Outils pour utilisateurs

Outils du site


transparencia:cadas:abelfedcadapub:advies-2014-58:start

Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis

Advies 58

Met betrekking tot een weigering tot openbaarmaking van examenvragen van oude examens

Transposition

 Commissie voor de toegang tot en het
 hergebruik van bestuursdocumenten

      Afdeling openbaarheid van bestuur




                     30 juni 2014




                 ADVIES 2014-58

met betrekking tot een weigering tot openbaarmaking
        van examenvragen van oude examens
                    (CTB/2014/49)
                                                                        2

   1. Een overzicht

Bij mail van 1 juni 2014 verzoekt de heer X SELOR om een kopie van de
vragen van de examens ANV 10001 en 10005, nadat hij op 19 mei 2014
inzage had gekregen.

Bij mail van 2 juni 2014 wijst SELOR het verzoek af op grond van artikel
6, § 3, 3° van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van
bestuur omdat de vraag binnen een onredelijke termijn aan SELOR werd
gericht.

Omdat hij het niet eens is met dit standpunt dient de heer X bij mail van
29 juni 2014 een verzoek tot heroverweging in bij SELOR. Tegelijkertijd
verzoekt zij de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van
bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur om een advies.

   2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag

De Commissie is van oordeel dat het verzoek om advies ontvankelijk is.
Het verzoek tot heroverweging gericht aan SELOR en het verzoek om
advies aan de Commissie zijn immers tegelijkertijd ingediend.

   3. De gegrondheid van de adviesaanvraag

Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de
openbaarheid van bestuur kennen in principe een recht van toegang tot
alle bestuursdocumenten. Dit recht kan volgens artikel 32 van de
Grondwet worden uitgeoefend door inzage te nemen of door er een
kopie van te verkrijgen. De wet van 11 april 1994 voegt daar nog een
derde mogelijkheid aan toe, namelijk het recht op uitleg. Het komt aan
de aanvrager toe om te kiezen hoe hij zijn recht van toegang uitoefent.
Wanneer er geen redenen zijn om het inzagerecht te weigeren, is er in
principe ook geen reden waarom de toegang via een afschrift zou kunnen
worden geweigerd. Enkel wanneer het auteursrecht dat eventueel rust
op examenvragen, omdat zij als een werk moeten worden beschouwd in
de zin van de wet van 30 juni 1994 en dit auteursrecht niet bij SELOR
berust, kan de openbaarmaking via afschrift worden geweigerd, tenzij de
auteursrechthebbende zijn instemming betuigt.
SELOR roept slechts artikel 6, § 3, 3° van de wet van 11 april 1994 in om
de aanvraag te weigeren omdat de vraag meer dan 2,5 jaar na de afname
                                                                        3

van het examen werd gesteld. De Commissie ziet niet in dat wanneer
deze uitzonderingsgrond niet werd ingeroepen om recent inzage te
verlenen, rechtsgeldig de vraag zou kunnen worden afgewezen omdat ze
als kennelijk onredelijk zou kunnen worden beschouwd. De kennelijke
onredelijkheid kan immers enkel worden ingeroepen wanneer uit de
concrete feiten blijkt dat wanneer een federale administratieve overheid
het gevraagde bestuursdocument openbaar maakt de werking van de
instelling zelf in het gedrang zou worden gebracht en er bijgevolg van
haar een buitensporige inspanning zou worden gevraagd. SELOR maakt
dit in elk geval niet duidelijk en de Commissie ziet geen reden om dit te
aanvaarden gezien SELOR wel inzage in de vragen heeft verleend. De
inspanning die gepaard gaat met het maken van een kopie is niet van
dien aard dat deze als onredelijk kan worden beschouwd ten opzichte
van het verlenen van inzage.


Brussel, 30 juni 2014.




   F. SCHRAM                                             M. BAGUET
   secretaris                                            voorzitster

transparencia/cadas/abelfedcadapub/advies-2014-58/start.txt · Dernière modification : 2020/09/28 23:41 de 127.0.0.1