Date: 13/2/2012

• Source: https://www.ibz.rrn.fgov.be/fr/commissions/publicite-de-ladministration/avis/2012/ADVIES-2012-14.pdf
• Copie locale: advies-2012-14.pdf

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

      Afdeling openbaarheid van bestuur




                    13 februari 2012




                 ADVIES 2012-14

met betrekking tot de weigering om een afschrift van
   een opdracht aan een advocaat te verstrekken
                    (CTB/2012/11)
                                                                       2

   1. Een overzicht

Bij brief van 4 juli 2011 vragen de heer X en mevrouw Y aan de heren Z
en G, ambtenaren van de FOD Financiën om inzage en afschrift van de
opdracht gegeven aan Meester H, aangesteld in de procedure die tegen
hen is gevoerd.

Omdat zij geen reactie ontvangen op hun aanvraag, verzoeken ze bij mail
en brief van 3 februari 2012 de Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur,
hierna Commissie genoemd, om een advies. Bij brief en mail van
dezelfde dag verzoeken zij de FOD Financiën om zijn beslissing te
heroverwegen. In het verzoek tot heroverweging wordt ook melding
gemaakt dat zij nog “inzage, afschrift en een inventaris wensen te
ontvangen van de door de gewestelijk directeur belastingen en
invordering te Leuven hetzij als aanvaardend deurwaarder gebezigde
stukken, inbegrepen bankafschriften, bij de – illegale – invordering van
1.558,27 euro, temeer het ontbreken van een dwangschrift door de
bevoegde ontvanger”.

   2. De ontvankelijkheid van de aanvraag

De Commissie is van mening dat de aanvragers voldaan hebben aan de
wettelijke vereiste van de gelijktijdigheid van het verzoek tot
heroverweging aan de FOD Financiën en het verzoek om advies aan de
Commissie.

De Commissie merkt op dat dit advies enkel betrekking heeft op het
document dat werd gevraagd in de brief van 4 juli 2011. In het verzoek
tot heroverweging wordt immers melding gemaakt van een vraag om
toegang tot documenten die niet het voorwerp uitmaakten van het
verzoek om toegang tot het document vermeld in de brief van 4 juli
2011.

   3. De gegrondheid van de aanvraag

Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de
openbaarheid van bestuur gaan uit van de principiële openbaarheid van
alle bestuursdocumenten. In principe moet de aanvrager geen belang
aantonen, tenzij voor de toegang tot documenten van persoonlijke aard.
                                                                      3

Voor zover het gevraagde document als een document van persoonlijke
aard kan worden opgevat, hebben de aanvragers het vereiste belang,
omdat dat document op hen betrekking heeft en zij de rechtsgevolgen
daarvan hebben ondergaan.

De toegang tot bestuursdocumenten kan enkel worden geweigerd voor
zover één of meer uitzonderingsgronden in artikel 6 van de wet van 11
april 1994 moeten of kunnen worden ingeroepen en dit behoorlijk en in
concreto kan worden gemotiveerd. Voor zover dat niet het geval is, moet
de FOD Financiën het gevraagde bestuursdocument openbaar maken aan
de aanvragers.




Brussel, 13 februari 2012.



   F. SCHRAM                                              J. BAERT
   secretaris                                            voorzitter