en analyseresultaten) van individuele operatoren kan
opzoeken. Hij dient hiervoor wel te beschikken over het nummer van
de vestigingseenheid (VEN‐nummer) of het nummer van het
controlepunt (CP‐nummer) van de individuele operator. Als hij hier niet
over beschikt, dan kan hij dit via de publieke pagina van Foodweb
opzoeken. Verder bevat de mail informatie over een nieuw project
waarmee het FAVV informatie op een meer transparante wijze ter
beschikking wenst te stellen. De aanvrager wordt ook doorverwezen
naar de verslagen die hierop betrekking hebben en naar de vindplaats
ervan.

Bij mail van 29 januari 2015 meldt de heer X dat de mail van het FAVV
geen antwoord op zijn vraag bevat.

Bij mail van 2 februari 2015 meldt mevrouw Godelieve Busschots
namens het FAVV dat zij meent wel voldoende te hebben gereageerd op
de aanvraag en meldt ze dat de Gedelegeerd bestuurder bereid is om hem
meer uitleg te verstrekken.

Bij mail van 2 februari 2015 herhaalt de heer X zijn vraag om toegang en
benadrukt dat hij een kopie wenst te krijgen van de gevraagde
documenten via post of mail.
                                                                           3

Bij mail van 5 februari 2015 herhaalt mevrouw Busschots dat ze in haar
vorige mails de procedure die moet gevolgd worden heeft omschreven en
dat die conform de wet op de openbaarheid van bestuur is.

Bij mail van 9 februari 2015 dient de heer X een verzoek tot
heroverweging in bij het FAVV. Bij mail van dezelfde dag dient hij ook
een verzoek om advies in bij de Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur,
hierna Commissie genoemd.

   2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag

De Commissie is van oordeel dat de adviesaanvraag ontvankelijk is. Het
verzoek tot heroverweging aan FAVV en het verzoek om advies aan de
Commissie werden immers tegelijkertijd ingediend zoals artikel 8, § 2
van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur
voorschrijft.

De Commissie moet evenwel opmerken dat dit advies slechts van
toepassing is op informatie die niet als milieu-informatie kan worden
gekwalificeerd op grond van de wet van 5 augustus 2006, omdat deze wet
de toepassing van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid
van bestuur uitsluit.

   3. De gegrondheid van de adviesaanvraag

De Commissie stelt vast dat de aanvrager toegang vraagt tot
bestuursdocumenten aanwezig in een databank in de vorm van een
afschrift. Artikel 32 van de Grondwet bepaalt dat ieder het recht heeft
elk bestuursdocument te raadplegen en er een afschrift van te krijgen,
behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden bepaald door de wet,
het decreet of de regel bedoeld in artikel 134. Artikel 4, eerste lid van de
wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur bepaalt
dat het recht op het raadplegen van een bestuursdocument van een
federale administratieve overheid en op het ontvangen van een afschrift
van het document erin bestaat dat eenieder, volgens de voorwaarden
bepaald in deze wet, elk bestuursdocument ter plaatse kan inzien,
dienomtrent uitleg kan krijgen en mededeling in afschrift ervan kan
ontvangen. Uit deze bepalingen blijkt dat het recht van toegang tot
bestuursdocumenten op meerdere wijzen kan worden uitgeoefend en dat
                                                                       4

de keuze toekomt aan de aanvrager. Het is niet vereist dat de aanvrager
voorafgaandelijk zijn inzagerecht moet uitoefenen vooraleer hij een
kopie van een bestuursdocument kan ontvangen. Het FAVV miskent dan
ook het fundamenteel recht van toegang tot bestuursdocumenten door
geen rekening te houden met de wens van de vrager om zijn recht van
toegang via het verkrijgen van een kopie uit te oefenen.

De Commissie stelt bovendien vast dat het FAVV de aanvrager verplicht
om gebruik te maken van een aanvraagformulier voor het indienen van
zijn verzoek om toegang. De Commissie wil in dit verband opmerken dat
artikel 5 van de wet van 11 april 1994 het volgende bepaalt: “Inzage,
uitleg of mededeling in schrift van een bestuursdocument geschiedt op
aanvraag. De vraag vermeldt duidelijk de betrokken aangelegenheid en,
waar mogelijk, de betrokken bestuursdocumenten en wordt schriftelijk
gericht aan de bevoegde federale administratieve overheid, ook wanneer
deze het document in een archief heeft neergelegd.” De wetgever vereist
slechts dat een aanvraag schriftelijk wordt ingediend waarbij aan het
woord “schriftelijk” een ruime betekenis moet worden gegeven. Voor
zover de aanvraag schriftelijk is ingediend, kan het FAVV geen andere
eisen stellen, zoals de verplichting dat de aanvraag via een
aanvraagformulier moet worden ingediend. Dit moet immers worden
beschouwd als een bijkomende vereiste waaraan het grondrecht
aanwezig in artikel 32 van de Grondwet zou worden onderworpen,
terwijl de wetgever een dergelijke vereiste niet heeft opgelegd. Met het
opleggen van een dergelijke vereiste voegt het FAVV en voorwaarde toe
die niet tot zijn bevoegdheid behoort. Het FAVV kan weliswaar een
formulier aanbieden, maar het kan de aanvrager ertoe niet verplichten
om enkel via een dergelijk formulier zijn of haar aanvraag om toegang
tot bestuursdocumenten in te dienen. Een gewone mail zoals de
aanvrager in casu heeft ingediend volstaat dan ook.

Verder moet de Commissie vaststellen dat in artikel 5 van de wet van 11
april 1994 enkel wordt vereist dat de vraag duidelijk de betrokken
aangelegenheid vermeldt en, waar mogelijk, de betrokken
bestuursdocumenten. De Commissie is van oordeel dat de aanvraag aan
deze door de wet gestelde vereiste voldoet en dat het FAVV de aanvrager
niet kan verplichten bijkomende verrichtingen uit te voeren naar de
gewenste bestuursdocumenten.
                                                                   5

De Commissie stelt ook vast dat het FAVV geen uitzonderingsgronden
inroept om de toegang tot bepaalde informatie te weigeren zodat zij
bijgevolg ertoe gehouden is de gevraagde bestuursdocumenten in kopie
aan de aanvrager te bezorgen.

Brussel, 2 maart 2015.




   F. SCHRAM                                         M. BAGUET
   secretaris                                        voorzitster

transparencia/cadas/abelfedcadapub/advies-2015-13/start.txt · Dernière modification : 2020/09/28 23:41 de 127.0.0.1