Date: 10/9/2012

• Source: https://www.ibz.rrn.fgov.be/fr/commissions/publicite-de-ladministration/avis/2012/ADVIES-2012-78.pdf
• Copie locale: advies-2012-78.pdf

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

      Afdeling openbaarheid van bestuur




                  10 september 2012




                 ADVIES 2012-78

met betrekking tot de toegang tot documenten in een
               nalatenschapsdossier
                    (CTB/2012/72)
                                                                       2

   1. Een overzicht

Bij brief van 23 juli 2012 vraagt de heer Michel Maus, namens mevrouw
X, om toegang tot het dossier van de nalatenschap van mevrouw Y,
waarbij een aantal data werden voorgesteld waarop de inzage zou
kunnen plaatsvinden.

Omdat hierop niet werd gereageerd werd een herinnering gestuurd op 3
augustus 2012, waarbij een aantal nieuwe data werden voorgesteld.
Nadat de inzage oorspronkelijk werd toegestaan werd die op 28 augustus
2012 mondeling geweigerd op grond van de wet houdende bepalingen
betreffende de verwerking van persoonsgegevens door de Federale
Overheidsdienst Financiën in het kader van zijn opdrachten (BS 3
augustus 2012).

Omdat hij geen inzage krijgt in het dossier, dient de heer Michel Maus
bij brief van 28 augustus 2012 een verzoek om advies in bij de Commissie
voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling
openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd. Diezelfde dag
stuurt hij ook bij brief een verzoek tot heroverweging aan de FOD
Financiën.


   2. De ontvankelijkheid van de aanvraag

De Commissie is van mening dat het verzoek om advies ontvankelijk is.
Ze stelt immers vast dat de aanvrager heeft voldaan aan de wettelijke
vereiste van de gelijktijdigheid van het indienen van het verzoek tot
heroverweging aan de FOD Financiën en het verzoek om advies aan de
Commissie. Zelfs al kunnen sommige van de gevraagde documenten als
documenten van persoonlijke aard worden beschouwd, dan wordt de
aanvrager geacht het vereiste belang te hebben, voor zover ze op de
cliënten van de aanvrager betrekking hebben.


   3. De gegrondheid van de aanvraag

Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de
openbaarheid van bestuur gaan uit van de principiële openbaarheid van
alle bestuursdocumenten. De openbaarmaking van bestuursdocumenten
                                                                       3

kan slechts worden geweigerd voor zover één of meer
uitzonderingsgronden uit artikel 6 van de wet van 11 april 1994 kunnen
worden ingeroepen en het inroepen ervan in concreto en op pertinente
wijze wordt gemotiveerd. Is dit niet mogelijk, dan moeten de gevraagde
bestuursdocumenten openbaar worden gemaakt.

De Commissie wil erop wijzen dat de fiscale administratie helemaal geen
beroep kan doen op de wet houdende bepalingen betreffende de
verwerking van persoonsgegevens door de Federale Overheidsdienst
Financiën in het kader van zijn opdrachten, aangezien deze wet pas op 1
januari 2013 in werking treedt.

Bovendien wenst de Commissie erop te wijzen dat deze wet slechts
betrekking heeft op het recht van toegang zoals dit door de wet van 8
december 1992 wordt gegarandeerd en helemaal niet op het recht van
toegang zoals dit betrekking heeft op het recht van toegang tot
bestuursdocumenten zoals toegekend door artikel 32 van de Grondwet
en de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur. Er
moet immers worden vastgesteld dat beide rechten van toegang sterk van
elkaar verschillen zowel met betrekking tot het toepassingsgebied, de
omvang en de beperkingen op het recht van toegang.

De Commissie wenst te wijzen op specifieke openbaarheidsregels die
vervat zijn in artikelen 143 en 144 van het Wetboek van
Successierechten zoals dat in Vlaanderen van toepassing is. Deze
bepalingen voorzien in een onvoorwaardelijke toegang tot welbepaalde
documenten in welbepaalde gevallen, maar leggen tegelijkertijd een
bijzondere vergoedingsregeling op voor het verkrijgen van een uittreksel
of een afschrift van deze documenten. Voor zover de aanvraag op
documenten slaat die worden vermeld in deze bepalingen van het
Wetboek van Successierechten, kunnen geen uitzonderingsgronden
worden ingeroepen voor zover voldaan is aan de daarin vermelde
voorwaarden. Het is slechts voor andere documenten waarvan de
aanvrager toegang vraagt, dat de uitzonderingsgronden vermeld in
artikel 6 van de wet van 11 april 1994 eventueel zullen moeten of
kunnen worden ingeroepen.

Zelfs wanneer uitzonderingsgronden op grond van de wet van 11 april
1994 zouden kunnen worden ingeroepen, dan nog kan slechts informatie
aan de openbaarmaking worden onttrokken die onder een
                                                                  4

uitzonderingsgrond  valt.  Alle    andere   informatie   in    een
bestuursdocument moet openbaar worden gemaakt.




Brussel, 10 september 2012.




   F. SCHRAM                                          J. LUST
   secretaris                           plaatsvervangend voorzitter