Outils pour utilisateurs

Outils du site


transparencia:cadas:abelfedcadapub:advies-2011-258:start

Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis

Advies 258

Over de weigering om toegang te verlenen tot een interventieverslag van de brandweer

Transposition

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

     Afdeling openbaarheid van bestuur




                    9 mei 2011




               ADVIES 2011-258

Over de weigering om toegang te verlenen tot een
      interventieverslag van de brandweer
                  (CTB/2011/258)
                                                                       2

   1. Een overzicht

Bij brief van 4 januari 2011 vroeg mevrouw Y voor Verzekeringen Erna
Michielsen BVBA, namens hun cliënte mevrouw X aan de stad
Antwerpen om het verslag over te maken voor de interventie van de
brandweer aan de Turnhoutsebaan te Borgerhout.

Bij brief van 19 januari 2011 antwoordde de luitenant-kolonel ir. Chris
Addiers hierop dat “conform artikel 6 van de wet van 11 april 1994
betreffende de openbaarheid van bestuur het interventieverslag niet kan
worden vrijgegeven zonder instemming van de eigenaar van het pand
waar de interventie plaatsvond. In die brief vermeldt de officier-
dienstchef dat de aanvrager “tegen deze beslissing een verzoek tot
heroverweging kan richten aan de Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten, Koloniënstraat 11 te Brussel”.

Bij brief van 20 april 2011 vroeg de heer Z, namens AG Insurance nv, de
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van
bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna
Commissie genoemd, om het gevraagde document te verstrekken.

   2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag

De Commissie is van mening dat de adviesaanvraag niet ontvankelijk is.
Er is immers niet voldaan aan de wettelijke verplichting van de
gelijktijdigheid van het verzoek tot heroverweging en het verzoek om
advies aan de Commissie die door de wet van 12 november 1997
betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en gemeenten
wordt opgelegd. Het is daarbij irrelevant dat de stad Antwerpen in
hoofde van de heer Chris Addiers de administratieve
beroepsmogelijkheid niet correct kenbaar heeft gemaakt. De wetgever
sanctioneert immers de niet-vermelding van de administratieve
beroepsmogelijkheid en bijgevolg ook de niet-correcte vermelding van
de administratieve beroepsmogelijkheid door de verjaringstermijn voor
het indienen van het beroep geen aanvang te doen nemen (artikel 3, 4°
van de wet van 12 november 1997).

Niets verhindert evenwel dat de aanvrager gelijktijdig een nieuw verzoek
tot heroverweging aan de stad Antwerpen en een nieuw verzoek om
advies aan de Commissie indient.
                                                                        3



De Commissie wenst er verder op te wijzen dat ingevolge artikel 7 van
de wet van 12 november 1997 de gemeentelijke administratieve overheid
een beslissing dient te nemen over een verzoek om toegang op grond van
de wet van 12 november 1997. Komen bijgevolg in aanmerking om een
beslissing te nemen de gemeenteraad, het college van burgemeester en
schepenen en de burgemeester binnen hun respectieve bevoegdheden
om een beslissing te nemen over een vraag tot openbaarheid in het kader
van de wet van 12 november 1997. Onder de wet van 12 november 1997
vallen slechts de materies politie, burgerlijke stand en brandweer, die
immers door de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der
instellingen niet aan de gewesten werden overgedragen. Voor zover de
organieke bevoegdheid aan de gewesten werd overgedragen, is op de
Vlaamse gemeenten het decreet van 26 maart 2004 betreffende de
openbaarheid van bestuur van toepassing en wordt de secretaris van de
gemeente aangeduid als beslissende instantie. Voor zover de secretaris
bevoegd is, kan hij die bevoegdheid delegeren. Dit is niet het geval voor
zover het materies betreft die betrekking hebben op brandweer, politie
en burgerlijke stand.

Verder wenst de Commissie erop te wijzen dat buiten het geval van een
advocaat die geacht wordt zijn cliënt te vertegenwoordigen, andere
personen die namens iemand optreden, moeten aantonen dat zij namens
hun cliënt optreden.


Brussel, 9 mei 2011.




   F. SCHRAM                                              J. BAERT
   secretaris                                             voorzitter

transparencia/cadas/abelfedcadapub/advies-2011-258/start.txt · Dernière modification : 2020/09/28 23:41 de 127.0.0.1