Outils pour utilisateurs

Outils du site


transparencia:cadas:abelfedcadapub:advies-2009-27:start

Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis

Advies 27

Over het systematisch afleveren van individuele beslissingen aan een beroepsorganisatie

Transposition

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

    Afdeling openbaarheid van bestuur




                   20 april 2009




               ADVIES 2009-27

 over het systematisch afleveren van individuele
     beslissingen aan een beroepsorganisatie

                   (CTB/2009/33)
                                                                         2

   1. Een
      Een overzicht

Bij brief van 2 maart 2009 vroeg de gouverneur van Vlaams-Brabant aan
de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van
bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna
Commissie genoemd, over de vraag of het openbaarheidswetgeving zich
verzet om systematisch iedere individuele afwijkingsbeslissing op het
monopolie van architecten aan de Orde van Architecten over te maken.
De Commissie verwierp deze adviesaanvraag omdat ze oordeelde dat de
vraag niet uitging van een federale administratieve overheid. Bij mail van
3 april 2009 stelde mevrouw Bea Vossen, adviseur, Coördinator Afdeling
Federale Overheid, de vraag opnieuw.

Tussen de verschillende provincies bestaat verschillende zienswijzen:
   - Sommige gouverneurs leiden uit de rechtspraak van de Raad van
      State af dat de Orde van Architecten bij het inleiden van een
      beroep tot nietigverklaring tegen een machtigingsbesluit van de
      provinciegouverneur binnen de limieten zijn bevoegdheid
      handelt en de Orde dus ook steeds over het vereiste ‘belang’
      beschikt om een kopie van de individuele beslissingen te
      verkrijgen. Bijgevolg is er ook geen beletsel om de Orde
      systematisch in kennis te stellen van de beslissingen van de
      Gouverneur.
   - Andere gouverneurs staat terughoudend tegenover de
      systematische mededeling van hun beslissingen aan de Orde. Ze
      baseren zich hiervoor op privacyredenen en op het feit dat geen
      enkele wetsbepaling voorziet dat dergelijke individuele
      beslissingen systematisch aan de Orde worden overgemaakt. Wat
      betreft de toepassing van de wet op de openbaarheid van
      bestuursdocumenten stellen zij dat het hier gaat om individuele,
      gemotiveerde beslissingen waarover geval per geval een aanvraag
      tot mededeling moet worden ingediend en het vereiste ‘belang’
      moet worden aangetoond.

   2. De ontvankelijkheid
         ontvankelijkheid van de adviesaanvraag

De Commissie stelt vast dat de aanvraag uitgaat van een federale
administratieve overheid, meer bepaald de federale administratie bij de
Provincie Vlaams-Brabant. Er is dus voldaan aan de vereiste dat enkel
een federale administratieve overheid een vraag om advies kan richten
                                                                       3

aan de Commissie voor de toegang tot bestuursdocumenten op grond van
artikel 8, § 3 van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid
van bestuur. Bovendien stelt de Commissie vast dat de aanvraag geen
betrekking heeft op een concrete vraag om toegang tot een
bestuursdocument, maar op algemene interpretatie van de wet van 11
april 1994.

   3. De gegrondheid

De Commissie stelt vast dat de wetgever op geen enkele wijze een
specifieke bepaling heeft uitgewerkt waarin aan de Orde van Architecten
in geen bijzonder recht van toegang tot de afwijkingsbeslissingen
genomen door de gouverneur heeft voorzien.

De Commissie wenst er vervolgens op te wijzen dat de wet van 11 april
1994 voor wat betreft de openbaarmaking van bestuursdocumenten
enkel de passieve openbaarheid van bestuur regelt, meer bepaald de
toegang tot bestuursdocumenten op verzoek. De vraag die wordt gesteld
in hoeverre op automatische wijze aan de Orde van Architecten toegang
kan worden verstrekt tot elke individuele afwijkingsbeslissing op het
monopolie van architecten, is geen vraag die leidt tot openbaarmaking
noch een vraag tot passieve openbaarheid van bestuur. Nochtans kunnen
uit de wet van 11 april 1994 bepaalde principes worden afgeleid die
toelaten de gestelde vraag te beantwoorden.

De Commissie stelt vast dat de weigeringsgronden van de wet van 11
april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur in principe enkel
betrekking hebben op de passieve openbaarheid van bestuur. Toch is de
Commissie van oordeel dat op actieve wijze geen toegang mag worden
gegeven tot informatie in een bestuursdocument die in strijd zou zijn
met de weigeringsgronden in deze wet, tenzij hiervoor een specifieke
juridische grondslag in een wet aanwezig is.

De toepassing van de weigeringsgronden moet worden opgesplitst in
enerzijds de verplichting tot het aantonen van een belang voor
documenten van persoonlijke aard en anderzijds het al dan niet vallen
onder een of meer van de uitzonderingsgronden zoals die in artikel 6, §§
1 tot en met 3 van de wet van 11 april 1994 aanwezig zijn.
                                                                          4

De beslissingen waarbij een individuele afwijking op het monopolie van
architecten wordt toegekend, bevatten een beoordeling van de specifieke
hoedanigheid van de aanvrager van een dergelijke individuele
afwijkingsaanvraag en moet in die zin worden beschouwd als een
document van persoonlijke aard. Een document van persoonlijke aard is
immers volgens artikel 1, tweede lid, 3° van de wet van 11 april 1994 een
“bestuursdocument dat een beoordeling of een waardeoordeel bevat van
een met naam genoemd of gemakkelijk identificeerbaar natuurlijk
persoon of de beschrijving van een gedrag waarvan het ruchtbaar maken
aan die persoon kennelijk nadeel kan berokkenen”. Om toegang te
kunnen geven tot een dergelijk document is een belang nodig. De
wetgever heeft dit belang niet nader gedefinieerd, maar er mag worden
aangenomen dat dit belang overeenstemt met het belang dat nodig is om
een annulatieberoep in te stellen bij de Raad van State. Dit blijkt
trouwens uit de bespreking in de bevoegde parlementaire Commissie
(Parl. St. Kamer van Volksvertegenwoordigers, stuk nr. 1112/1, 1993 –
1993, 32). De Commissie erkent dat de Orde van Architecten meestal het
vereiste belang heeft om toegang te krijgen tot de documenten. Dit blijkt
immers uit het arrest nr. 12.712 van 8 december 1967 van de afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin hij terecht oordeelde
dat de Orde van Architecten er belang bij heeft, niet alleen de haar bij de
wet verleende prerogatieven te verdedigen, maar ook als hoeder van de
eer en de waardigheid van de Orde, nietig verklaard te zien de
beslissingen die mochten ingaan tegen de regels betreffende de
uitoefening van het beroep zodat het door de gouverneur (…) als
verweerder in deze procedure ingeroepen middel van niet-
ontvankelijkheid in hoofde van de Orde van Architecten, niet bewilligd
kon worden door het administratief rechtscollege.

Het vereiste dat een belang moet worden aangetoond, is echter slechts
een ontvankelijkheidsvereiste, waarna nog moet worden nagegaan of er
niet één of meerdere uitzonderingsgronden in artikel 6, §§ 1 tot en met 3
van de wet van 11 april 1994 moeten of kunnen worden ingeroepen.
Aangezien de uitzonderingsgronden van artikel 6, § 3, 3° en 4° slechts
betrekking kunnen hebben op een aanvraag en er hier geen aanvraag is,
moet met deze uitzonderingsgronden geen rekening worden gehouden.
Evenmin kan toepassing worden gemaakt van de uitzonderingsgronden
in artikel 6, § 3, 1° en 2°. Niet enkel bieden deze uitzonderingsgronden
steeds de mogelijkheid om vooralsnog openbaar te maken, in casu zijn ze
evenmin van toepassing.
                                                                          5



In verband met de afwijkingsbeslissingen zal echter rekening moeten
worden gehouden met de uitzonderingsgrond in artikel 6, § 2, 1° van de
wet van 11 april 1994 op grond waarvan een federale of niet-federale
administratieve overheid de vraag om inzage, uitleg of mededeling in
afschrift van een bestuursdocument, die met toepassing van deze wet is
gedaan, afwijst, wanneer de openbaarmaking van het bestuursdocument
afbreuk doet aan de persoonlijke levenssfeer, tenzij de betrokken persoon
met de inzage, de uitleg of de mededeling in afschrift heeft ingestemd.
Onmiskenbaar bevatten de afwijkingsbeslissingen informatie waarvan de
bekendmaking ervan afbreuk kan doen aan de persoonlijke levenssfeer
van de aanvrager van de afwijkingsbeslissing zodat om die reden de
toegang tot deze bestuursdocumenten niet kan plaatsvinden, noch op
passieve noch op actieve wijze. Toch bevat de uitzonderingsgrond zelf
een afwijkingsmogelijkheid, namelijk wanneer uitdrukkelijk de
toestemming wordt gevraagd aan diegene die de afwijkingsbeslissing
heeft verkregen. De Commissie wenst er wel op te wijzen dat de
aanvrager van de afwijkingsbeslissing daarbij autonoom en zonder enige
druk zijn toestemming moet kunnen geven en dat hij er niet door middel
van een algemene formule gewoon op attent wordt gemaakt dat als hij
zich niet verzet tegen de verstrekking van de beslissing, de beslissing ook
automatisch aan de Orde van Architecten wordt meegedeeld. De
toestemming dient dus individueel te worden gevraagd nadat de
beslissing over de afwijkingsaanvraag is genomen.

Of al dan niet afbreuk wordt gedaan aan de persoonlijke levenssfeer
vergt een concreet beoordelingsproces dat verhindert dat een
afwijzingsbeslissing op automatische wijze ter beschikking zou worden
gesteld aan de Orde van Architecten.


Brussel, 20 april 2009.




   F. SCHRAM                                                 J. BAERT
   secretaris                                               voorzitter

transparencia/cadas/abelfedcadapub/advies-2009-27/start.txt · Dernière modification : 2020/09/28 23:41 de 127.0.0.1