Avis 138-16

Source au format .pdf

Transposition

1
GEWESTELIJKE COMMISSIE VOOR DE TOEGANG TOT DE BESTUURSDOCUMENTEN VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
Inzake : Nadine LUCAS XI Leefmilieu Brussel
ADVIES nr. 138-16
Toepassing van artikel 20 van de ordonnantie van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur ( hierna de ordonnantie)
1. Voorwerp van de aanvraaq en feiteliike voorafgaanden:\\
Op 30 mei 2016 diende mevr. Nadine Lucas (hierna: verzoekster) een verzoek om openbaarmaking in bij Leefmilieu Brussel teneinde een afschrift te ontvangen van de trimestriële schriftelijke verslagen van de "contrôles ten behoeve van de gebruiker, fokker of leverancier" die aan Leefmilieu Brussel werden bezorgd m.b.t. volgende gebruikers:\\
- CHEX, Pôle de chirurgie expérimentale et transplantation, Secteur des sciences de la santé, Université Catholique de Louvain, avenue Hippocrate 55 à 1200 Woluwe-Saint-Lambert
- Laboratoire de Physiologie et de Pharmacologie, Université Libre de Bruxelles, Faculté de médecine, Campus Erasme, Route de Lennik 808 à 1070 Bruxelles
Ze verwees bij haar verzoek naar artikel 31, § 1 van het koninklijk besluit van 29 mei 2013 betreffende de bescherming van proefdieren en specifieerde dat zij afschriften wenst te bekomen van aile verslagen ingediend in de période vanaf juni 2013 tôt heden.

Omdat verzoekster binnen de gestelde termijn van dertig dagen geen antwoord heeft ontvangen, formuleert zij op 7 juli een verzoek tôt heroverweging. Op dezelfde datum verzoekt zij de Gewestelijke Commissie voor de toegang tôt de bestuursdocumenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (hierna: de Commissie) een advies uit te brengen met betrekking tôt haar recht op afschrift van de hierboven vermelde documenten.

Leefmilieu Brussel werd op 19 juli door de Commissie verzocht haar eventuele opmerkingen over te maken.

Bij e-mail van 28 juli formuleert Leefmilieu Brussel haar opmerkingen.

Ze voert aan niet te kunnen ingaan op de aanvraag omdat deze kennelijk onredelijk is en beroept zich bijgevolg op artikel 10, § 3, 3° van de ordonnantie. Ze voert tevens aan dat de aanvraag de goede werking van de dienst in gevaar brengt.

Zo stelt ze dat "Deze aanvraag betekent het raadplegen en screenen voor 2 proeflaboratoria van 4 verslagen perjaarx 3 jaar, d.w.z. 24 verslagen. Dit onderzoek neemt ongeveer 15 uur tijd in beslag voor aile dossiers. De dossiers die Leefmilieu Brussel van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu heeft gekregen zijn niet allemaal onder digitale vorm beschikbaar. Ook dienen de
2
vertrouwefijke gegevens verwijderd te worden van deze rapporter). Deze aanvraag impliceert 2 dagen werk voor één VTE terwijl maar 1,5 VTE binnen de dienst zich bezig houdt met dierproeven (inspecties en administratieve taken).

Bovendien verhinderen de herhaaldelijke en veelvuldige aanvragen van mevrouw Lucas (of ingediend door andere medewerkers die bij de vzw animal rights actiefzijn) één van de beiangrijkste doelstellingen van de dienst Dierenwelzijn. Deze aanvragen betreffen omstandigheden uit het verleden en dus eventuele gevalien van niet-naleving die al werden gedetecteerd. Onze aandacht is dan ook gericht op de huidige eventueie gevalien van niet-naleving en niet die van het verleden. Onze dienst kan zo de risicoanalyses en toekomstige situaties op korte en lange termijn niet verbeteren.

Daarom bevindt Leefmilieu Brussel zich in de onmogelijkheid om deze trimestriële verslagen van contrôles aan mevrouw Nadine Lucas te geven. "
2. De ontvankeliikheid van de adviesaanvraag
De Commissie stelt vast dat verzoekster, zoals voorgeschreven door artikel 20 van de ordonnantie van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur (hierna: de ordonnantie), tegelijkertijd een verzoek tôt heroverweging aan Leefmilieu Brussel en een verzoek om advies aan de Commissie heeft gericht.

Het verzoek om advies is bijgevolg ontvankelijk.

3. Onderzoek
Het recht van toegang tôt bestuursdocumenten is verankerd in artikel 32 van de Grondwet en verder uitgewerkt in de ordonnantie van 30 maart 1995. Deze bepalingen gaan uit van een principiële openbaarheid van aile bestuursdocumenten.

Slechts wanneer uitzonderingsgronden, beschreven in artikel 10 van de ordonnantie, moeten of kunnen worden ingeroepen en op afdoende wijze in concreto worden gemotiveerd, kan de openbaarmaking worden geweigerd. Deze uitzonderingsgronden dienen bovendien beperkend te worden geïnterpreteerd.

In voorkomend geval heeft Leefmilieu Brussel aangevoerd niet te kunnen ingaan op de aanvraag omdat deze kennelijk onredelijk zou zijn. Ze beroept zich op artikel 10, § 3, 3° van de ordonnantie en stelt dat de aanvraag de goede werking van de dienst in gevaar brengt.

Artikel  10, § 3 van de ordonnantie stelt het volgende: "de gewestelijke administratieve overheid mag een vraag om inzage, uitleg of mededeling in afschrift van een bestuursdocument afwijzen in de mate dat de vraag : (...) 3" kennelijk onredelijk is; (...)".

Deze uitzonderingsgrond van de kennelijke onredelijkheid heeft tôt doel om het recht op openbaarheid van bestuur bestaanbaar te houden met de goede werking van een instantie.

3
Leefmilieu Brussel wijst de Commissie op de werklast voor de administratie om de gevraagde stukken op te zoeken.

Het is voor de Commissie niet évident om dit élément te beoordelen. Het betreft, volgens Leefmilieu Brussel, in casu 24 verslagen (aantal pagina's per verslag onbekend) die niet allemaal onder digitale vorm beschikbaar zijn, die geraadpleegd en gescreend dienen te worden en die bovendien niet blindelings openbaar mogen worden gemaakt, maar die moeten worden onderzocht in het licht van de door de ordonnantie voorziene uitzonderingsgronden.

Het feit dat dit onderzoek 2 dagen werk zou impliceren voor 1 voltijdse medewerker terwijl slechts 1,5 VTE zich binnen de dienst bezig houdt met dierproeven, lijkt geen onoverkomelijke reden te zijn om zich te onttrekken aan de door de ordonnantie omschreven principiële verplichting van openbaarheid van bestuursdocumenten. De Commissie kan aannemen dat dit een omvangrijke taak uitmaakt voor de desbetreffende dienst, maar deze opdracht lijkt niet als onoverkomelijk te moeten worden beschouwd.

Ook het feit dat verzoekster, of een van haar collega's bij de vzw Animal Rights, diverse aanvragen aan Leefmilieu Brussel heeft gericht die blijkbaar betrekking hebben op omstandigheden uit het verleden, lijkt niet te motiveren om in voorkomend geval de aanvraag niet in te willigen.

De moeilijkheden die de dienst ondervindt om de desbetreffende afschriften over te maken, zouden in elk geval niet motiveren dat de inzage ter plaatse in de gevraagde documenten geweigerd kan worden.

De commissie herhaalt, in toepassing van art. 15 van de ordonnantie dat het ontvangen van een afschrift van een bestuurdocument kan onderworpen worden aan het betalen van een vergoeding die de kos prijs niet mag overtreffen.

De Commissie wijst tenslotte op het principe van de gedeeltelijke openbaarmaking op grand waarvan slechts informatie die onder een uitzonderingsgrond valt (bijvoorbeeld door een beroep te doen op art. 10, § 1, 7° van de ordonnantie) aan de openbaarmaking kan worden onttrokken. Aile andere informatie in een bestuursdocument moet openbaar worden gemaakt.

4. Advies:\\
Het verzoek ingediend op 7 juli 2016 door mevrouw Nadine Lucas is ontvankelijk.

Een afschrift van de trimestriële verslagen, ingediend bij Leefmilieu Brussel in de période vanaf juni 2013 tôt heden, van de "contrôles ten behoeve van de gebruiker, fokker of leverancier" m.b.t. de gebruikers CHEX en Laboratoire de Physiologie et de Pharmacologie, dient haar te worden overgemaakt, desnoods gedeeltelijk, en met weglating van de eventuele daarin voorkomende vertrouwelijke gegevens.

4
De Commissie verleende haar advies op 1 augustus 2016 op verslag van L. Therry, waarop aanwezig waren, mevrouw Joëlle Sautois, dienstdoende voorzitster, de dames Cathleen Aerts, Lynn Therry leden en de heer M. Boland, adjunct secretaris.