Outils pour utilisateurs

Outils du site


transparencia:cadas:abelfedcadapub:advies-2009-37:start

Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis

Advies 37

Over de weigering van toegang tot een klacht ingediend bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Transposition

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

    Afdeling openbaarheid van bestuur




                   15 juni 2009




               ADVIES 2009-37

  Over de weigering van toegang tot een klacht
 ingediend bij het Federaal Agentschap voor de
        Veiligheid van de Voedselketen

                  (CTB/2009/42)
                                                                        2

   1. Een overzicht


Mevrouw X krijgt inspectie van het F.A.V.V. op 13 maart 2009. Ze
verneemt dat dit het gevolg is van een klacht. Op 20 maart 2009 vraagt
de advocaat van mevrouw X via fax om een kopie van de klacht.

Bij brief van 3 april 2009 wordt de vraag om toegang door het F.A.V.V.
geweigerd: er wordt verwezen naar artikel 6, § 1 van de wet van 11 april
1994 en verder wordt aangehaald dat het hier ging om de aangifte van
een strafbaar geacht feit en dat er formeel werd aangedrongen op
geheimhouding.

Op 11 mei 2009 dient de heer Y namens zijn cliënte een verzoek tot
heroverweging in bij de F.A.V.V. en tegelijkertijd vraagt hij advies van
de Commissie voor de toegang tot bestuursdocumenten, afdeling
openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd. Het secretariaat
van de Commissie ontving de aanvraag op 12 mei 2009.

Omdat er blijkbaar foutieve documenten werden doorgestuurd vraagt
het secretariaat aan de heer Y via mail van 12 mei 2009 om de Commissie
de correcte documenten te bezorgen. Die documenten worden aan de
Commissie bezorgd via een e-mail van 12 mei 2009.

   2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag

De adviesaanvraag werd tegelijkertijd ingediend met het verzoek tot
heroverweging, zodat aan de wettelijke voorwaarde van de
gelijktijdigheid zoals die is gesteld in artikel 8, § 2 van de wet van 11
april 1994 betreffende de openbaarheid, werd voldaan. Bovendien heeft
de aanvrager het vereiste belang om toegang te krijgen tot de klacht die
als een document van persoonlijke aard moeten worden gekwalificeerd.
Het betreft immers een “bestuursdocument […] dat een beoordeling of
een waardeoordeel bevat van een met naam genoemd of gemakkelijk
identificeerbaar natuurlijk persoon of de beschrijving van een gedrag
waarvan het ruchtbaar maken aan die persoon kennelijk nadeel kan
berokkenen”. De klacht heeft immers betrekking op de beschrijving van
het gedrag van de mevrouw X.
                                                                       3

   3. De gegrondheid van de adviesaanvraag

De Commissie stelt vast dat de weigering tot openbaarmaking door het
F.A.V.V. niet afdoende is gemotiveerd. Artikel 32 van de Grondwet en
de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur gaan
uit van de principiële openbaarheid van alle bestuursdocumenten. Dit
betekent dat uitzonderingen op dit principe moeten voorzien zijn bij wet
en dat zij restrictief moeten worden geïnterpreteerd. Bovendien moet het
inroepen van een uitzonderingsgrond op pertinente wijze en in concreto
gebeuren.

De Commissie wijst erop dat het F.A.V.V. wel op grond van artikel 6, §
1, 8° de openbaarmaking kan weigeren van de identiteit of alles wat kan
leiden tot de bekendmaking van de identiteit van diegene die de klacht
bij het F.A.V.V. heeft ingediend. Toch kan dit niet zomaar, maar moet
in concreto duidelijk worden gemaakt dat het belang dat gediend is met
de openbaarmaking niet zwaarder doorweegt dat het beschermde belang.

De wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur bevat
echter geen uitzonderingsgrond die de openbaarmaking verhindert op
grond van het feit dat diegene die het aan de overheid heeft bezorgd de
vertrouwelijkheid inroept. Wel kan mogelijk toepassing worden gemaakt
van artikel 6, § 3, 2° van de wet, op grond waarvan een federale
administratieve overheid de openbaarmaking kan weigeren als de vraag
betrekking heeft op een advies of een mening die uit vrije wil en
vertrouwelijk aan de overheid is meegedeeld. Deze uitzonderingsgrond
kan in elk geval niet worden ingeroepen ten aanzien van feiten die in de
klacht zouden zijn vermeld. Bovendien kan het inroepen van deze
uitzonderingsgrond slechts wanneer aan beide voorwaarden cumulatief
is voldaan: de vertrouwelijkheid werd ingeroepen en er bestaat geen
verplichting tot het verstrekken van bepaalde documenten aan de
overheid. De Commissie stelt vast dat voor zover het gaat om een advies
of mening in casu werd voldaan aan deze vereisten. Op een burger rust
niet - zoals wel het geval is voor ambtenaren - een verplichting tot
melding van strafbare of strafbaar geachte feiten. In elk geval heeft de
klager bij het melden van zijn klacht de vertrouwelijkheid ingeroepen.

De Commissie wil er wel op wijzen dat op grond van artikel 6, § 4 van de
wet van 11 april 1994 de niet openbaarmaking beperkt is tot de
informatie in een bestuursdocument die onder een of meer
                                                               4

uitzonderingen valt en geen betrekking kan hebben op de overige
informatie. Deze laatste moet wel openbaar worden gemaakt.




Brussel, 15 juni 2009.




   F. SCHRAM                                       J. BAERT
   secretaris                                     voorzitter

transparencia/cadas/abelfedcadapub/advies-2009-37/start.txt · Dernière modification : 2020/09/28 23:41 de 127.0.0.1