Outils pour utilisateurs

Outils du site


transparencia:cadas:abelfedcadapub:advies-2012-68:start

Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis

Advies 68

Met betrekking tot de toegang tot documenten met betrekking tot het koninklijk besluit tot verlenging van het ouderschapsverlof

Transposition

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

     Afdeling openbaarheid van bestuur




                   13 augustus 2012




                 ADVIES 2012-68

met betrekking tot de toegang tot documenten met
betrekking tot het koninklijk besluit tot verlenging
            van het ouderschapsverlof
                    (CTB/2012/62)
                                                                        2

   1. Een overzicht

Bij mail van 25 mei 2012 vraagt de heer X aan de FOD Werkgelegenheid,
Arbeid en Sociaal Overleg (WASO) om een elektronisch afschrift van de
documenten met betrekking tot het ontwerp van koninklijk besluit tot
verlenging van het ouderschapsverlof dat voorlag op de ministerraad van
o.m 23 maart 2012 en ondertussen werd goedgekeurd en bekendgemaakt
in het Belgisch Staatsblad van 1 juni 2012, tweede editie, p. 31.496. Het
gaat meer bepaald om volgende documenten: de ontworpen regeling, de
bijhorende toelichting, eventueel de ingewonnen adviezen, het advies
van de Raad van State, het advies van de inspectie van Financiën, het
Begrotingsakkoord, … Bovendien vraagt de verzoeker om die
documenten te ontvangen ten laatste op 6 juni 2012.

Op zijn verzoek, waarbij wordt verwezen naar een e-mail van 31 mei
2012 die niet in het bezit is van de Commissie, bezorgt de Minister van
Werk volgende bestuursdocumenten:
   - de adviesaanvraag aan de Nationale Arbeidsraad van 3 februari
       2011;
   - het advies van de inspecteur van financiën van 26 januari 2011;
   - de beslissing van de Minister van Begroting van 15 maart 2012;
   - de nota aan de Ministerraad van 13 maart 2012;
   - de eerste beslissing van de Ministerraad van 23 maart 2012;
   - de adviesaanvraag aan het beheerscomité van de RVA van 27
       maart 2012;
   - het advies van het beheerscomité van de RVA van 19 april 2012;
   - de adviesaanvraag aan de Raad van State van 7 mei 2012;
   - het advies van de Raad van State van 10 mei 2012;
   - de nota aan de Ministerraad van 13 maart 2012;
   - de tweede beslissing van de Ministerraad van 25 mei 2012;
   - de KAFKA- en DOEBTEST;
   - het door de Koning op 31 mei 2012 ondertekende koninklijk
       besluit.

Bij mail van 12 juli 2012 vraagt de heer X om een afschrift van alle
bestuursdocumenten (nota’s, rapporten, verslagen, …) die betrekking
hebben op de verlenging van het ouderschapsverlof tot vier maanden,
die de administratie van de FOD Waso heeft opgesteld of heeft laten
opstellen en waarover de administratie beschikt, met uitzondering van
                                                                          3

de documenten die voorlagen op de ministerraden van 3 februari 2012,
15 maart 2012, 23 maart 2012 en 25 mei 2012.

Bij mail van 7 augustus 2012 beklaagt de aanvrager zich erover dat hij
nog geen reactie heeft gekregen op zijn vraag van 12 juli 2012 en stelt hij
dat zijn verzoek van 12 juli 2012 ten minste betrekking heeft op
volgende documenten:
    - de onderzoeksnota of de rapportering aan de minister waarnaar de
       minister van Werk verwijst in de commissie Sociale Zaken van de
       Kamer op 25 januari 2012 (CRIV 53 COM 376, 14);
    - het juridisch advies m.b.t. de vraag of de Belgische Staat kan
       worden veroordeeld, omdat de maatregel niet van toepasing is op
       ouders van kinderen die voor 8 maart geboren zijn en jonger dan
       12 jaar zijn;
    - de (ontwerp)verslagen van de interkabinettenwerkgroep van 1
       februari en 7, 13 en 20 maart 2012 met betrekking tot het
       ontwerp-KB;
    - de verslagen van de vergadering van de directeurs Algemeen
       Beleid van 16 en 22 maart 2012 beperkt tot het punt van het
       ouderschapsverlof;
    - de door de RVA opgemaakte budgettaire ramingen die ter
       bespreking voorlagen op de interkabinettenwerkgroep.

Bij mail van 7 augustus 2012 verwijst de FOD Waso de aanvrager wat
betreft zijn aanvraag van 12 juli 2012 door naar de FOD Kanselarij van de
Eerste Minister.

Bij mail van 9 augustus 2012 dient de heer X een verzoek om advies in bij
de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van
bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna
Commissie genoemd. Diezelfde dag stuurt hij ook bij mail een verzoek
tot heroverweging aan de FOD Waso. Wat zijn aanvraag van 25 mei
2012 betreft stelt de aanvrager dat minstens volgende stukken ontbreken:
    - het advies van de NAR;
    - de nota aan de ministerraad van 23 maart 2012;
    - de nota aan de minsterraad van 25 mei 2012.
                                                                        4

   2. De ontvankelijkheid van de aanvraag

De Commissie is van mening dat het verzoek om advies ontvankelijk is
omdat het verzoek om advies en het verzoek tot heroverweging
tegelijkertijd zijn ingediend.

Bovendien is het verzoek om advies slechts ontvankelijk voor zover de
beide verzoeken om toegang op andere bestuursdocumenten betrekking
hebben. Het verzoek om advies is slechts ontvankelijk voor zover onder
het verzoek van 12 juli 2012 nog andere documenten vallen dan diegene
waarom hij had verzocht en die hij had verkregen in antwoord op zijn
verzoek van 25 mei 2012. Voor zover het immers gaat om documenten
die onder de aanvraag van 25 mei 2012 vielen, moet de aanvraag worden
beschouwd als een verzoek tot heroverweging in de zin van artikel 8, § 2
van de wet van 11 april 1994. Deze bepaling vereist dat er tegelijkertijd
ook om advies wordt gevraagd aan de Commissie, wat niet is gebeurd.
Verder is het verzoek om advies uiteraard slechts ontvankelijk wat
betreft nog niet verkregen documenten.

   3. De gegrondheid van de aanvraag

De Commissie wenst er vooreerst op te wijzen dat de wet van 11 april
1994 betreffende de openbaarheid van bestuur slechts van toepassing is
op bestaande bestuursdocumenten. Deze wet biedt geen juridische basis
om te eisen dat nog niet bestaande bestuursdocumenten worden
aangemaakt. Voor zover bepaalde nota’s niet zouden bestaan, dient de
FOD Waso de aanvrager hiervan echter wel op de hoogte te brengen.

Verder wenst de Commissie de aanvrager erop te wijzen dat ook al
verzoekt hij om tegen een bepaalde termijn de gevraagde
bestuursdocumenten te ontvangen, de administratieve overheid hierdoor
niet is gehouden en ook niet moet motiveren waarom ze niet aan die
termijn voldoet. Bovendien wenst de Commissie erop te wijzen dat het
niet respecteren van de kennisgevingstermijn enkel door de wetgever
wordt gesanctioneerd met het voorzien in de mogelijkheid om een
georganiseerd administratief in te stellen.

De     Commissie     wil   benadrukken      dat   verslagen     van
interkabinettenwerkgroepen slechts als bestuursdocumenten zijn te
beschouwen voor zover zij in het bezit zijn van een administratieve
                                                                      5

overheid. De leden van kabinetten zijn persoonlijke medewerkers van de
minister en zijn volgens de rechtspraak van de Raad van State niet als
een administratieve overheid te beschouwen (zie trouwens Parl. St.
Kamer, 1992-1993, nr. 1112/1, 10).

De Commissie wenst te benadrukken dat een federale administratieve
overheid slechts kan doorverwijzen naar een andere administratieve
overheid in de mate zij zelf niet over het gevraagde bestuursdocument
beschikt. In principe is het voldoende dat een administratieve overheid
in het bezit is van het gevraagde bestuursdocument ongeacht wie de
maker is van het document of tot wiens bevoegdheid de uitwerking van
het document behoort. Een bestuursdocument kan bij verschillende
federale administratieve overheden aanwezig zijn. Het komt de
aanvrager toe te oordelen tot welke administratieve overheid hij zich
wendt.

De Commissie wenst er ten slotte op te wijzen dat artikel 32 van de
Grondwet en de wet van 11 april 1994 uitgaan van de principiële
openbaarheid van alle bestuursdocumenten. De openbaarmaking kan
slechts worden geweigerd omwille van uitzonderingsgronden die bij wet
zijn bepaald. Het inroepen ervan moet wel steeds in concreto en op
pertinente wijze gebeuren. Bovendien kan slechts informatie aan de
openbaarmaking worden onttrokken voor zover ze onder een
uitzonderingsgrond    valt.  Alle   andere    informatie   in     een
bestuursdocument moet openbaar worden gemaakt.


Brussel, 13 augustus 2012.



   F. SCHRAM                                              J. BAERT
   secretaris                                            voorzitter

transparencia/cadas/abelfedcadapub/advies-2012-68/start.txt · Dernière modification : 2020/09/28 23:41 de 127.0.0.1