CONSEIL COMMUNAL DE SCHAERBEEK
                    GEMEENTERAAD VAN SCHAARBEEK

                               SEANCE DU 28 OCTOBRE 2020
                            VERGADERING VAN 28 OKTOBER 2020

PRÉSENTS-AANWEZIG : Mme-mevr. Cécile Jodogne, Bourgmestre ff-Présidente-wnd
   Burgemeester-Voorzitster; M.-h. Vincent Vanhalewyn, Échevin-Schepen; M.-h. Mehmet
   Bilge, Echevin-Schepen; Mme-mevr. Adelheid Byttebier, Échevine-Schepene; M.-h. Michel
   De Herde, Échevin-Schepen; M.-h. Frederic Nimal, Mmes-mevr. Sihame Haddioui,
   Deborah Lorenzino, MM.-hh. Thomas Eraly, Quentin Van den Hove, Mme-mevr. Lorraine
   de Fierlant, Echevin-Schepenen; MM.-hh. Bernard Guillaume, Bernard Clerfayt, Georges
   Verzin, Emin Ozkara, Sadik Koksal, Ibrahim Dönmez, Abobakre Bouhjar, Mme-mevr.
   Angelina Chan, MM.-hh. Axel Bernard, Hasan Koyuncu, Mmes-mevr. Sophie Querton,
   Done Sonmez, Fatiha El Khattabi, MM.-hh. Arnaud Verstraete, Matthieu Degrez, Mmes-
   mevr. Claire Geraets, Leila Lahssaini, Myriam Boxus, M.-h. Youssef Hammouti, Mmes-
   mevr. Fatima Ben Abbou, Leticia Sere, Lucie Petre, MM.-hh. Abdelhakim El Karaoui, Emel
   Dogancan, Yusuf Yildiz, Mohammed Abkoui, Mmes-mevr. Naima Belkhatir, Emel Kose,
   Vanessa Loodts, Emilie Desmedt, Marie Nyssens, MM.-hh. Hamza BOUKHARI, Cedric
   Mahieu, Elyass EL YAKOUBI, Mamadou Bah, Conseillers communaux-
   Gemeenteraadsleden; M.-h. David Neuprez, Secrétaire Communal-Gemeentesecretaris.

ABSENTS-AFWEZIG : M.-h. Taoufik Ben addi, Conseiller communal-Gemeenteraadslid.
EXCUSÉS-VERONTSCHULDIGD : -

EN DÉBUT DE SÉANCE-IN HET BEGIN VAN DE VERGADERING : -

   Mme Jodogne, Bourgmestre, préside l'assemblée qu'elle ouvre en séance publique à 18
heures 35 minutes.
   De openbare vergadering wordt geopend om 18.35 uur onder voorzitterschap van mvr.
Jodogne, Burgemeester.

    Elle est satisfaite au prescrit de l'article 89 de la nouvelle loi communale et le procès-
verbal de la séance du 23 septembre 2020 est tenu sur le bureau à la disposition des
membres du Conseil.
    Er wordt voldaan aan de voorschriften van artikel 89 van de nieuwe gemeentewet en de
notulen van de vergadering van 23 september 2020 zijn ter beschikking van de raadsleden ter
tafel neergelegd.

   Monsieur Vertsraete est désigné par le sort pour voter le premier lors du vote par appel
nominal.
   De heer Verstraete is door het lot aangewezen om als eerste te stemmen bij hoofdelijke
stemming.

   En raison de la crise sanitaire COVID-19, ce conseil communal a lieu en visioconférence
(Zoom)
   Wegens de gezondheidscrisis Covid-19 heeft deze vergadering plaats via visio-
conferentie.(Zoom)


                       SEANCE PUBLIQUE - OPENBARE VERGADERING


POINT(S) INSCRIT(S) À LA DEMANDE D’HABITANTS -=- PUNT(EN) OPGETEKEND OP VERZOEK VAN INWONERS
SP 1.- Les aménagements routiers en phase de test sur l'avenue Eisenhower et l'avenue des
   Azalées, et leur impact sur la qualité de vie dans le quartier (Demande de Monsieur
   Philippe CORNELIS) -=- Weginrichtingen in de testfase op de Eisenhowerlaan en de
   Azalealaan, en hun impact op de leefbaarheid in de buurt (Vraag van de heer Philippe
   CORNELIS)



                                                1
       Monsieur Brégéon et Madame Van De Geuchte exposent leur point
       Madame la Bourgmestre ff et Madame Byttebier répondent
       Monsieur Verzin, Monsieur Verstraete, Madame Chan, Madame Loodts, Monsieur
       Mahieu, Monsieur Degrez et Monsieur Bernard interviennent
       Madame la Bourgmestre ff répond



SECRÉTAIRE COMMUNAL -=- GEMEENTESECRETARIS
Bureau des assemblées -=- Kantoor der vergaderingen
SP 2.- Election et prestation de serment d'un Echevin en remplacement de Monsieur Sadik
   KÖKSAL -=- Verkiezing en eedaflegging van een schepen ter vervanging van de heer
   Sadik KÖKSAL

       Monsieur le Secrétaire communal expose le déroulement du vote secret
       Monsieur Bernard intervient
       Monsieur le Secrétaire communal répond
       Monsieur Verzin intervient
       Monsieur le Secrétaire communal répond
       Monsieur Koyuncu intervient
       Madame la Bourgmestre ff répond
       Monsieur Clerfayt, Monsieur Köksal, Madame Querton et Monsieur Verzin
       interviennent.

       Monsieur van den Hove est élu à la majorité par 27 voix pour, 17 non et 2
       abstentions.

       Monsieur van den Hove prête serment en néerlandais et en français

       Madame la Bourgmestre ff, Monsieur Bouhjar et Monsieur Verzin interviennent
       Madame la Bourgmestre ff répond
       Monsieur Bouhjar et Monsieur Verzin interviennent
       Madame la Bourgmestre ff répond
       Madame Querton, Monsieur Bernard, Madame Boxus et Monsieur Clerfayt
       interviennent
       Madame la Bourgmestre ff répond

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 27 voix contre 17 et 2 abstention(s). -=- Besloten, met 27 stem(men) tegen 17 en
2 onthouding(en).
                                     LE CONSEIL COMMUNAL
                         Décidé, par 27 voix contre 17 et 2 abstention(s).

Vu la Nouvelle Loi Communale et notamment ses articles 15 § 1er et16;
Vu le courrier du 19 octobre 2020, par lequel Monsieur Köksal présente sa démission en sa
qualité d'Echevin,
Considérant qu’il y a lieu d’élire un nouvel échevin,
Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 20 octobre 2020 de lancer la
procédure de désignation d’un nouvel échevin;
Vu l’acte de présentation reçu le 23 octobre 2020 par Monsieur le secrétaire
communal conformément à l’article 18bis de la Nouvelle Loi Communale, transmise le 23
octobre 2020 à Madame la Présidente du Conseil communal, et qui propose le candidat
suivant :
       ·     Monsieur van den HOVE d'ERTSENRYCK Quentin, Alexis, Monique, Jean, Louise
Considérant que l’acte de présentation a recueilli une double majorité conformément à
l’article 15§ 1erNouvelle Loi Communale : la majorité des élus de la liste sur laquelle il s’est
présenté et la majorité des élus du Conseil ;




                                                2
Qu'a donc été déclaré candidat pour le mandat de Echevin :
       ·     Monsieur van den HOVE d'ERTSENRYCK Quentin, Alexis, Monique, Jean, Louise
Vu l’article 15, § 1er, alinéa 3 de Nouvelle Loi Communale qui dispose que le rang des
échevins est déterminé par l’ordre de présentation, c’est-à-dire l’ordre dans lequel les
échevins ont été élus directement après les élections communales
Que dès lors le poste à pourvoir, compte tenu des dispositions applicables à l’Échevin
surnuméraire, est celui de 9ème Echevin
Considérant qu'il y a donc lieu de procéder au scrutin secret, à l'élection du 9ème Echevin et
que cette élection se déroule par courriel adressé au Secrétaire Communal, en application de
l'article 4 de l'ordonnance de police du Bourgmestre du 21 octobre 2020, imposant la tenue à
distance, en vidéoconférence, des séances du conseil communal des 28 octobre 2020 et 25
novembre 2020;
9ème echevin.
Candidature de M. van den HOVE d'ERTSENRYCK Quentin, Alexis, Monique, Jean, Louise.
46 conseillers prennent part au scrutin.
Le dépouillement du scrutin, effectué par Monsieur le Secrétaire communal, fait apparaître
que M. van den HOVE d'ERTSENRYCK a obtenu 27 voix contre 17 votes négatifs et 2
abstentions.
Il y a 0 votes blancs.
Le nombre de votes valables est de 46.
En conséquence, M. van den HOVE d'ERTSENRYCK Quentin, Alexis, Monique, Jean, Louise est
élu à la majorité comme 9ème échevin.
Madame la Bourgmestre ff invite l’élu à prêter entre ses mains, le serment imposé par
l’article 80 de la Nouvelle Loi Communale.
M. van den HOVE d'ERTSENRYCK Quentin, Alexis, Monique, Jean, Louise prête serment en
néerlandais et en français et est déclaré installé dans ses fonctions.

                                    DE GEMEENTERAAD
                 Besloten, met 27 stem(men) tegen 17 en 2 onthouding(en).

Gelet op de nieuwe gemeentewet en in het bijzonder haar artikelen 15 §1 en 16;
Gelet op de brief dd 19 oktober 2020 bij dewelke de heer Köksal zijn ontslag als Schepen
aanbiedt,
Overwegende dat er een nieuwe schepen dient verkozen te worden
Gelet op het besluit van het College van Burgemeester en Schepenen dd 20 oktober 2020 om
een aanduidingsprocedure op te starten voor de aanduiding van een nieuwe schepen;
Gelet op de voordrachtakte ontvangen op 23 oktober 2020 door de Gemeentesecretaris
overeenkomstig artikel 18bis van de Nieuwe Gemeentewet en overhandigd op 23
oktober 2020 aan Mevrouw de Voorzitster van de gemeenteraad, die de volgende kandidaat
voorstelt :
      ·     de heer van den HOVE d'ERTSENRYCK Quentin, Alexis, Monique, Jean, Louise.
Overwegende dat de voordrachtakte een dubbele meerderheid bekomen heeft
overeenkomstig artikel 15 §1 van de Nieuwe Gemeentewet : de meerderheid van de
verkozenen van dezelfde lijst dan de kandidaat Schepen en de meerderheid van de
verkozenen voor de gemeenteraad
Dat dus als kandidaat wordt verklaard voor het mandaat van Schepen :
      ·     de heer van den HOVE d'ERTSENRYCK Quentin, Alexis, Monique, Jean, Louise
Gelet op artikel 15, §1, alinea 3 van de Nieuwe Gemeentewet die vaststelt dat de rang van de
Schepenen bepaald wordt door de volgorde van voordracht, maw de rang volgens dewelke
de schepenen verkozen werden direct na de gemeenteraadsverkiezingen
Dat dien te gevolge, het vrijgekomen ambt, rekening houdend met de maatregelen van
toepassing op de surnumeraire schepen, deze van 9de Schepen is;
Overwegende dat er dient te worden overgegaan, bij geheime stemming, tot de verkiezing
van de 9de schepen en dat deze verkiezing gebeurd via e-mail geadresseerd aan de
Gemeentesecretaris, in toepassing op artikel 4 van de politieverordening van de
Burgemeester, dd 21 oktober 2020, tot oplegging, in videoconferentie, van de zittingen van
de Gemeenteraad van 28 oktober 2020 en 25 november 2020,




                                              3
9de schepen :
Kandidatuur van de heer van den HOVE d'ERTSENRYCK Quentin, Alexis, Monique, Jean, Louise
46 raadsleden nemen aan de stemming deel.
De stemopneming, gedaan door de h. Gemeentesecretaris, laat blijken dat de heer van den
HOVE d'ERTSENRYCK Quentin, Alexis, Monique, Jean, Louise, 27 stemmen heeft bekomen
tegen 17 negatieve stemmen en 2 onthoudingen.
Er zijn 0 blanco stemmen.
Het aantal geldige stemmen bedraagt 46.
Bijgevolg wordt de heer van den HOVE d'ERTSENRYCK Quentin, Alexis, Monique, Jean,
Louise bij meerderheid verkozen als 9de schepen.
De wnd Burgemeester vraagt de verkozene om de eed, welke door artikel 80 van de nieuwe
gemeentewet wordt opgelegd, in haar handen af te leggen.
De heer van den HOVE d'ERTSENRYCK Quentin, Alexis, Monique, Jean, Louise legt de eed af in
het Nederlands en het Frans en wordt in zijn mandaat aangesteld.


Ombudsman -=- Ombudsman
SP 3.- Ombudsman - Présentation du rapport annuel 2019 -=- Ombudsman - Voorstelling
   van het jaarlijks verslag 2019

       Monsieur Degrez intervient
       Madame Hammami expose son rapport annuel 2019
       Madame la Bourgmestre ff répond
       Monsieur Degrez intervient
       Madame la Bourgmestre ff répond
       Madame Petre intervient
       Madame la Bourgmestre ff répond
       Madame Nyssens, Madame Lahssaini, Madame Querton et Madame Belkhatir
       interviennent
       Madame la Bourgmestre ff répond
       Madame Belkhatir intervient
       Madame la Bourgmestre ff répond
       Madame Belkhatir et Monsieur Abkoui interviennent
       Madame Hammami et Madame la Bourgmestre ff répondent
       Monsieur Clerfayt intervient
       Madame la Bourgmestre ff répond


Bureau des assemblées -=- Kantoor der vergaderingen
SP 4.- Intercommunale d'inhumation - Nouveaux statuts - Approbation -=- Intercommunale
   voor teraardebestelling - Nieuwe statuten - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                   LE CONSEIL COMMUNAL
                                   Approuvé à l'unanimité.

Vu la nouvelle Loi communale du 24 juin 1988, notamment l'article 117 relatif aux
compétences du Conseil communal et ses modifications ultérieures;
Vu la loi du 29 juillet 1991 relative à la motivation formelle des actes administratifs et ses
modifications ultérieures;
Vu les Décret et ordonnance conjoints du 16 mai 2019 de la Région de Bruxelles-Capitale, la
Commission communautaire commune et la Commission communautaire française relatifs à
la publicité de l'administration dans les institutions bruxelloises;
Vu l'ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la
Région de Bruxelles Capitale, et ses modifications ultérieures;




                                               4
Vu l'ordonnance du 5 juillet 2018 relative aux modes spécifiques de gestion communale et à
la coopération intercommunale;
Vu le nouveau Code des sociétés et des associations du 23 mars 2019;
Vu le projet de statut reprenant les modifications proposées;
DECIDE :
D'approuver le projet des nouveaux statuts de l'Intercommunale d'inhumation

                                  DE GEMEENTERAAD
                       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988, met name artikel 117 betreffende de
bevoegdheden van de gemeenteraad en de latere wijzigingen ervan;
Gelet op de wet van 29 juni 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de
bestuurshandelingen en de latere wijzigingen ervan;
Gelet op het gezamenlijk decreet en ordonnantie van 16 mei 2019 van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse
Gemeenschapscommissie betreffende de openbaarheid van bestuur bij de Brusselse
instellingen;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht
op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de latere wijzigingen ervan;
Gelet op de ordonnantie van 5 juli 2018 betreffende de specifieke gemeentelijke
bestuursvormen en de samenwerking tussen gemeenten;
Gelet op het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen van 23 maart 2019;
Gelet op het ontwerp van de statuten met daarin de voorgestelde wijzigingen;
BESLUIT
om het ontwerp van de nieuwe statuten van de intercommunale voor teraardebestelling
goed te keuren.


SP 5.- Convention de partenariat entre l'Intercommunale d'Inhumation et la commune de
   Schaerbeek - Approbation -=- Partnerovereenkomst tussen de gemeente Schaarbeek en
   de gemeentelijke Intercommunale voor Teraardebestelling - Goedkeuring

      Monsieur Guillaume intervient
      Madame la Bourgmestre ff et Monsieur Köksal répondent

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                 LE CONSEIL COMMUNAL
                                 Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale;
Vu l'ordonnance du 5 juillet 2018 relative aux modes spécifiques de gestion communale et à
la coopération intercommunale;
Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 20 octobre 2020 prenant acte des
nouveaux statuts de l'Intercommunale d'Inhumation scrl;
DECIDE :
D'approuver la convention liant la commune de Schaerbeek et l'Intercommunale
d'Inhumation

                                  DE GEMEENTERAAD
                       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de ordonnantie van 5 juli 2018 betreffende de specifieke gemeentelijke
bestuursvormen en de samenwerking tussen gemeenten;




                                             5
Gelet op het besluit van het College van burgemeester en Schepenen dd 20 oktober 2020
waarbij akte genomen wordt van de nieuwe statuten van de cvba Intercommunale voor
Teraardebestelling ;
BESLUIT :
De overeenkomst tussen de Gemeente Schaarbeek en de cvba Intercommunale voor
Teraardebestelling, goed te keuren.


SP 6.- Foyer Schaerbeekois - Présentation du rapport annuel 2019 - Pour information -=-
   Schaarbeekse Haard - Presentatie van het jaarverslag 2019 - Ter informatie

       Madame Boxus, Président du Foyer Schaerbeekois, expose le point
       Monsieur Dönmez, Monsieur Verzin, Monsieur Bernard, Madame Querton,
       Monsieur Mahieu et Monsieur Abkoui interviennent
       Madame la Bourgmestre ff répond
       Monsieur Abkoui intervient
       Madame la Bourgmestre ff répond
       Monsieur Abkoui intervient
       Madame la Bourgmestre ff et Madame Boxus répondent
       Monsieur Dönmez intervient


SP 7.- Foyer Schaerbeekois - Assemblée Générale Extraordinaire du mardi 13 octobre 2020 -
   Pour information -=- Schaarbeekse Haard - Buitengewone Algemene Vergadering van
   dinsdag 13 oktober 2020 - Ter informatie.



FINANCES / RECEVEUR COMMUNAL -=- FINANCIËN / GEMEENTEONTVANGER
Budget -=- Begroting
SP 8.- Modifications budgétaires ordinaire (MB4) et extraordinaire (MB5) 2020 -
    Approbation -=- Gewone (BW4) en buitengewone (BW5) begrotingswijzigingen 2020 -
    Goedkeuring

       Monsieur De Herde expose le point ainsi que le point 129 inscrit en urgence
       Monsieur Mahieu, Monsieur Verzin, Monsieur Bouhjar et Monsieur Koyuncu
       interviennent
       Madame la Bourgmestre ff répond
       Monsieur Koyuncu, Madame Loodts et Madame Boxus interviennent
       Monsieur De Herde répond
       Monsieur Verzin intervient
       Monsieur De Herde répond
       Monsieur Bouhjar intervient

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 28 voix contre 6 et 12 abstention(s). -=- Besloten, met 28 stem(men) tegen 6 en
12 onthouding(en).

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                       Décidé, par 28 voix contre 6 et 12 abstention(s).

Vu les articles 96, 240, 241, 242, 247 et 249 de la Nouvelle loi communale;
Vu les articles 9, 11, 12, 13 et 14 de l'Arrêté royal du 02/08/1990 portant le règlement
général de la comptabilité communale;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 20 octobre 2020;




                                               6
DECIDE
d'approuver les modifications budgétaires ordinaire (MB4) et extraordinaire (MB5) 2020.

                                    DE GEMEENTERAAD
                 Besloten, met 28 stem(men) tegen 6 en 12 onthouding(en).

Gelet op artikels 96, 240, 241, 242, 247 en 249 van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op artikels 9, 11, 12, 13 en 14 van de Koninklijk besluit houdende het algemeen
reglement op de gemeentelijke comptabiliteit;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van de 20 oktober 2020;
BESLUIT
de gewone (BW4) en buitengewone (BW5) begrotingswijzigingen 2020 goed te keuren.



                                             ***
       Madame la Bourgmestre ff quitte la séance et Monsieur Vanhalewyn, 1er Echevin
       assure la présidence de la séance -=- Mevrouw de wnd Burgemeester verlaat de
       vergadering en de heer Vanhalewyn, 1ste Schepen neemt het voorzitterschap waar.
                                             ***



Contrôle -=- Controle
SP 9.- ASBL "Promotion de l'Emploi à Schaerbeek" en abrégé PE - Comptes 2018 - Prise
   d'acte -=- VZW "Promotion de l'Emploi à Schaerbeek" afgekort in PE - Rekeningen 2018 -
   Akte nemen

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                   LE CONSEIL COMMUNAL
                                   Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale.
Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l’octroi et de l’emploi de certaines
subventions.
Vu les délibérations du Conseil communal du 27 mars 2019 adoptant le règlement relatif aux
subventions communales.
Considérant que les comptes de l’ASBL «Promotion de l'Emploi à Schaerbeek» affichent un
résultat positif de 8.842,30€ et des fonds propres s'élevant à 40.958,85€ pour l’exercice 2018.
Vu la décision du 20 octobre 2020 par laquelle le Collège prend acte du résultat positif de
8.842,30€ et des fonds propres s'élevant à 40.958,85€ pour l'exercice 2018.
PREND ACTE
Des comptes 2018 de l’ASBL «Promotion de l'Emploi à Schaerbeek», déposés au dossier, qui
affichent un résultat positif de 8.842,30€ et des fonds propres s'élevant à 40.958,85€.

                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet.
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en het
gebruik van sommige toelagen.
Gelet op de beraadslagingen van de Gemeenteraad van 27 maart 2019 goedkeurend het
reglement betreffende de gemeentelijke toelagen.
Overwegende dat de rekeningen van de VZW “Promotion de l'Emploi à Schaerbeek” een
positief saldo van 8.842,30€ en eigen vermogen ter waarde van 40.958,85€ voor het
dienstjaar 2018 vertonen.



                                               7
Gelet op de beslissing van 20 oktober 2020 waar het College akte neemt van het positief
saldo van 8.842,30€ en eigen vermogen van 40.958,85€ voor het dienstjaar 2018.
NEEMT AKTE
van de, bij het dossier gehechte, rekeningen 2018 van de VZW “Promotion de l'Emploi à
Schaerbeek”, die een positief saldo van 8.842,30€ en eigen vermogen van 40.958,85€
vertonen.


SP 10.- ASBL Schaerbeek information - Comptes 2018 - Prise d'acte -=- VZW Schaerbeek
   information - Rekeningen 2018 - Akte nemen

       Monsieur Mahieu intervient
       Monsieur Vanhalewyn répond
       Monsieur Mahieu intervient
       Monsieur Vanhalewyn répond et propose de reporter le point

       Ce point est retiré de l'ordre du jour -=- Dit punt wordt aan de agenda onttrokken


SP 11.- ASBL "SAVE Belgium" - Comptes 2018 - Prise d'acte -=- VZW "SAVE Belgium" -
   Rekeningen 2018 - Akte nemen

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                                  Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale.
Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l’octroi et de l’emploi de certaines
subventions.
Vu la délibération du Conseil communal du 27 mars 2019 adoptant le règlement relatif aux
subventions communales.
Considérant que les comptes de l’ASBL «SAVE Belgium» affichent un résultat positif de
119.390,80€ et des fonds propres s'élevant à 200.464,94€ pour l’exercice 2018.
Vu la décision du 13 octobre 2020 par laquelle le Collège prend acte du résultat positif de
119.390,80€ et des fonds propres s'élevant à 200.464,94€ pour l'exercice 2018.
PREND ACTE
Des comptes 2018 de l’ASBL «SAVE Belgium», déposés au dossier, qui affichent un résultat
positif de 119.390,80€ et des fonds propres s'élevant à 200.464,94€.

                                  DE GEMEENTERAAD
                       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet.
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en het
gebruik van sommige toelagen.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 27 maart 2019 het reglement
goedkeurend betreffende de gemeentelijke toelagen.
Overwegende dat de rekeningen van de VZW “SAVE Belgium” een positief saldo van
119.390,80€ en een eigen vermogen ter waarde van 200.464,94€ voor het dienstjaar
2018 vertonen.
Gelet op de beslissing van 13 oktober 2020 waar het College akte neemt van het positief
saldo van 119.390,80€ en een eigen vermogen van 200.464,94€ voor het dienstjaar 2018.
NEEMT AKTE
van de, bij het dossier gehechte, rekeningen 2018 van de VZW “SAVE Belgium”, die een
positief saldo van 119.390,80€ en een eigen vermogen van 200.464,94€ vertonen.




                                              8
SP 12.- ASBL "Jeunes Schaerbeekois au Travail" en abrégé JST - Comptes 2019 - Prise d'acte -
   =- VZW "Jeunes Schaerbeekois au Travail" in afkorting JST - Rekeningen 2019 - Akte
   nemen

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                                  Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale.
Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l’octroi et de l’emploi de certaines
subventions.
Vu la délibération du Conseil communal du 27 mars 2019 adoptant le règlement relatif aux
subventions communales.
Considérant que les comptes de l’ASBL «Jeunes Schaerbeekois au Travail» affichent un
résultat positif de 10.639,39€ et des fonds propres s'élevant à 76.880,63€ pour l’exercice
2019.
Vu la décision du 22 septembre 2020 par laquelle le Collège prend acte du résultat positif de
10.639,39€ et des fonds propres s'élevant à 76.880,63€ pour l'exercice 2019.
PREND ACTE
Des comptes 2019 de l’ASBL «Jeunes Schaerbeekois au Travail», déposés au dossier, qui
affichent un résultat positif de 10.639,39€ et des fonds propres s'élevant à 76.880,63€.

                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet.
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en het
gebruik van sommige toelagen.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 27 maart 2019 goedkeurend het
reglement betreffende de gemeentelijke toelagen.
Overwegende dat de rekeningen van de VZW “Jeunes Schaerbeekois au Travail” een positief
saldo van 10.639,39€ en eigen vermogen ter waarde van 76.880,63€ voor het dienstjaar
2019 vertonen.
Gelet op de beslissing van 22 september 2020 waar het College akte neemt van het positief
saldo van 10.639,39€ en eigen vermogen van 76.880,63€ voor het dienstjaar 2019.
NEEMT AKTE
van de, bij het dossier gehechte, rekeningen 2019 van de VZW “Jeunes Schaerbeekois au
Travail”, die een positief saldo van 10.639,39€ en eigen vermogen van 76.880,63€ vertonen.


SP 13.- ASBL "Ludothèque Sésame" - Comptes 2019 - Prise d'acte -=- VZW "Ludothèque
   Sésame" - Rekeningen 2019 - Akte nemen

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                                  Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale.
Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l’octroi et de l’emploi de certaines
subventions.
Vu les délibérations du Conseil communal du 27 mars 2019 adoptant le règlement relatif aux
subventions communales.
Considérant que les comptes de l’ASBL «Ludothèque Sésame» affichent un résultat positif de
4.330,55€ et des fonds propres s'élevant à 64,70€ pour l’exercice 2019.



                                              9
Vu la décision du 20 octobre 2020 par laquelle le Collège prend acte du résultat positif de
4.330,55€ et des fonds propres s'élevant à 64,70€ pour l'exercice 2019.
PREND ACTE
Des comptes 2019 de l’ASBL «Ludothèque Sésame», déposés au dossier, qui affichent un
résultat positif de 4.330,55€et des fonds propres s'élevant à 64,70€.

                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet.
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en het
gebruik van sommige toelagen.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 27 maart 2019 goedkeurend het
reglement betreffende de gemeentelijke toelagen.
Overwegende dat de rekeningen van de VZW “Ludothèque Sésame” een positief saldo van
4.330,55€ en eigen vermogen ter waarde van 64,70€ voor het dienstjaar 2019 vertonen.
Gelet op de beslissing van 20 oktober 2020 waar het College akte neemt van het positief
saldo van 4.330,55€ en eigen vermogen van 64,70€ voor het dienstjaar 2019.
NEEMT AKTE
van de, bij het dossier gehechte, rekeningen 2019 van de VZW “Ludothèque Sésame”, die een
positief saldo van 4.330,55€ en eigen vermogen van 64,70€ vertonen.


SP 14.- ASBL "Rénovation à Schaerbeek" en abrégé RenovaS - Comptes 2019 - Prise d'acte -
   =- VZW "Rénovation à Schaerbeek" in het kort RenovaS - Rekeningen 2019 - Akte nemen

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                   LE CONSEIL COMMUNAL
                                   Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale.
Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l’octroi et de l’emploi de certaines
subventions.
Vu les délibérations du Conseil communal du 27 mars 2019 adoptant le règlement relatif aux
subventions communales.
Considérant que les comptes 2019 de l’ASBL «RenovaS» affichent un résultat positif de
206,00€ et des fonds propres positifs s'élevant à 169.778,00 € pour l’exercice 2019.
Vu la décision du 22 septembre 2020 par laquelle le Collège prend acte du résultat positif de
206,00€ et des fonds propres positifs s'élevant à 169.778,00 € pour l'exercice 2019.
PREND ACTE
Des comptes 2019 de l’ASBL «RenovaS», déposés au dossier, qui affichent un résultat positif
de 206,00€ et des fonds propres positifs s'élevant à 169.778,00 €.

                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet.
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en het
gebruik van sommige toelagen.
Gelet op de beraadslagingen van de Gemeenteraad van 27 maart 2019 goedkeurend het
reglement betreffende de gemeentelijke toelagen.
Overwegende dat de rekeningen van de VZW “RenovaS” een positief saldo van 206,00€ en
positieve eigen vermogen ter waarde van 169.778,00 € voor het dienstjaar 2019 vertonen.
Gelet op de beslissing van 22 september 2020 waar het College akte neemt van het positief
saldo van 206,00€ en positieve eigen vermogen van 169.778,00 € voor het dienstjaar 2019.




                                              10
NEEMT AKTE
van de, bij het dossier gehechte, rekeningen 2019 van de VZW “RenovaS”, die een positief
saldo van 206,00€ en positieve eigen vermogen van 169.778,00 € vertonen.


SP 15.- ASBL Schaerbeek Action Emploi - Comptes 2019 - Prise d'acte -=- VZW Schaerbeek
   Action Emploi - Rekeningen 2019 - Akte nemen

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                   LE CONSEIL COMMUNAL
                                   Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale.
Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l’octroi et de l’emploi de certaines
subventions.
Vu la délibération du Conseil communal du 27 mars 2019 adoptant le règlement relatif aux
subventions communales.
Considérant que les comptes de l’ASBL «Schaerbeek Action Emploi» affichent un résultat
positif de 16.253,97€ et des fonds propres s'élevant à 40.499,50€ pour l’exercice 2019.
Vu la décision du 29 septembre 2020 par laquelle le Collège prend acte du résultat positif de
16.253,97€ et des fonds propres s'élevant à 40.499,50€ pour l'exercice 2019.
PREND ACTE
Des comptes 2019 de l’ASBL «Schaerbeek Action Emploi», déposés au dossier, qui affichent
un résultat positif de 16.253,97€ et des fonds propres s'élevant à 40.499,50€.

                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet.
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en het
gebruik van sommige toelagen.
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 27 maart 2019 goedkeurend het
reglement betreffende de gemeentelijke toelagen.
Overwegende dat de rekeningen van de VZW “Schaerbeek Action Emploi” een positief saldo
van 16.253,97€ en eigen vermogen ter waarde van 40.499,50€ voor het dienstjaar
2019 vertonen.
Gelet op de beslissing van 29 september 2020 waar het College akte neemt van het positief
saldo van 16.253,97€ en eigen vermogen van 40.499,50€ voor het dienstjaar 2019.
NEEMT AKTE
van de, bij het dossier gehechte, rekeningen 2019 van de VZW “Schaerbeek Action Emploi”,
die een positief saldo van 16.253,97€ en eigen vermogen van 40.499,50€ vertonen.


SP 16.- ASBL communale "A vos côtés 1030" - Contrat de gestion 2020-2024 - Approbation -
   =- Gemeentelijke VZW "A vos côtés 1030" - Beheerscontract 2020-2024 - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                   LE CONSEIL COMMUNAL
                                   Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale;
Vu la Loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l'octroi et de l'emploi de certains
subsides;




                                              11
Vu la délibération du Conseil communal du 27 mars 2019 adoptant le règlement relatif à
l'octroi, l'emploi et le contrôle de subventions communales;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 13 octobre 2020;
DECIDE :
d'approuver le contrat de gestion 2020 - 2024 liant la Commune à l'asbl communale "A vos
côtés 1030".

                                  DE GEMEENTERAAD
                       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning van het
gebruik van sommige toelagen;
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 27 maart 2019 goedkeurend het
reglement betreffende de uitreiking, het gebruik en de controle van gemeentelijke toelagen,
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 13 oktober 2020;
BESLIST :
de beheerscontract 2020 - 2024 tussen de gemeente en gemeentelijke vzw "A vos côtés
1030" goed te keuren.


SP 17.- Attribution de caisses pour menues dépenses au service SPEV (Schaerbeek Propreté
   Publique & Espace Vert) - Approbation -=- Toekenning van een kas voor geringe uitgaven
   aan de SNGR (Schaarbeek Openbare Netheid & Groene Ruimtes) dienst - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                                  Approuvé à l'unanimité.

Vu la Nouvelle loi communale, notamment l'article 117
Vu le Code Civil notamment les articles 1915 à 1945,
Vu l'Arrêté Royal du 2 août 1990, portant règlement général sur la comptabilité communale,
Vu la décision du Conseil communal du 24 septembre 2014 approuvant le règlement sur les
caisses pour menues dépenses,
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 14 octobre 2014,
DECIDE :
D'attribuer une caisse au service SPEV (Schaerbeek Propreté Publique & Espace Vert) -
gestion du charroi d'un montant de 500 €.

                                  DE GEMEENTERAAD
                       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de nieuwe Gemeentewet, in het bijzonder artikel 117,
Gelet op het Burgerlijk Wetboek, in het bijzonder artikel 1915 tot 1945,
Gezien het Koninklijk Besluit van 2 augustus 1990, betreffende het algemeen reglement op de
gemeentelijke boekhouding,
Gelet op het besluit van 24 september 2014 van de Gemeenteraad welke het reglement over
de kassen voor geringe uitgaven goedkeuren,
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 14 oktober 2014,
BESLUIT :
Het toewijzen van een kassa aan de dienst SNGR (Schaarbeek Openbare Netheid & Groene
Ruimtes) - beheer van het wagenpark voor een bedrag van 500 €.




                                             12
SP 18.- Subventions communales 2019 - Dérogation à l'article 16 du Règlement
   communal relatif à l’octroi, l’emploi et le contrôle des subventions communales du 27
   mars 2019 - Approbation -=- Gemeentelijke subsidies 2019 - Afwijking van artikel 16 van
   het Reglement betreffende de toekenning, aanwending en controle van gemeentelijke
   subsidies van 27 maart 2019 - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                                  Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale;
Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l’octroi et de l’emploi de certaines
subventions;
Vu les délibérations du Conseil communal du 27 mars 2019 adoptant le règlement relatif aux
subventions communales;
Vu la décision du 13 octobre 2020 par laquelle le Collège demande à titre exceptionnel de
pouvoir déroger à l'article 16§2 du règlement communal relatif à l’octroi, l’emploi et le
contrôle des subventions communales du 27 mars 2019;
DECIDE
de déroger exceptionnellement à l'article 16§2 du Règlement communal relatif à l’octroi,
l’emploi et le contrôle des subventions communales du 27 mars 2019 en postposant au 31
décembre 2020 (au lieu du 31 juillet 2020) l'échéance pour le remboursement intégral des
avances sur subventions 2019 par les bénéficiaires de celles-ci n'ayant pas introduit les
justificatifs détaillés aux articles 11 et 12 du Règlement.

                                  DE GEMEENTERAAD
                       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en het
gebruik van sommige toelagen;
Gelet op de beraadslagingen van de Gemeenteraad van 27 maart 2019 goedkeurend het
reglement betreffende de gemeentelijke toelagen;
Gelet op de beslissing van 13 oktober 2020 waarbij het College de uitzonderlijk afwijking van
artikel 16§2 van het Reglement betreffende de toekenning, aanwending en controle van
gemeentelijke subsidie van 27 maart 2019 vraagt;
BELSUIT
de uitzonderlijk afwijking van artikel 16§2 van het Reglement betreffende de toekenning,
aanwending en controle van gemeentelijke subsidies door de termijn uit te stellen tot 31
december 2020 (in plaats van tot 31 juli 2020) voor de volledige terugbetaling van de
voorschotten op de subsidies van 2019 door de begunstigden van deze subsidies die de in de
artikelen 11 en 12 vermelde bewijsstukken niet hebben ingediend


Enrôlement -=- Inkohieringen
SP 19.- Taxe sur les terrains non bâtis situés en bordure d'une voie publique suffisamment
   équipée - Exercices 2021 à 2023 - Modification -=- Belasting op de niet bebouwde
   terreinen gelegen aan de openbare weg die voldoende is uitgerust - Aanslagjaren 2021
   tot 2023 - Wijziging

       Monsieur Nimal expose les points 19 à 34
       Monsieur Mahieu, Monsieur Verzin et Monsieur Verstraete interviennent
       Monsieur Nimal, Monsieur Vanhalewyn et Madame Lorenzino répondent




                                             13
DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 39 voix contre 0 et 7 abstention(s). -=- Besloten, met 39 stem(men) tegen 0 en 7
onthouding(en).

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                        Décidé, par 39 voix contre 0 et 7 abstention(s).

Vu sa délibération du 20 juin 2018 votant le règlement-taxe sur les terrains non bâtis situés
en bordure d’une voie publique suffisamment équipée pour un terme de 5 ans, expirant le 31
décembre 2023 ;
Vu le Code bruxellois de l’aménagement du territoire (CoBAT) du 13 mai 2004, tel que
modifié à ce jour ;
Vu l’article 170, § 4 de la Constitution qui consacre l’autonomie fiscale des communes sous
réserve des exceptions légales ;
Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1er et l’article 118, alinéa 1er ;
Vu l’ordonnance du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 avril 2014 relative à
l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes communales telle
que modifiée à ce jour ;
Vu la loi du 23 mars 1999 relative à l’organisation judiciaire en matière fiscale ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la
Région de Bruxelles-Capitale, telle que modifiée à ce jour ;
Vu la situation financière de la Commune ;
Vu la nécessité pour la Commune de remplir ses obligations dans le respect des exigences du
plan de gestion et du prescrit de l’article 252 NLC, lequel impose aux communes de réaliser
l’équilibre budgétaire ;
Vu la nécessité pour la Commune de prélever des recettes pour couvrir les dépenses qu’exige
l’ensemble de ses activités, et en particulier d’assurer les recettes permettant de faire face
aux charges financières liées à son obligation d’assurer la tranquillité, la sécurité et la
propreté publiques ;
Considérant que le maintien de cette source de revenus se justifie ;
Considérant qu’il est nécessaire de soutenir la création de nouveaux logements afin de
répondre à la croissance démographique de la Commune ;
Considérant que la la spéculation immobilière nuit, entre autres, à la construction de
logements et qu’il est nécessaire de lutter contre cette pratique au sein de la Commune ;
Considérant qu'une simplification de la procédure de déclaration est appropriée afin de
réduire la charge administrative pour le contribuable et les services communaux;
Vu, pour le surplus, le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins du 13 octobre 2020 et
le dossier administratif ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins,
ARRETE :
Article 1
Il est établi, pour les exercices 2021 à 2023, une taxe annuelle sur les terrains non bâtis situés
en bordure d’une voie publique suffisamment équipée.
Article 2
Au sens du présent règlement, on entend par :
Terrain constructible : parcelle susceptible d’être édifiée conformément aux plans
urbanistiques en vigueur, c’est-à-dire de supporter des constructions.
Terrain non-bâti : parcelle libre de toute construction mise sous toit au 1er janvier de l’année
d’imposition. La parcelle cadastrale en est l’unité d’identification visé par l’article 472 du CIR
1992.
Est assimilée à un terrain non-bâti, la construction inachevée pour laquelle le permis
d’urbanisme a été annulé.
Jardin d'agrément : un enclos privatif pourvue de clôtures constituées et implantées de façon
réglementaire, jouxtant un terrain bâti appartenant au même propriétaire, dans lequel
l’intégralité du terrain contient des végétaux d'agrément ou d'utilité, plantes ornementales
ou potagères, cultivés en pleine terre et lequel n’est pas destiné au passage de véhicules.
Le placement d'un ou plusieurs panneaux ou autres dispositifs publicitaires fait perdre ce
caractère de jardin d'agrément à ces terrains.



                                               14
Article 3
Est assimilée à un terrain bâti celui sur lequel, en vertu d'un permis d’urbanisme, une
construction à fonction d'habitation a été entamée au 1er janvier de l'exercice d'imposition
ou une parcelle a été complètement aménagée en jardin d'agrément au 1er janvier de
l'exercice.
Article 4
Le taux de la taxe, au 1er janvier 2021, est fixé à 1.496,30 € par mètre courant de son
développement à front de voirie. Ce taux sera majoré au 1er janvier de l’année suivante au
taux de 2%, conformément au tableau ci-dessous :
2022                                               2023
1.526,23 €                                         1.556,75 €
Le taux de base est entièrement augmenté de 100% lorsque des panneaux d’affichage ou des
supports de publicité sont installés sur le terrain, sauf pour annoncer la vente ou la location
du terrain.
Article 5
La taxe frappant la propriété est due solidairement et indivisiblement, au 1er janvier de
l’exercice d’imposition, par le propriétaire, le possesseur, l’emphytéote, le superficiaire ou
l’usufruitier selon le cas; à défaut de paiement par le titulaire d’un droit réel, le nu-
propriétaire est tenu d’acquitter la taxe.
En cas de copropriété, la taxe est due pour la totalité du terrain, que l’ensemble des
copropriétaires détiennent ; elle n’est, néanmoins, exigée qu’à concurrence de la part
individuelle de chacun d’eux dans la copropriété.
Article 6
Lorsqu'un terrain non bâti touche deux ou plusieurs rues, le développement à prendre en
considération est celui à front d'une des rues qui donne lieu à la taxation la plus élevée.
S'il s'agit d'un terrain de coin, il est tenu compte du plus grand développement le long d'une
rue, augmenté de la moitié du pan coupé ou de l'arrondi.
Article 7
En exécution de l’article 282 du CoBAT sont exonérés de la taxe :
- les propriétaires d’un seul terrain non bâti à l’exclusion de tout autre bien immobilier ;
La dispense ne vaut que durant les cinq années qui suivent l’acquisition du bien.
- les sociétés régionales et locales ayant pour objet la construction de logements sociaux.
La taxe n’est pas non plus applicable aux terrains sur lesquels il n’est pas permis de bâtir en
vertu d’une décision de l’autorité ou lorsqu’il n’est pas possible de le faire ou lorsque les
terrains sont effectivement utilisés à des fins agricoles et horticoles.
Article 8
Complémentairement à ce qui est disposé à l’article 7, 1ier alinéa, il est précisé que toute
personne morale ayant acquis le terrain non bâti d’une autre personne morale ne sera pas
exonérée de la taxe s’il s’avère que son actionnariat est majoritairement détenu par un ou
plusieurs actionnaires de la personne morale vendeuse du terrain et/ou que les organes de
gestion des deux personnes morales sont composés majoritairement d’administrateurs
communs. Cette clause ne s’appliquera toutefois dans le chef de l’acquéreur que si le
vendeur a bénéficié au préalable de l’exonération dont question.
Article 9
Celui qui vend un terrain à bâtir est obligé de communiquer à la Commune, par lettre
recommandée à la poste envoyée dans les deux mois de la passation de l'acte notarial :
a) l'identité complète et l'adresse de l'acquéreur ;
b) la date de l'acte et le nom du notaire.
c) l'identification précise du terrain vendu.
Faute de satisfaire à cette obligation, le vendeur restera redevable de la taxe.
Article 10
La taxe sur les terrains non bâtis situés en bordure d'une voie suffisamment équipée, ne peut,
en ce qui concerne une même propriété, être cumulée avec la taxe sur les parcelles non
bâties situées dans un lotissement non périmé.
Le redevable est imposé de la taxe la plus élevée




                                              15
Article 11
§1er - Pour un exercice d’imposition donné, le contribuable est tenu de remettre à
l’Administration communale une déclaration. Il peut aussi remplir cette déclaration via son
espace personnel sur le site de l’Administration communale.
§2 - Toutefois, l’Administration communale peut dispenser un contribuable de l’obligation de
déclaration et lui envoyer une proposition de déclaration. Cette proposition mentionne la
base imposable ainsi que tous les renseignements et données qui ont été pris en
considération.
§3 - Si, dans la proposition de déclaration figurent des inexactitudes ou des omissions, ou si
les données pré-imprimées ne correspondent pas à la base imposable, le contribuable est
tenu, dans un délai de 15 jours après l'expédition de la proposition de déclaration, de
soumettre à l’Administration la proposition de déclaration dûment corrigée, complétée,
datée et signée.
C’est au contribuable de prouver qu'il / elle a déposé dans les délais la proposition de
déclaration (corrigée ou complétée).
Si la proposition de déclaration ne contient pas d'inexactitudes ou d'omissions et que les
données imprimées correspondent au statut fiscal, le contribuable ne doit pas retourner la
proposition de déclaration.
§4 - La proposition de déclaration, complétée par les éléments que le contribuable a signalé
dans le délai visé au §3, vaut déclaration.
Toutefois, lorsque le contribuable n’a pas respecté l’obligation visée au §3, alinéa 1er, la
proposition de déclaration est assimilée à une déclaration inexacte ou incomplète.
§5 - Le contribuable qui n’a pas reçu de formule de déclaration ou de proposition de
déclaration a l’obligation d’en réclamer une et est tenu de la renvoyer, dûment complétée et
signée, au plus tard le 31 décembre de l’année de l’exercice considéré.
§6 - La déclaration reste valable pour les exercices d’imposition suivants jusqu’à révocation.
En cas de modification de la base imposable, le contribuable doit se procurer une nouvelle
formule de déclaration et la renvoyer, dûment complétée et signée, à l’Administration
communale dans les dix jours de la survenance du fait. Sans préjudice des dispositions du
présent règlement, le nouveau formulaire de déclaration sert de base aux enrôlements
ultérieurs et vaut révocation expresse de la formule de déclaration précédente.
Article 12
Le contribuable est tenu de faciliter le contrôle de sa déclaration notamment en fournissant
tous les documents et renseignements qui lui seront réclamés à cet effet. En cas de non
remise de document, d’absence de coopération ou d'empêchement du contrôle fiscal par le
contribuable ou par un tiers, une amende administrative de 50€ sera imposée. Cette amende
sera établie et recouvrée selon les mêmes règles que celles prévues aux articles 14 à 16 du
présent règlement.
Article 13
L’absence de déclaration dans les délais prévus ou la déclaration incorrecte, incomplète ou
imprécise de la part du contribuable entraîne l’enrôlement d’office de la taxe sur base des
données dont la Commune dispose. Dans ce cas, la taxe enrôlée d’office est majorée d’un
montant égal à la moitié de la taxe due.
Avant de procéder à la taxation d’office, l’Administration communale notifie au contribuable,
par lettre recommandée à la poste, les motifs pour lesquels elle recourt à cette procédure, les
éléments sur lesquels se base la taxation, le mode de détermination de ces éléments, ainsi
que le montant de la taxe.
Le contribuable dispose d’un délai de trente jours calendrier, à compter du troisième jour
ouvrable suivant la date d’envoi de la notification, pour faire valoir ses observations par écrit.
Le contribuable est tenu de produire la preuve de l’exactitude des éléments qu’il invoque.
L’Administration communale procédera à l’enrôlement d’office de la taxe si au terme de ce
délai, le contribuable n’a émis aucune observation qui justifie l’annulation de cette
procédure.
Article 14
La taxe est recouvrée, soit via son espace personnel sur le site de l’Administration
communale, soit par paiement électronique au compte de la Commune.
Article 15
Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et
Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition.

                                               16
La taxe enrôlée est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle.
A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au profit de
l’Administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par l’article 414 du
Code des impôts sur les revenus de 1992.
Article 16
La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies pour la
perception des impôts au profit de l’Etat.
Article 17
§1er - Le redevable ou son représentant peut introduire une réclamation, par écrit, contre le
montant de l’imposition établie, y compris toutes majorations et amendes, auprès du Collège
des Bourgmestre et Echevins, qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de nullité,
cette réclamation doit être signée et motivée et elle doit mentionner : les nom, qualité,
adresse ou siège du redevable à charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la
réclamation et un exposé des faits et moyens.
§2 - Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai de trois
mois, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de l’avertissement-extrait
de rôle.
Un accusé de réception sera notifié dans les 15 jours après l’envoi ou du dépôt de la
réclamation.
§3 - Si le contribuable ou son représentant souhaite être entendu dans le cadre de l’examen
de sa réclamation, il doit en faire la demande explicite dans sa réclamation.
Article 18
Le présent règlement entre en vigueur le 1erjanvier 2021 et remplace le règlement approuvé
par le Conseil communal en sa séance du 20 juin 2018.

                                    DE GEMEENTERAAD
                  Besloten, met 39 stem(men) tegen 0 en 7 onthouding(en).

Gezien het raadsbesluit van 20 juni 2018 betreffende de belasting op de niet-bebouwde
terreinen, gelegen aan een weg die voldoende is uitgerust, voor een termijn van 5 jaar,
vervallend op 31 december 2023;
Gelet op het Brusselse Wetboek inzake Ruimtelijke Ordening van 13 mei 2004, zoals gewijzigd
tot op heden;
Gelet artikel 170, § 4 van de Grondwet, die zich wijdt aan de fiscale autonomie van de
gemeenten onder voorbehoud van wettelijke beperkingen;
Gelet op de nieuwe gemeentewet namelijk artikel 117, alinea 1, en artikel 118, alinea 1;
Gelet op de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 3 april 2014 betreffende
de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen, zoals gewijzigd tot
op heden;
Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de gerechtelijke regeling op gebied van
fiscaliteit;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 betreffende de regeling van administratief toezicht
op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd tot op heden;
Gelet op de financiële toestand van de Gemeente;
Gezien de noodzaak voor de Gemeente om aan haar verplichtingen te voldoen in
overeenstemming met de eisen van het beheersplan en de vereisten van artikel 252 NGW,
welke de gemeenten verplicht een begroting in evenwicht te realiseren;
Gezien de noodzaak voor de Gemeente om ontvangsten te heffen ter dekking van de kosten
die door al haar activiteiten worden gemaakt, en voornamelijk om inkomsten te verzekeren
om te kunnen voldoen aan de financiële lasten in verband met haar verplichting om de
openbare rust, - veiligheid en - netheid te waarborgen;
Overwegende dat het behoud van deze bron van inkomsten gerechtvaardigd is;
Overwegende dat het nodig is om de creatie van nieuwe woningen te ondersteunen om aan
de bevolkingsgroei van de Gemeente te beantwoorden;
Overwegende dat de speculatie omtrent onroerende goederen nefast is, onder andere, bij
het bouwen van nieuwe woningen en het daarom noodzakelijk is voor de Gemeente om
hiertegen op te treden;




                                              17
Overwegende dat een vereenvoudiging van de aangifteprocedure aangewezen is ten einde
het administratief werk van zowel de belastingplichtige als van de gemeentelijke diensten te
verminderen;
Gelet bovendien, op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 13
oktober 2020 en het administratief dossier;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
BESLUIT :
Artikel 1
Er wordt, voor de aanslagjaren 2021 tot 2023, een jaarlijkse belasting geheven op de niet-
bebouwde terreinen, gelegen aan een weg die voldoende is uitgerust.
Artikel 2
In de zin van het huidige reglement dient men te verstaan onder :
Bouwterrein : een terrein dat geschikt is om te bebouwen, overeenkomstig de van kracht
zijnde stedenbouwkundige plannen, namelijk om nieuwe constructies te dragen.
Niet-bebouwd terrein : een perceel vrij van elke onder dak zijnde constructie op 1 januari van
het belastingjaar. Het kadastraal perceel bepaald de identificatie-eenheid bedoeld in artikel
472 van WIB 1992
Wordt gelijkgesteld aan een niet-bebouwd terrein grond, de onafgewerkte constructie voor
dewelke de stedenbouwkundige vergunning is vernietigd.
Lusthof: een private tuin voorzien van omheiningen bevestigd en opgericht op reglementaire
wijze, palende aan een bebouwde grond welke aan dezelfde eigenaar toebehoort, en waarbij
het terrein integraal planten bevat voor plezier of genoegen, sierplanten of groenten,
gekweekt in de grond en niet bestemd is voor het gebruik van voertuigen.
De plaatsing van één of meerdere aanplakborden of publiciteitsonderstellen doet aan deze
terreinen het karakter van lusthof verliezen.
Artikel 3
Wordt gelijkgesteld aan een bebouwde grond, deze waarop krachtens een
stedenbouwkundige vergunning, de oprichting van een voor woning bestemd gebouw is
aangevat op 1 januari van het belastingjaar of een perceel welk volledig is aangelegd als
lusthof op 1 januari van het belastingjaar.
Artikel 4
De aanslagvoet, op 1 januari 2021, is vastgesteld op 1. 496,30 € per strekkende meter lengte
van zijn ontwikkeling aan de straat. Deze aanslagvoet zal per 1 januari van het volgende jaar
worden verhoogd met 2%, volgens onderstaande tabel:
2022                                               2023
1.526,23 €                                         1.556,75 €
De aanslagvoet wordt met 100 % verhoogd wanneer dit terrein gebruikt wordt om een
publiciteitsonderstel of aanplakbord op te richten behalve om de verkoop of de verhuring van
het terrein aan te kondigen.
Artikel 5
De belasting betreft de eigendom en is verschuldigd hoofdelijk en onverdeelbaar op 1 januari
van het aanslagjaar door de eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker
naargelang het geval; in geval van niet-betaling door de houder van een zakelijk recht, is de
naakte eigenaar ertoe gehouden de belasting te voldoen.
In geval van mede-eigendom, is de belasting verschuldigd voor het hele terrein, dat behoort
aan het geheel van mede-eigenaars; echter wordt de belasting geëist volgens ieders
individuele aandeel in deze mede-eigendom
Artikel 6
Wanneer een bouwgrond paalt aan twee of meer straten zal de gevellengte in aanmerking
komen, die aanleiding geeft tot het heffen van de hoogste belasting.
Indien het een hoekperceel betreft, wordt de grootste van de rechte gevellengte in
aanmerking genomen, vermeerderd met de helft van de afgesneden of afgeronde hoek.
Artikel 7
Worden ontheft van de belasting in uitvoering van het artikel 282 van het BWRO :
- zij die eigenaar zijn van één enkele onbebouwde grond bij uitsluiting van enig ander
onroerend goed;




                                              18
De verleende ontheffing geldt slechts gedurende de vijf aanslagjaren die volgen op de
verwerving van het goed.
- de gewestelijke en plaatselijke maatschappijen voor volkswoningbouw.
De bedoelde belasting wordt ook niet geheven op de gronden waarop krachtens een
overheidsbeslissing niet mag worden gebouwd, of wanneer daarop niet kan worden
gebouwd, of wanneer de gronden werkelijk voor land- en tuinbouw worden gebruikt.
Artikel 8
Bijkomstig aan hetgeen dat bepaald is in artikel 7, 1ste alinea, wordt er omschreven dat
iedere rechtspersoon die een niet-bebouwd terrein heeft verwerfd van een andere
rechtspersoon niet zal worden vrijgesteld van de belasting, indien blijkt dat haar
aandelenpakket merendeels in handen is van één of meerdere aandeelhouders van de
verkopende rechtspersoon en/of de beheersorganen van de twee rechtspersonen zijn
samengesteld met merendeels dezelfde bestuurders. Deze clausule is alleen van toepassing
voor de koper wanneer de verkoper voorheen reeds heeft genoten van deze vrijstelling.
Artikel 9
De verkoper van een bouwgrond is verplicht binnen de twee maand na het verlijden van de
notariële akte, bij per post aangetekende brief aan de Gemeente mede te delen:
a) volledige identiteit en adres van de nieuwe eigenaar;
b) datum van de akte en naam van de notaris;
c) nauwkeurige aanduiding van het verkochte perceel.
Wordt aan deze verplichting niet voldaan dan zal de verkoper verder als belastingplichtige
worden aangezien.
Artikel 10
De belasting op de niet-bebouwde gronden, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, kan
inzake éénzelfde eigendom niet gecumuleerd worden met de belasting op de niet-bebouwde
percelen in een niet-vervallen verkaveling.
De belastingplichtige wordt belast in die belasting waarvoor hij het hoogste bedrag is
verschuldigd.
Artikel 11
§1 - Voor een welbepaald aanslagjaar, is de belastingplichtige ertoe gehouden aangifte te
doen bij het Gemeentebestuur. Hij kan deze aangifte ook doen via zijn persoonlijke ruimte op
de website van het Gemeentebestuur.
§2 - Echter, het Gemeentebestuur kan een belastingplichtige vrijstellen van de verplichting tot
aangifte en hem een voorstel van aangifte toesturen. Dit voorstel vermeldt de belastbare
grondslag alsook alle informatie en gegevens die in aanmerking zijn genomen.
§3 - Indien op het voorstel van aangifte onjuistheden of onvolledigheden zijn vermeld of
indien de voorgedrukte gegevens niet overeenstemmen met de belastbare toestand, moet de
belastingplichtige het voorstel van aangifte binnen de termijn van 15 dagen na verzending,
gedag- en ondertekend indienen bij het Gemeentebestuur, met een duidelijke en volledige
vermelding en opgave op het voorstel van aangifte van de correcte gegevens en/of alle
verbeteringen of aanvullingen. Het is de belastingplichtige die dient te bewijzen dat hij/zij het
(verbeterd of vervolledigd) voorstel van aangifte tijdig indiende.
Indien het voorstel van aangifte evenwel geen onjuistheden of onvolledigheden bevat en alle
voorgedrukte gegevens stroken met de belastbare toestand, moet de belastingplichtige het
voorstel van aangifte niet indienen bij het Gemeentebestuur.
§4 - Het voorstel van aangifte, aangevuld met elementen door de belastingplichtige binnen
de periode bedoeld in §3, geldt als aangifte.
Echter, wanneer de belastingplichtige niet heeft voldaan aan de in §3, 1ste alinea beoogde
verplichting, wordt de voorgestelde aangifte beschouwd als een onjuiste of onvolledige
verklaring.
§5 - De belastingplichtigen die geen aangifteformulier of voorstel van aangifte ontvangen
hebben, worden verzocht er één te vragen en zijn ertoe gehouden deze terug te sturen,
behoorlijk ingevuld en ondertekend, uiterlijk op 31 december van het desbetreffende
aanslagjaar.
§6 - De aangifte blijft geldig voor de volgende aanslagjaren, tot herroeping.
In het geval van wijzigingen in de belastinggrondslag, moet de belastingplichtige een nieuw
aangifteformulier aanvragen en deze naar behoren invullen, ondertekenen en terugsturen
naar de Gemeente dit binnen de tien dagen na het ontstaan van de gebeurtenis.



                                               19
Onverminderd de bepalingen van deze verordening, de nieuwe aangifte vormt de basis bij de
volgende inkohieringen en herroept uitdrukkelijk het vorige aangifteformulier.
Artikel 12
De belastingplichtige wordt ertoe gehouden de controle van zijn aangifte te vergemakkelijken
voornamelijk door het verstrekken van alle documenten en inlichtingen die hem hierbij
zouden worden gevraagd. Bij het niet voorleggen van documenten, gebrek aan medewerking
of verhinderen van de fiscale controle door de belastingplichtige of een derde, wordt een
administratieve geldboete opgelegd van 50€. Deze boete wordt gevestigd en ingevorderd
volgens dezelfde regels als voorzien in de artikels 14 tot 16 van dit reglement.
Artikel 13
Het ontbreken van de aangifte binnen de voorziene termijnen, of de onjuiste, onvolledige of
onduidelijke aangifte vanwege de belastingplichtige kan de aanslag van ambtshalve worden
gevestigd op basis van de gegevens waarover de Gemeente beschikt. In dit geval zal de
ingekohierde belasting worden verhoogd met het bedrag gelijk aan de helft van de
verschuldigde belasting.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve inkohiering, zal het Gemeentebestuur per
aangetekend schrijven, de motieven betekenen aan de belastingplichtige, welke aanleiding
geven tot deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd, de manier
waarop deze elementen werden vastgesteld en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf
de derde werkdag die volgt op de verzending van de betekening, om schriftelijk zijn
opmerkingen te doen gelden.
Het Gemeentebestuur zal aan het einde van deze periode overgaan tot de ambtshalve
inkohiering indien de belastingplichtige geen opmerkingen heeft gemaakt die de annulering
van deze procedure rechtvaardigt.
Artikel 14
De belasting is te voldoen, hetzij via de persoonlijke ruimte op de website van het
Gemeentebestuur, hetzij per elektronische betaling op rekening van de Gemeente.
Artikel 15
De kohieren van de belasting worden door het College van Burgemeester en Schepenen
opgemaakt en uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar afgesloten en
uitvoerbaar verklaard.
De ingekohierde belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het
aanslagbiljet.
Bij gebrek aan betaling binnen de vastgestelde termijn zullen verwijlinteresten worden
gevorderd, berekend volgens de bepalingen vastgelegd in artikel 414 van het Wetboek op de
inkomstenbelastingen voor 1992
Artikel 16
De belasting is door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels vastgesteld voor
het innen van belastingen ten voordele van de Staat.
Artikel 17
§1 - De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar schriftelijk indienen
tegen de geheven belasting, alsook alle verhogingen of boetes, bij het College van
Burgemeester en Schepenen, die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te
vermijden, moet het bezwaarschrift ondertekend en met redenen omkleed zijn en moet
vermelden: de naam, hoedanigheid, adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de
belasting is vastgesteld alsook het onderwerp van het bezwaar en een uiteenzetting van
feiten en middelen.
§2 - De bezwaren moeten ingediend worden, op straffe van nietigheid, binnen de termijn van
drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van
het aanslagbiljet.
Van het bezwaarschrift zal schriftelijk ontvangst bericht worden binnen de 15 dagen na de
verzending of de indiening van het bezwaarschrift.
§3 - Indien de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden in het
kader van het onderzoek van zijn bezwaar, moet hij dit uitdrukkelijk vragen in zijn
bezwaarschrift
Artikel 18
Dit onderhavige reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en vervangt het reglement
goedgekeurd door de Gemeenteraad van 20 juni 2018.



                                            20
SP 20.- Règlement-taxe sur la malpropreté publique et les faits générateurs de salissures sur
   les voies et lieux publics ou visibles de ceux-ci ainsi que sur les conteneurs à déchets
   commerciaux- Exercices 2021 à 2024 – Modification -=- Gemeentebelasting op de
   openbare vervuiling of de oorzaken van vervuiling van de openbare wegen en plaatsen
   of zichtbaar vanaf deze alsmede op containers voor commercieel afval - Aanslagjaren
   2021 tot 2024 – Wijziging

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 28 voix contre 6 et 12 abstention(s). -=- Besloten, met 28 stem(men) tegen 6 en
12 onthouding(en).

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                       Décidé, par 28 voix contre 6 et 12 abstention(s).

Vu la délibération du 18 décembre 2019, votant le règlement relatif à la taxe sur la
malpropreté publique et les faits générateurs de salissures sur les voies et lieux publics ou
visibles de ceux-ci ainsi que sur les conteneurs à déchets commerciaux, pour les exercices
2020 à 2024 ;
Vu l’ordonnance du 14 juin 2012 relative aux déchets et le règlement régional du 19
décembre 2008 relatif à l’enlèvement par la collecte des immondices ;
Vu l’article 170, § 4 de la Constitution, qui consacre l’autonomie fiscale des communes sous
réserve des exceptions légales ;
Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1er et l’article 118, alinéa 1er ;
Vu l’ordonnance du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 avril 2014 relative à
l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes communales ;
Vu la loi du 23 mars 1999 relative à l’organisation judiciaire en matière fiscale ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la
Région de Bruxelles-Capitale, telle que modifiée à ce jour ;
Vu les bilans statistiques du Service Schaerbeek Propreté & Espaces Verts, notamment ceux
de l’année 2018 et du dernier trimestre 2019 indiquant une forte augmentation des
salissures sur l’espace public nécessitant un nombre croissant d’interventions du Service
Schaerbeek Propreté & Espaces Verts ;
Vu le bilan et le programme de la cellule pédagogique du Service Schaerbeek Propreté &
Espaces Verts, visant à informer et sensibiliser les Schaerbeekois dès l’enfance au respect de
la propreté dans l’espace public ;
Vu la situation financière de la Commune ;
Vu la nécessité pour la Commune de remplir ses obligations dans le respect des exigences du
plan de gestion et du prescrit de l’article 252 NLC, lequel impose aux Communes de réaliser
l’équilibre budgétaire ;
Vu la nécessité pour la Commune de prélever des recettes pour couvrir les dépenses qu’exige
l’ensemble de ses activités, et en particulier d’assurer des recettes permettant de faire face
aux charges financières liées à son obligation d’assurer la propreté publique ;
Considérant que le maintien de cette source de revenus se justifie ;
Considérant que les communes ont, entre autres, la compétence d’assurer et de rétablir la
propreté publique et qu’à cet égard il est admissible qu’elles fassent contribuer les citoyens à
cet objectif ;
Considérant que les agents communaux du Service Schaerbeek Propreté & Espaces Verts
effectuent en moyenne 6.500 interventions par mois pour l’enlèvement des déchets sauvages
sur l’espace public et collectent en moyenne 19 tonnes de déchets par jour sur l’espace
public (hors collecte des sacs-poubelles effectuée par l’Agence Bruxelles-Propreté et
nonobstant le balayage communal des rues, effectué au minimum 5 jours sur 7) ;
Vu la nécessité de prévoir un traitement différencié en fonction de la nature et du volume de
l’objet déposé clandestinement en raison des difficultés liées à son enlèvement ;
Considérant qu’une différenciation raisonnable du montant de la taxe par sac d’immondices
abandonné en fonction de sa conformité ou non avec les réglementations régionales et
communales s’impose et que ceci incite au respect des réglementations précitées ;




                                              21
Considérant que pour le sac, récipient ou paquet d’immondice présenté conformément aux
dispositions réglementaires régionales et communales (sac agréé et fermé, récipient ou
paquet conforme, poids maximum, nature des déchets, heures et lieu de dépôt), mais non
rentré après ne pas avoir été récolté par le Service compétent, l’existence du fait générateur
doit s’apprécier en tenant compte de l’article 22, alinéa 5, du règlement général de police de
la Commune ;
Considérant que l'entreposage irrégulier d'un conteneur à déchets sur la voie publique nuit à
la libre circulation des personnes et/ou des véhicules et induit potentiellement des atteintes à
la propreté publique ;
Considérant qu’il est nécessaire de prévoir sur ce point un traitement différencié en fonction
de la qualité du redevable de la taxe (privé ou professionnel) ;
Considérant que l’utilisation des conteneurs à déchets commerciaux s’avère dans la pratique
spécifiquement problématique pour la propreté et la commodité de passage ; que l’utilisation
d’un conteneur commercial permet le bon déroulement d’une activité commerciale, laquelle
génère des revenus ; qu’il s’indique d’assurer la nécessaire sensibilisation des commerces au
volume de leurs déchets ; que les commerces étant souvent regroupés sur une même artère,
côte à côte, les conteneurs s’avoisinent dès lors, risquant de nuire à la sécurité des piétons et
des véhicules ;
Considérant que l’un des objectifs du présent règlement est de dissuader l’accomplissement
de tels faits portant ou pouvant porter atteinte à la propreté publique ;
Considérant que la nécessaire lutte contre les actes de malpropreté justifie l'application d'une
majoration de la taxe à toutes les formes de salissures en cas de récidive ;
Considérant qu’il convient de promouvoir la propreté publique et de responsabiliser
davantage le citoyen en cette matière ;
Considérant à cet égard que la cellule pédagogique d’éducation à la propreté et au respect de
la nature prend en charge l’important volet lié à l’information (notamment aux primo-
arrivants) et à la sensibilisation (organisation d’activités dans les écoles, partenariats avec les
asbl locales/comités de quartier afin de promouvoir et favoriser les initiatives citoyennes,
notamment « Schaerbeek Tout Propre », et participe à des évènements thématiques ;
Vu, pour le surplus, le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins du 13 octobre 2020 et
le dossier administratif ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins,
DECIDE :
SECTION I - Dispositions relatives à la malpropreté publique et les faits générateurs de
salissures autres que ceux concernant les conteneurs à déchets commerciaux
Article 1
Il est établi pour les exercices 2021 à 2024 une taxe communale sur la malpropreté publique
et les faits générateurs de salissures sur les voies et lieux publics ou visibles de ceux-ci.
Sont visés :
       1.     le dépôt ou l’abandon de déchets ou d’objets en dehors des endroits prévus ou
              spécialement aménagés à cet effet ainsi que le dépôt de sacs de déchets dans une
              corbeille publique ;
Au sens du présent règlement, les déchets sont toute substance ou tout objet dont le
détenteur se défait ou dont il a l’intention ou l’obligation de se défaire ;
       1.     le dépôt ou l’abandon d’immondices ou de déchets assimilés aux immondices en
              dehors des lieux et heures prévus pour leur enlèvement, ainsi que le dépôt ou
              l’abandon d’immondices ou de déchets assimilés aux immondices dans les fosses
              d’arbres ;
Au sens du présent règlement, les immondices sont les déchets provenant de l’activité
normale des ménages ;
       1.     le fait d’apposer ou de coller des affiches ou des autocollants sur le mobilier
              urbain ou sur un immeuble ou un ouvrage public ou privé ;
       2.     le fait ayant pour conséquence de salir les voies ou lieux publics, ou d’y porter
              atteinte à la propreté publique.




                                                22
Article 2
La taxe est due solidairement par :
      1.    la personne qui a effectué le dépôt ou l’abandon ou le détenteur originel de la
            chose déposée ou abandonnée, lorsque le dépôt ou l’abandon est effectué sur la
            voie publique, ou, dans les autres cas, l’auteur du dépôt ou de l’abandon, le
            détenteur originel de la chose déposée ou abandonnée, ou l’occupant ou le
            propriétaire du fonds sur lequel le dépôt ou l’abandon est effectué;
      2.    le propriétaire, le responsable ou le gardien de la personne, de l’animal ou de la
            chose, au sens des articles 1384 à 1386 du Code civil qui a effectué le dépôt ou
            l’abandon ou qui a engendré la salissure ;
      3.    le propriétaire ou l’éditeur responsable de l’affiche ou de l’autocollant, ou la
            personne qui a apposé ou collé l’affiche ou l’autocollant ;
      4.    la personne dont l’acte est constitutif d’une salissure au sens du présent
            règlement.
Article 3
Les taux de la taxe fixés sont :
par m² de voirie salie à l’occasion d’un chantier (par exemple par le passage d’un
engin tel que, notamment, une grue ou un camion). En tout état de cause, un
montant minimal de € 500,00 sera perçu (TAUX 1)                                       20,00 €
pour toute salissure occasionnée par une personne ou par la chose, l’animal ou la
personne qu’elle a sous sa garde (TAUX 2)                                         135,00 €
par avaloir bouché (TAUX 3)                                                           180,00 €
par sac, récipient ou paquet d’immondices destiné à l’enlèvement des
immondices à domicile, présenté conformément aux dispositions réglementaires
régionales et communales (sac agréé et fermé, récipient ou paquet conforme,
poids maximum, nature des déchets, lieu de dépôt) mais en dehors des heures de
collecte, ou par sac, récipient ou paquet d’immondices présenté conformément
aux dispositions réglementaires régionales et communales (sac agréé et fermé,
récipient ou paquet conforme, poids maximum, nature des déchets, heures et
lieu de dépôt), mais non rentré après ne pas avoir été récolté par le Service
compétent (TAUX 4)                                                             90,00 €
par sac , récipient ou paquet d’immondices présenté sans respect des
dispositions réglementaires régionales et communales (sac agréé et fermé,
paquet compact muni d’un lien solide, récipient conforme, poids maximum,
nature des déchets, heure et lieu de dépôt), en telle sorte qu’il n’est pas pris en
charge par le Service compétent (TAUX 5)                                              180,00 €
par m³ de déchets contenant du papier et/ou du carton non destinés à
l’enlèvement par collecte des immondices. En tout état de cause, la taxe sera
perçue pour une quantité minimale d’1m³ (TAUX 6)                                      275,00 €
par m³ d’encombrants, sacs, récipients, objets ou déchets non destinés à
l’enlèvement par collecte des immondices, à l’exception des déchets de papier,
de carton, de construction, démolition ou rénovation tels des gravats, résidus de
peinture, plaques de ciment, châssis de portes et fenêtres, etc. En tout état de
cause, la taxe sera perçue pour une quantité minimale d’1m³ (TAUX 7)                  455,00 €
par m² ou fraction de m² de superficie salie par des affiches ou autocollants. En
tout état de cause, la taxe sera perçue pour une surface minimale d’1m². (TAUX 8) 245,00 €
par m³ de déchets de construction, démolition ou rénovation tels des gravats,
résidus de peinture, plaques de ciment, châssis de portes et fenêtres, etc. En tout
état de cause, la taxe sera perçue pour une quantité minimale d’1m³ (TAUX 9)        895,00 €
En cas de récidive dans les 2 ans, le taux initial est augmenté de 50%
SECTION II – Dispositions spécifiques aux conteneurs à déchets commerciaux
Article 4
Il est établi pour les exercices 2021 à 2024 une taxe communale sur les conteneurs à déchets
commerciaux présents sur la voie publique en dehors des jours, heures ou lieux prévus pour
leur enlèvement.


                                               23
Article 5
La taxe est due par l’utilisateur du conteneur ou, à défaut d’identification de l’utilisateur, par
la personne qui met à disposition de l’utilisateur le conteneur ou, à défaut d’identification de
cette personne, par le propriétaire du conteneur.
Article 6
Le taux de la taxe est fixé comme suit :
par conteneur à déchets commerciaux présent sur la voie publique en dehors des
jours, heures ou lieux mentionnés dans le contrat d’enlèvement passé avec «
Bruxelles-Propreté » ou avec un opérateur agréé, étant entendu qu’une tolérance
de 2 heures sera d’application en ce qui concerne les heures d’entreposage
indiquées dans le contrat :
 · conteneur de 240 litres (TAUX 10)                                                    90,00
 · conteneur de 660 litres (TAUX 11)                                                    180,00
 · conteneur de 1.110 litres (TAUX 12)                                                  270,00
En cas de récidive dans les 2 ans, le taux initial est augmenté de 50%
Article 7
Les utilisateurs de conteneurs à déchets doivent indiquer sur ceux-ci les informations
suivantes :
       ·     Propriétaire du conteneur (ABP/organisme agréé/commerçant)
       ·     Nom et adresse de l’établissement qui utilise le conteneur
       ·     Numéro d’entreprise
       ·     Organisme chargé de la collecte (ABP ou collecteur agréé)
       ·     Jours de collecte
       ·     Heures de collecte
       ·     Endroit de la collecte (nom de rue et numéro)
En cas d’absence d’indication des données reprises ci-dessus, l’utilisateur du conteneur se
verra infliger une amende administrative d’un montant de :
       ·     100 € en cas de premier constat d’infraction ;
       ·     250 € en cas de second constat d’infraction ;
       ·     500 € pour les constats postérieurs.
Un délai de 1 mois doit toutefois séparer deux constats d’infraction.
SECTION III – Dispositions communes
Article 8
Toute infraction aux obligations prévues par l’article 6 de l’ordonnance du 3 avril 2014
relative à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes
communales, commise par un redevable ou un tiers en lien avec l’établissement d’une taxe
prévue par le présent règlement, donne lieu à une amende administrative de :
       ·     100 € en cas de premier constat d’infraction ;
       ·     250 € en cas de second constat d’infraction ;
       ·     500 € pour les constats postérieurs.
Un délai de 1 mois doit toutefois séparer deux constats d’infraction.
Article 9
La taxe est recouvrée au comptant, soit via son espace personnel sur le site de
l’Administration communale, soit par paiement électronique au compte de la Commune.
Lorsque la perception ne peut être effectuée au comptant, la taxe est enrôlée.
Article 10
Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et
Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition.
La taxe enrôlée est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle.
Article 11
La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies pour la
perception des impôts au profit de l’Etat.
Article 12
§1er - Le redevable ou son représentant peut introduire une réclamation, par écrit (par
courrier ou par e-mail), contre le montant de l’imposition établie, y compris toutes
majorations et amendes, auprès du Collège des Bourgmestre et Echevins, qui agit en tant
qu’autorité administrative. A peine de nullité, cette réclamation doit être signée et motivée


                                                24
et elle doit mentionner : les nom, qualité, adresse ou siège du redevable à charge duquel
l’imposition est établie, l’objet de la réclamation et un exposé des faits et moyens.
§2 - Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai de trois
mois, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de l’avertissement-extrait
de rôle ou à compter de la date de la perception au comptant de la taxe.
Un accusé de réception sera notifié dans les 15 jours après l’envoi ou du dépôt de la
réclamation.
§3 - Si le contribuable ou son représentant souhaite être entendu dans le cadre de l’examen
de sa réclamation, il doit en faire la demande explicite dans sa réclamation.
Article 13
Le présent règlement entre en vigueur le 1erjanvier 2021 et remplace le règlement approuvé
par le Conseil communal en sa séance du 18 décembre 2019.

                                     DE GEMEENTERAAD
                  Besloten, met 28 stem(men) tegen 6 en 12 onthouding(en).

Gezien het raadsbesluit van 18 december 2019 stemmend het belastingreglement op de
openbare vervuiling of de oorzaken van vervuiling van de openbare wegen en plaatsen of
zichtbaar vanaf deze alsmede op containers voor commercieel afval, voor de aanslagjaren
2020 tot 2024;
Gelet op de ordonnantie van 14 juni 2012 betreffende afvalstoffen en het gewestelijk
reglement van 19 december 2008 betreffende de verwijdering van afval door middel van
ophalingen;
Gelet artikel 170, § 4 van de Grondwet, die zich wijdt aan de fiscale autonomie van de
gemeenten onder voorbehoud van wettelijke beperkingen;
Gelet op de nieuwe gemeentewet namelijk het artikel 117, alinea 1 en artikel 118, alinea 1;
Gelet op de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 3 april 2014 betreffende
de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen;
Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de gerechtelijke regeling op gebied van
fiscaliteit;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 betreffende de regeling van administratief toezicht
op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd tot op heden;
Gezien de statistische rapporten van de Dienst Schaarbeek Netheid & Groene Ruimtes, met
name die voor 2018 en het laatste kwartaal van 2019 welke wijzen op een sterke toename
van de vervuiling van de openbare ruimte en die een toenemend aantal interventies door de
Dienst Schaarbeek Netheid & Groene Ruimtes vereist;
Gezien het bilan en het programma van de pedagogische cel van de Dienst Schaarbeek
Netheid & Groene Ruimtes, gericht op het informeren en sensibiliseren van
Schaarbeekenaren, vanaf hun kindertijd, tot het respecteren van de netheid in de openbare
ruimte;
Gelet op de financiële toestand van de Gemeente;
Gezien de noodzaak voor de Gemeente om aan haar verplichtingen te voldoen in
overeenstemming met de eisen van het beheersplan en de vereisten van artikel 252 NGW,
welke de gemeenten verplicht een begroting in evenwicht te realiseren;
Gezien de noodzaak voor de Gemeente om ontvangsten te heffen ter dekking van de kosten
die door al haar activiteiten worden gemaakt, en voornamelijk om inkomsten te verzekeren
om te kunnen voldoen aan de financiële lasten in verband met haar verplichting om de
openbare netheid te waarborgen;
Overwegende dat het behoud van deze bron van inkomsten gerechtvaardigd is;
Overwegende dat de gemeenten onder andere bevoegd zijn om de openbare netheid te
verzekeren en te herstellen en dat het in dit opzicht toelaatbaar is dat zij burgers een bijdrage
doen leveren aan dit doel;
Overwegende dat de gemeentelijke beambten van de Dienst Schaarbeek Netheid & Groene
Ruimtes gemiddeld 6.500 interventies per maand uitvoeren voor het verwijderen van
zwerfafval in de openbare ruimte en gemiddeld 19 ton afval per dag in de openbare ruimte
verzamelen (exclusief de inzameling van vuilniszakken welke wordt uitgevoerd door het
Agentschap Net Brussel en niettegenstaande het gemeentelijk vegen van de straten,
uitgevoerd ten minste 5 van de 7 dagen);




                                               25
Gezien de noodzaak om te voorzien in een verschillende behandeling, afhankelijk van de aard
en het volume van het clandestien gedeponeerd object vanwege de moeilijkheden in
verband met de verwijdering ervan;
Overwegende dat een redelijke differentiatie van het bedrag van de belasting per zak afval
achtergelaten noodzakelijk is volgens de overeenstemming ervan of niet met de gewestelijke
en gemeentelijke voorschriften en dat dit de naleving van de bovengenoemde voorschriften
bevordert;
Overwegende dat voor de zak, recipiënt of huisvuilpakket die is ingediend in
overeenstemming met de regionale en gemeentelijke voorschriften (erkende zak en
dichtgemaakt, conform recipiënt of verpakking, maximaal gewicht, aard van afval, uren en
plaats van buitenzetten), maar werd niet terug binnen genomen nadat deze niet werd
ingezameld door de bevoegde Dienst, het ontstaan van een belastbaar feit veroorzaakt door
de inachtneming van artikel 22, alinea 5, van het algemene politiereglement van de
Gemeente;
Overwegende dat de onjuiste opslag van een afvalcontainer op de openbare weg het vrije
verkeer van personen en / of voertuigen belemmert en mogelijk leidt tot inbreuken op de
openbare netheid (clandestiene stortingen, enz.);
Overwegende dat het noodzakelijk is om op dit punt een gedifferentieerde behandeling te
voorzien, afhankelijk van de hoedanigheid van de belastingbetaler (particulier of
professioneel);
Overwegend dat het gebruik van containers voor commercieel afval in de praktijk specifiek
problematisch is voor de netheid en het gemak van doorgang; dat het gebruik van een
commerciële container de goede werking van een commerciële activiteit mogelijk maakt, wat
inkomsten genereert; dat het is aangewezen is om voor de nodige sensibilisering te zorgen bij
de bedrijven voor hun hoeveelheid afval; dat de winkels vaak gegroepeerd zijn in dezelfde
straat, naast elkaar, de containers aan elkaar grenzen, zijn per definitie gevaarlijk voor de
voetgangers en voertuigen;
Overwegende dat één van de doelen van dit reglement het ontmoedigen is van de
totstandkoming van dergelijke feiten die de openbare netheid schaden of kunnen schaden;
Overwegende dat de noodzakelijke strijd tegen daden van vervuiling de toepassing van een
verhoging van de belasting op alle vormen van vuil rechtvaardigt in geval van recidive;
Overwegende dat het noodzakelijk is de openbare netheid te bevorderen en de
verantwoordelijkheid van de burger op dit gebied te vergroten;
Overwegende dat in dit verband, de pedagogische cel voor sensibilisering in netheid en
respect voor de natuur, zorgt voor het belangrijke aspect met betrekking tot informatie
(vooral voor nieuwkomers) en bewustmaking (organisatie van activiteiten in scholen,
samenwerkingsverbanden met lokale verenigingen / wijkcomités om burgerinitiatieven te
promoten, met name door "Schaarbeek in het Net"), en deel te nemen aan thematische
evenementen;
Gelet bovendien, op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 13
oktober 2020 en het administratief dossier;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen,
BESLUIT :
AFDELING I – Bepalingen aangaande de openbare vervuiling of de oorzaken van vervuiling
andere dan deze betreffende containers voor commercieel afval
Artikel 1
Voor de aanslagjaren 2021 tot 2024 wordt een gemeentebelasting vastgesteld op de
openbare vervuiling of de oorzaken van vervuiling van de openbare wegen en plaatsen of
zichtbaar vanaf deze.
Worden bedoeld:
      1.    het plaatsen of achterlaten van afval of objecten buiten de voorziene of speciaal
            daartoe aangelegde plaatsen of iedere plaatsing van een zak met afval in een
            openbare afvalbak;
In de zin van het huidig reglement, verwijst afval naar elke stof of elk voorwerp waarvan de
houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen;
      1.    het plaatsen of achterlaten van huisvuil of met huisvuil gelijkgesteld afval buiten
            de plaatsen en tijdstippen voorzien voor de ophaling ervan, evenals het storten of
            achterlaten van huisvuil of afval gelijkgesteld met huisvuil in een boomkuil;



                                              26
In de zin van het huidig reglement, is huisvuil afval van normale huishoudelijke activiteiten;
      1.    het ophangen of aanplakken van affiches of zelfklevers op het stadsmeubilair of
            op een openbaar of privaat gebouw of bouwwerk;
      2.    het feit dat leidt tot de vervuiling van openbare wegen of plaatsen of de openbare
            netheid in het gedrang brengt.
Artikel 2
De belasting is hoofdelijk verschuldigd door:
      1.    de persoon die het afval achterlaat of de persoon die het achtergelaten goed
            aanvankelijk in zijn bezit had, als dit is gebeurd op de openbare weg, en in de
            andere gevallen, de auteur, de persoon die het achtergelaten goed aanvankelijk in
            zijn bezit had of de bezetter of de eigenaar van de bodem waarop het afval
            achtergelaten wordt;
      2.    de eigenaar, de verantwoordelijke of de houder van de persoon, het dier of de
            zaak, in de zin van artikel 1384 tot 1386 van het Burgerlijk Wetboek, die het afval
            heeft achtergelaten of er de vervuiling van heeft teweeggebracht;
      3.    de eigenaar of de verantwoordelijke uitgever van de affiche of de zelfklever, of de
            persoon die de affiche heeft opgehangen of opgeplakt of de zelfklever;
      4.    de persoon die een handeling stelt die in de zin van onderhavig reglement tot
            vervuiling kan leiden.
Artikel 3
De vastgestelde aanslagvoeten zijn:
per m² vervuilde weg veroorzaakt door een werf (bvb. door het doorrijden van
een werfvoertuig zoals een vrachtwagen of een kraan). In ieder geval, zal een
minimum bedrag van € 500,00 worden aangerekend (VOET 1)                              20,00 €
voor elke vervuiling veroorzaakt door een persoon of door het ding, het dier of de
persoon over wie hij/zij de hoede heeft (VOET 2)                                   135,00 €
per verstopte straatkolk (VOET 3)                                                    180,00 €
per zak, recipiënt of huisvuilpakket bestemd voor huisvuilophaling, buitengezet
conform de gewestelijke en gemeentelijke regelgeving (erkende zak en
dichtgemaakt, conform recipiënt of verpakking, maximaal gewicht, aard van afval,
plaats van buitenzetten),maar buiten de voorziene uren voor de ophaling, of de
zak, recipiënt of huisvuilpakket buitengezet conform de gewestelijke en
gemeentelijke regelgeving (erkende zak en dichtgemaakt, conform recipiënt of
verpakking, maximaal gewicht, aard van afval, uren en plaats van buitenzetten),
maar niet terug binnen genomen nadat deze niet werd ingezameld door de
bevoegde Dienst (VOET 4)                                                         90,00 €
per zak, recipiënt of huisvuilpakket buitengezet niet-conform de gewestelijke en
gemeentelijke regelgeving (erkende zak en dichtgemaakt, compact pakket dat
stevig is ingebonden, conform recipiënt, maximaal gewicht, aard van het afval, op
de voorziene uren en plaatsen), op zodanige wijze dat hij niet werd opgehaald
door de bevoegde Dienst (VOET 5)                                                  180,00 €
per m³ afval bestaande uit papier en/of karton dat niet bestemd is voor de
huisvuilophaling. In ieder geval zal een minimale hoeveelheid van 1m³ worden
aangerekend (VOET 6)                                                                 275,00 €
per m³ grof vuil, zakken, recipiënten, voorwerpen of afval dat niet bestemd is
voor de huisvuilophaling, met uitzondering van papier, karton, bouw-, afbraak- of
renovatieafval zoals puin, verfresten, cementplaten, venster- en deurramen, enz.
In ieder geval zal een minimale hoeveelheid van 1m³ worden aangerekend (VOET
7)                                                                                455,00 €
per m² of per fractie m² bevuilde oppervlakte door een affiche of zelfklever
waarbij een minimale oppervlakte van 1m² zal worden aangerekend. (VOET 8)            245,00 €
per m³ bouw-, afbraak- of renovatieafval zoals puin, verfresten, cementplaten,
venster- en deurramen, enz. In ieder geval zal een minimale hoeveelheid van 1m³
worden aangerekend (VOET 9)                                                     895,00 €



                                              27
In geval van recidive binnen de 2 jaar, zal de initiële aanslagvoet worden verhoogd met 50%
AFDELING II – Specifieke bepalingen betreffende containers voor commercieel afval
Artikel 4
Voor de aanslagjaren 2021 tot 2024 wordt een gemeentebelasting vastgesteld op de
containers voor commercieel afval zich bevindend op de openbare weg buiten de dagen,
uren en plaatsen voorzien voor hun inzameling.
Artikel 5
De belasting is verschuldigd door de gebruiker van de container of, bij gebrek aan identificatie
van de gebruiker, door de persoon die de container beschikbaar stelt aan de gebruiker of, bij
gebrek aan identificatie van die persoon, door de eigenaar van de container.
Artikel 6
De vastgestelde aanslagvoet is:
per container voor commercieel afval zich bevindend op de openbare weg buiten
de dagen, uren en plaatsen vermeld in het contract met "Net Brussel" of met een
erkende operator, met dien verstande dat een tolerantie van 2 uur van toepassing
is op uren gespecificeerd in het contract:
 · container van 240 liter (VOET 10)                                                  90,00 €
 · container van 660 liter (VOET 11)                                                  180,00 €
 · container van 1.110 liter (VOET 12)                                                270,00 €
In geval van recidive binnen de 2 jaar, zal de initiële aanslagvoet worden verhoogd met 50%
Artikel 7
De gebruikers van afvalcontainers moeten op deze de volgende informatie vermelden:
      ·     Eigenaar van de container (ANB/erkende organisatie/handelaar)
      ·     Naam en adres van de vestiging die de container gebruikt
      ·     Ondernemingsnummer
      ·     Organisatie belast met de inzameling (ANB of erkend ophaler)
      ·     Ophaaldagen
      ·     Ophaaltijden
      ·     Locatie van inzameling (straatnaam en nummer)
Bij gebrek aan een indicatie van de bovenstaande gegevens zal de gebruiker van de container
een administratieve boete ontvangen van:
      ·     100 € in geval van een eerste vaststelling van inbreuk;
      ·     250 € in geval van een tweede vaststelling van inbreuk;
      ·     500 € voor iedere verdere vaststelling.
Een periode van 1 maanden moet echter de twee vaststellingen van inbreuk scheiden.
AFDELING III – Gemeenschappelijke bepalingen
Artikel 8
Elke schending, van de verplichtingen van artikel 6 van de Ordonnantie van 3 april 2014
betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen,
gepleegd door een belastingplichtige of een derde in verband met de vaststelling van een
belasting waarin dit reglement voorziet, veroorzaakt een administratieve boete ontvangen
van:
      ·     100 € in geval van een eerste vaststelling van inbreuk;
      ·     250 € in geval van een tweede vaststelling van inbreuk;
      ·     500 € voor iedere verdere vaststelling.
Een periode van 1 maanden moet echter de twee vaststellingen van inbreuk scheiden.
Artikel 9
De belasting is contant te voldoen, hetzij via de persoonlijke ruimte op de website van het
Gemeentebestuur, of per elektronische betaling op rekening van de Gemeente. Als de inning
niet contant kan gebeuren, wordt de belasting ten kohiere gebracht.
Artikel 10
De kohieren van de belasting worden door het College van Burgemeester en Schepenen
opgemaakt en uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar afgesloten en
uitvoerbaar verklaard.
De ingekohierde belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het
aanslagbiljet.



                                              28
Artikel 11
De belasting is door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels vastgesteld voor
het innen van belastingen ten voordele van de Staat.
Artikel 12
§1 - De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar schriftelijk indienen
(per brief of per e-mail) tegen de geheven belasting, bij het College van Burgemeester en
Schepenen, die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te vermijden, moet het
bezwaarschrift ondertekend en met redenen omkleed zijn en moet vermelden: de naam,
hoedanigheid, adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de belasting is vastgesteld
alsook het onderwerp van het bezwaar en een uiteenzetting van feiten en middelen.
§2 - De bezwaren moeten ingediend worden, op straffe van nietigheid, binnen de termijn van
drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van
het aanslagbiljet of te rekenen vanaf de dag van de contante inning van de belasting.
Van het bezwaarschrift zal schriftelijk ontvangst bericht worden binnen de 15 dagen na de
verzending of de indiening van het bezwaarschrift.
§3 - Indien de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden in het
kader van het onderzoek van zijn bezwaar, moet hij dit uitdrukkelijk vragen in zijn
bezwaarschrift
Artikel 13
Dit onderhavige reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en vervangt het reglement
goedgekeurd door de Gemeenteraad van 18 december 2019.


SP 21.- Règlement-taxe sur les résidences non principales - Exercices 2021 à 2024 –
   Modification -=- Belasting op de andere dan hoofdverblijven - Aanslagjaren 2021 tot
   2024 – Wijziging

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 33 voix contre 0 et 13 abstention(s). -=- Besloten, met 33 stem(men) tegen 0 en
13 onthouding(en).

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                       Décidé, par 33 voix contre 0 et 13 abstention(s).

Vu sa délibération du 18 décembre 2019 votant le règlement relatif à la taxe sur les
résidences non principales pour un terme de 5 ans, expirant le 31 décembre 2024 ;
Vu l’article 170, § 4 de la Constitution qui consacre l’autonomie fiscale des communes sous
réserve des exceptions légales.
Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1er et l’article 118, alinéa 1er ;
Vu l’ordonnance du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 avril 2014 relative à
l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes communales, telle
que modifiée à ce jour ;
Vu la loi du 23 mars 1999 relative à l’organisation judiciaire en matière fiscale ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la
Région de Bruxelles-Capitale, telle que modifiée à ce jour ;
Vu la situation financière de la Commune ;
Considérant la nécessité pour la Commune de remplir ses obligations dans le respect des
exigences du plan de gestion et du prescrit de l’article 252 NLC, lequel impose aux communes
de réaliser l’équilibre budgétaire ;
Vu la nécessité pour la Commune de prélever des recettes pour couvrir les dépenses qu’exige
l’ensemble de ses activités, et en particulier d’assurer les recettes permettant de faire face
aux charges financières liées à son obligation d’assurer la tranquillité, la sécurité et la
propreté publiques ;
Considérant que le maintien de cette source de revenus se justifie ;
Considérant que les usagers d'une résidence non-principales peuvent bénéficier de toutes les
infrastructures communales mises à disposition, qu’elles soient inscrites ou non sur le
territoire de la Commune, en ce compris de ses voiries et parcs ;




                                              29
Considérant qu’il est raisonnable et adéquat de faire participer ces personnes au financement
des services communaux utiles à la collectivité des personnes, tout comme les personnes
physiques dont le domicile fiscal est établi à l’adresse du logement qu’ils occupent y
participent ;
Considérant que les personnes non-inscrites échappent généralement au paiement des
toutes taxes communales ;
Considérant qu’il convient de prendre des mesures afin de favoriser l’augmentation du
nombre de déclarations en résidences non-principales, par une taxation d’office avec une
majoration de 100% de la taxe en cas d’absence de déclaration spontanée endéans le mois de
leur installation dans la Commune ou en cas de déclaration incomplète ou inexacte ;
Considérant que la taxe ne s’applique pas lorsque le logement est soumis à l’ordonnance du
23 décembre 2016 relative à la taxe régionale sur les établissements d’hébergement
touristique ;
Considérant que la taxe ne s’applique pas aux étudiants inscrits régulièrement à des cours du
jour de plein exercice en raison notamment de leur statut particulier et de leur faible capacité
contributive ;
Considérant que la taxe ne s’applique pas aux personnes résidant dans des maisons de soins
étant donné que leur séjour est souvent temporaire et indépendant de leur propre volonté ;
Considérant qu'une simplification de la procédure de déclaration est appropriée afin de
réduire la charge administrative pour le contribuable et les services communaux;
Vu, pour le surplus, le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins du 13 octobre 2020 et
le dossier administratif ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins,
ARRETE :
Article 1
Il est établi pour les exercices 2021 à 2024, au profit de la Commune de Schaerbeek, une taxe
mensuelle sur les résidences non-principales.
Article 2
- Par résidence non-principale, il faut entendre tout logement privé dont l’usager peut
disposer à tout moment que ce soit en qualité de propriétaire, de locataire, voire d’usager à
titre gratuit, sans être inscrit pour ce logement aux registres de la population.
- Est censée disposer d’une résidence non-principale, la personne qui peut l’occuper, même
d’une façon intermittente, durant l’exercice fiscal.
Article 3
Sur demande expresse de l’Administration communale, le propriétaire est tenu de
communiquer par écrit l’identité et les coordonnées de son (ses) locataire(s). Ce formulaire
de renseignements devra être complété et retourné dans les quinze jours à compter de sa
réception qui est présumée avoir lieu trois jours ouvrables après l’envoi.
Article 4
Le taux de la taxe pour l’exercice 2021 est fixé au 1erjanvier à 122,40€ par mois d’occupation
et par résidence non principale.
Ce taux sera majoré au 1er janvier de l’année suivante au taux de 2%, conformément au
tableau ci-dessous :
Exercice 2022                   Exercice 2023                   Exercice 2024
124,85 €                        127,34 €                        129,89 €
Article 5
La cessation de l’occupation devra être notifiée à l’Administration communale et le
contribuable doit fournir la preuve qu’il n’occupe plus cette résidence. Cette preuve
déterminera la durée de l’occupation à prendre en compte pour le calcul de la taxe.
Pour l'application de la présente disposition, tout mois entamé compte en entier.
Article 6
Le redevable de la taxe est la personne qui réunit une ou plusieurs des conditions ci-après :
      1.    être propriétaire à Schaerbeek d’un logement privé et s’en réserver l’usage sans
            être inscrit aux registres de la population à l’adresse de ce logement.
      2.    être propriétaire à Schaerbeek d’un logement privé donné en location à une ou
            plusieurs personnes non inscrites dans les registres de la population à l’adresse de
            ce logement et être resté en défaut de communiquer l’identité de son (ses)
            locataire(s) alors même que l’Administration communale lui en a fait la demande

                                                30
             sur pied de l’article 3 du présent règlement.
     3.      avoir loué ou disposer (voire à titre gratuit) d’un logement à Schaerbeek, sans être
             inscrit aux registres de la population à l’adresse de ce logement.
L’usager principal des lieux sera censé s’en réserver l’usage s’il ne peut faire la preuve de leur
location ou de leur cession gratuite à des tiers ou de leur inoccupation totale et permanente.
La taxe est due solidairement par le propriétaire et l’occupant du (des) logement(s).
Article 7
Ne donnent pas lieu à la perception de la taxe :
       1.    Les logements tombant sous l’application de l’ordonnance du 23 décembre 2016
             relative à la taxe régionale sur les établissements d’hébergement touristique ;
       2.    Les chambres d’étudiants tombant sous l’application de la taxe communale sur la
             mise à disposition et location de chambres et appartements ;
       3.    Les logements des personnes résidant dans des maisons de soins.
Article 8
§1er - Pour un exercice d’imposition donné, le contribuable est tenu de remettre à
l’Administration communale une déclaration. Il peut aussi remplir cette déclaration via son
espace personnel sur le site de l’Administration communale au plus tard un mois après
l'affectation à usage de résidence non principale, de l'entrée en propriété ou de l'occupation.
§2 - Toutefois, l’Administration communale peut dispenser un contribuable de l’obligation de
déclaration et lui envoyer une proposition de déclaration. Cette proposition mentionne la
base imposable ainsi que tous les renseignements et données qui ont été pris en
considération.
§3 - Si, dans la proposition de déclaration figurent des inexactitudes ou des omissions, ou si
les données pré imprimées ne correspondent pas à la base imposable, le contribuable est
tenu, dans un délai de 15 jours après l'expédition de la proposition de déclaration, de
soumettre à l’Administration la proposition de déclaration dûment corrigée, complétée,
datée et signée.
C’est au contribuable de prouver qu'il / elle a déposé dans les délais la proposition de
déclaration (corrigée ou complétée).
Si la proposition de déclaration ne contient pas d'inexactitudes ou d'omissions et que les
données imprimées correspondent au statut fiscal, le contribuable ne doit pas retourner la
proposition de déclaration.
§4 - La proposition de déclaration, complétée par les éléments que le contribuable a signalé
dans le délai visé au §3, vaut déclaration.
Toutefois, lorsque le contribuable n’a pas respecté l’obligation visée au §3, alinéa 1er, la
proposition de déclaration est assimilée à une déclaration inexacte ou incomplète.
§5 - Le contribuable qui n’a pas reçu de formule de déclaration ou de proposition de
déclaration est néanmoins tenu de déclarer spontanément à l'Administration communale les
éléments nécessaires à la taxation, au plus tard un mois après l'affectation à usage de
résidence non principale, de l'entrée en propriété ou de l'occupation.
§6 - La déclaration reste valable pour les exercices d’imposition suivants jusqu’à révocation.
En cas de modification de la base imposable, le contribuable doit se procurer une nouvelle
formule de déclaration et la renvoyer, dûment complétée et signée, à l’Administration
communale dans les dix jours de la survenance du fait. Sans préjudice des dispositions du
présent règlement, le nouveau formulaire de déclaration sert de base aux enrôlements
ultérieurs et vaut révocation expresse de la formule de déclaration précédente.
Article 9
Le contribuable est tenu de faciliter le contrôle de sa déclaration notamment en fournissant
tous les documents et renseignements qui lui seront réclamés à cet effet. En cas de non
remise de document, d’absence de coopération ou d'empêchement du contrôle fiscal par le
contribuable ou par un tiers, une amende administrative de 50€ sera imposée. Cette amende
sera établie et recouvrée selon les mêmes règles que celles prévues aux articles 11 à 13 du
présent règlement.
Article 10
L’absence de déclaration dans les délais prévus ou la déclaration incorrecte, incomplète ou
imprécise de la part du contribuable entraîne l’enrôlement d’office de la taxe sur base des
données dont la Commune dispose. Dans ce cas, la taxe enrôlée d’office est majorée d’un
montant égal à celui de la taxe due.




                                               31
Avant de procéder à la taxation d’office, l’Administration communale notifie au contribuable,
par lettre recommandée à la poste, les motifs pour lesquels elle recourt à cette procédure, les
éléments sur lesquels se base la taxation, le mode de détermination de ces éléments, ainsi
que le montant de la taxe.
Le contribuable dispose d’un délai de trente jours calendrier, à compter du troisième jour
ouvrable suivant la date d’envoi de la notification, pour faire valoir ses observations par écrit.
Le contribuable est tenu de produire la preuve de l’exactitude des éléments qu’il invoque.
L’Administration communale procédera à l’enrôlement d’office de la taxe si au terme de ce
délai, le contribuable n’a émis aucune observation qui justifie l’annulation de cette
procédure.
Article 11
La taxe est recouvrée, soit via son espace personnel sur le site de l’Administration
communale, soit par paiement électronique au compte de la Commune.
Article 12
Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et
Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition.
La taxe enrôlée est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle.
A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au profit de
l’Administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par l’article 414 du
Code des impôts sur les revenus de 1992.
Article 13
La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies pour la
perception des impôts au profit de l’Etat.
Article 14
§1er - Le redevable ou son représentant peut introduire une réclamation, par écrit, contre le
montant de l’imposition établie, y compris toutes majorations et amendes, auprès du Collège
des Bourgmestre et Echevins, qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de nullité,
cette réclamation doit être signée et motivée et elle doit mentionner : les nom, qualité,
adresse ou siège du redevable à charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la
réclamation et un exposé des faits et moyens.
§2 - Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai de trois
mois, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de l’avertissement-extrait
de rôle.
Un accusé de réception sera notifié dans les 15 jours après l’envoi ou du dépôt de la
réclamation.
§3 - Si le contribuable ou son représentant souhaite être entendu dans le cadre de l’examen
de sa réclamation, il doit en faire la demande explicite dans sa réclamation.
Article 15
Le présent règlement entre en vigueur le 1erjanvier 2021 et remplace le règlement approuvé
par le Conseil communal en sa séance du 18 décembre 2019.

                                     DE GEMEENTERAAD
                  Besloten, met 33 stem(men) tegen 0 en 13 onthouding(en).

Gezien het raadsbesluit van 18 december 2019 stemmende het belastingreglement op de
andere dan hoofdverblijven, voor een termijn van 5 jaar, vervallend op 31 december 2024;
Gelet artikel 170, § 4 van de Grondwet, die zich wijdt aan de fiscale autonomie van de
gemeenten onder voorbehoud van wettelijke beperkingen;
Gelet op de nieuwe gemeentewet namelijk artikel 117, alinea 1, en artikel 118, alinea 1;
Gelet op de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 3 april 2014 betreffende
de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen, zoals gewijzigd tot
op heden;
Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de gerechtelijke regeling op gebied van
fiscaliteit;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 betreffende de regeling van administratief toezicht
op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd tot op heden;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;




                                               32
Overwegende de noodzaak voor de gemeente om aan haar verplichtingen te voldoen in
overeenstemming met de eisen van het beheersplan en de vereisten van artikel 252 NGW,
welke de gemeenten verplicht een begroting in evenwicht te realiseren;
Gezien de noodzaak voor de gemeente om ontvangsten te heffen ter dekking van de kosten
die door al haar activiteiten worden gemaakt, en voornamelijk om inkomsten te verzekeren
om te kunnen voldoen aan de financiële lasten in verband met haar verplichting om de
openbare rust, - veiligheid en - netheid te waarborgen;
Overwegende dat het behoud van deze bron van inkomsten gerechtvaardigd is;
Overwegende dat de gebruikers van een andere dan hoofdverblijfplaats kunnen genieten van
alle gemeenschappelijke faciliteiten voorzien op het grondgebied van de gemeente, inclusief
de wegen en parken, of zij ingeschreven zijn of niet;
Overwegende dat het redelijk en passend is om deze mensen te betrekken bij de financiering
van de gemeentelijke diensten die nuttig zijn voor de gemeenschap, net zoals bij de
individuen wier fiscale woonplaats is gevestigd op het adres dat zij bewonen;
Overwegende dat de niet-ingeschrevene in het algemeen ontsnapt aan de betaling van iedere
vorm van gemeentelijke belasting;
Overwegende dat het past om maatregelen te treffen om het aantal aangiftes andere dan
hoofdverblijven te verhogen, door een ambtshalve belasting te vestigen met een verhoging
van 100% van de belasting in geval van ontbreken van een spontane aangifte binnen de
maand van hun installatie in de gemeente of in geval van een onvolledige of onjuiste
aangifte;
Overwegende dat de belasting niet van toepassing omdat de woongelegenheid onderworpen
is aan de ordonnantie van 23 december 2016 betreffende de gewestbelasting op de
inrichtingen van toeristische logies;
Overwegende dat de belasting niet van toepassing is voor studenten ingeschreven in een
voltijds dagonderwijs om reden van hun bijzonder statuut evenals hun beperkte financiële
draagkracht;
Overwegende dat het wonen in verpleeg-en verzorgingstehuis vaak tijdelijk en niet uit de
vrije wil is van deze personen en, is de belasting hen niet verschuldigd;
Overwegende dat een vereenvoudiging van de aangifteprocedure aangewezen is ten einde
het administratief werk van zowel de belastingplichtige als van de gemeentelijke diensten te
verminderen;
Gelet bovendien, op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 13
oktober 2020 en het administratief dossier;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
BESLUIT :
Artikel 1
Er wordt voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2024, ten voordele van de gemeente
Schaarbeek, een maandelijkse belasting geheven op de andere dan hoofdverblijven.
Artikel 2
- Onder andere dan hoofdverblijfplaats moet men verstaan elke private woongelegenheid
waarover de gebruiker te allen tijde mag beschikken, hetzij in hoedanigheid van eigenaar,
huurder of als kosteloze gebruiker, zonder te zijn ingeschreven op dit adres in het
bevolkingsregister.
- Wordt geacht te beschikken over een andere dan hoofdverblijfplaats de persoon die haar
kan gebruiken, zelfs op een intermitterende wijze, gedurende het aanslagjaar.
Artikel 3
Op uitdrukkelijke vraag van het gemeentebestuur, is de eigenaar ertoe gehouden de
identiteitgegevens en andere gegevens van zijn huurder(s) over te maken. Dit
inlichtingenformulier dient te worden ingevuld en teruggestuurd, binnen de vijftien dagen te
tellen vanaf zijn ontvangst wat verondersteld wordt plaats gehad te hebben drie werkdagen
na zijn verzending na verzending van de zending bevattende de vraag van het
gemeentebestuur.
Artikel 4
De aanslagvoet voor het aanslagjaar 2021 is vastgesteld per 1 januari op 122,40€ per bezette
maand en per andere dan hoofdverblijf.




                                            33
Deze maandelijkse aanslagvoet zal per 1 januari van het volgende jaar worden verhoogd met
2%, volgens onderstaande tabel:
Aanslagjaar 2022                 Aanslagjaar 2023                Aanslagjaar 2024
124,85 €                         127,34 €                        129,89 €
Artikel 5
De stopzetting van de bezetting dient te worden betekend aan het Gemeentebestuur en de
belastingplichtige zal de beëindiging van de bewoning dienen aan te tonen. Dit bewijsstuk
bepaalt de looptijd van de bezetting die gebruikt zal worden bij de berekening van de
belasting.
Voor de toepassing van de bijgaande bepalingen, zal iedere begonnen maand voor haar
totaliteit worden gerekend.
Artikel 6
De belastingschuldige is de persoon die aan een of meerdere van de volgende voorwaarden
voldoet:
       1.    eigenaar zijn van een private woongelegenheid gelegen te Schaarbeek en er zich
             het recht toe voorbehouden deze te gebruiken zonder te zijn ingeschreven in de
             bevolkingsregisters op het adres van deze woongelegenheid.
       2.    eigenaar zijn van een private woongelegenheid gelegen te Schaarbeek en deze ter
             verhuring stellen aan één of meerdere personen die niet zijn ingeschreven in de
             bevolkingsregisters op het adres van deze woongelegenheid en het in gebreke
             blijven van overmaken van de identiteitsgegevens van zijn huurder(s) wanneer het
             gemeentebestuur hem dit heeft gevraagd op basis van artikel 3 van huidig
             reglement.
       3.    hebben gehuurd of te beschikken (zie kosteloos) van een private
             woongelegenheid te Schaarbeek, zonder te zijn ingeschreven in de
             bevolkingsregisters op het adres van deze woongelegenheid.
De hoofdgebruiker van deze plek wordt geacht zich het gebruik ervan voor te behouden tenzij
hij het bewijs van verhuring of zijn kosteloze afstand aan derden of het in zijn totaliteit en
voortdurend niet gebruik ervan kan leveren.
De belasting is solidair verschuldigd door de eigenaar en de gebruiker van de
woongelegenheid.
Artikel 7
Zijn belastingvrij:
       1.    De woongelegenheden vallend onder de toepassing van de ordonnantie van 23
             december 2016 betreffende de gewestbelasting op de inrichtingen van
             toeristische logies
       2.    De studentenkamers vallend onder de toepassing van de gemeentebelasting op
             het ter beschikking stellen en de verhuur van kamers en appartementen
       3.    De woongelegenheden van personen verblijvend in verzorgingstehuizen
Artikel 8
§1 - Voor een welbepaald aanslagjaar, is de belastingplichtige ertoe gehouden aangifte te
doen bij het Gemeentebestuur. Hij kan deze aangifte ook doen via zijn persoonlijke ruimte op
de website van het gemeentebestuur dit uiterlijk binnen de maand van de bestemming tot
het gebruik van tweede verblijf, van de eigendomsoverdracht of van het in gebruik nemen.
§2 - Echter, het Gemeentebestuur kan een belastingplichtige vrijstellen van de verplichting tot
aangifte en hem een voorstel van aangifte toesturen. Dit voorstel vermeldt de belastbare
grondslag alsook alle informatie en gegevens die in aanmerking zijn genomen.
§3 - Indien op het voorstel van aangifte onjuistheden of onvolledigheden zijn vermeld of
indien de voorgedrukte gegevens niet overeenstemmen met de belastbare toestand, moet de
belastingplichtige het voorstel van aangifte binnen de termijn van 15 dagen na verzending,
gedag- en ondertekend indienen bij het gemeentebestuur, met een duidelijke en volledige
vermelding en opgave op het voorstel van aangifte van de correcte gegevens en/of alle
verbeteringen of aanvullingen. Het is de belastingplichtige die dient te bewijzen dat hij/zij het
(verbeterd of vervolledigd) voorstel van aangifte tijdig indiende.
Indien het voorstel van aangifte evenwel geen onjuistheden of onvolledigheden bevat en alle
voorgedrukte gegevens stroken met de belastbare toestand, moet de belastingplichtige het
voorstel van aangifte niet indienen bij het gemeentebestuur.


                                               34
§4 - Het voorstel van aangifte, aangevuld met elementen door de belastingplichtige binnen
de periode bedoeld in §3, geldt als aangifte.
Echter, wanneer de belastingplichtige niet heeft voldaan aan de in §3, 1ste alinea beoogde
verplichting, wordt de voorgestelde aangifte beschouwd als een onjuiste of onvolledige
verklaring.
§5 - De belastingplichtigen die geen aangifteformulier of voorstel van aangifte ontvangen
hebben, zijn niettemin ertoe gehouden spontaan en op eigen initiatief aan het
gemeentebestuur de vóór de belasting vereiste elementen mede te delen en dit uiterlijk
binnen de maand van de bestemming tot het gebruik van tweede verblijf, van de
eigendomsoverdracht of van het in gebruik nemen.
§6 - De aangifte blijft geldig voor de volgende aanslagjaren, tot herroeping.
In het geval van wijzigingen in de belastinggrondslag, moet de belastingplichtige een nieuw
aangifteformulier aanvragen en deze naar behoren invullen, ondertekenen en terugsturen
naar de gemeente dit binnen de tien dagen na het ontstaan van de gebeurtenis.
Onverminderd de bepalingen van deze verordening, de nieuwe aangifte vormt de basis bij de
volgende inkohieringen en herroept uitdrukkelijk het vorige aangifteformulier.
Artikel 9
De belastingplichtige wordt ertoe gehouden de controle van zijn aangifte te vergemakkelijken
voornamelijk door het verstrekken van alle documenten en inlichtingen die hem hierbij
zouden worden gevraagd. Bij het niet voorleggen van documenten, gebrek aan medewerking
of verhinderen van de fiscale controle door de belastingplichtige of een derde, wordt een
administratieve geldboete opgelegd van 50€. Deze boete wordt gevestigd en ingevorderd
volgens dezelfde regels als voorzien in de artikels 11 tot 13 van dit reglement.
Artikel 10
Bij het ontbreken van de aangifte binnen de voorziene termijnen, of de onjuiste, onvolledige
of onduidelijke aangifte vanwege de belastingplichtige zal de aanslag van ambtshalve worden
gevestigd op basis van de gegevens waarover de Gemeente beschikt. In dit geval zal de
ingekohierde belasting worden verhoogd met het bedrag gelijk aan deze van de verschuldigde
belasting.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve inkohiering, zal het gemeentebestuur per
aangetekend schrijven, de motieven betekenen aan de belastingplichtige, welke aanleiding
geven tot deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd, de manier
waarop deze elementen werden vastgesteld en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf
de derde werkdag die volgt op de verzending van de betekening, om schriftelijk zijn
opmerkingen te doen gelden. De belastingplichtige is ertoe gehouden het bewijs leveren van
de juistheid van de door hem aangevoerde elementen.
Het gemeentebestuur zal aan het einde van deze periode overgaan tot de ambtshalve
inkohiering indien de belastingplichtige geen opmerkingen heeft gemaakt die de annulering
van deze procedure rechtvaardigt.
Artikel 11
De belasting is te voldoen, hetzij via de persoonlijke ruimte op de website van het
gemeentebestuur, hetzij per elektronische betaling op rekening van de gemeente.
Artikel 12
De kohieren van de belasting worden door het College van Burgemeester en Schepenen
opgemaakt en uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar afgesloten en
uitvoerbaar verklaard.
De ingekohierde belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het
aanslagbiljet.
Bij gebrek aan betaling binnen de vastgestelde termijn zullen verwijlinteresten worden
gevorderd, berekend volgens de bepalingen vastgelegd in artikel 414 van het Wetboek op de
inkomstenbelastingen voor 1992
Artikel 13
De belasting is door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels vastgesteld voor
het innen van belastingen ten voordele van de Staat.




                                            35
Artikel 14
§1 - De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar schriftelijk indienen
tegen de geheven belasting, alsook alle verhogingen of boetes, bij het College van
Burgemeester en Schepenen, die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te
vermijden, moet het bezwaarschrift ondertekend en met redenen omkleed zijn en moet
vermelden: de naam, hoedanigheid, adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de
belasting is vastgesteld alsook het onderwerp van het bezwaar en een uiteenzetting van
feiten en middelen.
§2 - De bezwaren moeten ingediend worden, op straffe van nietigheid, binnen de termijn van
drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van
het aanslagbiljet.
Van het bezwaarschrift zal schriftelijk ontvangst bericht worden binnen de 15 dagen na de
verzending of de indiening van het bezwaarschrift.
§3 - Indien de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden in het
kader van het onderzoek van zijn bezwaar, moet hij dit uitdrukkelijk vragen in zijn
bezwaarschrift
Artikel 15
Dit onderhavige reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en vervangt het reglement
goedgekeurd door de Gemeenteraad van 18 december 2019.


SP 22.- Taxe sur les surfaces commerciales - Exercices 2021 à 2024 –Modification -=-
   Belasting op de commerciële oppervlakten – Aanslagjaren 2021 tot 2024 – Wijziging

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 37 voix contre 0 et 9 abstention(s). -=- Besloten, met 37 stem(men) tegen 0 en 9
onthouding(en).

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                        Décidé, par 37 voix contre 0 et 9 abstention(s).

Vu sa délibération du 18 décembre 2019 votant le règlement-taxe sur les surfaces
commerciales pour un terme de 5 ans, expirant le 31 décembre 2024 ;
Vu l’article 170, § 4 de la Constitution qui consacre l’autonomie fiscale des communes sous
réserve des exceptions légales.
Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1er et l’article 118, alinéa 1er ;
Vu l’ordonnance du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 avril 2014 relative à
l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes communales telle
que modifiée à ce jour ;
Vu la loi du 23 mars 1999 relative à l’organisation judiciaire en matière fiscale ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la
Région de Bruxelles-Capitale, telle que modifiée à ce jour ;
Vu la situation financière de la Commune ;
Considérant la nécessité pour la Commune de remplir ses obligations dans le respect des
exigences du plan de gestion et du prescrit de l’article 252 NLC, lequel impose aux communes
de réaliser l’équilibre budgétaire ;
Vu la nécessité pour la Commune de prélever des recettes pour couvrir les dépenses qu’exige
l’ensemble de ses activités, et en particulier d’assurer les recettes permettant de faire face
aux charges financières liées à son obligation d’assurer la tranquillité, la sécurité et la
propreté publiques ;
Considérant que le maintien de cette source de revenus se justifie ;
Considérant que la perception de la taxe visée au présent règlement assure une répartition
équitable de la charge fiscale entre les différents contribuables sur le territoire de la
Commune ;
Considérant que les surfaces commerciales d’ampleur constituent une activité économique
génératrice de revenus permettant raisonnablement de considérer que les exploitants actifs
dans ce secteur d'activité disposent de capacités contributives leur permettant de s'acquitter
des taxes mises à leur charge ;



                                              36
Considérant que les surfaces commerciales de plus grande taille créent dans leurs alentours
des désagréments pour la collectivité (tels que par exemples les problèmes de stationnement
de véhicules, de densité du trafic, de chargements/déchargements de marchandises
accélérant le processus de dégradation des voiries et induisant des situations d’insécurité
pour les usagers ou de malpropreté,…) excédant significativement ceux causés par
l’exploitation de commerces de plus petites tailles, ce qui justifie par ailleurs l’exonération qui
leur a été consentie ;
Considérant qu’outre la protection de l’environnement, ces recettes permettront de financer
la revitalisation des noyaux commerciaux et des mesures tendant à accroître la sécurité,
l’entretien ou la réparation des voiries ;
Considérant que l’exonération établie au profit des établissements d’enseignement et de
soins (hôpitaux, cliniques, polycliniques, dispensaires, homes de vacances pour enfants ou
personnes pensionnées) organisés ou subventionnés par les pouvoirs publics ainsi qu’à
l’égard des surfaces dédiées aux cultes reconnus par le législateur, aux maisons de laïcité ou
aux œuvres de bienfaisance, se justifie par la circonstance que l’exercice sur le territoire de la
Commune des activités ainsi visées influence directement et favorablement la vie de ses
habitants;
Considérant qu’il est donc justifié que, par le bais de cette exonération, les autorités
communales entendent soutenir ces activités et qu’en outre, ces établissements, ou leurs
parties destinées à l’exercice public, sont également exonérées du revenu cadastral en vertu
de l'article 12, § 1er du CIR 92;
Considérant qu'une simplification de la procédure de déclaration est appropriée afin de
réduire la charge administrative pour le contribuable et les services communaux ;
Vu, pour le surplus, le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins du 27 octobre 2020 et
le dossier administratif ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins,
ARRETE :
Article 1
Il sera perçu au profit de la Commune de Schaerbeek, pour les exercices 2021 à 2024, une
taxe communale annuelle sur les surfaces commerciales.
Pour l’application du présent règlement, il y a lieu d’entendre par « surface commerciale »
l’ensemble des locaux accessibles au public dans lesquels sont vendus des biens meubles
contre rétribution, y compris les surfaces utilisées directement ou indirectement pour
l’exercice de l’activité tels que les locaux de rangement et/ou de stockage, à l’exclusion
toutefois des surfaces qui tombent sous l’application du règlement taxe sur les surfaces de
bureaux.
Article 2
L’impôt a pour base la surface brute de plancher hors sol utilisable aux fins définies à l’article
1.
Par « surface brute de plancher hors sol », on entend la totalité des planchers mis à couvert à
l’exclusion des locaux situés sous le niveau du sol qui sont affectés au parcage, aux caves, aux
équipements techniques et aux dépôts. Les dimensions des planchers sont mesurées au nu
extérieur des murs de façade, les planchers étant supposés continus, sans tenir compte de
leur interruption par les cloisons et murs intérieurs, par les gaines, cages d’escalier et
ascenseurs.
Article 3
La taxe est due par l’exploitant des surfaces commerciales. A défaut de paiement par
l’exploitant, la taxe sera récupérée auprès du propriétaire du fonds de commerce.
Article 4
En cas de cessation ou de début d’occupation de surfaces commerciales en cours d’exercice,
la taxe est établie sur base du nombre effectif de mois d’occupation. Pour l’application des
présentes dispositions, tout mois entamé compte en entier.
Article 5
Le taux est fixé, au 1er janvier 2021, par surface commerciale à 7,31 €/m². Ce taux est majoré
au 1er janvier de l’année suivante au taux de 2 % conformément au tableau ci-dessous :
          Exercice 2022             Exercice 2023              Exercice 2024
          7,46 €                    7,60 €                     7,76 €



                                                37
Article 6
Sont exonérés de la taxe :
- les premiers 400 m² ;
- les surfaces occupées par les établissements de culte reconnus officiellement ainsi que les
maisons de laïcité, les établissements d’enseignement et de soins (cliniques, polycliniques,
hôpitaux, ...) organisés ou subventionnés par les pouvoirs publics, les œuvres de bienfaisance,
les organismes s’occupant – sans but de lucre - d’aide sociale ou encore d’activités culturelles
et sportives pour autant qu’ils soient organisés ou subventionnés par les pouvoirs publics.
Ces exonérations sont accordées d’office pour autant qu’elles soient justifiées.
Article 7
§1er - Pour un exercice d’imposition donné, le contribuable est tenu de remettre à
l’Administration communale une déclaration. Il peut aussi remplir cette déclaration via son
espace personnel sur le site de l’Administration communale.
§2 - Toutefois, l’Administration communale peut dispenser un contribuable de l’obligation de
déclaration et lui envoyer une proposition de déclaration. Cette proposition mentionne la
base imposable ainsi que tous les renseignements et données qui ont été pris en
considération.
§3 - Si, dans la proposition de déclaration figurent des inexactitudes ou des omissions, ou si
les données pré imprimées ne correspondent pas à la base imposable, le contribuable est
tenu, dans un délai de 15 jours après l'expédition de la proposition de déclaration, de
soumettre à l’Administration la proposition de déclaration dûment corrigée, complétée,
datée et signée.
C’est au contribuable de prouver qu'il / elle a déposé dans les délais la proposition de
déclaration (corrigée ou complétée).
Si la proposition de déclaration ne contient pas d'inexactitudes ou d'omissions et que les
données imprimées correspondent au statut fiscal, le contribuable ne doit pas retourner la
proposition de déclaration.
§4 - La proposition de déclaration, complétée par les éléments que le contribuable a signalé
dans le délai visé au §3, vaut déclaration.
Toutefois, lorsque le contribuable n’a pas respecté l’obligation visée au §3, alinéa 1er, la
proposition de déclaration est assimilée à une déclaration inexacte ou incomplète.
§5 - Le contribuable qui n’a pas reçu de formule de déclaration ou de proposition de
déclaration a l’obligation d’en réclamer une et est tenu de la renvoyer, dûment complétée et
signée, au plus tard le 31 décembre de l’année de l’exercice considéré.
§6 - La déclaration reste valable pour les exercices d’imposition suivants jusqu’à révocation.
En cas de modification de la base imposable, le contribuable doit se procurer une nouvelle
formule de déclaration et la renvoyer, dûment complétée et signée, à l’Administration
communale dans les dix jours de la survenance du fait. Sans préjudice des dispositions du
présent règlement, le nouveau formulaire de déclaration sert de base aux enrôlements
ultérieurs et vaut révocation expresse de la formule de déclaration précédente.
Article 8
Le contribuable est tenu de faciliter le contrôle de sa déclaration notamment en fournissant
tous les documents et renseignements qui lui seront réclamés à cet effet. En cas de non
remise de document, d’absence de coopération ou d'empêchement du contrôle fiscal par le
contribuable ou par un tiers, une amende administrative de 50€ sera imposée. Cette amende
sera établie et recouvrée selon les mêmes règles que celles prévues aux articles 10 à 12 du
présent règlement.
Article 9
L’absence de déclaration dans les délais prévus ou la déclaration incorrecte, incomplète ou
imprécise de la part du contribuable entraîne l’enrôlement d’office de la taxe sur base des
données dont la Commune dispose. Dans ce cas, la taxe enrôlée d’office est majorée d’un
montant égal à la moitié de la taxe due.
Avant de procéder à la taxation d’office, l’Administration communale notifie au contribuable,
par lettre recommandée à la poste, les motifs pour lesquels elle recourt à cette procédure, les
éléments sur lesquels se base la taxation, le mode de détermination de ces éléments, ainsi
que le montant de la taxe.
Le contribuable dispose d’un délai de trente jours calendrier, à compter du troisième jour
ouvrable suivant la date d’envoi de la notification, pour faire valoir ses observations par écrit.
Le contribuable est tenu de produire la preuve de l’exactitude des éléments qu’il invoque.



                                               38
L’Administration communale procédera à l’enrôlement d’office de la taxe si au terme de ce
délai, le contribuable n’a émis aucune observation qui justifie l’annulation de cette
procédure.
Article 10
La taxe est recouvrée, soit via son espace personnel sur le site de l’Administration
communale, soit par paiement électronique au compte de la Commune.
Article 11
Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et
Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition.
La taxe enrôlée est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle.
A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au profit de
l’Administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par l’article 414 du
Code des impôts sur les revenus de 1992.
Article 12
La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies pour la
perception des impôts au profit de l’Etat.
Article 13
§1er - Le redevable ou son représentant peut introduire une réclamation, par écrit, contre le
montant de l’imposition établie, y compris toutes majorations et amendes, auprès du Collège
des Bourgmestre et Echevins, qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de nullité,
cette réclamation doit être signée et motivée et elle doit mentionner : les nom, qualité,
adresse ou siège du redevable à charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la
réclamation et un exposé des faits et moyens.
§2 - Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai de trois
mois, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de l’avertissement-extrait
de rôle.
Un accusé de réception sera notifié dans les 15 jours après l’envoi ou du dépôt de la
réclamation.
§3 - Si le contribuable ou son représentant souhaite être entendu dans le cadre de l’examen
de sa réclamation, il doit en faire la demande explicite dans sa réclamation.
Article 14
Le présent règlement entre en vigueur le 1erjanvier 2021 et remplace le règlement approuvé
par le Conseil communal en sa séance du 18 décembre 2019.

                                    DE GEMEENTERAAD
                  Besloten, met 37 stem(men) tegen 0 en 9 onthouding(en).

Gezien het raadsbesluit van 18 december 2019, houdende stemming van het reglement
betreffende de belasting op de commerciële oppervlakten, voor een termijn van 5 jaar,
vervallend op 31 december 2024;
Gelet artikel 170, § 4 van de Grondwet, die zich wijdt aan de fiscale autonomie van de
gemeenten onder voorbehoud van wettelijke beperkingen;
Gelet op de nieuwe gemeentewet namelijk artikel 117, alinea 1, en artikel 118, alinea 1;
Gelet op de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 3 april 2014 betreffende
de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen, zoals gewijzigd tot
op heden;
Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de gerechtelijke regeling op gebied van
fiscaliteit;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 betreffende de regeling van administratief toezicht
op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd tot op heden;
Gelet op de financiële toestand van de Gemeente;
Overwegende de noodzaak voor de Gemeente om aan haar verplichtingen te voldoen in
overeenstemming met de eisen van het beheersplan en de vereisten van artikel 252 NGW,
welke de gemeenten verplicht een begroting in evenwicht te realiseren;
Gezien de noodzaak voor de Gemeente om ontvangsten te heffen ter dekking van de kosten
die door al haar activiteiten worden gemaakt, en voornamelijk om inkomsten te verzekeren
om te kunnen voldoen aan de financiële lasten in verband met haar verplichting om de
openbare rust, - veiligheid en - netheid te waarborgen;



                                              39
Overwegende dat het behoud van deze bron van inkomsten gerechtvaardigd is;
Overwegende dat de invordering van de in dit reglement bedoelde belasting een billijke
verdeling van de fiscale lasten waarborgt onder de verschillende belastingplichtigen op het
grondgebied van de Gemeente;
Overwegende dat commerciële oppervlakten deel uitmaken van een inkomstgenererende
economische activiteit, hetgeen gegronde redenen biedt te vermoeden dat de uitbaters die
actief zijn in deze sector over de nodige middelen beschikken, die hen in staat moet stellen
zich te kwijten van de belastingen die op hen van toepassing zijn;
Overwegende dat de commerciële oppervlakten van grotere omvang in hun omgeving
opvallend meer overlast creëren voor de leefgemeenschap (bijvoorbeeld meer
parkeerproblemen, het dichtslibben van het verkeer, het laden/lossen van goederen die de
slijtage versnellen van de wegen en hierdoor situaties van onveiligheid ontstaan voor de
gebruikers of vervuiling, ...) dan die veroorzaakt door kleinere handelszaken, die dan ook de
vrijstelling rechtvaardigt die aan hen werd verleend;
Overwegende dat naast de bescherming van het milieu, zullen deze inkomsten de
revitalisering van commerciële centra en maatregelen om een verhoogde veiligheid,
onderhoud of reparatie van wegen financieren;
Overwegende dat de vrijstelling ten voordele van de onderwijs- en verzorgingsinstellingen
(hospitalen, klinieken, poliklinieken, dispensaria, vakantiehuizen voor kinderen of
gepensioneerden) georganiseerd of betoelaagd door de overheid alsook de instellingen van
officieel erkende erediensten, de huizen van het lekendom of weldadigheidswerken, wordt
gerechtvaardigd door het feit dat de uitoefening op het grondgebied van de Gemeente van
deze activiteiten aldus rechtstreeks en gunstig zijn gericht op het leven van zijn inwoners;
Overwegende dat het derhalve gerechtvaardigd is dat de gemeentelijke autoriteiten door
deze vrijstelling deze activiteiten steunen dat daarenboven deze instellingen of delen ervan
bestemd voor hun openbare uitoefening eveneens zijn vrijgesteld van kadastraal inkomen
volgens artikel 12, § 1 van het WIB 92;
Overwegende dat een vereenvoudiging van de aangifteprocedure aangewezen is ten einde
het administratief werk van zowel de belastingplichtige als van de gemeentelijke diensten te
verminderen;
Gelet bovendien, op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 27
oktober 2020 en het administratief dossier;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
BESLUIT :
Artikel 1
Er wordt voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2024, ten voordele van de Gemeente
Schaarbeek, een jaarlijkse belasting ingevoerd op de commerciële oppervlakten.
Voor de toepassing van dit reglement dient onder “commerciële oppervlakten” te worden
verstaan, het geheel van lokalen toegankelijk voor het publiek waarin tegen betaling
goederen worden verkocht, met inbegrip van de oppervlakten rechtstreeks of onrechtstreeks
bestemd voor de uitoefening van de activiteit zoals bergingen en/of stockageruimten, met
uitzondering van de oppervlakten die onder de toepassing vallen van de belasting op
kantooroppervlakten.
Artikel 2
De belasting heeft als basis de bruto bovengrondse vloeroppervlakte welke bruikbaar zijn
voor de in artikel 1 bepaalde activiteit.
Onder “bruto bovengrondse vloeroppervlakte” wordt verstaan, het totaal van de bedekte
vloeren met uitsluiting van de lokalen die zich onder de grond bevinden en bestemd zijn voor
het parkeren, als kelders, voor de technische uitrustingen en als opslagplaatsen. De
afmetingen van de vloeren zijn gemeten tussen de buitenkanten van de muurgevels; de
vloeren worden verondersteld doorlopend te zijn, zonder rekening te houden met een
onderbreking door wanden, binnenmuren, kokers, trappenhuizen en liften.
Artikel 3
De belasting is verschuldigd door de uitbater van de commerciële oppervlakten. Bij gebrek
aan betaling door de uitbater, zal de belasting worden gevorderd bij de eigenaar van het
handelsfonds.




                                             40
Artikel 4
In geval van stopzetting of aanvang van bezetting van de commerciële oppervlakten in de
loop van het aanslagjaar, wordt de belasting vastgesteld op basis van het effectieve aantal
bezette maanden. Voor de toepassing van de bijgaande bepalingen, zal iedere begonnen
maand als volledig worden gerekend.
Artikel 5
De aanslagvoet wordt op 1 januari 2021 vastgesteld op 7,31€/m² per commerciële
oppervlakte. Deze aanslagvoet zal ieder jaar op 1 januari worden verhoogd met 2% volgens
onderstaande tabel:
Aanslagjaar 2022                 Aanslagjaar 2023                Aanslagjaar 2024
7,46 €                           7,60 €                          7,76 €
Artikel 6
Worden van deze belasting vrijgesteld:
- de eerste 400 m²;
- de oppervlakten gebruikt door instellingen van officieel erkende erediensten alsook de
huizen van het lekendom, de georganiseerde of door de overheid betoelaagde onderwijs- en
verzorgingsinstellingen (hospitalen, klinieken, poliklinieken,…), de weldadigheidswerken, de
organismen gebruik makend – zonder winstgevend doel – van sociale hulp of ook culturele en
sportieve activiteiten in zoverre zij door de overheid zijn betoelaagd.
Deze vrijstellingen worden ambtshalve toegestaan in zoverre de aanvraag vergezeld is van de
gestaafde stukken.
Artikel 7
§1 - Voor een welbepaald aanslagjaar, is de belastingplichtige ertoe gehouden aangifte te
doen bij het Gemeentebestuur. Hij kan deze aangifte ook doen via zijn persoonlijke ruimte op
de website van het Gemeentebestuur.
§2 - Echter, het Gemeentebestuur kan een belastingplichtige vrijstellen van de verplichting tot
aangifte en hem een voorstel van aangifte toesturen. Dit voorstel vermeldt de belastbare
grondslag alsook alle informatie en gegevens die in aanmerking zijn genomen.
§3 - Indien op het voorstel van aangifte onjuistheden of onvolledigheden zijn vermeld of
indien de voorgedrukte gegevens niet overeenstemmen met de belastbare toestand, moet de
belastingplichtige het voorstel van aangifte binnen de termijn van 15 dagen na verzending,
gedag- en ondertekend indienen bij het Gemeentebestuur, met een duidelijke en volledige
vermelding en opgave op het voorstel van aangifte van de correcte gegevens en/of alle
verbeteringen of aanvullingen. Het is de belastingplichtige die dient te bewijzen dat hij/zij het
(verbeterd of vervolledigd) voorstel van aangifte tijdig indiende.
Indien het voorstel van aangifte evenwel geen onjuistheden of onvolledigheden bevat en alle
voorgedrukte gegevens stroken met de belastbare toestand, moet de belastingplichtige het
voorstel van aangifte niet indienen bij het Gemeentebestuur.
§4 - Het voorstel van aangifte, aangevuld met elementen door de belastingplichtige binnen
de periode bedoeld in §3, geldt als aangifte.
Echter, wanneer de belastingplichtige niet heeft voldaan aan de in §3, 1ste alinea beoogde
verplichting, wordt de voorgestelde aangifte beschouwd als een onjuiste of onvolledige
verklaring.
§5 - De belastingplichtigen die geen aangifteformulier of voorstel van aangifte ontvangen
hebben, worden verzocht er één te vragen en zijn ertoe gehouden deze terug te sturen,
behoorlijk ingevuld en ondertekend, uiterlijk op 31 december van het desbetreffende
aanslagjaar.
§6 - De aangifte blijft geldig voor de volgende aanslagjaren, tot herroeping.
In het geval van wijzigingen in de belastinggrondslag, moet de belastingplichtige een nieuw
aangifteformulier aanvragen en deze naar behoren invullen, ondertekenen en terugsturen
naar de Gemeente dit binnen de tien dagen na het ontstaan van de gebeurtenis.
Onverminderd de bepalingen van deze verordening, de nieuwe aangifte vormt de basis bij de
volgende inkohieringen en herroept uitdrukkelijk het vorige aangifteformulier.
Artikel 8
De belastingplichtige wordt ertoe gehouden de controle van zijn aangifte te vergemakkelijken
voornamelijk door het verstrekken van alle documenten en inlichtingen die hem hierbij
zouden worden gevraagd. Bij het niet voorleggen van documenten, gebrek aan medewerking
of verhinderen van de fiscale controle door de belastingplichtige of een derde, wordt een

                                               41
administratieve geldboete opgelegd van 50€. Deze boete wordt gevestigd en ingevorderd
volgens dezelfde regels als voorzien in de artikels 10 tot 12 van dit reglement.
Artikel 9
Bij het ontbreken van de aangifte binnen de voorziene termijnen, of de onjuiste, onvolledige
of onduidelijke aangifte vanwege de belastingplichtige zal de aanslag van ambtshalve worden
gevestigd op basis van de gegevens waarover de Gemeente beschikt. In dit geval zal de
ingekohierde belasting worden verhoogd met het bedrag gelijk aan de helft van de
verschuldigde belasting.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve inkohiering, zal het Gemeentebestuur per
aangetekend schrijven, de motieven betekenen aan de belastingplichtige, welke aanleiding
geven tot deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd, de manier
waarop deze elementen werden vastgesteld en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf
de derde werkdag die volgt op de verzending van de betekening, om schriftelijk zijn
opmerkingen te doen gelden. De belastingplichtige is ertoe gehouden het bewijs leveren van
de juistheid van de door hem aangevoerde elementen.
Het Gemeentebestuur zal aan het einde van deze periode overgaan tot de ambtshalve
inkohiering indien de belastingplichtige geen opmerkingen heeft gemaakt die de annulering
van deze procedure rechtvaardigt.
Artikel 10
De belasting is te voldoen, hetzij via de persoonlijke ruimte op de website van het
Gemeentebestuur, hetzij per elektronische betaling op rekening van de Gemeente.
Artikel 11
De kohieren van de belasting worden door het College van Burgemeester en Schepenen
opgemaakt en uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar afgesloten en
uitvoerbaar verklaard.
De ingekohierde belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het
aanslagbiljet.
Bij gebrek aan betaling binnen de vastgestelde termijn zullen verwijlinteresten worden
gevorderd, berekend volgens de bepalingen vastgelegd in artikel 414 van het Wetboek op de
inkomstenbelastingen voor 1992
Artikel 12
De belasting is door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels vastgesteld voor
het innen van belastingen ten voordele van de Staat.
Artikel 13
§1 - De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar schriftelijk indienen
tegen de geheven belasting, alsook alle verhogingen of boetes, bij het College van
Burgemeester en Schepenen, die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te
vermijden, moet het bezwaarschrift ondertekend en met redenen omkleed zijn en moet
vermelden: de naam, hoedanigheid, adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de
belasting is vastgesteld alsook het onderwerp van het bezwaar en een uiteenzetting van
feiten en middelen.
§2 - De bezwaren moeten ingediend worden, op straffe van nietigheid, binnen de termijn van
drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van
het aanslagbiljet.
Van het bezwaarschrift zal schriftelijk ontvangst bericht worden binnen de 15 dagen na de
verzending of de indiening van het bezwaarschrift.
§3 - Indien de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden in het
kader van het onderzoek van zijn bezwaar, moet hij dit uitdrukkelijk vragen in zijn
bezwaarschrift
Artikel 14
Dit onderhavige reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en vervangt het reglement
goedgekeurd door de Gemeenteraad van 18 december 2019.


SP 23.- Taxe sur des emplacements de parcage - Exercices 2021 à 2024 – Modification -=-
   Belasting op de parkeerplaatsen - Aanslagjaren 2021 tot 2024 – Wijziging




                                             42
DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 31 voix contre 0 et 15 abstention(s). -=- Besloten, met 31 stem(men) tegen 0 en
15 onthouding(en).

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                       Décidé, par 31 voix contre 0 et 15 abstention(s).

Vu sa délibération du 18 décembre 2019 votant le règlement relatif à la taxe sur des
emplacements de parcage pour un terme de 5 ans, expirant le 31 décembre 2024;
Vu l’article 170, § 4 de la Constitution qui consacre l’autonomie fiscale des communes sous
réserve des exceptions légales;
Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1er et l’article 118, alinéa 1er ;
Vu l’ordonnance du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 avril 2014 relative à
l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes communales telle
que modifiée à ce jour ;
Vu la loi du 23 mars 1999 relative à l’organisation judiciaire en matière fiscale ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la
Région de Bruxelles-Capitale, telle que modifiée à ce jour ;
Vu le Projet du Plan d’action Communal de Stationnement voté par le Conseil communal du
23 septembre 2015 ;
Vu la situation financière de la Commune ;
Vu la nécessité pour la Commune de remplir ses obligations dans le respect des exigences du
plan de gestion et du prescrit de l’article 252 NLC, lequel impose aux communes de réaliser
l’équilibre budgétaire ;
Vu la nécessité pour la Commune de prélever des recettes pour couvrir les dépenses qu’exige
l’ensemble de ses activités, et en particulier d’assurer les recettes permettant de faire face
aux charges financières liées à son obligation d’assurer la tranquillité, la sécurité et la
propreté publiques ;
Considérant que le maintien de cette source de revenus se justifie ;
Considérant que la matière visée par le présent règlement taxe engendre dans ses alentours
immédiats une surveillance particulière des services de police et davantage d’interventions
en matière de propreté et de sécurité publiques de la part des services communaux ;
Considérant que la taxe sur les emplacements de parcage est pertinente quant au type de
redevables, à savoir les propriétaires de plus de 10 emplacements desservant des immeubles
de bureaux et/ou des équipements d'intérêt collectif ou de service public, ou affectés à une
activité commerciale, industrielle ou artisanale ou d’exploitation, qui ont un patrimoine d'une
certaine ampleur et pour lesquels lesdits parkings créent un certain enrichissement ;
Considérant que le prélèvement de cette taxe aux taux proposés tient compte de la capacité
contributive des contribuables et que les taux n’influencent pas de manière significative leur
activité d’autant plus que, comme la plupart des taxes communales, cela est déductible à
titre de charges d’exploitation ;
Considérant la nécessité de favoriser des partenariats entre la Commune et les opérateurs
privés pour que soit facilitée l’utilisation des emplacements de parcage pendant les heures de
fermeture des établissements, et ce, afin de remédier aux difficultés de stationnement dans
certains quartiers schaerbeekois où l’indisponibilité en stationnement, notamment en
période nocturne, est élevée ;
Considérant la nécessité de prendre des mesures pour rendre la mutualisation de ces
emplacements de parcage plus attractifs, en accordant une réduction de la taxe pour les
premiers exercices d'imposition de partenariat, ceci en compensation du financement des
investissements de gestion du parking partagé ;
Considérant qu'il est légitime que les contribuables qui ont déjà un partenariat existant et
ininterrompu avec la Commune, ou avec une société reconnue par la Commune avant le 1er
janvier 2020, bénéficient des mêmes conditions que celles prévues dans la délibération du
Conseil communal du 18 décembre 2019, c'est-à-dire qu'ils conservent leur réduction de 100
% pour les deux exercices d'imposition suivant l'entrée en vigueur de ce règlement ;
Considérant que l’exonération consentie aux surfaces de parking de moins de dix
emplacements se justifie dans la mesure où la capacité contributive de ces contribuables est
bien plus faible que celle des propriétaires de surfaces de parking de plus de dix
emplacements ;



                                              43
Considérant que l’exonération établie au profit des surfaces de parking affectées aux
hôpitaux, aux cliniques, aux polycliniques et aux œuvres de bienfaisance, non utilisées dans le
cadre d’activités lucratives ou commerciales, se justifie par la circonstance que l’exercice sur
le territoire de la Commune des activités ainsi visées influence directement et favorablement
la vie de ses habitants et qu’il est donc justifié que, par le bais de cette exonération, les
autorités communales entendent soutenir ces activités ;
Considérant que les emplacements de parcage servant comme stockage de véhicules non
immatriculés faisant l’objet d’un permis d’urbanisme et/ou d’un permis d’environnement
ou utilisés par l’occupant lui-même pour stationner ses propres véhicules utilitaires en dehors
des heures normales d’ouverture ne sont pas mutualisables et qu’au vu de la politique locale
poursuivie, ceux-ci ne peuvent donc pas être imposés ;
Considérant qu'une simplification de la procédure de déclaration est appropriée afin de
réduire la charge administrative pour le contribuable et les services communaux ;
Vu, pour le surplus, le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins du 13 octobre 2020 et
le dossier administratif ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ;
ARRETE :
Article 1
Il est établi, pour les exercices 2021 à 2024, une taxe communale annuelle sur des
emplacements de parcage.
Sont visées :
       1.     les surfaces de parking affectées aux bureaux et/ou des équipements d'intérêt
              collectif ou de service public ;
       2.     les surfaces de parking connexes à une activité commerciale, industrielle,
              artisanale ou à une activité de production de services matériels ou de biens
              immatériels ;
       3.     l’exploitation commerciale d’emplacements de parcage.
Article 2
§ 1 - Pour l’application des présentes dispositions, il faut entendre par emplacement de
parcage : une surface délimitée destinée au stationnement d’un véhicule motorisé, située
dans un espace clos ou à l’air libre, sur ou dans un bien immobilier, mise à disposition à titre
gratuit ou onéreux par toute personne physique ou morale et affectée à l'accueil soit de
personnes qui y travaillent quel que soit leur statut, soit de clients, soit de fournisseurs, soit
de visiteurs.
§ 2 - Pour l’application des présentes dispositions, le bien immobilier est défini par son
affectation urbanistique.
§ 3 - En cas de contestation quant au nombre d'emplacements de parcage existants,
notamment en cas d’absence de marquage au sol, le calcul se fera en divisant la surface
affectée au stationnement renseignée au cadastre et/ou au permis d’urbanisme et/ou au
permis d’environnement et/ou au permis mixte par une surface forfaitaire de 13 m² (surface
d'un emplacement).
Article 3
Les taux de la taxe pour l’exercice 2021 sont fixés à :
       ·      136,20€ par emplacement pour les surfaces de parking affectées aux bureaux
              et/ou aux équipements d'intérêt collectif ou de service public [taux 1];
       ·      163,20€ par emplacement pour les surfaces de parking connexes à une activité
              commerciale, industrielle, artisanale ou de production de services matériels ou de
              biens immatériels [taux 2];
       ·      81,60€ par emplacement pour l’exploitation commerciale d’emplacements de
              parcage [taux 3].
Ces taux seront majorés au 1er janvier de l’année suivante au taux de 2%, conformément au
tableau ci-dessous:
                          Exercice 2022             Exercice 2023         Exercice 2024
[Taux 1]                  135,25 €                  137,96 €              140,72 €
[Taux 2]                  166,46 €                  169,79 €              173,19 €
[Taux 3]                  83,23 €                   84,90 €               86,59 €



                                               44
Une réduction de 80 % du taux 1 et 2 est accordée aux établissements qui s’engagent dans le
processus de mise à disposition d’emplacements de parcage (d’au moins 10 heures
consécutives) au bénéfice des riverains en dehors des heures d’ouverture normales de leur
établissement.
Toutefois, cette réduction est étendue à 100% pour les trois premiers exercices d'imposition
lors de la signature d'un premier partenariat avec la Commune, ou avec une société reconnue
par la Commune, spécialisée dans la gestion de places de stationnement disponibles pour les
riverains, en dehors des heures d'ouverture normales de l’établissement visé à l'article 1er,
points 1 et 2.
Le contribuable qui, avant le 1er janvier 2020, a déjà un partenariat existant et ininterrompu
avec la Commune ou avec une société reconnue par la Commune, conservera la réduction de
100% pour le premier exercice d'imposition suivant l’entrée en vigueur du présent règlement.
Cette réduction porte exclusivement sur le nombre d’emplacements mis à disposition et est
accordée entièrement par exercice quel que soit le mois au cours duquel la mise à disposition
est réalisée.
Lorsque dans un même bien, sont rassemblés aussi d’autres emplacements de parcage que
ceux mis à disposition des riverains, il y a lieu de distinguer les uns des autres au moyen
d’une signalisation appropriée. A défaut de signalisation, les emplacements de parcage mis à
disposition des riverains ne seront pas considérés comme tels.
Chaque engagement en vue d’une réduction de la taxe doit être soumis pour approbation au
Collège des Bourgmestre et Echevins.
Article 4
La taxe est due par le propriétaire des emplacements de parcage visés à l’article premier. En
cas d’emphytéose ou de superficie, la taxe est due solidairement par le tréfoncier et
respectivement, par l’emphytéote et le superficiaire. En cas d’usufruit, la taxe est due
solidairement par le nu-propriétaire et l’usufruitier.
En cas de copropriété, la taxe est due pour la totalité de la surface de parking, que l’ensemble
des copropriétaires détiennent ; elle n’est, néanmoins, exigée qu’à concurrence de la part
individuelle de chacun d’eux dans la copropriété.
Article 5
La taxe est due pour l’année entière quelle que soit la date de début ou de fin de l’affectation
visée à l’article premier.
Article 6
Ne seront pas soumises au présent règlement, les surfaces de parking :
       1.    de moins de 10 emplacements ;
       2.    servant aux hôpitaux, aux cliniques, aux polycliniques et œuvres de bienfaisance,
             à l’exception des surfaces de parking utilisées dans le cadre de la pratique
             d’opérations lucratives ou commerciales ;
       3.    qui sont utilisées comme stockage de véhicules non immatriculés pour autant que
             ceci est spécifié au permis d’urbanisme et/ou au permis d’environnement et/ou
             au permis mixte ;
       4.    qui sont utilisées par l’occupant lui même pour stationner ses véhicules utilitaires
             en dehors des heures normales d'ouverture.
Article 7
§1er - Pour un exercice d’imposition donné, le contribuable est tenu de remettre à
l’Administration communale une déclaration. Il peut aussi remplir cette déclaration via son
espace personnel sur le site de l’Administration communale.
§2 - Toutefois, l’Administration communale peut dispenser un contribuable de l’obligation de
déclaration et lui envoyer une proposition de déclaration. Cette proposition mentionne la
base imposable ainsi que tous les renseignements et données qui ont été pris en
considération.
§3 - Si, dans la proposition de déclaration figurent des inexactitudes ou des omissions, ou si
les données pré imprimées ne correspondent pas à la base imposable, le contribuable est
tenu, dans un délai de 15 jours après l'expédition de la proposition de déclaration, de
soumettre à l’Administration la proposition de déclaration dûment corrigée, complétée,
datée et signée.
C’est au contribuable de prouver qu'il / elle a déposé dans les délais la proposition de
déclaration (corrigée ou complétée).




                                               45
Si la proposition de déclaration ne contient pas d'inexactitudes ou d'omissions et que les
données imprimées correspondent au statut fiscal, le contribuable ne doit pas retourner la
proposition de déclaration.
§4 - La proposition de déclaration, complétée par les éléments que le contribuable a signalé
dans le délai visé au §3, vaut déclaration.
Toutefois, lorsque le contribuable n’a pas respecté l’obligation visée au §3, alinéa 1er, la
proposition de déclaration est assimilée à une déclaration inexacte ou incomplète.
§5 - Le contribuable qui n’a pas reçu de formule de déclaration ou de proposition de
déclaration a l’obligation d’en réclamer une et est tenu de la renvoyer, dûment complétée et
signée, au plus tard le 31 décembre de l’année de l’exercice considéré.
§6 - La déclaration reste valable pour les exercices d’imposition suivants jusqu’à révocation.
En cas de modification de la base imposable, le contribuable doit se procurer une nouvelle
formule de déclaration et la renvoyer, dûment complétée et signée, à l’Administration
communale dans les dix jours de la survenance du fait. Sans préjudice des dispositions du
présent règlement, le nouveau formulaire de déclaration sert de base aux enrôlements
ultérieurs et vaut révocation expresse de la formule de déclaration précédente.
Article 8
Le contribuable est tenu de faciliter le contrôle de sa déclaration notamment en fournissant
tous les documents et renseignements qui lui seront réclamés à cet effet. En cas de non
remise de document, d’absence de coopération ou d'empêchement du contrôle fiscal par le
contribuable ou par un tiers, une amende administrative de 50€ sera imposée. Cette amende
sera établie et recouvrée selon les mêmes règles que celles prévues aux articles 10 à 12 du
présent règlement.
Article 9
L’absence de déclaration dans les délais prévus ou la déclaration incorrecte, incomplète ou
imprécise de la part du contribuable entraîne l’enrôlement d’office de la taxe sur base des
données dont la Commune dispose. Dans ce cas, la taxe enrôlée d’office est majorée d’un
montant égal à la moitié de la taxe due.
Avant de procéder à la taxation d’office, l’Administration communale notifie au contribuable,
par lettre recommandée à la poste, les motifs pour lesquels elle recourt à cette procédure, les
éléments sur lesquels se base la taxation, le mode de détermination de ces éléments, ainsi
que le montant de la taxe.
Le contribuable dispose d’un délai de trente jours calendrier, à compter du troisième jour
ouvrable suivant la date d’envoi de la notification, pour faire valoir ses observations par écrit.
Le contribuable est tenu de produire la preuve de l’exactitude des éléments qu’il invoque.
L’Administration communale procédera à l’enrôlement d’office de la taxe si au terme de ce
délai, le contribuable n’a émis aucune observation qui justifie l’annulation de cette
procédure.
Article 10
La taxe est recouvrée, soit via son espace personnel sur le site de l’Administration
communale, soit par paiement électronique au compte de la Commune.
Article 11
Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et
Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition.
La taxe enrôlée est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle.
A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au profit de
l’Administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par l’article 414 du
Code des impôts sur les revenus de 1992.
Article 12
La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies pour la
perception des impôts au profit de l’Etat.
Article 13
§1er - Le redevable ou son représentant peut introduire une réclamation, par écrit, contre le
montant de l’imposition établie, y compris toutes majorations et amendes, auprès du Collège
des Bourgmestre et Echevins, qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de nullité,
cette réclamation doit être signée et motivée et elle doit mentionner : les nom, qualité,
adresse ou siège du redevable à charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la
réclamation et un exposé des faits et moyens.



                                               46
§2 - Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai de trois
mois, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de l’avertissement-extrait
de rôle.
Un accusé de réception sera notifié dans les 15 jours après l’envoi ou du dépôt de la
réclamation.
§3 - Si le contribuable ou son représentant souhaite être entendu dans le cadre de l’examen
de sa réclamation, il doit en faire la demande explicite dans sa réclamation.
Article 14
Le présent règlement entre en vigueur le 1erjanvier 2021 et remplace le règlement approuvé
par le Conseil communal en sa séance du 18 décembre 2019

                                    DE GEMEENTERAAD
                 Besloten, met 31 stem(men) tegen 0 en 15 onthouding(en).

Gezien het raadsbesluit van 18 december 2019, houdende stemming van het reglement
betreffende de belasting op parkeerplaatsen, voor een termijn van 5 jaar, vervallend op 31
december 2024;
Gelet artikel 170, § 4 van de Grondwet, die zich wijdt aan de fiscale autonomie van de
gemeenten onder voorbehoud van wettelijke beperkingen;
Gelet op de nieuwe gemeentewet namelijk artikel 117, alinea 1, en artikel 118, alinea 1;
Gelet op de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 3 april 2014 betreffende
de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen, zoals gewijzigd tot
op heden;
Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de gerechtelijke regeling op gebied van
fiscaliteit;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 betreffende de regeling van administratief toezicht
op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd tot op heden;
Gelet het Ontwerp Gemeentelijk Parkeer Actieplan gestemd door de Gemeenteraad van 23
september 2015;
Gelet op de financiële toestand van de Gemeente;
Gelet de noodzaak voor de Gemeente om aan haar verplichtingen te voldoen in
overeenstemming met de eisen van het beheersplan en de vereisten van artikel 252 NGW,
welke de gemeenten verplicht een begroting in evenwicht te realiseren;
Gezien de noodzaak voor de Gemeente om ontvangsten te heffen ter dekking van de kosten
die door al haar activiteiten worden gemaakt, en voornamelijk om inkomsten te verzekeren
om te kunnen voldoen aan de financiële lasten in verband met haar verplichting om de
openbare rust, - veiligheid en - netheid te waarborgen;
Overwegende dat het behoud van deze bron van inkomsten gerechtvaardigd is;
Overwegende het feit dat de materie beoogd in dit belastingreglement in zijn onmiddellijke
omgeving een bijzonder toezicht van de politie en meer interventies in de netheid en de
openbare veiligheid door de gemeentelijke diensten vraagt;
Overwegende dat de belasting op parkeerplaatsen ook relevant is voor het type van
belastingplichtigen, namelijk de eigenaars van parkeerplaatsen van meer dan 10 plaatsen die
dienen voor kantoorgebouwen en/of voor de voorzieningen van collectief belang of van
openbare diensten, of een commerciële, industriële of ambachtelijke activiteit of uitbating,
die een patrimonium van een zekere omvang hebben en voor dewelke de genoemde parkings
een zekere verrijking creëren;
Overwegende dat de inning van deze belasting aan het voorgestelde tarief rekening houdt
met de mogelijkheid om te betalen door de belastingplichtige en dat de tarieven geen
significante invloed op hun activiteiten zullen hebben omdat de meeste gemeentelijke
belastingen als operationele kost wordt afgetrokken;
Overwegende de noodzaak om het partnerschap tussen de Gemeente en privé-
ondernemingen te bevorderen zodat het gebruik van parkeerplaatsen tijdens de sluitingsuren
van de instellingen wordt vergemakkelijkt zodat er verholpen kan worden aan de
parkeerproblemen in bepaalde Schaarbeekse wijken waar de parkeerdruk, met name ’s
nachts, groot is;




                                             47
Gezien de noodzaak om maatregelen te nemen om het delen van deze parkeerlocaties
aantrekkelijker te maken, door een belastingvermindering toe te kennen de eerste
aanslagjaren van een partnerschap, ter compensatie van de financieringen noodzakelijk voor
deze investeringen;
Overwegende dat het terecht is, dat de belastingplichtige die voor 1 januari 2020 reeds een
bestaande en ononderbroken partnerschap heeft met de Gemeente of met een door de
Gemeente erkend bedrijf, van dezelfde voorwaarden geniet welke zijn toegestaan in het
raadsbesluit van 18 december 2019, namelijk dat hij zijn vermindering van 100% blijft
behouden voor de twee aanslagjaren volgend het in voege treden van dat reglement;
Overwegende het feit dat de parkeerterreinen met minder dan tien plaatsen worden
vrijgesteld gerechtvaardigd is in die mate dat de fiscale capaciteit dan de belastingschuldige
ook minder is dan bij eigenaren van parkeerterreinen van meer dan tien plaatsen;
Overwegende dat de vrijstelling is vastgesteld voor het gebruik van de parkeerplaatsen die
bestemd zijn voor ziekenhuizen, klinieken, polyklinieken en liefdadigheidswerken, die niet
voor activiteiten worden gebruikt lucratief of commercieel, wordt gerechtvaardigd door het
feit dat de uitoefening op het grondgebied van de Gemeente van deze activiteiten aldus
rechtstreeks en gunstig zijn gericht op het leven van zijn inwoners en dat het derhalve
gerechtvaardigd is dat de gemeentelijke autoriteiten door deze vrijstelling deze activiteiten
steunen;
Overwegende de parkeerplaatsen die dienen als opslag voor niet- ingeschreven voertuigen
die onderworpen zijn aan een stedenbouwkundige vergunning en / of een milieuvergunning
of die door de bezetter gebruikt worden om zijn eigen bedrijfsvoertuigen te parkeren buiten
de normale openingstijden en die dus niet omvormbaar zijn en dat zij derhalve niet belast
kunnen worden in het licht van het nagestreefde lokale beleid;
Overwegende dat een vereenvoudiging van de aangifteprocedure aangewezen is ten einde
het administratief werk van zowel de belastingplichtige als van de gemeentelijke diensten te
verminderen;
Gelet bovendien, op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 13
oktober 2020 en het administratief dossier;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen,
BESLUIT :
Artikel 1
Er wordt voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2024 een jaarlijkse gemeentebelasting
gevestigd op parkeerplaatsen.
Worden bedoeld:
       1.    parkeerplaatsen bestemd voor kantoren en/of voor de voorzieningen van
             collectief belang of van openbare diensten;
       2.    parkeerplaatsen verbonden aan handels-, industriële, ambachtelijke activiteiten
             of vervaardiging van materiële diensten of immateriële goederen;
       3.    parkeerplaatsen uitgebaat voor commerciële doeleinden.
Artikel 2
§ 1 - Voor de toepassing van de huidige beschikkingen moet men onder een parkeerplaats
verstaan: een afgebakende oppervlakte die bestemd is voor het plaatsen van een
gemotoriseerd voertuig in een open of gesloten ruimte, op of in een onroerend goed, gratis
of betalend ter beschikking gesteld aan iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon en
bestemd voor het onthaal van hetzij personen die er werken ongeacht hun statuut, hetzij
klanten, hetzij leveranciers, hetzij bezoekers.
§ 2 - Voor de toepassing van de huidige beschikkingen wordt het onroerend goed
gedefinieerd aan de hand van zijn kadastrale referentie.
§ 3 - Bij betwisting van het aantal bestaande parkings, in het bijzonder bij het ontbreken van
een markering op de grond, zal de berekening van het aantal parkeerplaatsen gebeuren door
de oppervlakte bestemd voor het stationeren vermeld bij het kadaster en/of in de
stedenbouwkundige vergunning en/of in de milieuvergunning en/of de gemengde vergunning
te delen door een forfaitaire oppervlakte van 13 m² (oppervlakte van een plaats).
Artikel 3
De belastingvoet wordt voor het aanslagjaar 2021 vastgesteld als volgt:
       ·     132,60€ per parkeerplaats bestemd voor kantoren en/of voor de voorzieningen
             van collectief belang of van openbare diensten [aanslagvoet 1];


                                             48
     ·     163,20€ per parkeerplaats verbonden aan handels-, industriële, ambachtelijke
           activiteiten of vervaardiging van materiële diensten of immateriële goederen
           [aanslagvoet 2];
     ·     81,60€ per commercieel uitgebate parkeerplaats [aanslagvoet 3];
Deze aanslagvoeten zullen per 1 januari van het volgende jaar worden verhoogd met 2%,
volgens onderstaande tabel:
                        Aanslagjaar 2022       Aanslagjaar 2023        Aanslagjaar 2024
[Voet 1]                135,25 €               137,96 €                140,72 €
[Voet 2]                166,46 €               169,79 €                173,19 €
[Voet 3]                83,23 €                84,90 €                 86,59 €
Een vermindering met 80%, op de aanslagvoet 1 en 2, wordt toegestaan aan de
belastingplichtigen die zich engageren tot het project van het beschikbaar stellen van
parkeerplaatsen (minstens 10 opeenvolgende uren) ten behoeve van de buurtbewoners,
buiten de normale openingstijden van hun instelling.
Echter, deze vermindering wordt uitgebreid tot 100% voor de eerste drie aanslagjaren bij
ondertekening van een eerste partnerschap met de Gemeente of met een door de Gemeente
erkend bedrijf gespecialiseerd in het beheren van beschikbare parkeerplaatsen ten behoeve
van de buurtbewoners, buiten de normale openingstijden van een onderneming beschreven
in artikel 1, punten 1 en 2.
De belastingplichtige die voor 1 januari 2020 reeds een bestaande en ononderbroken
partnerschap heeft met de Gemeente of met een door de Gemeente erkend bedrijf, blijft de
vermindering van 100% behouden voor het eerste aanslagjaar volgend het in voege treden
van huidig reglement.
Deze vermindering heeft uitsluitend betrekking op het aantal beschikbare parkeerplaatsen en
wordt in zijn geheel toegestaan voor het aanslagjaar ongeacht de maand waarin de ter
beschikkingstelling wordt gerealiseerd.
Wanneer er in één en hetzelfde goed niet alle parkeerplaatsen ter beschikking worden
gesteld, is het aangewezen deze door een aangepaste signalisatie van elkaar te
onderscheiden. Bij gebrek aan signalisatie worden alle parkeerplaatsen geacht als niet ter
beschikking te zijn gesteld
Ieder engagement met betrekking tot de vermindering van de belasting dient ter goedkeuring
worden voorgelegd aan het College van Burgemeester en Schepenen.
Artikel 4
De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de parkeerplaatsen bedoeld in artikel 1,
behoren. Bij erfpacht of opstal is de belasting hoofdelijk verschuldigd door de opstalgever en
respectievelijk door de erfpachter en de opstalhouder. Bij vruchtgebruik is de belasting
hoofdelijk verschuldigd door de blote eigenaar en de vruchtgebruiker.
In geval van mede-eigendom, is de belasting verschuldigd voor de totaliteit van de
parkeerplaatsen, dat behoort aan het geheel van mede-eigenaars; echter wordt de belasting
geëist volgens ieders individuele aandeel in deze mede-eigendom.
Artikel 5
De belasting is voor het ganse jaar verschuldigd welke ook de datum van aanvang of de
datum van stopzetting van de bovenvermelde bestemming in artikel één wezen.
Artikel 6
Worden niet aan bijgaand reglement onderworpen, de parkeerruimten:
       1.    minder dan 10 parkeerplaatsen;
       2.    welke ten dienste staan van de hospitalen, de klinieken, de poliklinieken en
             liefdadigheidswerken met uitzondering van de parkeerplaatsen gebruikt in het
             kader van winstgevende of handelspraktijken;
       3.    welke gebruikt worden als stockage van niet-ingeschreven voertuigen in zoverre
             dit vermeld is in de stedenbouwkundige vergunning en/of in de milieuvergunning
             en/of de gemengde vergunning;
       4.    welke gebruikt worden buiten de normale openingstijden, voor het stallen van de
             bedrijfsvoertuigen van de gebruiker.




                                             49
Artikel 7
§1 - Voor een welbepaald aanslagjaar, is de belastingplichtige ertoe gehouden aangifte te
doen bij het Gemeentebestuur. Hij kan deze aangifte ook doen via zijn persoonlijke ruimte op
de website van het Gemeentebestuur.
§2 - Echter, het Gemeentebestuur kan een belastingplichtige vrijstellen van de verplichting tot
aangifte en hem een voorstel van aangifte toesturen. Dit voorstel vermeldt de belastbare
grondslag alsook alle informatie en gegevens die in aanmerking zijn genomen.
§3 - Indien op het voorstel van aangifte onjuistheden of onvolledigheden zijn vermeld of
indien de voorgedrukte gegevens niet overeenstemmen met de belastbare toestand, moet de
belastingplichtige het voorstel van aangifte binnen de termijn van 15 dagen na verzending,
gedag- en ondertekend indienen bij het Gemeentebestuur, met een duidelijke en volledige
vermelding en opgave op het voorstel van aangifte van de correcte gegevens en/of alle
verbeteringen of aanvullingen. Het is de belastingplichtige die dient te bewijzen dat hij/zij het
(verbeterd of vervolledigd) voorstel van aangifte tijdig indiende.
Indien het voorstel van aangifte evenwel geen onjuistheden of onvolledigheden bevat en alle
voorgedrukte gegevens stroken met de belastbare toestand, moet de belastingplichtige het
voorstel van aangifte niet indienen bij het Gemeentebestuur.
§4 - Het voorstel van aangifte, aangevuld met elementen door de belastingplichtige binnen
de periode bedoeld in §3, geldt als aangifte.
Echter, wanneer de belastingplichtige niet heeft voldaan aan de in §3, 1ste alinea beoogde
verplichting, wordt de voorgestelde aangifte beschouwd als een onjuiste of onvolledige
verklaring.
§5 - De belastingplichtigen die geen aangifteformulier of voorstel van aangifte ontvangen
hebben, worden verzocht er één te vragen en zijn ertoe gehouden deze terug te sturen,
behoorlijk ingevuld en ondertekend, uiterlijk op 31 december van het desbetreffende
aanslagjaar.
§6 - De aangifte blijft geldig voor de volgende aanslagjaren, tot herroeping.
In het geval van wijzigingen in de belastinggrondslag, moet de belastingplichtige een nieuw
aangifteformulier aanvragen en deze naar behoren invullen, ondertekenen en terugsturen
naar de Gemeente dit binnen de tien dagen na het ontstaan van de gebeurtenis.
Onverminderd de bepalingen van deze verordening, de nieuwe aangifte vormt de basis bij de
volgende inkohieringen en herroept uitdrukkelijk het vorige aangifteformulier.
Artikel 8
De belastingplichtige wordt ertoe gehouden de controle van zijn aangifte te vergemakkelijken
voornamelijk door het verstrekken van alle documenten en inlichtingen die hem hierbij
zouden worden gevraagd. Bij het niet voorleggen van documenten, gebrek aan medewerking
of verhinderen van de fiscale controle door de belastingplichtige of een derde, wordt een
administratieve geldboete opgelegd van 50€. Deze boete wordt gevestigd en ingevorderd
volgens dezelfde regels als voorzien in de artikels 10 tot 12 van dit reglement.
Artikel 9
Bij het ontbreken van de aangifte binnen de voorziene termijnen, of de onjuiste, onvolledige
of onduidelijke aangifte vanwege de belastingplichtige zal de aanslag van ambtshalve worden
gevestigd op basis van de gegevens waarover de Gemeente beschikt. In dit geval zal de
ingekohierde belasting worden verhoogd met het bedrag gelijk aan de helft van de
verschuldigde belasting.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve inkohiering, zal het Gemeentebestuur per
aangetekend schrijven, de motieven betekenen aan de belastingplichtige, welke aanleiding
geven tot deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd, de manier
waarop deze elementen werden vastgesteld en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf
de derde werkdag die volgt op de verzending van de betekening, om schriftelijk zijn
opmerkingen te doen gelden. De belastingplichtige is ertoe gehouden het bewijs leveren van
de juistheid van de door hem aangevoerde elementen.
Het Gemeentebestuur zal aan het einde van deze periode overgaan tot de ambtshalve
inkohiering indien de belastingplichtige geen opmerkingen heeft gemaakt die de annulering
van deze procedure rechtvaardigt.
Artikel 10
De belasting is te voldoen, hetzij via de persoonlijke ruimte op de website van het
Gemeentebestuur, hetzij per elektronische betaling op rekening van de Gemeente.



                                               50
Artikel 11
De kohieren van de belasting worden door het College van Burgemeester en Schepenen
opgemaakt en uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar afgesloten en
uitvoerbaar verklaard.
De ingekohierde belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het
aanslagbiljet.
Bij gebrek aan betaling binnen de vastgestelde termijn zullen verwijlinteresten worden
gevorderd, berekend volgens de bepalingen vastgelegd in artikel 414 van het Wetboek op de
inkomstenbelastingen voor 1992
Artikel 12
De belasting is door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels vastgesteld voor
het innen van belastingen ten voordele van de Staat.
Artikel 13
§1 - De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar schriftelijk indienen
tegen de geheven belasting, alsook alle verhogingen of boetes, bij het College van
Burgemeester en Schepenen, die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te
vermijden, moet het bezwaarschrift ondertekend en met redenen omkleed zijn en moet
vermelden: de naam, hoedanigheid, adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de
belasting is vastgesteld alsook het onderwerp van het bezwaar en een uiteenzetting van
feiten en middelen.
§2 - De bezwaren moeten ingediend worden, op straffe van nietigheid, binnen de termijn van
drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van
het aanslagbiljet.
Van het bezwaarschrift zal schriftelijk ontvangst bericht worden binnen de 15 dagen na de
verzending of de indiening van het bezwaarschrift.
§3 - Indien de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden in het
kader van het onderzoek van zijn bezwaar, moet hij dit uitdrukkelijk vragen in zijn
bezwaarschrift
Artikel 14
Dit onderhavige reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en vervangt het reglement
goedgekeurd door de Gemeenteraad van 18 december 2019.


SP 24.- Taxe sur la diffusion d’imprimés publicitaires - Exercices 2021 à 2024 – Modification
   -=- Belasting op de verspreiding van publiciteitsdrukwerken - Aanslagjaren 2021 tot
   2024 – Wijziging

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 39 voix contre 0 et 7 abstention(s). -=- Besloten, met 39 stem(men) tegen 0 en 7
onthouding(en).

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                        Décidé, par 39 voix contre 0 et 7 abstention(s).

Vu sa délibération du 18 décembre 2019 votant le règlement-taxe sur la diffusion d’imprimés
publicitaires pour un terme de 5 ans, expirant le 31 décembre 2024 ;
Vu l’article 170, § 4 de la Constitution qui consacre l’autonomie fiscale des communes sous
réserve des exceptions légales ;
Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1er et l’article 118, alinéa 1er ;
Vu l’ordonnance du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 avril 2014 relative à
l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes communales telle
que modifiée à ce jour ;
Vu la loi du 23 mars 1999 relative à l’organisation judiciaire en matière fiscale ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la
Région de Bruxelles-Capitale, telle que modifiée à ce jour ;
Vu la situation financière de la Commune ;
Vu la nécessité pour la Commune de remplir ses obligations dans le respect des exigences du
plan de gestion et du prescrit de l’article 252 NLC, lequel impose aux communes de réaliser
l’équilibre budgétaire ;



                                               51
Vu la nécessité pour la Commune de prélever des recettes pour couvrir les dépenses qu’exige
l’ensemble de ses activités, et en particulier d’assurer les recettes permettant de faire face
aux charges financières liées à son obligation d’assurer la tranquillité, la sécurité et la
propreté publiques ;
Considérant que le maintien de cette source de revenus se justifie ;
Considérant que la diffusion d’imprimés publicitaires nuit généralement au dépôt normal du
courrier adressé ainsi qu’à la propreté des voies publiques et qu’il convient de limiter ou de
taxer les personnes responsables de cette situation qui oblige la Commune à augmenter les
moyens qu’elle doit mettre en œuvre pour assumer sa mission en matière de propreté de la
voie publique ;
Considérant que l’apposition d’imprimés publicitaires sur des véhicules en stationnement
engendre aussi des nuisances importantes en matière de propreté publique puisque dans la
plus grande majorité des cas, ces imprimés finissent par échouer sur la voie publique ;
Considérant que les recommandations de la circulaire du 8 octobre 1993 du Ministre-
Président de la Région de Bruxelles-Capitale relative à la taxe sur la distribution à domicile
d’imprimés publicitaires non adressés disposent que ces imprimés ouverts à tous les
annonceurs ou émanant d'un seul commerçant ou d'un groupe de commerçants et
comportant 40% de texte rédactionnel non publicitaire sont exonérés de la taxe;
Considérant que les textes rédactionnels non publicitaires ont pour but de jouer un rôle social
et d'information générale et non pas d'aboutir à une transaction commerciale ;
Considérant que, dans le but de promouvoir les activités commerciales locales, il n'y a pas
lieu de les dissuader, et que l’exonération de la publicité distribuée à domicile par les soins de
commerçants dans le cadre d’une campagne publicitaire de quartier avec un maximum de
7.000 exemplaires par an, quel que soit le nombre de distributions, est à ce titre
raisonnablement justifiée ;
Considérant qu'une simplification de la procédure de déclaration est appropriée afin de
réduire la charge administrative pour le contribuable et les services communaux ;
Vu, pour le surplus, le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins du 13 octobre 2020 et
le dossier administratif ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins,
ARRETE :
Article 1
§1. - Il est établi, pour les exercices 2021 à 2024, une taxe sur la diffusion d’imprimés
publicitaires. Est visée : la distribution à domicile de feuilles, de cartes, de catalogues et de
journaux contenant de la publicité à caractère commercial, lorsque ces imprimés sont non
adressés ainsi que l’apposition d’imprimés publicitaires sur des véhicules situés sur la voie
publique.
§2. - Est uniquement visée la diffusion gratuite dans le chef des destinataires.
Article 2
§1. - Sont visés par les présentes dispositions, les imprimés publicitaires ouverts à tous les
annonceurs ou émanant d’un seul commerçant ou d’un groupe de commerçants et
comportant moins de 40 % de textes rédactionnels non publicitaires.
§2. - Par textes rédactionnels, il faut entendre :
- les textes écrits par les journalistes dans l'exercice de leur profession ;
- les textes qui, au niveau de la population de la Commune, jouent un rôle social et
d'information générale en dehors des informations commerciales ou apportent une
information officielle d'utilité publique en faveur de l'ordre ou du bien être comme les
services d'aide, les services publics, les mutuelles, les hôpitaux, les services de garde
(médecins, infirmiers, pharmaciens) ou des informations d'utilité publique tels que les
informations communales et les faits divers nationaux et internationaux ;
- les nouvelles générales et régionales, politiques, sportives, culturelles, artistiques,
folkloriques, littéraires et scientifiques et les informations non commerciales aux
consommateurs ;
- les informations sur les cultes, les annonces d'activités telles que fêtes et kermesses, fêtes
scolaires, activités des maisons de jeunes et des centres culturels ;
- la propagande électorale ;
- les petites annonces non commerciales émanant de particuliers, les annonces notariales et
les offres d'emploi.



                                               52
§3. - Sont considérés comme textes publicitaires à caractère commercial, les textes ou les
articles :
- dans lesquels, il est fait mention, soit explicitement, soit implicitement, de firmes ou de
produits déterminés ;
- qui, sous une forme directe ou voilée, renvoient le lecteur à des réclames commerciales ;
- qui, d'une façon générale, visent à signaler, à faire connaître, à recommander des firmes,
des produits ou services en vue d'aboutir à une transaction commerciale.
- qui comprennent une ou des annonces émanant de particuliers ou de professionnels
relatives à des transactions mobilières ou immobilières.
Article 3
§1. - La taxe est due par l'éditeur des imprimés visés par les présentes dispositions.
§2. - Le distributeur des imprimés soumis à l'imposition est solidairement responsable du
paiement de la taxe.
§3. - Si ni l’éditeur ni le distributeur ne sont identifiables, la taxe est due par la personne
physique ou morale au profit de laquelle l’imprimé est distribué ou apposé. Par personne
physique ou morale pour compte de laquelle l’imprimé publicitaire est distribué ou apposé,
on entend la personne physique ou morale qui est susceptible de tirer bénéfice de la
publicité.
Article 4
Les taux d'imposition pour l’exercice 2021 sont fixés comme suit :
- La distribution à domicile :
§1.- carte et feuille publicitaire dont la surface totale n’excède pas celle du format A4 : 0,70€
par tranche de 100 exemplaires d’un même imprimé distribué [Taux 1] ;
§2.- carte et feuille publicitaire dont la surface totale excède celle du format A4 : 3,42€ par
tranche de 100 exemplaires d’un même imprimé distribué [Taux 2] ;
§3.- catalogue ou journal publicitaire : 6,92€ par tranche de 100 exemplaires d’un même
imprimé distribué [Taux 3].
Est considéré comme catalogue ou journal publicitaire, la réunion, quel que soit le procédé
utilisé (agrafe, collage, insertion ou autres,...), d’au moins 2 feuilles ou cartes publicitaires.
- L’apposition sur véhicules :
§1.- 43,93€ par tranche de 100 exemplaires d’un même imprimé publicitaire apposé [Taux 4]
avec un minimum de 439,28€ toujours dû [Taux 5]
Toute tranche entamée étant due.
Ces taux seront majorés de 2% au 1er janvier de l’année suivante conformément au tableau
ci-dessous:
                       Exercice 2022            Exercice 2023           Exercice 2024
[Taux 1]               0,71 €                   0,73 €                  0,74 €
[Taux 2]               3,49 €                   3,56 €                  3,63 €
[Taux 3]               7,06 €                   7,20 €                  7,35 €
[Taux 4]               44,81 €                  45,71 €                 46,62 €
[Taux 5]               448,06 €                 457,02 €                466,16 €
Article 5
A la demande écrite du contribuable, le Collège des Bourgmestre et Echevins est autorisé à
accorder un régime d'imposition forfaitaire mensuel, à raison de douze fois par an dans les
cas de distributions répétitives, en remplacement des cotisations ponctuelles.
Article 6
Les taux de l’imposition forfaitaire mensuelle pour l’exercice 2021 sont fixés comme suit :
- La distribution à domicile:
§1.- carte et feuille publicitaire d’une même nature commerciale dont la surface totale
n’excède pas celle du format A4 : 566,69€ par mois quel que soit le nombre d'exemplaires
distribués au cours du mois [Taux 6] ;
§2.- carte et feuille publicitaire d’une même nature commerciale dont la surface totale
excède celle du format A4 : 2.835,02€ par mois quel que soit le nombre d'exemplaires
distribués au cours du mois [Taux 7] ;




                                                53
§3.- catalogue ou journal publicitaire d’une même nature commerciale : 5.676,40€ par mois
quel que soit le nombre d'exemplaires distribués au cours du mois [Taux 8] ;
- L’apposition sur véhicules :
§1.- 1.318,02€ par mois quel que soit le nombre d’exemplaires d’un même imprimé apposé
au cours du mois [Taux 9]
Ces taux seront majorés de 2% au 1er janvier de l’année suivante conformément au tableau
ci-dessous:
                      Exercice 2022          Exercice 2023           Exercice 2024
[Taux 6]              578,02 €               589,58 €                601,37 €
[Taux 7]              2.891,72 €             2.949,55 €              3.008,54 €
[Taux 8]              5.789,93 €             5.905,73 €              6.023,84 €
[Taux 9]              1.344,38 €             1.371,27 €              1.398,69 €
Article 7
La publicité distribuée à domicile par les soins de commerçants dans le cadre d’une
campagne publicitaire de quartier avec un maximum de 7.000 exemplaires est exonérée ce,
quel que soit le nombre de distributions par an.
Article 8
§1. - Le contribuable est tenu de faire, préalablement à chaque distribution, une déclaration à
l'Administration communale, contenant tous les renseignements nécessaires à l'imposition, à
transmettre au plus tard dans le courant de la deuxième quinzaine du mois qui précède la
distribution. Il peut aussi remplir cette déclaration via son espace personnel sur le site de
l’Administration communale.
§2 - Toutefois, l’Administration communale peut dispenser un contribuable de l’obligation de
déclaration et lui envoyer une proposition de déclaration. Cette proposition mentionne la
base imposable ainsi que tous les renseignements et données qui ont été pris en
considération.
§3 - Si, dans la proposition de déclaration figurent des inexactitudes ou des omissions, ou si
les données pré-imprimées ne correspondent pas à la base imposable, le contribuable est
tenu, dans un délai de 15 jours après l'expédition de la proposition de déclaration, de
soumettre à l’Administration la proposition de déclaration dûment corrigée, complétée,
datée et signée.
C’est au contribuable de prouver qu'il / elle a déposé dans les délais la proposition de
déclaration (corrigée ou complétée).
Si la proposition de déclaration ne contient pas d'inexactitudes ou d'omissions et que les
données imprimées correspondent au statut fiscal, le contribuable ne doit pas retourner la
proposition de déclaration.
§4 - La proposition de déclaration, complétée par les éléments que le contribuable a signalé
dans le délai visé au §3, vaut déclaration.
Toutefois, lorsque le contribuable n’a pas respecté l’obligation visée au §3, alinéa 1er, la
proposition de déclaration est assimilée à une déclaration inexacte ou incomplète.
§5. - La déclaration qui accompagnera la demande de taxation forfaitaire est quant à elle
valable jusqu’au 31 décembre de l’exercice en cours, sauf révocation expresse du
contribuable notifiée à l’Administration avec un préavis d’un mois.
Article 9
Le contribuable est tenu de faciliter le contrôle de sa déclaration notamment en fournissant
tous les documents et renseignements qui lui seront réclamés à cet effet. En cas de non
remise de document, d’absence de coopération ou d'empêchement du contrôle fiscal par le
contribuable ou par un tiers, une amende administrative de 50€ sera imposée. Cette amende
sera établie et recouvrée selon les mêmes règles que celles prévues aux articles 11 à 13 du
présent règlement.
Article 10
L’absence de déclaration dans les délais prévus ou la déclaration incorrecte, incomplète ou
imprécise de la part du contribuable entraîne l’enrôlement d’office de la taxe sur base des
données dont la Commune dispose. Dans ce cas, la taxe enrôlée d’office est majorée d’un
montant égal à la moitié de la taxe due.



                                              54
Avant de procéder à la taxation d’office, l’Administration communale notifie au contribuable,
par lettre recommandée à la poste, les motifs pour lesquels elle recourt à cette procédure, les
éléments sur lesquels se base la taxation, le mode de détermination de ces éléments, ainsi
que le montant de la taxe.
Le contribuable dispose d’un délai de trente jours calendrier, à compter du troisième jour
ouvrable suivant la date d’envoi de la notification, pour faire valoir ses observations par écrit.
Le contribuable est tenu de produire la preuve de l’exactitude des éléments qu’il invoque.
L’Administration communale procédera à l’enrôlement d’office de la taxe si au terme de ce
délai, le contribuable n’a émis aucune observation qui justifie l’annulation de cette
procédure.
Article 11
La taxe est recouvrée, soit via son espace personnel sur le site de l’Administration
communale, soit par paiement électronique au compte de la Commune.
Article 12
Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et
Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition.
La taxe enrôlée est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle.
A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au profit de
l’Administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par l’article 414 du
Code des impôts sur les revenus de 1992.
Article 13
La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies pour la
perception des impôts au profit de l’Etat.
Article 14
§1er - Le redevable ou son représentant peut introduire une réclamation, par écrit, contre le
montant de l’imposition établie, y compris toutes majorations et amendes, auprès du Collège
des Bourgmestre et Echevins, qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de nullité,
cette réclamation doit être signée et motivée et elle doit mentionner : les nom, qualité,
adresse ou siège du redevable à charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la
réclamation et un exposé des faits et moyens.
§2 - Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai de trois
mois, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de l’avertissement-extrait
de rôle.
Un accusé de réception sera notifié dans les 15 jours après l’envoi ou du dépôt de la
réclamation.
§3 - Si le contribuable ou son représentant souhaite être entendu dans le cadre de l’examen
de sa réclamation, il doit en faire la demande explicite dans sa réclamation.
Article 15
Le présent règlement entre en vigueur le 1erjanvier 2021 et remplace le règlement approuvé
par le Conseil communal en sa séance du 18 décembre 2019.

                                    DE GEMEENTERAAD
                  Besloten, met 39 stem(men) tegen 0 en 7 onthouding(en).

Gezien het raadsbesluit van 18 december 2019 betreffende de belasting op de verspreiding
van publiciteitsdrukwerken, goedkeurt voor een termijn van 5 jaar, vervallend op 31
december 2024;
Gelet artikel 170, § 4 van de Grondwet, die zich wijdt aan de fiscale autonomie van de
gemeenten onder voorbehoud van wettelijke beperkingen;
Gelet op de nieuwe gemeentewet namelijk artikel 117, alinea 1, en artikel 118, alinea 1;
Gelet op de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 3 april 2014 betreffende
de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen, zoals gewijzigd tot
op heden;
Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de gerechtelijke regeling op gebied van
fiscaliteit;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 betreffende de regeling van administratief toezicht
op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd tot op heden;
Gelet op de financiële toestand van de Gemeente;



                                               55
Gezien de noodzaak voor de Gemeente om aan haar verplichtingen te voldoen in
overeenstemming met de eisen van het beheersplan en de vereisten van artikel 252 NGW,
welke de gemeenten verplicht een begroting in evenwicht te realiseren;
Gezien de noodzaak voor de Gemeente om ontvangsten te heffen ter dekking van de kosten
die door al haar activiteiten worden gemaakt, en voornamelijk om inkomsten te verzekeren
om te kunnen voldoen aan de financiële lasten in verband met haar verplichting om de
openbare rust, - veiligheid en - netheid te waarborgen;
Overwegende dat het behoud van deze bron van inkomsten gerechtvaardigd is;
Overwegend dat de verspreiding van publiciteitsdrukwerken in het algemeen de normale
levering van de geadresseerde post en de netheid van openbare wegen belemmert, die de
Gemeente dwingt meer middelen in te zetten om haar missie op het gebied van netheid van
de openbare weg te vervullen, te beperken of de verantwoordelijken voor deze situatie te
belasten;
Overwegende dat het aanbrengen van publicitair drukwerk op geparkeerde voertuigen ook
aanzienlijke overlast veroorzaakt met betrekking tot de openbare netheid, aangezien in de
meeste gevallen dit drukwerk uiteindelijk op de openbare weg terechtkomt;
Overwegende dat de aanbevelingen van de omzendbrief van 8 oktober 1993 van de Minister-
President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de belasting op de aan
huisbedeling van ongeadresseerd reclamedrukwerk bepalen dat dit drukwerk dat openstaat
voor alle adverteerders of dat afkomstig is van één enkele handelaar of een groep van
handelaren en dat 40% van de niet-publicitaire redactionele teksten bevat, vrijgesteld is van
de belasting;
Overwegend dat niet-publicitaire redactionele teksten bedoeld zijn om een sociale en
algemene rol te spelen en niet om tot een commerciële transactie te leiden;
Overwegende dat, met het oog op het bevorderen van lokale commerciële activiteiten, is het
niet nodig om deze te ontraden, en dat de vrijstelling van de reclame die thuis wordt
verspreid door handelaren als onderdeel van een campagne voor buurtreclame met
maximaal 7.000 exemplaren per jaar, ongeacht het aantal distributies, als zodanig redelijk
gerechtvaardigd is;
Overwegende dat een vereenvoudiging van de aangifteprocedure aangewezen is ten einde
het administratief werk van zowel de belastingplichtige als van de gemeentelijke diensten te
verminderen;
Gelet bovendien, op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 13
oktober 2020 en het administratief dossier;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
BESLUIT :
Artikel 1
§1.- Er wordt voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2024 een belasting geheven op de
verspreiding van publiciteitsdrukwerken. Wordt geviseerd: de aan-huisbedeling van bladen
en -kaarten, catalogi en dagbladen welke publiciteit met handelsoogmerk bevatten wanneer
deze drukwerken niet zijn geadresseerd alsook het aanbrengen van reclamedrukwerk op
voertuigen die zich op de openbare weg bevinden.
§2. - Enkel de gratis verspreiding bij de bestemmelingen wordt geviseerd.
Artikel 2
§1. - Volgende bepalingen treffen de publicitaire drukwerken: welke aan alle aankondigers
worden opengesteld of welke uitgaan van één handelaar of van een groep van handelaars en
welke minder dan 40 % niet publicitaire redactionele teksten bevat.
§2. - Met redactionele teksten dient te worden verstaan:
- de geschreven teksten door journalisten in de uitoefening van hun beroep;
- de teksten welke naar de inwoners van de Gemeente toe, een sociale en algemene
voorlichtingsfunctie vermelden, buiten de handelsinformatie of welke een officiële
voorlichting van openbaar nut aanbrengen ten voordele van de orde of het openbare nut,
zoals hulpdiensten, openbare diensten, ziekenfondsen, hospitalen, wachtdiensten (dokters,
verplegers, apothekers) of inlichtingen van openbaar nut zoals gemeentelijke inlichtingen of
nationale en internationale berichten;
- algemene, regionale, politieke, sportieve, culturele, artistieke, folkloristische, litteraire en
wetenschappelijke berichten alsook inlichtingen zonder handelsdoeleinden welke voor de
gebruikers bestemd zijn;



                                               56
- inlichtingen inzake erediensten, aankondigingen voor activiteiten als festiviteiten,
kermissen, schoolfeesten, activiteiten van jeugdtehuizen en culturele centra ;
- verkiezingspropaganda;
- de kleine niet-commerciële advertenties uitgaande van particulieren, de notariële
aankondigingen, en werkaanbiedingen.
§3. - Worden beschouwd als publicitaire teksten met handelsdoeleinden, de teksten of de
artikels:
- in dewelke uitdrukkelijk of niet, melding wordt gemaakt van bepaalde firma's of bepaalde
producten;
- die, de lezer rechtstreeks of onrechtstreeks, verwijzen naar handelsreclame;
- die, op een algemene wijze, ernaar streven firma's, producten of diensten te vermelden, te
laten kennen, en aan te bevelen teneinde een handelstransactie te kunnen afsluiten;
- die, één of meer advertenties van particulieren of professionals bevatten met betrekking tot
transacties van effecten of onroerende goederen.
Artikel 3
§1. - De belasting is verschuldigd door de uitgever der drukwerken welke door bijgaande
bepalingen wordt getroffen.
§2. - De verdeler van de drukwerken, aan deze belasting onderworpen, is solidair
aansprakelijk door de betaling van de belasting.
§3. – Indien noch de uitgever, noch de verdeler identificeerbaar zijn, is de belasting
verschuldigd door de natuurlijke persoon of de rechtspersoon ten behoeve van wie het
drukwerk is uitgedeeld of aangebracht. Onder natuurlijke persoon of rechtspersoon ten
behoeve van wie het drukwerk is uitgedeeld of aangebracht, verstaan we de natuurlijke
persoon of rechtspersoon die mogelijks voordeel kan trekken uit de publiciteit.
Artikel 4
De aanslagvoeten voor het aanslagjaar 2021 worden als volgt vastgesteld:
- De aan- huisbedeling :
§1. - publiciteitsbladen en -kaarten waarvan de totale oppervlakte deze van het formaat A4
niet overschrijdt: 0,70€ per 100 verdeelde exemplaren van eenzelfde druk [aanslagvoet 1];
§2. - publiciteitsbladen en -kaarten waarvan de totale oppervlakte deze van het formaat A4
overschrijdt: 3,42€ per 100 verdeelde exemplaren van eenzelfde druk [aanslagvoet 2];
§3. - catalogus en publiciteitsdagblad : 6,92€ per 100 verdeelde exemplaren van eenzelfde
druk [aanslagvoet 3].
Wordt beschouwd als catalogus of publiciteitsblad, de samenstelling, wat ook de gebruikte
methode betreft (klem, gelijmd, invoeging,...) van ten minste 2 bladen of publiciteitskaarten.
- Het aanbrengen op een voertuig :
§1. – 43,93€ per schijf van 100 aangebrachte exemplaren van hetzelfde drukwerk
[aanslagvoet 4] met een minimum van 439,28€ dat altijd verschuldigd is [aanslagvoet 5];
De belasting is verschuldigd voor ieder begonnen schijf.
Deze aanslagvoeten zullen per 1 januari van het volgende jaar worden verhoogd met 2%
volgens onderstaande tabel:
                     Aanslagjaar 2022        Aanslagjaar 2023        Aanslagjaar 2024
[aanslagvoet 1]      0,71 €                  0,73 €                  0,74 €
[aanslagvoet 2]      3,49 €                  3,56 €                  3,63 €
[aanslagvoet 3]      7,06 €                  7,20 €                  7,35 €
[aanslagvoet 4]      44,81 €                 45,71 €                 46,62 €
[aanslagvoet 5]      448,06 €                457,02 €                466,16 €
Artikel 5
Op schriftelijke aanvraag van de belastingplichtige kan, ter vervanging van de
gelegenheidsheffing en in geval van wederkerende bedelingen, het College van Burgemeester
en Schepenen een forfaitair maandelijks belastingstelsel verlenen, dit a rato van twaalf keer
per jaar.
Artikel 6
De maandelijkse forfaitaire aanslagvoeten voor het aanslagjaar 2021 worden als volgt
vastgesteld:


                                             57
- De aan- huisbedeling :
§1. - publiciteitsbladen en -kaarten van dezelfde commerciële aard en waarvan de totale
oppervlakte deze van het formaat A4 niet overschrijdt: 566,69€ per maand wat ook het
aantal exemplaren is dat in de loop van de maand verdeeld werd [aanslagvoet 6];
§2. - publiciteitsbladen en -kaarten van dezelfde commerciële aard en waarvan de totale
oppervlakte deze van het formaat A4 overschrijdt: 2.835,02€ per maand wat ook het aantal
exemplaren is dat in de loop van de maand verdeeld werd [aanslagvoet 7];
§3. - catalogus en publiciteitsdagblad van dezelfde commerciële aard: 5.676,40€ per maand
wat ook het aantal exemplaren is dat in de loop van de maand verdeeld werd [aanslagvoet 8].
- Het aanbrengen op een voertuig :
§1. – 1.318,02€ per maand, wat ook het aantal exemplaren van hetzelfde drukwerk is dat in
de loop van de maand aangebracht werd [aanslagvoet 9].
Deze aanslagvoeten zullen per 1 januari van het volgende jaar worden verhoogd met 2%,
volgens onderstaande tabel :
                      Aanslagjaar 2022        Aanslagjaar 2023         Aanslagjaar 2024
[aanslagvoet 6]       578,02 €                589,58 €                 601,37 €
[aanslagvoet 7]       2.891,72 €              2.949,55 €               3.008,54 €
[aanslagvoet 8]       5.789,93 €              5.905,73 €               6.023,84 €
[aanslagvoet 9]       1.344,38 €              1.371,27 €               1.398,69 €
Artikel 7
De publiciteit, welke door handelaars wordt verdeeld aan huis in het kader van een
publiciteitsactie in de wijk, met een maximum 7.000 exemplaren, ongeacht het aantal
bedelingen per jaar, wordt van deze belasting vrijgesteld.
Artikel 8
§1. - De belastingplichtige is ertoe gehouden voorafgaandelijk aan iedere bedeling, een
aangifte in te vullen bij het Gemeentebestuur, welke alle elementen bevat, vereist tot
vaststelling van de belastingaanslag, uiterlijk over te maken in de loop van de tweede helft
van maand voorafgaand de verspreiding. Hij kan deze aangifte ook doen via zijn persoonlijke
ruimte op de website van het Gemeentebestuur.
§2 - Echter, het Gemeentebestuur kan een belastingplichtige vrijstellen van de verplichting tot
aangifte en hem een voorstel van aangifte toesturen. Dit voorstel vermeldt de belastbare
grondslag alsook alle informatie en gegevens die in aanmerking zijn genomen.
§3 - Indien op het voorstel van aangifte onjuistheden of onvolledigheden zijn vermeld of
indien de voorgedrukte gegevens niet overeenstemmen met de belastbare toestand, moet de
belastingplichtige het voorstel van aangifte binnen de termijn van 15 dagen na verzending,
gedag- en ondertekend indienen bij het Gemeentebestuur, met een duidelijke en volledige
vermelding en opgave op het voorstel van aangifte van de correcte gegevens en/of alle
verbeteringen of aanvullingen. Het is de belastingplichtige die dient te bewijzen dat hij/zij het
(verbeterd of vervolledigd) voorstel van aangifte tijdig indiende.
Indien het voorstel van aangifte evenwel geen onjuistheden of onvolledigheden bevat en alle
voorgedrukte gegevens stroken met de belastbare toestand, moet de belastingplichtige het
voorstel van aangifte niet indienen bij het Gemeentebestuur.
§4 - Het voorstel van aangifte, aangevuld met elementen door de belastingplichtige binnen
de periode bedoeld in §3, geldt als aangifte.
Echter, wanneer de belastingplichtige niet heeft voldaan aan de in §3, 1ste alinea beoogde
verplichting, wordt de voorgestelde aangifte beschouwd als een onjuiste of onvolledige
verklaring.
§5 - De aangifte die de vraag tot forfaitaire belasting vergezeld, zal geldig blijven tot 31
december van het lopende aanslagjaar, in zo verre de herroeping ervan niet schriftelijk wordt
betekend aan het Gemeentebestuur met een vooropzeg van één maand.
Artikel 9
De belastingplichtige wordt ertoe gehouden de controle van zijn aangifte te vergemakkelijken
voornamelijk door het verstrekken van alle documenten en inlichtingen die hem hierbij
zouden worden gevraagd. Bij het niet voorleggen van documenten, gebrek aan medewerking
of verhinderen van de fiscale controle door de belastingplichtige of een derde, wordt een
administratieve geldboete opgelegd van 50€. Deze boete wordt gevestigd en ingevorderd


                                               58
volgens dezelfde regels als voorzien in de artikels 11 tot 13 van dit reglement.
Artikel 10
Bij het ontbreken van de aangifte binnen de voorziene termijnen, of de onjuiste, onvolledige
of onduidelijke aangifte vanwege de belastingplichtige zal de aanslag van ambtshalve worden
gevestigd op basis van de gegevens waarover de Gemeente beschikt. In dit geval zal de
ingekohierde belasting worden verhoogd met het bedrag gelijk aan de helft van de
verschuldigde belasting.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve inkohiering, zal het Gemeentebestuur per
aangetekend schrijven, de motieven betekenen aan de belastingplichtige, welke aanleiding
geven tot deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd, de manier
waarop deze elementen werden vastgesteld en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf
de derde werkdag die volgt op de verzending van de betekening, om schriftelijk zijn
opmerkingen te doen gelden. De belastingplichtige is ertoe gehouden het bewijs leveren van
de juistheid van de door hem aangevoerde elementen.
Het Gemeentebestuur zal aan het einde van deze periode overgaan tot de ambtshalve
inkohiering indien de belastingplichtige geen opmerkingen heeft gemaakt die de annulering
van deze procedure rechtvaardigt.
Artikel 11
De belasting is te voldoen, hetzij via de persoonlijke ruimte op de website van het
Gemeentebestuur, hetzij per elektronische betaling op rekening van de Gemeente.
Artikel 12
De kohieren van de belasting worden door het College van Burgemeester en Schepenen
opgemaakt en uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar afgesloten en
uitvoerbaar verklaard.
De ingekohierde belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het
aanslagbiljet.
Bij gebrek aan betaling binnen de vastgestelde termijn zullen verwijlinteresten worden
gevorderd, berekend volgens de bepalingen vastgelegd in artikel 414 van het Wetboek op de
inkomstenbelastingen voor 1992
Artikel 13
De belasting is door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels vastgesteld voor
het innen van belastingen ten voordele van de Staat.
Artikel 14
§1 - De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar schriftelijk indienen
tegen de geheven belasting, alsook alle verhogingen of boetes, bij het College van
Burgemeester en Schepenen, die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te
vermijden, moet het bezwaarschrift ondertekend en met redenen omkleed zijn en moet
vermelden: de naam, hoedanigheid, adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de
belasting is vastgesteld alsook het onderwerp van het bezwaar en een uiteenzetting van
feiten en middelen.
§2 - De bezwaren moeten ingediend worden, op straffe van nietigheid, binnen de termijn van
drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van
het aanslagbiljet.
Van het bezwaarschrift zal schriftelijk ontvangst bericht worden binnen de 15 dagen na de
verzending of de indiening van het bezwaarschrift.
§3 - Indien de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden in het
kader van het onderzoek van zijn bezwaar, moet hij dit uitdrukkelijk vragen in zijn
bezwaarschrift
Artikel 15
Dit onderhavige reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en vervangt het reglement
goedgekeurd door de Gemeenteraad van 18 december 2019.


SP 25.- Taxe sur les agences et succursales d’agences de paris aux courses de chevaux -
   Exercices 2021 à 2024 –Modification -=- Belasting op de bookmakerskantoren en hun
   filialen voor weddenschappen op paardenrennen - Aanslagjaren 2021 tot 2024 –
   Wijziging




                                             59
DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 39 voix contre 0 et 7 abstention(s). -=- Besloten, met 39 stem(men) tegen 0 en 7
onthouding(en).

                                   LE CONSEIL COMMUNAL
                         Décidé, par 39 voix contre 0 et 7 abstention(s).

Vu sa délibération du 27 novembre 2019 votant le règlement taxe sur les agences et
succursales d’agences de paris aux courses de chevaux pour les exercices 2020 à 2024;
Vu l’article 170, § 4 de la Constitution, qui consacre l’autonomie fiscale des communes sous
réserve des exceptions légales ;
Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1 et l’article 118, alinéa 1 ;
Vu l’ordonnance du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 avril 2014 relative à
l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes communales, telle
que modifiée à ce jour ;
Vu la loi du 23 mars 1999 relative à l’organisation judiciaire en matière fiscale ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la
Région de Bruxelles-Capitale, telle que modifiée à ce jour ;
Vu la situation financière de la Commune ;
Vu le Code des Taxes assimilées aux Impôts sur les Revenus, notamment l’article 74, qui
interdit aux communes d’établir, sous quelque forme que ce soit, des impositions sur les jeux
et paris visés au Titre III de ce Code mais leur permet d’établir une taxe frappant les agences
de paris aux courses de chevaux autorisées par application de l’article 66 du même Code, et
qui dispose que la taxe communale ne peut excéder, par agence, 62 € par mois ou par
fraction de mois d’application ;
Considérant la nécessité pour la Commune de remplir ses obligations dans le respect des
exigences du plan de gestion et du prescrit de l’article 252 NLC lequel impose aux communes
de réaliser l’équilibre budgétaire ;
Considérant la nécessité pour la Commune de prélever des recettes pour couvrir les dépenses
qu’exige l’ensemble de ses activités, et en particulier d’assurer des recettes permettant de
faire face aux charges financières liées à ses obligations d’assurer la sécurité et la tranquillité
publiques ;
Considérant que le maintien de cette source de revenus se justifie ;
Considérant que les agences et succursales d’agences de paris aux courses de chevaux
relèvent d'une activité économique génératrice de revenus permettant raisonnablement de
considérer que les personnes physiques ou morales actives dans ce secteur d'activité
disposent de capacités contributives leur permettant de s'acquitter des taxes mises à leur
charge ;
Considérant que les agences de paris aux courses de chevaux génèrent également un surcroît
d’affluence de personnes, engendrant des dépenses supplémentaires pour la Commune,
notamment en matière de sécurité et de tranquillité publiques ;
Considérant qu'une simplification de la procédure de déclaration est appropriée afin de
réduire la charge administrative pour le contribuable et les services communaux ;
Vu, pour le surplus, le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins du 13 octobre 2020 et
le dossier administratif ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins,
ARRETE :
Article 1
Il est établi, pour les exercices 2021 à 2024, une taxe sur les agences et sur les succursales
d'agences de paris aux courses de chevaux établies sur le territoire de la commune de
Schaerbeek.
Article 2
La taxe est due annuellement, à compter du 1er janvier. Elle est fixée à 744 € par an par siège
d’exploitation imposable, aucune distinction n'étant faite entre agence et succursale.
Toutefois, l'imposition sera établie à raison de 62 € par mois ou fraction de mois
d'exploitation, pour toute officine ouverte ou supprimée dans le courant d'un exercice.




                                                60
Article 3
La taxe est due par l'exploitant de l'agence ou de la succursale. Si l'agence ou la succursale est
tenue pour le compte d'un tiers ou par un gérant ou un autre préposé, le commettant est
seul considéré comme exploitant pour l'application de la taxe.
Article 4
§1er - Pour un exercice d’imposition donné, le contribuable est tenu de remettre à
l’Administration communale une déclaration. Il peut aussi remplir cette déclaration via son
espace personnel sur le site de l’Administration communale.
§2 - Toutefois, l’Administration communale peut dispenser un contribuable de l’obligation de
déclaration et lui envoyer une proposition de déclaration. Cette proposition mentionne la
base imposable ainsi que tous les renseignements et données qui ont été pris en
considération.
§3 - Si, dans la proposition de déclaration figurent des inexactitudes ou des omissions, ou si
les données pré imprimées ne correspondent pas à la base imposable, le contribuable est
tenu, dans un délai de 15 jours après l'expédition de la proposition de déclaration, de
soumettre à l’Administration la proposition de déclaration dûment corrigée, complétée,
datée et signée.
C’est au contribuable de prouver qu'il / elle a déposé dans les délais la proposition de
déclaration (corrigée ou complétée).
Si la proposition de déclaration ne contient pas d'inexactitudes ou d'omissions et que les
données imprimées correspondent au statut fiscal, le contribuable ne doit pas retourner la
proposition de déclaration.
§4 - La proposition de déclaration, complétée par les éléments que le contribuable a signalé
dans le délai visé au §3, vaut déclaration.
Toutefois, lorsque le contribuable n’a pas respecté l’obligation visée au §3, alinéa 1er, la
proposition de déclaration est assimilée à une déclaration inexacte ou incomplète.
§5 - Le contribuable qui n’a pas reçu de formule de déclaration ou de proposition de
déclaration a l’obligation d’en réclamer une et est tenu de la renvoyer, dûment complétée et
signée, au plus tard le 31 décembre de l’année de l’exercice considéré.
§6 - La déclaration reste valable pour les exercices d’imposition suivants jusqu’à révocation.
En cas de modification de la base imposable, le contribuable doit se procurer une nouvelle
formule de déclaration et la renvoyer, dûment complétée et signée, à l’Administration
communale dans les dix jours de la survenance du fait. Sans préjudice des dispositions du
présent règlement, le nouveau formulaire de déclaration sert de base aux enrôlements
ultérieurs et vaut révocation expresse de la formule de déclaration précédente.
Article 5
Le contribuable est tenu de faciliter le contrôle de sa déclaration notamment en fournissant
tous les documents et renseignements qui lui seront réclamés à cet effet. En cas de non
remise de document, d’absence de coopération ou d'empêchement du contrôle fiscal par le
contribuable ou par un tiers, une amende administrative de 50€ sera imposée. Cette amende
sera établie et recouvrée selon les mêmes règles que celles prévues aux articles 7 à 9 du
présent règlement.
Article 6
L’absence de déclaration dans les délais prévus ou la déclaration incorrecte, incomplète ou
imprécise de la part du contribuable entraîne l’enrôlement d’office de la taxe sur base des
données dont la Commune dispose. Dans ce cas, la taxe enrôlée d’office est majorée d’un
montant égal à la moitié de la taxe due.
Avant de procéder à la taxation d’office, l’Administration communale notifie au contribuable,
par lettre recommandée à la poste, les motifs pour lesquels elle recourt à cette procédure, les
éléments sur lesquels se base la taxation, le mode de détermination de ces éléments, ainsi
que le montant de la taxe.
Le contribuable dispose d’un délai de trente jours calendrier, à compter du troisième jour
ouvrable suivant la date d’envoi de la notification, pour faire valoir ses observations par écrit.
Le contribuable est tenu de produire la preuve de l’exactitude des éléments qu’il invoque.
L’Administration communale procédera à l’enrôlement d’office de la taxe si au terme de ce
délai, le contribuable n’a émis aucune observation qui justifie l’annulation de cette
procédure.




                                               61
Article 7
La taxe est recouvrée, soit via son espace personnel sur le site de l’Administration
communale, soit par paiement électronique au compte de la Commune.
Article 8
Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et
Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition.
La taxe enrôlée est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle.
A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au profit de
l’Administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par l’article 414 du
Code des impôts sur les revenus de 1992.
Article 9
La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies pour la
perception des impôts au profit de l’Etat.
Article 10
§1er - Le redevable ou son représentant peut introduire une réclamation, par écrit, contre le
montant de l’imposition établie, y compris toutes majorations et amendes, auprès du Collège
des Bourgmestre et Echevins, qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de nullité,
cette réclamation doit être signée et motivée et elle doit mentionner : les nom, qualité,
adresse ou siège du redevable à charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la
réclamation et un exposé des faits et moyens.
§2 - Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai de trois
mois, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de l’avertissement-extrait
de rôle.
Un accusé de réception sera notifié dans les 15 jours après l’envoi ou du dépôt de la
réclamation.
§3 - Si le contribuable ou son représentant souhaite être entendu dans le cadre de l’examen
de sa réclamation, il doit en faire la demande explicite dans sa réclamation.
Article 11
Le présent règlement entre en vigueur le 1erjanvier 2021 et remplace le règlement approuvé
par le Conseil communal en sa séance du 27 novembre 2019.

                                    DE GEMEENTERAAD
                  Besloten, met 39 stem(men) tegen 0 en 7 onthouding(en).

Gezien het raadsbesluit van 27 november 2019 betreffende de belasting op de
bookmakerskantoren en hun filialen voor weddenschappen op paardenrennen, goedkeurt
voor de aanslagjaren 2020 tot 2024;
Gelet artikel 170, § 4 van de Grondwet, die zich wijdt aan de fiscale autonomie van de
gemeenten onder voorbehoud van wettelijke beperkingen;
Gelet op de nieuwe gemeentewet namelijk artikel 117, alinea 1, en artikel 118, alinea 1;
Gelet op de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 3 april 2014 betreffende
de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen, zoals gewijzigd tot
op heden;
Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de gerechtelijke regeling op gebied van
fiscaliteit;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 betreffende de regeling van administratief toezicht
op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd tot op heden;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Gelet op het Wetboek van de met inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, in het
bijzonder artikel 74, welke de gemeenten verbiedt, onder welke vorm ook, belastingen te
heffen op de spelen en de weddenschappen bedoeld in titel III van dit Wetboek maar hun wel
toelaat een belasting heffen op de agentschappen voor weddenschappen op
paardenwedrennen in het kader van artikel 66 van datzelfde Wetboek; dat bepaalt dat de
gemeentebelasting, per agentschap, de 62 € per maand of gedeelte van maand van uitbating
niet mag overschrijden;
Overwegende de noodzaak voor de gemeente om aan haar verplichtingen te voldoen in
overeenstemming met de eisen van het beheersplan en de vereisten van artikel 252 NGW,
welke de gemeenten verplicht een begroting in evenwicht te realiseren;



                                              62
Gezien de noodzaak voor de gemeente om ontvangsten te heffen ter dekking van de kosten
die door al haar activiteiten worden gemaakt, en voornamelijk om inkomsten te verzekeren
om te kunnen voldoen aan de financiële lasten in verband met haar verplichting om de
openbare rust, openbare veiligheid en openbare netheid te waarborgen;
Overwegende dat het behoud van deze bron van inkomsten gerechtvaardigd is;
Overwegende dat de bookmakerskantoren en hun filialen voor weddenschappen op
paardenrennen onder een economische activiteit vallen die inkomsten genereert waarvan
redelijkerwijze kan beschouwd worden dat de natuurlijke- en rechtspersonen actief in deze
sector over de middelen beschikken die hun toelaten te voldoen aan de belastingen die hun
worden aangerekend;
Overwegende dat de bookmakerskantoren voor weddenschappen op paardenrennen ook
een toename van publiekstoeloop voortbrengen, die bijkomende kosten voor de gemeente
veroorzaken, onder meer op het vlak van veiligheid en openbare rust;
Overwegende dat een vereenvoudiging van de aangifteprocedure aangewezen is ten einde
het administratief werk van zowel de belastingplichtige als van de gemeentelijke diensten te
verminderen;
Gelet bovendien, op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 13
oktober 2020 en het administratief dossier;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
BESLUIT :
Artikel 1
Voor de aanslagjaren 2021 tot 2024, wordt een belasting geheven op de
bookmakerskantoren en hun filialen voor de weddenschappen op paardenrennen gelegen op
het grondgebied van de gemeente Schaarbeek.
Artikel 2
De belasting is jaarlijks verschuldigd per 1 januari. De belasting is vastgesteld op € 744 per
jaar per belastbare exploitatiezetel, geen onderscheid wordt gemaakt tussen
bookmakerskantoor en filiaal.
Nochtans, de belasting zal worden vastgesteld naar rato van € 62 per maand of gedeelte van
maand van uitbating, voor ieder exploitatiezetel geopend of afgeschaft in de loop van een
aanslagjaar.
Artikel 3
De belasting is verschuldigd door de uitbater van het agentschap of het filiaal. Zo het
agentschap of het filiaal uitgebaat wordt voor rekening van een derde door een beheerder of
een andere aangestelde, wordt enkel de opdrachtgever zelf beschouwd als uitbater voor de
toepassing van de belasting.
Artikel 4
§1 - Voor een welbepaald aanslagjaar, is de belastingplichtige ertoe gehouden aangifte te
doen bij het Gemeentebestuur. Hij kan deze aangifte ook doen via zijn persoonlijke ruimte op
de website van het gemeentebestuur.
§2 - Echter, het Gemeentebestuur kan een belastingplichtige vrijstellen van de verplichting tot
aangifte en hem een voorstel van aangifte toesturen. Dit voorstel vermeldt de belastbare
grondslag alsook alle informatie en gegevens die in aanmerking zijn genomen.
§3 - Indien op het voorstel van aangifte onjuistheden of onvolledigheden zijn vermeld of
indien de voorgedrukte gegevens niet overeenstemmen met de belastbare toestand, moet de
belastingplichtige het voorstel van aangifte binnen de termijn van 15 dagen na verzending,
gedag- en ondertekend indienen bij het gemeentebestuur, met een duidelijke en volledige
vermelding en opgave op het voorstel van aangifte van de correcte gegevens en/of alle
verbeteringen of aanvullingen. Het is de belastingplichtige die dient te bewijzen dat hij/zij het
(verbeterd of vervolledigd) voorstel van aangifte tijdig indiende.
Indien het voorstel van aangifte evenwel geen onjuistheden of onvolledigheden bevat en alle
voorgedrukte gegevens stroken met de belastbare toestand, moet de belastingplichtige het
voorstel van aangifte niet indienen bij het gemeentebestuur.
§4 - Het voorstel van aangifte, aangevuld met elementen door de belastingplichtige binnen
de periode bedoeld in §3, geldt als aangifte.
Echter, wanneer de belastingplichtige niet heeft voldaan aan de in §3, 1ste alinea beoogde
verplichting, wordt de voorgestelde aangifte beschouwd als een onjuiste of onvolledige
verklaring.



                                               63
§5 - De belastingplichtigen die geen aangifteformulier of voorstel van aangifte ontvangen
hebben, worden verzocht er één te vragen en zijn ertoe gehouden deze terug te sturen,
behoorlijk ingevuld en ondertekend, uiterlijk op 31 december van het desbetreffende
aanslagjaar.
§6 - De aangifte blijft geldig voor de volgende aanslagjaren, tot herroeping.
In het geval van wijzigingen in de belastinggrondslag, moet de belastingplichtige een nieuw
aangifteformulier aanvragen en deze naar behoren invullen, ondertekenen en terugsturen
naar de gemeente dit binnen de tien dagen na het ontstaan van de gebeurtenis.
Onverminderd de bepalingen van deze verordening, de nieuwe aangifte vormt de basis bij de
volgende inkohieringen en herroept uitdrukkelijk het vorige aangifteformulier.
Artikel 5
De belastingplichtige wordt ertoe gehouden de controle van zijn aangifte te vergemakkelijken
voornamelijk door het verstrekken van alle documenten en inlichtingen die hem hierbij
zouden worden gevraagd. Bij het niet voorleggen van documenten, gebrek aan medewerking
of verhinderen van de fiscale controle door de belastingplichtige of een derde, wordt een
administratieve geldboete opgelegd van 50€. Deze boete wordt gevestigd en ingevorderd
volgens dezelfde regels als voorzien in de artikels 7 tot 9 van dit reglement.
Artikel 6
Bij het ontbreken van de aangifte binnen de voorziene termijnen, of de onjuiste, onvolledige
of onduidelijke aangifte vanwege de belastingplichtige zal de aanslag van ambtshalve worden
gevestigd op basis van de gegevens waarover de Gemeente beschikt. In dit geval zal de
ingekohierde belasting worden verhoogd met het bedrag gelijk aan de helft van de
verschuldigde belasting.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve inkohiering, zal het gemeentebestuur per
aangetekend schrijven, de motieven betekenen aan de belastingplichtige, welke aanleiding
geven tot deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd, de manier
waarop deze elementen werden vastgesteld en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf
de derde werkdag die volgt op de verzending van de betekening, om schriftelijk zijn
opmerkingen te doen gelden. De belastingplichtige is ertoe gehouden het bewijs leveren van
de juistheid van de door hem aangevoerde elementen.
Het gemeentebestuur zal aan het einde van deze periode overgaan tot de ambtshalve
inkohiering indien de belastingplichtige geen opmerkingen heeft gemaakt die de annulering
van deze procedure rechtvaardigt.
Artikel 7
De belasting is te voldoen, hetzij via de persoonlijke ruimte op de website van het
gemeentebestuur, hetzij per elektronische betaling op rekening van de gemeente.
Artikel 8
De kohieren van de belasting worden door het College van Burgemeester en Schepenen
opgemaakt en uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar afgesloten en
uitvoerbaar verklaard.
De ingekohierde belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het
aanslagbiljet.
Bij gebrek aan betaling binnen de vastgestelde termijn zullen verwijlinteresten worden
gevorderd, berekend volgens de bepalingen vastgelegd in artikel 414 van het Wetboek op de
inkomstenbelastingen voor 1992
Artikel 9
De belasting is door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels vastgesteld voor
het innen van belastingen ten voordele van de Staat.
Artikel 10
§1 - De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar schriftelijk indienen
tegen de geheven belasting, alsook alle verhogingen of boetes, bij het College van
Burgemeester en Schepenen, die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te
vermijden, moet het bezwaarschrift ondertekend en met redenen omkleed zijn en moet
vermelden: de naam, hoedanigheid, adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de
belasting is vastgesteld alsook het onderwerp van het bezwaar en een uiteenzetting van
feiten en middelen.




                                            64
§2 - De bezwaren moeten ingediend worden, op straffe van nietigheid, binnen de termijn van
drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van
het aanslagbiljet.
Van het bezwaarschrift zal schriftelijk ontvangst bericht worden binnen de 15 dagen na de
verzending of de indiening van het bezwaarschrift.
§3 - Indien de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden in het
kader van het onderzoek van zijn bezwaar, moet hij dit uitdrukkelijk vragen in zijn
bezwaarschrift
Artikel 11
Dit onderhavige reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en vervangt het reglement
goedgekeurd door de Gemeenteraad van 27 november 2019.


SP 26.- Taxe sur les établissements qui mettent des appareils de télécommunication à la
   disposition du public contre paiement - Exercices 2021 à 2024 – Modification -=-
   Belasting op het ter beschikking stellen aan het publiek van
   telecommunicatieapparatuur tegen een vergoeding - Aanslagjaren 2021 tot 2024 –
   Wijziging

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 33 voix contre 6 et 7 abstention(s). -=- Besloten, met 33 stem(men) tegen 6 en 7
onthouding(en).

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                        Décidé, par 33 voix contre 6 et 7 abstention(s).

Vu la délibération du 27 novembre 2019 votant le règlement-taxe sur les établissements qui
mettent des appareils de télécommunication à la disposition du public contre paiement pour
les exercices 2020 à 2024;
Vu l’article 170, § 4 de la Constitution, qui consacre l’autonomie fiscale des communes sous
réserve des exceptions légales ;
Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1 et l’article 118, alinéa 1 ;
Vu l’ordonnance du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 avril 2014 relative à
l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes communales, telle
que modifiée à ce jour ;
Vu la loi du 23 mars 1999 relative à l’organisation judiciaire en matière fiscale ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la
Région de Bruxelles-Capitale, telle que modifiée à ce jour ;
Vu la situation financière de la Commune ;
Considérant la nécessité pour la Commune de remplir ses obligations dans le respect des
exigences du plan de gestion et du prescrit de l’article 252 NLC lequel impose aux communes
de réaliser l’équilibre budgétaire ;
Vu la nécessité pour la Commune de prélever des recettes pour couvrir les dépenses qu’exige
l’ensemble de ses activités, et en particulier d’assurer les recettes permettant de faire face
aux charges financières liées à son obligation d’assurer la tranquillité publique, la sécurité
publique et la propreté publique ;
Considérant que le maintien de cette source de revenus se justifie ;
Considérant qu’au-delà du principe budgétaire ci-dessus énoncé, le taux de la taxe annuelle
se justifie d’une part par les coûts liés aux mesures de surveillance particulière et de contrôle
spécifiques exercées par les services de police qu’engendre cette activité, et d’autre part ceux
liés au surcroît d’interventions de la part des services communaux en matière de propreté et
de sécurité publiques;
Considérant que ce genre d’établissements génère des nuisances importantes (arrivées et
départs bruyants des clients, stationnement négligeant, bouteilles cassées et autres déchets
jonchant les environs immédiats), que ces différents éléments entraînent des coûts
importants pour la surveillance et le nettoyage du domaine public et qu’il paraît dès lors
équitable de reporter une partie de ces coûts sur les gestionnaires des phone shops ;




                                               65
Considérant qu'un excès des « phone shops » nuit à la qualité et à l'attractivité du commerce
et que ce cercle vicieux doit être maîtrisée par des actions ciblées visant à améliorer la
diversité et la qualité des magasins ; et que donc la taxe (et plus particulièrement la taxe
d’ouverture) ont été instaurées dans le but de réguler le nombre de ces établissements ;
Considérant que les recettes résultant de cette taxe contribuent aux coûts qu’implique la
lutte contre les nuisances et permettent de mener une politique économique locale réfléchie
dans les centres commerciaux ;
Considérant que les propriétaires des lieux doivent être conscients du fait qu’ils assument
également une grande part de responsabilité en louant leur bien pour des activités qui
perturbent l’ordre public, nuisent à la propreté et portent atteinte à l’image du commerce et
qu’ils sont donc solidaires et indivisibles pour le paiement de la taxe ;
Considérant que si l’obligation de déclaration ou d’autres démarches ne sont pas respectées
(absence de déclaration spontanée endéans les dix jours après l’ouverture de la nouvelle
activité commerciale ou de déclaration incomplète ou inexacte), il convient de soumettre le
redevable à un enrôlement d’office avec une majoration de 50% de la taxe pour assurer
l’effectivité de cette taxe ;
Considérant que l'exonération consacrée à l'article 7 se justifie au regard des missions de
service public qu’accomplit tout opérateur assurant le service universel lequel service est
conditionné par 4 principes : l'universalité (offre de service à tous à des prix accessibles),
l'égalité (absence de discrimination notamment tarifaire sur base de la localisation par
exemple), la continuité (permanence du service) et l'ubiquité (offre sur l'ensemble du
territoire)
Considérant qu'une simplification de la procédure de déclaration est appropriée afin de
réduire la charge administrative pour le contribuable et les services communaux ;
Vu, pour le surplus, le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins du 13 octobre 2020 et
le dossier administratif ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins,
ARRETE :
Article 1
II est établi pour les exercices 2021 à 2024 une taxe d’ouverture ainsi qu’une taxe annuelle
sur les établissements situés sur le territoire de la Commune de Schaerbeek qui mettent des
appareils de télécommunication, à la disposition du public, contre paiement.
Article 2
Pour l’application du présent règlement, il faut entendre par appareil de télécommunication,
tout appareil permettant la transmission, l’émission ou la réception de signes, signaux,
d’écrits, d’images, de sons ou de données de toute nature, par fil, radioélectricité,
signalisation optique ou autre système électromagnétique. (C’est-à-dire : Téléphone, fax,
modem, vidéoconférence, etc)
Article 3
La taxe d’ouverture et la taxe annuelle sont dues par l’exploitant du commerce. Le
propriétaire du fonds de commerce et le propriétaire du bien immobilier dans lequel
s’exploite le commerce visé par la taxe sont responsables de façon solidaires et indivisibles de
la taxe.
Article 4
La taxe d’ouverture est fixée au 1er janvier 2021 à 8.613,47€ (taux 1). Ce taux sera majoré au
1er janvier de l’année suivante de 2% conformément au tableau ci-dessous :
             Exercice 2022               Exercice 2023               Exercice 2024
Taux 1       8.785,74€                   8.961,46€                   9.140,68 €
La taxe d’ouverture est perçue au comptant contre la remise d’une preuve de paiement, à
chaque ouverture d’une nouvelle activité commerciale d’un établissement mettant des
appareils de télécommunication à la disposition du public contre paiement. Chaque
modification d’exploitant est équivalente à une nouvelle activité commerciale.
La taxe d’ouverture est une taxe unique, due pour l’année entière à partir du 1er janvier de
l’exercice d’imposition, quelle que soit la date de début de l’exploitation, de la cessation de
l’activité économique ou de la modification de l’exploitant pendant l’exercice d’imposition. Il
n’est accordé aucune remise ou restitution pour quelque cause que ce soit.




                                              66
Article 5
La taxe annuelle est fixée au 1er janvier 2021 à 2.589,56€par établissement (taux 2). Elle
débute l’année qui suit celle du débit de la taxe d’ouverture ou à défaut à partir de la mise en
application du présent règlement-taxe.
Ce taux sera majoré au 1er janvier de l’année suivante de 2% conformément au tableau ci-
dessous :
             Exercice 2022               Exercice 2023               Exercice 2024
Taux 2       2.641,35€                   2.694,17€                   2.748,06€
La taxe annuelle est due par voie de rôle pour l’année entière à partir du 1erjanvier de
l’exercice d’imposition, quelle que soit la date de début de l’exploitation, de la cessation de
l’activité économique ou de la modification de l’exploitant pendant l’exercice d’imposition.
Il n’est accordé aucune remise ou restitution pour quelque cause que ce soit.
Article 6
En cas de fermeture administrative temporaire ou définitive de l’établissement à titre de
sanction par le Collège des Bourgmestre et Echevins, en application de l’article 119bis de la
Nouvelle loi Communale, les redevables ne pourront prétendre à aucune indemnité.
Article 7
Sont exonérées de la taxe, les entreprises qui assurent le service universel tel que défini dans
l'article 68 de la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques et qui peuvent
justifier de la qualité d'opérateurs tenus ou autorisés au sens de l'article 75 de la même loi.
Article 8
§1er – En ce qui concerne la taxe annuelle, pour un exercice d’imposition donné, le
contribuable est tenu de remettre à l’Administration communale une déclaration. Il peut
aussi remplir cette déclaration via son espace personnel sur le site de l’Administration
communale au plus tard dans les dix jours après l’ouverture de la nouvelle activité
commerciale.
§2 - Toutefois, l’Administration communale peut dispenser un contribuable de l’obligation de
déclaration et lui envoyer une proposition de déclaration. Cette proposition mentionne la
base imposable ainsi que tous les renseignements et données qui ont été pris en
considération.
§3 - Si, dans la proposition de déclaration figurent des inexactitudes ou des omissions, ou si
les données pré imprimées ne correspondent pas à la base imposable, le contribuable est
tenu, dans un délai de 15 jours après l'expédition de la proposition de déclaration, de
soumettre à l’Administration la proposition de déclaration dûment corrigée, complétée,
datée et signée.
C’est au contribuable de prouver qu'il / elle a déposé dans les délais la proposition de
déclaration (corrigée ou complétée).
Si la proposition de déclaration ne contient pas d'inexactitudes ou d'omissions et que les
données imprimées correspondent au statut fiscal, le contribuable ne doit pas retourner la
proposition de déclaration.
§4 - La proposition de déclaration, complétée par les éléments que le contribuable a signalé
dans le délai visé au §3, vaut déclaration.
Toutefois, lorsque le contribuable n’a pas respecté l’obligation visée au §3, alinéa 1er, la
proposition de déclaration est assimilée à une déclaration inexacte ou incomplète.
§5 - Le contribuable qui n’a pas reçu de formule de déclaration ou de proposition de
déclaration est néanmoins tenu de déclarer spontanément à l'administration communale les
éléments nécessaires à la taxation, au plus tard dans les dix jours après l’ouverture de la
nouvelle activité commerciale.
§6 - La déclaration reste valable pour les exercices d’imposition suivants jusqu’à révocation.
En cas de modification de la base imposable, le contribuable doit se procurer une nouvelle
formule de déclaration et la renvoyer, dûment complétée et signée, à l’Administration
communale dans les dix jours de la survenance du fait. Sans préjudice des dispositions du
présent règlement, le nouveau formulaire de déclaration sert de base aux enrôlements
ultérieurs et vaut révocation expresse de la formule de déclaration précédente.
Article 9
Le contribuable est tenu de faciliter le contrôle de sa déclaration notamment en fournissant
tous les documents et renseignements qui lui seront réclamés à cet effet. En cas de non
remise de document, d’absence de coopération ou d'empêchement du contrôle fiscal par le

                                              67
contribuable ou par un tiers, une amende administrative de 50€ sera imposée. Cette amende
sera établie et recouvrée selon les mêmes règles que celles prévues aux articles 11 à 13 du
présent règlement.
Article 10
L’absence de déclaration dans les délais prévus ou la déclaration incorrecte, incomplète ou
imprécise de la part du contribuable entraîne l’enrôlement d’office de la taxe sur base des
données dont la Commune dispose. Dans ce cas, la taxe enrôlée d’office est majorée d’un
montant égal à la moitié de la taxe due.
Avant de procéder à la taxation d’office, l’Administration communale notifie au contribuable,
par lettre recommandée à la poste, les motifs pour lesquels elle recourt à cette procédure, les
éléments sur lesquels se base la taxation, le mode de détermination de ces éléments, ainsi
que le montant de la taxe.
Le contribuable dispose d’un délai de trente jours calendrier, à compter du troisième jour
ouvrable suivant la date d’envoi de la notification, pour faire valoir ses observations par écrit.
Le contribuable est tenu de produire la preuve de l’exactitude des éléments qu’il invoque.
L’Administration communale procédera à l’enrôlement d’office de la taxe si au terme de ce
délai, le contribuable n’a émis aucune observation qui justifie l’annulation de cette
procédure.
Article 11
La taxe d’ouverture est recouvrée au comptant, soit via son espace personnel sur le site de
l’Administration communale, soit par paiement électronique au compte de la Commune , au
moment de la déclaration. Lorsque la perception ne peut être effectuée au comptant, la taxe
est enrôlée.
La taxe annuelle est perçue par voie de rôle.
Article 12
Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et
Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition.
La taxe enrôlée est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle.
A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au profit de
l’Administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par l’article 414 du
Code des impôts sur les revenus de 1992.
Article 13
La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies pour la
perception des impôts au profit de l’Etat.
Article 14
§1er - Le redevable ou son représentant peut introduire une réclamation, par écrit, contre le
montant de l’imposition établie, y compris toutes majorations et amendes, auprès du Collège
des Bourgmestre et Echevins, qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de nullité,
cette réclamation doit être signée et motivée et elle doit mentionner : les nom, qualité,
adresse ou siège du redevable à charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la
réclamation et un exposé des faits et moyens.
§2 - Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai de trois
mois, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de l’avertissement-extrait
de rôle ou à compter de la date de la perception au comptant de la taxe d’ouverture.
Un accusé de réception sera notifié dans les 15 jours après l’envoi ou du dépôt de la
réclamation.
§3 - Si le contribuable ou son représentant souhaite être entendu dans le cadre de l’examen
de sa réclamation, il doit en faire la demande explicite dans sa réclamation.
Article 15
Le présent règlement entre en vigueur le 1er janvier 2021 et remplace le règlement approuvé
par le Conseil communal en sa séance du 27 novembre 2019.

                                    DE GEMEENTERAAD
                  Besloten, met 33 stem(men) tegen 6 en 7 onthouding(en).

Gezien het raadsbesluit van 27 november 2019 betreffende de belasting op het ter
beschikking stellen aan het publiek van telecommunicatieapparatuur tegen een vergoeding,
goedkeurt voor de aanslagjaren 2020 tot 2024;
Gelet artikel 170, § 4 van de Grondwet, die zich wijdt aan de fiscale autonomie van de
gemeenten onder voorbehoud van wettelijke beperkingen;

                                               68
69
Gelet op de nieuwe gemeentewet namelijk artikel 117, alinea 1, en artikel 118, alinea 1;
Gelet op de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 3 april 2014 betreffende
de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen, zoals gewijzigd tot
op heden;
Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de gerechtelijke regeling op gebied van
fiscaliteit;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 betreffende de regeling van administratief toezicht
op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd tot op heden;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Overwegende de noodzaak voor de gemeente om aan haar verplichtingen te voldoen in
overeenstemming met de eisen van het beheersplan en de vereisten van artikel 252 NGW,
welke de gemeenten verplicht een begroting in evenwicht te realiseren;
Gezien de noodzaak voor de gemeente om ontvangsten te heffen ter dekking van de kosten
die door al haar activiteiten worden gemaakt, en voornamelijk om inkomsten te verzekeren
om te kunnen voldoen aan de financiële lasten in verband met haar verplichting om de
openbare rust, openbare veiligheid en openbare netheid te waarborgen;
Overwegende dat het behoud van deze bron van inkomsten gerechtvaardigd is;
Overwegende dat afgezien van het hierboven uiteengezette begrotingsbeginsel, het bedrag
van de jaarlijkse belasting wordt gerechtvaardigd door enerzijds de kosten in verband met het
speciale toezicht en specifieke controlemaatregelen uitgevoerd door de politiediensten die
door deze activiteit worden gegenereerd, en anderzijds die met betrekking tot de verhoging
van interventies van de gemeentelijke diensten in termen van netheid en openbare veiligheid
anderzijds;
Overwegend dat dit type inrichting aanzienlijke overlast veroorzaakt (luidruchtige aankomst
en vertrek van klanten, ongepast parkeren, kapotte flessen en ander rotzooi in de directe
omgeving), dat deze verschillende elementen aanzienlijke kosten met zich meebrengen voor
het bewaken en reinigen van het openbaar domein en het lijkt dan redelijk om sommige van
deze kosten te verhalen bij de beheerders van de “phone shops”;
Overwegende dat een teveel aan “phone shops” de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van het
winkelapparaat schaden en dat deze vicieuze cirkel geremd moet worden door gerichte acties
om een verbetering teweeg te brengen op het vlak van verscheidenheid en kwaliteit van
handelszaken, en dat daarom de belasting en in het bijzonder de openingsbelasting werd
ingevoerd om het aantal vestigingen te reguleren;
Overwegende dat de ontvangsten die voortvloeien uit deze belasting bijdragen in de kosten
die nodig zijn voor het bestrijden van de overlast en toelaten een doordacht lokaal
economisch beleid te voeren in de handelskernen;
Overwegende dat de eigenaars van de panden zich bewust moeten zijn van het feit dat zij
een grote medeverantwoordelijkheid dragen bij verhuur van hun eigendommen voor
activiteiten die de openbare orde verstoren, de netheid aantasten en het imago van het
winkelapparaat schaden en dat zij daarom solidair zijn en ondeelbaar gehouden tot betaling
van de belasting;
Overwegende het feit dat indien de aangifteplicht of andere stappen niet worden nageleefd
(afwezigheid van spontane aangifte binnen tien dagen na de opening van de nieuwe
commerciële activiteit of onvolledige of onnauwkeurige aangifte), het raadzaam is om de
persoon te onderwerpen aan een ambtshalve inkohiering met een verhoging van 50% van de
belasting om de effectiviteit van deze belasting te verzekeren;
Overwegende dat de vrijstelling van artikel 7 gerechtvaardigd in het licht van de taken van
openbare dienst die door elke operator van de universele dienst moeten worden verricht,
waarbij de dienst wordt bepaald door vier beginselen: universaliteit (iedereen diensten
aanbieden tegen betaalbare prijzen), gelijkheid (afwezigheid van discriminatie, met name op
basis van lokalisatie, bijvoorbeeld), continuïteit (duurzaamheid van de dienst) en
alomtegenwoordigheid (aanbod in het hele land);
Overwegende dat een vereenvoudiging van de aangifteprocedure aangewezen is ten einde
het administratief werk van zowel de belastingplichtige als van de gemeentelijke diensten te
verminderen;
Gelet bovendien, op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 13
oktober 2020 en het administratief dossier;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;



                                             70
BESLUIT :
Artikel 1
Voor de aanslagjaren 2021 tot 2024, wordt een openingsbelasting alsook een jaarlijkse
belasting geheven op de vestigingen gelegen op het grondgebied van de gemeente
Schaarbeek die tegen betaling, telecommunicatieapparatuur ter beschikking stellen van het
publiek.
Artikel 2
Voor de toepassing van onderhavig reglement, moet er onder telecommunicatieapparatuur
worden verstaan, elk toestel dat overdracht toelaat, het uitzenden of ontvangen van tekens,
signalen, geschriften, beelden, geluiden of andere gegevens van welke aard ook, per draad,
radiogolven, optische signalisatie en andere elektromagnetische systemen (t.t.z.: telefoon,
fax, modem, video, etc...).
Artikel 3
De openingsbelasting en de jaarlijkse belasting zijn verschuldigd door de uitbater. De eigenaar
van het handelsfonds en de eigenaar van het onroerend goed waarin de aan de belasting
onderworpen vestiging wordt uitgeoefend zijn hoofdelijk aansprakelijk en op een niet
deelbare manier.
Artikel 4
De openingsbelasting is op 1 januari 2021 vastgesteld op 8.613,47€ (voet 1). Deze
aanslagvoet zal op 1 januari van het volgende jaar worden verhoogd met 2% volgens
onderstaande tabel:
            Aanslagjaar 2022            Aanslagjaar 2023             Aanslagjaar 2024
Voet 1      8.785,74€                   8.961,46€                    9.140,68 €
De openingsbelasting is contant verschuldigd tegen afgifte van een betalingsbewijs, bij iedere
opening van een nieuwe commerciële activiteit die telecommunicatieapparatuur tegen een
vergoeding ter beschikking stelt van het publiek. Iedere wijziging van uitbater is equivalent
aan een nieuwe commerciële activiteit. De openingsbelasting in een éénmalige belasting,
verschuldigd voor het hele jaar, welke ook de datum weze van aanvang, stopzetting van de
commerciële activiteit of de wijziging van uitbater tijdens het aanslagjaar. Er wordt geen
enkele terugbetaling of vergoeding toegestaan wat ook de reden is.
Artikel 5
De jaarlijkse belasting is op 1 januari 2021 vastgesteld op 2.589,56€ per vestiging (voet 2). Zij
treedt in voege vanaf het jaar volgend op het verschuldigd zijn van de openingsbelasting of bij
gebrek hieraan vanaf het in werking treden van onderhavig belastingreglement.
Deze aanslagvoet zal op 1 januari van het volgende jaar worden verhoogd met 2% volgens
onderstaande tabel:
            Aanslagjaar 2022            Aanslagjaar 2023             Aanslagjaar 2024
Voet 2      2.641,35€                   2.694,17€                    2.748,06€
De jaarlijkse belasting is verschuldigd per kohier, voor het hele jaar, beginnend op 1 januari
van het dienstjaar, welke ook de datum weze van aanvang of stopzetting van de commerciële
activiteit of de wijziging van uitbater tijdens het aanslagjaar.
Er wordt geen enkele terugbetaling of vergoeding toegestaan wat ook de reden is.
Artikel 6
In geval van een tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van de vestiging, door een
sanctie genomen door het College van Burgemeester en Schepenen, zullen de uitbaters in
toepassing van artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet op geen enkele schadeloosstelling
aanspraak kunnen maken.
Artikel 7
Zijn vrijgesteld van de belasting, de instellingen die universele diensten verstrekken krachtens
artikel 68 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie en die hun
hoedanigheid van operator kunnen bevestigen in de zin van artikel 75 van dezelfde wet.
Artikel 8
§1 – Wat betreft de jaarlijkse belasting, voor een welbepaald aanslagjaar, is de
belastingplichtige ertoe gehouden aangifte te doen bij het Gemeentebestuur. Hij kan deze
aangifte ook doen via zijn persoonlijke ruimte op de website van het gemeentebestuur dit
uiterlijk binnen de tien dagen na de opening van een nieuwe commerciële activiteit.


                                               71
§2 - Echter, het Gemeentebestuur kan een belastingplichtige vrijstellen van de verplichting tot
aangifte en hem een voorstel van aangifte toesturen. Dit voorstel vermeldt de belastbare
grondslag alsook alle informatie en gegevens die in aanmerking zijn genomen.
§3 - Indien op het voorstel van aangifte onjuistheden of onvolledigheden zijn vermeld of
indien de voorgedrukte gegevens niet overeenstemmen met de belastbare toestand, moet de
belastingplichtige het voorstel van aangifte binnen de termijn van 15 dagen na verzending,
gedag- en ondertekend indienen bij het gemeentebestuur, met een duidelijke en volledige
vermelding en opgave op het voorstel van aangifte van de correcte gegevens en/of alle
verbeteringen of aanvullingen. Het is de belastingplichtige die dient te bewijzen dat hij/zij het
(verbeterd of vervolledigd) voorstel van aangifte tijdig indiende.
Indien het voorstel van aangifte evenwel geen onjuistheden of onvolledigheden bevat en alle
voorgedrukte gegevens stroken met de belastbare toestand, moet de belastingplichtige het
voorstel van aangifte niet indienen bij het gemeentebestuur.
§4 - Het voorstel van aangifte, aangevuld met elementen door de belastingplichtige binnen
de periode bedoeld in §3, geldt als aangifte.
Echter, wanneer de belastingplichtige niet heeft voldaan aan de in §3, 1ste alinea beoogde
verplichting, wordt de voorgestelde aangifte beschouwd als een onjuiste of onvolledige
verklaring.
§5 - De belastingplichtigen die geen aangifteformulier of voorstel van aangifte ontvangen
hebben, zijn niettemin ertoe gehouden spontaan en op eigen initiatief aan het
gemeentebestuur de vóór de belasting vereiste elementen mede te delen en dit uiterlijk
binnen de tien dagen na de opening van een nieuwe commerciële activiteit.
§6 - De aangifte blijft geldig voor de volgende dienstjaren, tot herroeping.
In het geval van wijzigingen in de belastinggrondslag, moet de belastingplichtige een nieuw
aangifteformulier aanvragen en deze naar behoren invullen, ondertekenen en terugsturen
naar de gemeente dit binnen de tien dagen na het ontstaan van de gebeurtenis.
Onverminderd de bepalingen van deze verordening, de nieuwe aangifte vormt de basis bij de
volgende inkohieringen en herroept uitdrukkelijk het vorige aangifteformulier.
Artikel 9
De belastingplichtige wordt ertoe gehouden de controle van zijn aangifte te vergemakkelijken
voornamelijk door het verstrekken van alle documenten en inlichtingen die hem hierbij
zouden worden gevraagd. Bij het niet voorleggen van documenten, gebrek aan medewerking
of verhinderen van de fiscale controle door de belastingplichtige of een derden, wordt een
administratieve geldboete opgelegd van 50€. Deze boete wordt gevestigd en ingevorderd
volgens dezelfde regels als voorzien in de artikels 11 tot 13 van dit reglement.
Artikel 10
Bij het ontbreken van de aangifte binnen de voorziene termijnen, of de onjuiste, onvolledige
of onduidelijke aangifte vanwege de belastingplichtige zal de aanslag van ambtshalve worden
gevestigd op basis van de gegevens waarover de Gemeente beschikt. In dit geval zal de
ingekohierde belasting worden verhoogd met het bedrag gelijk aan de helft van de
verschuldigde belasting.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve inkohiering, zal het gemeentebestuur per
aangetekend schrijven, de motieven betekenen aan de belastingplichtige, welke aanleiding
geven tot deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd, de manier
waarop deze elementen werden vastgesteld en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf
de derde werkdag die volgt op de verzending van de betekening, om schriftelijk zijn
opmerkingen te doen gelden. De belastingplichtige is ertoe gehouden het bewijs leveren van
de juistheid van de door hem aangevoerde elementen.
Het gemeentebestuur zal aan het einde van deze periode overgaan tot de ambtshalve
inkohiering indien de belastingplichtige geen opmerkingen heeft gemaakt die de annulering
van deze procedure rechtvaardigt.
Artikel 11
De openingsbelasting is contant te voldoen, hetzij via de persoonlijke ruimte op de website
van het gemeentebestuur, hetzij per elektronische betaling op rekening van de gemeente, op
het moment van de aangifte. Als de inning niet contant kan gebeuren, wordt de belasting ten
kohiere gebracht.
De jaarlijkse belasting is verschuldigd per kohier.



                                               72
Artikel 12
De kohieren van de belasting worden door het College van Burgemeester en Schepenen
opgemaakt en uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar afgesloten en
uitvoerbaar verklaard.
De ingekohierde belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het
aanslagbiljet.
Bij gebrek aan betaling binnen de vastgestelde termijn zullen verwijlinteresten worden
gevorderd, berekend volgens de bepalingen vastgelegd in artikel 414 van het Wetboek op de
inkomstenbelastingen voor 1992
Artikel 13
De belasting is door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels vastgesteld voor
het innen van belastingen ten voordele van de Staat.
Artikel 14
§1 - De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar schriftelijk indienen
tegen de geheven belasting, alsook alle verhogingen of boetes, bij het College van
Burgemeester en Schepenen, die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te
vermijden, moet het bezwaarschrift ondertekend en met redenen omkleed zijn en moet
vermelden: de naam, hoedanigheid, adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de
belasting is vastgesteld alsook het onderwerp van het bezwaar en een uiteenzetting van
feiten en middelen.
§2 - De bezwaren moeten ingediend worden, op straffe van nietigheid, binnen de termijn van
drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van
het aanslagbiljet of te rekenen vanaf de dag van de contante inning van de openingsbelasting.
Van het bezwaarschrift zal schriftelijk ontvangst bericht worden binnen de 15 dagen na de
verzending of de indiening van het bezwaarschrift.
§3 - Indien de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden in het
kader van het onderzoek van zijn bezwaar, moet hij dit uitdrukkelijk vragen in zijn
bezwaarschrift
Artikel 15
Dit onderhavige reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en vervangt het reglement
goedgekeurd door de Gemeenteraad van 27 november 2019.


SP 27.- Taxe sur les immeubles ayant une affectation de bureaux - Exercices 2021 à 2024 –
   Modification -=- Belasting op de gebouwen bestemd voor kantoren - Aanslagjaren 2021
   tot 2024 – Wijziging

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 39 voix contre 0 et 7 abstention(s). -=- Besloten, met 39 stem(men) tegen 0 en 7
onthouding(en).

                                 LE CONSEIL COMMUNAL
                       Décidé, par 39 voix contre 0 et 7 abstention(s).

Vu sa délibération du 18 décembre 2019 votant le règlement taxe sur les immeubles ayant
une affectation de bureaux pour un terme de 5 ans, expirant le 31 décembre 2024;
Vu l’article 170, § 4 de la Constitution qui consacre l’autonomie fiscale des Communes sous
réserve des exceptions légales.
Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1 et l’article 118, alinéa 1 ;
Vu l’ordonnance du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 avril 2014 relative à
l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière des taxes communales, telle
que modifiée à ce jour ;
Vu la loi du 23 mars 1999 relative à l’organisation judiciaire en matière fiscale ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la
Région de Bruxelles-Capitale, telle que modifiée à ce jour ;
Vu la situation financière de la commune ;




                                             73
Considérant la nécessité pour la commune de remplir ses obligations dans le respect des
exigences du plan de gestion et du prescrit de l’article 252 NLC lequel impose aux Communes
de réaliser l’équilibre budgétaire ;
Vu la nécessité pour la commune de prélever des recettes pour couvrir les dépenses qu’exige
l’ensemble de ses activités, et en particulier d’assurer les recettes permettant de faire face
aux charges financières liées à son obligation d’assurer la tranquillité publique, la sécurité
publique et la propreté publique :
Considérant que le maintien de cette source de revenus se justifie.
Considérant que les propriétaires et les utilisateurs des bureaux peuvent bénéficier de toutes
les infrastructures communales mises à disposition, en ce compris de ses voiries et parcs ;
Considérant que la prolifération des bureaux sur le territoire de la commune nécessite des
mesures compensatoire et dissuasives afin de préserver la fonction de logement du
patrimoine immobilier dans la Commune ;
Considérant qu’il convient d’encourager les propriétaires à reconvertir leurs bureaux vides en
logements et qu’il est justifié, en conséquence, de prévoir une exonération pour l’immeuble
ayant une affectation de bureaux pendant les 12 mois qui suivent le mois de délivrance de
l’accusé de réception, de la demande de permis de changement de destination, déclarée
complète ;
Considérant que l’exonération établie au profit des établissements d’enseignement et de
soins (hôpitaux, cliniques, polycliniques, dispensaires, homes de vacances pour enfants ou
personnes pensionnées) organisés ou subventionnés par les pouvoirs publics ainsi qu’à
l’égard des surfaces dédiées aux cultes reconnus par le législateur, aux maisons de laïcité ou
aux œuvres de bienfaisance, se justifie par la circonstance que l’exercice sur le territoire de la
Commune des activités ainsi visées influence directement et favorablement la vie de ses
habitants;
Considérant qu’il est donc justifié que, par le bais de cette exonération, les autorités
communales entendent soutenir ces activités et qu’en outre, ces établissements, ou leurs
parties destinées à l’exercice public, sont également exonérées du revenu cadastral en vertu
de l'article 12, § 1er du CIR 92;
Considérant que l’exonération des premiers 85 mètres carrés rencontre les objectifs
régionaux en matière de politique économique ;
Considérant qu'une simplification de la procédure de déclaration est appropriée afin de
réduire la charge administrative pour le contribuable et les services communaux ;
Vu, pour le surplus, le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins du 13 octobre 2020 et
le dossier administratif ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins,
ARRETE :
Article 1
Il est établi pour les exercices 2021 à 2024 une taxe annuelle sur les immeubles ayant une
affectation de bureaux.
L’affectation de bureau peut résulter d’une utilisation effective des immeubles à des fins de
bureaux ou, à défaut d'une telle utilisation, du permis d’urbanisme.
Est considéré comme utilisé effectivement à des fins de "bureaux ", le local affecté :
- soit aux travaux de gestion ou d’administration d’une entreprise, commerciale ou agricole,
ou d’un service public ;
- soit à l’activité d’une profession libérale ;
- soit aux activités des entreprises de service intellectuel, en ce compris les activités de
production de biens immatériels c’est-à-dire les activités de conception et/ou de production
de biens immatériels fondées sur un processus intellectuel ou de communication ou liées à la
société de la connaissance (production de biens audio-visuels, de logiciels, studios
d’enregistrement, formation professionnelle spécialisée, service pré-presse, call centers,…)
ou encore relevant des technologies de l’environnement.
Article 2
La taxe a pour base la surface brute de plancher des immeubles.
Par « surface brute de plancher », on entend la totalité des planchers mis à couvert à
l’exclusion des locaux situés sous le niveau du sol qui sont affectés au parcage, aux caves, aux
équipements techniques et aux dépôts. Les dimensions des planchers sont mesurées au nu
extérieur des murs de façade, les planchers étant supposés continus, sans tenir compte de
leur interruption par les cloisons et murs intérieurs, par les gaines, cages d’escalier et

                                                74
ascenseurs.
Article 3
La taxe est due par le propriétaire des immeubles ayant une affectation de bureaux. En cas
d’emphytéose ou de superficie, la taxe est due solidairement par le tréfoncier et
respectivement, par l’emphytéote et le superficiaire. En cas d’usufruit, la taxe est due
solidairement par le nu-propriétaire et l’usufruitier.
En cas de copropriété, la taxe est due pour la totalité de l’immeuble ayant une affectation de
bureaux, que l’ensemble des copropriétaires détiennent ; elle n’est, néanmoins, exigée qu’à
concurrence de la part individuelle de chacun d’eux dans la copropriété.
Article 4
Le taux de la taxe est fixé au 1er janvier 2021 à 18,87€ par m² de superficie imposable. Ce taux
est majoré au 1er janvier de l’année suivante au taux de 2%, conformément au tableau ci-
dessous :
         Exercice 2022              Exercice 2023             Exercice 2024
         19,25 €                    19,63 €                   20,02 €
La taxe est établie sur la base du nombre effectif de mois d’affectation à des bureaux, tout
mois entamé comptant toutefois en entier.
Article 5
Sont exonérés du paiement de la taxe :
- les surfaces employées par le propriétaire pour l'implantation d'établissements
d'enseignement et de soins (hôpitaux, cliniques, polycliniques, etc.) organisés ou
subventionnés par les pouvoirs publics ;
- les surfaces employées par le propriétaire au service de cultes reconnus par le législateur, de
maisons de laïcité ou d’œuvres de bienfaisance ;
- pendant les 12 mois qui suivent le mois de délivrance de l’accusé de réception, l’immeuble
ayant une affectation de bureaux et pour lequel une demande de permis de changement de
destination est introduite et déclarée complète ;
- les premiers 85 m².
Article 6
§1er - Pour un exercice d’imposition donné, le contribuable est tenu de remettre à
l’Administration communale une déclaration. Il peut aussi remplir cette déclaration via son
espace personnel sur le site de l’Administration communale.
§2 - Toutefois, l’administration communale peut dispenser un contribuable de l’obligation de
déclaration et lui envoyer une proposition de déclaration. Cette proposition mentionne la
base imposable ainsi que tous les renseignements et données qui ont été pris en
considération.
§3 - Si, dans la proposition de déclaration figurent des inexactitudes ou des omissions, ou si
les données pré imprimées ne correspondent pas à la base imposable, le contribuable est
tenu, dans un délai de 15 jours après l'expédition de la proposition de déclaration, de
soumettre à l’Administration la proposition de déclaration dûment corrigée, complétée,
datée et signée.
C’est au contribuable de prouver qu'il / elle a déposé dans les délais la proposition de
déclaration (corrigée ou complétée).
Si la proposition de déclaration ne contient pas d'inexactitudes ou d'omissions et que les
données imprimées correspondent au statut fiscal, le contribuable ne doit pas retourner la
proposition de déclaration.
§4 - La proposition de déclaration, complétée par les éléments que le contribuable a signalé
dans le délai visé au §3, vaut déclaration.
Toutefois, lorsque le contribuable n’a pas respecté l’obligation visée au §3, alinéa 1er, la
proposition de déclaration est assimilée à une déclaration inexacte ou incomplète.
§5 - Le contribuable qui n’a pas reçu de formule de déclaration ou de proposition de
déclaration a l’obligation d’en réclamer une et est tenu de la renvoyer, dûment complétée et
signée, au plus tard le 31 décembre de l’année de l’exercice considéré.
§6 - La déclaration reste valable pour les exercices d’imposition suivants jusqu’à révocation.
En cas de modification de la base imposable, le contribuable doit se procurer une nouvelle
formule de déclaration et la renvoyer, dûment complétée et signée, à l’Administration
communale dans les dix jours de la survenance du fait. Sans préjudice des dispositions du
présent règlement, le nouveau formulaire de déclaration sert de base aux enrôlements
ultérieurs et vaut révocation expresse de la formule de déclaration précédente.

                                               75
Article 7
Le contribuable est tenu de faciliter le contrôle de sa déclaration notamment en fournissant
tous les documents et renseignements qui lui seront réclamés à cet effet. En cas de non
remise de document, d’absence de coopération ou d'empêchement du contrôle fiscal par le
contribuable ou par un tiers, une amende administrative de 50€ sera imposée. Cette amende
sera établie et recouvrée selon les mêmes règles que celles prévues aux articles 9 à 11 du
présent règlement.
Article 8
L’absence de déclaration dans les délais prévus ou la déclaration incorrecte, incomplète ou
imprécise de la part du contribuable entraîne l’enrôlement d’office de la taxe sur base des
données dont la Commune dispose. Dans ce cas, la taxe enrôlée d’office est majorée d’un
montant égal à la moitié de la taxe due.
Avant de procéder à la taxation d’office, l’Administration communale notifie au contribuable,
par lettre recommandée à la poste, les motifs pour lesquels elle recourt à cette procédure, les
éléments sur lesquels se base la taxation, le mode de détermination de ces éléments, ainsi
que le montant de la taxe.
Le contribuable dispose d’un délai de trente jours calendrier, à compter du troisième jour
ouvrable suivant la date d’envoi de la notification, pour faire valoir ses observations par écrit.
Le contribuable est tenu de produire la preuve de l’exactitude des éléments qu’il invoque.
L’Administration communale procédera à l’enrôlement d’office de la taxe si au terme de ce
délai, le contribuable n’a émis aucune observation qui justifie l’annulation de cette
procédure.
Article 9
La taxe est recouvrée, soit via son espace personnel sur le site de l’Administration
communale, soit par paiement électronique au compte de la commune.
Article 10
Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et
Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition.
La taxe enrôlée est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle.
A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au profit de
l’Administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par l’article 414 du
Code des impôts sur les revenus de 1992.
Article 11
La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies pour la
perception des impôts au profit de l’Etat.
Article 12
§1er - Le redevable ou son représentant peut introduire une réclamation, par écrit, contre le
montant de l’imposition établie, y compris toutes majorations et amendes, auprès du Collège
des Bourgmestre et Echevins, qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de nullité,
cette réclamation doit être signée et motivée et elle doit mentionner : les nom, qualité,
adresse ou siège du redevable à charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la
réclamation et un exposé des faits et moyens.
§2 - Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai de trois
mois, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de l’avertissement-extrait
de rôle.
Un accusé de réception sera notifié dans les 15 jours après l’envoi ou du dépôt de la
réclamation.
§3 - Si le contribuable ou son représentant souhaite être entendu dans le cadre de l’examen
de sa réclamation, il doit en faire la demande explicite dans sa réclamation.
Article 13
Le présent règlement entre en vigueur le 1erjanvier 2021 et remplace le règlement approuvé
par le Conseil communal en sa séance du 18 décembre 2019.

                                    DE GEMEENTERAAD
                  Besloten, met 39 stem(men) tegen 0 en 7 onthouding(en).

Gezien het raadsbesluit van 18 december 2019 betreffende het belastingreglement op de
gebouwen bestemd voor kantoren voor een termijn van 5 jaar, vervallend op 31 december
2024;



                                               76
Gelet artikel 170, § 4 van de Grondwet, die zich wijdt aan de fiscale autonomie van de
gemeenten onder voorbehoud van wettelijke beperkingen;
Gelet op de nieuwe gemeentewet namelijk artikel 117, alinea 1, en artikel 118, alinea 1;
Gelet op de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 3 april 2014 betreffende
de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen, zoals gewijzigd tot
op heden;
Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de gerechtelijke regeling op gebied van
fiscaliteit;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 betreffende de regeling van administratief toezicht
op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd tot op heden;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Overwegende de noodzaak voor de gemeente om aan haar verplichtingen te voldoen in
overeenstemming met de eisen van het beheersplan en de vereisten van artikel 252 NGW,
welke de gemeenten verplicht een begroting in evenwicht te realiseren;
Gezien de noodzaak voor de gemeente om ontvangsten te heffen ter dekking van de kosten
die door al haar activiteiten worden gemaakt, en voornamelijk om inkomsten te verzekeren
om te kunnen voldoen aan de financiële lasten in verband met haar verplichting om de
openbare rust, openbare veiligheid en openbare netheid te waarborgen;
Overwegende dat het behoud van deze bron van inkomsten gerechtvaardigd is;
Overwegende dat de eigenaren en gebruikers van deze kantoren kunnen genieten van alle
gemeentelijke faciliteiten op het grondgebied van de gemeente, met inbegrip van de wegen
en parken;
Overwegende dat de aangroei van kantoren op het grondgebied van de gemeente het nodig
maakt om aanvullende en ontmoedigende maatregelen in te voeren teneinde de
woonfunctie van het onroerend patrimonium te vrijwaren;
Overwegende dat de eigenaren moeten gestimuleerd worden hun leegstaande kantoren om
te vormen tot extra woongelegenheden en dat het dientengevolge gerechtvaardigd is om een
vrijstelling te voorzien voor het gebouw bestemd voor kantoor gedurende de 12 maanden
volgend op de maand waarbij een bericht van ontvangst voor een vergunningsaanvraag van
bestemmingswijziging, volledig wordt verklaard;
Overwegende dat de vrijstelling ten voordele van de onderwijs- en verzorgingsinstellingen
(hospitalen, klinieken, poliklinieken, dispensaria, vakantiehuizen voor kinderen of
gepensioneerden) georganiseerd of betoelaagd door de overheid alsook de instellingen van
officieel erkende erediensten, de huizen van het lekendom of weldadigheidswerken, wordt
gerechtvaardigd door het feit dat de uitoefening op het grondgebied van de gemeente van
deze activiteiten aldus rechtstreeks en gunstig zijn gericht op het leven van zijn inwoners;
Overwegende dat het derhalve gerechtvaardigd is dat de gemeentelijke autoriteiten door
deze vrijstelling deze activiteiten steunen dat daarenboven deze instellingen of delen ervan
bestemd voor hun openbare uitoefening eveneens zijn vrijgesteld van kadastraal inkomen
volgens artikel 12, § 1 van het WIB 92;
Overwegende dat de vrijstelling van de eerste 85 vierkante meter voldoen aan de regionale
doelstellingen voor het economisch beleid;
Overwegende dat een vereenvoudiging van de aangifteprocedure aangewezen is ten einde
het administratief werk van zowel de belastingplichtige als van de gemeentelijke diensten te
verminderen;
Gelet bovendien, op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 13
oktober 2020 en het administratief dossier;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
BESLUIT :
Artikel 1
Er wordt voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2024 een jaarlijkse belasting gevestigd op de
gebouwen bestemd voor kantoren.
De bestemming als kantoor kan het gevolg zijn van het effectief gebruik van de gebouwen als
kantoor of, bij ontbreken van dergelijk gebruik, de stedenbouwkundige vergunning.
Er dient te worden verstaan onder “kantoor”, het lokaal bestemd:
- ofwel voor beheers- of bestuurswerken van een bedrijf, commercieel of landbouw, of een
openbare dienst;
- ofwel voor de activiteit van een vrij beroep;



                                             77
- ofwel voor de activiteiten van de bedrijven van intellectuele diensten, inbegrepen de
activiteiten van productie van immateriële goederen zoals de conceptieactiviteiten en/of de
productie van immateriële goederen die berusten op een intellectueel of een
communicatieproces of gebonden aan de kennismaatschappij (productie van audiovisuele
goederen, van software, opnamestudio’s, gespecialiseerde professionele vormingen,
voorafgaande persdienst, call centers,…) of zelfs nog behoren aan de technologieën inzake
leefmilieu.
Artikel 2
De belasting heeft als basis de bruto vloeroppervlakte van de gebouwen.
Onder “bruto vloeroppervlakte” wordt verstaan, het totaal van de bedekte vloeren met
uitsluiting van de lokalen die zich onder de grond bevinden en bestemd zijn voor het
parkeren, als kelders, voor de technische uitrustingen en als opslagplaatsen. De afmetingen
van de vloeren zijn gemeten tussen de buitenkanten van de muurgevels; de vloeren worden
verondersteld doorlopend te zijn, zonder rekening te houden met een onderbreking door
wanden, binnenmuren, kokers, trappenhuizen en liften.
Artikel 3
De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de gebouwen bestemd voor kantoren. Bij
erfpacht of opstal is de belasting hoofdelijk verschuldigd door de opstalgever en
respectievelijk door de erfpachter en de opstalhouder. Bij vruchtgebruik is de belasting
hoofdelijk verschuldigd door de blote eigenaar en de vruchtgebruiker.
In geval van mede-eigendom, is de belasting verschuldigd voor het hele gebouw bestemd
voor kantoren, dat behoort aan het geheel van mede-eigenaars; echter wordt de belasting
geëist volgens ieders individuele aandeel in deze mede-eigendom.
Artikel 4
De aanslagvoet op 1 januari 2021 wordt vastgesteld op 18,87€ per m² belastbare
oppervlakte. Deze aanslagvoet wordt op 1 januari van de volgende jaren verhoogd met 2%,
volgens onderstaande tabel:
Aanslagjaar 2022                 Aanslagjaar 2023                Aanslagjaar 2024
19,25 €                          19,63 €                         20,02 €
De belasting wordt vastgesteld op basis van het effectieve aantal maanden dat de
oppervlakten bestemd zijn als kantoor, iedere begonnen maand zal voor haar totaliteit
worden gerekend.
Artikel 5
Worden van deze belasting vrijgesteld:
- de oppervlakten die gebruikt de eigenaar voor het vestigen van onderwijs- en
verzorgingsinstellingen (hospitalen, klinieken, poliklinieken,…) georganiseerd of betoelaagd
door de overheid;
- de oppervlakten gebruikt door de eigenaar ten dienste van officieel erkende erediensten, de
huizen van het lekendom of weldadigheidswerken;
- gedurende de 12 maanden volgend op de maand waarbij een bericht van ontvangst werd
afgeleverd, voor het gebouw bestemd als kantoor waarvoor een vergunningsaanvraag voor
een bestemmingswijziging is aangevraagd, volledig wordt verklaard;
- de eerste 85m².
Artikel 6
§1 - Voor een welbepaald aanslagjaar, is de belastingplichtige ertoe gehouden aangifte te
doen bij het Gemeentebestuur. Hij kan deze aangifte ook doen via zijn persoonlijke ruimte op
de website van het gemeentebestuur.
§2 - Echter, het Gemeentebestuur kan een belastingplichtige vrijstellen van de verplichting tot
aangifte en hem een voorstel van aangifte toesturen. Dit voorstel vermeldt de belastbare
grondslag alsook alle informatie en gegevens die in aanmerking zijn genomen.
§3 - Indien op het voorstel van aangifte onjuistheden of onvolledigheden zijn vermeld of
indien de voorgedrukte gegevens niet overeenstemmen met de belastbare toestand, moet de
belastingplichtige het voorstel van aangifte binnen de termijn van 15 dagen na verzending,
gedag- en ondertekend indienen bij het gemeentebestuur, met een duidelijke en volledige
vermelding en opgave op het voorstel van aangifte van de correcte gegevens en/of alle
verbeteringen of aanvullingen. Het is de belastingplichtige die dient te bewijzen dat hij/zij het
(verbeterd of vervolledigd) voorstel van aangifte tijdig indiende.


                                               78
Indien het voorstel van aangifte evenwel geen onjuistheden of onvolledigheden bevat en alle
voorgedrukte gegevens stroken met de belastbare toestand, moet de belastingplichtige het
voorstel van aangifte niet indienen bij het gemeentebestuur.
§4 - Het voorstel van aangifte, aangevuld met elementen door de belastingplichtige binnen
de periode bedoeld in §3, geldt als aangifte.
Echter, wanneer de belastingplichtige niet heeft voldaan aan de in §3, 1ste alinea beoogde
verplichting, wordt de voorgestelde aangifte beschouwd als een onjuiste of onvolledige
verklaring.
§5 - De belastingplichtigen die geen aangifteformulier of voorstel van aangifte ontvangen
hebben, worden verzocht er één te vragen en zijn ertoe gehouden deze terug te sturen,
behoorlijk ingevuld en ondertekend, uiterlijk op 31 december van het desbetreffende
aanslagjaar.
§6 - De aangifte blijft geldig voor de volgende aanslagjaren, tot herroeping.
In het geval van wijzigingen in de belastinggrondslag, moet de belastingplichtige een nieuw
aangifteformulier aanvragen en deze naar behoren invullen, ondertekenen en terugsturen
naar de gemeente dit binnen de tien dagen na het ontstaan van de gebeurtenis.
Onverminderd de bepalingen van deze verordening, de nieuwe aangifte vormt de basis bij de
volgende inkohieringen en herroept uitdrukkelijk het vorige aangifteformulier.
Artikel 7
De belastingplichtige wordt ertoe gehouden de controle van zijn aangifte te vergemakkelijken
voornamelijk door het verstrekken van alle documenten en inlichtingen die hem hierbij
zouden worden gevraagd. Bij het niet voorleggen van documenten, gebrek aan medewerking
of verhinderen van de fiscale controle door de belastingplichtige of een derde, wordt een
administratieve geldboete opgelegd van 50€. Deze boete wordt gevestigd en ingevorderd
volgens dezelfde regels als voorzien in de artikels 9 tot 11 van dit reglement.
Artikel 8
Bij het ontbreken van de aangifte binnen de voorziene termijnen, of de onjuiste, onvolledige
of onduidelijke aangifte vanwege de belastingplichtige zal de aanslag van ambtshalve worden
gevestigd op basis van de gegevens waarover de Gemeente beschikt. In dit geval zal de
ingekohierde belasting worden verhoogd met het bedrag gelijk aan de helft van de
verschuldigde belasting.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve inkohiering, zal het gemeentebestuur per
aangetekend schrijven, de motieven betekenen aan de belastingplichtige, welke aanleiding
geven tot deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd, de manier
waarop deze elementen werden vastgesteld en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf
de derde werkdag die volgt op de verzending van de betekening, om schriftelijk zijn
opmerkingen te doen gelden. De belastingplichtige is ertoe gehouden het bewijs leveren van
de juistheid van de door hem aangevoerde elementen.
Het gemeentebestuur zal aan het einde van deze periode overgaan tot de ambtshalve
inkohiering indien de belastingplichtige geen opmerkingen heeft gemaakt die de annulering
van deze procedure rechtvaardigt.
Artikel 9
De belasting is te voldoen, hetzij via de persoonlijke ruimte op de website van het
gemeentebestuur, hetzij per elektronische betaling op rekening van de gemeente.
Artikel 10
De kohieren van de belasting worden door het College van Burgemeester en Schepenen
opgemaakt en uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar afgesloten en
uitvoerbaar verklaard.
De ingekohierde belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het
aanslagbiljet.
Bij gebrek aan betaling binnen de vastgestelde termijn zullen verwijlinteresten worden
gevorderd, berekend volgens de bepalingen vastgelegd in artikel 414 van het Wetboek op de
inkomstenbelastingen voor 1992
Artikel 11
De belasting is door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels vastgesteld voor
het innen van belastingen ten voordele van de Staat.




                                            79
Artikel 12
§1 - De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar schriftelijk indienen
tegen de geheven belasting, alsook alle verhogingen of boetes, bij het College van
Burgemeester en Schepenen, die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te
vermijden, moet het bezwaarschrift ondertekend en met redenen omkleed zijn en moet
vermelden: de naam, hoedanigheid, adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de
belasting is vastgesteld alsook het onderwerp van het bezwaar en een uiteenzetting van
feiten en middelen.
§2 - De bezwaren moeten ingediend worden, op straffe van nietigheid, binnen de termijn van
drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van
het aanslagbiljet.
Van het bezwaarschrift zal schriftelijk ontvangst bericht worden binnen de 15 dagen na de
verzending of de indiening van het bezwaarschrift.
§3 - Indien de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden in het
kader van het onderzoek van zijn bezwaar, moet hij dit uitdrukkelijk vragen in zijn
bezwaarschrift
Artikel 13
Dit onderhavige reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en vervangt het reglement
goedgekeurd door de Gemeenteraad van 18 december 2019.


SP 28.- Taxe sur les immeubles inoccupés affectés à des fins professionnelles - Exercices
   2021 à 2024 – Modification -=- Belasting op de leegstaande gebouwen bestemd voor
   professionele doeleinden - Aanslagjaren 2021 tot 2024 – Wijziging

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 39 voix contre 0 et 7 abstention(s). -=- Besloten, met 39 stem(men) tegen 0 en 7
onthouding(en).

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                        Décidé, par 39 voix contre 0 et 7 abstention(s).

Vu sa délibération du 18 décembre 2019 votant le règlement relatif à la taxe sur les
immeubles inoccupés affectés à des fins professionnelles pour un terme de 5 ans, expirant le
31 décembre 2024 ;
Vu l’article 170, § 4 de la Constitution qui consacre l’autonomie fiscale des Communes sous
réserve des exceptions légales;
Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1er et l’article 118, alinéa 1er ;
Vu l’ordonnance du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 avril 2014 relative à
l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes communales telle
que modifiée à ce jour ;
Vu la loi du 23 mars 1999 relative à l’organisation judiciaire en matière fiscale ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la
Région de Bruxelles-Capitale, telle que modifiée à ce jour ;
Vu la situation financière de la Commune ;
Vu la nécessité pour la Commune de remplir ses obligations dans le respect des exigences du
plan de gestion et du prescrit de l’article 252 NLC, lequel impose aux communes de réaliser
l’équilibre budgétaire ;
Vu la nécessité pour la Commune de prélever des recettes pour couvrir les dépenses qu’exige
l’ensemble de ses activités, et en particulier d’assurer les recettes permettant de faire face
aux charges financières liées à son obligation d’assurer la tranquillité, la sécurité et la
propreté publiques ;
Considérant que le maintien de cette source de revenus se justifie ;
Considérant que la présence d’immeubles partiellement ou totalement inoccupés sur le
territoire de la Commune est de nature à décourager l’esprit d’initiative des riverains et à
engendrer un processus de désintéressement généralisé en matière d’habitat ;
Considérant qu’il est dès lors nécessaire de lutter contre la présence d’immeubles
partiellement ou totalement inoccupés ;



                                              80
Considérant que l’équilibre entre l’offre et la demande en matière de logements est
fortement perturbé ;
Considérant la possibilité de destiner ces immeubles inoccupés à une autre affectation,
notamment celle à des fins de logement ;
Considérant qu’il est préférable que les logements disponibles soient exploités de manière
optimale sur le territoire de la Commune ;
Considérant que les immeubles visés par ce règlement perturbent la tranquillité et la sécurité
publique ;
Considérant que cette situation occasionne un surcoût en matière de dépenses policières
pour assurer au mieux la sécurité des personnes et des biens ;
Considérant qu'une simplification de la procédure de déclaration est appropriée afin de
réduire la charge administrative pour le contribuable et les services communaux ;
Vu, pour le surplus, le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins du 13 octobre 2020 et
le dossier administratif ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ;
ARRETE :
Article 1
Il est établi, au profit de la Commune, pour les exercices 2021 à 2024, une taxe annuelle sur
les immeubles bâtis affectés à des fins professionnelles, partiellement ou totalement
inoccupés.
Sont considérés comme immeubles bâtis affectés à des fins professionnelles, totalement
inoccupés :
- soit ceux pour lesquels pour une période d'au moins 12 mois consécutifs, aucune personne
physique ou morale n’est inscrite à la banque carrefour des entreprises, à moins qu’il soit
prouvé que l’immeuble sert effectivement à des activités économiques de nature industrielle,
agricole, horticole, de commerce ou de services. Ne peut toutefois être considérée comme
occupation d'un immeuble ou d'une partie d'immeuble, celle résultant de l'occupation du
bien sans titre ni droit ;
- soit ceux qui ne sont pas garnis du mobilier ou des installations indispensables à leur
occupation.
Sont considérés comme immeubles bâtis affectés à des fins professionnelles, partiellement
inoccupés, ceux dont certains niveaux ou parties répondent à la définition des alinéas
précédents; ils seront taxés sur la base, à due proportion de la taxe sur les immeubles
entièrement inoccupés.
Article 2
L’impôt a pour base la surface brute de plancher des immeubles ou parties d’immeubles.
Par « surface brute de plancher», on entend la totalité des planchers mis à couvert à
l’exclusion des locaux qui sont affectés aux caves et aux greniers. Les dimensions des
planchers sont mesurées au nu extérieur des murs de façade, les planchers étant supposés
continus, sans tenir compte de leur interruption par les cloisons et murs intérieurs, par les
gaines, cages d’escalier et ascenseurs.
Article 3
Le taux de base au 1er janvier 2021 est fixé à 12,24€ par mètre carré de surface inoccupée.
Ce taux sera majoré au 1er janvier de l’année suivante de 2%, conformément au tableau ci-
dessous:
Exercice 2022                     Exercice 2023                     Exercice 2024
12,48 €                           12,73 €                           12,99 €
Toutefois, le taux de base sera augmenté de 25% après 24 mois consécutifs d’inoccupation et
de 50% après 36 mois consécutifs.
Le nombre de mois d’occupation effective sur l’année réduit la taxe due par le propriétaire au
prorata.
Article 4
La taxe frappe le bien visé à partir du premier jour du mois qui suit la date d’envoi de la
notification de la formule de déclaration d’inoccupation.
Article 5
La taxe est due par le titulaire du droit réel sur l’immeuble, à savoir, soit le propriétaire, soit le
possesseur, l'emphytéote, le superficiaire selon le cas.


                                                  81
En cas de nue-propriété, à défaut de paiement de la taxe par l’usufruitier, le nu-propriétaire
est tenu de l’acquitter.
En cas de copropriété, la taxe n’est exigée des copropriétaires qu’à concurrence de la part de
chacun d’eux dans la copropriété.
Article 6
Sont exonérés de la taxe :
a) les immeubles accidentellement sinistrés pendant les vingt-quatre mois qui suivent le mois
au cours duquel le sinistre a eu lieu, à moins qu’il y ait des installations productives de
revenus tels que panneaux d’affichage, pylônes, mâts, antennes et/ou autres dispositifs de
télécommunication, d'émissions de signaux et d'échanges d'informations par la voie
hertzienne, cette liste n’étant pas exhaustive. Cette exonération ne s’applique pas lorsque
l’immeuble en question a déjà fait l’objet de la présente taxe ;
b) la personne qui démontre que l’immeuble est inoccupé depuis moins de 12 mois ;
c) la personne qui démontre que l’inoccupation résulte de travaux qui se sont déroulés
durant plus de 12 mois et qui font obstacle à toute jouissance paisible des lieux. Cette
exonération n’est applicable qu’une année. Aucune autre exonération de ce type ne sera
accordée pour l’immeuble en question ;
d) la personne qui démontre qu'elle a introduit une demande de permis de changement de
destination déclarée complète et pour laquelle l’accusé de réception a été délivré, pendant
les 12 mois qui suivent le mois de délivrance de l’accusé de réception ;
e) l’immeuble situé dans le périmètre d’un plan d’expropriation approuvé par l’autorité
compétente ou ne pouvant plus faire l’objet d’un permis d’urbanisme parce qu’un plan
d’expropriation est en préparation ;
f) l’immeuble qui a servi principalement à une activité économique dans la mesure où le
praticien d'origine de cette activité occupe une partie de cet immeuble, et que cette partie
n'est pas séparable;
g) l’immeuble ou partie d’immeuble inoccupé affecté au logement ;
h) l’immeuble ou partie d’immeuble inoccupé affecté à des fins de bureau ;
i) l’immeuble dont l'état visé à l’article 1 résulte d'un cas de force majeure.
Article 7
§1er - Pour un exercice d’imposition donné, le contribuable est tenu de remettre à
l’Administration communale une déclaration. Il peut aussi remplir cette déclaration via son
espace personnel sur le site de l’Administration communale.
§2 - Toutefois, l’Administration communale peut dispenser un contribuable de l’obligation de
déclaration et lui envoyer une proposition de déclaration. Cette proposition mentionne la
base imposable ainsi que tous les renseignements et données qui ont été pris en
considération.
§3 - Si, dans la proposition de déclaration figurent des inexactitudes ou des omissions, ou si
les pré-imprimées ne correspondent pas à la base imposable, le contribuable est tenu, dans
un délai de 15 jours après l'expédition de la proposition de déclaration, de soumettre à
l’Administration la proposition de déclaration dûment corrigée, complétée, datée et signée.
C’est au contribuable de prouver qu'il / elle a déposé dans les délais la proposition de
déclaration (corrigée ou complétée).
Si la proposition de déclaration ne contient pas d'inexactitudes ou d'omissions et que les
données imprimées correspondent au statut fiscal, le contribuable ne doit pas retourner la
proposition de déclaration.
§4 - La proposition de déclaration, complétée par les éléments que le contribuable a signalé
dans le délai visé au §3, vaut déclaration.
Toutefois, lorsque le contribuable n’a pas respecté l’obligation visée au §3, alinéa 1er, la
proposition de déclaration est assimilée à une déclaration inexacte ou incomplète.
§5 - Le contribuable qui n’a pas reçu de formule de déclaration ou de proposition de
déclaration a l’obligation d’en réclamer une et est tenu de la renvoyer, dûment complétée et
signée, au plus tard le 31 décembre de l’année de l’exercice considéré.
§6 - La déclaration reste valable pour les exercices d’imposition suivants jusqu’à révocation.
En cas de modification de la base imposable, le contribuable doit se procurer une nouvelle
formule de déclaration et la renvoyer, dûment complétée et signée, à l’Administration
communale dans les dix jours de la survenance du fait. Sans préjudice des dispositions du
présent règlement, le nouveau formulaire de déclaration sert de base aux enrôlements
ultérieurs et vaut révocation expresse de la formule de déclaration précédente.

                                              82
Article 8
Le contribuable est tenu de faciliter le contrôle de sa déclaration notamment en fournissant
tous les documents et renseignements qui lui seront réclamés à cet effet. En cas de non
remise de document, d’absence de coopération ou d'empêchement du contrôle fiscal par le
contribuable ou par un tiers, une amende administrative de 50€ sera imposée. Cette amende
sera établie et recouvrée selon les mêmes règles que celles prévues aux articles 10 à 12 du
présent règlement.
Article 9
L’absence de déclaration dans les délais prévus ou la déclaration incorrecte, incomplète ou
imprécise de la part du contribuable entraîne l’enrôlement d’office de la taxe sur base des
données dont la Commune dispose. Dans ce cas, la taxe enrôlée d’office est majorée d’un
montant égal à la moitié de la taxe due.
Avant de procéder à la taxation d’office, l’Administration communale notifie au contribuable,
par lettre recommandée à la poste, les motifs pour lesquels elle recourt à cette procédure, les
éléments sur lesquels se base la taxation, le mode de détermination de ces éléments, ainsi
que le montant de la taxe.
Le contribuable dispose d’un délai de trente jours calendrier, à compter du troisième jour
ouvrable suivant la date d’envoi de la notification, pour faire valoir ses observations par écrit.
Le contribuable est tenu de produire la preuve de l’exactitude des éléments qu’il invoque.
L’Administration communale procédera à l’enrôlement d’office de la taxe si au terme de ce
délai, le contribuable n’a émis aucune observation qui justifie l’annulation de cette
procédure.
Article 10
La taxe est recouvrée, soit via son espace personnel sur le site de l’Administration
communale, soit par paiement électronique au compte de la Commune.
Article 11
Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et
Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition.
La taxe enrôlée est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle.
A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au profit de
l’Administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par l’article 414 du
Code des impôts sur les revenus de 1992.
Article 12
La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies pour la
perception des impôts au profit de l’Etat.
Article 13
§1er - Le redevable ou son représentant peut introduire une réclamation, par écrit, contre le
montant de l’imposition établie, y compris toutes majorations et amendes, auprès du Collège
des Bourgmestre et Echevins, qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de nullité,
cette réclamation doit être signée et motivée et elle doit mentionner : les nom, qualité,
adresse ou siège du redevable à charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la
réclamation et un exposé des faits et moyens.
§2 - Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai de trois
mois, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de l’avertissement-extrait
de rôle.
Un accusé de réception sera notifié dans les 15 jours après l’envoi ou du dépôt de la
réclamation.
§3 - Si le contribuable ou son représentant souhaite être entendu dans le cadre de l’examen
de sa réclamation, il doit en faire la demande explicite dans sa réclamation.
Article 14
Le présent règlement entre en vigueur le 1erjanvier 2021 et remplace le règlement approuvé
par le Conseil communal en sa séance du 18 décembre 2019.

                                    DE GEMEENTERAAD
                  Besloten, met 39 stem(men) tegen 0 en 7 onthouding(en).

Gezien het raadsbesluit van 18 december 2019, houdende stemming van het reglement
betreffende de belasting op de leegstaande gebouwen bestemd voor professionele
doeleinden, voor een termijn van 5 jaar, vervallend op 31 december 2024;



                                               83
Gelet artikel 170, § 4 van de Grondwet, die zich wijdt aan de fiscale autonomie van de
gemeenten onder voorbehoud van wettelijke beperkingen;
Gelet op de nieuwe gemeentewet namelijk artikel 117, alinea 1, en artikel 118, alinea 1;
Gelet op de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 3 april 2014 betreffende
de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen, zoals gewijzigd tot
op heden;
Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de gerechtelijke regeling op gebied van
fiscaliteit;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 betreffende de regeling van administratief toezicht
op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd tot op heden;
Gelet op de financiële toestand van de Gemeente;
Gezien de noodzaak voor de Gemeente om aan haar verplichtingen te voldoen in
overeenstemming met de eisen van het beheersplan en de vereisten van artikel 252 NGW,
welke de gemeenten verplicht een begroting in evenwicht te realiseren;
Gezien de noodzaak voor de Gemeente om ontvangsten te heffen ter dekking van de kosten
die door al haar activiteiten worden gemaakt, en voornamelijk om inkomsten te verzekeren
om te kunnen voldoen aan de financiële lasten in verband met haar verplichting om de
openbare rust, - veiligheid en - netheid te waarborgen;
Overwegende dat het behoud van deze bron van inkomsten gerechtvaardigd is;
Overwegende de aanwezigheid van gebouwen geheel of gedeeltelijk leegstaand op het
grondgebied van de Gemeente Schaarbeek van die aard is dat zij ontmoedigend is tot het
nemen van initiatief voor de lokale bewoners en een algemene desinteresse veroorzaakt op
gebied van woongelegenheid;
Overwegende dat het noodzakelijk is om de strijd aan te gaan tegen de aanwezigheid van
gebouwen geheel of gedeeltelijk leegstaand;
Overwegende dat het evenwicht tussen vraag en aanbod van woningen sterk verstoord is;
Overwegende de mogelijkheid deze leegstaande gebouwen een andere bestemming te
geven, namelijk als woningen;
Overwegende dat het wenselijk is dat op het grondgebied van de Gemeente Schaarbeek, de
beschikbare woningen optimaal benut worden;
Overwegende dat de gebouwen beoogd door dit reglement, de rust en de openbare
veiligheid verstoren;
Overwegende dat deze situatie extra kosten veroorzaakt voor de politie om de veiligheid van
personen en goederen zo goed mogelijk te kunnen waarborgen;
Overwegende dat een vereenvoudiging van de aangifteprocedure aangewezen is ten einde
het administratief werk van zowel de belastingplichtige als van de gemeentelijke diensten te
verminderen;
Gelet bovendien, op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 13
oktober 2020 en het administratief dossier;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen,
BESLUIT:
Artikel 1
Er wordt ten bate van de Gemeente, voor de aanslagjaren 2021 tot 2024, een jaarlijkse
belasting geheven op de geheel of gedeeltelijk leegstaande gebouwen bestemd voor
professionele doeleinden.
Worden als leegstaande gebouwen bestemd voor professionele doeleinden aanzien:
- deze waar gedurende een periode van 12 opeenvolgende maanden, geen enkele
natuurlijke- of rechtspersoon is ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen, tenzij
er bewezen wordt dat het gebouw werkelijk wordt gebruikt voor economische activiteiten
van industriële, landbouwkundige, tuinbouwkundige, commerciële of dienstverlenende aard.
Kunnen evenwel niet beschouwd worden als bezetting van een gebouw of een gedeelte van
een gebouw, deze die illegaal gebeuren;
- deze die niet voorzien zijn van meubilair of van de nodige installaties voor een normaal
gebruik;
Worden beschouwd als gedeeltelijk leegstaande gebouwen bestemd voor professionele
doeleinden, deze waarvan slechts een aantal verdiepingen of gedeelten beantwoorden aan
de bepalingen beschreven in de voorgaande alinea’s, zij zullen belast worden in
evenredigheid op basis van de belasting op de volledig leegstaande gebouwen.



                                             84
Artikel 2
De belasting heeft als basis de bruto vloeroppervlakte van de gebouwen.
Onder “bruto vloeroppervlakte” wordt verstaan, het totaal van de bedekte vloeren met
uitsluiting van de lokalen die bestemd zijn als kelder en als zolder. De afmetingen van de
vloeren zijn gemeten tussen de buitenkanten van de muurgevels; de vloeren worden
verondersteld doorlopend te zijn, zonder rekening te houden met een onderbreking door
wanden, binnenmuren, kokers, trappenhuizen en liften.
Artikel 3
De aanslagvoet op 1 januari 2021 per leegstaande oppervlakte wordt gevestigd op 12,24€ per
vierkante meter. Deze aanslagvoet zal op de 1ste januari van de volgende jaren worden
verhoogd met 2%, volgens onderstaande tabel:
Aanslagjaar 2022                Aanslagjaar 2023               Aanslagjaar 2024
12,48 €                         12,73 €                        12,99 €
Echter, de aanslagvoet zal met 25% worden verhoogd na 24 opeenvolgende maanden
leegstand en met 50% na 36 maanden.
Het aantal maanden werkelijke bezetting gedurende het jaar vermindert de door de eigenaar
verschuldigde belasting in verhouding.
Artikel 4
De belasting op het beoogde goed gaat in vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de
dag van verzending van de betekening van het aangifteformulier.
Artikel 5
De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht van het gebouw, hetzij de
eigenaar, de houder van de erfpacht, de opstalhouder naargelang het geval.
Bij naakte eigendom, en bij gebrek aan betaling door de vruchtgebruiker, is de naakte
eigenaar gehouden de belasting te betalen.
Bij mede-eigendom, wordt de belasting van de mede-eigenaars geëist volgens ieders aandeel
ieder in deze mede-eigendom.
Artikel 6
Worden van de belasting vrijgesteld:
a) de gebouwen die door onheil geteisterd werden gedurende de vierentwintig maanden
volgend op de maand wanneer het onheil heeft plaatsgehad, tenzij er zich winstgevende
installaties op bevinden zoals aanplakborden, pylonen, masten, antennes en/of andere
telecommunicatiemiddelen, zendapparatuur voor signalen en informatie-uitwisseling via
hertzgolven. Deze lijst is niet limitatief. De vrijstelling is niet van toepassing wanneer het
gebouw in kwestie reeds voordien werd ingekohierd voor deze belasting.
b) de persoon die aantoont dat het gebouw leeg staat sinds minder dan 12 maanden;
c) de persoon die aantoont dat de leegstand voortvloeit uit de werken uitgevoerd tijdens
meer dan 12 maanden en die een normale vredige ingebruikname van de plaatsen
verhinderd. Deze vrijstelling geldt slechts voor één jaar. Geen enkele andere vrijstelling van
dit type zal worden verleend voor het gebouw in kwestie.
d) de persoon die aantoont dat hij een vergunningsaanvraag voor een bestemmingswijziging
heeft aangevraagd, dat volledig is verklaard en waarbij een bericht van ontvangst werd
afgeleverd, gedurende de 12 maanden volgend op de maand waarbij het bericht van
ontvangst werd afgeleverd;
e) het gebouw gelegen binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd
onteigeningsplan of waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning meer wordt afgeleverd
omdat een onteigeningsplan wordt voorbereid.
f) het gebouw dat hoofdzakelijk heeft gediend voor een economische activiteit en waar dat
de oorspronkelijke uitvoerder van deze activiteit een deel van dit gebouw bewoont, en dit
deel niet kan worden afgezonderd.
g) het gebouw of gedeelte van gebouw bestemd als woning.
h) het gebouw of gedeelte van gebouw bestemd als kantoorruimten.
i) het gebouw waarbij zijn toestand bedoeld in artikel 1 het gevolg is van overmacht.
Artikel 7
§1 - Voor een welbepaald aanslagjaar, is de belastingplichtige ertoe gehouden aangifte te
doen bij het Gemeentebestuur. Hij kan deze aangifte ook doen via zijn persoonlijke ruimte op
de website van het Gemeentebestuur.


                                              85
§2 - Echter, het Gemeentebestuur kan een belastingplichtige vrijstellen van de verplichting tot
aangifte en hem een voorstel van aangifte toesturen. Dit voorstel vermeldt de belastbare
grondslag alsook alle informatie en gegevens die in aanmerking zijn genomen.
§3 - Indien op het voorstel van aangifte onjuistheden of onvolledigheden zijn vermeld of
indien de voorgedrukte gegevens niet overeenstemmen met de belastbare toestand, moet de
belastingplichtige het voorstel van aangifte binnen de termijn van 15 dagen na verzending,
gedag- en ondertekend indienen bij het Gemeentebestuur, met een duidelijke en volledige
vermelding en opgave op het voorstel van aangifte van de correcte gegevens en/of alle
verbeteringen of aanvullingen. Het is de belastingplichtige die dient te bewijzen dat hij/zij het
(verbeterd of vervolledigd) voorstel van aangifte tijdig indiende.
Indien het voorstel van aangifte evenwel geen onjuistheden of onvolledigheden bevat en alle
voorgedrukte gegevens stroken met de belastbare toestand, moet de belastingplichtige het
voorstel van aangifte niet indienen bij het Gemeentebestuur.
§4 - Het voorstel van aangifte, aangevuld met elementen door de belastingplichtige binnen
de periode bedoeld in §3, geldt als aangifte.
Echter, wanneer de belastingplichtige niet heeft voldaan aan de in §3, 1ste alinea beoogde
verplichting, wordt de voorgestelde aangifte beschouwd als een onjuiste of onvolledige
verklaring.
§5 - De belastingplichtigen die geen aangifteformulier of voorstel van aangifte ontvangen
hebben, worden verzocht er één te vragen en zijn ertoe gehouden deze terug te sturen,
behoorlijk ingevuld en ondertekend, uiterlijk op 31 december van het desbetreffende
aanslagjaar.
§6 - De aangifte blijft geldig voor de volgende aanslagjaren, tot herroeping.
In het geval van wijzigingen in de belastinggrondslag, moet de belastingplichtige een nieuw
aangifteformulier aanvragen en deze naar behoren invullen, ondertekenen en terugsturen
naar de Gemeente dit binnen de tien dagen na het ontstaan van de gebeurtenis.
Onverminderd de bepalingen van deze verordening, de nieuwe aangifte vormt de basis bij de
volgende inkohieringen en herroept uitdrukkelijk het vorige aangifteformulier.
Artikel 8
De belastingplichtige wordt ertoe gehouden de controle van zijn aangifte te vergemakkelijken
voornamelijk door het verstrekken van alle documenten en inlichtingen die hem hierbij
zouden worden gevraagd. Bij het niet voorleggen van documenten, gebrek aan medewerking
of verhinderen van de fiscale controle door de belastingplichtige of een derde, wordt een
administratieve geldboete opgelegd van 50€. Deze boete wordt gevestigd en ingevorderd
volgens dezelfde regels als voorzien in de artikels 10 tot 12 van dit reglement.
Artikel 9
Bij het ontbreken van de aangifte binnen de voorziene termijnen, of de onjuiste, onvolledige
of onduidelijke aangifte vanwege de belastingplichtige zal de aanslag van ambtshalve worden
gevestigd op basis van de gegevens waarover de Gemeente beschikt. In dit geval zal de
ingekohierde belasting worden verhoogd met het bedrag gelijk aan de helft van de
verschuldigde belasting.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve inkohiering, zal het Gemeentebestuur per
aangetekend schrijven, de motieven betekenen aan de belastingplichtige, welke aanleiding
geven tot deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd, de manier
waarop deze elementen werden vastgesteld en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf
de derde werkdag die volgt op de verzending van de betekening, om schriftelijk zijn
opmerkingen te doen gelden. De belastingplichtige is ertoe gehouden het bewijs leveren van
de juistheid van de door hem aangevoerde elementen.
Het Gemeentebestuur zal aan het einde van deze periode overgaan tot de ambtshalve
inkohiering indien de belastingplichtige geen opmerkingen heeft gemaakt die de annulering
van deze procedure rechtvaardigt.
Artikel 10
De belasting is te voldoen, hetzij via de persoonlijke ruimte op de website van het
Gemeentebestuur, hetzij per elektronische betaling op rekening van de Gemeente.




                                               86
Artikel 11
De kohieren van de belasting worden door het College van Burgemeester en Schepenen
opgemaakt en uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar afgesloten en
uitvoerbaar verklaard.
De ingekohierde belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het
aanslagbiljet.
Bij gebrek aan betaling binnen de vastgestelde termijn zullen verwijlinteresten worden
gevorderd, berekend volgens de bepalingen vastgelegd in artikel 414 van het Wetboek op de
inkomstenbelastingen voor 1992
Artikel 12
De belasting is door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels vastgesteld voor
het innen van belastingen ten voordele van de Staat.
Artikel 13
§1 - De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar schriftelijk indienen
tegen de geheven belasting, alsook alle verhogingen of boetes, bij het College van
Burgemeester en Schepenen, die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te
vermijden, moet het bezwaarschrift ondertekend en met redenen omkleed zijn en moet
vermelden: de naam, hoedanigheid, adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de
belasting is vastgesteld alsook het onderwerp van het bezwaar en een uiteenzetting van
feiten en middelen.
§2 - De bezwaren moeten ingediend worden, op straffe van nietigheid, binnen de termijn van
drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van
het aanslagbiljet.
Van het bezwaarschrift zal schriftelijk ontvangst bericht worden binnen de 15 dagen na de
verzending of de indiening van het bezwaarschrift.
§3 - Indien de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden in het
kader van het onderzoek van zijn bezwaar, moet hij dit uitdrukkelijk vragen in zijn
bezwaarschrift
Artikel 14
Dit onderhavige reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en vervangt het reglement
goedgekeurd door de Gemeenteraad van 18 december 2019.


SP 29.- Taxe sur les immeubles laisses à l’abandon ou négliges - Exercices 2021 à 2025 –
   Renouvellement et modification -=- Belasting op de verwaarloosde of onverzorgde
   gebouwen - Aanslagjaren 2021 tot 2025 – Hernieuwing en wijziging

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 33 voix contre 0 et 13 abstention(s). -=- Besloten, met 33 stem(men) tegen 0 en
13 onthouding(en).

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                       Décidé, par 33 voix contre 0 et 13 abstention(s).

Vu sa délibération du 29 juin 2016 votant le règlement relatif à la taxe sur les immeubles
laisses à l’abandon ou négliges pour un terme de 5 ans, expirant le 31 décembre 2020;
Vu l’article 170, § 4 de la Constitution qui consacre l’autonomie fiscale des Communes sous
réserve des exceptions légales.
Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1 et l’article 118, alinéa 1 ;
Vu l’ordonnance du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 avril 2014 relative à
l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes communales, telle
que modifiée à ce jour ;
Vu la loi du 23 mars 1999 relative à l’organisation judiciaire en matière fiscale ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la
Région de Bruxelles-Capitale, telle que modifiée à ce jour ;
Vu la situation financière de la Commune ;




                                              87
Considérant la nécessité pour la Commune de remplir ses obligations dans le respect des
exigences du plan de gestion et du prescrit de l’article 252 NLC, lequel impose aux communes
de réaliser l’équilibre budgétaire ;
Vu la nécessité pour la Commune de prélever des recettes pour couvrir les dépenses qu’exige
l’ensemble de ses activités, et en particulier d’assurer les recettes permettant de faire face
aux charges financières liées à son obligation d’assurer la tranquillité, la sécurité et la
propreté publique :
Considérant que le maintien de cette source de revenus se justifie ;
Considérant que le territoire de la Commune de Schaerbeek compte un certain nombre
d’immeubles partiellement ou totalement laissés à l’abandon ou négligés ;
Considérant que la présence de ces immeubles est de nature à décourager l’esprit d’initiative
des riverains et à engendrer un processus de désintéressement généralisé en matière
d’habitat ;
Considérant la nécessité de lutter contre les immeubles négligés ou laissés partiellement ou
totalement à l’abandon ;
Considérant la nécessité de lutter contre les marchands de sommeil et de veiller à ce que les
immeubles soient conformes aux normes de salubrité et de sécurité et qu’il conviendrait de
reprendre au règlement, les mises en demeure de la Direction de l’Inspection Régionale du
Logement au même titre que les arrêtés d'inhabitabilité ou d'insalubrité du Bourgmestre,
d’autant plus qu’il s’agirait dans de nombreux cas d’infractions similaires ;
Considérant que cette situation, s’il n’y est pas porté remède, freine et compromet le
renouvellement ou la restauration du patrimoine immobilier ;
Considérant qu’il convient de continuer à enrayer ce processus et d’atteindre le résultat
souhaité, qui est notamment celui d’amener les propriétaires à exécuter les travaux de
remise en état nécessaires ;
Vu, pour le surplus, le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins du 13 octobre 2020 et
le dossier administratif ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins,
ARRETE :
Article 1
Il est établi, au profit de la Commune, pour les exercices 2021 à 2025, une taxe mensuelle sur
les immeubles partiellement ou totalement laissés à l’abandon ou négligés, qu'ils soient
situés en bordure d'une voie publique ou sur une parcelle directement attenante à la voie
publique.
Sont considérés comme immeubles totalement laissés à l’abandon ou négligés, les
immeubles frappés d'un arrêté d'inhabitabilité ou d'insalubrité ou d'un ordre de démolition
ou d’une mise en demeure ou d’une interdiction de continuer de proposer à la location,
mettre en location, ou de faire occuper le logement, de la Direction de l’Inspection Régionale
du Logement, ou les immeubles, qui suivant un constat dressé par un agent communal
habilité à cette fin, démontrent des imperfections externes à la façade avant, telles que de la
peinture écaillée, des fissures ou des cassures, des joints éclatés, du plâtrage détaché, des
briques détachées, de la formation de mousse, de la végétation ou des défauts aux éléments
de la façade, aux cheminées, aux bow-windows, aux loggias, aux balcons, à la charpente, à la
toiture, aux bords du toit, aux corniches, aux vidanges d'eau de pluie, aux soupiraux, aux
ouvertures de façade, au vitrage, à la menuiserie externe mais encore les immeubles aux
baies vitrées ou fenêtres ouvertes à tout vent permettant l’intrusion de pigeons ou autres
volatiles. Cette énumération n’est cependant pas exhaustive.
Sont considérés comme immeubles partiellement laissés à l’abandon ou négligés, ceux dont
certains niveaux ou parties répondent à la définition de l’alinéa précédent; ils seront taxés sur
la base, à due proportion de la taxe sur les immeubles entièrement laissés à l’abandon ou
négligés.
Article 2
Le taux de base au 1er janvier 2021 par mètre courant de façade et par niveau est fixé à
65,28€ par mois et sera majoré au 1er janvier de l’année suivante de 2%, conformément au
tableau ci-dessous:
Exercice 2022           Exercice 2023            Exercice 2024           Exercice 2025
66,59 €                 67,92 €                  69,28 €                 70,66 €



                                               88
Toutefois, le taux de base sera augmenté de 25% après douze mois consécutifs de
délabrement et de 50% après vingt-quatre mois.
Lorsque l'immeuble touche à plus d’une rue, la base de calcul de la taxe est le plus grand
développement à front d'une de ces rues.
Si l'immeuble forme un coin, est pris en considération le plus grand développement en ligne
droite augmenté de la moitié du pan coupé ou arrondi.
S'il s'agit d'un immeuble isolé, la longueur prise en considération est la moitié du
développement total des façades de l'immeuble mesuré horizontalement à chaque niveau.
Article 3
L’état d’un immeuble tel que décrit à l’article 1 du présent règlement fait l’objet d’un constat
établi par un agent de l’Administration communale qui est notifié par lettre recommandée,
dans les trente jours de son établissement, à la personne dont le nom figure aux documents
cadastraux. Suite à cette notification, le contribuable dispose d’un délai de deux mois pour
faire valoir ses observations par lettre recommandée.
Ce constat valable pour une durée indéterminée vaut jusqu’à preuve du contraire et sert de
base aux enrôlements successifs ultérieurs.
Article 4
La taxe est due par le titulaire du droit réel sur l’immeuble, à savoir, soit le propriétaire, soit le
possesseur, l'emphytéote, le superficiaire selon le cas.
En cas de nue-propriété, à défaut de paiement de la taxe par l’usufruitier, le nu-propriétaire
est tenu de l’acquitter.
En cas de copropriété, la taxe n’est exigée des copropriétaires qu’à concurrence de la part de
chacun d’eux dans la copropriété.
Article 5
La taxe est due pour la première fois le premier du troisième mois qui suit celui de la
notification du constat et reste due jusqu’à la date de cessation de l’état tel que décrit dans
ce constat. Ce délai peut être prolongé de 2 mois si des travaux sont intervenus endéans les 5
mois de la notification du constat.
La taxe ne sera cependant pas perçue pour le mois au cours duquel le contribuable aura
informé par écrit l’Administration de la remise en état complète du bien pour autant que ce
fait ait été dûment constaté par un agent communal habilité à cette fin.
Il n'est accordé aucune remise ni restitution pour quelque cause que ce soit.
Article 6
Sont exonérés de la taxe :
a) la personne qui a acquis l’immeuble en question, pendant l’année qui suit l’acquisition ;
b) les immeubles frappés par les dispositions d'un plan d'expropriation approuvé par
l’autorité compétente, à moins qu’il y ait des installations productives de revenus tels que
panneaux d’affichage, pylônes, mâts, antennes et/ou autres dispositifs de
télécommunication, d'émissions de signaux et d'échanges d'informations par la voie
hertzienne, cette liste n’étant pas exhaustive ;
c) pendant les 24 mois qui suivent le mois au cours duquel le sinistre a eu lieu, les immeubles
accidentellement sinistrés, à moins qu’il y ait des installations productives de revenus tels
que panneaux d’affichage, pylônes, mâts, antennes et/ou autres dispositifs de
télécommunication, d'émissions de signaux et d'échanges d'informations par la voie
hertzienne, cette liste n’étant pas exhaustive. Cette exonération ne s’applique pas lorsque
l’immeuble en question a déjà fait l’objet de la présente taxe ;
d) pendant les 12 mois qui suivent le début des travaux, l’immeuble qui fait l’objet d’une
remise en état conformément aux lois et règlements en vigueur, ayant spécifiquement pour
objectif direct de mettre fin à l’état visé à l’article 1, pour autant que les travaux soient
poursuivis de façon soutenue et continue. Il appartient au contribuable d’informer
l’Administration par courrier recommandé de la date de début des travaux et d’étayer cette
affirmation par tout élément de preuve, tels que, notamment, un devis signé pour accord
valant commande de travaux ou un accusé de réception d'une demande des primes à
l’embellissement de façade ou à la rénovation de l’habitat. Cette exonération commence à
courir à partir du mois au cours duquel le début des travaux a été valablement acté par
l’Administration.
e) pendant les 24 mois qui suivent le mois de délivrance de l’accusé de réception, l’immeuble
qui a fait l’objet d’une demande de permis d’urbanisme déclarée complète.




                                                 89
f) pendant 24 mois à partir du premier du mois qui suit celui de la notification du constat,
l’immeuble négligé qui se situe dans le périmètre d'un contrat de quartier, sauf l'immeuble
qui est frappé d'un arrêté du Bourgmestre d'inhabitabilité ou d'insalubrité ou d’une mise en
demeure ou d’une interdiction de continuer de proposer à la location, mettre en location, ou
de faire occuper le logement, de la Direction de l’Inspection Régionale du Logement ou d'un
constat d'abandon avant la mise en oeuvre du contrat de quartier ou si l'état de l'immeuble
provoque un danger pour les usagers de la voie publique.
g) pendant les 36 mois qui suivent la signature d’un partenariat de rénovation avec un
organisme agréé tel que, notamment, une agence immobilière sociale.
h) l’immeuble dont l'état visé à l’article 1 résulte d'un cas de force majeure.
Article 7
La taxe est recouvrée, soit via son espace personnel sur le site de l’Administration
communale, soit par paiement électronique au compte de la Commune.
Article 8
Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et
Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition.
La taxe enrôlée est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle.
A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au profit de
l’Administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par l’article 414 du
Code des impôts sur les revenus de 1992.
Article 9
La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies pour la
perception des impôts au profit de l’Etat.
Article 10
§1er - Le redevable ou son représentant peut introduire une réclamation, par écrit, contre le
montant de l’imposition établie, y compris toutes majorations et amendes, auprès du Collège
des Bourgmestre et Echevins, qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de nullité,
cette réclamation doit être signée et motivée et elle doit mentionner : les nom, qualité,
adresse ou siège du redevable à charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la
réclamation et un exposé des faits et moyens.
§2 - Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai de trois
mois, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de l’avertissement-extrait
de rôle.
Un accusé de réception sera notifié dans les 15 jours après l’envoi ou du dépôt de la
réclamation.
§3 - Si le contribuable ou son représentant souhaite être entendu dans le cadre de l’examen
de sa réclamation, il doit en faire la demande explicite dans sa réclamation.
Article 11
Le présent règlement entre en vigueur le 1erjanvier 2021 et remplace le règlement approuvé
par le Conseil communal en sa séance du 29 juin 2016.

                                    DE GEMEENTERAAD
                 Besloten, met 33 stem(men) tegen 0 en 13 onthouding(en).

Gezien het raadsbesluit van 29 juni 2016 betreffende het reglement betreffende de belasting
op de verwaarloosde en onverzorgde gebouwen, voor een termijn van 5 jaar, vervallend op
31 december 2020;
Gelet artikel 170, § 4 van de Grondwet, die zich wijdt aan de fiscale autonomie van de
gemeenten onder voorbehoud van wettelijke beperkingen;
Gelet op de nieuwe gemeentewet namelijk artikel 117, alinea 1, en artikel 118, alinea 1;
Gelet op de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 3 april 2014 betreffende
de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen zoals gewijzigd tot
op heden;
Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de gerechtelijke regeling op gebied van
fiscaliteit;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 betreffende de regeling van administratief toezicht
op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd tot op heden;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;



                                              90
Overwegende de noodzaak voor de gemeente om aan haar verplichtingen te voldoen in
overeenstemming met de eisen van het beheersplan en de vereisten van artikel 252 NGW,
welke de gemeenten verplicht een begroting in evenwicht te realiseren;
Gezien de noodzaak voor de gemeente om ontvangsten te heffen ter dekking van de kosten
die door al haar activiteiten worden gemaakt, en voornamelijk om inkomsten te verzekeren
om te kunnen voldoen aan de financiële lasten in verband met haar verplichting om de rust,
veiligheid en openbare netheid te waarborgen;
Overwegende dat het behoud van deze bron van inkomsten gerechtvaardigd is;
Overwegende dat het grondgebied van de gemeente Schaarbeek een zeker aantal van geheel
of gedeeltelijk verwaarloosde of onverzorgde gebouwen telt;
Overwegende dat de aanwezigheid van deze gebouwen waarschijnlijk tot gevolg heeft om
het initiatief van de buurtbewoners te ontmoedigen en het veroorzaken van een algemene
onverschilligheid op gebied van woongelegenheid;
Overwegende de noodzaak om de strijd aan te gaan tegen geheel of gedeeltelijk
verwaarloosde en onverzorgde gebouwen;
Overwegende de noodzaak om huisjesmelkers te bestrijden en ervoor te zorgen dat de
gebouwen voldoen aan de gezondheids- en veiligheidsnormen en het daarom raadzaam is
om in het reglement op te nemen, de ingebrekestellingen van de Directie Gewestelijke
Huisvestingsinspectie op dezelfde wijze dan de besluiten genomen door de burgemeester in
verband met een onbewoonbaar- of ongezondheidsverklaring omdat deze in vele gevallen
over gelijkaardige inbreuken gaan;
Overwegende dat deze situatie, wanneer ze niet wordt verholpen, de vernieuwing of
restauratie van het onroerend goed vertraagt en bedreigt;
Overwegende deze procedure te behouden om het gewenste resultaat te bereiken, dat in het
bijzonder bedoeld is de eigenaars er toe aan te zetten de nodige herstelwerkzaamheden uit
te voeren;
Gelet bovendien, op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 13
oktober 2020 en het administratief dossier;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
BESLUIT :
Artikel 1
Er wordt ten bate van de Gemeente, voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2025, een
maandelijkse belasting geheven op de geheel of gedeeltelijk verwaarloosde of onverzorgde
gebouwen, voor zover ze gelegen zijn langsheen een openbare weg of op een perceel direct
grenzend aan de openbare weg.
Worden beschouwd als volledig verwaarloosd of onverzorgd, de gebouwen die het voorwerp
uitmaken van een besluit van onbewoonbaar- of ongezondheidsverklaring, of het bevel tot
afbraak of de ingebrekestellingen of het verbod tot te huur stellen, het verhuren, of
aanzetten tot ingebruikname van de woongelegenheid van de Directie Gewestelijke
Huisvestingsinspectie, of de gebouwen, die ingevolge een verslag opgesteld door een daartoe
gemachtigde gemeentebeambte, waarvan uiterlijke gebreken werden vastgesteld aan de
voorgevel, zoals afschilferende verf, barsten of breuken, gebarsten voegen, losgekomen
pleisterwerk, losgekomen stenen, vorming van mos, van plantengroei of gebreken aan de
gevelelementen, aan de schouwen, aan erkers, aan loggia’s, aan balkons, aan het
daktimmerwerk, aan de dakbedekking, aan de dakranden, aan de kroonlijst, aan de
regenwater afvoerlopen, aan de kelderramen, aan de gevelopeningen, aan de beglazing, aan
het buitenschrijnwerk maar ook de gebouwen met openstaande vensterdeuren of ramen
welke toelaten dat duiven of andere vogels binnendringen; deze opsomming is echter niet
limitatief.
Worden beschouwd als gedeeltelijk verwaarloosde of onverzorgde gebouwen, deze waarvan
slechts een aantal verdiepingen of delen van het gebouw beantwoorden aan de bepalingen
welke in voorgaande alinea werden beschreven; zij zullen belast worden in evenredigheid op
basis van de belasting op de volledig verwaarloosde of onverzorgde gebouwen.
Artikel 2
De aanslagvoet op 1 januari 2021 per strekkende meter gevellengte en per verdieping, wordt
gevestigd op 65,28€ per maand en zal op 1 januari van de volgende jaren worden verhoogd
met 2%, volgens onderstaande tabel:




                                            91
Aanslagjaar 2022        Aanslagjaar 2023        Aanslagjaar 2024        Aanslagjaar 2025
66,59 €                 67,92 €                 69,28 €                 70,66 €
Echter, de aanslagvoet zal met 25% worden verhoogd na twaalf opeenvolgende maanden
verwaarlozing of onverzorgdheid en met 50% na vierentwintig maanden.
Wanneer het gebouw aan meerdere straten paalt, wordt de belasting berekend, rekening
houdend met de grootste gevellengte langs één van deze straten.
Wanneer het gebouw een hoek vormt, wordt de grootste gevellengte in aanmerking
genomen, vermeerderd met de helft van de stompe of afgeronde hoek.
Wanneer het een alleenstaand gebouw betreft, wordt de helft der totale gevellengte van het
gebouw, horizontaal gemeten op iedere verdieping, in aanmerking genomen.
Artikel 3
De vaststelling van de staat van het gebouw zoals beschreven in artikel 1 van dit reglement,
wordt opgemaakt door een gemeentebeambte en binnen de dertig dagen betekend per
aangetekend schrijven aan de persoon, waarvan de naam voorkomt in de kadastrale
documenten. De belastingplichtige beschikt, vanaf deze betekening, over een termijn van
twee maanden om zijn opmerkingen per aangetekend schrijven te laten gelden.
De vaststelling geldig voor onbepaalde duur tot het tegendeel wordt bewezen, zal dienen als
basis bij de later volgende inkohieringen.
Artikel 4
De belasting is verschuldigd door de houder van het werkelijk recht van het gebouw, hetzij de
eigenaar, de houder van de erfpacht, de opstalhouder naargelang het geval.
Bij naakte eigendom, en bij gebrek aan betaling door de vruchtgebruiker, is de naakte
eigenaar gehouden de belasting te betalen.
Bij mede-eigendom, wordt de belasting van de mede-eigenaars geëist volgens ieders aandeel
ieder in deze mede-eigendom.
Artikel 5
De belasting is voor de eerste maal verschuldigd op de eerste dag van de derde maand die
volgt op betekening van de vaststelling en blijft van toepassing zolang er geen einde is gesteld
aan de staat van de woning zoals vermeld in de vaststelling. Deze termijn kan met 2 maanden
worden verlengd wanneer de werken zijn gestart gedurende de periode van 5 maanden vanaf
de betekening van de vaststelling.
De belasting zal dus niet meer worden geïnd vanaf de maand waarin de belastingplichtige het
gemeentebestuur schriftelijk informeert over de totale herstelling van het gebouw en in
zoverre dit feit behoorlijk werd vastgesteld door een daartoe aangeduide gemeentebeambte.
Geen enkele vermindering of teruggave wordt toegestaan om welke reden ook.
Artikel 6
Zijn vrijgesteld van de belasting:
a) de persoon die het onbewoond gebouw verwierf, gedurende het jaar dat volgt op de
verwerving;
b) de gebouwen die getroffen worden door een onteigeningsplan dat goedgekeurd werd door
de bevoegde overheid, tenzij er zich winstgevende installaties op bevinden zoals
aanplakborden, pylonen, masten, antennes en/of andere telecommunicatiemiddelen,
zendapparatuur voor signalen en informatie-uitwisseling via hertzgolven. Deze lijst is niet
limitatief.
c) gedurende de 24 maanden volgend op de maand wanneer het onheil heeft plaatsgehad,
de gebouwen die door onheil geteisterd werden, tenzij er zich winstgevende installaties op
bevinden zoals aanplakborden, pylonen, masten, antennes en/of andere
telecommunicatiemiddelen, zendapparatuur voor signalen en informatie-uitwisseling via
hertzgolven. Deze lijst is niet limitatief. De vrijstelling is niet van toepassing wanneer het
gebouw in kwestie reeds voordien werd ingekohierd voor deze belasting.
d) gedurende de 12 maanden volgend op de aanvang van de werken, het gebouw waaraan
werken gebeuren overeenkomstig de in voege zijnde wetten en reglementen, die specifiek
uitgevoerd worden om een einde te stellen aan de staat bedoeld in artikel 1, voor zover de
werken gestaag en blijvend worden voortgezet. De belastingplichtige is er toe gehouden om
de administratie per aangetekend schrijven op de hoogte te stellen van de datum van
aanvang van de werkzaamheden en deze bewering te staven door middel van enig bewijs,
zoals, in het bijzonder, een ondertekende overeenkomst ter waarde van de werken of een
ontvangstbewijs van premieaanvraag voor de verfraaiing van gevels of de renovatie van het

                                              92
woonmilieu. Deze vrijstelling gaat in op de maand waarin de start van de werken officieel ter
kennis werd gebracht aan de administratie.
e) gedurende de 24 maanden volgend op de maand waarbij een bericht van ontvangst werd
afgeleverd, voor het gebouw waarbij het dossier van de aanvraag van een
stedenbouwkundige vergunning, volledig wordt verklaard
f) gedurende 24 maanden tellend vanaf de eerste van de maand volgend op de betekening
van de vaststelling, voor een onverzorgd gebouw binnen de perimeter van een wijkcontract,
behalve wanneer het gebouw is onderworpen aan een besluit van de burgemeester van
onbewoonbaar- of ongezondheidsverklaring of aan een ingebrekestelling van de Directie
Gewestelijke Huisvestingsinspectie of het verbod tot te huur stellen, het verhuren, of
aanzetten tot ingebruikname van de woongelegenheid of aan een vaststelling van
verwaarlozing vóór de uitvoering van het wijkcontract of als de staat van het gebouw een
gevaar betekent voor de gebruikers van de openbare weg.
g) gedurende 36 maanden na de ondertekening van een renovatiepartnerschap met een
erkende organisatie, als zodanig, een sociaal verhuurkantoor.
h) het gebouw waarvan sprake in artikel 1 het gevolg is van overmacht.
Artikel 7
De belasting is te voldoen, hetzij via de persoonlijke ruimte op de website van het
gemeentebestuur, hetzij per elektronische betaling op rekening van de gemeente.
Artikel 8
De kohieren van de belasting worden door het College van Burgemeester en Schepenen
opgemaakt en uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar afgesloten en
uitvoerbaar verklaard.
De ingekohierde belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het
aanslagbiljet.
Bij gebrek aan betaling binnen de vastgestelde termijn zullen verwijlinteresten worden
gevorderd, berekend volgens de bepalingen vastgelegd in artikel 414 van het Wetboek op de
inkomstenbelastingen voor 1992
Artikel 9
De belasting is door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels vastgesteld voor
het innen van belastingen ten voordele van de Staat.
Artikel 10
§1 - De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar schriftelijk indienen
tegen de geheven belasting, alsook alle verhogingen of boetes, bij het College van
Burgemeester en Schepenen, die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te
vermijden, moet het bezwaarschrift ondertekend en met redenen omkleed zijn en moet
vermelden: de naam, hoedanigheid, adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de
belasting is vastgesteld alsook het onderwerp van het bezwaar en een uiteenzetting van
feiten en middelen.
§2 - De bezwaren moeten ingediend worden, op straffe van nietigheid, binnen de termijn van
drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van
het aanslagbiljet.
Van het bezwaarschrift zal schriftelijk ontvangst bericht worden binnen de 15 dagen na de
verzending of de indiening van het bezwaarschrift.
§3 - Indien de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden in het
kader van het onderzoek van zijn bezwaar, moet hij dit uitdrukkelijk vragen in zijn
bezwaarschrift
Artikel 11
Dit onderhavige reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en vervangt het reglement
goedgekeurd door de Gemeenteraad van 29 juni 2016.


SP 30.- Taxe sur les cercles privés - Exercices 2021 à 2025 – Renouvellement et modification
   -=- Belasting op de privéclubs - Aanslagjaren 2021 tot 2025 – Hernieuwing en wijziging

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 39 voix contre 0 et 7 abstention(s). -=- Besloten, met 39 stem(men) tegen 0 en 7
onthouding(en).




                                             93
                                   LE CONSEIL COMMUNAL
                         Décidé, par 39 voix contre 0 et 7 abstention(s).

Vu sa délibération du 23 septembre 2015 votant le règlement-taxe sur les cercles privés pour
un terme de 5 ans, expirant le 31 décembre 2020 ;
Vu l’article 170, § 4 de la Constitution, qui consacre l’autonomie fiscale des communes sous
réserve des exceptions légales ;
Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1er et l’article 118, alinéa 1er ;
Vu l’ordonnance du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 avril 2014 relative à
l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes communales, telle
que modifiée à ce jour ;
Vu la loi du 23 mars 1999 relative à l’organisation judiciaire en matière fiscale ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la
Région de Bruxelles-Capitale, telle que modifiée à ce jour ;
Vu la situation financière de la Commune ;
Considérant la nécessité pour la Commune de remplir ses obligations dans le respect des
exigences du plan de gestion et du prescrit de l’article 252 NLC, lequel impose aux communes
de réaliser l’équilibre budgétaire ;
Considérant la nécessité pour la Commune de prélever des recettes pour couvrir les dépenses
qu’exige l’ensemble de ses activités, et en particulier d’assurer des recettes permettant de
faire face aux charges financières liées à ses obligations d’assurer la sécurité et la tranquillité
publiques ;
Considérant que le maintien de cette source de revenus se justifie ;
Considérant que les cercles privés constituent une activité économique génératrice de
revenus permettant raisonnablement de considérer que les exploitants actifs dans ce secteur
d'activité disposent de capacités contributives leur permettant de s'acquitter des taxes mises
à leur charge ;
Considérant que les cercles privés génèrent des dépenses supplémentaires pour la Commune
notamment au niveau de la sécurité, de la propreté et de l'ordre publics et qu'il est donc
légitime de financer une partie de ces dépenses par un règlement taxe ;
Considérant que les cercles privés, notamment par l'affluence qu'ils génèrent, ont des
incidences sur la tranquillité et l'ordre publics et qu'un règlement taxe peut avoir pour
objectif accessoire de veiller à préserver la tranquillité publique et l'ordre publics ;
Considérant que les exonérations prévues à l’article 6 sont justifiées dans la mesure où les
établissements visés par cet article poursuivent d’une part un but d’intérêt général et, d’autre
part, n’ont pas pour objectif principal de distribuer des boissons et ne perturbent par
conséquent ni la tranquillité ni l’ordre publics autant que les établissements sujets à taxation ;
Considérant qu'une simplification de la procédure de déclaration est appropriée afin de
réduire la charge administrative pour le contribuable et les services communaux ;
Vu, pour le surplus, le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins du 13 octobre 2020 et
le dossier administratif ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins,
ARRETE :
Article 1
Il est établi, pour les exercices 2021 à 2025, une taxe communale sur les cercles privés.
Article 2
Sont visés par les présentes dispositions, les établissements où s'exerce une activité
quelconque et dont l’accès est soit réservé à certaines catégories de personnes ou
subordonné à l’accomplissement de certaines formalités, soit interdit à certaines catégories
de personnes, et où, en tout cas, est offerte la possibilité de consommer des boissons.
Article 3
Le taux de la taxe au 1er janvier 2021 est fixé à 5.811,96€ par an et par cercle privé. Il sera
majoré au 1er janvier de l’année suivante au taux de 2%, conformément au tableau ci-
dessous :
Exercice 2022           Exercice 2023          Exercice 2024             Exercice 2025
5.928,20 €              6.046,76 €             6.167,70 €                6.291,05 €




                                                94
Article 4
La taxe est à charge de l’exploitant du cercle privé. Toutefois, s’il s’agit d’un établissement
exploité par une association ne possédant pas la personnalité juridique, elle est en charge de
la personne disposant des locaux où se situe le cercle privé, à titre locataire ou, le cas
échéant, de propriétaire.
Article 5
La taxe est due pour l'année entière quelle que soit la date de mise en exploitation, de reprise
ou de cessation d’une exploitation. Il n’est accordé aucune remise ou restitution pour
quelque cause que ce soit. En cas de reprise d’un établissement pour lequel la taxe de
l’année en cours a été acquittée, il ne sera pas perçu de nouvelle taxe pour le même
établissement.
Article 6
Sont exonérés de la taxe :
       ·    les établissements qui, en raison du but poursuivi, sont subsidiés par les pouvoirs
            publics ;
       ·    les établissements affectés à une activité philanthropique, artistique, culturelle ou
            sportive et où la possibilité de consommer des boissons de tout type n’existe qu’à
            titre accessoire ;
       ·    les établissements à but social qui sont accessibles uniquement aux membres
            inscrits et dont les statuts prévoient que le solde de l’actif des comptes annuels
            est versé à une oeuvre caritative. Le récépissé de ce paiement devra être
            communiqué chaque année au Collège des Bourgmestre et Echevins.
Article 7
§1er - Pour un exercice d’imposition donné, le contribuable est tenu de remettre à
l’Administration communale une déclaration. Il peut aussi remplir cette déclaration via son
espace personnel sur le site de l’Administration communale.
§2 - Toutefois, l’Administration communale peut dispenser un contribuable de l’obligation de
déclaration et lui envoyer une proposition de déclaration. Cette proposition mentionne la
base imposable ainsi que tous les renseignements et données qui ont été pris en
considération.
§3 - Si dans la proposition de déclaration figurent des inexactitudes ou des omissions, ou si
les données pré imprimées ne correspondent pas à la base imposable, le contribuable est
tenu, dans un délai de 15 jours après l'expédition de la proposition de déclaration, de
soumettre à l’Administration la proposition de déclaration dûment corrigée, complétée,
datée et signée.
C’est au contribuable de prouver qu'il / elle a déposé dans les délais la proposition de
déclaration (corrigée ou complétée).
Si la proposition de déclaration ne contient pas d'inexactitudes ou d'omissions et que les
données imprimées correspondent au statut fiscal, le contribuable ne doit pas retourner la
proposition de déclaration.
§4 - La proposition de déclaration, complétée par les éléments que le contribuable a signalé
dans le délai visé au §3, vaut déclaration.
Toutefois, lorsque le contribuable n’a pas respecté l’obligation visée au §3, alinéa 1er, la
proposition de déclaration est assimilée à une déclaration inexacte ou incomplète.
§5 - Le contribuable qui n’a pas reçu de formule de déclaration ou de proposition de
déclaration a l’obligation d’en réclamer une et est tenu de la renvoyer, dûment complétée et
signée, au plus tard le 31 décembre de l’année de l’exercice considéré.
§6 - La déclaration reste valable pour les exercices d’imposition suivants jusqu’à révocation.
En cas de modification de la base imposable, le contribuable doit se procurer une nouvelle
formule de déclaration et la renvoyer, dûment complétée et signée, à l’Administration
communale dans les dix jours de la survenance du fait. Sans préjudice des dispositions du
présent règlement, le nouveau formulaire de déclaration sert de base aux enrôlements
ultérieurs et vaut révocation expresse de la formule de déclaration précédente.
Article 8
Le contribuable est tenu de faciliter le contrôle de sa déclaration notamment en fournissant
tous les documents et renseignements qui lui seront réclamés à cet effet. En cas de non
remise de document, d’absence de coopération ou d'empêchement du contrôle fiscal par le
contribuable ou par un tiers, une amende administrative de 50€ sera imposée. Cette amende
sera établie et recouvrée selon les mêmes règles que celles prévues aux articles 10 à 12 du
présent règlement.

                                               95
96
Article 9
L’absence de déclaration dans les délais prévus ou la déclaration incorrecte, incomplète ou
imprécise de la part du contribuable entraîne l’enrôlement d’office de la taxe sur base des
données dont la Commune dispose. Dans ce cas, la taxe enrôlée d’office est majorée d’un
montant égal à la moitié de la taxe due.
Avant de procéder à la taxation d’office, l’Administration communale notifie au contribuable,
par lettre recommandée à la poste, les motifs pour lesquels elle recourt à cette procédure, les
éléments sur lesquels se base la taxation, le mode de détermination de ces éléments, ainsi
que le montant de la taxe.
Le contribuable dispose d’un délai de trente jours calendrier, à compter du troisième jour
ouvrable suivant la date d’envoi de la notification, pour faire valoir ses observations par écrit.
Le contribuable est tenu de produire la preuve de l’exactitude des éléments qu’il invoque.
L’Administration communale procédera à l’enrôlement d’office de la taxe si au terme de ce
délai, le contribuable n’a émis aucune observation qui justifie l’annulation de cette
procédure.
Article 10
La taxe est recouvrée, soit via son espace personnel sur le site de l’Administration
communale, soit par paiement électronique au compte de la Commune.
Article 11
Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et
Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition.
La taxe enrôlée est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle.
A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au profit de
l’Administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par l’article 414 du
Code des impôts sur les revenus de 1992.
Article 12
La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies pour la
perception des impôts au profit de l’Etat.
Article 13
§1er - Le redevable ou son représentant peut introduire une réclamation, par écrit, contre le
montant de l’imposition établie, y compris toutes majorations et amendes, auprès du Collège
des Bourgmestre et Echevins, qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de nullité,
cette réclamation doit être signée et motivée et elle doit mentionner : les nom, qualité,
adresse ou siège du redevable à charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la
réclamation et un exposé des faits et moyens.
§2 - Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai de trois
mois, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de l’avertissement-extrait
de rôle.
Un accusé de réception sera notifié dans les 15 jours après l’envoi ou du dépôt de la
réclamation.
§3 - Si le contribuable ou son représentant souhaite être entendu dans le cadre de l’examen
de sa réclamation, il doit en faire la demande explicite dans sa réclamation.
Article 14
Le présent règlement entre en vigueur le 1erjanvier 2021 et remplace le règlement approuvé
par le Conseil communal en sa séance du 23 septembre 2015.

                                    DE GEMEENTERAAD
                  Besloten, met 39 stem(men) tegen 0 en 7 onthouding(en).

Gezien het raadsbesluit van 23 september 2015 stemmend het belastingreglement op de
privé clubs, voor een termijn van 5 jaar, vervallend op 31 december 2020;
Gelet artikel 170, § 4 van de Grondwet, die zich wijdt aan de fiscale autonomie van de
gemeenten onder voorbehoud van wettelijke beperkingen;
Gelet op de nieuwe Gemeentewet namelijk artikel 117, alinea 1, en artikel 118, alinea 1;
Gelet op de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 3 april 2014 betreffende
de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen, zoals gewijzigd tot
op heden;




                                               97
Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de gerechtelijke regeling op gebied van
fiscaliteit;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 betreffende de regeling van administratief toezicht
op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd tot op heden;
Gelet op de financiële toestand van de Gemeente;
Overwegende de noodzaak voor de Gemeente om aan haar verplichtingen te voldoen in
overeenstemming met de eisen van het beheersplan en de vereisten van artikel 252 NGW,
welke de gemeenten verplicht een begroting in evenwicht te realiseren;
Gezien de noodzaak voor de Gemeente om ontvangsten te heffen ter dekking van de kosten
die door al haar activiteiten worden gemaakt, en voornamelijk om inkomsten te verzekeren
om te kunnen voldoen aan de financiële lasten in verband met haar verplichting om de
openbare veiligheid en rust te waarborgen;
Overwegende dat het behoud van deze bron van inkomsten gerechtvaardigd is;
Overwegende dat privéclubs deel uitmaken van een inkomstgenererende economische
activiteit, hetgeen gegronde redenen biedt te vermoeden dat de uitbaters die actief zijn in
deze sector over de nodige middelen beschikken, die hen in staat moet stellen zich te kwijten
van de belastingen die op hen van toepassing zijn;
Overwegende dat privé-clubs bijkomende uitgaven met zich meebrengen voor de Gemeente
op vlak van veiligheid, reinheid en openbare orde en dat het gerechtvaardigd is een gedeelte
van deze uitgaven te financieren door middel van een belastingreglement;
Overwegende dat privé-clubs, door de toestroom van personen die ze veroorzaken, een
impact hebben op de rust en de openbare orde en dat een belastingreglement als
bijkomende doelstelling kan hebben de openbare rust en openbare orde te waarborgen;
Overwegende dat de in artikel 6 bedoelde vrijstellingen gerechtvaardigd zijn voor zover de in
dat artikel bedoelde inrichtingen enerzijds een doel van algemeen belang nastreven en
anderzijds niet als hoofddoel het verbruiken van dranken hebben en derhalve de openbare
orde en rust niet zozeer verstoren als de aan belasting onderworpen inrichtingen;
Overwegende dat een vereenvoudiging van de aangifteprocedure aangewezen is ten einde
het administratief werk van zowel de belastingplichtige als van de gemeentelijke diensten te
verminderen;
Gelet bovendien, op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 13
oktober 2020 en het administratief dossier;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
BESLUIT :
Artikel 1
Er wordt voor de aanslagjaren 2021 tot 2025 een belasting gevestigd op de privé-clubs.
Artikel 2
Worden beoogd door de huidige bepalingen, de inrichtingen waar om het even welke
activiteit wordt uitgeoefend en waarvan de toegang, ofwel voorbehouden is aan een
bepaalde categorie personen of onderworpen aan de vervulling van bepaalde formaliteiten,
ofwel verboden voor een zekere categorie personen, en waar, in ieder geval, de mogelijkheid
wordt geboden om dranken te gebruiken.
Artikel 3
De belasting is op 1 januari 2021 vastgesteld op 5.811,96€ per jaar en per privé-club. Deze
aanslagvoet zal op 1 januari van het volgende jaar worden verhoogd met 2%, volgens
onderstaande tabel:
Aanslagjaar 2022       Aanslagjaar 2023      Aanslagjaar 2024         Aanslagjaar 2025
5.928,20 €             6.046,76 €            6.167,70 €               6.291,05 €
Artikel 4
De belasting is verschuldigd door de uitbater van de privé club. Nochtans, indien het een
inrichting betreft, beheerd door een vereniging welke geen rechtspersoonlijkheid bezit, is ze
verschuldigd door de persoon die over de lokalen beschikt ten titel van huurder of eventueel
van eigenaar.




                                             98
Artikel 5
De belasting is verschuldigd voor het ganse jaar welke ook de datum is van de
ingebruikneming, van overname of stopzetting van een uitbating. Er wordt geen enkele
korting noch terugbetaling toegestaan om gelijk welke redenen ook. In geval van overname
van de instelling waarvoor de belasting van het lopende jaar is volstort, zal geen nieuwe
belasting meer geïnd worden voor diezelfde instelling.
Artikel 6
Zijn van de belasting vrijgesteld:
       ·    de inrichtingen die, om reden van het doel dat wordt nagestreefd, door de
            overheid worden betoelaagd;
       ·    de inrichtingen zich hoofdzakelijk verdienstelijk maken op filantropisch, artistiek,
            cultureel of sportief gebied en waar de mogelijkheid van het verbruiken van
            dranken alleen maar als bijkomstig worden beschouwd;
       ·    de inrichtingen met sociaal doel die alleen toegankelijk zijn voor de ingeschreven
            leden en waarvan de statuten voorzien dat het saldo van de jaarrekening gestort
            wordt aan een liefdadig werk. Het ontvangstbewijs van deze betaling dient
            jaarlijks ter inzage worden overhandigd aan het College van Burgemeester en
            Schepenen.
Artikel 7
§1 - Voor een welbepaald aanslagjaar, is de belastingplichtige ertoe gehouden aangifte te
doen bij het Gemeentebestuur. Hij kan deze aangifte ook doen via zijn persoonlijke ruimte op
de website van het Gemeentebestuur.
§2 - Echter, het Gemeentebestuur kan een belastingplichtige vrijstellen van de verplichting tot
aangifte en hem een voorstel van aangifte toesturen. Dit voorstel vermeldt de belastbare
grondslag alsook alle informatie en gegevens die in aanmerking zijn genomen.
§3 - Indien op het voorstel van aangifte onjuistheden of onvolledigheden zijn vermeld of
indien de voorgedrukte gegevens niet overeenstemmen met de belastbare toestand, moet de
belastingplichtige het voorstel van aangifte binnen de termijn van 15 dagen na verzending,
gedag- en ondertekend indienen bij het Gemeentebestuur, met een duidelijke en volledige
vermelding en opgave op het voorstel van aangifte van de correcte gegevens en/of alle
verbeteringen of aanvullingen. Het is de belastingplichtige die dient te bewijzen dat hij/zij het
(verbeterd of vervolledigd) voorstel van aangifte tijdig indiende.
Indien het voorstel van aangifte evenwel geen onjuistheden of onvolledigheden bevat en alle
voorgedrukte gegevens stroken met de belastbare toestand, moet de belastingplichtige het
voorstel van aangifte niet indienen bij het Gemeentebestuur.
§4 - Het voorstel van aangifte, aangevuld met elementen door de belastingplichtige binnen
de periode bedoeld in §3, geldt als aangifte.
Echter, wanneer de belastingplichtige niet heeft voldaan aan de in §3, 1ste alinea beoogde
verplichting, wordt de voorgestelde aangifte beschouwd als een onjuiste of onvolledige
verklaring.
§5 - De belastingplichtigen die geen aangifteformulier of voorstel van aangifte ontvangen
hebben, worden verzocht er één te vragen en zijn ertoe gehouden deze terug te sturen,
behoorlijk ingevuld en ondertekend, uiterlijk op 31 december van het desbetreffende
aanslagjaar.
§6 - De aangifte blijft geldig voor de volgende aanslagjaren, tot herroeping.
In het geval van wijzigingen in de belastinggrondslag, moet de belastingplichtige een nieuw
aangifteformulier aanvragen en deze naar behoren invullen, ondertekenen en terugsturen
naar de Gemeente dit binnen de tien dagen na het ontstaan van de gebeurtenis.
Onverminderd de bepalingen van deze verordening, de nieuwe aangifte vormt de basis bij de
volgende inkohieringen en herroept uitdrukkelijk het vorige aangifteformulier.
Artikel 8
De belastingplichtige wordt ertoe gehouden de controle van zijn aangifte te vergemakkelijken
voornamelijk door het verstrekken van alle documenten en inlichtingen die hem hierbij
zouden worden gevraagd. Bij het niet voorleggen van documenten, gebrek aan medewerking
of verhinderen van de fiscale controle door de belastingplichtige of een derde, wordt een
administratieve geldboete opgelegd van 50€. Deze boete wordt gevestigd en ingevorderd
volgens dezelfde regels als voorzien in de artikels 10 tot 12 van dit reglement.




                                               99
Artikel 9
Het ontbreken van de aangifte binnen de voorziene termijnen, of de onjuiste, onvolledige of
onduidelijke aangifte vanwege de belastingplichtige kan de aanslag van ambtshalve worden
gevestigd op basis van de gegevens waarover de Gemeente beschikt. In dit geval zal de
ingekohierde belasting worden verhoogd met het bedrag gelijk aan de helft van de
verschuldigde belasting.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve inkohiering, zal het Gemeentebestuur per
aangetekend schrijven, de motieven betekenen aan de belastingplichtige, welke aanleiding
geven tot deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd, de manier
waarop deze elementen werden vastgesteld en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf
de derde werkdag die volgt op de verzending van de betekening, om schriftelijk zijn
opmerkingen te doen gelden.
Het Gemeentebestuur zal aan het einde van deze periode overgaan tot de ambtshalve
inkohiering indien de belastingplichtige geen opmerkingen heeft gemaakt die de annulering
van deze procedure rechtvaardigt.
Artikel 10
De belasting is te voldoen, hetzij via de persoonlijke ruimte op de website van het
Gemeentebestuur, hetzij per elektronische betaling op rekening van de Gemeente.
Artikel 11
De kohieren van de belasting worden door het College van Burgemeester en Schepenen
opgemaakt en uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar afgesloten en
uitvoerbaar verklaard.
De ingekohierde belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het
aanslagbiljet.
Bij gebrek aan betaling binnen de vastgestelde termijn zullen verwijlinteresten worden
gevorderd, berekend volgens de bepalingen vastgelegd in artikel 414 van het Wetboek op de
inkomstenbelastingen voor 1992
Artikel 12
De belasting is door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels vastgesteld voor
het innen van belastingen ten voordele van de Staat.
Artikel 13
§1 - De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar schriftelijk indienen
tegen de geheven belasting, alsook alle verhogingen of boetes, bij het College van
Burgemeester en Schepenen, die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te
vermijden, moet het bezwaarschrift ondertekend en met redenen omkleed zijn en moet
vermelden: de naam, hoedanigheid, adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de
belasting is vastgesteld alsook het onderwerp van het bezwaar en een uiteenzetting van
feiten en middelen.
§2 - De bezwaren moeten ingediend worden, op straffe van nietigheid, binnen de termijn van
drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van
het aanslagbiljet.
Van het bezwaarschrift zal schriftelijk ontvangst bericht worden binnen de 15 dagen na de
verzending of de indiening van het bezwaarschrift.
§3 - Indien de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden in het
kader van het onderzoek van zijn bezwaar, moet hij dit uitdrukkelijk vragen in zijn
bezwaarschrift
Artikel 14
Dit onderhavige reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en vervangt het reglement
goedgekeurd door de Gemeenteraad van 23 september 2015.


SP 31.- Taxe sur les lieux de prostitution en vitrine - Exercices 2021 à 2025 –
   Renouvellement et modification -=- Belasting op de raamprostitutieruimten -
   Aanslagjaren 2021 tot 2025 – Hernieuwing en wijziging




                                            100
DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 33 voix contre 0 et 13 abstention(s). -=- Besloten, met 33 stem(men) tegen 0 en
13 onthouding(en).

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                       Décidé, par 33 voix contre 0 et 13 abstention(s).

Vu sa délibération du 28 septembre 2016 votant le règlement-taxe sur les lieux de
prostitution en vitrine pour un terme de 5 ans, expirant le 31 décembre 2021 ;
Vu les règlements communaux de police et d’urbanisme sur les lieux de prostitution en
vitrine ;
Vu l’article 170, § 4 de la Constitution qui consacre l’autonomie fiscale des communes sous
réserve des exceptions légales ;
Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1er et l’article 118, alinéa 1er ;
Vu l’ordonnance du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 avril 2014 relative à
l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes communales telle
que modifiée à ce jour ;
Vu la loi du 23 mars 1999 relative à l’organisation judiciaire en matière fiscale ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la
Région de Bruxelles-Capitale, telle que modifiée à ce jour ;
Vu la situation financière de la Commune ;
Vu la nécessité pour la Commune de remplir ses obligations dans le respect des exigences du
plan de gestion et du prescrit de l’article 252 NLC, lequel impose aux communes de réaliser
l’équilibre budgétaire ;
Vu la nécessité pour la Commune de prélever des recettes pour couvrir les dépenses qu’exige
l’ensemble de ses activités, et en particulier d’assurer les recettes permettant de faire face
aux charges financières liées à son obligation d’assurer la tranquillité, la sécurité et la
propreté publiques ;
Considérant que le maintien de cette source de revenus se justifie ;
Considérant que la perception de la taxe visée au présent règlement assure une répartition
équitable de la charge fiscale entre les différents contribuables sur le territoire de la
Commune ;
Considérant que ces lieux de prostitution en vitrines relèvent d'une activité économique
génératrice de revenus permettant raisonnablement de considérer que les personnes
physiques ou morales actives dans ce secteur d'activité disposent de capacités contributives
leur permettant de s'acquitter des taxes mises respectivement à leur charge ;
Considérant que si l’objectif principal d’une taxe est d’ordre budgétaire, rien ne s’oppose à ce
que l’autorité communale poursuive parallèlement des objectifs accessoires, d’incitation ou
de dissuasion ;
Considérant, à cet égard, que les va-et-vient liés à l’exploitation de ces établissements ont des
conséquences néfastes non seulement sur la tranquillité publique, et plus particulièrement
sur la commodité de passage, mais également sur la sécurité des quartiers qui les abritent ;
Considérant que la matière visée par le règlement-taxe engendre dans ses alentours
immédiats une surveillance particulière des services de police et davantage d’interventions
en matière de propreté et de sécurité publiques de la part des services communaux ;
Considérant qu’en raison de la situation précaire dans laquelle se trouvent les exploitants
d'une carrée, il convient que ces derniers disposent d'une base appropriée ;
Considérant qu'on peut raisonnablement estimer que le calcul d'une taxe se fait sur base du
nombre effectif des mois d'exploitation, en cas de cessation ou de début de l'exploitation ;
Considérant qu'une simplification de la procédure de déclaration est appropriée afin de
réduire la charge administrative pour le contribuable et les services communaux;
Vu, pour le surplus, le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins du 13 octobre 2020 et
le dossier administratif ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins,
ARRETE :
Article 1
Il est établi, pour les exercices 2021 à 2025, une taxe communale sur les lieux de prostitution
en vitrine.



                                              101
Article 2
Au sens du présent règlement, il convient d’entendre :
Par « Salon de prostitution en vitrine », toute construction, immeuble ou partie d’immeuble
composé d’un salon dans lequel une ou plusieurs personnes se prostituent et d’une ou de
plusieurs vitrines donnant sur la voirie, derrière la ou lesquelles cette ou ces personnes se
présentent. Ces personnes se succèdent jour et nuit.
Par « Carrée », toute construction, immeuble ou partie d’immeuble composé d’une ou de
plusieurs vitrines derrière la ou lesquelles la personne qui se prostitue est l’exploitante de la
carrée.
Par « Vitrine », surface vitrée et transparente derrière laquelle une personne prostituée se
trouve.
Par « Personne prostituée », personne qui, moyennant rémunération, se livre à des rapports
intimes avec quiconque.
Par « Exploitant », personne physique en son nom propre ou personne physique représentant
la personne morale qui exploite la carrée ou le salon de prostitution en vitrine.
Par « Chambre », lieu où concrètement le service sexuel a lieu. Par définition, les carrées n’en
comptent qu’une seule.
Article 3
Les chambres tombant sous l’application du présent impôt ne sont pas visées par le
règlement taxe sur la mise à disposition et location de chambres et appartements.
Article 4
La taxe est due par l’exploitant(e) de l’immeuble ou partie de l’immeuble qui abrite l’activité
décrite à l’article 2. A défaut de paiement par ce(tte) dernier(e), le propriétaire est tenu
comme responsable du paiement de la taxe.
Article 5
° Pour un salon de prostitution en vitrine comportant une ou plusieurs chambres, le taux de
la taxe est fixé, au 1er janvier 2021, à 9.941,94€ par chambre. Ce taux est majoré de 2% au 1er
janvier de chaque année, conformément au tableau repris ci-dessous :
Exercice 2022           Exercice 2023          Exercice 2024              Exercice 2025
10.140,78 €             10.343,59 €            10.550,47 €                10.761,48 €
° Pour une « carrée » comportant une seule chambre et pour autant que l’exploitant(e) y
exerce seul(e) l’activité décrite à l’article 2, le taux de la taxe est fixé, au 1er janvier 2021 à
625,00€. Ce taux est majoré de 2% au 1er janvier de chaque année, conformément au tableau
repris ci-dessous :
Exercice 2022           Exercice 2023          Exercice 2024              Exercice 2025
637,50 €                650,25 €               663,26 €                   676,52 €
Article 6
En cas de cessation ou de début d’exploitation d’un lieu de prostitution en cours d’exercice, la
taxe est établie sur base du nombre effectif des mois d’exploitation. Pour l’application des
présentes dispositions, tout mois entamé compte en entier.
Article 7
§1er - Pour un exercice d’imposition donné, le contribuable est tenu de remettre à
l’Administration communale une déclaration. Il peut aussi remplir cette déclaration via son
espace personnel sur le site de l’Administration communale.
§2 - Toutefois, l’Administration communale peut dispenser un contribuable de l’obligation de
déclaration et lui envoyer une proposition de déclaration. Cette proposition mentionne la
base imposable ainsi que tous les renseignements et données qui ont été pris en
considération.
§3 - Si dans la proposition de déclaration figurent des inexactitudes ou des omissions, ou si
les données pré-imprimées ne correspondent pas à la base imposable, le contribuable est
tenu, dans un délai de 15 jours après l'expédition de la proposition de déclaration, de
soumettre à l’Administration la proposition de déclaration dûment corrigée, complétée,
datée et signée.
C’est au contribuable de prouver qu'il / elle a déposé dans les délais la proposition de
déclaration (corrigée ou complétée).




                                               102
Si la proposition de déclaration ne contient pas d'inexactitudes ou d'omissions et que les
données imprimées correspondent au statut fiscal, le contribuable ne doit pas retourner la
proposition de déclaration.
§4 - La proposition de déclaration, complétée par les éléments que le contribuable a signalé
dans le délai visé au §3, vaut déclaration.
Toutefois, lorsque le contribuable n’a pas respecté l’obligation visée au §3, alinéa 1er, la
proposition de déclaration est assimilée à une déclaration inexacte ou incomplète.
§5 - Le contribuable qui n’a pas reçu de formule de déclaration ou de proposition de
déclaration a l’obligation d’en réclamer une et est tenu de la renvoyer, dûment complétée et
signée, au plus tard le 31 décembre de l’année de l’exercice considéré.
§6 - La déclaration reste valable pour les exercices d’imposition suivants jusqu’à révocation.
En cas de modification de la base imposable, le contribuable doit se procurer une nouvelle
formule de déclaration et la renvoyer, dûment complétée et signée, à l’Administration
communale dans les dix jours de la survenance du fait. Sans préjudice des dispositions du
présent règlement, le nouveau formulaire de déclaration sert de base aux enrôlements
ultérieurs et vaut révocation expresse de la formule de déclaration précédente.
Article 8
Le contribuable est tenu de faciliter le contrôle de sa déclaration notamment en fournissant
tous les documents et renseignements qui lui seront réclamés à cet effet. En cas de non
remise de document, d’absence de coopération ou d'empêchement du contrôle fiscal par le
contribuable ou par un tiers, une amende administrative de 50€ sera imposée. Cette amende
sera établie et recouvrée selon les mêmes règles que celles prévues aux articles 10 à 12 du
présent règlement.
Article 9
L’absence de déclaration dans les délais prévus ou la déclaration incorrecte, incomplète ou
imprécise de la part du contribuable entraîne l’enrôlement d’office de la taxe sur base des
données dont la Commune dispose. Dans ce cas, la taxe enrôlée d’office est majorée d’un
montant égal à la moitié de la taxe due.
Avant de procéder à la taxation d’office, l’Administration communale notifie au contribuable,
par lettre recommandée à la poste, les motifs pour lesquels elle recourt à cette procédure, les
éléments sur lesquels se base la taxation, le mode de détermination de ces éléments, ainsi
que le montant de la taxe.
Le contribuable dispose d’un délai de trente jours calendrier, à compter du troisième jour
ouvrable suivant la date d’envoi de la notification, pour faire valoir ses observations par écrit.
Le contribuable est tenu de produire la preuve de l’exactitude des éléments qu’il invoque.
L’Administration communale procédera à l’enrôlement d’office de la taxe si au terme de ce
délai, le contribuable n’a émis aucune observation qui justifie l’annulation de cette
procédure.
Article 10
La taxe est recouvrée, soit via son espace personnel sur le site de l’Administration
communale, soit par paiement électronique au compte de la Commune.
Article 11
Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et
Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition.
La taxe enrôlée est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle.
A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au profit de
l’Administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par l’article 414 du
Code des impôts sur les revenus de 1992.
Article 12
La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies pour la
perception des impôts au profit de l’Etat.
Article 13
§1er - Le redevable ou son représentant peut introduire une réclamation, par écrit, contre le
montant de l’imposition établie, y compris toutes majorations et amendes, auprès du Collège
des Bourgmestre et Echevins, qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de nullité,
cette réclamation doit être signée et motivée et elle doit mentionner : les nom, qualité,
adresse ou siège du redevable à charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la
réclamation et un exposé des faits et moyens.



                                               103
§2 - Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai de trois
mois, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de l’avertissement-extrait
de rôle.
Un accusé de réception sera notifié dans les 15 jours après l’envoi ou du dépôt de la
réclamation.
§3 - Si le contribuable ou son représentant souhaite être entendu dans le cadre de l’examen
de sa réclamation, il doit en faire la demande explicite dans sa réclamation.
Article 14
Le présent règlement entre en vigueur le 1erjanvier 2021 et remplace le règlement approuvé
par le Conseil communal en sa séance du 28 septembre 2016

                                    DE GEMEENTERAAD
                 Besloten, met 33 stem(men) tegen 0 en 13 onthouding(en).

Gezien het raadsbesluit van 28 september 2016 stemmend het belastingreglement op de
raamprostitutieruimten, voor een termijn van 5 jaar, vervallend op 31 december 2021;
Gelet op de gemeentelijke reglementen van politie en Stedenbouw op de
raamprostitutieruimten;
Gelet artikel 170, § 4 van de Grondwet, die zich wijdt aan de fiscale autonomie van de
gemeenten onder voorbehoud van wettelijke beperkingen;
Gelet op de nieuwe gemeentewet namelijk artikel 117, alinea 1, en artikel 118, alinea 1;
Gelet op de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 3 april 2014 betreffende
de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen, zoals gewijzigd tot
op heden;
Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de gerechtelijke regeling op gebied van
fiscaliteit;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 betreffende de regeling van administratief toezicht
op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd tot op heden;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Gezien de noodzaak voor de gemeente om aan haar verplichtingen te voldoen in
overeenstemming met de eisen van het beheersplan en de vereisten van artikel 252 NGW,
welke de gemeenten verplicht een begroting in evenwicht te realiseren;
Gezien de noodzaak voor de gemeente om ontvangsten te heffen ter dekking van de kosten
die door al haar activiteiten worden gemaakt, en voornamelijk om inkomsten te verzekeren
om te kunnen voldoen aan de financiële lasten in verband met haar verplichting om de
openbare rust, - veiligheid en - netheid te waarborgen;
Overwegende dat het behoud van deze bron van inkomsten gerechtvaardigd is;
Overwegende dat deze raamprostitutieruimten onder een economische activiteit vallen die
inkomsten genereert waarvan redelijkerwijze kan beschouwd worden dat de natuurlijke- en
rechtspersonen actief in deze sector over de middelen beschikken die hun toelaten te
voldoen aan de belastingen die hun respectievelijk worden aangerekend;
Overwegende het feit dat het voornaamste doel van een belasting van budgettaire aard is,
verbied de lokale overheid niet om bijkomende doelen te stellen, zoals stimulansen en
ontradingen;
Overwegende dat het heen- en weergeloop bij deze inrichtingen negatieve gevolgen heeft,
niet alleen voor de openbare rust, in het bijzonder de gemakkelijke doorgang, maar ook de
veiligheid in die wijken;
Overwegende het feit dat de activiteit beoogt in dit belastingreglement een bijzonder
toezicht van de politie en meer interventies op gebied van de netheid en de openbare
veiligheid vraagt van de gemeentelijke diensten;
Overwegende dat vanwege de precaire situatie waarin de uitbaters van een peeskamer zich
bevinden is het correct voor hen een aangepaste aanslagvoet te hanteren;
Overwegende dat het redelijkerwijs kan worden beschouwd een belasting te berekenen op
basis van het effectieve aantal uitgebate maanden bij stopzetting of aanvang van de
uitbating;
Overwegende dat een vereenvoudiging van de aangifteprocedure aangewezen is ten einde
het administratief werk van zowel de belastingplichtige als van de gemeentelijke diensten te
verminderen;



                                             104
Gelet bovendien, op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 13
oktober 2020 en het administratief dossier;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
BESLUIT :
Artikel 1
Er wordt voor de aanslagjaren 2021 tot 2025 een belasting gevestigd op de
raamprostitutieruimten.
Artikel 2
In dit reglement moet worden verstaan:
Onder “Salon voor raamprostitutie”, elk gebouw, pand of deel van een pand dat bestaat uit
een salon waarin een of meerdere personen zich prostitueren en uit een of meerdere vitrines
die uitgeven op de openbare weg, waarachter die persoon of personen zich voorstellen. Die
personen volgen elkaar dag en nacht op.
Onder “Peeskamer”, elk gebouw, pand of deel van een pand dat bestaat uit een of meerdere
vitrines waarachter de persoon die zich prostitueert de uitbater is van de peeskamer.
Onder “Vitrine”, doorzichtig glasoppervlak waarachter zich een persoon bevindt die zich
prostitueert.
Onder “Persoon die zich prostitueert”, persoon die tegen vergoeding, intieme handelingen
met wie dan ook verricht.
Onder “Uitbater”, natuurlijke persoon in eigen naam of natuurlijke persoon als
vertegenwoordiger van
de rechtspersoon die het salon voor raamprostitutie of de peeskamer uitbaat.
Onder “Kamer”, plaats waar de seksuele dienst concreet wordt verstrekt. Peeskamers bestaan
per definitie slechts uit één kamer.
Artikel 3
De kamers die onder de toepassing van het huidige reglement vallen, worden, zijn vrijgesteld
van de belasting op het ter beschikking stellen en de verhuur van kamers en appartementen.
Artikel 4
De belasting is verschuldigd door de uitbater van het gebouw of gedeelte van het gebouw,
waar de activiteit plaatsvindt zoals vermeld in artikel 2. In geval van nalatigheid van deze
laatste, zal de eigenaar aansprakelijk worden gesteld voor de betaling van de belasting.
Artikel 5
° Voor een salon voor raamprostitutie met één of meerdere kamers, is de aanslagvoet op 1
januari 2021 vastgesteld op 9.941,94€ per kamer. Deze aanslagvoet zal op 1 januari van de
volgende jaren worden verhoogd met 2%, volgens onderstaande tabel:
Aanslagjaar 2022       Aanslagjaar 2023       Aanslagjaar 2024         Aanslagjaar 2025
10.140,78 €            10.343,59 €            10.550,47 €              10.761,48 €
° Voor een peeskamer met slechts één kamer en in zoverre de uitbater/uitbaatster zelf de
activiteit omschreven in artikel 2 uitoefent, is de aanslagvoet op 1 januari 2021 vastgesteld op
625,00€. Deze aanslagvoet zal op 1 januari van de volgende jaren worden verhoogd met 2%,
volgens onderstaande tabel:
Aanslagjaar 2022       Aanslagjaar 2023       Aanslagjaar 2024         Aanslagjaar 2025
637,50 €               650,25 €               663,26 €                 676,52 €
Artikel 6
In geval van stopzetting of aanvang van uitbating van prostitutieruimte in de loop van het
aanslagjaar, wordt de belasting vastgesteld op basis van het effectieve aantal uitgebate
maanden. Voor de toepassing van de bijgaande bepalingen, zal iedere begonnen maand als
volledig worden gerekend.
Artikel 7
§1 - Voor een welbepaald aanslagjaar, is de belastingplichtige ertoe gehouden aangifte te
doen bij het Gemeentebestuur. Hij kan deze aangifte ook doen via zijn persoonlijke ruimte op
de website van het Gemeentebestuur.
§2 - Echter, het Gemeentebestuur kan een belastingplichtige vrijstellen van de verplichting tot
aangifte en hem een voorstel van aangifte toesturen. Dit voorstel vermeldt de belastbare
grondslag alsook alle informatie en gegevens die in aanmerking zijn genomen.




                                              105
§3 - Indien op het voorstel van aangifte onjuistheden of onvolledigheden zijn vermeld of
indien de voorgedrukte gegevens niet overeenstemmen met de belastbare toestand, moet de
belastingplichtige het voorstel van aangifte binnen de termijn van 15 dagen na verzending,
gedag- en ondertekend indienen bij het Gemeentebestuur, met een duidelijke en volledige
vermelding en opgave op het voorstel van aangifte van de correcte gegevens en/of alle
verbeteringen of aanvullingen. Het is de belastingplichtige die dient te bewijzen dat hij/zij het
(verbeterd of vervolledigd) voorstel van aangifte tijdig indiende.
Indien het voorstel van aangifte evenwel geen onjuistheden of onvolledigheden bevat en alle
voorgedrukte gegevens stroken met de belastbare toestand, moet de belastingplichtige het
voorstel van aangifte niet indienen bij het Gemeentebestuur.
§4 - Het voorstel van aangifte, aangevuld met elementen door de belastingplichtige binnen
de periode bedoeld in §3, geldt als aangifte.
Echter, wanneer de belastingplichtige niet heeft voldaan aan de in §3, 1ste alinea beoogde
verplichting, wordt de voorgestelde aangifte beschouwd als een onjuiste of onvolledige
verklaring.
§5 - De belastingplichtigen die geen aangifteformulier of voorstel van aangifte ontvangen
hebben, worden verzocht er één te vragen en zijn ertoe gehouden deze terug te sturen,
behoorlijk ingevuld en ondertekend, uiterlijk op 31 december van het desbetreffende
aanslagjaar.
§6 - De aangifte blijft geldig voor de volgende aanslagjaren, tot herroeping.
In het geval van wijzigingen in de belastinggrondslag, moet de belastingplichtige een nieuw
aangifteformulier aanvragen en deze naar behoren invullen, ondertekenen en terugsturen
naar de Gemeente dit binnen de tien dagen na het ontstaan van de gebeurtenis.
Onverminderd de bepalingen van deze verordening, de nieuwe aangifte vormt de basis bij de
volgende inkohieringen en herroept uitdrukkelijk het vorige aangifteformulier.
Artikel 8
De belastingplichtige wordt ertoe gehouden de controle van zijn aangifte te vergemakkelijken
voornamelijk door het verstrekken van alle documenten en inlichtingen die hem hierbij
zouden worden gevraagd. Bij het niet voorleggen van documenten, gebrek aan medewerking
of verhinderen van de fiscale controle door de belastingplichtige of een derde, wordt een
administratieve geldboete opgelegd van 50€. Deze boete wordt gevestigd en ingevorderd
volgens dezelfde regels als voorzien in de artikels 10 tot 12 van dit reglement.
Artikel 9
Het ontbreken van de aangifte binnen de voorziene termijnen, of de onjuiste, onvolledige of
onduidelijke aangifte vanwege de belastingplichtige kan de aanslag van ambtshalve worden
gevestigd op basis van de gegevens waarover de Gemeente beschikt. In dit geval zal de
ingekohierde belasting worden verhoogd met het bedrag gelijk aan de helft van de
verschuldigde belasting.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve inkohiering, zal het Gemeentebestuur per
aangetekend schrijven, de motieven betekenen aan de belastingplichtige, welke aanleiding
geven tot deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd, de manier
waarop deze elementen werden vastgesteld en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf
de derde werkdag die volgt op de verzending van de betekening, om schriftelijk zijn
opmerkingen te doen gelden.
Het Gemeentebestuur zal aan het einde van deze periode overgaan tot de ambtshalve
inkohiering indien de belastingplichtige geen opmerkingen heeft gemaakt die de annulering
van deze procedure rechtvaardigt.
Artikel 10
De belasting is te voldoen, hetzij via de persoonlijke ruimte op de website van het
Gemeentebestuur, hetzij per elektronische betaling op rekening van de Gemeente.
Artikel 11
De kohieren van de belasting worden door het College van Burgemeester en Schepenen
opgemaakt en uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar afgesloten en
uitvoerbaar verklaard.
De ingekohierde belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het
aanslagbiljet.




                                              106
Bij gebrek aan betaling binnen de vastgestelde termijn zullen verwijlinteresten worden
gevorderd, berekend volgens de bepalingen vastgelegd in artikel 414 van het Wetboek op de
inkomstenbelastingen voor 1992
Artikel 12
De belasting is door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels vastgesteld voor
het innen van belastingen ten voordele van de Staat.
Artikel 13
§1 - De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar schriftelijk indienen
tegen de geheven belasting, alsook alle verhogingen of boetes, bij het College van
Burgemeester en Schepenen, die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te
vermijden, moet het bezwaarschrift ondertekend en met redenen omkleed zijn en moet
vermelden: de naam, hoedanigheid, adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de
belasting is vastgesteld alsook het onderwerp van het bezwaar en een uiteenzetting van
feiten en middelen.
§2 - De bezwaren moeten ingediend worden, op straffe van nietigheid, binnen de termijn van
drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van
het aanslagbiljet.
Van het bezwaarschrift zal schriftelijk ontvangst bericht worden binnen de 15 dagen na de
verzending of de indiening van het bezwaarschrift.
§3 - Indien de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden in het
kader van het onderzoek van zijn bezwaar, moet hij dit uitdrukkelijk vragen in zijn
bezwaarschrift
Artikel 14
Dit onderhavige reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en vervangt het reglement
goedgekeurd door de Gemeenteraad van 28 september 2016.


SP 32.- Taxe sur les locaux où sont organisés des spectacles de charme - Exercices 2021 à
   2025 – Renouvellement et modification -=- Belasting op de lokalen waar peepshows
   georganiseerd worden - Aanslagjaren 2021 tot 2025 – Hernieuwing en wijziging

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 33 voix contre 0 et 13 abstention(s). -=- Besloten, met 33 stem(men) tegen 0 en
13 onthouding(en).

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                       Décidé, par 33 voix contre 0 et 13 abstention(s).

Vu sa délibération du 23 septembre 2015 votant le règlement-taxe sur les locaux où sont
organisés des spectacles de charme pour un terme de 5 ans, expirant le 31 décembre 2020 ;
Vu l’article 170, § 4 de la Constitution qui consacre l’autonomie fiscale des communes sous
réserve des exceptions légales.
Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1 et l’article 118, alinéa 1 ;
Vu l’ordonnance du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 avril 2014 relative à
l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière des taxes communales, telle
que modifiée à ce jour ;
Vu la loi du 23 mars 1999 relative à l’organisation judiciaire en matière fiscale ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les Commune s de la
Région de Bruxelles-Capitale, telle que modifiée à ce jour ;
Vu le Règlement Régional d’Urbanisme ;
Vu les dispositions du règlement général de police ;
Vu la situation financière de la Commune ;
Considérant la nécessité pour la Commune de remplir ses obligations dans le respect des
exigences du plan de gestion et du prescrit de l’article 252 NLC, lequel impose aux communes
de réaliser l’équilibre budgétaire ;
Vu la nécessité pour la Commune de prélever des recettes pour couvrir les dépenses
qu’exige l’ensemble de ses activités, et en particulier d’assurer les recettes permettant de
faire face aux charges financières liées à son obligation d’assurer la sécurité publique ;



                                             107
Considérant que le maintien de cette source de revenus se justifie.
Considérant que la perception de la taxe visée au présent règlement assure une répartition
équitable de la charge fiscale entre les différents contribuables sur le territoire de la
Commune ;
Considérant que les locaux où sont organisés des spectacles de charme constituent une
activité économique génératrice de revenus permettant raisonnablement de considérer que
les exploitants actifs dans ce secteur d'activité disposent de capacités contributives leur
permettant de s'acquitter des taxes mises à leur charge ;
Considérant que les locaux où sont organisés des spectacles de charme génèrent des
dépenses supplémentaires pour la Commune notamment au niveau de la sécurité, de l'ordre
public et de la propreté ; qu'il est donc légitime de compenser une partie de ces dépenses
supplémentaires par l’établissement d’un règlement taxe ;
Considérant que les locaux où sont organisés des spectacles de charme, notamment par
l'affluence qu'ils génèrent, ont des incidences sur la tranquillité publique et l'ordre public et
qu'un règlement taxe peut avoir pour objectif accessoire de veiller à préserver la tranquillité
publique et l'ordre public
Considérant qu'une simplification de la procédure de déclaration est appropriée afin de
réduire la charge administrative pour le contribuable et les services communaux ;
Vu, pour le surplus, le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins du 13 octobre 2020 et
le dossier administratif ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins,
ARRETE :
Article 1
Il est établi, pour les exercices 2021 à 2025, une taxe sur les locaux où sont organisés des
spectacles de charme. Pour l'application du présent règlement, il faut entendre par spectacle
de charme, tout spectacle présentant un caractère érotique ou pornographique.
Article 2
L'impôt a pour base le nombre de cabines permettant d'assister ou de participer au
spectacle. Le terme cabine s'entend de tout espace délimité ou délimitable à partir duquel
une ou plusieurs personnes peuvent assister ou participer à un spectacle présenté par un(e)
ou des artistes et/ou assister à la projection d'images, quel que soit le procédé utilisé pour la
présentation de celles-ci.
Article 3
Le taux de la taxe au 1er janvier 2021 est fixé à 7.945,80€ par an et par cabine. Il sera majoré
au 1er janvier de l’année suivante au taux de 2%, conformément au tableau ci-dessous :
Exercice 2022          Exercice 2023          Exercice 2024             Exercice 2025
8.104,72 €             8.266,81 €             8.432,15 €                8.600,79 €
Article 4
La taxe est due par l'exploitant des locaux visés par les présentes dispositions. Le propriétaire
des locaux imposables est solidairement responsable du paiement de la taxe.
Article 5
La taxe est due pour l'année entière quelle que soit la date de mise en exploitation, de reprise
ou de cessation d’une exploitation. Il n’est accordé aucune remise ou restitution pour
quelque cause que ce soit. En cas de reprise d’un établissement pour lequel la taxe de
l’année en cours a été acquittée, il ne sera pas perçu de nouvelle taxe pour le même
établissement.
Article 6
§1er - Pour un exercice d’imposition donné, le contribuable est tenu de remettre à
l’Administration communale une déclaration. Il peut aussi remplir cette déclaration via son
espace personnel sur le site de l’Administration communale pour le 31 décembre de
l’exercice considéré.
§2 - Toutefois, l’Administration communale peut dispenser un contribuable de l’obligation de
déclaration et lui envoyer une proposition de déclaration. Cette proposition mentionne la
base imposable ainsi que tous les renseignements et données qui ont été pris en
considération.




                                              108
§3 - Si, dans la proposition de déclaration figurent des inexactitudes ou des omissions, ou si
les données pré imprimées ne correspondent pas à la base imposable, le contribuable est
tenu, dans un délai de 15 jours après l'expédition de la proposition de déclaration, de
soumettre à l’Administration la proposition de déclaration dûment corrigée, complétée,
datée et signée.
C’est au contribuable de prouver qu'il / elle a déposé dans les délais la proposition de
déclaration (corrigée ou complétée).
Si la proposition de déclaration ne contient pas d'inexactitudes ou d'omissions et que les
données imprimées correspondent au statut fiscal, le contribuable ne doit pas retourner la
proposition de déclaration.
§4 - La proposition de déclaration, complétée par les éléments que le contribuable a signalé
dans le délai visé au §3, vaut déclaration.
Toutefois, lorsque le contribuable n’a pas respecté l’obligation visée au §3, alinéa 1er, la
proposition de déclaration est assimilée à une déclaration inexacte ou incomplète.
§5 - Le contribuable qui n’a pas reçu de formule de déclaration ou de proposition de
déclaration a l’obligation d’en réclamer une et est tenu de la renvoyer, dûment complétée et
signée, au plus tard le 31 décembre de l’année de l’exercice considéré. Il peut aussi remplir
cette déclaration via son espace personnel sur le site de l’Administration communale pour le
31 décembre de l’exercice considéré.
§6 - La déclaration reste valable pour les exercices d’imposition suivants jusqu’à révocation.
En cas de modification de la base imposable, le contribuable doit faire la déclaration par son
espace personnel sur le site de l’Administration communale ou se procurer une nouvelle
formule de déclaration et la renvoyer, dûment complétée et signée, à l’Administration
communale dans les dix jours de la survenance du fait. Sans préjudice des dispositions du
présent règlement, le nouveau formulaire de déclaration sert de base aux enrôlements
ultérieurs et vaut révocation expresse de la formule de déclaration précédente.
Article 7
Le contribuable est tenu de faciliter le contrôle de sa déclaration notamment en fournissant
tous les documents et renseignements qui lui seront réclamés à cet effet. En cas de non
remise de document, d’absence de coopération ou d'empêchement du contrôle fiscal par le
contribuable ou par un tiers, une amende administrative de 50€ sera imposée. Cette amende
sera établie et recouvrée selon les mêmes règles que celles prévues aux articles 9 à 11 du
présent règlement.
Article 8
L’absence de déclaration dans les délais prévus ou la déclaration incorrecte, incomplète ou
imprécise de la part du contribuable entraîne l’enrôlement d’office de la taxe sur base des
données dont la Commune dispose. Dans ce cas, la taxe enrôlée d’office est majorée d’un
montant égal à la moitié de la taxe due.
Avant de procéder à la taxation d’office, l’Administration communale notifie au contribuable,
par lettre recommandée à la poste, les motifs pour lesquels elle recourt à cette procédure, les
éléments sur lesquels se base la taxation, le mode de détermination de ces éléments, ainsi
que le montant de la taxe.
Le contribuable dispose d’un délai de trente jours calendrier, à compter du troisième jour
ouvrable suivant la date d’envoi de la notification, pour faire valoir ses observations par écrit.
Le contribuable est tenu de produire la preuve de l’exactitude des éléments qu’il invoque.
L’Administration communale procédera à l’enrôlement d’office de la taxe si au terme de ce
délai, le contribuable n’a émis aucune observation qui justifie l’annulation de cette
procédure.
Article 9
La taxe est recouvrée, soit via son espace personnel sur le site de l’Administration
communale, soit par paiement électronique au compte de la Commune .
Article 10
Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et
Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition.
La taxe enrôlée est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle.
A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au profit de
l’Administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par l’article 414 du
Code des impôts sur les revenus de 1992.



                                               109
Article 11
La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies pour la
perception des impôts au profit de l’Etat.
Article 12
§1er - Le redevable ou son représentant peut introduire une réclamation, par écrit, contre le
montant de l’imposition établie, y compris toutes majorations et amendes, auprès du Collège
des Bourgmestre et Echevins, qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de nullité,
cette réclamation doit être signée et motivée et elle doit mentionner : les nom, qualité,
adresse ou siège du redevable à charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la
réclamation et un exposé des faits et moyens.
§2 - Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai de trois
mois, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de l’avertissement-extrait
de rôle.
Un accusé de réception sera notifié dans les 15 jours après l’envoi ou du dépôt de la
réclamation.
§3 - Si le contribuable ou son représentant souhaite être entendu dans le cadre de l’examen
de sa réclamation, il doit en faire la demande explicite dans sa réclamation.
Article 13
Le présent règlement entre en vigueur le 1erjanvier 2021 et remplace le règlement approuvé
par le Conseil communal en sa séance du 23 septembre 2015.

                                    DE GEMEENTERAAD
                 Besloten, met 33 stem(men) tegen 0 en 13 onthouding(en).

Gezien het raadsbesluit van 23 september 2015 stemmend het belastingreglement op de
lokalen waar peepshows georganiseerd worden, voor een termijn van 5 jaar, vervallend op 31
december 2020;
Gelet artikel 170, § 4 van de Grondwet, die zich wijdt aan de fiscale autonomie van de
gemeenten onder voorbehoud van wettelijke beperkingen;
Gelet op de nieuwe gemeentewet namelijk artikel 117, alinea 1, en artikel 118, alinea 1;
Gelet op de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 3 april 2014 betreffende
de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen, zoals gewijzigd tot
op heden;
Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de gerechtelijke regeling op gebied van
fiscaliteit;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 betreffende de regeling van administratief toezicht
op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd tot op heden;
Gelet op de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening;
Gelet op de beschikkingen van het algemeen politiereglement;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Overwegende de noodzaak voor de gemeente om aan haar verplichtingen te voldoen in
overeenstemming met de eisen van het beheersplan en de vereisten van artikel 252 NGW,
welke de gemeenten verplicht een begroting in evenwicht te realiseren;
Gezien de noodzaak voor de gemeente om ontvangsten te heffen ter dekking van de kosten
die door al haar activiteiten worden gemaakt, en voornamelijk om inkomsten te verzekeren
om te kunnen voldoen aan de financiële lasten in verband met haar verplichting om de
openbare veiligheid te waarborgen;
Overwegende dat het behoud van deze bron van inkomsten gerechtvaardigd is;
Overwegende dat de invordering van de in dit reglement bedoelde belasting een billijke
verdeling van de fiscale lasten waarborgt onder de verschillende belastingplichtigen op het
grondgebied van de gemeente;
Overwegende dat de lokalen waar peepshows georganiseerd worden deel uitmaken van een
inkomstgenererende economische activiteit, hetgeen gegronde redenen biedt te vermoeden
dat de uitbaters die actief zijn in deze sector over de nodige middelen beschikken, die hen in
staat moet stellen zich te kwijten van de belastingen die op hen van toepassing zijn;




                                             110
Overwegende dat de lokalen waar peepshows georganiseerd worden bijkomende uitgaven
met zich meebrengen voor de gemeente op vlak van veiligheid, openbare orde en reinheid;
dat het gerechtvaardigd is een gedeelte van deze bijkomende uitgaven te compenseren door
middel van een belastingreglement;
Overwegende dat de lokalen waar peepshows georganiseerd worden, door de toestroom van
personen die ze veroorzaken, een impact hebben op de openbare rust en de openbare orde
en dat een belastingreglement als bijkomende doelstelling kan hebben de openbare rust en
openbare orde te waarborgen;
Overwegende dat een vereenvoudiging van de aangifteprocedure aangewezen is ten einde
het administratief werk van zowel de belastingplichtige als van de gemeentelijke diensten te
verminderen;
Gelet bovendien, op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 13
oktober 2020 en het administratief dossier;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
BESLUIT :
Artikel 1
Voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2025, wordt een belasting geheven op de lokalen waar
peepshows georganiseerd worden. Voor de toepassing van dit reglement dient men onder
peepshow te verstaan elke vertoning die een erotisch of pornografisch karakter vertoont.
Artikel 2
De aanslag heeft als basis het aantal cabines die toelaten de vertoning bij te wonen of eraan
deel te nemen. Onder cabine dient men te verstaan de ruimte begrensd of begrensbaar van
waaruit één of verschillende personen een vertoning, door één artiest(e) of artiesten kunnen
bijwonen of eraan deelnemen en/of een filmprojectie bijwonen, welke ook het gebruikte
procédé voor deze voorstelling is.
Artikel 3
De belasting is op 1 januari 2021 vastgesteld op 7.945,80€ per jaar en per cabine. Deze
aanslagvoet zal op 1 januari van het volgende jaar worden verhoogd met 2%, volgens
onderstaande tabel:
Aanslagjaar 2022       Aanslagjaar 2023       Aanslagjaar 2024          Aanslagjaar 2025
8.104,72 €             8.266,81 €             8.432,15 €                8.600,79 €
Artikel 4
De belasting is verschuldigd door de uitbater van de lokalen in uitvoering van de bepalingen
van het reglement. De eigenaar van de belastbare lokalen is hoofdelijk aansprakelijk voor de
betaling van de belasting.
Artikel 5
De belasting is verschuldigd voor het ganse jaar welke ook de datum is van de
ingebruikneming, van overname of stopzetting van een uitbating. Er wordt geen enkele
korting noch terugbetaling toegestaan om gelijk welke redenen ook. In geval van overname
van de instelling waarvoor de belasting van het lopende jaar is volstort, zal geen nieuwe
belasting meer geïnd worden voor diezelfde instelling.
Artikel 6
§1 - Voor een welbepaald aanslagjaar, is de belastingplichtige ertoe gehouden aangifte te
doen bij het Gemeentebestuur. Hij kan deze aangifte ook doen via zijn persoonlijke ruimte op
de website van het gemeentebestuur voor 31 december van het desbetreffende aanslagjaar.
§2 - Echter, het Gemeentebestuur kan een belastingplichtige vrijstellen van de verplichting tot
aangifte en hem een voorstel van aangifte toesturen. Dit voorstel vermeldt de belastbare
grondslag alsook alle informatie en gegevens die in aanmerking zijn genomen.
§3 - Indien op het voorstel van aangifte onjuistheden of onvolledigheden zijn vermeld of
indien de voorgedrukte gegevens niet overeenstemmen met de belastbare toestand, moet de
belastingplichtige het voorstel van aangifte binnen de termijn van 15 dagen na verzending,
gedag- en ondertekend indienen bij het gemeentebestuur, met een duidelijke en volledige
vermelding en opgave op het voorstel van aangifte van de correcte gegevens en/of alle
verbeteringen of aanvullingen. Het is de belastingplichtige die dient te bewijzen dat hij/zij het
(verbeterd of vervolledigd) voorstel van aangifte tijdig indiende.




                                              111
Indien het voorstel van aangifte evenwel geen onjuistheden of onvolledigheden bevat en alle
voorgedrukte gegevens stroken met de belastbare toestand, moet de belastingplichtige het
voorstel van aangifte niet indienen bij het gemeentebestuur.
§4 - Het voorstel van aangifte, aangevuld met elementen door de belastingplichtige binnen
de periode bedoeld in §3, geldt als aangifte.
Echter, wanneer de belastingplichtige niet heeft voldaan aan de in §3, 1ste alinea beoogde
verplichting, wordt de voorgestelde aangifte beschouwd als een onjuiste of onvolledige
verklaring.
§5 - De belastingplichtigen die geen aangifteformulier of voorstel van aangifte ontvangen
hebben, worden verzocht er één te vragen en zijn ertoe gehouden deze terug te sturen,
behoorlijk ingevuld en ondertekend, uiterlijk op 31 december van het desbetreffende
aanslagjaar. Hij kan deze aangifte ook doen via zijn persoonlijke ruimte op de website van het
gemeentebestuur voor 31 december van het desbetreffende aanslagjaar.
§6 - De aangifte blijft geldig voor de volgende aanslagjaren, tot herroeping.
In het geval van wijzigingen in de belastinggrondslag, moet de belastingplichtige aangifte
doen via zijn persoonlijke ruimte op de website van het gemeentebestuur of een nieuw
aangifteformulier aanvragen en deze naar behoren invullen, ondertekenen en terugsturen
naar de gemeente dit binnen de tien dagen na het ontstaan van de gebeurtenis.
Onverminderd de bepalingen van deze verordening, de nieuwe aangifte vormt de basis bij de
volgende inkohieringen en herroept uitdrukkelijk het vorige aangifteformulier.
Artikel 7
De belastingplichtige wordt ertoe gehouden de controle van zijn aangifte te vergemakkelijken
voornamelijk door het verstrekken van alle documenten en inlichtingen die hem hierbij
zouden worden gevraagd. Bij het niet voorleggen van documenten, gebrek aan medewerking
of verhinderen van de fiscale controle door de belastingplichtige of een derde, wordt een
administratieve geldboete opgelegd van 50€. Deze boete wordt gevestigd en ingevorderd
volgens dezelfde regels als voorzien in de artikels 9 tot 11 van dit reglement.
Artikel 8
Bij het ontbreken van de aangifte binnen de voorziene termijnen, of de onjuiste, onvolledige
of onduidelijke aangifte vanwege de belastingplichtige zal de aanslag van ambtshalve worden
gevestigd op basis van de gegevens waarover de Gemeente beschikt. In dit geval zal de
ingekohierde belasting worden verhoogd met het bedrag gelijk aan de helft van de
verschuldigde belasting.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve inkohiering, zal het gemeentebestuur per
aangetekend schrijven, de motieven betekenen aan de belastingplichtige, welke aanleiding
geven tot deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd, de manier
waarop deze elementen werden vastgesteld en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf
de derde werkdag die volgt op de verzending van de betekening, om schriftelijk zijn
opmerkingen te doen gelden. De belastingplichtige is ertoe gehouden het bewijs leveren van
de juistheid van de door hem aangevoerde elementen.
Het gemeentebestuur zal aan het einde van deze periode overgaan tot de ambtshalve
inkohiering indien de belastingplichtige geen opmerkingen heeft gemaakt die de annulering
van deze procedure rechtvaardigt.
Artikel 9
De belasting is te voldoen, hetzij via de persoonlijke ruimte op de website van het
gemeentebestuur, hetzij per elektronische betaling op rekening van de gemeente.
Artikel 10
De kohieren van de belasting worden door het College van Burgemeester en Schepenen
opgemaakt en uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar afgesloten en
uitvoerbaar verklaard.
De ingekohierde belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het
aanslagbiljet.
Bij gebrek aan betaling binnen de vastgestelde termijn zullen verwijlinteresten worden
gevorderd, berekend volgens de bepalingen vastgelegd in artikel 414 van het Wetboek op de
inkomstenbelastingen voor 1992




                                             112
Artikel 11
De belasting is door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels vastgesteld voor
het innen van belastingen ten voordele van de Staat.
Artikel 12
§1 - De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar schriftelijk indienen
tegen de geheven belasting, alsook alle verhogingen of boetes, bij het College van
Burgemeester en Schepenen, die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te
vermijden, moet het bezwaarschrift ondertekend en met redenen omkleed zijn en moet
vermelden: de naam, hoedanigheid, adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de
belasting is vastgesteld alsook het onderwerp van het bezwaar en een uiteenzetting van
feiten en middelen.
§2 - De bezwaren moeten ingediend worden, op straffe van nietigheid, binnen de termijn van
drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van
het aanslagbiljet.
Van het bezwaarschrift zal schriftelijk ontvangst bericht worden binnen de 15 dagen na de
verzending of de indiening van het bezwaarschrift.
§3 - Indien de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden in het
kader van het onderzoek van zijn bezwaar, moet hij dit uitdrukkelijk vragen in zijn
bezwaarschrift.
Artikel 13
Dit onderhavige reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en vervangt het reglement
goedgekeurd door de Gemeenteraad van 23 september 2015.


SP 33.- Taxe sur les distributeurs automatiques de billets de banque, de courrier et les
   appareils de « self banking » - Exercices 2021 à 2025 – Renouvellement et modification -
   =- Belasting op de automatische verdelers van bankbiljetten, briefwisseling en de
   toestellen voor “Self banking” - Aanslagjaren 2021 tot 2025 – Hernieuwing en wijziging

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 38 voix contre 0 et 8 abstention(s). -=- Besloten, met 38 stem(men) tegen 0 en 8
onthouding(en).

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                        Décidé, par 38 voix contre 0 et 8 abstention(s).

Vu sa délibération du 28 septembre 2016 votant le règlement-taxe sur les distributeurs
automatiques de billets de banque, de courrier et les appareils de « self banking » pour un
terme de 5 ans, expirant le 31 décembre 2021 ;
Vu l’article 170, § 4 de la Constitution qui consacre l’autonomie fiscale des communes sous
réserve des exceptions légales ;
Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1er et l’article 118, alinéa 1er ;
Vu l’ordonnance du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 avril 2014 relative à
l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes communales telle
que modifiée à ce jour ;
Vu la loi du 23 mars 1999 relative à l’organisation judiciaire en matière fiscale ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la
Région de Bruxelles-Capitale, telle que modifiée à ce jour ;
Vu la situation financière de la Commune ;
Vu la nécessité pour la Commune de remplir ses obligations dans le respect des exigences du
plan de gestion et du prescrit de l’article 252 NLC, lequel impose aux communes de réaliser
l’équilibre budgétaire ;
Vu la nécessité pour la Commune de prélever des recettes pour couvrir les dépenses qu’exige
l’ensemble de ses activités, et en particulier d’assurer les recettes permettant de faire face
aux charges financières liées à son obligation d’assurer la tranquillité, la sécurité et la
propreté publiques ;
Considérant que le maintien de cette source de revenus se justifie ;




                                              113
Considérant que la perception de la taxe visée au présent règlement assure une répartition
équitable de la charge fiscale entre les différents contribuables sur le territoire de la
Commune ;
Considérant que les distributeurs automatiques visés par le présent règlement relèvent d'une
activité économique génératrice de revenus permettant raisonnablement de considérer que
les personnes physiques ou morales actives dans ce secteur d'activité disposent de capacités
contributives leur permettant de s'acquitter des taxes mises à leur charge ;
Considérant que l'installation de tels appareils de distribution automatique a plus
particulièrement un impact négatif sur l'emploi local ;
Considérant qu'une simplification de la procédure de déclaration est appropriée afin de
réduire la charge administrative pour le contribuable et les services communaux;
Vu, pour le surplus, le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins du 13 octobre 2020 et
le dossier administratif ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins,
ARRETE :
Article 1
Il est établi pour les exercices 2021 à 2025, une taxe communale annuelle sur les distributeurs
automatiques de billets de banque, de courrier et les appareils de « self banking » situés sur
le territoire de la Commune de Schaerbeek.
Par « distributeurs automatiques de billets de banque et/ou de courrier », il y a lieu
d’entendre tout appareil pouvant être utilisé de la voie publique ou de tout endroit accessible
aux clients et au public et permettant de procéder à des opérations de retrait d’argent, de
dépôt, d’épargne, de consultation ou d’impression de courrier.
Par « self-banking », il y a lieu d’entendre tout appareil permettant de procéder de la voie
publique ou de tout endroit accessible à la clientèle, à des opérations financières diverses, à
l’obtention de renseignements ou d’informations générales.
Article 2
La taxe est due par la personne physique ou morale qui a fait procéder à l’installation de
l’appareil.
Article 3
Le taux de la taxe est fixé, au 1er janvier 2021, à 4.352,34€ par appareil. Ce taux sera majoré
de 2% au 1er janvier de chaque année, conformément au tableau repris ci-dessous :
Exercice 2022          Exercice 2023         Exercice 2024            Exercice 2025
4.439,39 €             4.528,17 €            4.618,74 €               4.711,11 €
Article 4
La taxe est due pour l’année entière quel que soit le moment de la survenance du fait taxable
dans le courant de l’exercice ou de sa disparition.
Article 5
§1er - Pour un exercice d’imposition donné, le contribuable est tenu de remettre à
l’Administration communale une déclaration. Il peut aussi remplir cette déclaration via son
espace personnel sur le site de l’Administration communale.
§2 - Toutefois, l’Administration communale peut dispenser un contribuable de l’obligation de
déclaration et lui envoyer une proposition de déclaration. Cette proposition mentionne la
base imposable ainsi que tous les renseignements et données qui ont été pris en
considération.
§3 - Si, dans la proposition de déclaration figurent des inexactitudes ou des omissions, ou si
les données pré-imprimées ne correspondent pas à la base imposable, le contribuable est
tenu, dans un délai de 15 jours après l'expédition de la proposition de déclaration, de
soumettre à l’Administration la proposition de déclaration dûment corrigée, complétée,
datée et signée.
C’est au contribuable de prouver qu'il / elle a déposé dans les délais la proposition de
déclaration (corrigée ou complétée).
Si la proposition de déclaration ne contient pas d'inexactitudes ou d'omissions et que les
données imprimées correspondent au statut fiscal, le contribuable ne doit pas retourner la
proposition de déclaration.
§4 - La proposition de déclaration, complétée par les éléments que le contribuable a signalé
dans le délai visé au §3, vaut déclaration.


                                             114
Toutefois, lorsque le contribuable n’a pas respecté l’obligation visée au §3, alinéa 1er, la
proposition de déclaration est assimilée à une déclaration inexacte ou incomplète.
§5 - Le contribuable qui n’a pas reçu de formule de déclaration ou de proposition de
déclaration a l’obligation d’en réclamer une et est tenu de la renvoyer, dûment complétée et
signée, au plus tard le 31 décembre de l’année de l’exercice considéré.
§6 - La déclaration reste valable pour les exercices d’imposition suivants jusqu’à révocation.
En cas de modification de la base imposable, le contribuable doit se procurer une nouvelle
formule de déclaration et la renvoyer, dûment complétée et signée, à l’Administration
communale dans les dix jours de la survenance du fait. Sans préjudice des dispositions du
présent règlement, le nouveau formulaire de déclaration sert de base aux enrôlements
ultérieurs et vaut révocation expresse de la formule de déclaration précédente.
Article 6
Le contribuable est tenu de faciliter le contrôle de sa déclaration notamment en fournissant
tous les documents et renseignements qui lui seront réclamés à cet effet. En cas de non
remise de document, d’absence de coopération ou d'empêchement du contrôle fiscal par le
contribuable ou par un tiers, une amende administrative de 50€ sera imposée. Cette amende
sera établie et recouvrée selon les mêmes règles que celles prévues aux articles 8 à 10 du
présent règlement.
Article 7
L’absence de déclaration dans les délais prévus ou la déclaration incorrecte, incomplète ou
imprécise de la part du contribuable entraîne l’enrôlement d’office de la taxe sur base des
données dont la Commune dispose. Dans ce cas, la taxe enrôlée d’office est majorée d’un
montant égal à la moitié de la taxe due.
Avant de procéder à la taxation d’office, l’Administration communale notifie au contribuable,
par lettre recommandée à la poste, les motifs pour lesquels elle recourt à cette procédure, les
éléments sur lesquels se base la taxation, le mode de détermination de ces éléments, ainsi
que le montant de la taxe.
Le contribuable dispose d’un délai de trente jours calendrier, à compter du troisième jour
ouvrable suivant la date d’envoi de la notification, pour faire valoir ses observations par écrit.
Le contribuable est tenu de produire la preuve de l’exactitude des éléments qu’il invoque.
L’Administration communale procédera à l’enrôlement d’office de la taxe si au terme de ce
délai, le contribuable n’a émis aucune observation qui justifie l’annulation de cette
procédure.
Article 8
La taxe est recouvrée, soit via son espace personnel sur le site de l’Administration
communale, soit par paiement électronique au compte de la Commune.
Article 9
Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et
Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition.
La taxe enrôlée est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle.
A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au profit de
l’Administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par l’article 414 du
Code des impôts sur les revenus de 1992.
Article 10
La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies pour la
perception des impôts au profit de l’Etat.
Article 11
§1er - Le redevable ou son représentant peut introduire une réclamation, par écrit, contre le
montant de l’imposition établie, y compris toutes majorations et amendes, auprès du Collège
des Bourgmestre et Echevins, qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de nullité,
cette réclamation doit être signée et motivée et elle doit mentionner : les nom, qualité,
adresse ou siège du redevable à charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la
réclamation et un exposé des faits et moyens.
§2 - Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai de trois
mois, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de l’avertissement-extrait
de rôle.
Un accusé de réception sera notifié dans les 15 jours après l’envoi ou du dépôt de la
réclamation.



                                               115
§3 - Si le contribuable ou son représentant souhaite être entendu dans le cadre de l’examen
de sa réclamation, il doit en faire la demande explicite dans sa réclamation.
Article 12
Le présent règlement entre en vigueur le 1erjanvier 2021 et remplace le règlement approuvé
par le Conseil communal en sa séance du 28 septembre 2016.

                                    DE GEMEENTERAAD
                  Besloten, met 38 stem(men) tegen 0 en 8 onthouding(en).

Gezien het raadsbesluit van 28 september 2016 stemmend het belastingreglement op de
automatische verdelers van bankbiljetten, briefwisseling en de toestellen voor “Self banking”,
voor een termijn van 5 jaar, vervallend op 31 december 2021;
Gelet artikel 170, § 4 van de Grondwet, die zich wijdt aan de fiscale autonomie van de
gemeenten onder voorbehoud van wettelijke beperkingen;
Gelet op de nieuwe gemeentewet namelijk artikel 117, alinea 1, en artikel 118, alinea 1;
Gelet op de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 3 april 2014 betreffende
de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen, zoals gewijzigd tot
op heden;
Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de gerechtelijke regeling op gebied van
fiscaliteit;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 betreffende de regeling van administratief toezicht
op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd tot op heden;
Gelet op de financiële toestand van de Gemeente;
Gezien de noodzaak voor de Gemeente om aan haar verplichtingen te voldoen in
overeenstemming met de eisen van het beheersplan en de vereisten van artikel 252 NGW,
welke de gemeenten verplicht een begroting in evenwicht te realiseren;
Gezien de noodzaak voor de Gemeente om ontvangsten te heffen ter dekking van de kosten
die door al haar activiteiten worden gemaakt, en voornamelijk om inkomsten te verzekeren
om te kunnen voldoen aan de financiële lasten in verband met haar verplichting om de
openbare rust, - veiligheid en - netheid te waarborgen;
Overwegende dat het behoud van deze bron van inkomsten gerechtvaardigd is;
Overwegende dat de invordering van de in dit reglement bedoelde belasting een billijke
verdeling van de fiscale lasten waarborgt onder de verschillende belastingplichtigen op het
grondgebied van de Gemeente;
Overwegende dat deze automatische verdelers bedoeld in het reglement onder een
economische activiteit vallen die inkomsten genereert waarvan redelijkerwijze kan
beschouwd worden dat de natuurlijke- en rechtspersonen actief in deze sector over de
middelen beschikken die hun toelaten te voldoen aan de belastingen die hun worden
aangerekend;
Overwegende dat de installatie van dergelijke automatische verdeelapparaten vooral een
negatieve invloed heeft op de lokale werkgelegenheid;
Overwegende dat een vereenvoudiging van de aangifteprocedure aangewezen is ten einde
het administratief werk van zowel de belastingplichtige als van de gemeentelijke diensten te
verminderen;
Gelet bovendien, op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 13
oktober 2020 en het administratief dossier;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
BESLUIT :
Artikel 1
Er wordt voor de aanslagjaren 2021 tot 2025, een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op
de automatische verdelers van bankbiljetten, briefwisseling en de toestellen voor “Self
banking” gelegen op het grondgebied van de Gemeente Schaarbeek.
Onder “automatische verdelers voor bankbiljetten en/of briefwisseling” dient te worden
verstaan, ieder toestel dat gebruikt kan worden vanaf de openbare weg of van iedere plaats
toegankelijk voor het publiek en welke toelaat geldopnemingen, deposito- of
spaarverrichtingen, consultaties of afdrukken van briefwisseling uit te voeren.




                                             116
Onder “Self banking” dient te worden verstaan, ieder toestel dat toelaat vanaf de openbare
weg of van iedere plaats toegankelijk voor het publiek, verscheidene financiële operaties uit
te voeren en waar inlichtingen of informatie kunnen worden bekomen.
Artikel 2
De belasting is verschuldigd door iedere natuurlijke of rechtspersoon die instond voor de
installatie van het toestel.
Artikel 3
De aanslagvoet op 1 januari 2021 vastgesteld op 4.352,34€ per toestel. Deze aanslagvoet zal
per 1 januari van het volgende jaar worden verhoogd met 2%, volgens onderstaande tabel:
Aanslagjaar 2022       Aanslagjaar 2023       Aanslagjaar 2024          Aanslagjaar 2025
4.439,39 €             4.528,17 €             4.618,74 €                4.711,11 €
Artikel 4
De belasting is verschuldigd voor het volledige jaar welk ook het ogenblik is van plaatsvinden
of verdwijnen van het belastbare feit.
Artikel 5
§1 - Voor een welbepaald aanslagjaar, is de belastingplichtige ertoe gehouden aangifte te
doen bij het Gemeentebestuur. Hij kan deze aangifte ook doen via zijn persoonlijke ruimte op
de website van het Gemeentebestuur.
§2 - Echter, het Gemeentebestuur kan een belastingplichtige vrijstellen van de verplichting tot
aangifte en hem een voorstel van aangifte toesturen. Dit voorstel vermeldt de belastbare
grondslag alsook alle informatie en gegevens die in aanmerking zijn genomen.
§3 - Indien op het voorstel van aangifte onjuistheden of onvolledigheden zijn vermeld of
indien de voorgedrukte gegevens niet overeenstemmen met de belastbare toestand, moet de
belastingplichtige het voorstel van aangifte binnen de termijn van 15 dagen na verzending,
gedag- en ondertekend indienen bij het Gemeentebestuur, met een duidelijke en volledige
vermelding en opgave op het voorstel van aangifte van de correcte gegevens en/of alle
verbeteringen of aanvullingen. Het is de belastingplichtige die dient te bewijzen dat hij/zij het
(verbeterd of vervolledigd) voorstel van aangifte tijdig indiende.
Indien het voorstel van aangifte evenwel geen onjuistheden of onvolledigheden bevat en alle
voorgedrukte gegevens stroken met de belastbare toestand, moet de belastingplichtige het
voorstel van aangifte niet indienen bij het Gemeentebestuur.
§4 - Het voorstel van aangifte, aangevuld met elementen door de belastingplichtige binnen
de periode bedoeld in §3, geldt als aangifte.
Echter, wanneer de belastingplichtige niet heeft voldaan aan de in §3, 1ste alinea beoogde
verplichting, wordt de voorgestelde aangifte beschouwd als een onjuiste of onvolledige
verklaring.
§5 - De belastingplichtigen die geen aangifteformulier of voorstel van aangifte ontvangen
hebben, worden verzocht er één te vragen en zijn ertoe gehouden deze terug te sturen,
behoorlijk ingevuld en ondertekend, uiterlijk op 31 december van het desbetreffende
aanslagjaar.
§6 - De aangifte blijft geldig voor de volgende aanslagjaren, tot herroeping.
In het geval van wijzigingen in de belastinggrondslag, moet de belastingplichtige een nieuw
aangifteformulier aanvragen en deze naar behoren invullen, ondertekenen en terugsturen
naar de Gemeente dit binnen de tien dagen na het ontstaan van de gebeurtenis.
Onverminderd de bepalingen van deze verordening, de nieuwe aangifte vormt de basis bij de
volgende inkohieringen en herroept uitdrukkelijk het vorige aangifteformulier.
Artikel 6
De belastingplichtige wordt ertoe gehouden de controle van zijn aangifte te vergemakkelijken
voornamelijk door het verstrekken van alle documenten en inlichtingen die hem hierbij
zouden worden gevraagd. Bij het niet voorleggen van documenten, gebrek aan medewerking
of verhinderen van de fiscale controle door de belastingplichtige of een derde, wordt een
administratieve geldboete opgelegd van 50€. Deze boete wordt gevestigd en ingevorderd
volgens dezelfde regels als voorzien in de artikels 8 tot 10 van dit reglement.
Artikel 7
Het ontbreken van de aangifte binnen de voorziene termijnen, of de onjuiste, onvolledige of
onduidelijke aangifte vanwege de belastingplichtige kan de aanslag van ambtshalve worden
gevestigd op basis van de gegevens waarover de Gemeente beschikt. In dit geval zal de
ingekohierde belasting worden verhoogd met het bedrag gelijk aan de helft van de

                                              117
verschuldigde belasting.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve inkohiering, zal het gemeentebestuur per
aangetekend schrijven, de motieven betekenen aan de belastingplichtige, welke aanleiding
geven tot deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd, de manier
waarop deze elementen werden vastgesteld en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf
de derde werkdag die volgt op de verzending van de betekening, om schriftelijk zijn
opmerkingen te doen gelden. De belastingplichtige is ertoe gehouden het bewijs leveren van
de juistheid van de door hem aangevoerde elementen.
Het gemeentebestuur zal aan het einde van deze periode overgaan tot de ambtshalve
inkohiering indien de belastingplichtige geen opmerkingen heeft gemaakt die de annulering
van deze procedure rechtvaardigt.
Artikel 8
De belasting is te voldoen, hetzij via de persoonlijke ruimte op de website van het
Gemeentebestuur, hetzij per elektronische betaling op rekening van de Gemeente.
Artikel 9
De kohieren van de belasting worden door het College van Burgemeester en Schepenen
opgemaakt en uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar afgesloten en
uitvoerbaar verklaard.
De ingekohierde belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het
aanslagbiljet.
Bij gebrek aan betaling binnen de vastgestelde termijn zullen verwijlinteresten worden
gevorderd, berekend volgens de bepalingen vastgelegd in artikel 414 van het Wetboek op de
inkomstenbelastingen voor 1992
Artikel 10
De belasting is door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels vastgesteld voor
het innen van belastingen ten voordele van de Staat.
Artikel 11
§1 - De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar schriftelijk indienen
tegen de geheven belasting, alsook alle verhogingen of boetes, bij het College van
Burgemeester en Schepenen, die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te
vermijden, moet het bezwaarschrift ondertekend en met redenen omkleed zijn en moet
vermelden: de naam, hoedanigheid, adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de
belasting is vastgesteld alsook het onderwerp van het bezwaar en een uiteenzetting van
feiten en middelen.
§2 - De bezwaren moeten ingediend worden, op straffe van nietigheid, binnen de termijn van
drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van
het aanslagbiljet.
Van het bezwaarschrift zal schriftelijk ontvangst bericht worden binnen de 15 dagen na de
verzending of de indiening van het bezwaarschrift.
§3 - Indien de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden in het
kader van het onderzoek van zijn bezwaar, moet hij dit uitdrukkelijk vragen in zijn
bezwaarschrift
Artikel 12
Dit onderhavige reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en vervangt het reglement
goedgekeurd door de Gemeenteraad van 28 september 2016.


SP 34.- Taxe sur l’occupation temporaire du domaine public - Exercices 2021 à 2025 –
   Renouvellement et modification -=- Belasting op de tijdelijke bezetting van het
   openbare domein - Aanslagjaren 2021 tot 2025 – Hernieuwing en wijziging

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 33 voix contre 0 et 13 abstention(s). -=- Besloten, met 33 stem(men) tegen 0 en
13 onthouding(en).




                                            118
                                   LE CONSEIL COMMUNAL
                        Décidé, par 33 voix contre 0 et 13 abstention(s).

Vu sa délibération du 21 juin 2017 votant le règlement-taxe sur l’occupation temporaire du
domaine public, pour un terme de 5 ans, expirant le 31 décembre 2021 ;
Vu sa délibération du 31 mai 2017, votant le règlement-redevance pour le placement et la
mise à disposition de signalisation routière sur la voirie ;
Vu l’article 170, § 4 de la Constitution qui consacre l’autonomie fiscale des communes sous
réserve des exceptions légales ;
Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1er et l’article 118, alinéa 1er ;
Vu l’ordonnance du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 avril 2014 relative à
l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes communales telle
que modifiée à ce jour ;
Vu la loi du 23 mars 1999 relative à l’organisation judiciaire en matière fiscale ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la
Région de Bruxelles-Capitale, telle que modifiée à ce jour ;
Vu la situation financière de la Commune ;
Vu la nécessité pour la Commune de remplir ses obligations dans le respect des exigences du
plan de gestion et du prescrit de l’article 252 NLC, lequel impose aux communes de réaliser
l’équilibre budgétaire ;
Vu la nécessité pour la Commune de prélever des recettes pour couvrir les dépenses qu’exige
l’ensemble de ses activités, et en particulier d’assurer les recettes permettant de faire face
aux charges financières liées à son obligation d’assurer la tranquillité, la sécurité et la
propreté publiques ;
Considérant que le maintien de cette source de revenus se justifie ;
Considérant qu’une procédure unique et simplifiée assurera une prévisibilité et une sécurité
optimale pour les riverains d’une part et facilitera d’autre part les activités entrepreneuriales
sur le territoire communal ;
Considérant que l'utilisation privative du domaine public représente un avantage pour ceux
qui en font usage et qu'il convient que les bénéficiaires soient soumis à une taxe ;
Considérant que la perception de la taxe visée au présent règlement assure une répartition
équitable de la charge fiscale entre les différents contribuables en fonction de la durée de
l’occupation du domaine public sollicitée par le redevable ;
Considérant que l’activité visée par le règlement-taxe engendre une surveillance particulière
des services de police et davantage d’interventions en matière de propreté et de sécurité
publique de la part des services communaux et qu'il est équitable d'en faire supporter la
charge aux bénéficiaires ;
Considérant que l’occupation temporaire du domaine public a des incidences notamment sur
la tranquillité publique et la mobilité ; qu’un règlement-taxe peut avoir pour objectif
accessoire d’encourager à limiter ces incidences sur la tranquillité publique et la mobilité ;
Considérant que l’exonération consentie sous l’article 6 §1er ne peut être qualifiée de
discriminatoire car elle ne traite pas de manière différente des catégories de contribuables
qui se trouvent dans des situations comparables ; qu’en effet, il est raisonnable et objectif au
regard du but poursuivi par le règlement de ne pas taxer ces occupations car elles
n’entrainent pas (ou très peu) de coût au niveau des services assurant le maintien de la
sécurité et de la propreté publique financés par la Commune ;
Considérant que l’exonération prévue à l’article 6 §2 est justifiée par la volonté d’encourager
les initiatives visant à rénover les façades et des toits, en ce qu’elles participent à
l’amélioration du paysage urbain ;
Considérant que l’exonération consentie à l’occasion de la découverte de vestiges historiques
renfermés dans le sous-sol, pour toutes les journées durant lesquelles les propriétaires
auront permis au Service National des fouilles d’effectuer, dans l’enceinte du chantier, des
recherches entraînant un arrêt dans le déroulement normal des travaux autorisés, ne
manque pas de pertinence puisqu’il s’agit dans la plupart des cas d’une circonstance
imprévisible qui donne lieu à l’arrêt du chantier pour un délai indéterminé, se révélant alors
préjudiciable au bon déroulement des opérations et aux intérêts du redevable ;




                                              119
Considérant que l’exonération consentie à l’occasion des recherches scientifiques ne manque
pas de pertinence puisque d’une part, celles-ci sont essentielles à la production de
connaissances nouvelles et sont également un maillon primaire du processus d'innovation, et
que d’autre part, ces recherches sont subventionnées par des institutions publiques ;
Vu, pour le surplus, le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins du 13 octobre 2020 et
le dossier administratif ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins,
ARRETE :
Article 1
Il est établi pour les exercices 2021 à 2025, une taxe communale sur toute occupation
privative du domaine public à titre temporaire
Article 2
Au sens du présent règlement, il faut entendre par :
       ·      Domaine public : les biens qui appartiennent à une personne de droit public
              (autorité communale ou régionale) et qui servent indistinctement à l’usage de
              tous, tels que notamment les voies et leurs trottoirs ou accotements immédiats,
              les emplacements publics établis en tant que dépendances des voies de
              circulation et affectés notamment au stationnement de véhicules, les parcs, les
              jardins, les plaines et les aires de jeux publics.
       ·      Occupation privative : toute occupation à l’occasion de travaux de construction,
              de démolition, de reconstruction, de transformation, de réparation ou d’entretien
              d'immeubles, d’un dépôt de matériaux, de matériels ou toute cause gênant la
              circulation des piétons ou véhicules sur le domaine public, même partiellement
              ou temporairement.
Article 3
§1. La taxe est due par la personne physique ou morale, titulaire de l’autorisation
d’occupation dûment délivrée par l’autorité compétente.
En cas d’occupation du domaine public sans obtention préalable de l’autorisation
d’occupation par l’autorité compétente, la taxe est due par la personne, physique ou morale,
qui occupe effectivement le domaine public. Lorsque cette occupation est liée à la réalisation
de travaux de construction, de démolition, de reconstruction, ou de transformation
d’immeubles, l’entrepreneur est solidairement et indivisiblement tenu au paiement de la taxe
avec le maître d’ouvrage.
§2. La taxe est établie proportionnellement à la superficie occupée du domaine public ou à la
projection au sol de la superficie occupée de l’espace aérien situé au-dessus lors d’un
échafaudage et à la durée de cette occupation, tel que décrit dans l’autorisation délivrée par
l’autorité compétente.
En cas d’occupation du domaine public sans obtention préalable ou de non-respect de
l’autorisation requise en exécution du présent règlement, il est présumé que l’occupation
constatée a débuté 7 jours calendrier avant la date à laquelle l’occupation est constatée par
un agent communal habilité à cette fin.
Article 4
le taux de la taxe est fixé, au 1er janvier 2021, à 1,26€ par mètre carré de surface occupée et
par jour calendrier. Ce taux sera majoré de 2% au 1er janvier de chaque année, conformément
au tableau repris ci-dessous :
Exercice 2022          Exercice 2023         Exercice 2024            Exercice 2025
1,29 €                 1,32 €                1,34 €                   1,37 €
En cas d’absence d’autorisation préalable ou de non-respect, les taux repris ci-dessus seront
doublés.
La taxe est exigible pour toute la durée de l'occupation du domaine public. Toute journée
commencée est comptée pour une journée entière.
Toute fraction de mètre carré entamée est comptée pour un mètre carré.
Article 5
§1. La taxe est due sans que l’intéressé puisse en induire aucun droit de concession
irrévocable, ni de servitude sur le domaine public. En outre, l’intéressé a l’obligation de
supprimer ou de réduire l'usage accordé, à la première injonction de l'autorité et sans
pouvoir de ce chef prétendre à aucune indemnité.


                                             120
§2. Le retrait de l'autorisation délivrée ou la renonciation au bénéfice de celle-ci par le
redevable n'entraîne pour ce dernier aucun droit à l’obtention d’une indemnité quelconque
ou à la restitution du montant des taxes qu’il aurait déjà payé.
§3. Le paiement de la taxe n’entraîne, pour la Commune, aucune obligation spéciale de
surveillance du domaine public occupé. Cette occupation se fait aux risques et périls et sous
la responsabilité du redevable de la taxe.
§4. La taxe ainsi fixée est indépendante de l'indemnité qui pourrait être réclamée pour la
réparation éventuelle des dégradations occasionnées au domaine public.
Article 6
Sont exonérés de la taxe :
§1. Le premier jour d’occupation : les occupations relatives à une livraison, à un
déménagement ou à des travaux ;
§2. Les vingt premier jours d’occupation : les occupations par un échafaudage en vue d’une
rénovation de l’enveloppe extérieure de l’immeuble ;
§3. En cas d’occupations successives du domaine public pour des motifs énumérés aux §1 et
2, les exonérations prévues dans ces articles ne s’appliqueront que pour autant que 7 jours
de calendrier séparent les demandes d’autorisation, et ce dans le but de limiter l’emprise sur
le domaine public ;
§4. Les occupations du domaine public à l’occasion de la découverte de vestiges historiques
renfermés dans le sous-sol, pour toutes les journées durant lesquelles les propriétaires
auront permis au Service National des fouilles, d'effectuer dans l'enceinte du chantier, des
recherches entraînant un arrêt dans le déroulement normal des travaux autorisés ;
§5. Les occupations du domaine public liées à des recherches scientifiques ;
§6. Les occupations du domaine public par les impétrants institutionnels inscrits sur la liste
dans le cadre de l’ordonnance du 3 juillet 2008, relative aux chantiers en voirie ;
§7. Les occupations tombant sous l’application du règlement-taxe sur les occupations de la
voie publique à des fins commerciales ou du règlement-taxe sur les salissures sur les voies et
lieux publics ou visibles de ceux-ci.
Article 7
Le contribuable est tenu de faciliter le contrôle ou l’examen de l’application du présent
règlement-taxe notamment en fournissant tous les documents et renseignements qui lui
seront réclamés à cet effet. En cas de non remise de document, d’absence de coopération ou
d'empêchement du contrôle fiscal par le contribuable ou par un tiers, une amende
administrative de 50€ sera imposée. Cette amende sera établie et recouvrée selon les mêmes
règles que celles prévues aux articles 8 à 10 du présent règlement.
Article 8
La taxe est recouvrée au comptant, soit via son espace personnel sur le site de
l’Administration communale, soit par paiement électronique au compte de la Commune, à
l’attribution de l’autorisation. Lorsque la perception ne peut être effectuée au comptant, la
taxe est enrôlée.
Article 9
Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et
Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition.
La taxe enrôlée est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle.
A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au profit de
l’Administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par l’article 414 du
Code des impôts sur les revenus de 1992.
Article 10
La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies pour la
perception des impôts au profit de l’Etat.
Article 11
§1er - Le redevable ou son représentant peut introduire une réclamation, par écrit, contre le
montant de l’imposition établie, y compris toutes majorations et amendes, auprès du Collège
des Bourgmestre et Echevins, qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de nullité,
cette réclamation doit être signée et motivée et elle doit mentionner : les nom, qualité,
adresse ou siège du redevable à charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la
réclamation et un exposé des faits et moyens.




                                             121
§2 - Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai de trois
mois, à compter du troisième jour ouvrable suivant la date d’envoi de l’avertissement-extrait
de rôle ou à compter de la date de la perception au comptant de la taxe.
Un accusé de réception sera notifié dans les 15 jours après l’envoi ou du dépôt de la
réclamation.
§3 - Si le contribuable ou son représentant souhaite être entendu dans le cadre de l’examen
de sa réclamation, il doit en faire la demande explicite dans sa réclamation.
Article 12
Le présent règlement entre en vigueur le 1erjanvier 2021 et remplace le règlement approuvé
par le Conseil communal en sa séance du 21 juin 2017.

                                    DE GEMEENTERAAD
                 Besloten, met 33 stem(men) tegen 0 en 13 onthouding(en).

Gezien het raadsbesluit van 21 juni 2017 stemmend het belastingreglement de tijdelijke
bezetting van het openbare domein, voor een termijn van 5 jaar, vervallend op 31 december
2021;
Gelet het raadsbesluit van 31 mei 2017 stemmend het retributiereglement voor de plaatsing
en terbeschikkingstelling van verkeerssignalisatie op de weg;
Gelet artikel 170, § 4 van de Grondwet, die zich wijdt aan de fiscale autonomie van de
gemeenten onder voorbehoud van wettelijke beperkingen;
Gelet op de nieuwe gemeentewet namelijk artikel 117, alinea 1, en artikel 118, alinea 1;
Gelet op de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 3 april 2014 betreffende
de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen, zoals gewijzigd tot
op heden;
Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de gerechtelijke regeling op gebied van
fiscaliteit;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 betreffende de regeling van administratief toezicht
op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd tot op heden;
Gelet op de financiële toestand van de Gemeente;
Gezien de noodzaak voor de gemeente om aan haar verplichtingen te voldoen in
overeenstemming met de eisen van het beheersplan en de vereisten van artikel 252 NGW,
welke de gemeenten verplicht een begroting in evenwicht te realiseren;
Gezien de noodzaak voor de Gemeente om ontvangsten te heffen ter dekking van de kosten
die door al haar activiteiten worden gemaakt, en voornamelijk om inkomsten te verzekeren
om te kunnen voldoen aan de financiële lasten in verband met haar verplichting om de
openbare rust, - veiligheid en - netheid te waarborgen;
Overwegende dat het behoud van deze bron van inkomsten gerechtvaardigd is;
Overwegende dat een vereenvoudigde procedure een optimale zekerheid en
voorspelbaarheid waarborgt voor de omwonenden enerzijds en de ondernemersactiviteiten
op het gemeentelijk grondgebied vergemakkelijkt anderzijds;
Overwegende het feit dat de privatieve bezetting van het openbaar domein een voordeel is
voor degenen die er gebruik maken en het aangewezen is dat de begunstigden onderworpen
zijn aan een belasting;
Overwegende dat de invordering van de in dit reglement bedoelde belasting een billijke
verdeling van de fiscale lasten waarborgt onder de verschillende belastingplichtigen, in
functie van de duur van de door de belastingplichtige gevraagde bezetting van het openbaar
domein;
Overwegende het feit dat de activiteit beoogt in dit belastingreglement een bijzonder
toezicht van de politie en meer interventies op gebied van de netheid en de openbare
veiligheid vraagt van de gemeentelijke diensten en het billijk is de lasten te laten dragen door
de begunstigden;
Overwegende dat de tijdelijke bezetting van het openbaar domein gevolgen heeft vooral voor
de openbare rust en mobiliteit; dat een belastingreglement als bijkomend doel kan hebben
het aanmoedigen om deze effecten op de openbare rust en de mobiliteit te beperken;
Overwegende het feit dat de op grond van artikel 6, § 1 verleende vrijstelling niet
discriminerend kan zijn omdat de behandeling niet verschillend is van de categorieën
belastingplichtigen die zich in een vergelijkbare situatie bevinden, dit eigenlijk redelijk en
objectief is, met betrekking tot het nagestreefde doel van het reglement om deze bezettingen

                                              122
die geen (of weinig) kosten opleggen aan de diensten die zorgen voor de handhaving van de
openbare veiligheid en netheid dat de Gemeente, niet te belasten;
Overwegende het feit dat de vrijstelling op grond van artikel 6, § 2, wordt gerechtvaardigd
door de wens om renovatie-initiatieven van gevels en daken aan te moedigen, omdat ze
bijdragen het stedelijke landschap te verbeteren;
Overwegende dat de vrijstelling verleend bij de ontdekking van ondergrondse historische
overblijfselen, voor al de dagen die de eigenaren toestaan aan het Nationaal Instituut voor
Opgravingen, om in de omheining van de werf opzoekingen te verrichten welke een
stopzetting in het normale verloop der werken met zich meebrengt, relevant is, aangezien het
in de meeste gevallen een onvoorziene omstandigheid is die de stopzetting van de werf voor
onbepaalde tijd tot gevolg heeft en dus schadelijk is voor de belangen van de
belastingschuldige;
Overwegende dat de vrijstelling verleend voor wetenschappelijk onderzoek relevant is omdat
enerzijds, dit essentieel is voor de ontwikkeling van nieuwe kennis en tevens de eerste
schakel in het innovatieproces, en anderzijds, deze onderzoeken zijn betoelaagd door
openbare instellingen;
Gelet bovendien, op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 13
oktober 2020 en het administratief dossier;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
BESLUIT :
Artikel 1
Er wordt voor de aanslagjaren 2021 tot 2025, een belasting gevestigd op alle te gebeuren
tijdelijke privatieve bezettingen van het openbaar domein.
Artikel 2
In de zin van dit reglement, dient te worden verstaan onder:
       ·     Openbaar domein: de onroerende goederen die eigendom zijn van een publieke
             rechtspersoon (gemeentelijke of gewestelijke overheden) en die zonder meer
             bestemd zijn voor het gebruik door iedereen, voornamelijk de wegen en hun
             trottoirs of nabijgelegen bermen, de openbare ruimten aangelegd als
             aanhorigheden van de verkeerswegen en voornamelijk bestemd voor het
             parkeren van voertuigen, openbare parken, tuinen, speelplaatsen en pleinen.
       ·     Privatieve bezetting: iedere bezetting naar aanleiding van bouw-, afbraak-,
             wederopbouw-, verbouwing-, herstelling- of onderhoudswerken aan gebouwen,
             door het plaatsen van materialen, van materieel of van wat dan ook dat het
             verkeer van voetgangers of rijtuigen op het openbaar domein belemmert, zelfs
             gedeeltelijk of tijdelijk.
Artikel 3
§1. De belasting is jaarlijks verschuldigd door de natuurlijke- of rechtspersoon aan wie de
vereiste toelating tot bezetting werd verleend door de bevoegde overheid.
Bij bezetting van het openbaar domein, zonder het voorafgaand verkrijgen van de
toestemming door de bevoegde autoriteit, is de belasting verschuldigd door degene,
natuurlijke of rechtspersoon, die het openbaar domein bezet. Wanneer deze bezetting
gerelateerd is aan de uitvoering van de bouw, sloop, heropbouw of verbouwing van
gebouwen, is de aannemer hoofdelijk aansprakelijk om de belasting te betalen met de
bouwheer.
§2. De belasting wordt proportioneel vastgesteld volgens de bezette oppervlakte van het
openbaar domein of tot de projectie op de begane grond van de bezette oppervlakte van de
stelling en van de duurtijd van deze bezetting, zoals beschreven in de door de bevoegde
autoriteit verleende vergunning.
Bij bezetting van het openbaar domein zonder het voorafgaand verkrijgen of bij net niet
respecteren van de vereiste toelating in uitvoering van onderhavig reglement, zal
aangenomen worden dat de vastgestelde bezetting een aanvang heeft genomen 7
kalenderdagen voorafgaand de dag waar de daartoe bevoegde gemeentelijke agenten de
bezetting hebben vastgesteld.
Artikel 4
De aanslagvoet op 1 januari 2021 vastgesteld op 1,26€ per vierkante meter bezette
oppervlakte en per kalenderdag. Deze aanslagvoet zal per 1 januari van het volgende jaar
worden verhoogd met 2%, volgens onderstaande tabel:




                                            123
Aanslagjaar 2022       Aanslagjaar 2023       Aanslagjaar 2024         Aanslagjaar 2025
1,29 €                 1,32 €                 1,34 €                   1,37 €
Bij gebrek van een voorafgaande toelating of bij het niet respecteren, zullen de hierboven
vermelde aanslagvoeten worden verdubbeld.
De belasting is verschuldigd voor de totale gebruiksduur van het openbaar domein. Elke
begonnen dag wordt voor een hele dag geteld.
Iedere begonnen fractie van vierkante meter zal als één vierkante meter worden geteld.
Artikel 5
§1. De belasting is verschuldigd zonder dat de belastingplichtige aanspraak kan maken op
gelijk welk concessierecht of erfdienstbaarheid op de openbare ruimte. Bovendien heeft hij
de plicht om het verleende gebruik stop te zetten of te verminderen op het eerste verzoek
van de gemeenteoverheid en zonder, uit dien hoofde, op enigerlei vergoeding aanspraak te
kunnen maken.
§2. Het intrekken van de verleende vergunning of het afstand doen ten bate van deze door de
belastingplichtige heeft voor laatstgenoemde geen enkel recht tot gevolg op het verkrijgen
van om het even welke vergoeding of op terugbetaling van het bedrag van de belastingen die
hij al zou hebben betaald.
§3. De betaling van de belasting houdt voor de Gemeente niet in, de verplichting om in dit
opzicht een bijzonder toezicht uit te oefenen. Het gebruik gebeurt op eigen risico en onder de
verantwoordelijkheid van de begunstigde van de toelating.
§4. De gevestigde belasting is onafhankelijk van de voorziene vergoeding te betalen voor de
eventuele herstelling van de bestrating, veroorzaakt door de bezetting van het openbaar
domein.
Artikel 6
Zijn van de belasting vrijgesteld:
§1. De eerste dag van bezetting: bij bezettingen om reden van een levering, een verhuis of
van werken;
§2. De eerste twintig dagen van bezetting: bij bezettingen door een stelling tengevolge van
een renovatie aan de buitenkant van het gebouw;
§3. In geval van opeenvolgende bezettingen van het openbaar domein om redenen
opgesomd in § 1 en 2, zijn de vrijstellingen van deze artikelen van toepassing, in zoverre er 7-
kalenderdagen zitten tussen de afzonderlijke aanvragen tot toelating, en dit om de greep op
het openbaar domein te beperken;
§4. De bezettingen van het openbaar domein naar aanleiding van het ontdekken van
ondergrondse historische overblijfsels, voor alle dagen gedurende dewelke de eigenaars aan
het Nationaal Instituut voor Opgravingen de toelating geven om in de omheining van de werf
opzoekingen te verrichten welke een stopzetting in het normale verloop der werken met zich
meebrengt;
§5. De bezettingen van het openbaar domein naar aanleiding van wetenschappelijk
onderzoek;
§6. De bezettingen van het openbaar domein door de institutionele concessiehouders
opgenomen in de lijst met betrekking tot de ordonnantie van 3 juli 2008 betreffende de
bouwplaatsen op de openbare weg;
§7. De bezettingen die vallen onder de toepassing van het belastingreglement op de
bezetting van de openbare weg voor handelsdoeleinden of het belastingreglement op het
vervuilen van de openbare wegen en plaatsen of zichtbaar vanaf deze.
Artikel 7
De belastingplichtige wordt ertoe gehouden de controle of het onderzoek van de toepassing
van dit belastingreglement te vergemakkelijken voornamelijk door het verstrekken van alle
documenten en inlichtingen die hem hierbij zouden worden gevraagd. Bij het niet voorleggen
van documenten, gebrek aan medewerking of verhinderen van de fiscale controle door de
belastingplichtige of een derde, wordt een administratieve geldboete opgelegd van 50€. Deze
boete wordt gevestigd en ingevorderd volgens dezelfde regels als voorzien in de artikels 8 tot
10 van dit reglement.




                                              124
Artikel 8
De belasting is contant te voldoen, hetzij via de persoonlijke ruimte op de website van het
Gemeentebestuur, hetzij per elektronische betaling op rekening van de Gemeente, op het
moment van de in ontvangstneming van de toelating. Als de inning niet contant kan
gebeuren, wordt de belasting ten kohiere gebracht.
Artikel 9
De kohieren van de belasting worden door het College van Burgemeester en Schepenen
opgemaakt en uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar afgesloten en
uitvoerbaar verklaard.
De ingekohierde belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het
aanslagbiljet.
Bij gebrek aan betaling binnen de vastgestelde termijn zullen verwijlinteresten worden
gevorderd, berekend volgens de bepalingen vastgelegd in artikel 414 van het Wetboek op de
inkomstenbelastingen voor 1992
Artikel 10
De belasting is door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels vastgesteld voor
het innen van belastingen ten voordele van de Staat.
Artikel 11
§1 - De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar schriftelijk indienen
tegen de geheven belasting, alsook alle verhogingen of boetes, bij het College van
Burgemeester en Schepenen, die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te
vermijden, moet het bezwaarschrift ondertekend en met redenen omkleed zijn en moet
vermelden: de naam, hoedanigheid, adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de
belasting is vastgesteld alsook het onderwerp van het bezwaar en een uiteenzetting van
feiten en middelen.
§2 - De bezwaren moeten ingediend worden, op straffe van nietigheid, binnen de termijn van
drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van
het aanslagbiljet of te rekenen vanaf de dag van de contante inning van de belasting.
Van het bezwaarschrift zal schriftelijk ontvangst bericht worden binnen de 15 dagen na de
verzending of de indiening van het bezwaarschrift.
§3 - Indien de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden in het
kader van het onderzoek van zijn bezwaar, moet hij dit uitdrukkelijk vragen in zijn
bezwaarschrift
Artikel 12
Dit onderhavige reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en vervangt het reglement
goedgekeurd door de Gemeenteraad van 21 juni 2017.


Recouvrement -=- Invorderingen
SP 35.- Règlement en matière d’exonérations pour les redevances de garderies, potages et
   repas chauds pendant la période COVID-19 - Approbation -=- Reglement betreffende
   vrijstellingen voor retributies inzake schoolopvang, soep en warme maaltijden tijdens
   de COVID-19-periode - Goedkeuring

       Monsieur De Herde et Monsieur Vanhalewyn exposent le point
       Madame Sönmez intervient
       Monsieur De Herde répond

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                                  Approuvé à l'unanimité.

Revu sa délibération du 27 mai 2020 votant le règlement communal concernant les
redevances pour les services d’accueil et pour la fourniture des potages et repas chauds ;
Vu la Constitution, notamment l’article 41, alinéa 1, et l’article 170, § 4 ;




                                             125
Vu l’Arrête ministériel portant des mesures d’urgence pour limiter la propagation du
coronavirus COVID-19 du 30 juin 2020, ainsi que ses modifications subséquentes, notamment
les articles 17 et 23 ;
Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1, et l’article 118, alinéa 1 ;
Vu les procédures édictées par Sciensano relatives aux mesures COVID-19 pour les enfants ;
Vu les circulaires de la Fédération Wallonie-Bruxelles n°7691 du 19 août 2020 et n°7713 du 27
août 2020 visant à organiser et définir les stratégies et procédures dans le contexte du Covid-
19 ;
Vu les procédures édictées par la Communauté flamande pour l’année scolaire 2020 – 2021
pour l’enseignement fondamental ;
Considérant que des classes ou des enfants de l’enseignement communal francophone et
néerlandophone peuvent être placés en quarantaine ;
Considérant qu’en cas de quarantaine les enfants ne pourront pas bénéficier de potages et de
repas chauds ;
Considérant que des parents ont opté pour des forfaits de garderie et ont commandé des
repas chauds pour les périodes où les enfants ne peuvent pas être présents pour cause de
quarantaine ;
Considérant que l’article 5 du règlement communal susvisé concernant les redevances pour
les services d’accueil et pour la fourniture des potages et repas chauds prévoit que pour les
deux premiers jours d’absence, les potages ou repas commandés restent toujours à charge
des parents ;
Considérant qu’il convient d’éviter de pénaliser les citoyens subissant la situation ;
Vu le dossier administratif ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Échevins,
ARRETE :
Article 1
Le présent règlement vise :
      ·      Les redevables ayant inscrits leur(s) enfant(s) aux garderies et dont la classe ou
             leur(s) enfant(s) a été mis en quarantaine obligatoire lors d’un niveau de
             propagation du coronavirus COVID-19 jugé nul (phase verte), faible (phase jaune),
             modérée (phase orange) ou élevée (phase rouge) ;
      ·      Les redevables ayant commandé des potages et repas chauds pour leur(s)
             enfant(s) et dont la classe ou leur(s) enfant(s) a été mis en quarantaine obligatoire
             lors d’un niveau de propagation du coronavirus COVID-19 jugé nul (phase verte),
             faible (phase jaune) ou modéré (phase orange), ou l’ensemble des redevables
             ayant commandé des potages et repas chauds pour leur(s) enfant(s) lors d’un
             niveau de propagation du coronavirus COVID-19 jugé élevé (phase rouge).
Article 2
§1 Les redevables ayant opté pour un paiement annuel sont exonérés de la redevance des
garderies à hauteur de 2,5% par semaine de quarantaine.
§2 Les redevables ayant opté pour un paiement mensuel sont exonérés de la redevance des
garderies à hauteur de 25% par semaine de quarantaine. Dans le cas où la quarantaine est à
cheval sur deux mois, l’exonération est appliquée sur le mois comptant le plus de jours
d’absence.
Article 3
Les redevables ayant commandé des repas sont exonérés à 100% du paiement des repas non
consommés pour toute la durée de l’isolement prévue par la quarantaine obligatoire.
Article 4
La compétence de fixer la période de validité des exonérations est déléguée au Collège des
Bourgmestre et Échevins.
Article 5
Le présent règlement entre en vigueur à partir de l’année scolaire 2020-2021.

                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de beraadslaging van 27 mei 2020 waarin het gemeentelijk reglement aangaande
retributies voor schoolopvang, het aanbieden van soep en warme maaltijden, gestemd werd ;


                                               126
Gelet op de Grondwet, artikel 41 alinea 1, en artikel 170, § 4 ;
Gelet op het Ministerieel Besluit van 30 juni 2020 over dringende maatregelen om de
verspreiding van het Corona-virus te beperken, evenals de daaropvolgende aanpassingen,
met name artikels 17 en 23 ;
Gelet op de nieuwe gemeentewet, namelijk artikel 117, alinea 1, en artikel 118, alinea 1 ;
Gelet op de door Sciensano uitgevaardigde procedures over COVID-19-maatregelen voor
kinderen ;
Gelet op de omzendbrieven van de Fédération Wallonie-Bruxelles n°7691 van 19 augustus
2020 en n°7713 van 27 augustus 2020 die de organisatie en bepaling van strategieën en
procedures in de huidige COVID-19-context beogen ;
Gelet op de procedures in het basisonderwijs die uitgevaardigd werden door de Vlaamse
gemeenschap voor schooljaar 2020-2021 ;
In overweging nemende dat klassen of kinderen van het gemeentelijk Franstalig en
Nederlandstalig onderwijs in quarantaine geplaatst kunnen worden ;
In overweging nemende dat ingeval quarantaine kinderen geen soep of maaltijden zullen
nuttigen ;
In overweging nemende dat er ouders zijn die gekozen hebben voor het forfaitair tarief inzake
opvang, en warme maaltijden besteld hebben, en dit voor periodes waar kinderen afwezig
blijven door quarantaine ;
In overweging nemende dat artikel 5 van het gemeentelijk reglement inzake retributies voor
opvangdiensten en voor het aanbieden van soep en warme maaltijden voorziet dat bij eerste
twee dagen afwezigheid de soep en maaltijden aangerekend worden ;
In overweging nemende dat vermeden moet worden om burgers die de situatie ondergaan
benadeeld worden ;
Gezien het administratief dossier ;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen,
BESLIST :
Artikel 1
Dit reglement heeft betrekking op :
       ·    De plichtigen die hun kinderen in de opvang ingeschreven hebben en waarvan de
            klas of de kinderen verplicht in quarantaine gezet werd tijdens een
            verspreidingsniveau nul van het Coronavirus COVID-19 (groene fase), niveau zwak
            (gele fase), gematigd niveau (oranje fase), of hoog niveau (fase rood) ;
       ·    De plichtigen die soep en maaltijden voor hun kinderen besteld hebben en
            waarvan de klas of de kinderen verplicht in quarantaine gezet werd tijdens een
            verspreidingsniveau nul van het Coronavirus COVID-19 (groene fase), niveau zwak
            (gele fase), gematigd niveau (oranje fase), of het geheel van de plichtigen die soep
            en maaltijden voor hun kinderen besteld hebben tijdens een hoog
            verspreidingsniveau van het Coronavirus COVID-19 (fase rood) ;
Artikel 2
§1 De plichtigen die voor het jaarlijks forfait van de opvang gekozen hebben krijgen een
korting van 2,5% per week quarantaine.
§2 De plichtigen die voor een maandelijkse betaling van de opvang gekozen hebben krijgen
een korting van 25% per week quarantaine. Ingeval de quarantaine tussen twee maanden
valt, wordt de korting toegepast op de maand met het meest aantal afwezigheidsdagen.
Artikel 3
De plichtigen die maaltijden besteld hebben krijgen 100% korting op de niet verbruikte
maaltijden tijdens de gehele duur van de afzondering voorzien door de.
Artikel 4
De bevoegdheid om de geldigheidsperiode van de kortingen te bepalen wordt overgedragen
aan het College van Burgemeester en Schepenen.
Artikel 5
Huidig reglement treedt in voege vanaf schooljaar 2020-2021.




                                              127
                                         ***
       Madame la Bourgmestre ff entre en séance et assure la présidence de la séance -
       =- Mevrouw de wnd Burgemeester treedt ter vergadering en neemt het
       voorzitterschap waar.
                                         ***



DÉVELOPPEMENT STRATÉGIQUE ET DURABLE -=- STRATEGISCHE EN DUURZAME ONTWIKKELING (SDO)
Appui administratif et financier -=- Administratieve en financiële steun
SP 36.- ASBL "Harmonisation Sociale Schaerbeekoise" - Avenant au Contrat de gestion
   2020-2025 - Approbation -=- Vzw "Harmonisation Sociale Schaerbeekoise" - Wijziging
   van het Beheerscontract 2020-2025 – Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                                  Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale;
Vu la Loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l'octroi et de l'emploi de certains
subsides;
Vu la délibération du Conseil communal du 27 mars 2019 adoptant le règlement relatif à
l'octroi, l'emploi et le contrôle de subventions communales;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 13 octobre 2020;
DECIDE :
d'approuver l'avenant au contrat de gestion 2020 - 2025 liant la Commune à "Harmonisation
Sociale Schaerbeekoise" ASBL.

                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning van het
gebruik van sommige toelagen;
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 27 maart 2019 goedkeurend het
reglement betreffende de uitreiking, het gebruik en de controle van gemeentelijke toelagen,
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 13 oktober 2020;
BESLIST :
de Wijziging van het beheerscontract 2020 - 2025 tussen de gemeente en "Harmonisation
Sociale Schaerbeekoise" VZW goed te keuren



Logement -=- Huisvesting
SP 37.- COVID 19 - Mobilisation de la capacité hôtelière pour l'hébergement de personnes
   sans domicile - Prolongation urgente du dispositif - Approbation -=- COVID 19 -
   Mobilisering van de hotelcapaciteiten voor de huisvesting van daklozen - Dringende
   verlenging van de maatregel - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                                  Approuvé à l'unanimité.

Vu l’article 249 §1er al 2 de la Nouvelle Loi Communale ;



                                             128
Vu ses délibérations du 27/05/2020 et du 23/09/2020 ratifiant la convention et un premier
avenant avec l’hôtel Albert ;
Vu la décision du Collège du 29/09/2020 visant à prolonger cette convention jusqu’au
31/122020 ; et vu le deuxième avenant à la convention, signé en ce sens;
Considérant qu’il y a lieu de permettre au Collège des Bourgmestre et Echevins de pourvoir
dans le cadre de l’article 249 §1 al 2 NLC aux dépenses liées à l’hébergement de personnes
sans domicile hébergées à l'hôtel Albert, rue Royale-Sainte-Marie 15 et 27 dans le cadre de la
gestion de la crise sanitaire COVID-19 ;
Considérant que le coût de ces prestations est estimé à 167.440 € Tva comprise (soit un
forfait de 1820 € /jour pour 70 personnes)
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins en date du 29 septembre 2020 ;
DECIDE
      1.    de ratifier ce deuxième avenant à la convention initiale,
      2.    de prendre acte et d’admettre cette dépense d’un montant maximum de 167.440
            € Tva comprise, financée par subsides et à imputer à l’article 140/123-06/-/c0a
            inscrit lors de la modification budgétaire 2020.

                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikel 249 §1er al 2 van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op haar beraadslagingen van 27/05/2020 en 23/09/2020 waarbij de overeenkomst en
het addendum met Hotel Albert bekrachtigd worden ;
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 29/09/2020 met
het oog deze overeenkomst te verlengen tot en met 31/12/2020 ;
Gelet op het tweede in die wijze getekende addendum;
Overwegende dat het past het College van Burgemeester en Schepenen te machtigen in het
kader van artikel 249 §1er al 2 NGW te voorzien in de uitgaven gelinkt aan de personen
zonder verblijfplaats ondergebracht in het hotel Albert, Koninklijke Sint Maria Straat 15 en 27
in het kader van de sanitaire crisis COVID-19 ;
Overwegende dat de kosten voor deze prestaties geraamd werden op 167.440 € € BTW
inbegrepen ;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen dd 29 september 2020
BESLUIT
      1.   het tweede addendum aan de overeenkomst te bekrachtigen ;
      2.   in te stemmen met deze uitgaven van maximaal 167.440 € BTW inbegrepen, te
           financieren met toelagen en aan te rekenen op artikel 140/123-06/-
           /c0a ingeschreven bij de begrotingswijziging 2020



AFFAIRES GÉNÉRALES -=- ALGEMENE ZAKEN
Contentieux administratif -=- Bestuursgeschillen
SP 38.- Ordonnance de police du Bourgmestre - Application de l'article 134 de la Nouvelle
   Loi communale - Confirmation -=- Politieverordening van de Burgmeester - Toepassing
   van het artikel 134 van de Nieuwe Gemeentewet - Bevestiging

       Madame Lahssaini intervient
       Madame la Bourgmestre ff répond

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 40 voix contre 0 et 6 abstention(s). -=- Besloten, met 40 stem(men) tegen 0 en 6
onthouding(en).




                                             129
                                 LE CONSEIL COMMUNAL
                       Décidé, par 40 voix contre 0 et 6 abstention(s).

Vu l’article 135, §2 de la Nouvelle loi communale qui dispose que les communes ont pour
mission de faire jouir les habitants des avantages d’une bonne police, notamment de la
sécurité, de la sûreté et de la tranquillité dans les rues, lieux et édifices publics ;
Considérant en particulier l’article 135 §2, 5° qui dispose qu’est notamment confié à la
vigilance et à l’autorité des communes, le soin de prévenir, par les précautions convenables,
et celui de faire cesser par la distribution des secours nécessaires, les accidents et fléaux
calamiteux, tels que les incendies, les épidémies et les épizooties ;
Vu l’article 134 de la loi précitée qui attribue au bourgmestre une compétence réglementaire
de police exceptionnelle, soit en cas d’urgence, lorsque le moindre retard pourrait
occasionner des dangers ou des dommages pour les habitants ;
Vu l’arrêté ministériel du 13 mars 2020 portant déclenchement de la phase fédérale
concernant la coordination et la gestion de la crise coronavirus Covid-19 ;
Vu l’arrêté ministériel du 30 juin 2020 portant des mesures d’urgence pour limiter la
propagation du coronavirus Covid-19, en particulier son article 10 qui prévoit que les
autorités communales compétentes peuvent autoriser des marchés, en ce compris les
brocantes et les marchés aux puces ;
Vu l’arrêté ministériel du 30 juin 2020 tel que modifié par l’Arrêté ministériel du 25
septembre 2020 qui prévoit, en son article 10, 11° l’obligation de porter le masque en « tout
lieu privé ou public à forte fréquentation, déterminés par les autorités communales
compétentes et délimités par un affichage précisant les horaires auxquels l’obligation
s’applique » ;
Vu l’arrêté du Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale du 6 août 2020 (tel que
modifié le 28 septembre 2020) portant certaines obligations afin de limiter la propagation du
coronavirus Covid-19 ;
Considérant la qualification par l’Organisation Mondiale de la Santé du coronavirus Covid-19
comme une pandémie en date du 11 mars 2020 ;
Considérant la déclaration de l’OMS sur les caractéristiques du coronavirus COVID-19, en
particulier que le coronavirus Covid-19 est une maladie infectieuse très contagieuse touchant
généralement les poumons et les voies respiratoires ; que le coronavirus Covid-19 se
transmet d’un individu à un autre, par voie aérienne ; que sa transmission semble s’opérer
par tous les modes possibles d’émission par la bouche et le nez ; que les personnes porteuses
du virus mais asymptomatiques transmettent également le virus ;
Considérant que l’ensemble des autorités sont vigilantes et mettent tous les moyens en
œuvre pour préserver la santé publique ; qu’à cet égard la phase fédérale du plan d’urgence
national a été déclenchée le 13 mars 2020 et qu’elle entraine la prise de mesures
contraignantes imposées aux différents niveaux de l’état ; que des mesures urgentes pour
limiter la propagation du coronavirus Covid-19 ont, depuis cette date, été adoptées ;
Considérant que, nonobstant l’ensemble des actions publiques et privées liées à la lutte
contre la propagation du Covid-19, l’Europe et la Belgique connaissent depuis début
septembre une recrudescence localisée du nombre total de contaminations ;
Considérant que sur le territoire de la commune de Schaerbeek, l’un des seuils d’alerte
définis par Sciensano a été récemment atteint ;
Considérant que le nombre total de cas de contaminations est en hausse et qu’il n’est à ce
stade pas possible d’écarter le risque d’une nouvelle vague de contaminations ;
Considérant que les mesures promulguées par le Gouvernement fédéral sont de nature à
endiguer la propagation du coronavirus COVID-19 et ainsi à garantir la santé publique ; que
dès lors elles doivent être scrupuleusement respectées ;
Considérant toutefois que les autorités locales sont invitées à compléter les mesures
précitées par des mesures adaptées aux particularités de leur territoire ;
Considérant que la commune de Schaerbeek est caractérisée par une importante densité de
population (16.340 habitants/km² en 2018) ;
Considérant que l’Autorité communale a constaté que, devant certains lieux commerciaux et
sur les marchés communaux, la règle de la distanciation sociale n’est pas toujours possible ou
pas respectée, notamment par des personnes ne portant pas un masque ;




                                             130
Considérant que les comportements de non-respect de la règle de distanciation sociale
constituent des évènements graves en ce que ces actes sont susceptibles de porter
gravement atteinte à la santé publique ;
Considérant que les comportements précités constituent également des évènements
imprévisibles en ce qu’ils sont susceptibles d’être posés à tout moment ;
Considérant que la recrudescence du nombre de contamination invite à une vigilance
renforcée à l’égard du respect des mesures prophylactiques sur les lieux du domaine public
qui sont particulièrement exposés à la circulation du virus ;
Considérant que le port du masque est un moyen efficace pour se protéger et pour protéger
les autres ; qu’il contribue à éviter la naissance de cluster, lesquels constituent
potentiellement des points de départ de vagues épidémiques ;
Considérant que le moindre retard dans la mise en place de ces mesures pourrait occasionner
des dangers ou dommages pour la population de la commune de Schaerbeek, en ce que la
contamination au coronavirus COVID-19 peut être mortelle ;
Considérant qu’en cas d’événements graves, imprévus et qui nécessitent une réaction
urgente, le Bourgmestre est fondé à se substituer au Conseil communal pour exercer le
pouvoir réglementaire de police communale de ce dernier ; que, vu l’urgence et la nécessité
de mettre en œuvre la présente ordonnance et d’en informer adéquatement la population, il
n’est pas possible de convoquer le Conseil communal en temps utile ;
Considérant que ce qui précède justifie que le Bourgmestre a estimé ne pouvoir attendre de
recourir au Conseil communal ;
Considérant que la présente Ordonnance doit être confirmée par le Conseil communal lors de
sa plus prochaine séance sous peine de se voir privée d’effet ;
Vu la balance des intérêts en présence ;
Vu les motifs susmentionnés ;
Vu l’urgence,
ORDONNE CE QUI SUIT :
Article 1er : Dans l’espace public et les lieux accessibles au public, en ce compris les lieux
privés tels que les commerces, le respect des règles dites de distanciation sociale, en
particulier le maintien d’une distance d’au moins 1,5 mètre entre les personnes, reste
obligatoire conformément à l’article 19 de l’Arrêté ministériel du 30 juin 2020 portant des
mesures d’urgence pour limiter la propagation du coronavirus Covid-19.
Article 2 : Sans préjudice de l’article 1er, le port d’un masque couvrant le nez et la bouche
est, de plus, obligatoire, en tout temps, dans les rues et lieux ci-après visés ainsi que dans les
commerces qui s’y trouvent :
      1.     Rue de Brabant, Place Liedts et rue Gallait ;
      2.     Rue d’Aerschot, rue Allard ;
      3.     Rue de Quatrecht, Place Solvay, Place Simon Bolivar ;
      4.     Chaussée de Helmet ;
      5.     Rue Richard Vandevelde et Square Apollo ;
      6.     Rue Josaphat ;
      7.     Place Pavillon ;
      8.     Rue Navez ;
      9.     Rue Van Oost et Place Eugène Verboekhoven ;
      10. Place de la Reine ;
      11. Place Pogge et le tronçon de la Chaussée de Haecht depuis la place Pogge en
             direction de Saint-Josse ;
      12. Chaussée de Louvain, Place Meiser et Place Dailly ;
      13. Place des bienfaiteurs ;
      14. Place Lehon ;
      15. Rue des Coteaux – uniquement sur le tronçon à partir de l’Avenue Rogier en
             direction de Saint-Josse ;
      16. Place Gaucheret ;
      17. Place Stephenson ;
      18. Place de Houffalize ;
      19. Aux abords d’écoles et d’établissements d’enseignement supérieur.
Pour rappel, le personnel des établissements HORECA doit porter le masque tant à l’intérieur
qu’en terrasse.



                                               131
Article 3 : Sans préjudice de l’article 1er, le port d’un masque couvrant le nez et la bouche
est, de plus, obligatoire dans l’enceinte des marchés communaux, c'est-à-dire:
      ·       Le marché du vendredi – Royale Sainte-Marie ;
      ·       Le marché du vendredi – Chasseurs Ardennais ;
      ·       Le marché des vendredi et samedi - écuries van de Tram ;
      ·       Le marché du samedi - place de Helmet ;
      ·       Le marché du lundi – square Riga – marché de Helmet ;
      ·       Le marché du mardi – Chazal.
Article 4 : Sans préjudice de l’article 1er, le port d’un masque couvrant le nez et la bouche
est, de plus, obligatoire dans les files d’attente des commerces et des grandes surfaces ainsi
qu’aux abords des lieux de culte et de l’Hôtel communal.
Article 5 : Par « masque », il y a lieu d’entendre tout dispositif ou morceau de tissu qui
recouvre intégralement le nez et la bouche d’une personne.
Article 6 : Les obligations visées aux articles 1 à 4 s’appliquent du lundi au dimanche, à toute
personne âgée de 12 ans et plus.
Lorsque le port d'un masque ou de toute autre alternative en tissu n'est pas possible pour
des raisons médicales, un écran facial peut être utilisé.
 Article 7 : La personne qui ne respectera pas l’obligation prévue aux articles 2 et 3 ne pourra
pas pénétrer dans le périmètre dans lequel le port du masque est obligatoire.
Article 8 : Les gardiens de la paix et le service des Classe moyennes sont chargés
conjointement :
      ·       D’une part, de mettre en place, aux entrées et abords des périmètres visés aux
              articles 2 et 3, un dispositif visant à informer les personnes de l’obligation de port
              du masque ;
      ·       D’autre part, de sensibiliser la population à la nécessité prophylactique de
              respecter les gestes barrières, dont le port du masque obligatoire dans l’enceinte
              des marchés communaux.
Article 9 : Les services de police sont chargés de veiller au respect du présent arrêté, au
besoin par la contrainte et la force, conformément aux dispositions de l’article 37 de la loi sur
la fonction de police.
Article 10 : La présente ordonnance entre en vigueur le 1er Octobre 2020.
Elle est affichée aux valves de l’Hôtel communal.
Article 11: Un recours en annulation ainsi qu’un éventuel recours en suspension peuvent être
introduits par requête auprès du Conseil d’État (rue de la Science, 33 à 1040 Bruxelles) dans
un délai de 60 jours à compter de ce jour.
Considérant que cette ordonnance a été communiquée par courriel aux Conseillers
communaux en date du 29 septembre 2020 ;
Considérant que cette ordonnance a été soumise au Collège des Bourgmestre et Echevins du
6 octobre 2020 pour prise de connaissance ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ;
Confirme :
L'Ordonnance de police du Bourgmestre rendant obligatoire le port du masque en certains
endroits du territoire communal pour raison de salubrité publique durant la pandémie de
coronavirus Covid-19.

                                     DE GEMEENTERAAD
                   Besloten, met 40 stem(men) tegen 0 en 6 onthouding(en).

Gelet op artikel 135, §2 van de Nieuwe gemeentewet dat bepaalt dat de gemeenten tot
opdracht hebben om de bewoners te laten genieten van de voordelen van een goede politie,
voornamelijk in het raam van de veiligheid, de zekerheid en de rust in de straten, publieke
ruimten en publieke gebouwen;
Gelet in het bijzonder op artikel 135, § 2, 5 °, dat bepaalt dat de waakzaamheid en het gezag
van de gemeenten in het bijzonder zijn toevertrouwd, de zorg om rampzalige ongevallen en
plagen, zoals branden, epidemieën en epizootieën te voorkomen, door passende
voorzorgsmaatregelen, en de zorg om te doen stoppen door het uitdelen van noodzakelijk
hulpverlening;



                                                132
Gelet op artikel 134 van de hiervoor geciteerde wet, die aan de burgemeester een bijzondere
reglementaire politionele bevoegdheid toekent, in geval van urgentie, wanneer de minste
vertraging een gevaar met zich zou kunnen meebrengen of schade zou kunnen berokkenen
aan de bewoners;
Gelet op het Ministerieel Besluit van 13 maart 2020 dat de federale fase in gang heeft gezet
met betrekking tot de coördinatie en het beheer van de Covid-19-coronaviruscrisis;
Gelet op het Ministerieel Besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de
verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, en in het bijzonder het artikel 10 dat
voorziet dat de lokale bevoegde autoriteiten markten, en hierin begrepen rommelmarkten en
vlooienmarkten, mogen toelaten;
Gelet op het Ministerieel Besluit van 30 juni 2020 zoals gewijzigd door het Ministerieel Besluit
van 25 september 2020 die, in het artikel 10, 11°, de verplichting bepaalt om het masker te
dragen in “elke private of publieke drukbezochte plaats, bepaald door de bevoegde lokale
overheid en afgebakend met een aanplakking die de tijdstippen preciseert waarop de
verplichting van toepassing is”;
Gelet op het Besluit van de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 6
augustus 2020 (zoals gewijzigd op 28 september 2020) houdende bepaalde verplichtingen
om de verspreiding van het coronavirus Covid-19 te beperken;
Overwegende dat de Wereldgezondheidsorganisatie op datum van 11 maart 2020 het
coronavirus Covid-19 gekwalificeerd heeft als een pandemie;
Gezien de verklaring van de WHO over de kenmerken van het COVID-19-coronavirus, in het
bijzonder dat het Covid-19-coronavirus een zeer besmettelijke infectieziekte is die over het
algemeen de longen en luchtwegen aantast; dat het Covid-19-coronavirus via de lucht van
persoon op persoon wordt overgedragen; dat het lijkt te worden overgedragen door alle
mogelijke vormen van emissie via mond en neus; overwegende dat mensen die drager zijn
van het virus maar asymptomatisch zijn, het virus ook overdragen;
Overwegende dat alle autoriteiten waakzaam zijn en alle middelen inzetten om de
volksgezondheid te beschermen; overwegende dat in dit verband de federale fase van het
nationale noodplan op 13 maart 2020 in werking is getreden en inhoudt dat er bindende
maatregelen worden opgelegd op de verschillende niveaus van de Staat; dat sinds die datum
dringende maatregelen zijn genomen om de verspreiding van het Covid-19-coronavirus te
beperken;
Overwegende dat, ondanks alle openbare en particuliere acties in verband met de strijd
tegen de verspreiding van Covid-19, Europa en België sinds begin september een plaatselijke
toename van het totale aantal besmettingen hebben gekend;
Gezien het feit dat op het grondgebied van de gemeente Schaarbeek onlangs een van de
door Sciensano gedefinieerde alarmdrempel is bereikt;
Overwegende dat het totale aantal besmettingsgevallen sterk toeneemt en dat het in dit
stadium, indien er geen veranderingen zijn, niet mogelijk is om het risico van een nieuwe
besmettingsgolf uit te sluiten;
Overwegende dat de door de federale regering afgekondigde maatregelen van nature zijn om
de verspreiding van het COVID-19-coronavirus af te remmen en dus de volksgezondheid
kunnen garanderen; dat ze daarom nauwgezet moeten worden gerespecteerd;
Overwegende echter dat de lokale autoriteiten worden verzocht bovengenoemde
maatregelen aan te vullen met maatregelen die zijn aangepast aan de specifieke kenmerken
van hun grondgebied;
Gezien het feit dat de gemeente Schaarbeek wordt gekenmerkt door een hoge
bevolkingsdichtheid (16.340 inwoners/ km² in 2018);
Overwegende dat de gemeente heeft vastgesteld dat op enkele commerciële sites en op
gemeentelijke markten de regel van sociale afstand niet altijd wordt gerespecteerd, en met
name niet door mensen die geen masker dragen;
Overwegende dat het niet-naleven van de regel van de social distancing, een ernstige
gebeurtenis vormt, aangezien deze handelingen de volksgezondheid ernstig kunnen schaden;
Overwegend dat de bovengenoemde gedragingen ook onvoorziene gebeurtenissen zijn in de
zin dat ze zich op elk moment kunnen voordoen;
Overwegend dat de toename van het aantal besmettingen een verhoogde waakzaamheid
vereist met betrekking tot de naleving van profylactische maatregelen op plaatsen in het
publieke domein die bijzonder worden blootgesteld aan de circulatie van het virus;



                                              133
Gezien het feit dat het dragen van een masker een effectieve manier is om jezelf en anderen
te beschermen; dat het helpt het ontstaan van clusters te voorkomen, die mogelijk de
startpunten van epidemische golven vormen;
Gezien het feit dat de minste vertraging bij de uitvoering van deze maatregelen gevaren of
schade kan veroorzaken voor de bevolking van de gemeente Schaarbeek, in die zin dat een
besmetting met het COVID-19-coronavirus mogelijks dodelijk kan zijn;
Gezien het feit dat de burgemeester in geval van ernstige, onvoorziene gebeurtenissen die
een dringende reactie vereisen, het recht heeft de gemeenteraad te vervangen om de
regelgevende bevoegdheid van de gemeentelijke politie uit te oefenen; dat het, gezien de
urgentie en de noodzaak om deze verordening uit te voeren en de bevolking adequaat te
informeren, niet mogelijk is de gemeenteraad tijdig bijeen te roepen;
Overwegende dat het bovenstaande rechtvaardigt dat de burgemeester van mening was dat
ze niet kon wachten om een beroep te doen op de gemeenteraad;
Overwegende dat deze verordening door de gemeenteraad tijdens zijn volgende vergadering
moet worden bevestigd op straffe van ontneming;
Gelet op de belangenafweging;
Gelet op de bovengenoemde redenen;
Gelet op de urgentie;
BEVEELT WAT VOLGT:
Artikel 1: In openbare ruimtes en plaatsen die voor het publiek toegankelijk zijn, met inbegrip
van privé-plaatsen zoals winkels, blijft de naleving van de zogenaamde regels van social
distancing van kracht en in het bijzonder het respecteren van een minimale afstand tussen
twee personen van 1m50, overeenkomstig artikel 19 van het Ministrieel Besluit van 30 juni
2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te
beperken.
Artikel 2: Zonder afbreuk te doen aan artikel 1, is het dragen van een masker dat neus en
mond bedekt bovendien verplicht, op elk moment op de hieronder genoemde straten en
plaatsen, alsook in de daar gevestigde handelszaken:
      1.     Brabantstraat, Liedtsplein en Gallaitstraat;
      2.     Aarschotstraat, Allardstraat;
      3.     Kwatrechtstraat, Solvayplein, Simon Bolivarlaanplein;
      4.     Helmetsesteenweg;
      5.     Richard Vandeveldestraat en Apollo square;
      6.     Josafatstraat;
      7.     Paviljoenplein;
      8.     Navezstraat;
      9.     Van Ooststraat en Eugène Verboeckhovenplein;
      10. Koninginneplein;
      11. Poggeplein en het deel van Haachtstesteenweg vanaf het Poggeplein tot aan de
             grens met Sint-Joost-ten-Noode;
      12. Leuvensesteenweg, Meiserplein, Daillyplein;
      13. Weldoenersplein;
      14. Lehonplaats;
      15. Wijnheuvelenstraat, enkel en alleen op het deel vanaf de Rogierlaan in de richting
             van Sint-Joost-ten-Noode;
      16. Gaucheretplein;
      17. Stephensonplein;
      18. Houffalizeplein;
      19. In de nabije omgeving van de scholen en scholen van het Hoger onderwijs;
Ter herinnering: het personeel van de horecazaken moet het masker zowel binnen als op het
terras dragen.
Artikel 3: Onverminderd artikel 1 is het dragen van een masker dat de neus en mond bedekt,
bovendien verplicht binnen de grenzen van de gemeentelijke markten, dat wil zeggen binnen
de grenzen van de volgende markten:
      ·      De vrijdagmarkt : Koninklijke Sint-Maria
      ·      De vrijdagmarkt : Ardeense Jagers
      ·      De markt van de vrijdag en de zaterdag : écuries van de Tram




                                             134
      ·     De markt van zaterdag : Helmet
      ·     De markt van maandag : Rigasquare – Helmet
      ·     De markt van dinsdag : Chazal
Artikel 4: Onverminderd artikel 1 is het dragen van een masker dat de neus en de mond
bedekt bovendien verplicht in de wachtrijen van de handelszaken en de supermarkten,
evenals in de buurt van de gebedshuizen en het Gemeentehuis.
Artikel 5: Met "masker" wordt bedoeld elk hulpmiddel of stuk weefsel dat de neus en mond
van een persoon volledig bedekt.
Artikel 6: De verplichtingen bedoeld in de artikel van 1 tot en met zijn 4 zijn van toepassing
op elke persoon van 12 jaar en ouder van maandag tot en met zondag.
Als het dragen van een masker of ander alternatief in stof medisch niet mogelijk is, kan een
gelaatsscherm worden gebruikt.
Artikel 7: Diegene die de verplichting voorzien in de artikelen 2 en 3 niet nakomt, zal de
perimeter waarin het dragen van een masker verplicht is, niet kunnen betreden.
Artikel 8: De gemeenschapswachten en de dienst middenklasse zijn gezamenlijk
verantwoordelijk:
- enerzijds om bij de ingangen en in de omgeving van de in de artikelen 2 en 3 bedoelde
perimeters een systeem op te zetten om de mensen te informeren over de verplichting om
een masker te dragen;
- Anderzijds, om de bevolking te sensibiliseren voor de profylactische noodzaak om
barrièrebewegingen te respecteren, inclusief het dragen van een verplicht masker op
gemeentelijke markten.
Artikel 9: De politiediensten zijn verantwoordelijk voor de naleving van dit besluit, zo nodig
onder dwang en met geweld, overeenkomstig de bepalingen in artikel 37 van de wet op de
politiefunctie.
Artikel 10: Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2020.
Deze verordening wordt opgehangen ad valvas van het gemeentehuis.
Artikel 11: Een beroep tot nietigverklaring en eventueel een verzoek tot opschorting kan
binnen 60 dagen na deze datum op verzoek bij de Raad van State (Wetstraat 33, 1040
Brussel) worden ingediend.
Overwegende dat deze Politieverordening is meegedeeld aan de gemeenteraadsleden op
datum van 29 september 2020;
Overwegende dat de Politieverordening door het College van Burgemeester en Schepenen op
6 oktober 2020 ter kennis werd gegeven ;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
Bevestigt :
De Politieverordening van de burgemeester tot verplichting van het dragen van een masker
op bepaalde plaatsen op het gemeentelijk grondgebied om redenen van volksgezondheid
tijdens de coronavirus-Covid-19-pandemie.


Gestion immobilière -=- Vastgoedbeheer
SP 39.- Gestion Immobilière - Contrat de Quartier Durable Stephenson - Bien sis rue James
   Wat 35-39 et rue Jacquet 28 - Expropriation pour cause d'utilité publique - Autorisation
   d'agir en justice - Approbation -=- Vasgoedbedrijf - Duurzame wijkcontract Stephenson -
   pand gelegen in James Wattstraat 35-39 en Jacquetstraat 28 - Onteigening voor
   openbare doeleinden - Machtiging om gerechtelijke stappen te ondernemen -
   Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                                  Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 270 de la nouvelle loi communale
Vu la décision du Conseil communal du 21.11.2018 adoptant le programme du Contrat de
Quartier Durable Stephenson


                                             135
Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 16.10.2018 d'acquérir l'immeuble
Vu la décision du Collège du 02.04.2019 d'agir en justice en vue d'exproprier en cas de refus
de l'offre
Vu le refus du propriétaire quant à l'offre maximale que la Commune peut légalement
proposer
Vu l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale portant approbation des
plans d'expropriation selon la procédure d'extrême urgence pour cause d'utilité publique au
bénéfice de la commune de Schaerbeek pour les biens sis rue Joseph Jacquet 28 et rue James
Watt 35-39, à 1030 Schaerbeek
Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 20.10.2020
DECIDE :
Désigner Me Letellier Vincent, rue Vanderlinden 35, 1030 Schaerbeek, pour déposer une
action en justice pour l'expropriation de l'immeuble sis à la rue James Watt 35-39 et rue
Jacquet 28 - 1030 Schaerbeek

                                    DE GEMEENTERAAD
                         Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet de artikelen 117 en 270 van de nieuwe gemeentewet
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 21.11.2018 tot goedkeuring van het
programma van het Duurzaam Wijkcontract Stephenson
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 16.10.2018 om
het pand te kopen
Gelet op de beslissing van het College Burgemeester en Schepenen van 02.04.2019 om
juridische stappen te ondernemen om te onteigenen in geval van weigering van het aanbod
Gelet op de weigering van de eigenaar over het maximale bod dat de gemeente legaal kan
bieden
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende goedkeuring van de
onteigeningsplannen op basis van de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden om
redenen van algemeen nut ten gunste van de gemeente Schaarbeek voor de goederen
gelegen Joseph Jacquetstraat 28 en James Wattstraat 35-39, in 1030 Schaarbeek
Gelet op de beslissing van het College Burgemeester en Schepenen van 20.10.2020
BESLUIT :
Meester LETELLIER Vincent, Vanderlindenstraat 35 -1030 Schaarbeek aan te wijzen om een
justicie aktie voor de onteigening van het gebouw gelegen James Wattstraat 35-39 en
Jacquetstraat 28 - 1030 Schaarbeek



INFRASTRUCTURES -=- INFRASTRUCTUUR
Equipement -=- Uitrusting
SP 40.- Acquisition de diverses fournitures et/ou divers services répondant aux besoins des
    services - Marchés publics de faible montant conclus par facture acceptée - Semaine
    38/20 - Pour information -=- Aankoop van diverse leveringen en/of diensten die
    beantwoorden aan de behoeften van de diensten - Overheidsopdrachten van beperkte
    waarde gesloten door een aanvaarde factuur - Week 38/20 - Ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                    LE CONSEIL COMMUNAL
                                    Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 234 et 236 de la nouvelle loi communale;
Vu la loi du 17 juin 2016 – notamment son article 92 - relative aux marchés publics
Vu l'arrêté royal du 18 avril 2017 - notamment ses articles 6, 7 et 124 - relatif à la passation
des marchés publics dans les secteurs classiques;




                                               136
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 - notamment les articles 1er à 8, 12, 13, 17, 18, 44 à 65,
115 à 135 et 145 à 160 - établissant les règles générales d’exécution des marchés publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la
Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu la décision du 15/09/2020 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant la
procédure de passation et les conditions des marchés ayant pour objet « Acquisition des
diverses fournitures et/ou divers services répondant aux besoins des services » ;
Considérant que les dépenses seront financées par emprunts et/ou subsides;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget extraordinaire
pour 2020 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins;
PREND POUR INFORMATION :
La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 15 septembre 2020 de passer des
marchés publics de faible montant conclus par facture acceptée, ayant pour objet
« Acquisition des diverses fournitures et/ou divers services répondant aux besoins des
services » selon la liste suivante :
                            Type                                             Montant
BC     Article budgétaire                  Service concerné Objet                        Adjudicataire
                            financement                                      TVAC
2416   875/744-51/642       Subsides       EEP                GSM            7794,82     AS Partners
2421   761/744-51/824       emprunt        Ned Onderwijs      Playbox mobile 9922        Dear Pigs


                                       DE GEMEENTERAAD
                            Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juin 2016 - in het bijzonder artikel 92 ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 plaatsing van overheidsopdrachten in
klassieke sectoren - in het bijzonder artikelen 6, 7 en 124 ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten - in het bijzonder artikels 1 tot 8, 12, 13, 17,
18, 44 tot 65, 115 tot 135 en 145 tot 160 ;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht
op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de beslissing van 15/09/2020 van het College van Burgemeester en Schepenen die
de plaatsingsprocedure en de voorwaarden goedkeurt voor de opdrachten met als voorwerp
"Aankoop van diverse leveringen / diensten die beantwoorden aan de behoeften van de
diensten" ;
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door leningen en/of toelagen;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de buitengewone
begroting van 2020;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE :
De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 15 september 2020 om
overheidsopdrachten van beperkte waarde gesloten door een aanvaarde factuur, met als
voorwerp "Aankoop van diverse leveringen en / of diensten die beantwoorden aan de
behoeften van de diensten" te plaatsen, volgens de volgende lijst:
       Begrotingsartike Soort             Betrokken        Voorwerp van de     Bedrag     Opdrachtne
BB
       l                financiering      dienst           uitgave             BTWI       mer
2416   875/744-51/642 Subsides            EEP              GSM                 7794,82    AS Partners
2421   761/744-51/824 emprunt             Ned Onderwijs    Playbox mobile      9922       Dear Pigs




                                                 137
SP 41.- Acquisition de diverses fournitures et/ou divers services répondant aux besoins des
   services - Marchés publics de faible montant conclus par facture acceptée - Semaine
   39/20 - Pour information -=- Aankoop van diverse leveringen en/of diensten die
   beantwoorden aan de behoeften van de diensten - Overheidsopdrachten van beperkte
   waarde gesloten door een aanvaarde factuur - Week 39/20 - Ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                          LE CONSEIL COMMUNAL
                                          Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 234 et 236 de la nouvelle loi communale;
Vu la loi du 17 juin 2016 – notamment son article 92 - relative aux marchés publics
Vu l'arrêté royal du 18 avril 2017 - notamment ses articles 6, 7 et 124 - relatif à la passation
des marchés publics dans les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 - notamment les articles 1er à 8, 12, 13, 17, 18, 44 à 65,
115 à 135 et 145 à 160 - établissant les règles générales d’exécution des marchés publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la
Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu la décision du 22/09/2020 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant la
procédure de passation et les conditions des marchés ayant pour objet « Acquisition des
diverses fournitures et/ou divers services répondant aux besoins des services » ;
Considérant que les dépenses seront financées par emprunts et/ou subsides;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget extraordinaire
pour 2020 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins;
PREND POUR INFORMATION :
La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 22 septembre 2020 de passer des
marchés publics de faible montant conclus par facture acceptée, ayant pour objet
« Acquisition des diverses fournitures et/ou divers services répondant aux besoins des
services » selon la liste suivante :
                            Type             Service                              Montant
BC     Article budgétaire                                    Objet                          Adjudicataire
                            financement      concerné                             TVAC
2467   300/741-51/310       Emprunt          PPU             Casiers de travail   3702,6    BERHIN
2416   875/744-51/642       Subsides         EEP             GSM                  7794,82   AS Partners
2421   761/744-51/824       Emprunt          Ned Onderwijs   Playbox mobile       9922      Dear Pigs
                                      DE GEMEENTERAAD
                         Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Gelet op artikelen 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juin 2016 - in het bijzonder artikel 92 ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 plaatsing van overheidsopdrachten in
klassieke sectoren - in het bijzonder artikelen 6, 7 en 124 ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten - in het bijzonder artikels 1 tot 8, 12, 13, 17,
18, 44 tot 65, 115 tot 135 en 145 tot 160 ;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht
op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de beslissing van 22/09/2020 van het College van Burgemeester en Schepenen die
de plaatsingsprocedure en de voorwaarden goedkeurt voor de opdrachten met als voorwerp
"Aankoop van diverse leveringen / diensten die beantwoorden aan de behoeften van de
diensten" ;




                                                   138
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door leningen en/of toelagen;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de buitengewone
begroting van 2020;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE :
De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 22 september 2020 om
overheidsopdrachten van beperkte waarde gesloten door een aanvaarde factuur, met als
voorwerp "Aankoop van diverse leveringen en / of diensten die beantwoorden aan de
behoeften van de diensten" te plaatsen, volgens de volgende lijst:
       Begrotingsartike Soort              Betrokken        Voorwerp van de           Bedrag        Opdrachtne
BB
       l                financiering       dienst           uitgave                   BTWI          mer
2467   300/741-51/310 Leningen             PPU              Lockers                   3702,6        BERHIN
2416   875/744-51/642 Subsides             EEP              GSM                       7794,82       AS Partners
2421   761/744-51/824 Leningen             Ned Onderwijs    Playbox mobiel            9922          Dear Pigs



SP 42.- Acquisition de diverses fournitures et/ou divers services répondant aux besoins des
   services - Marchés publics de faible montant conclus par facture acceptée - Semaine
   40/20 - Pour information -=- Aankoop van diverse leveringen en/of diensten die
   beantwoorden aan de behoeften van de diensten - Overheidsopdrachten van beperkte
   waarde gesloten door een aanvaarde factuur - Week 40/20 - Ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                       LE CONSEIL COMMUNAL
                                       Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 234 et 236 de la nouvelle loi communale;
Vu la loi du 17 juin 2016 – notamment son article 92 - relative aux marchés publics
Vu l'arrêté royal du 18 avril 2017 - notamment ses articles 6, 7 et 124 - relatif à la passation
des marchés publics dans les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 - notamment les articles 1er à 8, 12, 13, 17, 18, 44 à 65,
115 à 135 et 145 à 160 - établissant les règles générales d’exécution des marchés publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la
Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu la décision du 29/09/2020 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant la
procédure de passation et les conditions des marchés ayant pour objet « Acquisition des
diverses fournitures et/ou divers services répondant aux besoins des services » ;
Considérant que les dépenses seront financées par emprunts et/ou subsides;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget extraordinaire
pour 2020 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins;
PREND POUR INFORMATION :
La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 29/09/2020 de passer des marchés
publics de faible montant conclus par facture acceptée, ayant pour objet « Acquisition des
diverses fournitures et/ou divers services répondant aux besoins des services » selon la liste
suivante :
                         Type
        Article                 Service                                      Montant
BC                      finance                  Objet de la dépense                         Adjudicataire
        budgétaire              concerné                                     TVAC
                        ment

        766/744-        Emprun                   Porte automatique
2521                           EEP                                           189             Van Cutsem
        98/642          t                        poulailler
        104/744-        Emprun
2536                           RH                Mobilier                    793,76          Hocs
        51/614          t
        104/744-        Emprun Cabinet
2537                                             Mobilier                    1036,97         Hocs
        51/614          t      Lorenzino



                                                   139
                                    DE GEMEENTERAAD
                         Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juin 2016 - in het bijzonder artikel 92 ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 plaatsing van overheidsopdrachten in
klassieke sectoren - in het bijzonder artikelen 6, 7 en 124 ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten - in het bijzonder artikels 1 tot 8, 12, 13, 17,
18, 44 tot 65, 115 tot 135 en 145 tot 160 ;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht
op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de beslissing van 29/09/2020 van het College van Burgemeester en Schepenen die
de plaatsingsprocedure en de voorwaarden goedkeurt voor de opdrachten met als voorwerp
"Aankoop van diverse leveringen / diensten die beantwoorden aan de behoeften van de
diensten" ;
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door leningen en/of toelagen;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de buitengewone
begroting van 2020;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE :
De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 29/09/2020 om
overheidsopdrachten van beperkte waarde gesloten door een aanvaarde factuur, met als
voorwerp "Aankoop van diverse leveringen en / of diensten die beantwoorden aan de
behoeften van de diensten" te plaatsen, volgens de volgende lijst:
                        Soort
        Begrotingsarti           Betrokken                              Bedrag
BB                     financi                Voorwerp van de uitgave             Opdrachtnemer
        kel                      dienst                                 BTWI
                       ering
        766/744-       Lening                 Automatische deur van het
2521                             EEP                                    189       Van Cutsem
        98/642         en                     kippenhok
        104/744-       Lening
2536                             RH           Mobilier                  793,76    Hocs
        51/614         en
        104/744-       Lening    Cabinet
2537                                          Mobilier                  1036,97   Hocs
        51/614         en        Lorenzino



SP 43.- Acquisition de diverses fournitures et/ou divers services répondant aux besoins des
   services - Marchés publics de faible montant conclus par facture acceptée - Semaine
   41/20 - Pour information -=- Aankoop van diverse leveringen en/of diensten die
   beantwoorden aan de behoeften van de diensten - Overheidsopdrachten van beperkte
   waarde gesloten door een aanvaarde factuur - Week 41/20 - Ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                       LE CONSEIL COMMUNAL
                                       Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 234 et 236 de la nouvelle loi communale;
Vu la loi du 17 juin 2016 – notamment son article 92 - relative aux marchés publics
Vu l'arrêté royal du 18 avril 2017 - notamment ses articles 6, 7 et 124 - relatif à la passation
des marchés publics dans les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 - notamment les articles 1er à 8, 12, 13, 17, 18, 44 à 65,
115 à 135 et 145 à 160 - établissant les règles générales d’exécution des marchés publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la
Région de Bruxelles-Capitale ;




                                                140
Vu la décision du 06/10/2020 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant la
procédure de passation et les conditions des marchés ayant pour objet « Acquisition des
diverses fournitures et/ou divers services répondant aux besoins des services » ;
Considérant que les dépenses seront financées par emprunts et/ou subsides;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget extraordinaire
pour 2020 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins;
PREND POUR INFORMATION :
La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 06 octobre 2020 de passer des
marchés publics de faible montant conclus par facture acceptée, ayant pour objet
« Acquisition des diverses fournitures et/ou divers services répondant aux besoins des
services » selon la liste suivante :
                            Type          Service                             Montant
BC     Article budgétaire                                 Objet                          Adjudicataire
                            financement   concerné                            TVAC
2571   700/744-51/614       Emprunt       Ens-Com         Matériel de sport   5019       Decathlon
2573   700/744-51/614       Emprunt       Ens-Com         Matériel de sport   1119,12    BP Sport
2575   700/744-51/614       Emprunt       Ens-Com         Matériel de sport   2925,7     Idemasport
2576   700/744-51/614       Emprunt       Ens-Com         Matériel de sport   1423,65    Allard Sport
2628   136/744-51/643       Emprunt       Garage          Matériel de garage 8887,69     Generalfrein
2640   136/744-51/643       Emprunt       Garage          Matériel de garage 2370,01     Cipac
2641   136/744-51/643       Emprunt       Garage          Matériel de garage 273,84      Clabots


                                       DE GEMEENTERAAD
                            Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juin 2016 - in het bijzonder artikel 92 ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 plaatsing van overheidsopdrachten in
klassieke sectoren - in het bijzonder artikelen 6, 7 en 124 ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten - in het bijzonder artikels 1 tot 8, 12, 13, 17,
18, 44 tot 65, 115 tot 135 en 145 tot 160 ;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht
op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de beslissing van 06/10/2020 van het College van Burgemeester en Schepenen die
de plaatsingsprocedure en de voorwaarden goedkeurt voor de opdrachten met als voorwerp
"Aankoop van diverse leveringen / diensten die beantwoorden aan de behoeften van de
diensten" ;
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door leningen en/of toelagen;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de buitengewone
begroting van 2020;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE :
De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 06 oktober 2020 om
overheidsopdrachten van beperkte waarde gesloten door een aanvaarde factuur, met als
voorwerp "Aankoop van diverse leveringen en / of diensten die beantwoorden aan de
behoeften van de diensten" te plaatsen, volgens de volgende lijst:
       Begrotingsartike Soort             Betrokken      Voorwerp van de       Bedrag    Opdrachtne
BB
       l                financiering      dienst         uitgave               BTWI      mer
2571   700/744-51/614 Leningen            FR-Onderwijs   Sport materiaal       5019      Decathlon
2573   700/744-51/614 Leningen            FR-Onderwijs   Sport materiaal       1119,12   BP Sport
2575   700/744-51/614 Leningen            FR-Onderwijs   Sport materiaal       2925,7    Idemasport
2576   700/744-51/614 Leningen            Ens-Com        Sport materiaal       1423,65   Allard Sport
2628   136/744-51/643 Leningen            Garage         Garage materiaal      8887,69   Generalfrein




                                                   141
2640   136/744-51/643 Leningen           Garage           Garage materiaal     2370,01   Cipac
2641   136/744-51/643 Leningen           Garage           Garage materiaal     273,84    Clabots



SP 44.- Acquisition de diverses fournitures et/ou divers services répondant aux besoins des
   services - Marchés publics de faible montant conclus par facture acceptée - Semaine
   42/20 - Pour information -=- Aankoop van diverse leveringen en/of diensten die
   beantwoorden aan de behoeften van de diensten - Overheidsopdrachten van beperkte
   waarde gesloten door een aanvaarde factuur - Week 42/20 - Ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                      LE CONSEIL COMMUNAL
                                      Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 234 et 236 de la nouvelle loi communale;
Vu la loi du 17 juin 2016 – notamment son article 92 - relative aux marchés publics
Vu l'arrêté royal du 18 avril 2017 - notamment ses articles 6, 7 et 124 - relatif à la passation
des marchés publics dans les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 - notamment les articles 1er à 8, 12, 13, 17, 18, 44 à 65,
115 à 135 et 145 à 160 - établissant les règles générales d’exécution des marchés publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la
Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu la décision du 13/10/2020 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant la
procédure de passation et les conditions des marchés ayant pour objet « Acquisition des
diverses fournitures et/ou divers services répondant aux besoins des services » ;
Considérant que les dépenses seront financées par emprunts et/ou subsides;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget extraordinaire
pour 2020 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins;
PREND POUR INFORMATION :
La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 13 octobre 2020 de passer des
marchés publics de faible montant conclus par facture acceptée, ayant pour objet
« Acquisition des diverses fournitures et/ou divers services répondant aux besoins des
services » selon la liste suivante :
       Article          Type            Service                               Montant
BC                                                       Objet                           Adjudicataire
       budgétaire       financement     concerné                              TVAC
2716   875/744-51/642   Subsides        EEP              Radio mobile         10811,87   Flash Services
2738   700/744-51/614   Emprunt         Mag-Ens-Com      Enceinte portable    356,89     Fnac

                                                         Nettoyeur + Kit
2672   700/744-51/614   Emprunt         Mag-Ens-Com                           1536,15    Clabots
                                                         sablage
2671   700/744-51/614   Emprunt         Mag-Ens-Com      Trolley + visseuse   2547       Clabots
2687   700/744-51/614   Emprunt         Mag-Ens-Com      Outils divers        3169,42    Vandamme
2723   104/744-51/614   Emprunt         Mag-CTR          Lampe de bureau      21,24      Lyreco


                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juin 2016 - in het bijzonder artikel 92 ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 plaatsing van overheidsopdrachten in
klassieke sectoren - in het bijzonder artikelen 6, 7 en 124 ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten - in het bijzonder artikels 1 tot 8, 12, 13, 17,
18, 44 tot 65, 115 tot 135 en 145 tot 160 ;



                                                   142
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht
op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de beslissing van 13/10/2020 van het College van Burgemeester en Schepenen die
de plaatsingsprocedure en de voorwaarden goedkeurt voor de opdrachten met als voorwerp
"Aankoop van diverse leveringen / diensten die beantwoorden aan de behoeften van de
diensten" ;
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door leningen en/of toelagen;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de buitengewone
begroting van 2020;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE :
De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 13 oktober 2020 om
overheidsopdrachten van beperkte waarde gesloten door een aanvaarde factuur, met als
voorwerp "Aankoop van diverse leveringen en / of diensten die beantwoorden aan de
behoeften van de diensten" te plaatsen, volgens de volgende lijst:
       Begrotingsartik   Soort            Betrokken       Voorwerp van de         Bedrag     Opdrachtne
BB
       el                financiering     dienst          uitgave                 BTWI       mer
                                                                                             Flash
2716   875/744-51/642 Subsides            EEP             Radio mobile            10811,87
                                                                                             Services
2738   700/744-51/614 Leningen            Mag-Ens-Com     Draagbare luidspreker   356,89     Fnac
                                                          Schoonmaakmiddel +
2672   700/744-51/614 Leningen            Mag-Ens-Com                             1536,15    Clabots
                                                          Schuurki
                                                          Trolley +
2671   700/744-51/614 Leningen            Mag-Ens-Com                             2547       Clabots
                                                          schroevendraaier
2687   700/744-51/614 Leningen            Mag-Ens-Com     Diverse hulpmiddelen    3169,42    Vandamme

2723   104/744-51/614 Leningen            Mag-CTR         Bureaulamp              21,24      Lyreco



SP 45.- Acquisition de diverses fournitures et/ou divers services répondant aux besoins des
   services - Marchés publics de faible montant conclus par facture acceptée - Semaine
   43/20 - Pour information -=- Aankoop van diverse leveringen en/of diensten die
   beantwoorden aan de behoeften van de diensten - Overheidsopdrachten van beperkte
   waarde gesloten door een aanvaarde factuur - Week 43/20 - Ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                        LE CONSEIL COMMUNAL
                                        Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 234 et 236 de la nouvelle loi communale;
Vu la loi du 17 juin 2016 – notamment son article 92 - relative aux marchés publics
Vu l'arrêté royal du 18 avril 2017 - notamment ses articles 6, 7 et 124 - relatif à la passation
des marchés publics dans les secteurs classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 - notamment les articles 1er à 8, 12, 13, 17, 18, 44 à 65,
115 à 135 et 145 à 160 - établissant les règles générales d’exécution des marchés publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la
Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu la décision du 20/10/2020 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant la
procédure de passation et les conditions des marchés ayant pour objet « Acquisition des
diverses fournitures et/ou divers services répondant aux besoins des services » ;
Considérant que les dépenses seront financées par emprunts et/ou subsides;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget extraordinaire
pour 2020 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins;




                                                    143
PREND POUR INFORMATION :
La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 20 octobre 2020 de passer des
marchés publics de faible montant conclus par facture acceptée, ayant pour objet
« Acquisition des diverses fournitures et/ou divers services répondant aux besoins des
services » selon la liste suivante :
                            Type           Service                            Montant
BC     Article budgétaire                                     Objet                      Adjudicataire
                            financement    concerné                           TVAC
                                                              Achat d'un                 Vandesteen
2856   875/746-51/642       Emprunt        EEP                                900
                                                              âne                        Stéphanie


                                       DE GEMEENTERAAD
                            Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juin 2016 - in het bijzonder artikel 92 ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 plaatsing van overheidsopdrachten in
klassieke sectoren - in het bijzonder artikelen 6, 7 en 124 ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten - in het bijzonder artikels 1 tot 8, 12, 13, 17,
18, 44 tot 65, 115 tot 135 en 145 tot 160 ;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht
op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de beslissing van 20/10/2020 van het College van Burgemeester en Schepenen die
de plaatsingsprocedure en de voorwaarden goedkeurt voor de opdrachten met als voorwerp
"Aankoop van diverse leveringen / diensten die beantwoorden aan de behoeften van de
diensten" ;
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door leningen en/of toelagen;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de buitengewone
begroting van 2020;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE :
De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 20 oktober 2020 om
overheidsopdrachten van beperkte waarde gesloten door een aanvaarde factuur, met als
voorwerp "Aankoop van diverse leveringen en / of diensten die beantwoorden aan de
behoeften van de diensten" te plaatsen, volgens de volgende lijst:
       Begrotingsartik Soort              Betrokken         Voorwerp van de     Bedrag
BB                                                                                        Opdrachtnemer
       el              financiering       dienst            uitgave             BTWI
       875/746-                                                                           Vandesteen
2856                    Leningen          EEP               Achat d'un âne      900
       51/642                                                                             Stéphanie



SP 46.- Conclusion avec la SCCRL REPROBEL de la convention pour l'Administration
   Communale intitulée " convention individuelle administration communale
   reproductions sur papier - photocopies et impressions - perception mixte (année de
   référence 2018)" et de la convention pour les bibliothèques intitulée " convention
   individuelle reproductions sur papier année de référence 2018 " - Approbation -=-
   Sluiting met de BCVBA REPROBEL van de overeenkomst voor het gemeentebestuur met
   als titel " individuele overeenkomst gemeente bestuur reproducties op papier -
   fotokopieën en prints - vermengde inning (referentiejaar 2018) " en van de
   overeenkomst voor de bibliotheken met als titel " individuele overeenkomst
   reproducties op papier referentiejaar 2018" - Goedkeuring




                                                      144
DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                                  Approuvé à l'unanimité.

Vu l' article 117 de la nouvelle loi communale ;
Vu la modification de la réglementation relative à la reprographie depuis janvier 2017 ;
Vu la décision du collège des Bourgmestre et Echevins du 7 juillet 2020 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 7 juillet 2020;
DECIDE :
de passer à la conclusion avec la SCCRL REPROBEL de la convention pour l'AC intitulée "
convention individuelle administration communale reproductions sur papier - photocopies et
impressions - perception mixte (année de référence 2018)" et de la convention pour les
bibliothèques intitulée " convention individuelle reproductions sur papier année de référence
2018 " et à la signature de celles ci

                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wijziging van de wetgeving inzake reprografie sinds januari 2017;
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 7 juli 2020;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 7 juli 2020;
BESLUIT :
over te gaan tot de afsluiting met de BCVBA REPROBEL van de overeenkomst voor het
gemeentebestuur met als titel "individuele overeenkomst gemeentebestuur reproducties op
papier - fotokopieën en prints - vermengde inning (referentiejaar 2018) " en van de
overeenkomst voor de bibliotheken met als titel " individuele overeenkomst reproducties op
papier referentiejaar 2018" en tot de ondertekening ervan


SP 47.- Dépenses liées à l’acquisition de diverses fournitures et/ou services relatifs à la
   gestion de la crise sanitaire COVID-19 auxquelles le CBE du 13 et 20 octobre 2020 à
   pourvues conformément l’ article 249 §1 al 2 NLC - Admettre ces dépenses -=- Uitgaven
   gelinkt aan de verwerving van diverse leveringen en / of diensten in het kader van de
   sanitaire crisis COVID-19 waarin werd voorzien door het CBS van 13 en 20 oktober 2020
   conform artikel 249 §1 al 2 NGW - Instemmen met deze uitgaven

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                                  Approuvé à l'unanimité.

Vu l’article 249 §1er al 2 de la Nouvelle Loi Communale ;
Vu la circulaire relative aux dépenses urgentes à pourvoir dans le cadre de la gestion de la
pandemie de Covid-19;
Considérant les divers besoins en fournitures et/ou services qui se sont avérés nécessaires et
indispensables dans le chef de nombreux services communaux dans le cadre de la gestion de
la crise sanitaire Covid-19;
Considérant le fait que ces dépenses n'étaient pas prévues lors de l'élaboration des budgets
communaux ni de ses modifications budgétaires pour l'exercice 2020 et qu'elles sont
engendrées et reclamées par les circonstances impérieuses et imprévues causées par la
pandémie de Covid 19 étant entendu que le moindre retard dans la mise à disposition aux
services communaux demandeurs de ces fournitures et services occasionnerait un préjudice
irréparable évident pour la santé publique, les citoyens et les agents;




                                             145
Vu la décision du 13/10/2020 du Collège des Bourgmestre et Echevins de pourvoir dans le
cadre de l’article 249 §1 al 2 NLC aux dépenses liées à l’acquisition de diverses fournitures
et/ou services relatifs à la gestion de la crise sanitaire COVID-19 ;
           Article    Procédure 249 §   Service            Montan Adjudicataire           Adjudicataire
  BC     budgétaire     1 er al 2 NLC   concerné           t TVAC Marché Stock             MPFMFA            Nature
          140/124-                         SP&EV (R.S.     6.221,8                                          Gants de
 2122     02/-/ 642         OUI              Covid)           2              Wurth                         protection
          140/124-                      Enseignement                                                       Nettoyants
 2649     02/-/ 921         OUI          communal              7986         Eco Multi                      sanitaires
                                                                                                             Divers
          140/124-                                                                                           articles
 2654     02/-/315          OUI            Latitude Nord   884,68           Solucious                         food
Vu la décision du 20/10/2020 du Collège des Bourgmestre et Echevins de pourvoir dans le
cadre de l’article 249 §1 al 2 NLC aux dépenses liées à l’acquisition de diverses fournitures
et/ou services relatifs à la gestion de la crise sanitaire COVID-19 ;
        Article        Procédure 249 § 1      Service      Montant Adjudicataire           Adjudicataire
BC                                                                                                           Nature
        budgétaire     er al 2 NLC            concerné     TVAC    Marché Stock            MPFMFA
        140/124-02/ -                         CTR/Magas                                                      Serre-
2645                  OUI                               805,86            Clabots
        AB/614                                in                                                             câbles
DECIDE:
D’admettre ces dépenses à financer par emprunts et/ou par subsides et à imputer sur le(s)
article(s) budgétaire(s) à inscrire à la prochaine modification budgétaire 2020.

                                       DE GEMEENTERAAD
                            Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikel 249 §1er al 2 van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de omzendbrief met betrekking tot dringende uitgaven waarin moet worden
voorzien in het kader van het beheer van de pandemie Covid-19;
Overwegende de diverse behoeften aan leveringen en /of diensten die noodzakelijk en
essentieel zijn gebleken in hoofde van veel gemeentelijke diensten in het kader van het
beheer van de sanitaire crisis Covid-19;
Overwegende dat deze uitgaven niet waren voorzien bij de opstelling van de gemeentelijke
begrotingen noch de begrotingswijzigingen voor het begrotingsjaar 2020 en dat ze werden
gegenereerd en vereist door de dwingende en onvoorziene omstandigheden veroorzaakt
door de pandemie Covid 19 met dien verstande dat de minste vertraging bij het ter
beschikking stellen van deze leveringen en diensten aan de gemeentelijke diensten die
daarom verzoeken, onbetwistbaar onherstelbare schade zou veroorzaken aan de
volksgezondheid, de burgers en de ambtenaren;
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 13/10/2020 te
voorzien in het kader van artikel 249 §1er al 2 NGW in de uitgaven gelinkt aan de verwerving
van diverse leveringen en / of diensten in het kader van de sanitaire crisis COVID-19 ;
                                                                           Adjudicataire
           Article    Procédure 249 §   Service                Montant     Marché        Adjudicataire
  BC     budgétaire     1 er al 2 NLC   concerné                TVAC       Stock          MPFMFA            Nature
          140/124-                         SP&EV (R.S.                                                      Gants de
 2122     02/-/ 642         OUI              Covid)            6.221,82        Wurth                       protection
          140/124-                      Enseignement                                                      Nettoyants
 2649     02/-/ 921         OUI          communal               7986         Eco Multi                    sanitaires
                                                                                                            Divers
          140/124-                                                                                          articles
 2654     02/-/315          OUI            Latitude Nord       884,68        Solucious                       food
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 20/10/2020 te
voorzien in het kader van artikel 249 §1er al 2 NGW in de uitgaven gelinkt aan de verwerving
van diverse leveringen en / of diensten in het kader van de sanitaire crisis COVID-19 ;




                                                         146
       Article      Procédure 249 § 1   Service      Montant Adjudicataire   Adjudicataire
BC                                                                                           Nature
       budgétaire   er al 2 NLC         concerné     TVAC    Marché Stock    MPFMFA
       140/124-02/ -                    CTR/Magas                                            Serre-
2645                 OUI                          805,86      Clabots
       AB/614                           in                                                   câbles
BESLUIT:
in te stemmen met deze uitgaven, te financieren met leningen en/of toelagen en aan te
rekenen op het of de begrotingsartikels in te schrijven bij de volgende begrotingswijziging
2020.


SP 48.- Manifestation d'intérêt à la centrale d'achat de la Fédération Wallonie-Bruxelles
   portant sur un accord-cadre de fournitures de livres et autres ressources - Approbation -
   =- Blijken van belangstelling in de aankoopcentrale van de federatie Wallonië-Brussel
   met als voorwerp de raamovereenkomst voor de levering van boeken en andere
   bronnen - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                    LE CONSEIL COMMUNAL
                                    Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234, 234bis et 236 de la Nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 17 juin 2016 relative aux marchés publics - en particulier l'article 47 ;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des marchés
publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la
Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu le courrier de la Fédération Wallonie-Bruxelles portant sur un nouvel accord-cadre pour la
fournitures de livres et autres ressources du Ministère de la Communauté française, agissant
en qualité de centrale d'achats ;
Vu le montant des achats à réaliser via cet Accord-Cadre sommairement estimé à 300
000€ par an ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 13 octobre 2020;
DECIDE
De manifester un intérêt pour adhérer au nouvel accord-cadre pour la fourniture de livres et
autres ressources du Ministère de la Communauté française, agissant en qualité de centrale
d'achats pour la période 2021- 2025.

                                      DE GEMEENTERAAD
                           Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 234, 234bis en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet overheidsopdrachten van 17 juin 2016 - in het bijzonder artikel 47;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten ;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht
op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest;
Gelet op de brief van de Federatie Wallonië-Brussel met betrekking tot een nieuwe
raamovereenkomst voor de levering van boeken en andere bronnen van het Ministerie van
de Franse Gemeenschap, optreden als een aankoopcentrale ;
Gelet op het aantal aankopen te doen via deze raamovereenkomst geschat op € 300.000 per
jaar;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 13 oktober 2020;
BESLUIT
Belangstelling te tonen in de nieuwe raamovereenkomst voor de levering van boeken en
andere bronnen van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, optreden als
een aankoopcentrale voor de periode 2021-2025.


                                                   147
SP 49.- Marché public de fournitures ayant pour objet l'achat d'un robot de nettoyage
   autonome et la souscription à un contrat de service pour le service sport- Choix de la
   procédure de passation et fixation des conditions du marché - Pour information -=-
   Overheidsopdracht voor leveringen met als voorwerp de aankoop van een
   zelfreinigende robot en het afsluiten van een dienstcontract - Keuze van de
   plaatsingsprocedure en vaststelling van de voorwaarden van de opdracht - Ter
   informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                   LE CONSEIL COMMUNAL
                                   Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234, 234bis et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 17 juin 2016 relative aux marchés publics ;
Vu la loi du 17 juin 2013 relative à la motivation, à l'information et aux voies de recours en
matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de fournitures et de services
et de concession ;
Vu l’arrêté royal du 18 avril 2017 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs
classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des marchés
publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la
Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu la décision du 20 octobre 2020 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant la
procédure de passation et les conditions d’un marché public de fournitures ayant pour objet
l'achat d'un robot de nettoyage autonome et la souscription d'un contrat de service tel que
décrit dans le cahier spécial des charges SCHA/EQUIP/2020/060;
Considérant que la dépense sera financée par emprunts ;
Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet
au budget extraordinaire pour 2020 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ;
PREND POUR INFORMATION :
      1.     La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 20 octobre 2020 de passer
             un marché public de fournitures par procédure négociée sans publication
             préalable, ayant pour objet l'achat d'un robot de nettoyage autonome et la
             souscription à un contrat de service tel que décrit dans le cahier spécial des
             charges SCHA/EQUIP/2020/060.
      2.     La dépense, estimée à 40 716,50 € TVAC pour l'achat du robot de nettoyage sera
             imputée aux articles 764/744-51/-/841 et 764/744-51/-/842 du
             budget extraordinaire 2020 et sera financée par emprunts ainsi qu'une dépense à
             3 746,16€/an TVAC pour le contrat de service (soit 18 730,80€ TVAC pour 5 ans),
             sera imputée à l'article 764/124-06/-/841 du budget ordinaire 2020,2021, 2022,
             2023 et 2024.

                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117, 234, 234bis en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten ;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering , de informatie en de
rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken,
leveringen en diensten en concessies ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten klassieke
sectoren ;




                                             148
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten ;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht
op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de beslissing van 20 oktober 2020 van het College van Burgemeester en Schepenen
die de plaatsingsprocedure en de voorwaarden goedkeurt voor de opdracht voor
leveringen met als voorwerp de aankoop van een zelfreinigende robot en het afsluiten van
een dienstcontract zoals beschreven in het bestek SCHA/EQUIP/2020/060;
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door leningen;
Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de buitengewone
begroting van 2020;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE
      1.    De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 20
            oktober 2020 om een overheidsopdracht voor leveringen te plaatsen bij
            onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking, met als
            voorwerp de aankoop van een zelfreinigende robot en het afsluiten van een
            dienstcontract zoals beschreven in het bestek SCHA/EQUIP/2020/060.
      2.    De uitgave, geschat op 40 716,50 € BTW inbegrepen voor de aankoop zal geboekt
            worden op artikels 764/744-51/-/841 en 764/744-51/-/842 van de buitengewone
            begroting 2020 en gefinancierd worden door leningen net zoals een uitgave van
            3746,16€/jaar BTW inbegrepen voor het dienstcontract, zal geboekt worden op
            artikel 764/124-06/-/841 van de gewone begroting 2020, 2021, 2022, 2023 en
            2024.


SP 50.- Marché public de fournitures pour des articles de sanitaires sur une période d'un an
   reconductible tacitement une fois - Choix du mode de passation et fixation des
   conditions du marché - Pour information -=- Overheidsopdracht voor leveringen voor de
   sanitaire artikelen voor een periode van één jaar stilzwijgend verlengbaar maximum 1
   keer - Keuze van de gunningswijze en vaststelling van de voorwaarden van de opdracht -
   Ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                   LE CONSEIL COMMUNAL
                                   Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 17 juin 2016 - notamment son article 41 §1er, 1°a - relative aux marchés publics ;
Vu la loi du 17 juin 2013 relative à la motivation, à l'information et aux voies de recours en
matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de fournitures et de services
et de concessions;
Vu l’arrêté royal du 18 avril 2017 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs
classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d’exécution des marchés
publics ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la
Région de Bruxelles-Capitale ;
Vu la décision du Collège du 20 octobre 2020 de passer le marché public de fournitures,
estimé à 105 000€ HTVA, et ayant pour objet la fourniture d'articles de sanitaires sur une
période d'un an reconductible tacitement au maximum 1 fois par procédure négociée
sans publication préalable conformément à l'article 41, §1er, 1°a de la loi du 17 juin 2016
relative aux marchés publics aux conditions du cahier des charges SCHA/EQUIP/2020/057.
Considérant que la dépense sera financée par le mode de financement arrêté aux
budgets 2020, 2021 et 2022 ;




                                              149
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ;
PREND POUR INFORMATION
      1.   La décision du Collège du 20 octobre 2020 de passer le marché public de
           fournitures, estimé à 105 000€ HTVA, et ayant pour objet la fourniture d'articles
           de sanitaires sur une période d'un an reconductible tacitement au maximum
           1 fois par procédure négociée sans publication préalable conformément à
           l'article 41, §1er, 1°a de la loi du 17 juin 2016 relative aux marchés publics, aux
           conditions du cahier des charges SCHA/EQUIP/2020/057.
      2.   La dépense, ne pouvant dépasser le montant maximal autorisé de la procédure
           choisie soit 139 000€ HTVA, sera imputée aux différents articles prévus à cet
           effet aux budgets ordinaires et extraordinaires de 2020, 2021 et 2022 aux codes
           fonctionnels et économiques adéquats et exécutoires au cours de la validité du
           marché conclu et seront financée par emprunts et par subsides ou autres
           financements.

                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 234 et 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 - in het bijzonder artikel 41 §1, 1°a - betreffende de
overheidsopdrachten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de
rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken,
leveringen en diensten ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende de plaatsing van
overheidsopdrachten in klassieke sectoren ;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten ;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht
op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;
Gelet op de beslissing van het College van 20 oktober 2020 om een overheidsopdracht voor
leveringen, geschat op 105 000€ BTWE, met als voorwerp de levering van sanitaire
artikelen voor een periode van één jaar stilzwijgend verlengbaar maximum 1 keer, te
plaatsen bij onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking overeenkomstig
artikel 41, §1, 1° a van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten
overeenkomstig de voorwaarden van het bestek SCHA/EQUIP/2020/057.
Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door de op de begrotingen 2020, 2021
en 2022 voorziene financieringswijze ;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
NEEMT TER INFORMATIE
      1.     De beslissing van het College van 20 oktober 2020 om een overheidsopdracht
             voor leveringen, geschat op 105 000€ BTWE, met als voorwerp de levering van de
             sanitaire artikelen voor een periode van één jaar, eenmaal hernieuwbaar te
             plaatsen bij vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met
             voorafgaande bekendmaking overeenkomstig artikel 41, §1, 1°a van de wet van 17
             juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten overeenkomstig de voorwaarden
             van het bestek SCHA/EQUIP/2020/057.
      2.     De uitgave, die het maximaal toegestane bedrag van de gekozen procedure niet
             mag overschrijden hetzij 139 000€ BTWE, zal worden aangerekend op de
             verschillende hiertoe op de gewone en buitengewone begrotingen van 2020, 2021
             en 2022 voorziene artikels met de adequate functionele en economische codes
             die eventueel zullen worden ingeschreven tijdens de looptijd van het contract en
             gefinancierd zullen worden door leningen en toelagen of andere financieringen.




                                              150
Bâtiment -=- Gebouwen
SP 51.- Ecole 3 - Mise en place d'un système de comptage énergétique selon convention NR-
   Click dans le cadre du programme PLAGE - Pour information -=- School 3 - Installatie van
   een energie-meetsysteem volgens de NR-Click-overeenkomst in het kader van het
   PLAGE-programma - Ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                   LE CONSEIL COMMUNAL
                                   Approuvé à l'unanimité.

Vu la Nouvelle loi communale;
Vu la loi du 17 juin 2016 relative aux marchés publics ;
Vu l'arrêté royal du 18 avril 2017 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs
classiques ;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés
publics ;
Vu l’ordonnance du 19 juillet 2001 relative à l'organisation du marché de l'électricité en
Région de Bruxelles-Capitale, notamment l’article 24bis ;
Considérant que l’article 2, 6° de la loi du 17 juin 2016 permet à une centrale d'achat,
adjudicateur, de passer des marchés de travaux, de fournitures et de services destinés à des
adjudicateurs ;
Considérant que l’article 47, §2, de la loi du 17 juin 2016 prévoit qu’un adjudicateur
recourant à une centrale d’achat est dispensé d’organiser lui-même une procédure de
passation ;
Considérant qu’en vertu de l’article 47, §4, de la loi du 17 juin 2016, un adjudicateur
bénéficiaire peut, sans appliquer les procédures prévues par la loi du 17 juin 2016, attribuer à
une centrale d'achat un marché public de services pour la fourniture d'activités d'achat
centralisées, que ces marchés publics de services peuvent également comprendre la
fourniture d'activités d'achat auxiliaires ;
Considérant qu'une telle centrale d’achat a été mise en place par l'intercommunale Sibelga
en ce qui concerne l'accompagnement des pouvoirs publics locaux et régionaux de la Région
de Bruxelles-Capitale en vue de promouvoir les mesures d’efficacité énergétique ;
Vu la délibération du conseil communal, en sa séance du 29 novembre 2017, La Direction
Infrastructures rappelle au collège que le conseil communal, en sa séance du 29 novembre
2017, approuvant la convention NRClick Scan de mise à disposition d'un service de
comptabilité énergétique;
Vu les sites retenus pour le placement de dataloggers en vue d'une comptabilité énergétique:
école 3;
PREND POUR INFORMATION
la décision du collège, en séance du 6 octobre 2020
      1.     d'approuver l'offre SIBELGA n°2000161467 du 23 septembre 2020 relative au
             placement d'un système de comptage énergétique sur le site de L'école 3 pour un
             coût de 821,29 € TVA 6% incluse
      2.     de financer la dépense par emprunt

                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de Nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten
in de klassieke sectoren;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten;
Gelet op de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de
elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met name het artikel 24bis;



                                              151
Overwegende dat het artikel 2, 6° van de wet van 17 juni 2016 een aanbestedende
aankoopcentrale toelaat opdrachten te plaatsen met betrekking tot werken, leveringen en
diensten die bestemd zijn voor aanbestedende overheden;
Gelet op artikel 47, §2, van de wet van 17 juni 2016 waarin wordt bepaald dat een
aanbestedende overheid die een beroep doet op een aankoopcentrale vrijgesteld is van de
verplichting om zelf een gunningsprocedure te organiseren;
Overwegende dat krachtens artikel 47, §4, van de wet van 17 juni 2016, een begunstigde
aanbestedende overheid, zonder de toepassing van de in de wet van 17 juni 2016 vervatte
procedures, aan een aankoopcentrale een overheidsopdracht voor diensten mag gunnen
betreffende gecentraliseerde aankoopactiviteiten; dat dergelijke overheidsopdrachten voor
diensten eveneens het verrichten van aanvullende aankoopactiviteiten mogen omvatten;
Overwegende dat een dergelijke aankoopcentrale werd opgericht door de intercommunale
Sibelga ter begeleiding van de plaatselijke en regionale openbare besturen van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest om energie-efficiëntiemaatregelen te promoten;
De Directie Infrastructuur herinnert het college eraan, gelet op het raadsbesluit van 29
november 2017, dat in deze zitting de gemeenteraad de NR Click Scan-overeenkomst
goedkeurde betreffende de terbeschikkingstelling van een dienst voor energieboekhouding;
Gelet op de sites die werden weerhouden voor de plaatsing van dataloggers met het oog op
de energieboekhouding: school 3;
NEEMT TER INFORMATIE
het collegebesluit van 6 oktober 2020, namelijk:
      1.    de goedkeuring van de offerte van SIBELGA nr. 2000161467 van 23
            september 2020 betreffende de plaatsing van een energie-meetsysteem op de
            site School 3 voor een bedrag van 821,29 € BTW inbegrepen
      2.    de financiering van de kosten een lening.


SP 52.- Projet de construction de l'école néerlandophone 'De Kriek' et d'une salle
   omnisports et extension de l'école 10 sur le site Optima - Mission de coordination de
   sécurité-santé - Augmentation de la dépense - Pour information -=- Project voor de
   bouw van de Nederlandstalige school ‘De Kriek’ en een sporthal en de uitbreiding van
   school 10 op de site Optima - Opdracht voor de veiligheids- en gezondheidscoördinatie -
   Verhoging van de uitgave - Ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                    LE CONSEIL COMMUNAL
                                    Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale;
Vu la loi du 15 juin 2006 - en particulier son article 26, §1er, 1° a - relative aux marchés
publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services, telle qu'elle a été
modifiée à ce jour;
Vu l'arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs
classiques;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés
publics et des concessions de travaux publics;
Vu l'ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de
Bruxelles-Capitale;
Vu l'ordonnance du 27 juillet 2017 modifiant la Nouvelle loi communale en vue de préciser
les règles de compétences en matière de marchés publics communaux;
Vu l'arrêté royal du 25 janvier 2001 concernant les chantiers temporaires et mobiles et
l'arrêté royal du 19 janvier 2005 qui le modifie;
Vu la décision du collège des bourgmestre et échevins du 23 mai 2017 de lancer un marché
public par procédure négociée sans publicité afin de désigner un coordinateur de sécurité-
santé pour le suivi de la construction de l'école néerlandophone "De Kriek", d'une salle
omnisports et de l'extension de l'école 10 sur le site "Optima";



                                               152
Vu la décision du collège des bourgmestre et échevins du 4 juillet 2017 de désigner un bureau
de coordination de sécurité-santé comme adjudicataire de la mission susmentionnée pour un
montant de 14.048,10€ TVAC;
Considérant que le chantier concerné par la mission de coordination de sécurité-santé est en
situation de statage, nécessitant ainsi des prestations supplémentaires du coordinateur;
Vu la situation sanitaire nationale et la pandémie de Covid-19 qui a également provoqué des
prestations supplémentaires pour le coordinateur de sécurité-santé;
Considérant que les deux événements mentionnés ci-dessus étaient imprévisibles pour
l'adjudicataire;
Considérant que celui-ci a introduit une proposition de décompte, d'un montant de 2.541€
TVAC;
Considérant que l'acceptation de ce décompte ferait augmenter le montant du marché de
plus de 10% du montant du bon de commande initial;
Considérant que ce montant est disponible à l'article budgétaire 722/747-60/-/622 du budget
extraordinaire 2020;
Vu la décision du collège des bourgmestre et échevins du 22 septembre 2020:
      1.    D'approuver le décompte 1, relatif à des prestations supplémentaires de
            coordination de sécurité-santé suite à la pandémie de Covid-19 et à la situation de
            statage des travaux. Ce décompte augmenterait le coût total de la mission de
            2.541€ TVAC.
      2.    D'engager cette somme à l'article 722/747-60/-/622 du budget extraordinaire
            2020.
      3.    De financer la dépense par l'emprunt.
PREND POUR INFORMATION
l'augmentation de la dépense susmentionnée.

                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 - inzonderheid artikel 26, § 1, 1° a - betreffende de
overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en
diensten, zoals zij tot op heden werd gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende de plaatsing van
overheidsopdrachten in de klassieke sectoren;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht
op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op de ordonnantie van 27 juli 2017 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet teneinde
de bevoegdheidsregels inzake gemeentelijke overheidsopdrachten te verduidelijken;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke en mobiele
bouwplaatsen, en het wijzigende koninklijk besluit van 19 januari 2005;
Gelet op het collegebesluit van 23 mei 2017 om een overheidsopdracht te lanceren bij
onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking teneinde een veiligheids- en
gezondheidscoördinator aan te duiden voor de opvolging van de bouw van de
Nederlandstalige school "De Kriek" en een sporthal en de uitbreiding van school 10 op de site
"Optima";
Gelet op het collegebesluit van 4 juli 2017, waarbij een veiligheids- en
gezondheidscoördinatiebureau werd aangeduid als opdrachthouder van bovenvermelde
missie voor een bedrag van 14.048,10 € BTW inclusief;
Overwegende dat de werf in kwestie werd opgeschort, waardoor er bijkomende prestaties
nodig waren van de veiligheids- en gezondheidscoördinator;
Gelet op de nationale gezondheidssituatie en de Covid-19-pandemie, waardoor er eveneens
bijkomende prestaties van de veiligheids- en gezondheidscoördinator nodig waren en zijn;
Overwegende dat beide, bovenvermelde gebeurtenissen niet door de opdrachthouder
konden worden voorzien;




                                             153
Overwegende dat deze een verrekeningsvoorstel heeft ingediend, voor een bedrag van
2.541€, BTW incl.;
Overwegende dat het aanvaarden van deze verrekening het bedrag van de opdracht met
meer dan 10 % zou verhogen ten opzichte van het bedrag van de initiële bestelbon;
Overwegende dat dit bedrag beschikbaar is op begrotingsartikel 722/747-60/-/622 van de
buitengewone begroting over 2020;
Gelet op het collegebesluit van 22 september 2020, houdende :
      1.   goedkeuring van verrekening 1 betreffende bijkomende prestaties van de
           veiligheids- en gezondheidscoördinator ten gevolge van de Covid-19-pandemie en
           de tijdelijke stopzetting van de werken. Deze verrekening zou de totale kost van de
           opdracht verhogen met 2.541€ BTW incl.
      2.   vastlegging van deze som op artikel 722/747-60/-/622 van de buitengewone
           begroting over 2020
      3.   financiering van de uitgave met een lening
NEEMT TER INFORMATIE
de verhoging van bovenvermelde uitgave.


SP 53.- Royal Tennis Club Lambermont - Travaux de mise en conformité électrique - Marché
   de faible montant - Pour information -=- Royal Tennis Club Lambermont - Werken voor
   de inconformiteitstelling van de elektrische installaties - Opdracht
    van beperkte waarde - Ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                   LE CONSEIL COMMUNAL
                                   Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale;
Vu la loi du 17 juin 2016 - en particulier son article 92 - relative aux marchés publics, telle
qu'elle a été modifiée à ce jour;
Vu l'arrêté royal du 18 avril 2017 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs
classiques, tel qu'il a été modifié à ce jour;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés
publics et des concessions de travaux publics, tel qu'il a été modifié à ce jour;
Vu l'ordonnance du 27 juillet 2017 modifiant la Nouvelle loi communale en vue de préciser
les règles de compétences en matière de marchés publics communaux;
Considérant que les installations électriques du Royal Tennis Club Lambermont, sis Boulevard
Général Wahis 1 à 1030 Schaerbeek, sont vétustes et nécessitent des travaux de remise en
conformité dans les meilleurs délais;
Considérant que de tels travaux devraient être réalisés par une entreprise spécialisée du
secteur privé;
Vu les trois entreprises spécialisées consultées par la Direction Infrastructures à cette fin,
dans le cadre d'un marché public de faible montant;
Considérant que le coût de cette mission est estimé à 25.000€ TVAC;
Vu la décision du collège des bourgmestre et échevins du 20 octobre 2020:
      1.     D'approuver l'appel à la concurrence pour la mission susmentionnée.
      2.     D'arrêter la procédure de passation et fixer les conditions du marché: marché de
             faible montant avec consultation de plusieurs firmes spécialisées.
      3.     D'engager la somme de 25.000€ à l'article 137/724-60/-/620 du budget
             extraordinaire 2020.
      4.     De financer la dépense par l'emprunt.
PREND POUR INFORMATION
la décision précitée du collège des bourgmestre et échevins.




                                              154
                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 - in het bijzonder zijn artikel 92 - betreffende de
overheidsopdrachten, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten
in de klassieke sectoren, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot vaststelling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken,
zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op de ordonnantie van 27 juli 2017 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet teneinde
de bevoegdheidsregels inzake gemeentelijke overheidsopdrachten te verduidelijken;
Overwegende dat de elektrische installaties van de Royal Tennis Club Lambermont, gelegen
Generaal Wahislaan 1 te 1030 Schaarbeek, verouderd zijn en er binnen de best mogelijke
termijn werken dienen te worden uitgevoerd om deze installaties opnieuw in conformiteit te
stellen;
Overwegende dat dergelijke werken door een gespecialiseerd bedrijf uit de privésector
dienen te worden uitgevoerd;
Gelet op de drie door de Directie Infrastructuur hiertoe geraadpleegde bedrijven, in het kader
van een overheidsopdracht van beperkte waarde;
Overwegende dat de kosten voor deze opdracht werden geraamd op 25.000€, BTW
inbegrepen;
Gelet op het collegebesluit van 20 oktober 2020, houdende :
      1.    goedkeuring van de oproep tot mededinging voor bovenvermelde opdracht.
      2.    vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van de opdracht :
            opdracht van beperkte waarde, met raadpleging van meerdere gespecialiseerde
            ondernemingen
      3.    vastlegging van de som van 25.000€ op artikel 137/724-60/-/620 van de
            buitengewone begroting over 2020.
      4.    financiering van de uitgave met een lening.
NEEMT TER INFORMATIE
voornoemd collegebesluit


SP 54.- Rue Masui 186 - Reconnaissance de l'état des sols dans le cadre de la centrale de
   marché pour les études de pollution du sol organisée par Bruxelles-Environnement -
   Engagement subséquent à un accord-cadre - Pour information -=- Masuistraat 186 -
   Verkennend bodemonderzoek in het kader van de opdrachtencentrale voor
   bodemverontreinigingsstudies georganiseerd door Leefmilieu Brussel - Verbintenis ten
   gevolge van een raamovereenkomst - Ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                   LE CONSEIL COMMUNAL
                                   Approuvé à l'unanimité.

Vu la Nouvelle loi communale;
Vu la loi du 17 juin 2016 relative aux marchés publics ;
Vu l'arrêté royal du 18 avril 2017 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs
classiques ;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés
publics ;
Considérant que l’article 2, 6° de la loi du 17 juin 2016 permet à une centrale d'achat,
adjudicateur, de passer des marchés de travaux, de fournitures et de services destinés à des
adjudicateurs ;
Considérant que l’article 47, §2, de la loi du 17 juin 2016 prévoit qu’un adjudicateur
recourant à une centrale de marché est dispensé d’organiser lui-même une procédure de
passation ;

                                              155
156
Vu la centrale de marché mise en place par l'Institut Bruxellois pour la Gestion de
l'Environnement (IBGE) pour les études de pollution du sol;
Vu la délibération du conseil communal du 20 décembre 2017 d'adhérer à cette centrale de
marché;
Vu la décision du collège des bourgmestre et échevins du 23 juin 2020 d'activer
l'adjudicataire de la centrale pour la réalisation d’une actualisation de la reconnaissance
d’état du sol pour le site situé Rue Masui 186;
Considérant que le bon de commande pour cette mission s'élevait à 3.084,63€ TVAC, et que
la somme de 3.500€ TVAC a été engagée (afin de faire face à d'éventuelles prestations
supplémentaires);
Considérant que l'adjudicataire a fait face à des difficultés inattendues lors de l'exécution de
sa mission: à savoir la présence d'importantes couches de béton dans les zones à forer;
Considérant que du matériel lourd supplémentaire a donc été nécessaire afin de pouvoir
réaliser la mission;
Considérant que les coûts supplémentaires engendrés font augmenter le coût de la mission à
un total de 4.581,73€ TVAC;
Vu la décision du collège des bourgmestre et échevins du 29 septembre 2020:
       1.    D'approuver le décompte relatif à l'utilisation de matériel supplémentaire à même
             de percer des couches imprévues de béton. Ce décompte augmenterait le coût
             total de la mission de 1.497,10€ TVAC, pour un coût total de 4.581,73€ TVAC .
       2.    D'engager la somme de 1.081,73€ TVAC à l'article 137/747-60/-/620 du budget
             extraordinaire 2020.
       3.    De financer la dépense par l'emprunt.
APPROUVE
l'augmentation de la dépense susmentionnée.

                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de Nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten
in de klassieke sectoren;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten;
Overwegende dat artikel 2, 6° van de wet van 17 juni 2016 aan een
aankoopcentrale/aanbesteder toelaat opdrachten te plaatsen met betrekking tot werken,
leveringen en diensten die bestemd zijn voor aanbestedende overheden;
Overwegende dat artikel 47, §2, van de wet van 17 juni 2016 voorziet dat een aanbestedende
overheid die een beroep doet op een opdrachtencentrale vrijgesteld is van de verplichting
om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren;
Gelet op de opdrachtencentrale voor bodemverontreinigingsstudies, opgericht door het
Brussels Instituut voor het Milieubeheer (BIM);
Gelet op het raadsbesluit van 20 december 2017 om zich bij deze opdrachtencentrale aan te
sluiten;
Gelet op het collegebesluit van 23 juni 2020 om de opdrachthouder van deze centrale te
activeren voor het uitvoeren van een update van het verkennend bodemonderzoek van de
site gelegen Masuistraat 186;
Overwegende dat de bestelbon voor deze opdracht 3.084,63€, BTW inbegrepen, bedroeg; en
dat de som van 3.500€ BTW incl. werd vastgelegd (om het hoofd te kunnen bieden aan
eventuele bijkomende prestaties);
Overwegende dat de opdrachthouder bij het uitvoeren van de opdracht werd geconfronteerd
met onverwachte moeilijkheden, namelijk de aanwezigheid van aanzienlijke betonlagen in de
zones waar moest worden geboord;
Overwegende dat bijgevolg bijkomend zwaar materiaal noodzakelijk was om deze opdracht
tot een goed einde te brengen;
Overwegende dat de hierdoor veroorzaakte bijkomende kosten, het bedrag van deze
opdracht verhogen tot een totaal van 4.581,73€ BTW inbegrepen;



                                              157
Gelet op het collegebesluit van 29 september 2020, houdende :
      1.   goedkeuring van de verrekening met betrekking tot het gebruik van bijkomend
           materiaal om niet voorziene betonlagen te doorboren. Deze verrekening verhoogt
           de totale kost van de opdracht met 1.497,10€, BTW incl. en brengt deze dus op
           4.581,73€, BTW incl.
      2.   vastlegging van de som van 1.081,73€, BTW incl. op artikel 137/747-60/-/620 van
           de buitengewone begroting over 2020
      3.   financiering van de uitgave met een lening.
KEURT GOED
de verhoging van bovenvermelde uitgave.


SP 55.- Athénée Fernand Blum - Section Renan - Rénovation du système d'égouttage sous
   les cours de récréation - Procédure de passation, conditions du marché de travaux -
   Pour information -=- Atheneum Fernand Blum - Afdeling Renan - Renovatie van het
   rioleringssysteem onder de speelplaatsen - Plaatsingsprocedure, voorwaarden van de
   opdracht van werken - Ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                   LE CONSEIL COMMUNAL
                                   Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale;
Vu la loi du 17 juin 2016 - en particulier son article 92 - relative aux marchés publics, telle
qu'elle a été modifiée à ce jour;
Vu l'arrêté royal du 18 avril 2017 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs
classiques, tel qu'il a été modifié à ce jour;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés
publics et des concessions de travaux publics, tel qu'il a été modifié à ce jour;
Vu l'ordonnance du 27 juillet 2017 modifiant la nouvelle loi communale;
Vu la problématique du gymnase de l'athénée Fernand Blum - section Renan qui est
régulièrement inondée;
Considérant que des infiltrations d’eau proviennent aussi bien d'un mur enterré qui n’est pas
isolé que du sol où l’inspection par caméra du réseau d’égouttage a fait apparaitre de larges
fissures et des déboitements dans les conduites en terre cuite;
Considérant dès lors qu'il est maintenant nécessaire de rénover le système d’égouttage;
 Considérant qu'il convenait dès lors de répondre à cette demande en recourant à un marché
public de faible montant;
Considérant que trois sociétés ont été consultées à cette fin;
Vu la décision du collège des bourgmestre et échevins du 13 octobre 2020
      1.     Arrêter la procédure de passation et fixer les conditions du marché: procédure de
             marché à faible montant avec consultation de trois entreprises spécialisées
      2.     Imputer la dépense estimée à 30.000 à l'article 731/724-60/-620 du budget
             extraordinaire 2020
      3.     Financer la dépense par l'emprunt
PREND POUR INFORMATION
la décision précitée du collège des bourgmestre et échevins

                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 - in het bijzonder zijn artikel 92 - betreffende de
overheidsopdrachten, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten
in de klassieke sectoren, zoals tot op heden gewijzigd;



                                              158
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot vaststelling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken,
zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op de ordonnantie van 27 juli 2017 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de problematiek van de turnzaal van het atheneum Fernand Blum - afdeling Renan,
namelijk het feit dat deze regelmatig onder water komt te staan;
Overwegende dat er waterinfiltraties zijn, komende zowel van een ondergrondse muur die
niet goed is geïsoleerd, als van de vloer, waar er via een camera-inspectie van het
rioleringsnet grote barsten werden vastgesteld in de leidingen uit terracotta en eveneens het
loszitten van deze leidingen;
Overwegende bijgevolg de noodzaak om het rioleringsnet te renoveren;
Overwegende dat het dus aangewezen was een overheidsopdracht van beperkte waarde uit
te schrijven ;
Overwegende dat drie ondernemingen hiertoe werden geraadpleegd;
Gelet op het collegebesluit van 13 oktober 2020, houdende :
       1.   vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van de opdracht
            : overheidsopdracht van beperkte waarde, mits raadpleging van meerdere
            gespecialiseerde ondernemingen.
       2.   aanrekening van de uitgave, geraamd op 30.000 € BTW inbegrepen, op artikel
            731/724-60/-620 van de buitengewone begroting over 2020.
       3.   financiering van de uitgave met een lening.
NEEMT TER INFORMATIE
voormeld collegebesluit


SP 56.- Immeuble communal sis Rue des Palais 195 - Remplacement des chaudières et
   adaptation de la cheminée - Procédure de passation et conditions du marché - Pour
   information -=- Gemeentegebouw gelegen Paleizenstraat 195 - Vervanging van de
   stookketels en aanpassing van het rookkanaal - Plaatsingsprocedure en voorwaarden
   van de opdracht - Ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                    LE CONSEIL COMMUNAL
                                    Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale;
Vu la loi du 17 juin 2016 relative aux marchés publics - en particulier son article 42, §1er, 1°, a
- telle qu'elle a été modifiée à ce jour;
Vu l'arrêté royal du 18 avril 2017 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs
classiques, tel qu'il a été modifié à ce jour;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés
publics et des concessions de travaux publics, tel qu'il a été modifié à ce jour;
Vu l'ordonnance du 27 juillet 2017 modifiant la Nouvelle loi communale en vue de préciser
les règles de compétences en matière de marchés publics communaux;
Vu la vétusté des chaudières de l'immeuble communal sis Rue des Palais 195;
Considérant qu'il conviendrait de remplacer ces chaudières (chaudières atmosphériques) par
des chaudières à condensation afin de se conformer aux normes PEB;
Considérant qu'un tel remplacement nécessiterait également une adaptation de la cheminée
à ce nouveau système de chaudières;
Considérant qu'il conviendrait de confier ces travaux au secteur privé;
Vu le CSC Scha/Infra/2020/033 réalisé par les services communaux;
Considérant que ce CSC serait envoyé à quatre entreprises spécialisées;
Considérant que ces travaux sont estimés à 50.000€ TVAC;




                                               159
Vu la décision du collège des bourgmestre et échevins du 20 octobre 2020:
      1.    D'approuver le principe de confier au secteur privé les travaux de remplacement
            des chaudières et l'adaptation de la cheminée de l'immeuble communal sis Rue
            des Palais 195.
      2.    D'arrêter la procédure de passation du marché: procédure négociée sans
            publication préalable après consultation de quatre entreprises spécialisées.
      3.    De fixer les conditions de marché telles que définies par le CSC
            Scha/Infra/2020/033 joint en annexe.
      4.    D'imputer la dépense, estimée à 50.000€ TVAC à l'article 922/724-60/620 du
            budget extraordinaire 2020.
      5.    De financer la dépense par l'emprunt.
PREND POUR INFORMATION
la décision susmentionnée

                                  DE GEMEENTERAAD
                       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten - inzonderheid artikel
42, §1, 1°, a - zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten
in de klassieke sectoren, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot vaststelling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken,
zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op de ordonnantie van 27 juli 2017 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet teneinde
de bevoegdheidsregels inzake gemeentelijke overheidsopdrachten te verduidelijken;
Gelet op de verouderde staat van de stookketels van het gemeentegebouw gelegen
Paleizenstraat 195;
Overwegende dat het aangewezen is deze stookketels (atmosferische ketels) te vervangen
voor condensatiestookketels, zodat het gebouw beter wordt aangepast aan de EPB-normen;
Overwegende dat deze vervanging eveneens de aanpassing vereist van het rookkanaal
verbonden aan de nieuwe ketels;
Overwegende dat het aangewezen is deze werken aan de privésector toe te vertrouwen;
Gelet op het bestek Scha/Infra/2020/033, opgemaakt door de gemeentediensten;
Overwegende dat dit bestek aan vier gespecialiseerde ondernemingen zou worden
toegestuurd;
Overwegende dat deze werken werden geraamd op € 50.000,- BTW incl.;
Gelet op het collegebesluit van 20 oktober 2020, houdende :
      1.     goedkeuring van het principe om de werken betreffende de vervanging van de
             stookketels en de aanpassing van hun rookkanaal in het gemeentegebouw
             Paleizenstraat 195 aan de privésector toe te vertrouwen;
      2.     vastlegging van de plaatsingsprocedure van de opdracht :
             onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking, na raadpleging
             van vier gespecialiseerde ondernemingen;
      3.     vaststelling van de voorwaarden van de opdracht zoals gedefinieerd in het
             bijgevoegde bestek Scha/Infra/2020/033;
      4.     aanrekening van de uitgave, geraamd op € 50.000,- BTW incl. op artikel 922/724-
             60/620 van de buitengewone begroting over 2020;
      5.     financiering van de uitgave met een lening.
NEEMT TER INFORMATIE
bovenvermeld besluit




                                            160
SP 57.- Marché de services - Mission d’étude en vue du réaménagement des cours de
   récréation des écoles communales Paviljoen et René Magritte - Définition de la
   procédure de passation et fixation des conditions du marché d’étude - Pour information
   -=- Opdracht voor diensten - Studieopdracht met het oog op de heraanleg van de
   speelplaatsen van de gemeentescholen Paviljoen en René Magritte - Definiëren van de
   plaatsingsprocedure en vaststellen van de voorwaarden van de studieopdracht - Ter
   informatie

       Monsieur Bernard, Madame Loodts et Monsieur Verstraete interviennent
       Monsieur De Herde, Madame Haddioui et Madame Byttebier répondent

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                    LE CONSEIL COMMUNAL
                                    Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la Nouvelle Loi Communale ;
Vu la Loi du 17 juin 2016 relative aux marchés publics - en particulier son article 42, §1er, 1° a
-, telle qu'elle a été modifiée à ce jour ;
Vu l'Arrêté royal du 18 avril 2017 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs
classiques, tel qu'il a été modifié à ce jour ;
Vu l'Arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés
publics et des concessions de travaux publics, tel qu'il a été modifié à ce jour ;
Vu l'Ordonnance du 27 juillet 2017 modifiant la Nouvelle loi communale en vue de préciser
les règles de compétences en matière de marchés publics communaux ;
Vu la décision n°407/823/B/266 datant du 23 avril 2019 par laquelle le Collège des
Bourgmestre et Echevins a approuvé l’introduction d’un dossier de demande de subsides
pour le verdissement des cours de récréation des écoles communales Paviljoen et René
Magritte, intitulée : Dienst Nederlandstalig Onderwijs - GBS Paviljoen - Indienen
subsidiedossier Buitenspel 2019 ter vergroening van de speelplaats van GBS Paviljoen en GBS
René Magritte ;
Vu la décision de la VGC datant du 02/04/2020, accordant à la Commune un subside de
100.000 € pour les travaux inhérents au réaménagement des cours de récréations des écoles
qui ont fait l’objet de ladite demande ;
Considérant que, dans le courant de l’année scolaire 2019-2020, le service de de
l’Enseignement communal néerlandophone a coordonné un travail de diagnostic de la
situation dans les cours de récréation en impliquant les directions des écoles Paviljoen, De
Kriek et René Magritte, ainsi que les élèves et leurs parents ;
Considérant que ce travail participatif a été résumé dans un document présentant,
notamment, l’état des lieux ainsi que le processus participatif ayant abouti à des propositions
de réaménagement ;
Considérant que, pour affiner ces propositions, il est nécessaire de mener une mission
d’étude pour examiner, notamment, la faisabilité technique, urbanistique et financière des
réaménagements souhaités ;
Considérant que cette étude doit être confiée à un bureau d’études privé et fera l'objet d'un
appel à manifestation d'intérêt en partenariat avec l'équipe du Bouwmeester–Maitre
Architecte –ou BMA ;
Considérant que, pour mener cette étude, l’Enseignement communal néerlandophone a
inscrit initialement un montant de 40.000 € à l’article budgétaire 722/743-51/-/823 –qui est
un article relatif à de fournitures dédié, notamment, à l’achat et entretien de Steps dans les
écoles (Equipements) ;
Considérant qu’il y a lieu de réduire ce montant à 20.000 à inscrire à un article budgétaire
« études » ad hoc ;
Considérant, d’autre part, que le montant de 100.000 € relatif au subside de la VGC
concernant les travaux, a été inscrit également à ce même article budgétaire et que, dès lors,
le code économique /743-51/ ne correspond ni à celui d’études ni à celui de travaux ;




                                               161
Considérant, dès lors, qu’il y a lieu de :
      ·     Modifier l’article 722/743-51/-/823 en 2020 en le réduisant de 20.000 € – à
            inscrire à l’article 722/747-60/823 (études), à financer par emprunt ;
      ·     Inscrire 100.000 € en 2021 à l’article 722/724-60/823 (travaux), à financer via le
            subside de la VGC ;
Considérant que l’Enseignement communal néerlandophone a proposé un cahier spécial des
charges (NL) et que ce dernier a été traduit en français –et doit être finalisé par le service
Marchés publics ;
Considérant que le marché d’études serait passé par procédure négociée sans publication
préalable en vertu de l’article 42, §1er, 1°, a de la loi du 17 juin 2016 relative aux marchés
publics et suivant les termes du cahier des charges réf. : Scha/Infra/2020/026 ;
Considérant que les bureaux d’études à consulter seront sélectionnés par les services
communaux protagonistes en collaboration avec le BMA ;
Considérant que le service des Travaux présentera une nouvelle analyse au Collège pour
l’approbation de la liste des bureaux d’études à consulter ainsi que la version définitive du
cahier des charges (NL & FR) ;
Vu le procès-verbal du Collège des Bourgmestre et Échevins du 06 octobre 2020 dans lequel
celui-ci décide de :
      1.    Approuver le principe d’élaboration d’une étude en vue du réaménagement des
            cours de récréation des écoles communales Paviljoen et René Magritte ;
      2.    Définir la procédure de passation –procédure négociée sans publication
            préalable– et fixer les conditions du marché consignées dans le cahier des
            charges, réf. : Scha/Infra/2020/026 ;
      3.    Engager la dépense estimée à 20.000 € TVAC à l’article 722/747-60/..-../823
            (études) en M.B.4 – à réduire de l’article 722/743-51/..-../823 du budget
            extraordinaire 2020, à financer par l'emprunt ;
      4.    Inscrire 100.000 € en 2021 à l’article 722/724-60/..-../823 (travaux) du budget
            extraordinaire, à financer via le subside de la VGC.
PRENDRE POUR INFORMATION :
La décision susmentionnée du Collège des Bourgmestre et Échevins du 06 octobre 2020.

                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten - in het bijzonder het
artikel 42, §1, 1° a -, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende de plaatsing van
overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot vaststelling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken,
zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op de ordonnantie van 27 juli 2017 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet, teneinde
de bevoegdheidsregels inzake gemeentelijke overheidsopdrachten te verduidelijken;
Gelet op collegebesluit nr. 407/823/B/266 d.d. 23 april 2019 waarbij de indiening werd
goedgekeurd van een subsidieaanvraag voor de vergroening van de speelplaatsen van de
gemeentescholen Paviljoen en René Magritte, met als titel : Dienst Nederlandstalig Onderwijs
- GBS Paviljoen - Indienen subsidiedossier Buitenspel 2019 ter vergroening van de speelplaats
van GBS Paviljoen en GBS René Magritte ;
Gelet op de beslissing van de VGC d.d. 02/04/2020 om aan de Gemeente een subsidie van
100.000 € toe te kennen voor de werken betreffende de heraanleg van de speelplaatsen van
beide scholen, werken die het voorwerp uitmaakten van bovengenoemde aanvraag;
Overwegende dat, in de loop van het schooljaar 2019-2020, de gemeentelijke dienst
Nederlandstalig Onderwijs, samen met de directies van de scholen Paviljoen, De Kriek en
René Magritte, alsook met de leerlingen en hun ouders, een diagnostiek heeft opgesteld van
de situatie van de speelplaatsen;




                                             162
Overwegende dat dit participatief traject werd samengevat in een document,
omvattende een plaatsbeschrijving en het participatieve proces dat heeft geleid tot
voorstellen voor de heraanleg;
Overwegende dat, om deze voorstellen te verfijnen, het noodzakelijk is een studie uit te
voeren om met name de technische, stedenbouwkundige en financiële haalbaarheid van de
gewenste herinrichtingen te onderzoeken;
Overwegende dat het aangewezen is deze studie aan een privé studiebureau toe te
vertrouwen en zij het voorwerp zal uitmaken van een oproep tot interesse, in samenwerking
met het team van de Bouwmeester–Maitre Architecte – kort BMA;
Overwegende dat, om deze studie te laten uitvoeren, de gemeentelijke dienst
Nederlandstalig Onderwijs een bedrag van 40.000 € heeft ingeschreven op het
begrotingsartikel 722/743-51/-/823 - dit artikel is eigenlijk bestemd voor leveringen, met
name voor de aankoop en het onderhoud van Steps in de scholen (Uitrustingen);
Overwegende dat ook het bedrag van de VGC-subsidie van 100.000 € voor de werken op
datzelfde begrotingsartikel werd ingeschreven en bijgevolg de economische code /743-51/
noch overeenstemt met de code voor studies, noch met de code voor werken;
Overwegende dat het bijgevolg aangewezen is :
      ·     het artikel 722/743-51/-/823 in 2020 te wijzigen door er 20.000 € van af te
            boeken en dit bedrag in te schrijven op artikel 722/747-60/823 (studies), te
            financieren met een lening;
      ·     in 2021, 100.000 € in te schrijven op artikel 722/724-60/823 (werken), te
            financieren met de subsidie van de VGC
Overwegende dat de dienst Nederlandstalig Onderwijs een bestek (NL) heeft voorgesteld, dat
naar het Frans werd vertaald en nog door de dienst Overheidsopdrachten moet worden
gefinaliseerd;
Overwegende dat de studieopdracht zou worden geplaatst bij onderhandelingsprocedure
zonder voorafgaande bekendmaking, op grond van artikel 42, §1, 1°,a van de wet van 17 juni
2016 betreffende de overheidsopdrachten en volgens de voorwaarden van het bestek met
referentie Scha/Infra/2020/026;
Overwegende dat de te raadplegen studiebureaus zullen worden geselecteerd door de
aanvragende gemeentediensten, in samenwerking met de BMA;
Overwegende dat de dienst Werken een nieuwe analyse aan het College zal voorleggen voor
goedkeuring van de lijst van de te raadplegen studiebureaus, samen met de definitieve
versies van het bestek (NL & FR);
Gelet op het collegebesluit van 6 oktober 2020, namelijk :
      1.    goedkeuring van het principe om een studie te laten opmaken met het oog op de
            heraanleg van de speelplaatsen van de gemeentescholen Paviljoen en René
            Magritte;
      2.    definiëren van de plaatsingsprocedure - onderhandelingsprocedure zonder
            voorafgaande bekendmaking - en vaststellen van de voorwaarden van de opdracht
            zoals opgenomen in het bestek met referentie Scha/Infra/2020/026;
      3.    vastlegging van de uitgave geraamd op 20.000 €, BTW inbegrepen, op artikel
            722/747-60/-/823 (studies) bij BW 4 - af te boeken van artikel 722/743-
            51/../../823 - van de buitengewone begroting over 2020, te financieren met een
            lening;
      4.    in 2021 boeken van 100.000 € op artikel 722/724-60/..-../823 (werken) van de
            buitengewone begroting, te financieren met de VGC-subsidie.
NEEMT TER INFORMATIE
bovenvermeld collegebesluit van 06 oktober 2020.


SP 58.- Mission d'étude visant à l'élaboration de la modification du PPAS n°19 « Quartier
   ouest de la gare du Nord » et de son rapport sur les incidences environnementales (RIE)
   - Procédure de passation et conditions du marché - Pour information -=- Studieopdracht
   voor het uitwerken van de wijziging van BBP nr.19 « Westwijk van het Noordstation» en
   van zijn Milieueffectenrapport (MER) - Plaatsingsprocedure en voorwaarden van de
   opdracht - Ter informatie




                                           163
DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                    LE CONSEIL COMMUNAL
                                    Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale;
Vu la loi du 17 juin 2016 relative aux marchés publics - en particulier son article 42, §1er, 1° a
-, telle qu'elle a été modifiée à ce jour;
Vu l'arrêté royal du 18 avril 2017 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs
classiques, tel qu'il a été modifié à ce jour;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés
publics , tel qu'il a été modifié à ce jour;
Vu l'ordonnance du 27 juillet 2017 modifiant la Nouvelle loi communale en vue de préciser
les règles de compétences en matière de marchés publics communaux;
Vu le Plan Particulier d'Affectation du Sol (PPAS) n°19 "Quartier Ouest de la gare du Nord"
couvrant les îlots 67, 68, 71 et 72;
Vu la délibération au conseil communal du 27 mai 2020 initiant la procédure de modification
du PPAS n°19;
Vu le dossier établi, reprenant la motivation formelle, les lignes directrices du projet de
modification et les éléments de la situation existante que le projet entend modifier;
Considérant qu'il est nécessaire de lancer un marché public de services visant à l'élaboration
de la modification du PPAS n°19 « QUARTIER OUEST DE LA GARE DU NORD » et de son
rapport sur les incidences environnementales;
Vu le crédit de 130.000 € inscrit en MB3 à l'article 930/747-60/-/630 pour ce projet;
Vu le cahier spécial des charges Scha/Infra/2020/027;
Vu la décision du collège des bourgmestre et échevins du 6 octobre 2020 par lequel celui-ci
décide:
       1.    Arrêter la procédure de passation et les conditions du marché sous rubrique:
             procédure négociée sans publication préalable après consultation de huit bureaux
             spécialisés en études d'urbanisme
       2.    Fixer les conditions du marché selon le cahier spécial des charges
             Scha/Infra/2020/027
       3.    Imputer la dépense, estimée à 130.000€ TVAC, à l'article 930/747-60/-/630 du
             budget extraordinaire 2020
       4.    Financer la dépense à concurrence de 58.000 € par un subside régional et le solde
             restant par un emprunt
PREND POUR INFORMATION
la décision précitée du collège des bourgmestre et échevins du 6 octobre 2020.

                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten - inzonderheid artikel
42, § 1, 1° a -, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten
in de klassieke sectoren, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot vaststelling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten , zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op de ordonnantie van 27 juli 2017 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet teneinde
de bevoegdheidsregels inzake gemeentelijke overheidsopdrachten te verduidelijken;
Gelet op het Bijzonder Bestemmingsplan (BBP) nr. 19 "Westwijk van het Noordstation" over
de huizenblokken 67, 68, 71 en 72;
Gelet op het raadsbesluit van 27 mei 2020, waarbij de wijzigingsprocedure van BBP nr. 19
werd geopend;




                                               164
Gelet op het opgemaakte dossier, omvattende de formele motivatie, de richtlijnen van het
wijzigingsproject en de elementen van de bestaande situatie die door het project zouden
worden gewijzigd;
Overwegende dat het noodzakelijk is een overheidsopdracht voor diensten te lanceren met
het oog op de uitwerking van de wijziging van BBP nr. 19 "WESTWIJK VAN HET
NOORDSTATION" en van zijn Milieueffectenrapport;
Gelet op het krediet van 130.000 €, bij BW3 voor dit project ingeschreven op artikel 930/747-
60/-/630;
Gelet op het bestek Scha/Infra/2020/027;
Gelet op het collegebesluit van 6 oktober 2020 houdende:
      1.    vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van bovenvermelde
            opdracht : onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking, na
            raadpleging van acht studiebureaus gespecialiseerd in ruimtelijke ordening en
            stedenbouw;
      2.    vaststelling van de voorwaarden van de opdracht volgens het bestek
            Scha/Infra/2020/027;
      3.    aanrekening van de uitgave, geraamd op 130.000 € BTW incl., op artikel 930/747-
            60/-/630 van de buitengewone begroting over 2020;
      4.    financiering van de kosten, ten belope van 58.000 € met een toelage van het
            gewest, en het saldo met een lening.
NEEMT TER INFORMATIE
bovenvermeld collegebesluit van 6 oktober 2020.


SP 59.- Lycée Emile Max - Sécurisation des accès, placement d'une détection anti-intrusion -
   Procédure de passation, conditions du marché de travaux - Pour information -=- Lyceum
   Emile Max - Beveiliging van de toegangen, plaatsing van een inbraakdetectie -
   Plaatsingsprocedure, voorwaarden van de opdracht van werken - Ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                   LE CONSEIL COMMUNAL
                                   Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale;
Vu la loi du 17 juin 2016 - en particulier son article 92 - relative aux marchés publics, telle
qu'elle a été modifiée à ce jour;
Vu l'arrêté royal du 18 avril 2017 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs
classiques, tel qu'il a été modifié à ce jour;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés
publics et des concessions de travaux publics, tel qu'il a été modifié à ce jour;
Vu l'ordonnance du 27 juillet 2017 modifiant la nouvelle loi communale;
Vu la nécessité de sécuriser les accès du Lycée Emile Max par le placement d'un système de
détection anti-intrusion;
Considérant qu'il convenait dès lors de répondre à cette demande en recourant à un marché
public de faible montant;
Considérant que trois sociétés ont été consultées à cette fin;
Vu la décision du collège des bourgmestre et échevins du 29 septembre 2020
      1.     Arrêter la procédure de passation et fixer les conditions du marché: procédure de
             marché à faible montant avec consultation de plusieurs firmes spécialisées
      2.     Imputer la dépense, estimée à 26.000 € TVA incluse, à l'article 731/724-60/-620
             du budget extraordinaire 2020
      3.     Financer la dépense par l'emprunt
PREND POUR INFORMATION
la décision précitée du collège des bourgmestre et échevins




                                              165
                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 - in het bijzonder zijn artikel 92 - betreffende de
overheidsopdrachten, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten
in de klassieke sectoren, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot vaststelling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken,
zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op de ordonnantie van 27 juli 2017 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de noodzaak om de toegangen tot het Lyceum Emile Max te beveiligen door de
plaatsing van een inbraakdetectiesysteem;
Overwegende dat, om aan deze noodzaak te voldoen, het aangewezen was een
overheidsopdracht van beperkte waarde uit te schrijven ;
Overwegende dat drie ondernemingen hiertoe werden geraadpleegd;
Gelet op het collegebesluit van 29 september 2020, houdende :
      1.    vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van de opdracht
            : overheidsopdracht van beperkte waarde, mits raadpleging van meerdere
            gespecialiseerde ondernemingen.
      2.    aanrekening van de uitgave, geraamd op 26.000 € BTW inbegrepen, op artikel
            731/724-60/-620 van de buitengewone begroting over 2020.
      3.    financiering van de uitgave met een lening.
NEEMT TER INFORMATIE
voormeld collegebesluit


SP 60.- CSA - Interventions sur ascenseurs 118849 et 18850 (fuites d'huile au système de
   freinage) - Procédure de passation et conditions du marché - Pour information -=- SAC -
   Interventies aan liften 118849 et 18850 (olielekken aan het remsysteem) -
   Plaatsingsprocedure en voorwaarden van de opdracht - Ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                   LE CONSEIL COMMUNAL
                                   Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale;
Vu la loi du 17 juin 2016 - en particulier son article 92 - relative aux marchés publics, telle
qu'elle a été modifiée à ce jour;
Vu l'arrêté royal du 18 avril 2017 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs
classiques, tel qu'il a été modifié à ce jour;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés
publics et des concessions de travaux publics, tel qu'il a été modifié à ce jour;
Vu l'ordonnance du 27 juillet 2017 modifiant la Nouvelle loi communale en vue de préciser
les règles de compétences en matière de marchés publics communaux;
Considérant que, suite à la dernière visite de maintenance de l'ascensoriste en charge des
appareils de levage du CSA, il a été constaté que les ascenseurs n°118849 et 11850
présentaient des fuites d'huile du côté du système de freinage nécessitant des interventions
de dépannage (démontage des tambours de freins, remplacement des joints d'étanchéité,
remplacement des garnitures de freins, raccourcissement du câble limiteur de vitesse);
Considérant que, ces interventions ne sont (n'étant) pas couvertes par le contrat de
maintenance, la firme nous soumet (donc) deux offres séparées aux montants respectifs de
4.230,40 € et 4.713,19 €, TVA incluse;
Vu les devis n°146139830 et 146139997 du 29 septembre 2020;
Vu la difficulté de mise en concurrence sous peine de perdre le bénéfice de la garantie de
l'entretien périodique;



                                              166
Vu la décision du collège des bourgmestre et échevins du 13 octobre 2020 qui décide:
      1.    Approuver les devis14639830 et 14639997 du 29 septembre 2020, aux montants
            respectifs de 4.230,40 € et 4.713,19 €, remis par l'ascensoriste désigné pour la
            maintenance des ascenseurs équipant le CSA
      2.    Engager la dépense à l'article 104/724-60/-620 du budget extraordinaire 2020
      3.    Financer la dépense d'un montant de 8.943,59 € par emprunt
PREND POUR INFORMATION
la décision précitée du collège des bourgmestre et échevins

                                  DE GEMEENTERAAD
                       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 - in het bijzonder zijn artikel 92 - betreffende de
overheidsopdrachten, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten
in de klassieke sectoren, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot vaststelling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken,
zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op de ordonnantie van 27 juli 2017 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet teneinde
de bevoegdheidsregels inzake gemeentelijke overheidsopdrachten te verduidelijken;
Overwegende dat tijdens het laatste bezoek van de firma die belast is met het onderhoud van
de liften van het SAC, er werd vastgesteld dat er olie lekte aan de remsystemen van de liften
nrs. 118849 en 11850 en er herstellingen nodig waren (demonteren van de remtrommels,
vervanging van de dichtingsringen, vervanging van de rempakkingen, verkorting van de kabel
voor de snelheidsbeperking) ;
Overwegende dat, aangezien deze interventies niet gedekt zijn door het onderhoudscontract,
de firma ons twee offertes voorlegt, voor de respectievelijke bedragen van 4.230,40 €
en 4.713,19 €, BTW inbegrepen;
Gelet op de offertes nrs. 146139830 en 146139997 van 29 september 2020;
Gelet op de moeilijkheid om een beroep te doen op de mededinging op het gevaar af de
garantie van het periodieke onderhoud te verliezen;
Gelet op het collegebesluit van 13 oktober 2020, houdende:
       1.   goedkeuring van de offertes 146139830 en 146139997 van 29 september 2020,
            voor de respectievelijke bedragen van 4.230,40 € en 4.713,19 €, van de firma die
            belast is met het onderhoud van de liften van het SAC;
       2.   vastlegging van de uitgave op artikel 104/724-60/-620 van de buitengewone
            begroting over 2020;
       3.   financiering van de totale uitgave ten belope van 8.943,59 € met een lening
NEEMT TER INFORMATIE
bovenvermeld collegebesluit


Contrats de quartier -=- Wijkcontracten
SP 61.- Contrat de quartier durable Pogge - Opération 2-3 - Politique de la ville 2017-2020 -
   Objectif opérationnel 1 - Équipement socio-culturel « Élite-Scarabaeus » (création d’un
   équipement collectif de quartier dédié aux activités culturelles et socio-culturelles
   comme vecteurs de cohésion sociale) - Marché d'étude - Avenant à la convention –
   Supplément honoraires - Approbation -=- Duurzaam wijkcontract Pogge - Operatie 2-3 -
   Stadsbeleid 2017-2020 – Operationele doelstelling 1 - Socio-culturele uitrusting “Élite-
   Scarabaeus” (creatie van een collectieve wijkuitrusting gewijd aan culturele en socio-
   culturele evenementen als vectoren voor sociale cohesie) - Studieopdracht - Aanhangsel
   bij de overeenkomst – Ereloonsupplement - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.




                                            167
                                   LE CONSEIL COMMUNAL
                                   Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 17 juin 2016 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de
fournitures et de service ;
Vu l’arrêté royal du 18 avril 2017 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs
classiques ;
Vu l’arrêté royal du 22 juin 2017 établissant les règles générales d'exécution des marchés
publics ;
Vu l'Ordonnance du 6 octobre 2016, organique de la revitalisation urbaine ;
Vu l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale relatif à la Politique de la
Ville du 19 janvier 2017 ;
Vu l’arrêté de l’Exécutif du 6 juillet 2017 approuvant le programme « politique de la Ville
2017-2020 » ;
Considérant que la création d’un équipement collectif de quartier dédié aux activités
culturelles et socio-culturelles comme vecteurs de cohésion sociale constitue le projet n°1 de
l’objectif opérationnel 1 de ce programme ;
Vu l’arrêté de l’Exécutif du 8 décembre 2016 approuvant le programme du contrat de
quartier durable Pogge ;
Vu la décision du Ministre-Président du 21 décembre 2017 approuvant la modification du
programme du contrat de quartier durable Pogge ;
Considérant que l’opération constitue l’opération 2-3 du programme du contrat de quartier
durable Pogge :
Considérant que la mise en œuvre de l’opération nécessite de confier une mission complète
d’auteur de projet à confier à une équipe pluridisciplinaire extérieure ;
Vu la délibération du Conseil communal du 17 décembre 2018 par laquelle il décide de passer
le marché de service par procédure concurrentielle avec négociation conformément à l’article
38 § 1er, 1° de la loi du 17 juin 2016 sur les marchés publics et suivant les termes du cahier
des charges SCHAE / INFRA / 2018 / CQDPO /2-3 Archi dressé à cette fin ;
Considérant qu’en date du 8 octobre 2019, le Collège a désigné le bureau d’études « OUEST
ARCHITECTURE » comme auteur de projet pour l’opération reprise sous rubrique
(engagement fait à hauteur de 347.875 € TVAC);
Considérant que le montant des honoraires prévu dans le cahier spécial des charges était
sous-estimé.
Considérant que c'est en réalité le montant des travaux qui avait lui-même été sous-estimé,
et ce malgré une étude préalable réalisée par "ICI architectes"
Considérant que les honoraires de l’auteur de projet nécessitent une revalorisation afin de
correspondre au volume de travail exigé pour le projet voulu par la Commune de Schaerbeek,
tel que budgétisé par l’attributaire.
Vu l’article 3.4 du cahier spécial des charges
Vu l’article 38/11 de l’arrêté royal du 14 janvier 2013
Considérant que l’attributaire a signalé à de multiples reprises cette situation à différentes
étapes clefs de l’avancement du projet (en date du 18 décembre 2019 lors de l’attribution du
marché, en date du 13 mars 2020 lors de la phase d’esquisse ou encore en date du 20 mai
2020 lors de la phase d’avant-projet).
Considérant que cette situation découle d’une mauvaise évaluation préalable du marché par
le bureau d’étude ICI ARCHITECTES, désigné par le pouvoir adjudicateur, la situation peut être
assimilée à un « fait quelconque » qui peut être imputé à l’adjudicateur.
Considérant qu'il y a lieu de prévoir une compensation en faveur de l’attributaire afin de
rééquilibrer l’équilibre économique du marché à son égard, en particulier au regard de
l’importance du marché de travaux.
DECIDE :
       1.    D’approuver l'avenant à la convention initiale pour la mission d'étude, portant les
             honoraires de 249.000,00 € TVAC à 760.194 € TVAC € TVAC (supplément de
             511.194 € TVAC ) ;
       2.    D'engager le montant supplémentaire soit 412 325 € à l'article à l’article 922/747-
             60/ -10/62a du budget extraordinaire 2020



                                              168
     3.   De prendre acte que cette augmentation des honoraires sera subsidiée à 100% au
          travers du financement de la Politique de Ville.

                                 DE GEMEENTERAAD
                      Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet
Gelet op de wet van 17 juni 2016 met betrekking tot de overheidsopdrachten en bepaalde
opdrachten voor werken, leveringen en diensten;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de
klassieke sectoren
Gelet op het koninklijk besluit van 22 juni 2017 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten
Gelet op de ordonnantie van 6 oktober 2016, houdende de organisatie van de Stedelijke
herwaardering;
Gelet op besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 januari 2017 betreffende
het Stadsbeleid;
Gelet op het besluit van de Executieve van 6 juli 2017 dat het programma “Stadbeleid 2017-
2020” goedkeurt;
Overwegende dat de bouw van een collectieve buurtuitrusting voor culturele en
socioculturele activiteiten, als vector voor sociale cohesie het project nr. 1 van de
operationele doelstelling 1 van dit programma vormt;
Overwegende dat de verwezenlijking van de operatie vereist date en volledige opdracht van
projectauteur wordt gegund aan een externe multidisciplinaire ploeg;
Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van 17 december 2018 waarin werd beslist
om de opdracht voor diensten te gunnen via een mededingingsprocedure met
onderhandeling overeenkomstig artikel 38 § 1er, 1° van de wet van 17 juni 2016 op de
overheidsopdrachten en volgens de bepalingen van het bestek SCHAE / INFRA / 2018 /
CQDPO /2-3 Archi dat hiervoor werd opgesteld;
Overwegende dat het college op 8 oktober 2019 het studiebureau “OUEST ARCHITECTURE”
heeft aangeduid als projectauteur voor de operatie vermeld in rubriek (verbintenis
aangegaan ten bedrage van 347.875 € BTWI);
Overwegende dat het bedrag van de erelonen voorzien in het bijzonder bestek te laag werd
geraamd;
Overwegende dat het in werkelijkheid het bedrag van de werken was dat werd onderschat en
dit ondanks de studie die voorafgaandelijk werd uitgevoerd door "ICI architectes"
Overwegende dat de erelonen voor de projectauteur moesten herwaardeerd worden om
overeen te stemmen met het volume van het geëiste werk voor het project dat werd
gevraagd door de gemeente Schaarbeek zoals begroot door de begunstigde;
Gelet op artikel 3.4 van het bijzonder bestek;
Gelet op artikel 38/11 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013;
Overwegende dat de begunstigde meermalen deze situatie heeft gemeld op verschillende
tijdstippen van de vordering van het project (op 8 december 2019 tijdens de gunning van de
opdracht, op 13 maart 2020 tijdens de schetsfase of ook nog op 20 mei 2020 tijdens de fase
van het voorontwerp);
Overwegende dat deze situatie ontstaat door een slechte voorafgaandelijke schatting van de
opdracht door het studiebureau ICI ARCHITECTES, aangeduid door de aanbestedende
overheid, en kan worden vergeleken met een “willekeurig feit” dat kan worden
toegeschreven aan de aanbesteder;
Overwegende date en compensatie moet worden voorzien voor de begunstigde om het
economisch evenwicht van de opdracht voor hem te herstellen, vooral gezien de omvang van
de opdracht voor werken;
BESLIST :
       1.   Het aanhangsel bij de initiële overeenkomst voor de studieopdracht dat de
            erelonen van 249.000,00 € BTWI naar 760.194 € BTWI brengt (supplement van
            511.194 € BTWI) goed te keuren;
       2.   Het bijkomend bedrag hetzij 412 325 € te boeken op artikel 922/747-60/ -10/62a
            van de buitengewone begroting 2020



                                           169
     3.    Er akte van te nemen dat deze vermeerdering van de erelonen voor 100% zal
           worden gesubsidieerd via een financiering van het Stadsbeleid.


SP 62.- Contrat de quartier durable Pogge - Opération 3-11 -Parkings vélos (Houffalize 16) -
   Approbation -=- Duurzaam wijkcontract Pogge - Operatie 3-11 – Fietsenparkeren
   (Houffalize 16) - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                   LE CONSEIL COMMUNAL
                                   Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu l'Ordonnance du 6 octobre 2016, organique de la revitalisation urbaine ;
Vu l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 24 novembre 2016, relatif
aux Contrats de quartier durable ;
Vu l’arrêté de l’Exécutif du 8 décembre 2016 approuvant le programme du contrat de
quartier durable Pogge ;
Considérant les conventions reprisent sous rubrique constitue l’opération 3-11 du contrat de
quartier durable Pogge dont le programme a été approuvé par le Gouvernement régional en
date du 8 décembre 2016 et dont la première ainsi que la deuxième modification de
programme ont été approuvées par le Ministre-Président respectivement en date du 21
décembre 2017 et du 18 novembre 2019.
Considérant que l’ensemble de l’opération est subsidié par la Région à concurrence de 100 %
dans le cadre du Contrat de Quartier durable « Pogge ». Le budget alloué pour cette
opération s’élève à 100.000,00 € TVAC pour autant que les conditions suspensives reprises
dans l’avis du Ministre-Président du 18 novembre 2019 soient remplies, à savoir :
      ·      La rédaction ainsi que l’adoption d’une convention liant Parking.brussels, la
             Commune et RenovaS (objet de la présente analyse) ;
      ·      L’élaboration d’un plan de gestion comprenant tous les éléments permettant
             d’apprécier les conditions de fonctionnements du parking vélo dans les 3 mois de
             la notification de l’arrêté ;
      ·      La location du local par Parking.brussels pour une durée d’exploitation de 15 ans
             conformément à l’art.7 de l’OORU (repris dans la convention) ;
      ·      L’actualisation du plan de gestion dans les 6 mois précédent l’ouverture
             prévisionnelle de l’infrastructure.
Considérant que Parking.Brussels assure la maitrise d’ouvrage des travaux, ces travaux devant
être réalisés dans les délais du contrat de quartier durable Pogge, soit pour le 29/02/2024.
RenovaS assurera la maîtrise d’ouvrage déléguée du projet.
Considérant que l’objet de la présente convention porte sur l’aménagement et l’exploitation
d’un local vélo partagé au rez-de-chaussée de l’immeuble sis place de Houffalize n°16 à 1030
Schaerbeek (ID parcelle 21906D0171/00D002). Ce bien appartient à un propriétaire privé.
Considérant que le projet s’inscrit dans le cadre de l’opération « 3.11 Parkings vélos » du CQD
Pogge et dans la stratégie de développement d’une offre locale de stationnement sécurisé
visant à promouvoir l’usage du vélo comme mode de déplacement au quotidien. En effet, le
besoin en stationnement vélo est particulièrement aigu dans les quartiers les plus denses et
les plus anciens de Bruxelles, dont les immeubles sont rarement équipés de local vélos
suffisamment vastes et accessibles.
Considérant que l’opération vise à compléter l’offre proposée via les boxes en offrant une
plus grande capacité et une solution plus pérenne et mieux intégrée au paysage urbain.
Considérant que le bien a été retenu en raison de sa localisation stratégique à proximité d’un
espace public important et central dans le quartier, de sa capacité potentielle importante et
de son état d’abandon.
Considérant que l’objectif de cette convention vise à fixer les modalités de collaboration
entre Parking.brussels, la Commune et RenovaS afin de répartir leurs rôles respectifs dans le
montage du projet.


                                             170
Vu la proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins en date du 20 février 2020 ;
DECIDE :
      1.   D’approuver la convention de collaboration visant à fixer les modalités de
           collaboration et les rôles respectifs dans le montage du projet « Parkings vélos »
           prévu dans le cadre du CQD Pogge.
      2.   D'approuver la convention de subside de l'opération « Parkings vélos » prévu dans
           le cadre du CQD Pogge.
      3.   De prendre acte de la subsidiation par la Région à concurrence de 100 % dans le
           cadre du Contrat de Quartier durable « Pogge".

                                  DE GEMEENTERAAD
                       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet
Gelet op de Ordonnantie van 6 oktober 2016, houdende de organisatie van de Stedelijke
herwaardering;
Gelet op het besluit van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 24 november
2016, met betrekking tot de duurzame wijkcontracten;
Gelet op het besluit van de Executieve van 8 december 2016 dat het programma van het
duurzaam wijkcontract Pogge goedkeurt;
Overwegende dat de overeenkomsten de werking 3-11 van het Duurzaam wijkcontract Pogge
omvatten, waarvan het programma op 8 december 2016 door de gewestelijke regering werd
goedgekeurd en waarvan de eerste en tweede programmawijzigingen respectievelijk op 21
december 2017 en 18 november 2019 door de minister-president werden goedgekeurd.
Overwegende dat de hele operatie tot 100% door het Gewest wordt gesubsidieerd in het
kader van het Duurzaam wijkcontract Pogge. Het budget voor deze operatie bedraagt €
100.000,00 inclusief BTW, mits wordt voldaan aan de voorwaarden die in het advies van de
minister-president van 18 november 2019 zijn gesteld, namelijk :
      ·     Overwegende dat het opstellen en aannemen van een overeenkomst die bindend
            is voor Parking.brussels, de gemeente en RenovaS (onderwerp van deze analyse);
      ·     Het opstellen van een beheersplan met alle elementen die nodig zijn om de
            exploitatievoorwaarden van de fietsenstalling te beoordelen binnen 3 maanden
            na de kennisgeving van het besluit;
      ·     De huur van het pand door Parking.brussels voor een exploitatieperiode van 15
            jaar conform artikel 7 van de Ordonnantie houdende organisatie van de stedelijke
            herwaardering (opgenomen in de overeenkomst);
      ·     Actualisering van het beheersplan in de 6 maanden voorafgaand aan de geplande
            opening van de infrastructuur.
Overwegende dat Parking.Brussels de aanbestedende dienst voor de werken is, moeten deze
werken worden uitgevoerd binnen de termijnen van het contract voor het Duurzaam
wijkcontract Pogge, d.w.z. tegen 29/02/2024. RenovaS zal optreden als gedelegeerd
projectmanager voor het project.
Overwegende dat het feit dat deze overeenkomst betrekking heeft op de ontwikkeling en
exploitatie van een gemeenschappelijke fietsenstalling op het gelijkvloers van het gebouw
gelegen place de Houffalize n°16 te 1030 Schaarbeek (ID-pakket 21906D0171/00D002). Deze
woning is eigendom van een particuliere eigenaar.
Overwegende dat het feit dat het project deel uitmaakt van de operatie "3.11 Fietsparkeren"
van het DWC Pogge en in de strategie van de ontwikkeling van een lokaal aanbod van veilig
parkeren, gericht op het bevorderen van het gebruik van de fiets als vervoermiddel in het
dagelijks leven. De behoefte aan fietsenstallingen is immers bijzonder acuut in de dichtste en
oudste wijken van Brussel, waarvan de gebouwen zelden voorzien zijn van voldoende grote
en toegankelijke fietsenstallingen.
Overwegende dat de operatie tot doel heeft het aanbod dat via de boxen wordt voorgesteld,
aan te vullen met een grotere capaciteit en een duurzamere oplossing die beter in het
stadslandschap is geïntegreerd.
Overwegende dat het feit dat het pand is geselecteerd vanwege de strategische ligging in de
nabijheid van een grote en centrale openbare ruimte in de buurt, de aanzienlijke potentiële
capaciteit en de staat van verlatenheid.


                                             171
Overwegende dat het doel van deze overeenkomst is om de voorwaarden voor
samenwerking tussen Parking.brussels, de Gemeente en RenovaS vast te leggen om hun
respectievelijke rollen in het opzetten van het project te delen.
Gelet op het voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 20 februari 2020 ;
BESLUIT :
      1.   Goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst met het oog op de vaststelling
           van de samenwerkingsmodaliteiten en de respectievelijke rollen bij het opzetten
           van het project "Fietsparkeerplaatsen" dat in het kader van de DWC Pogge is
           gepland.
      2.   Goedkeuring van de subsidieovereenkomst voor de "Parkings vélos"-operatie die
           is voorzien in het kader van de DWC Pogge.
      3.   Nota te nemen van de 100% subsidie van het Gewest in het kader van het
           Duurzaam wijkcontract Pogge.


Urbanisme et environnement -=- Stedenbouw & leefmilieu
SP 63.- Changement de nom de la section de la rue Rogier, entre la rue du Progrès et le
   boulevard du Roi Albert II, en rue Suzanne Tassier, sentier Gaucheret et boulevard du
   Roi Albert II - Approbation définitive. -=- Naamwijziging van het gedeelte van de
   Rogierstraat, tussen de Vooruitgangsstraat en de Koning Albert II-laan, in Suzanne
   Tassierstraat, Gaucheretwegel en Koning Albert II-laan - Definitieve goedkeuring.

      Madame la Bourgmestre ff expose le point
      Madame Petre et madame Loodts interviennent
      Madame la Bourgmestre ff répond

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                                  Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 274 de la Nouvelle Loi communale;
Vu la délibération du Conseil communal du 29 avril 2020 approuvant provisoirement le
changement de nom de rue de la section de la rue Rogier, entre la rue du Progrès et le bd du
Roi Albert II, en rue Suzanne Tassier, sentier Gaucheret et boulevard du Roi Albert II;
Vu la campagne d'information lancée dans le courant du mois de juillet 2020 auprès
des habitants et propriétaires des immeubles sis aux n° 66 à 92 et 77 de la rue Rogier (14
parcelles) sur cette décision de la Commune; qu'ils ont tous été individuellement mis au
courant par la Commune via une lettre informative déposée directement dans leur boîte aux
lettres ou envoyée par la poste ; que cette campagne d'information n'a suscité aucune
réaction de la part des personnes concernées;
Vu l'avis favorable de la Commission Royale de Toponymie et de Dialectologie du 19 mai 2020
sur ces changements de nom de rue;
Vu la délibération du Collège des Bourgmestre et Echevins du 13 octobre 2020;
Considérant qu'il y a lieu d'y faire droit;
DECIDE
d'approuver définitivement les nouveaux noms de rue, rue Suzanne Tassier, sentier
Gaucheret et boulevard du Roi Albert II, de la section de la rue Rogier comprise entre la rue
du Progrès et le boulevard du Roi Albert II.

                                  DE GEMEENTERAAD
                       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 117 en 274 van de Nieuwe Gemeentewet;




                                            172
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 29 april 2020 tot voorlopige
goedkeuring van de straatnaamwijziging van deze sectie van de Rogierstraat, tussen de
Vooruitgangsstraat en de Koning Albert II-laan, in Suzanne Tassierstraat, Gaucheretwegel en
Koning Albert II-laan;
Gelet op de informatiecampagne opgestart in loop van de maand juli 2020 ten aanzien van de
inwoners en de eigenaars van de gebouwen op de nrs 66 tot en met 92 en 77 van de
Rogierstraat (14 percelen) over deze beslissing van de Gemeente; dat zij allen individueel
door de Gemeente op de hoogte werden gebracht via een informatiebrief rechtsreeks
gedeponeerd in hun brievenbus of verstuurd per post; dat deze informatiecampagne geen
enkele reactie van de betrokken personen teweeggebracht heeft;
Get op het gunstige advies van de Koninklijke Commissie van Toponymie en Dialectologie van
19 mai 2020 over deze straatnaamwijzigingen;
Gelet op de beraadslaging van het College van Burgemeester en Schepenen van 13 oktober
2020;
Gelet dat het past er gevolg aan te geven;
BESLUIT:
de nieuwe straatnamen, Suzanne Tassierstraat, Gaucheretwegel en Koning Albert II-laan, van
het weggedeelte van de Rogierstraat begrepen tussen de Vooruitgangsstraat en de Koning
Albert II-laan, definitief aan te nemen.


Voirie -=- Wegen
SP 64.- Illuminations de fin d'année dans le quartier commerçant de Helmet - Acquisition
   de nouveaux éléments décoratifs et remplacement des câbles de support - Procédure
   de passation et conditions du marché de fournitures - Pour information -=-
   Eindejaarsverlichting in de handelswijk Helmet - Aankoop van nieuwe decoratieve
   elementen en vervanging van ondersteuningskabels - Gunningsprocedure en
   voorwaarden van de opdracht van leveringen - Ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                    LE CONSEIL COMMUNAL
                                    Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale
Vu la loi du 17 juin 2016 relative aux marchés publics - en particulier son article 42, §1er, 1° a
-, telle qu'elle a été modifiée à ce jour;
Vu l'arrêté royal du 18 avril 2017 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs
classiques, tel qu'il a été modifié à ce jour;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés
publics et des concessions de travaux publics, tel qu'il a été modifié à ce jour;
Vu l'ordonnance du 27 juillet 2017 modifiant la Nouvelle loi communale en vue de préciser
les règles de compétences en matière de marchés publics communaux;
Considérant que le dispositif pour l'illumination du quartier commerçant de Helmet lors des
fêtes de fin d'année est obsolète;
Considérant que les éléments décoratifs lumineux doivent être renouvelés;
Considérant que la plupart des câbles porteurs situés chaussée de Helmet et rue Richard
Vandevelde sont vétustes et doivent être progressivement retirés et remplacés;
Considérant qu'il convient de confier au secteur privé la fourniture de 31 nouvelles traverses
lumineuses, le remplacement de 31 câbles porteurs et l'exécution de nouveaux ancrages;
Considérant que le choix des motifs sera effectué en partenariat avec l'association des
commerçants du quartier de Helmet;
Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 6 octobre 2020
       1.    d'approuver le renouvellement du dispositif d'illumination lors des fêtes de fin
             d'année dans le quartier commerçant de Helmet
       2.    d'arrêter la procédure de passation du marché : procédure négociée sans
             publication préalable, après consultation de trois entreprises spécialisées



                                               173
     3.     de fixer les conditions du marché, selon le cahier spécial des charges
            Scha/Infra/2020/028 incluant les prescriptions techniques d'un bureau de
            contrôle pour le remplacement des câbles
      4.    d'engager la dépense estimée à 48.000 € à l'article 426/744-51/832
      5.    de financer la dépense par la contribution financière de 15.000 € de l'association
            des commerçants de Helment et le solde par emprunt
PREND POUR INFORMATION
la décision du 6 octobre 2020 du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant la procédure
de passation et les conditions du marché relatif au renouvellement du dispositif
d'illumination de fin d'année dans le quartier commerçant de Helmet

                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten - inzonderheid artikel
42, § 1, 1° a -, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten
in de klassieke sectoren, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot vaststelling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op de ordonnantie van 27 juli 2017 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet teneinde
de bevoegdheidsregels inzake gemeentelijke overheidsopdrachten te verduidelijken;
Overwegende dat de decoratieve verlichting voor de eindejaarsfeesten in de
handelswijk Helmet verouderd is;
Overwegende dat de lichtgevende, decoratieve elementen moeten worden vernieuwd;
Overwegende dat de meeste draagkabels op de Helmetsesteenweg en de Richard
Vandeveldestraat verouderd zijn en ze geleidelijk aan moeten worden verwijderd en
vervangen;
Overwegende dat het aangewezen is deze opdracht aan de privésector toe te vertrouwen;
het betreft de levering van 31 nieuwe lichtdecoraties over de straat, de vervanging van 31
draagkabels en de uitvoering van nieuwe verankeringen;
Overwegende dat de keuze van de motieven zal worden gemaakt in samenwerking met de
handelaarsvereniging van Helmet;
Gelet op de beslissing van het College van Burgmeester en Schepenen van 6 oktober 2020
houdende
      1.     goedkeuring van de vernieuwing van de decoratieve verlichting voor de
             eindejaarsfeesten in de handelswijk Helmet
      2.     vastlegging van de plaatsingsprocedure : onderhandelinsprocedure zonder
             voorafgaande bekendmaking, na raadpleging van drie gespecialiseerde firma's
      3.     vastlegging van de voorwaarden van de overeenkomst volgens het bestek
             Scha/Infra/2020/028, dat de technische voorschriften van een controlebureau
             omvat voor de vervanging van de kabels
      4.     vastlegging van de uitgave, geraamd op 48.000 €, op artikel 426/744-51/832
      5.     financiering van de uitgave met de financiële bijdrage van 15.000 € van de
             handelaarsvereniging van Helmet en het saldo met een lening
NEEMT TER INFORMATIE
de beslissing van 6 oktober 2020 van het College van Burgemeester en Schepenen houdende
vastlegging van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van de overeenkomst betreffende
de vernieuwing van de decoratieve verlichting voor de eindejaarsfeesten in de handelswijk
Helmet




                                             174
VIE CITOYENNE -=- BURGERLEVEN (LEVEN IN DE GEMEENTE)
SP 65.- Avenant à la convention pluriannuelle 2019-2024 avec l'asbl Atout Couleur - Subside
    exceptionnel pour travaux de mise en conformité de l'espace accueil et de la cuisine de
    la crèche - Approbation -=- Aanhangsel bij de meerjarige overeenkomst 2019-2024 met
    de vzw Atout Couleur - Uitzonderlijke subsidie voor werken om de ontvangstruimte en
    de kinderkeuken in overeenstemming te brengen - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 45 voix contre 0 et 1 abstention(s). -=- Besloten, met 45 stem(men) tegen 0 en 1
onthouding(en).

                                 LE CONSEIL COMMUNAL
                       Décidé, par 45 voix contre 0 et 1 abstention(s).

Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale;
Vu la Loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l'octroi et de l'emploi de certains
subsides;
Vu la délibération du Conseil communal du 27 mars 2019 adoptant le règlement relatif à
l'octroi, l'emploi et le contrôle de subventions communales;
Vu la décision du Collège du 19 décembre 2019 d'approuver l'octroi d'un subside
exceptionnel à l'asbl "Atout Couleur" afin d'assurer des travaux de mise en conformité de
l'espace d'accueil et de la cuisine de la crèche.
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 20 octobre 2020;
DECIDE:
D'approuver l'avenant à la convention cadre pluriannuelle 2019 - 2024 liant la Commune de
Schaerbeek et l'ASBL "Atout Couleur"

                                    DE GEMEENTERAAD
                  Besloten, met 45 stem(men) tegen 0 en 1 onthouding(en).

Gelet op artikelen 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning van het
gebruik van sommige toelagen;
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 27 maart 2019 goedkeurend het
reglement betreffende de uitreiking, het gebruik en de controle van gemeentelijke toelagen;
Gelet op de beslissing van het College van 19 december 2019 om de toekenning van een
uitzonderlijke subsidie aan de vzw "Atout Couleur" goed te keuren om de werken te
verzekeren om de ontvangstruimte en de keuken in overeenstemming te brengen.
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 20 oktober 2020;
BESLIST :
Het aanhangsel bij de meerjarige overeenkomst 2019-2024 tussen de gemeente en de vzw
"Atout Couleur" goed te keuren


SP 66.- Subside aux entreprises culturelles schaerbeekoises impactées par la covid_19 (Plan
   de soutien au secteur culturel - Covid19) - Approbation -=- Subsidies aan de
   Schaarbeekse culturele bedrijven getroffen door covid_19 (Ondersteuningsplan voor de
   culturele sector - Covid 19) - Goedkeuring

      Madame Loodts et Madame Sönmez interviennent
      Madame Haddioui répond

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.




                                             175
                                 LE CONSEIL COMMUNAL
                                 Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 123 de la nouvelle loi communale;
Vu la délibération du Conseil communal du 28 mars 2018 adoptant le règlement relatif aux
subventions communales;
Considérant qu'un crédit de 49300 € est prévu budget ordinaire 2020 dans le cadre du plan
de soutien au secteur culturel -Covid 19
Vu le rapport du 13 octobre 2020 du Collège des Bourgmestre et échevins;
Considérant qu'il y a lieu de faire droit aux conclusions de ce rapport.
DECIDE
De répartir comme suit les subsides aux entreprises culturelles schaerbeekoises impactées
par la covid_19 pour un montant total de 20.700€
      ·      L'Os à Moelle 2500 €
      ·      Théâtre Océan Nord 2500 €
      ·      Step in live 2500 €
      ·      Compagnie M.A.P.S. 2500 €
      ·      Made in Kit 2500 €
      ·      Galerie Art'ère 30 - 2500 €
      ·      Magic Land Théâtre - 2500 €
      ·      Studio Tabass Co - 2500 €
      ·      Ciné sur cour via Arts et culture 1030 - 700 €

                                  DE GEMEENTERAAD
                       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikels 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van 28 maart 2018 die het reglement met
betrekking tot de gemeentelijke toelagen vaststelt;
Overwegende dat in uitgaven een krediet van 49300 € voorzien is in het gewoon budget
2020 voor Ondersteuningsplan voor de culturele sector - Covid 19
Gezien het verslag van 13 oktober aan het College van Burgemeester en Schepenen;
Overwegende dat het betaamt gevolg te geven aan de conclusies van dit verslag.
BESLIST
De subsidies aan de Schaarbeekse culturele bedrijven getroffen door covid_19 als volgt te
verdelen voor een totaal bedrag van 20.700€.
      ·    L'Os à Moelle 2500 €
      ·    Théâtre Océan Nord 2500 €
      ·    Step in live 2500 €
      ·    Compagnie M.A.P.S. 2500 €
      ·    Made in Kit 2500 €
      ·    Galerie Art'ère 30 - 2500 €
      ·    Magic Land Théâtre - 2500 €
      ·    Studio Tabass Co - 2500 €
      ·    Ciné sur cour via Arts et culture 1030 - 700 €



SP 67.- Subsides aux associations actives dans le domaine de la coopération et de la
   solidarité internationale - Approbation -=- Subsidies aan de verenigingen actief op
   gebied van ontwikkelingscoöperatie en de internationale solidariteit - Goedkeuring

      Madame Loodts intervient
      Monsieur Köksal répond




                                            176
DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                 LE CONSEIL COMMUNAL
                                 Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 123 de la nouvelle loi communale;
Vu la délibération du Conseil communal du 28 mars 2018 adoptant le règlement relatif aux
subventions communales;
Considérant qu'un crédit de 20.000 € est prévu budget ordinaire 2020 pour l'octroi de
subsides aux associations actives dans le domaine de la coopération Nord-Sud;
Vu le rapport du 13 octobre 2020 du Collège des Bourgmestre et échevins;
Considérant qu'il y a lieu de faire droit aux conclusions de ce rapport.
DECIDE
De répartir comme suit les subsides aux associations actives dans le domaine de la
coopération et de la solidarité internationale pour un montant total de 20.000€.
Souffle d'espoir                                                          3900€
Les amis de la Savane                                                     3440€
Solidarity asbl                                                           3260€
Association Bassem Zoodo                                                  1600€
Foncaba asbl                                                              3900€
Terre à terre                                                             3900€

                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikels 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van 28 maart 2018 die het reglement met
betrekking tot de gemeentelijke toelagen vaststelt;
Overwegende dat in uitgaven een krediet van 20.000€ voorzien is in het gewoon budget
2020 voor de subsidies aan de verenigingen actief op gebied van ontwikkelingscoöperatie en
de internationale solidariteit;
Gezien het verslag van 13 oktober aan het College van Burgemeester en Schepenen;
Overwegende dat het betaamt gevolg te geven aan de conclusies van dit verslag.
BESLIST
de subsidies aan de verenigingen actief op gebied van ontwikkelingscoöperatie en de
internationale solidariteit als volgt te verdelen voor een totaal bedrag van 20.000€.
Souffle d'espoir                                                          3900€
Les amis de la Savane                                                     3440€
Solidarity asbl                                                           3260€
Association Bassem Zoodo                                                  1600€
Foncaba asbl                                                              3900€
Terre à terre                                                             3900€



Culture néerlandaise -=- Nederlandstalige cultuur
SP 68.- Dépenses liées à la réorientation de la programmation et de la communication du
   service Culture Néerlandaise du au crise sanitaire COVID-19 pendant la période de avril
   jusqu'au août qui conformément l'article 249 §1 alinea 2 NLC - Admettre ces dépenses
   et le paiement des factures -=- Uitgaven gelinkt aan de heroriëntering van de
   programmatie en communicatie van de Dienst Nederlandse Cultuur tijdens de periode




                                           177
   april-augustus in het kader van de sanitaire COVID-19 crisis conform artikel 249§1 alinea
   2 van de NGW - Instemmen met de uitgaven en uitbetaling van de facturen

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                                  Approuvé à l'unanimité.

Vu l'article 249 §1 alinéa 2 de la Nouvelle Loi Communale;
Vu la circulaire relative aux dépenses urgentes à pouvoir dans le cadre de la gestion de la
pandémie de Covid-19;
Considérant l'urgence d'adapter la programmation et la communication vers des réseaux
sociaux dans le cadre de la gestion de la crise sanitaire Covid-19;
Considérant le fait que ces dépenses n'étaient pas prévues lors de l'élaboration des budgets
communaux;
Considérant que le service Culture Néerlandaise a demandé lors de la modification
budgettaire 4 un transfert interne des crédits;
Considérant que les dépenses sont faites et que les paiements sont urgentes;
Vu la décision du 6 octobre 2020 du Collège de Bourgmestre et Echevins de régulariser ces
dépenses après approbation de la modification de budget 4 et de payer les dépenses dans le
cadre de l'article 249 §1 alinéa 2 de la Nouvelle Loi Communale aux dépenses liées à la
réorientation de la programmation et de la communication relatifs à la gestion de la crise
sanitaire COVID-19;
Article budgéttaire:
762/123-06/821: 553,58€ à payer au bénéficiaire Monoeil
762/123-06/821: 84,70€ à payer au bénéficiaire Monoeil
762/123-06/821: 1185,20€ à payer au bénéficiaire Monoeil
Total de 1823,48€ à payer au bénéficaire Monoeil
DECIDE :
d'admettre ces dépenses à payer les factures et à régulariser lors de la modification
budgétaire 4

                                  DE GEMEENTERAAD
                       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikel 249 § 1 alinea 2 van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de omzendbrief met betrekking tot dringende uitgaven waarin moet worden
voorzien in het kader van het beheer van de pandemie Covid-19;
Gelet op de urgentie van de heroriëntering van de programmatie en van de communicatie op
sociale media veroorzaakt door van de Covid-19 crisis;
Gelet dat de uitgaven niet voorzien werden tijdens de opmaak van de Begroting 2020;
Gelet op de vraag van de Dienst Nederlandse Cultuur om bij de Begrotingswijziging 4 een
interne kredietoverheveling uit te voeren;
Gelet op de geleverde opdrachten en op het feit dat de betaling ervan dringend is;
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 6 oktober 2020
om de gedane uitgaven te regulariseren na goedkeuring van de Begrotingswijziging 4 en om
de uitgaven uit te betalen in het kader van artikel 249 § 1 alinea 2 van de Nieuwe
Gemeentewet gelinkt aan de heroriëntering van de programmatie en communicatie in het
kader van de sanitaire crisis-19;
Begrotingsartikel:
762/123-06/821: 553,58€ te betalen aan begunstigde Monoeil
762/123-06/821: 84,70€ te betalen aan begunstigde Monoeil
762/123-06/821: 1185,20€ te betalen aan begunstigde Monoeil
Totaal van 1823,48€ te betalen aan begunstigde Monoeil
BESLUIT :
in te stemmen met deze uitgaven en deze uit te betalen en te regulariseren tijdens de
Begrotingswijziging 4




                                            178
SP 69.- Octroi de subsides aux associations des parents néerlandophones pour l'année 2020
   - Approbation -=- Toekennen van subsidies aan ouderverenigingen van Schaarbeekse
   basisscholen voor het jaar 2020 - Goedkeuring

       Madame Loodts intervient
       Madame Byttebier répond

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                    LE CONSEIL COMMUNAL
                                    Approuvé à l'unanimité.

Vu l’article 117 de la nouvelle loi communale;
Vu la loi du 26 juillet 1971 organisant les agglomérations et fédérations de communes;
Vu l’arrêté royal du 30 juillet 1985 modifié par l’arrêté royal du 19 janvier 1989 réglant la
tutelle administrative sur l’agglomération bruxelloise et les communes qui composent la
Région de Bruxelles-Capitale;
Vu l’article 10 de la loi du 16 juillet 1973, garantissant la protection des tendances
idéologiques et philosophiques;
Vu le décret du 28 janvier 1974 du conseil culturel de la Communauté culturelle
néerlandophone, relatif au pacte culturel et plus particulièrement les articles 3, §1, 6 et 10;
Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l’octroi et de l’emploi de certaines
subventions et sa délibération du 15 janvier 1985;
Considérant qu’un crédit de 5000€ est prévu à l’article 762/332-02/AC/821 du budget de
2020 pour l’octroi de subsides aux associations des parents néerlandophones;
Vu le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins en date du 6 octobre 2020;
Considérant qu’il y a lieu d’y faire droit;
DECIDE :
D’accorder, pour l’exercice 2020, un subside aux associations des parents néerlandophones,
reprises ci-après, pour un montant total de 5000€.
Oudercomité basisschool Heilige Familie                                  500€
Ouderraad GVBS Champagnat                                                500€
Ouderwerking De Kriek                                                    500€
Ouderraad Paviljoen                                                      500€
Ouderraad van het Boodschapinstituut                                     500€
Oudercomité 'BS De Buurt'                                                500€
Sint-Lukasgalerie                                                        1000€

                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 26 juli 1971 op de agglomeraties en federaties van de gemeenten;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 juli 1985 gewijzigd bij koninklijk besluit van 19 januari
1989 tot regeling van het administratief toezicht op de Brusselse agglomeratie en de
gemeenten die tot het Brussels Hoofdstedelijk Gewest behoren;
Gelet op artikel 10 van de wet van 16 juli 1973, waarbij de bescherming van de ideologische
en filosofische strekkingen gewaarborgd wordt;
Gelet op het decreet van 28 januari 1974 van de Cultuurraad voor de Nederlandstalige
Cultuurgemeenschap, betreffende het cultuurpact en inzonderheid artikels 3,§1,6 en 10;
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en
aanwending van sommige toelagen en gelet op zijn raadsbesluit van 15 januari 1985;



                                               179
Overwegende dat in uitgaven een krediet van 5000 € voorzien is op artikel 762/332-
02/AC/821 op de begroting van 2020 voor het toekennen van toelagen aan de plaatselijke
Nederlandstalige ouderverenigingen;
Gelet op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 6 oktober 2020;
Overwegende dat het betaamt hieraan een gunstig gevolg te geven;
BESLIST :
Een toelage toe te kennen aan de hierna vermelde plaatselijke Nederlandstalige
ouderverenigingen voor het dienstjaar 2020 voor een totaal van 5000 €.
Oudercomité basisschool Heilige Familie                                500€
Ouderraad GVBS Champagnat                                              500€
Ouderwerking De Kriek                                                  500€
Ouderraad Paviljoen                                                    500€
Ouderraad van het Boodschapinstituut                                   500€
Oudercomité 'BS De Buurt'                                              500€
Sint-Lukasgalerie                                                      1000€



Tourisme et folklore -=- Toerisme & folklore
SP 70.- Subside à l'asbl Arkadia - Approbation -=- Subsidies voor vzw Arkadia - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                   LE CONSEIL COMMUNAL
                                   Approuvé à l'unanimité.

Vu la nouvelle loi communale et notamment ses articles 117 et 123 ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes et la
Région de Bruxelles-Capitale ;
Considérant qu’un crédit de 2000 € est disponible à l’article 561/332-02/-/631 du budget
ordinaire 2020 pour l’octroi de subsides à des associations actives dans le secteur de la
promotion du tourisme ;
Considérant que l'asbl Arkadia permet de faire découvrir à un public très large les richesses
patrimoniales de Schaerbeek.
Considérant qu'il y a lieu d’octroyer un subside de 2000 € à cette asbl ;
Vu le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins en date du 13/10/2020;
DECIDE :
d’octroyer, pour l’exercice 2020, un subside de 2000 € à l’Asbl Arkadia

                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de nieuwe gemeentewet en in het bijzonder de artikels 117 en 123;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende de administratieve voogdij op de
Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Overwegende dat een krediet van 2000 € beschikbaar is op het artikel 561/332-02/-/631 van
de gewone begroting 2020 voor de toekenning van subsidies aan verenigingen actief in de
toerismesector;
Overwegende dat de vzw Arkadia het mogelijk maakt om de erfgoedrijkdommen van
Schaarbeek door een ruim publiek te laten ontdekken.
Overwegende dat het aangewezen is om een betoelaging van 2000 € aan deze vzw toe te
kennen;
Gelet op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 13/10/2020;




                                             180
BESLUIT :
Een subsidie van 2000 € voor het dienstjaar 2020 toe te kennen aan de vzw Arkadia,


SP 71.- Subside à l’asbl Explore Brussels - Approbation -=- Subsidies voor vzw Explore
   Brussels - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                                  Approuvé à l'unanimité.

Vu la nouvelle loi communale et notamment ses articles 117 et 123 ;
Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes et la
Région de Bruxelles-Capitale ;
Considérant qu’un crédit de 4000 € est disponible à l’article 561/332-IN-02/56 du budget
ordinaire 2020 pour l’octroi de subsides à des associations actives dans le secteur de la
promotion du tourisme ;
Considérant que l'asbl Explore Brussels permet de faire découvrir à un public très large
(bruxellois mais aussi international) les richesses patrimoniales de Schaerbeek.
Considérant que le secteur du tourisme et particulièrement les associations de promotion du
patrimoine et organisant des visites guidées sont aujourd'hui fragilisées,
Considérant qu'il y a lieu d’octroyer un subside de 4000 € à cette asbl ;
Vu le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins en date du 6/10/2020,
DECIDE :
D’octroyer, pour l’exercice 2020, un subside de 4000 € à l’Asbl Explore Brussels, inscrit à
l’article 561/332-IN-02/56 du budget ordinaire 2020

                                  DE GEMEENTERAAD
                       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de nieuwe gemeentewet en in het bijzonder de artikels 117 en 123;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende de administratieve voogdij op de
Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Overwegende dat een krediet van 4000 € beschikbaar is op het artikel 561/332-IN-02/56 van
de gewone begroting 2020 voor de toekenning van subsidies aan verenigingen actief in de
toerismesector;
Overwegende dat de vzw Explore Brussels het mogelijk maakt om de erfgoedrijkdommen van
Schaarbeek door een ruim publiek (Brussels, maar ook internationaal) te laten ontdekken.
Overwegende het feit dat de toerismesector en met name verenigingen die het erfgoed
promoten en rondleidingen organiseren, tegenwoordig verzwakt zijn,
Overwegende dat het aangewezen is om een betoelaging van 4000 € aan deze vzw toe te
kennen;
Gelet op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 6/10/2020
BESLUIT :
Een subsidie van 4000 € voor het dienstjaar 2020 toe te kennen aan de vzw Explore Brussels,
ingeschreven op het artikel 561/332-IN-02/56 van de gewone begroting 2020


Sports -=- Sport
SP 72.- Subsides aux clubs sportifs pour l'année 2020 - Exercice 2019 - Approbation -=-
   Subsidies aan de sportclubs voor het jaar 2020 - Dienstjaar 2019 - Goedkeuring

      Madame Loodts, Monsieur Bouhjar et Madame Belkhatir interviennent
      Monsieur Eraly répond
      Monsieur Bouhjar intervient
      Monsieur Eraly répond



                                            181
DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                   LE CONSEIL COMMUNAL
                                   Approuvé à l'unanimité.

Vu l'article 117 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 26 juillet 1971 organisant les agglomérations et fédérations de communes;
Vu l'arrêté royal du 30 juillet 1985 modifié par l'arrêté royal du 19 janvier 1989 réglant la
tutelle administrative sur l'agglomération bruxelloise et les communes qui composent la
Région de Bruxelles-Capitale;
Vu l'article 10 de la loi du 17 juillet 1973, garantissant la protection des tendances
idéologiques et philosophiques;
Vu la loi du 14 novembre1983 relative au contrôle de l'octroi et de l'emploi de certaines
subventions et sa délibération du 15 janvier 1985;
Vu sa délibération du 18 décembre 2019 adoptant le budget communal pour l’exercice 2020;
Vu le règlement sur les subsides octroyés aux cercles sportifs, adopté en séance du 27 mars
2019;
Considérant qu'un crédit de 105.000 € est prévu à à l’article 764/332-02/-AA/841 du budget
ordinaire 2020 pour l'octroi de subsides aux clubs sportifs;
Vu le rapport du 20 octobre 2020 du Collège des Bourgmestre et Echevins;
Considérant qu’il y a lieu d'y faire droit ;
DECIDE
De répartir comme suit les subsides 2020 aux cercles sportifs pour l’exercice 2019, pour un
montant global de 105.000 € :
                                         Subsides Sport 2020


                         Association                           Discipline            Montant
  1    A.S. Schaerbeek                             Futsal                               7.000 €
  2    Beltoy Lutte                                Lutte                                  700 €
  3    BIAF                                        Arts martiaux                          800 €
  4    BRASS                                       Natation                             2.500 €
  5    Brussels GR                                 GRS                                  2.200 €
  6    C.N.S.N.                                    Natation                             2.000 €
  7    C.T.T. Royal Alpa                           Tennis de table                      4.300 €
  8    Canter                                      Basket                               5.700 €
  9    Centre de Formation R.G.                    Psychomotricité                      1.000 €
  10   Crossing de Schaerbeek Filles               Fotball féminin                      1.500 €
  11   Crossing de Schaerbeek Jeunes               Football                             7.000 €
  12   Crossing de Schaerbeek Vétérans             Football                               700 €
  13   Crossing Judo                               Arts martiaux                        5.000 €
  14   EDJ - Crossing de Schaerbeek                Football                             1.000 €
  15   F.C. Cheverny                               Football                               900 €
  16   F.C. Helmet BXL                             Futsal                                 600 €
  17   F.C. Kosova                                 Football                             7.000 €
  18   F.C. Schaerbeek                             Football                             7.000 €
  19   F.C. Tauro                                  Football                               800 €



                                             182
  20   Futsal Schaerbeek 1030 - Atteri                Futsal                                  500 €
  21   Grupo Origens da Capoeira                      Capoeira                              1.000 €
  22   Kiekebiches                                    Fotball féminin                       1.500 €
  23   Kituro                                         Rugby                                 5.000 €
  24   La Bruegelienne                                Marche                                  900 €
  25   La Kompany                                     Fotball féminin                       1.500 €
  26   Lambermont Tennis Academy                      Tennis                                1.000 €
  27   Multikids Crossing                             Gymnastique & danse                   1.500 €
  28   Pétanque Club Josaphat                         Pétanque                                500 €
  29   Proxima Centauri                               Futsal                                  500 €
  30   Queensbury                                     Boxe                                  1.000 €
  31   R.C.A.S.                                       Athlétisme                            4.000 €
  32   Sport 1030 A.S.B.L.                            A.S.B.L.                            18.000 €
  33   T.C. Lambermont                                Tennis                                1.000 €
  34   T.C. Set Wahis                                 Tennis                                1.000 €
  35   T.C. Terdelt                                   Tennis                                2.000 €
  36   Turkish UTD                                    Futsal                                  800 €
  37   U.B.H.C.                                       Handball                              2.500 €
  38   Xtreme Team Academy                            Parkour                               1.200 €
  39   Yama-Tsuki Karate                              Arts martiaux                         1.200 €
  40   Zapadisk                                       Ultimate Frisbee                        700 €
                                                                             TOTAL :     105.000 €

                                    DE GEMEENTERAAD
                         Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet ;
Gelet op de wet van 26 juli 1971 op de agglomeraties en federaties van de gemeenten;
Gelet op koninklijk besluit van 30 juli 1985 gewijzigd bij koninklijk besluit van 19 januari 1989
tot regeling van het administratief toezicht op de Brusselse agglomeratie en de gemeenten
die tot het Brussels Hoofdstedelijk Gewest behoren;
Gelet op artikel 10 van de wet van 17 juli 1973, waarbij de bescherming van de ideologische
en filosofische strekkingen gewaarborgd wordt;
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en
aanwending van sommige toelagen en gelet op zijn raadbesluit van 15 januari 1985;
Gelet op zijn raadsbesluit van 18 december 2019 dat het gemeentelijk budget voor het
dienstjaar 2020 aanvaard;
Gelet op het reglement op de subsidies toegestaan aan de sportclubs, beraadslaagd op 27
maart 2019;
Overwegende dat in uitgaven een krediet van 105.000 € voorzien is op artikel 764/332-02/-
AA/841 van het gewoon budget 2020 voor de subsidies toegestaan aan de sportclubs;
Gelet op het verslag van 20 oktober 2020 van het College van Burgemeester en Schepenen;
Overwegende dat het betaamt hieraan een gunstig gevolg te geven;
BESLIST
De subsidies 2020 aan de sportclubs voor het dienstjaar 2019, voor een totaal bedrag van
105.000 €, als volgt te verdelen :




                                               183
                                       Subsidies Sport 2020


                         Vereniging                           Sporttak   Bedrag
1    A.S. Schaerbeek                            Zaalvoetbal                7.000 €
2    Beltoy Lutte                               Vechten                      700 €
3    BIAF                                       Oosterse Vechsporten         800 €
4    BRASS                                      Zwemmen                    2.500 €
5    Brussels GR                                GRS                        2.200 €
6    C.N.S.N.                                   Zwemmen                    2.000 €
7    C.T.T. Royal Alpa                          Tafeltennis                4.300 €
8    Canter                                     Basket                     5.700 €
9    Centre de Formation R.G.                   Psychomotriek              1.000 €
10   Crossing de Schaerbeek Filles              Vrouwenvoetball            1.500 €
11   Crossing de Schaerbeek Jeunes              Voetball                   7.000 €
12   Crossing de Schaerbeek Vétérans            Voetball                     700 €
13   Crossing Judo                              Oosterse Vechsporten       5.000 €
14   EDJ - Crossing de Schaerbeek               Voetball                   1.000 €
15   F.C. Cheverny                              Voetball                     900 €
16   F.C. Helmet BXL                            Zaalvoetbal                  600 €
17   F.C. Kosova                                Voetball                   7.000 €
18   F.C. Schaerbeek                            Voetball                   7.000 €
19   F.C. Tauro                                 Voetball                     800 €
20   Futsal Schaerbeek 1030 - Atteri            Zallvoetball                 500 €
21   Grupo Origens da Capoeira                  Capoeira                   1.000 €
22   Kiekebiches                                Vrouwenvoetball            1.500 €
23   Kituro                                     Rugby                      5.000 €
24   La Bruegelienne                            Mars                         900 €
25   La Kompany                                 Vrouwenvoetball            1.500 €
26   Lambermont Tennis Academy                  Tennis                     1.000 €
27   Multikids Crossing                         Gymnastiek & dansen        1.500 €
28   Pétanque Club Josaphat                     Petanque                     500 €
29   Proxima Centauri                           Zaalvoetbal                  500 €
30   Queensbury                                 Boxen                      1.000 €
31   R.C.A.S.                                   Athletiek                  4.000 €
32   Sport 1030 A.S.B.L.                        V.Z.W                     18.000 €
33   T.C. Lambermont                            Tennis                     1.000 €
34   T.C. Set Wahis                             Tennis                     1.000 €
35   T.C. Terdelt                               Tennis                     2.000 €
36   Turkish UTD                                Zaalvoetbal                  800 €


                                          184
  37   U.B.H.C.                                     Handbal                                2.500 €
  38   Xtreme Team Academy                          Parkour                                1.200 €
  39   Yama-Tsuki Karate                            Oosterse Vechsporten                   1.200 €
  40   Zapadisk                                     Ultimate Frisbee                         700 €
                                                                           TOTAL :      105.000 €



Enfance et Jeunesse -=- Kindertijd & Jeugd
SP 73.- Asbl "Créactions" - Convention annuelle 2020 - Approbation -=- Vzw "Créactions" -
   Jaarlijkse overeenkomst 2020 – Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                   LE CONSEIL COMMUNAL
                                   Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 123 de la Nouvelle Loi Communale;
Vu la Loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l'octroi et de l'emploi de certains
subsides;
Vu la délibération du Conseil communal de mars 2019 adoptant le règlement relatif à l'octroi,
l'emploi et le contrôle de subventions communales;
Considérant que la convention telle que proposée au Collège est conforme au règlement
d'octroi de subsides du 27 mars 2019;
Considérant que les missions conçues par l'organisation bénéficiaire et lui étant confiées par
la Commune: l'organisation d'un accueil et des activités pour les enfants de 9 à 18 ans et plus
et leurs parents. L'association poursuit des missions d'aide scolaire, d'activités
socioculturelles, de soutien et d'accompagnement à la parentalité, de partenariats;
Considérant que ces missions sont conformes à l'objet statutaire de l'organisation
bénéficiaire;
Considérant que l'organisation bénéficiaire s'engage à son initiative et sous sa responsabilité
à mettre en oeuvre ces missions;
Considérant que la présente convention est conclue pour une durée d'un an
Considérant que l'organisation bénéficiaire s'engage à fournir à la Commune, les documents
listés dans l'article 12 du règlement communal sur les subventions communales du 27 mars
2019
Considérant que l'organisation bénéficiaire s'engage à respecter les législations et règlements
en tous domaines dans le cadre de son action (règlements sociaux, dispositions
règlementaires en matière de rémunération, en matières de marché publics, etc)
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 20 octobre 2020;
DECIDE :
D'approuver la convention annuelle 2020 liant la Commune et l'ASBL "CréActions"

                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikelen 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning van het
gebruik van sommige toelagen;
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van maart 2019 goedkeurend het reglement
betreffende de uitreiking, het gebruik en de controle van gemeentelijke toelagen,
Overwegend dat de overeenkomst zoals voorgesteld aan het College in overeenstemming is
met de subsidieregeling van 27 maart 2019;
Overwegend dat de missies die door de begunstigde organisatie zijn bedacht en aan die
begunstigde organisatie door de gemeente zijn toevertrouwd: de organisatie van een onthaal
en activiteiten voor kinderen van 9 tot 18 jaar en zo meer en hun ouders;



                                             185
De vereniging streeft naar missies ter schoolhulp, sociaal-culturele activiteiten, steun en
begeleiding aan ouderschap van partnerschap;
Overwegend dat deze missies in overeenstemming zijn met het statutaire doel van de
begunstigde organisatie;
Overwegend dat de begunstigde organisatie zich op eigen initiatief en onder haar
verantwoordelijkheid de inspanning om deze missies uit te voeren;
Overwegend dat deze overeenkomst wordt gesloten voor een periode van één jaar;
Overwegend dat de begunstigde organisatie zich ertoe verbindt om de Gemeente de
documenten te bezorgen die zijn vermeld in artikel 12 van de gemeentelijke verordening
inzake gemeentelijke subsidies van 27 maart 2019;
Overwegend dat de begunstigde organisatie zich ertoe verbindt de wetten en verordeningen
regelgeving na te leven op alle gebieden die onder haar actie vallen (sociale voorschriften,
wettelijke bepalingen op het gebied van beloning, op het gebied van overheidsopdrachten,
enz.).
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 20 oktober 2020;
BESLIST :
De jaarlijkse overeenkomst 2020 tussen de gemeente en de VZW "CréActions" goed te
keuren


SP 74.- Subventions aux associations actives dans le domaine de la Petite Enfance, de
   l'Enfance et de la Jeunesse - Exercice 2020 - Approbation -=- Subsidies aan de
   verenigingen die werken met kleine kinderen, kinderen en Jeugd - Dienstjaar 2020 -
   Goedkeuring

       Madame Loodts et Madame Belkhatir interviennent
       Madame la Bourgmestre ff et Madame Lorenzino répondent

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Décidé, par 44 voix contre 0 et 2 abstention(s). -=- Besloten, met 44 stem(men) tegen 0 en 2
onthouding(en).

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                        Décidé, par 44 voix contre 0 et 2 abstention(s).

Vu l’article 117 de la nouvelle loi communale;
Vu la loi du 26 juillet 1971 organisant les agglomérations et fédérations de communes;
Vu l’arrêté royal du 30 juillet 1985 modifié par l’arrêté royal du 19 janvier 1989 réglant la
tutelle administrative sur l’agglomération bruxelloise et les communes qui composent la
Région de Bruxelles-Capitale;
Vu l’article 10 de la loi du 16 juillet 1973, garantissant la protection des tendances
idéologiques et philosophiques;
Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l’octroi et de l’emploi de certaines
subventions et sa délibération du 15 janvier 1985;
Vu la délibération du Conseil communal du 28 mars 2018 adoptant le règlement relatif aux
subventions communales;
Considérant qu’un crédit de 63.450 € est prévu à l’article 761 332 02 AA 842 du budget
ordinaire de 2020 pour l’octroi de subsides aux associations actives dans le domaine de la
Petite Enfance, Enfance et Jeunesse;
Vu le rapport du Collège des Bourgmestre et Echevins en date du 20 octobre 2020;
Considérant qu’il y a lieu d’y faire droit;
DECIDE:
D’accorder, pour l’exercice 2020, un subside aux associations actives dans le domaine de la
Petite Enfance, l'Enfance et de la Jeunesse, reprises ci-après, pour un montant total de
63.450 €.




                                              186
DEMANDES DE SUBSIDES SAPE (Associations actives dans le domaine de la Petite Enfance)
                                   (0-3 ans)
 N°                      Structure                     Décision -Budget accordé
  1    Femmes Epanouies et Actives - FEZA                          1.500,00 €
  2    Main dans la main                                           1.000,00 €
  3    Multikids Crossing                                          1.700,00 €
  4    Réseau Coordination Enfance                                 1.000,00 €
                                       TOTAL SAPE         5.200,00 €


DEMANDES DE SUBSIDES SAE (ASSOCIATIONS et unités scouts actives dans le domaine de
                                 l'Enfance)
                                 (3-12 ans)
 N°                      Structure                     Décision -Budget accordé
       7e unité guide Ste Suzanne - Lutins
  1                                                                    500,00 €
       Farfadets
       7e unité guide Ste Suzanne - Lutins
  2                                                                    900,00 €
       Brownies
  3    7e unité guide Ste Suzanne - Nutons                             650,00 €
  4    10e unité Divin Sauveur - Baladins                              600,00 €
  5    10e unité Divin Sauveur - Louveteaux 2                          650,00 €
  6    11e unité Ste Suzanne - Louveteaux                          1.000,00 €
  7    11e unité Ste Suzanne - Seeonee                                 650,00 €
  8    41e unité Albert 1 - Ribambelle Baladins                    1.050,00 €
  9    41e unité Albert 1 - Meute Pleine Lune                      1.050,00 €
 10    41e unité Albert 1 - Meute Fleur Rouge                      1.050,00 €
 11    BC048 Les Scouts - Baladins                                 1.000,00 €
 12    BC048 Les Scouts - Louveteaux                               1.000,00 €
 13    Agissons Ensemble asbl                                      1.300,00 €
 14    Atelier des Petits Pas                                      1.300,00 €
 15    C'est tof in den hof asbl                                       500,00 €
 16    Change asbl                                                 1.300,00 €
 17    Culture-Elles                                               2.000,00 €
 18    EDJ FC Crossing Schaerbeek                                  2.500,00 €
 19    Elite Formation Futsal Brussels asbl                        1.200,00 €
 20    Enfants & Compagnie asbl                                    1.200,00 €
 21    Femmes Epanouies et Actives - FEZA                          1.300,00 €
 22    Hope Forever asbl                                           1.300,00 €
 23    La Trèfle                                                   3.000,00 €
 24    Le Palais Vert                                              1.300,00 €
 25    Les Amis de l'entrepote                                     1.300,00 €



                                              187
   26    Maison de Quartier Helmet                                          1.300,00 €
   27    Naja Team asbl                                                     1.700,00 €
   28    Soleil Henri Evenepoel asbl                                        1.700,00 €
             TOTAL SAE (SCOUTS et ASSOCIATIONS )                 34.300,00 €


                             DEMANDES DE SUBSIDES - JEUNESSE
                                       (12-25 ans)
   N°                        Structure                        Décision - Budget accordé
         7ème unité guides compagnie des
   1
         Antilopes Sainte Suzanne                                           1.000,00 €
         11ème troupe du cerf - Scoute Sainte
   2
         Suzanne                                                            1.050,00 €
         41ème unité Albert 1er - Troupe des
   3
         Spartiates (garçons)                                                  700,00 €
         41ème unité Albert 1er - Troupe des
   4
         Kamunyaks (filles)                                                    700,00 €
         41ème unité Albert 1er - Poste pionnier
   5
         (mixte)                                                               700,00 €
   6     unité scoute- BC048 - éclaireurs                                      850,00 €
   7     unité scoute- BC048 - pionniers                                    3.000,00 €
   8     MJ Bakayaro                                                        2.200,00 €
   9     Bouillon de cultures                                               2.000,00 €
   10    CréACtions                                                         1.500,00 €
   11    Le groupe Dillere Destan                                           1.500,00 €
   12    Infor Jeunes Asbl                                                  1.300,00 €
   13    Le Labo                                                            1.300,00 €
   14    Musiques Mosaîques Asbl                                            1.300,00 €
   15    Resis Asbl                                                         1.500,00 €
   16    Xtreme team Parkour Asbl                                           1.850,00 €
         Royal Crossing club Schaerbeek - section
   17                                                                       1.500,00 €
         zumba
                                         TOTAL JEUNESSE                    23.950,00 €


    TOTAL PETITE ENFANCE, ENFANCE et JEUNESSE :              63.450,00 €

                                     DE GEMEENTERAAD
                   Besloten, met 44 stem(men) tegen 0 en 2 onthouding(en).

Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 26 juli 1971 op de agglomeraties en federaties van de gemeenten;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 juli 1985 gewijzigd bij koninklijk besluit van 19 januari
1989 tot regeling van het administratief toezicht op de Brusselse agglomeratie en de
gemeenten die tot het Brussels Hoofdstedelijk Gewest behoren;
Gelet op artikel 10 van de wet van 16 juli 1973, waarbij de bescherming van de ideologische
en filosofische strekkingen gewaarborgd wordt;



                                                188
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en
aanwending van sommige toelagen en gelet op zijn raadsbesluit van 15 januari 1985;
Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van 28 maart die het reglement met
betrekking tot de gemeentelijke toelagen vaststelt;
Overwegende dat in uitgaven een krediet van 63.450 € voorzien is op artikel
761 332 02 AA 842 op de begroting van 2020 voor de subsidies aan de verenigingen die
werken met kleine kinderen, kinderen en Jeugd;
Gelet op het verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van 20 oktober 2020;
Overwegende dat het betaamt hieraan een gunstig gevolg te geven;
BESLIST:
Een toelage toe te kennen aan de hierna vermelde plaatselijke aan de verenigingen die
werken met kleine kinderen, kinderen en Jeugd voor het dienstjaar 2020 voor een totaal
van 63.450 €.
       SUBSIDIES SAPE (Verenigingen die werken met kleine kinderen)                    (0-3
                                          jaar)
  N°                       Verenigingen                  Beslissing - Budget toegekend
   1      Femmes Epanouies et Actives - FEZA                            1.500,00 €
   2      Main dans la main                                             1.000,00 €
   3      Multikids Crossing                                            1.700,00 €
   4      Réseau Coordination Enfance                                   1.000,00 €
                                          TOTAAL SAPE          5.200,00 €


                          SUBSIDIES SAE (Actieve SCOUTS met kinderen)
                                          (3-12 jaar)
  N°                       Verenigingen                  Beslissing - Budget toegekend
          7e unité guide Ste Suzanne - Lutins
   1                                                                        500,00 €
          Farfadets
          7e unité guide Ste Suzanne - Lutins
   2                                                                        900,00 €
          Brownies
   3      7e unité guide Ste Suzanne - Nutons                               650,00 €
   4      10e unité Divin Sauveur - Baladins                                600,00 €
   5      10e unité Divin Sauveur - Louveteaux 2                            650,00 €
   6      11e unité Ste Suzanne - Louveteaux                            1.000,00 €
   7      11e unité Ste Suzanne - Seeonee                                   650,00 €
   8      41e unité Albert 1 - Ribambelle Baladins                      1.050,00 €
   9      41e unité Albert 1 - Meute Pleine Lune                        1.050,00 €
  10      41e unité Albert 1 - Meute Fleur Rouge                        1.050,00 €
  11      BC048 Les Scouts - Baladins                                   1.000,00 €
  12      BC048 Les Scouts - Louveteaux                                 1.000,00 €
  13      Agissons Ensemble asbl                                        1.300,00 €
  14      Atelier des Petits Pas                                        1.300,00 €
  15      C'est tof in den hof asbl                                         500,00 €
  16      Change asbl                                                   1.300,00 €
  17      Culture-Elles                                                 2.000,00 €
  18      EDJ FC Crossing Schaerbeek                                    2.500,00 €

                                                189
19   Elite Formation Futsal Brussels asbl                             1.200,00 €
20   Enfants & Compagnie asbl                                         1.200,00 €
21   Femmes Epanouies et Actives - FEZA                               1.300,00 €
22   Hope Forever asbl                                                1.300,00 €
23   La Trèfle                                                        3.000,00 €
24   Le Palais Vert                                                   1.300,00 €
25   Les Amis de l'entrepote                                          1.300,00 €
26   Maison de Quartier Helmet                                        1.300,00 €
27   Naja Team asbl                                                   1.700,00 €
28   Soleil Henri Evenepoel asbl                                      1.700,00 €
         TOTAAL SAE (SCOUTS en Verenigingen)                 34.300,00 €


                            SUBSIDIES - JEUGD (12-25 jaar)
N°                    Verenigingen                   Beslissing - Budget toegekend
     7ème unité guides compagnie des
1
     Antilopes Sainte Suzanne                                         1.000,00 €
     11ème troupe du cerf - Scoute Sainte
2
     Suzanne                                                          1.050,00 €
     41ème unité Albert 1er - Troupe des
3
     Spartiates (garçons)                                                  700,00 €
     41ème unité Albert 1er - Troupe des
4
     Kamunyaks (filles)                                                    700,00 €
     41ème unité Albert 1er - Poste pionnier
5
     (mixte)                                                               700,00 €
6    unité scoute- BC048 - éclaireurs                                      850,00 €
7    unité scoute- BC048 - pionniers                                  3.000,00 €
8    MJ Bakayaro                                                      2.200,00 €
9    Bouillon de cultures                                             2.000,00 €
10   CréACtions                                                       1.500,00 €
11   Le groupe Dillere Destan                                         1.500,00 €
12   Infor Jeunes Asbl                                                1.300,00 €
13   Le Labo                                                          1.300,00 €
14   Musiques Mosaîques Asbl                                          1.300,00 €
15   Resis Asbl                                                       1.500,00 €
16   Xtreme team Parkour Asbl                                         1.850,00 €
     Royal Crossing club Schaerbeek - section
17                                                                    1.500,00 €
     zumba
                                   TOTAAL JEUGD                      23.950,00 €


TOTAL PETITE ENFANCE, ENFANCE et JEUNESSE :           63.450,00 €




                                            190
Solidarité et Egalité des chances -=- Solidariteit & Gelijke kansen
SP 75.- Subventions aux associations actives dans le domaine handicap - Approbation -=-
    Subsidies aan verenigingen actief op gebied van handicap - Goedkeuring

         Madame Loodts et Monsieur Abkoui interviennent
         Madame Haddioui répond
         Monsieur Abkoui intervient
         Madame Haddioui répond

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                                  Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 123 de la nouvelle loi communale ;
Vu la délibération du Conseil communal du 27 mars 2019 adoptant le règlement relatif aux
subventions communales;
Considérant qu'un crédit de 24.000 € est prévu au budget ordinaire 2020 pour l'octroi de
subsides aux associations actives dans le domaine du handicap;
Vu le rapport du 6 octobre 2020 du Collège des Bourgmestre et Echevins;
Considérant qu’il y a lieu de faire droit aux conclusions de ce rapport.
DECIDE :
De répartir comme suit les subsides aux associations actives dans le domaine du handicap
pour un montant total de 24.000€:
ABP                               1550 €
AMA Jeunesse                      1500 €
AMT Concept                       2000 €
Bakayoro                          1500 €
Citeco                            2150 €
Clé (La)                          2000 €
L'Escale                          2100 €
Metiss'âges                       2000 €
Passe-Muraille                    1200 €
Réci-Bruxelles                    2000 €
Train World                       2000 €
Acces and Go Asbl                 2000 € + 1000 €
Tof-Services asbl (Projet Riga)   1000 €

                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikels 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van 27 maart 2019 die het reglement met
betrekking tot de gemeentelijke toelagen vaststelt ;
Overwegende dat in uitgaven een krediet van 24.000 € voorzien is van het gewoon budget
2020 voor de subsidies toegestaan voor verenigingen actief op gebied van famillie/handicap;
Gezien het verslag van 6 oktober 2020 van het College van Burgemeester en Schepenen;
Overwegende dat het betaamt gevolg te geven aan de conclusies van dit verslag.




                                            191
BESLIST :
De subsidies aan de verenigingen actief op gebied van handicap als volgt te verdelen voor een
totaal bedrag van 24.000€:
ABP                               1550 €
AMA Jeunesse                      1500 €
AMT Concept                       2000 €
Bakayoro                          1500 €
Citeco                            2150 €
Clé (La)                          2000 €
L'Escale                          2100 €
Metiss'âges                       2000 €
Passe-Muraille                    1200 €
Réci-Bruxelles                    2000 €
Train World                       2000 €
Acces and Go Asbl                 2000 € + 1000 €
Tof-Services asbl (Projet Riga)   1000 €




ENSEIGNEMENT COMMUNAL FRANCOPHONE -=- FRANSTALIG GEMEENTELIJK ONDERWIJS
Inspection pédagogique -=- Pedagogische inspectie
SP 76.- Conventions "plans de pilotage" du CECP avec l'école maternelle et primaire n° 17,
   les écoles fondamentales n° 1, 9 et 10 et l'école primaire spécialisée Chazal -
   Approbation -=- Verdragen " besturingsplannen" van de CECP met het kleuter- en
   basisschool nr 17, de basisscholen nr 1, 9 en 10 en de basisschool Chazal (bijzonder
   onderwijs) - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                                  Approuvé à l'unanimité.

Vu la nouvelle Loi communale ;
Vu l'article 67 du Décret du 24 juillet 1997 définissant les missions prioritaires de
l'enseignement fondamental et de l'enseignement secondaire et organisant les structures
propres à les atteindre tel que modifié par le Décret adopté par le Parlement de la
communauté française le 13 septembre 2018 et publié le 09 octobre 2018 ;
Considérant la proposition du CECP d'accompagner et de suivre l'école maternelle et primaire
n° 17, les écoles fondamentales n° 1, 9 et 10 et l'école primaire spécialisée Chazal, dans le
cadre du dispositif de pilotage des écoles retenues dans la troisième vague des plans de
pilotage moyennant la signature de conventions ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Échevins en date du 06 octobre 2020 ;
DECIDE
d'approuver les conventions proposées par le CECP dans le cadre du dispositif de pilotage des
écoles retenues dans la troisième vague des plans de pilotage - soit l'école maternelle et
primaire n° 17, les écoles fondamentales n° 1, 9 et 10 et l'école primaire spécialisée Chazal.




                                             192
                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de Nieuwe Gemeentewet ;
Gelet op artikel 67 van het decreet van 24 juli 1997, dat de prioritaire missies van het
basisonderwijs en het secundair onderwijs definiëren en de structuren organiseren die
geschikt zijn om deze te verwezenlijken, zoals gewijzigd door het decreet aangenomen door
het Parlement van de Franse Gemeenschap op 13 september 2018 en gepubliceerd op 9
oktober 2018 ;
Overwegende dat de CECP heeft voorgesteld om het kleuter- en basisschool nr 17, de
basisscholen nr 1, 9 en 10 en de basisschool Chazal (speciaal onderwijs) te helpen als
onderdeel van de derde fase van de besturingsplannen - door een conventie te ondertekenen
;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 06 oktober 2020 ;
BESLIST
de verdragen van de CECP met het kleuter- en basisschool nr 17, de basisscholen nr 1, 9 en
10 en de basisschool Chazal (speciaal onderwijs) als onderdeel van de derde fase van de
besturingsplannen, goed te keuren.


Budget – infrastructures – logistique -=- Begroting - infrastructuur - logistiek
SP 77.- Dépenses urgentes à pourvoir dans le cadre de la pandémie de COVID-19 -
   Prestations complémentaires de nettoyage et de désinfection de bâtiments scolaires
   durant l'année scolaire - Application de l'article 249 de la Nouvelle Loi Communale -
   Admettre les dépenses -=- Dringende uitgaven te voorzien in het kader van de COVID-
   19-pandemie – Bijkomende prestaties voor de schoonmaak en ontsmetting van de
   schoolgebouwen tijdens het schooljaar – Toepassing van artikel 249 van de Nieuwe
   Gemeentewet – Instemmen met de uitgaven

       Monsieur De Herde expose le point
       Monsieur Abkoui intervient
       Madame la Bourgmestre ff et Monsieur De Herde répondent
       Monsieur Degrez intervient

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                    LE CONSEIL COMMUNAL
                                    Approuvé à l'unanimité.

Vu l’article 249 §1er al 2 de la Nouvelle Loi Communale ;
Vu la circulaire du 18 mars 2020 relative aux dépenses urgentes à pourvoir dans le cadre de la
gestion de la pandémie de COVID-19 ;
Considérant que divers besoins en fournitures et/ou services se sont avérés nécessaires et
indispensables dans le chef de nombreux services communaux dans le cadre de la gestion de
la crise sanitaire COVID-19 ;
Considérant le fait que ces dépenses n'étaient pas prévues lors de l'élaboration des budgets
communaux pour l'exercice 2020 et qu'elles sont engendrées et réclamées par les
circonstances impérieuses et imprévues causées par la pandémie de COVID-19, étant
entendu que le moindre retard dans la mise à disposition aux services communaux
demandeurs de ces fournitures et services occasionnerait un préjudice irréparable évident
pour la santé publique, les citoyens et les agents ;
Vu la décision du 22/09/2020 du Collège des Bourgmestre et Echevins de pourvoir dans le
cadre de l’article 249 §1 al 2 NLC aux dépenses liées à des prestations de nettoyage et de
désinfection de bâtiments scolaires durant l'activité scolaire, relatives à la gestion de la crise
sanitaire de la COVID-19 ;




                                               193
Considérant que, dans le scénario maximaliste, le coût relatif au nettoyage quotidien dans les
écoles est estimé à un montant total de 112.949,38 € TVAC du 23/09/20 au 30/11/20 ;
DECIDE :
d'admettre ces dépenses non prévues lors de l'élaboration des budgets communaux pour
l'exercice 2020, engendrées et imposées par les circonstances impérieuses et imprévues
causées par la pandémie de la COVID-19, conformément à l'article 249 §1er al.2 de la NLC.

                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikel 249 §1 al 2 van de Nieuwe Gemeentewet ;
Gelet op de omzendbrief van 18 maart 2020 betreffende de dringende uitgaven te voorzien
in het kader van het beheer van de COVID-19-pandemie ;
Overwegende dat diverse leveringen en/of diensten absoluut noodzakelijk zijn gebleken
voor een groot aantal gemeentediensten, in het kader van het beheer van de COVID-19-
gezondheidscrisis;
Overwegende dat deze uitgaven niet waren voorzien bij het opmaken van de gemeentelijke
begroting over 2020 en dat zij worden veroorzaakt en vereist zijn door de onvoorziene en
dwingende omstandigheden als gevolg van de COVID-19-pandemie; het geringste uitstel in
het ter beschikking stellen aan de aanvragende gemeentediensten van deze leveringen en
diensten, zou namelijk onbetwistbaar schade toebrengen aan de volksgezondheid, de burgers
en de ambtenaren;
Gelet op het Collegebesluit van 22/09/2020 om, conform artikel 249 §1 al 2 NGW, te voorzien
in de uitgaven voor bijkomende prestaties inzake de schoonmaak en ontsmetting van de
schoolgebouwen tijdens het schooljaar zullen plaatsvinden, in het kader van het beheer van
de COVID-19-gezondheidscrisis ;
Overwegende dat de maximum kost voor de dagelijkse schoonmaak van deze scholen werd
geraamd op een totaal van 112.949,38 € BTW inbegrepen, van 23/9/20 tot en met 30/11/20 ;
BESLUIT :
Met deze uitgaven, die niet waren voorzien bij de opmaak van de gemeentelijke
begroting over 2020, in te stemmen, aangezien zij werden veroorzaakt en
absoluut vereist zijn door de dwingende en onvoorziene omstandigheden ten gevolge van de
COVID-19-pandemie, overeenkomstig artikel 249 §1 al.2 van de NGW.



POINTS EN URGENCE -=- PUNTEN IN SPOED
SECRÉTAIRE COMMUNAL -=- GEMEENTESECRETARIS
Bureau des assemblées -=- Kantoor der vergaderingen
SP 128.- Commissions du conseil communal - Modification - Pour information -=-
   Commissies van de gemeenteraad - Wijzigingen - Ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
L'urgence est admise à l'unanimité. -=- De dringendheid wordt eenparig aangenomen.
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                                  Approuvé à l'unanimité.

Vu la nouvelle loi communale et notamment ses articles 100, 117 et 120;
Vu le règlement d’ordre intérieur du conseil communal ;
Vu la délibération du conseil communal du 27 février 2019 portant création des commissions;
Vu le courrier de Monsieur Abobakre BOUHJAR, conseiller communal,
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 27 octobre 2020
PREND POUR INFORMATION
La modification de la composition des commissions ci-dessous :
Commission 3 : Etat civil - Population - relations extérieures - Protocole - Cultes
Monsieur Emin Özkara sera remplacé par Monsieur Matthieu DEGREZ



                                             194
Commission 11 : Economie - Emploi - Formation - Commerce - Ressources Humaines
Monsieur Emin Özkara sera remplacé par Monsieur Mohammed ABKOUI

                                  DE GEMEENTERAAD
                       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de nieuwe gemeentewet en in het bijzonder haar artikelen 100, 117 en 120;
Gelet op het intern huishoudelijk reglement van de gemeenteraad;
Gelet op het raadsbesluit dd 27 februari 2019 bij dewelke commissies gecreëerd werden;
Gelet op de brief van de heer Abobakre BOUHJAR, Gemeenteraadslid
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 27 oktober 2020;
NEEMT TER INFORMATIE
de hieronder vermelde wijzigingen aan de samenstelling van de commissies :
Commissie 3 : Burgerlijke Stand - Bevolking - Externe relaties - Protocole - Erediensten
De heer Emin Özkara zal vervangen worden door de heer Matthieu DEGREZ
Commissie 11 : Economie - Tewerkstelling - Vorming - Handel - Human resources
De heer Emin Özkara zal vervangen worden door de heer Mohammed ABKOUI



FINANCES / RECEVEUR COMMUNAL -=- FINANCIËN / GEMEENTEONTVANGER
Budget -=- Begroting
SP 129.- Modification budgétaire service ordinaire (MB4) - Modification dans l'avant-projet
    de modification budgétaire 4-2020 - Approbation -=- Gewone begrotingswijzigingen
    2020 (BW4) - Wijziging in de voorproject van BW4-2020 - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
L'urgence est admise à l'unanimité. -=- De dringendheid wordt eenparig aangenomen.
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                                  Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 96, 240, 241, 242, 247 et 249 de la Nouvelle loi communale;
Vu les articles 9, 11, 12, 13 et 14 de l'Arrêté royal du 02/08/1990 portant le règlement
général de la comptabilité communale;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 27 octobre 2020;
DECIDE
D'approuver la modification budgétaire ordinaire (MB4) intégrant le transfert du montant de
100.000€ de l’article budgétaire 520/321-01/ -AE/831 vers l’article 140/322-01/ -/831.

                                  DE GEMEENTERAAD
                       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikels 96, 240, 241, 242, 247 en 249 van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op artikels 9, 11, 12, 13 en 14 van de Koninklijk besluit houdende het algemeen
reglement op de gemeentelijke comptabiliteit;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van de 27 oktober 2020;
BESLUIT
De gewone (BW4) begrotingswijziging 2020 goed te keuren met de overdracht van het
bedrag van 100.000€ vanuit het begrotingsartikel 520/321-01/ -AE/831 naar het
artikel 140/322-01/ -/831.




                                            195
AFFAIRES GÉNÉRALES -=- ALGEMENE ZAKEN
Contentieux administratif -=- Bestuursgeschillen
SP 130.- Ordonnance de police du Bourgmestre - Application de l'article 134 de la Nouvelle
   Loi communale - Confirmation -=- Politieverordening van de Burgemeester - Toepassing
   van het artikel 134 van de Nieuwe Gemeentewet - Bevestiging

       Madame la Bourgmestre ff expose le point

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
L'urgence est admise à l'unanimité. -=- De dringendheid wordt eenparig aangenomen.
Décidé, par 40 voix contre 6 et 0 abstention(s). -=- Besloten, met 40 stem(men) tegen 6 en 0
onthouding(en).

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                        Décidé, par 40 voix contre 6 et 0 abstention(s).

Vu les articles 134 et 135, §2 de la Nouvelle Loi communale ;
Vu l'arrêté ministériel du 18 octobre 2020 portant des mesures d'urgence pour limiter la
propagation du coronavirus Covid-19;
Vu la Circulaire ministérielle du 16 octobre 2020 du Ministre des Pouvoirs Locaux « Covid-19 –
Mesures organisationnelles dans le cadre de la crise sanitaire – Adaptation des règles de
fonctionnement des instances de décision en l’absence d’arrêté de pouvoirs spéciaux
organisant ces aménagements » ;
Vu le renforcement des mesures de lutte contre la propagation du coronavirus Covid-19
décidé le 16 octobre 2020 par le Comité de concertation réunissant le gouvernement fédéral
et les entités fédérées ;
Vu l’arrêté du Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale du 7 octobre 2020
portant fermeture des bars et arrêtant des mesures d’urgence pour limiter la propagation du
coronavirus Covid-19 ;
Attendu que le Bourgmestre est chargé de l'exécution des lois, décrets, ordonnances et
règlements ;
Attendu que les jurisprudences du Conseil d’Etat et de la Cour de Cassation consacrent le
principe général de la motivation matérielle et formelle des actes administratifs unilatéraux à
portée générale ;
Attendu que les communes ont pour mission de faire jouir les habitants des avantages d'une
bonne police, notamment de la salubrité et de la sécurité publiques ; que le coronavirus
Covid-19 est un trouble à la salubrité publique ;
Considérant la qualification par l’OMS du coronavirus COVID-19 comme une pandémie en
date du 11 mars 2020 ;
Considérant l’article 191 du Traité sur le Fonctionnement de l’Union européenne qui consacre
le principe de précaution dans le cadre de la gestion d’une crise sanitaire internationale et de
la préparation active à la potentialité de ces crises ; que ce principe implique que lorsqu’un
risque grave présente une forte probabilité de se réaliser, il revient aux autorités publiques
d’adopter des mesures urgentes et provisoires ;
Considérant l'urgence et le risque sanitaire que présente le coronavirus pour la population
belge ; que notre pays est en niveau d’alerte 4 (alerte très élevée) depuis le 13 octobre 2020 ;
que des projections indiquent une nouvelle détérioration sur 14 jours ; que la nouvelle vague
de contaminations massives constitue un phénomène imprévisible ;
Considérant la déclaration de l’OMS sur les caractéristiques du coronavirus COVID-19, en
particulier sur sa forte contagiosité et le risque de mortalité qu’il génère ;
Considérant la propagation du coronavirus COVID-19 et l’évolution exponentielle du nombre
de contaminations en Belgique et le caractère difficilement prévisible de la propagation du
virus et de la transmission de la maladie ;
Considérant l'évolution croissante de nouvelles contaminations en Belgique, et tout
particulièrement sur le territoire de la Région de Bruxelles-Capitale ;
Considérant que le nombre moyen d’hospitalisations continue également d’augmenter ;
Considérant que le coronavirus COVID-19 est une maladie infectieuse susceptible de porter
atteinte au système respiratoire de manière irréversible ;



                                              196
Considérant que le coronavirus COVID-19 semble se transmettre d’un individu à un autre, par
voie aérienne ; que la transmission de la maladie semble s’opérer par tous les modes
possibles d’émission par la bouche et le nez ; que les individus asymptomatiques ont une
charge virale identique à celle des individus symptomatiques et transmettent la maladie ;
Considérant que, compte tenu de ce qui précède, les rassemblements dans des lieux clos et
couverts constituent un danger particulier pour la santé publique ; que les séances du Conseil
communal se tiennent en un lieu fermé propice à la transmission du coronavirus ;
Considérant qu’il est nécessaire, afin de ralentir et limiter la propagation du virus, d’ordonner
immédiatement les mesures indispensables au niveau communal ; qu’il revient aux autorités
communales de respecter et de faire respecter sur tout le territoire communal, en ce compris
au sein du Conseil communal, les mesures fédérales promulguées pour limiter la propagation
du coronavirus ; que parmi ces mesures fédérales figure le respect de la distanciation sociale
d'un mètre cinquante dans les lieux publics et les lieux privés accessibles au public ;
Considérant que la réunion durant plusieurs heures, dans un lieu fermé, de 47 conseillers
communaux et du personnel nécessaire au bon déroulement des séances du conseil
communal, présente un risque élevé au vu de la situation sanitaire actuelle ;
Considérant qu'une étendue du champ d’application rationae materiae des arrêtés
ministériels à l’organisation interne de l’administration communale est nécessaire et
proportionnée au regard de l’urgence sanitaire ; que, par conséquent, une mesure de police
imposant la réunion par vidéo-conférence des conseillers communaux s’avère indispensable
pour endiguer la propagation du virus COVID-19 ; qu’une mesure de police imposant aux
membres du Conseil communal d’opérer par séances virtuelles constitue une des réponses
proportionnée à la crise sanitaire ;
Considérant que les deux prochaines séances du Conseil se dérouleront les 28 octobre 2020
et 25 novembre 2020 ; que le moindre retard pourrait occasionner des dangers ou des
dommages pour les membres du Conseil et, par voie de conséquence, pour les citoyens ;
Considérant que la mesure précitée vise à contribuer, au niveau communal, à limiter
l’extension de la pandémie Covid-19 ;
Considérant que le danger s’est étendu à l’ensemble du territoire national belge ; que
l’intérêt général requière qu’il existe une cohérence dans les prises de mesures ayant pour
but de maintenir la salubrité publique, afin de maximaliser leur efficacité ; que le nombre de
cas d’infection détectées et de décès survenus en Belgique augmente constamment ; qu’il est
urgent de freiner la propagation du virus ;
Considérant qu'il y a lieu de prendre une mesure proportionnée par rapport à la gravité de la
situation et, qu’il existe un rapport raisonnable de proportionnalité entre les motifs de fait
fondant cette ordonnance et son objet ; qu’en l’espèce la ratio legis des mesures prises par le
Ministre de l’intérieur et de la sécurité se transpose aux réunions de toutes sortes ; que dès
lors la présente Ordonnance est proportionnée ;
Considérant que le coronavirus et la lutte contre sa propagation constituent un événement
imprévu tel que visé dans l'article 134 §1er de la NLC ;
Considérant que la condition d'urgence prévue par l'article 134 §1er de la NLC est également
rencontrée en l'espèce vu que les citoyens doivent être avisés sans délai et à tout le moins,
avant la prochaine séance du Conseil communal qui se tiendra le mercredi 28 octobre 2020 ;
Considérant que le Bourgmestre a estimé ne pas pouvoir attendre la prochaine réunion du
Conseil communal, ce dernier ne se réunissant pas avant sa séance du 28 octobre 2020 ;
Considérant que la publicité des séances sera assurée par la diffusion en direct via
« YouTube » ;
Vu l’urgence ;
ORDONNE :
Article 1 :
L’intégralité des séances du Conseil communal fixées les 28 octobre 2020 et 25 novembre
2020 se tiendront à distance en vidéo-conférence.
Article 2 :
Afin d’assurer la publicité des débats, les séances du Conseil communal des 28 octobre et 25
novembre 2020 seront diffusées en direct sur la chaîne YouTube officielle de l’Administration
communale (un lien direct sera prévu sur le site internet officiel de la Commune).




                                              197
Article 3 :
L’ensemble des pièces relatives aux points à l’ordre du jour ainsi que les procès-verbaux des
séances sont mises à la disposition, sans déplacement, des membres du Conseil communal
par voie électronique.
Des informations techniques explicatives au sujet des documents figurant aux points de
l’ordre du jour sont également fournies par voie électronique aux Conseillers qui le
demandent.
Afin de garantir la bonne exécution du droit de regard, les actes et pièces prévus à l’article 84
de la Nouvelle Loi communale que les Conseillers peuvent demander seront transmis par voie
électronique.
Article 4 :
Chaque membre de l’organe concerné participant à la séance virtuelle envoie
individuellement au secrétaire communal son vote par courriel, à charge pour ce dernier de
mentionner le résultat du vote dans le PV en veillant, bien entendu, à préserver, le cas
échéant, le secret des votes. Le vote pourra également se réaliser via la plateforme Balotilo
(https://www.balotilo.org/).
Article 5 :
La présente ordonnance sera notifiée par courriel à chaque Conseiller communal.
La présente ordonnance de police sera affichée sur le site Internet de la Commune et sur les
valves communales conformément aux articles 112 et 114 de la NLC. Elle entre en vigueur de
plein droit le jour de son affichage.
Elle cesse immédiatement d'avoir effet si elle n'est pas confirmée par le Conseil communal à
sa plus prochaine réunion, à savoir celle du 28 octobre 2020.
Article 6 :
 En vertu des articles 14 et 19, alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, un recours
en suspension et en annulation de la présente décision peut être porté devant le Conseil
d'Etat, pour la violation des formes soit substantielles soit prescrites à peine de nullité, excès
ou détournement de pouvoir dans les soixante jours à compter de son affichage. Ce recours
est introduit au moyen d'une requête recommandée signée par la partie ou par un avocat
inscrit au tableau de l'Ordre des Avocats.
Considérant que cette ordonnance a été soumise au Collège des Bourgmestre et Echevins du
27 octobre 2020 pour prise de connaissance ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ;
Confirme :
L'Ordonnance de police du Bourgmestre du 21 octobre 2020 imposant la tenue à distance, en
vidéoconférence, des séances du Conseil communal des 28 octobre 2020 et 25 novembre
2020.

                                    DE GEMEENTERAAD
                  Besloten, met 40 stem(men) tegen 6 en 0 onthouding(en).

Gelet op de artikels 134 en 135, § 2 van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op het Ministerieel Besluit van 18 Oktober 2020 houdende dringende maatregelen om
de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op de Ministeriële Omzendbrief van 16 oktober 2020 van de Minister belast met
Plaatselijke Besturen “Covid-19 – Organisatorische maatregelen in het kader van de
gezondheidscrisis – Aanpassing van de werkingsregels van de besluitvormende organen in
afwezigheid van een bijzondere machtenbesluit tot regeling van deze voorzieningen”;
Gelet op de versterking van de maatregelen ter bestrijding van de verspreiding van het Covid-
19 coronavirus, beslist op 16 oktober 2020 door het Overlegcomité van de federale regering
en de deelgebieden;
Gelet op het Besluit van de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 7
Oktober 2020 houdende sluiting van cafés en bepaalde verplichtingen om de verspreiding
van het coronavirus Covid-19 te beperken;
Overwegende dat de Burgemeester belast is met de uitvoering van de wetten, de decreten,
de ordonnanties en de reglementen;




                                               198
Overwegende dat in de jurisprudentie van de Raad van State en het Hof van Cassatie het
algemene beginsel van de materiële en formele motivering van unilaterale administratieve
handelingen van algemene strekking wordt vooropgesteld;
Overwegende dat de gemeenten de taak hebben ervoor te zorgen dat de bewoners kunnen
genieten van de voordelen van een goede politie, meer bepaald aangaande de
volksgezondheid en de openbare veiligheid; dat het Covid-19 coronavirus een verstoring van
de volksgezondheid is;
Overwegende de kwalificatie van het coronavirus COVID-19 als een pandemie door de WHO
op 11 maart 2020;
Overwegende artikel 191 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie, dat
het voorzorgsbeginsel hanteert in het kader van het beheer van internationale
gezondheidscrisissen en van de actieve voorbereiding van zulke potentiële crisissen; dat dit
beginsel inhoudt dat, wanneer er een grote waarschijnlijkheid is dat een ernstig risico
werkelijkheid zal worden, het aan de overheid is om dringende en voorlopige maatregelen te
nemen;
Overwegende de hoogdringendheid en het gezondheidsrisico van het coronavirus voor de
Belgische bevolking; dat ons land sinds 13 oktober 2020 op alarmniveau 4 (zeer hoge
waarschuwing) staat; dat uit prognoses blijkt dat de toestand gedurende 14 dagen
verder verslechteren; dat een nieuwe golf van besmettingen een onvoorspelbaar fenomeen
is;
Overwegende de verklaring van de WHO omtrent de karakteristieken van het coronavirus
COVID-19, in het bijzonder met betrekking tot de besmettelijkheid en het sterfterisico;
Overwegende de verspreiding van het coronavirus COVID-19 en de exponentiële evolutie van
het aantal besmettingen in België en de nauwelijks voorspelbare aard van de verspreiding van
het virus en de overdracht van de ziekte;
Overwegende de toenemende evolutie van nieuwe besmettingen in België, en meer bepaald
op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Overwegende dat het gemiddeld aantal ziekenhuisopnames eveneens blijft stijgen;
Overwegende dat het coronavirus COVID-19 een infectieziekte is die meestal de longen en
luchtwegen treft en dit op een onomkeerbare wijze;
Overwegende dat het coronavirus COVID-19 zich via de lucht lijkt over te dragen van mens op
mens; dat de overdracht van de ziekte lijkt plaats te vinden via alle mogelijke emissies via de
mond en de neus; dat asymptomatische personen een virale belasting hebben die identiek is
aan die van symptomatische personen en deze brengen eveneens de ziekte over;
Overwegende dat, gezien wat voorafgaat, de bijeenkomsten in besloten of overdekte
plaatsen, maar ook in open lucht, een specifieke bedreiging vormen voor de volksgezondheid;
dat de zittingen van de gemeenteraad worden gehouden in een gesloten plaats die geschikt is
voor de overdracht van het coronavirus;
Overwegende dat het noodzakelijk is om, teneinde de verspreiding van het virus te vertragen
en te beperken, onmiddellijk over te gaan tot het opleggen van de maatregelen die
onontbeerlijk zijn op het gemeentelijke niveau; dat het de taak van de gemeentelijke
overheden is om op het gehele grondgebied van de gemeente, met inbegrip van de
gemeenteraad, de federale maatregelen te eerbiedigen en te handhaven die zijn vastgesteld
om de verspreiding van het coronavirus te beperken; dat onder deze federale maatregelen
ook de inachtneming van de sociale afstanden van 1 meter 50 in openbare plaatsen en
plaatsen die toegankelijk zijn voor het publiek vallen;
Overwegende dat de vergadering van 47 gemeenteraadsleden en van het personeel nodig
voor het goede verloop van de zittingen van de gemeenteraad, gedurende meerdere uren, op
een gesloten plaats, een hoog risico inhoudt, gezien de huidige gezondheidstoestand;
Overwegende dat een uitbreiding van de leemte rationae materiae van de ministerieel
besluiten tot de interne organisatie van het gemeentebestuur noodzakelijk is aangezien het
gezondheidsgevaar; dat bijgevolg een politiemaatregel dat de vergadering per
videoconferentie oplegt aan de gemeenteraadsleden onontbeerlijk is om de verspreiding van
het COVID-19-virus tegen te gaan; dat een politiemaatregel die de leden van de
gemeenteraad verplicht een virtuele vergadering te beleggen, een van de antwoorden is die
in verhouding staan tot de gezondheidscrisis;




                                             199
Overwegende dat de twee volgende zittingen van de Gemeenteraad zullen plaatsvinden op
28 oktober 2020 en op 25 november 2020; dat de minste vertraging gevaar of schade zou
kunnen toebrengen aan de Gemeenteraadlseden en, dus, aan de inwoners;
Overwegende dat de vooropgestelde maatregel tot doel heeft om op het gemeenteniveau bij
te dragen tot de vermindering van de verspreiding van de pandemie Covid-19;
Overwegende dat het gevaar zich uitstrekt over het gehele nationale Belgische grondgebied;
dat het van algemeen belang is dat er een coherentie bestaat bij het nemen van maatregelen
voor de handhaving van de openbare gezondheid, teneinde de efficiëntie ervan te
maximaliseren; dat het aantal besmettingsgevallen dat werd gedetecteerd en het aantal
sterfgevallen dat zich heeft voorgedaan in België voortdurend stijgt; dat het dringend is om
de verspreiding van het virus te vertragen;
Overwegende dat het noodzakelijk is om een proportionele maatregel te nemen vergeleken
met de ernst van de situatie en dat er daarbovenop een redelijk proportioneel verband
bestaat tussen de motieven die aan de basis liggen van dit besluit en zijn voorwerp; dat in dit
geval de ratio legis van de maatregelen die genomen werden door het Ministerie van
Binnenlandse zaken en veiligheid zich transponeert naar alle soorten van vergaderingen; dat
bijgevolg huidig besluit proportioneel is;
Overwegende dat het coronavirus en de bestrijding van de verspreiding ervan een
onverwachte gebeurtenis vormen als bedoeld in artikel 134, § 1 van de NGW;
Overwegende dat ook in deze zaak de in artikel 134, § 1, van de NGW vastgestelde
noodsituatie wordt bereikt, aangezien de burgers onverwijld en in ieder geval vóór de
volgende vergadering van de gemeenteraad op woensdag 28 oktober 2020 op de hoogte
moeten worden gesteld;
Overwegende dat de Burgemeester heeft besloten niet te kunnen wachten op de volgende
vergadering van de gemeenteraad, die niet vóór zijn vergadering van 28 oktober 2020
bijeenkomt;
Overwegende dat de openbaarheid van de vergaderingen zal worden gewaarborgd door
middel van live uitzending via "YouTube";
Gelet op de dringendheid;
BESLUIT:
Artikel 1:
De zittingen van de gemeenteraad die vastgesteld werden op 28 oktober 2020 en 25
november 2020 zullen op afstand plaatsvinden via videoconferentie.
Artikel 2:
Om de openbaarheid van de debatten te verzekeren, zullen de zittingen van de
gemeenteraad van 28 oktober en 25 november 2020 live worden verspreid op het officiële
YouTube-kanaal van het gemeentebestuur (een rechtstreekse link zal worden voorzien op de
officiële website van de gemeente).
Artikel 3:
Alle stukken betreffende de agendapunten en de notulen van de vergaderingen worden langs
elektronische weg ter beschikking gesteld van de leden van de Gemeenteraad, zonder dat zij
zich daarheen verplaatsen.
Technische toelichtingen betreffende de in de agendapunten opgenomen documenten
worden desgevraagd ook elektronisch verstrekt aan de Raden.
Met het oog op een goede uitvoering van het recht van inzage worden de stukken en stukken
als bedoeld in artikel 84 van de Nieuwe Gemeentewet die de Raden kunnen verlangen, langs
elektronische weg toegezonden.
Artikel 4:
Elk lid van het betrokken orgaan dat aan de virtuele vergadering deelneemt, zendt zijn stem
per e-mail aan de secretaris van de gemeente, het is de taak van de secretaris dat hij de
uitslag van de stemming in de notulen vermeldt, waarbij hij er uiteraard op toeziet dat, indien
nodig, het stemgeheim behouden blijft. De stemming kan ook plaatsvinden via het Balotilo-
platform (https://www.balotilo.org/).
Artikel 5:
Deze beschikking wordt per e-mail aan elk gemeenteraadslid meegedeeld.
Deze politiebeschikking wordt overeenkomstig de artikelen 112 en 114 van de NGW op de
website van de gemeente en op de gemeentelijke valvas weergegeven. Het treedt van
rechtswege in werking op de dag waarop het wordt weergegeven.



                                             200
De werking ervan wordt onmiddellijk stopgezet indien het niet wordt bevestigd door de
gemeenteraad op zijn eerstvolgende vergadering, namelijk die van 28 oktober 2020.
Artikel 6:
Krachtens artikelen 14 en 19, lid 2 van gecoördineerde wetten op de Raad van State, kan een
beroep tegen deze beslissing ingesteld worden door middel van neerlegging van een
verzoekschrift bij de Raad van State voor schending van wezenlijke vormvoorschriften of op
straffe van nietigheid, overschrijding of misbruik van bevoegdheid binnen 60 dagen na de
aanplakking ervan.
Overwegende dat de Politieverordening door het College van Burgemeester en Schepenen op
27 oktober 2020 ter kennis werd gegeven ;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
Bevestigt :
De Politieverordening van de burgemeester dd 21 oktobre 2020 tot oplegging op afstand, in
videoconferentie, van de zittingen van de Gemeenteraad op 28 oktober 2020 en 25
november 2020.


Gestion immobilière -=- Vastgoedbeheer
SP 131.- Contrat de quartier durable Pogge - Immeuble sis chaussée de Haecht 366-1er
   étage - Situation de squat au 1er étage - Autorisation d'agir en justice en vue de
   l'expulsion - Approbation -=- Duurzaam wijkcontract Pogge - Gebouw gelegen op
   Haachtsesteenweg 366-1ste verdieping - Kraakpanden op de eerste verdieping -
   Machtiging om in rechte op te treden voor een uitzetting - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
L'urgence est admise à l'unanimité. -=- De dringendheid wordt eenparig aangenomen.
Décidé, par 40 voix contre 6 et 0 abstention(s). -=- Besloten, met 40 stem(men) tegen 6 en 0
onthouding(en).

                                 LE CONSEIL COMMUNAL
                       Décidé, par 40 voix contre 6 et 0 abstention(s).

Vu les articles 117 et 270 de la nouvelle loi communale
Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 27.10.2020
Considérant qu'il y a lieu de faire droit à ces décisions
DECIDE:
      1.     Autoriser le Collège des Bourgmestre et Echevins à agir en justice contre les
             occupants du bâtiment communal sis chaussée de haecht 366 - 1er étage, 1030
             Schaerbeek
      2.     Désigner Maître Véronique Melis, rue Georges Leclercq 55, 1190 Bruxelles, pour
             déposer une action en justice pour l'expulsion des occupants du 1er étage de
             l'immeuble sis chaussée de Haecht 366, 1er étage - 1030 Schaerbeek

                                    DE GEMEENTERAAD
                  Besloten, met 40 stem(men) tegen 6 en 0 onthouding(en).

Gelet de artikelen 117 en 270 van de nieuwe gemeentewet
Gelet de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen in zitting van 27.10.2020
Overwegend dat het betaamt gevolg te geven aan deze beslissingen
BESLUIT:
      1.   Het College van Burgemeester en Schepenen te machtigen om in rechte op te
           treden tegen de bezetters van het gemeentelijk gebouw gelegen
           Haachtsesteenweg 366 - 1ste verdieping, 1030 Schaarbeek
      2.   Meester Melis Veronique, Georges Leclercqstraat 55, 1190 Brussels, aan te wijzen
           om een justicie aktie voor de uizetting van de bezetters van het gemeentelijke
           gebouw gelegen Haachtsesteenweg 366 - 1ste verdieping, 1030 Schaarbeek




                                             201
INFRASTRUCTURES -=- INFRASTRUCTUUR
Equipement -=- Uitrusting
SP 132.- Dépenses liées à l’acquisition de diverses fournitures et/ou services relatifs à la
    gestion de la crise sanitaire COVID-19 auxquelles le Collège des Bourgmestre et Echevins
    du 27 octobre 2020 à pourvues conformément l’ article 249 §1 al 2 NLC - Admettre ces
    dépenses -=- Uitgaven gelinkt aan de verwerving van diverse leveringen en/of diensten
    in het kader van de sanitaire crisis COVID-19 waarin werd voorzien door het College van
    Burgemeester en Schepenen dd 27 oktober 2020 conform artikel 249 §1 al 2 NGW -
    Instemmen met deze uitgaven

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
L'urgence est admise à l'unanimité. -=- De dringendheid wordt eenparig aangenomen.
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                     LE CONSEIL COMMUNAL
                                     Approuvé à l'unanimité.

Vu l’article 249 §1er al 2 de la Nouvelle Loi Communale ;
Vu la circulaire relative aux dépenses urgentes à pourvoir dans le cadre de la gestion de la
pandemie de Covid-19;
Considérant les divers besoins en fournitures et/ou services qui se sont avérés nécessaires et
indispensables dans le chef de nombreux services communaux dans le cadre de la gestion de
la crise sanitaire Covid-19;
Considérant le fait que ces dépenses n'étaient pas prévues lors de l'élaboration des budgets
communaux ni de ses modifications budgétaires pour l'exercice 2020 et qu'elles sont
engendrées et reclamées par les circonstances impérieuses et imprévues causées par la
pandémie de Covid 19 étant entendu que le moindre retard dans la mise à disposition aux
services communaux demandeurs de ces fournitures et services occasionnerait un préjudice
irréparable évident pour la santé publique,les citoyens et les agents;
Vu la décision du 27/10/2020 du Collège des Bourgmestre et Echevins de pourvoir dans le
cadre de l’article 249 §1 al 2 NLC aux dépenses liées à l’acquisition de diverses fournitures
et/ou services relatifs à la gestion de la crise sanitaire COVID-19 ;
          Article    Procédure 249 § Service               Adjudicataire   Adjudicatair
  BC    budgétaire     1 er al 2 NLC concerné Montant TVAC Marché Stock    e MPFMFA          Nature
        140/124-                                                                            Produits
 2858   02/ - /841                   SPORTS      4.513,30                     BCM         nébulisateurs
        140/124-                               559,00 (htva                               Couvercle en
 2893   02/ - /320                    DSD     car société FR)              CARTONKIT         carton
DECIDE:
d'admettre ces dépenses à financer par emprunts et/ou par subsides et à imputer sur le(s)
article(s) budgétaire(s) à inscrire à la prochaine modification budgétaire 2020.

                                    DE GEMEENTERAAD
                         Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikel 249 §1er al 2 van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de omzendbrief met betrekking tot dringende uitgaven waarin moet worden
voorzien in het kader van het beheer van de pandemie Covid-19;
Overwegende de diverse behoeften aan leveringen en /of diensten die noodzakelijk en
essentieel zijn gebleken in hoofde van veel gemeentelijke diensten in het kader van het
beheer van de sanitaire crisis Covid-19;




                                                202
Overwegende dat deze uitgaven niet waren voorzien bij de opstelling van de gemeentelijke
begrotingen noch de begrotingswijzigingen voor het begrotingsjaar 2020 en dat ze werden
gegenereerd en vereist door de dwingende en onvoorziene omstandigheden veroorzaakt
door de pandemie Covid 19 met dien verstande dat de minste vertraging bij het ter
beschikking stellen van deze leveringen en diensten aan de gemeentelijke diensten die
daarom verzoeken, onbetwistbaar onherstelbare schade zou veroorzaken aan de
volksgezondheid, de burgers en de ambtenaren;
Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 27/10/2020 te
voorzien in het kader van artikel 249 §1er al 2 NGW in de uitgaven gelinkt aan de verwerving
van diverse leveringen en / of diensten in het kader van de sanitaire crisis COVID-19 ;
          Article    Procédure 249 § Service               Adjudicataire   Adjudicatair
  BC    budgétaire     1 er al 2 NLC concerné Montant TVAC Marché Stock    e MPFMFA          Nature
        140/124-                                                                            Produits
 2858   02/ - /841                   SPORTS      4.513,30                     BCM         nébulisateurs
        140/124-                               559,00 (htva                               Couvercle en
 2893   02/ - /320                    DSD     car société FR)              CARTONKIT         carton
BESLUIT :
in te stemmen met deze uitgaven, te financieren met leningen en/of toelagen en aan te
rekenen op het of de begrotingsartikels in te schrijven bij de volgende begrotingswijziging
2020.


Contrats de quartier -=- Wijkcontracten
SP 133.- Contrat de Quartier Durable Pogge - Opération 1.3 "Rénovation-location" -
   Garantie bancaire ASIS - Approbation -=- Duurzaam wijkcontract Pogge - Operatie 1.3
   “Renovatie – verhuur” - Bankleninggarantie ASIS - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
L'urgence est admise à l'unanimité. -=- De dringendheid wordt eenparig aangenomen.
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                     LE CONSEIL COMMUNAL
                                     Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu l'Ordonnance du 6 octobre 2016, organique de la revitalisation urbaine ;
Vu l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 24 novembre 2016, relatif
aux Contrats de quartier durable ;
Vu l’arrêté de l’Exécutif du 8 décembre 2016 approuvant le programme du contrat de
quartier durable Pogge ;
Considérant que le programme prévoit, dans ses rubriques socioéconomique et
environnementale, l’octroi de subsides pour le projet « Rénovation Location » porté par
l’Agence Schaerbeekoise Immobilière Sociale (ASIS) ;
Vu la convention tripartite (ASIS, Commune, Région) définissant les droits et obligations de
chacune des parties approuvées par le Conseil communal en sa séance du 29 mars 2017 ;
Considérant que le projet de rénovation/location REZ+ mené en collaboration entre ASIS et
RenovaS vise à accompagner et financer la rénovation des cellules commerciales vides et de
logements dégradés tout en leur confiant un statut de « logement à caractère social » pour
une durée minimale de 15 ans.
Considérant que les opérations "Houffalize 16", "Ailes 34" et "Teniers 15" menées dans ce
contexte génère un besoin de trésorerie afin de préfinancer les travaux de rénovation,
Considérant qu’à ce titre l’emprunt bancaire représente une nécessité pour l’ASIS ;
Considérant que pour sécuriser la faisabilité opérationnelle de ce projet et de limiter les
risques financiers courus par ASIS, il est demandé que la commune s’engage à apporter des
garanties ;




                                                203
Considérant que le Collège des Bourgmestres et Echevins ainsi que le Conseil Communal ont
approuvé le principe que la Commune se porte garante des emprunts bancaires de ASIS en
date du 26 mai 2020 pour un montant total de 421.009,00€.
Considérant que le montant total de la garantie bancaire a dû être revu à la hausse par
rapport aux estimations initiales, soit un total de 565.000 €, malgré la prévision de 10 à 15%
de suppléments dans les plans financiers ;
Considérant que l'organisme bancaire (banque Belfius) demande que les crédits sollicités
correspondent aux montants repris dans les délibérations du conseil communal afin d’assurer
à ASIS le taux le plus avantageux.
Considérant que ces garanties portent sur une garantie bancaire pour un montant total de
565.000 euros.
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins en date du 27 octobre 2020 ;
DECIDE
      1.    Approuver le principe que la Commune se porte garante des emprunts bancaires
            pour un montant total de 565.000 euros relatif aux 3 opérations suivantes
            : "Houffalize 16", "Ailes34" et "Teniers15".
      2.    Compléter et signer le contrat de « cautionnement par une commune extrait du
            registre aux délibérations du conseil communal de Schaerbeek » (voir annexe).

                                  DE GEMEENTERAAD
                       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de ordonnantie van 6 oktober 2016, houdende de organisatie van de Stedelijke;
Gelet op het besluit van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 24 november
2016 houdende de uitvoering van deze ordonnantie ;
Gelet op de goedkeuring van het programma van het duurzaam wijkcontract Pogge van 8
december 2016 door de executieve;
Gelet op het feit dat het programma voorziet in de toekenning van subsidies voor het project
“Renovatie Verhuur" van het Sociale Verhuurkantoren (ASIS) op sociaal-economisch en
milieugebied;
Gelet op de tripartiete overeenkomst (ASIS, gemeente, regio) waarin de rechten en plichten
van elk van de partijen zijn vastgelegd en die door de Gemeenteraad op zijn bijeenkomst van
29 maart 2017 is goedgekeurd;
Gelet op het feit dat het REZ+ renovatie/verhuurproject, uitgevoerd in samenwerking tussen
ASIS en RenovaS, tot doel heeft de renovatie van leegstaande commerciële eenheden en
vervallen woningen te ondersteunen en te financieren, en ze tegelijkertijd een statuut van
"sociale huisvesting" te geven voor een minimumperiode van 15 jaar.
Gelet op het feit dat in dit kader uitgevoerde "Houffalize 16", "Ailes34" en "Teniers15"-
operaties een behoefte aan liquide middelen genereert om de renovatiewerkzaamheden
voor te financieren,
Gelet op het feit dat de banklening in dit opzicht een noodzaak is voor ASIS ;
Gelet op het feit om operationele haalbaarheid van dit project veilig te stellen en de
financiële risico's van ASIS te beperken, de gemeente zich ertoe verbindt garanties te
verstrekken;
Gelet op het feit dat het college van burgemeester en schepenen en de gemeenteraad het
principe hebben goedgekeurd dat de stad zich garant stelt voor de bankleningen van ASIS van
26 mei 2020 voor een totaal bedrag van 421.009,00€.
Gelet op het totale bedrag van de bankgarantie moest naar boven worden bijgesteld ten
opzichte van de oorspronkelijke ramingen, d.w.z. in totaal 565.000 euro, ondanks het feit dat
in de financiële plannen een toeslag van 10 tot 15% was voorzien;
Gelet op het feit dat de bankorganisatie (Belfius bank) vraagt dat de gevraagde kredieten
overeenkomen met de bedragen die zijn opgenomen in de beraadslagingen van de
gemeenteraad om ASIS het voordeligste tarief te garanderen.
Gelet op het feit dat deze garanties betrekking hebben op een bankgarantie 565.000 euro ;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen op 27 oktober 2020 ;




                                             204
BESLIST
     1.    Het principe goed te keuren dat de gemeente zich garant stelt voor de
           bankleningen van 565.000 euro van het "Houffalize 16", "Ailes34" en
           "Teniers15" projecten.
     2.    Het contract voor de "waarborg door een gemeente uit het register voor de
           beraadslagingen van de gemeenteraad van Schaarbeek" invullen en ondertekenen
           (zie bijlage).


SP 134.- Contrat de quartier durable Stephenson : Opération A – "Pôle Stephenson" –
   Parcelles rue François-Joseph Navez 70 à 76 - Marché de travaux – Nettoyage complet
   en vue d’effectuer un levé topographique - Attribution - Pour information -=- Duurzaam
   Wijkcontract Stephenson : Operatie A – “Stephensonpool” – Percelen François-Joseph
   Navezstraat 70 à 76 - Opdracht voor werken – Volledige schoonmaak met het oog op het
   uitvoeren van een topografische opmeting – Gunning - Ter informatie

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
L'urgence est admise à l'unanimité. -=- De dringendheid wordt eenparig aangenomen.
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                   LE CONSEIL COMMUNAL
                                   Approuvé à l'unanimité.

Vu l'article 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ;
Vu la loi du 17 juin 2016 - en particulier son article 42, §1er, 1°, a - relative aux marchés
publics, telle qu'elle a été modifiée à ce jour ;
Vu l'arrêté royal du 18 avril 2017 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs
classiques, tel qu'il a été modifié à ce jour ;
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés
publics et des concessions de travaux publics, tel qu'il a été modifié à ce jour ;
Vu l'Ordonnance du 6 octobre 2016 organique de la revitalisation urbaine ;
Vu l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles Capitale du 24 novembre 2016
portant exécution de cette ordonnance ;
Vu l’approbation du 21 novembre 2018 par l’Exécutif du programme du contrat de quartier
durable Stephenson ;
Vu l’approbation du 14 février 2019 par le Gouvernement de Bruxelles Capitale du
programme du contrat de durable Stephenson ;
Considérant que le réaménagement du Pôle Stephenson constitue l’opération A du
programme du contrat de quartier durable Stephenson ;
Considérant que dans le cadre de cette opération, des travaux d’évacuations, d’élagage, de
défrichage et de nettoyage sont nécessaires afin de pouvoir effectuer un levé topographique
sur les parcelles situées rue Navez 70 à 76 ;
Considérant que trois sociétés ont été invitées à remettre leurs prix, à savoir :
      ·      DE MEUTER nv, Assesteenweg 117 à 1740 Ternat ;
      ·      D-MOLITION sprl, rue de Heembeek 163 à 1120 Bruxelles ;
      ·      DEMO J.V sa, rue du Ciplet 2 à 1020 Bruxelles
Considérant qu’à la date du 16 octobre 2020, deux offres ont été déposées par les sociétés D-
MOLITION sprl et DEMO J.V sa tandis que la société De Meuter nv n’a pas remis d’offre ;
Considérant que les deux offres ont été analysées et le marché des travaux d’évacuations,
d’élagage, de défrichage et de nettoyage en vue d’effectuer un levé topographique peut être
attribué à la société DEMO J.V sa pour la somme de 7.556,45 € TVAC ;
Considérant que le coût de ces travaux est subsidié par la Région à concurrence de 100 % ;
Considérant que ces frais sont inscrits à l’article 922/723-60/ -11/62a du budget
extraordinaire 2020 ;
Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Échevins en date du 27 octobre 2020 ;




                                             205
PREND POUR INFORMATION
la décision du Collège des Bourgmestre du 27 octobre 2020 de confier le marché de
nettoyage complet des parcelles situées rue François-Joseph Navez 70 à 76 à la société
adjudicataire pour la somme de 7.556,45 € TVAC.

                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 en in het bijzonder haar artikel 42, §1er, 1°, a – betreffende
de openbare opdrachten zoals deze tot op heden werd gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017betreffende de plaatsing van de openbare
opdrachten in de klassieke sectoren, zoals deze tot op heden werd gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 houdende de algemene uitvoeringsregels
van openbare opdrachten en de gunning van openbare werken, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op de ordonnantie van 6 oktober 2016 houdende de organisatie van de
stadsvernieuwing;
Gelet op het besluit van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 24 november
2016 houdende de uitvoering van deze ordonnantie;
Gelet op de goedkeuring op 21 november 2018 voor de executieve van het programma van
het duurzaam wijkcontract Stephenson;
Gelet op de goedkeuring van 14 februari 2019 door de Regering van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest van het programma van het duurzaam wijkcontract Stephenson;
Overwegende dat de herinrichting van de Stephensonpool de operatie A van het programma
van het duurzaam wijkcontract Stephenson vormt;
Overwegende dat in het kader van deze operatie evacuatie-, snoei-, ontginning- en
schoonmaakwerken nodig zijn om een topografische opmeting te kunnen uitvoeren op de
percelen gelegen in de Navezstraat 70 tot 76;
Overwegende data an drie firma’s werd gevraagd om prijs in te dienen, namelijk:
      ·     DE MEUTER nv, Assesteenweg 117 te 1740 Ternat;
      ·     D-MOLITION bvba, Heembeekstraat 163 te 1120 Brussel;
      ·     DEMO J.V sanv de Cipletstraat 2 te 1020 Brussel.
Overwegende dat op 16 oktober 2020 twee offertes werden ingediend door de firma’s D-
MOLITION bvbva en DEMO J.V nv en de firma De Meuter nv geen offerte heeft ingediend;
Overwegende dat de twee offertes werden geanalyseerd en dat de opdracht voor evacuatie-,
snoei-, ontginning- en schoonmaakwerken met het oog op het uitvoeren van een
topografische opmeting werden gegund aan de firma DEMO J.V nv voor de som van
7.556,45€ BTWI;
Overwegende dat de kost voor deze werken wordt gesubsidieerd door het Gewest ten
bedrage van 100%;
Overwegende dat deze kosten worden geboekt op artikel 922/723-60/ -11/62a van de
buitengewone begroting 2020;
Op voorstel van het college van burgemeester van schepenen van 27 oktober 2020;
NEEMT TER INFORMATIE
de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 27 oktober 2020 om de
volledige schoonmaakopdracht van de percelen gelegen in de François-Joseph Navezstraat 70
tot 76 te gunnen aan het aannemingsbedrijf voor de som van 7.556,45 € BTWI.



VIE CITOYENNE -=- BURGERLEVEN (LEVEN IN DE GEMEENTE)
Commerces - Economie - Emploi -=- Handel - Economie - Tewerkstelling
SP 135.- Octroi de subsides pour l'exercice 2020 au folklore schaerbeekois - Approbation -=-
    Toekennen van subsidies voor het dienstjaar 2020 aan de schaarbeekse folklore -
    Goedkeuring




                                             206
DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
L'urgence est admise à l'unanimité. -=- De dringendheid wordt eenparig aangenomen.
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                                  Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 123 de la nouvelle loi communale;
Vu sa délibération du 18 décembre 2019 adoptant le budget communal pour l'exercice 2020;
Vu le rapport du 27 octobre 2020 du Collège des Bourgmestre et Echevins;
Considérant qu'il y a lieu de faire droit aux conclusions de ce rapport.
DECIDE
De répartir comme suit les subsides aux groupes folkloriques de Schaerbeek pour l'année
2020, pour un montant de 2.000€, prévu à l'article 520/332-02/-AB/832 du budget ordinaire
de 2020:
      1.     "Bûûmdroegers" : 400€
      2.     "Les Amis des Amis de Pogge": 400€
      3.     "Koninklijke Sint Sebastiaans Gilde Schaarbeek": 400€
      4.     "Musée de la bière": 400€
      5.     "ASBL Sputnik: 400€

                                   DE GEMEENTERAAD
                        Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikels 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op zijn raadsbesluit van 18 december 2019 dat het gemeentelijk budget voor het
dienstjaar 2020 aanvard;
Gezien het verslag van 27 oktober 2020 van het Collège van Burgemeester en Schepenen;
Overwegende dat het betaamd gevolg te geven aan de conclusies van dit verslag.
BESLUIT
De subsidies aan de folklorische groepen van Schaarbeek voor het dienstjaar 2020, voor een
totaal bedrag van 2.000€, voorzien bij artikel 520/332-02/-AB/832 van het gewoon budget
2020, als vogt te verdelen:
      1.    "Bûûmdroegers" : 400€
      2.    "Les Amis des Amis de Pogge": 400€
      3.    "Koninklijke Sint Sebastiaans Gilde Schaarbeek": 400€
      4.    "Musée de la bière": 400€
      5.    "ASBL Sputnik: 400€


SP 136.- Octroi de subsides pour l'exercice 2020 relatifs au soutien aux associations de
   commerçants - Approbation -=- Toekennen van subsidies, voor het dienstjaar 2020, aan
   de verenigingen van de handelaars - Goedkeuring

DÉCISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD
L'urgence est admise à l'unanimité. -=- De dringendheid wordt eenparig aangenomen.
Approuvé à l'unanimité. -=- Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

                                  LE CONSEIL COMMUNAL
                                  Approuvé à l'unanimité.

Vu les articles 117 et 123 de la nouvelle loi communale;
Vu sa délibération du Collège des Bourgmestre et Echevins du 20 octobre 20209;
Vu le règlement relatif à l’octroi, l’emploi et le contrôle des subventions communales du 28
mars 2018;
Considérant la crise sanitaire et l'impacte qu'elle a sur les commerces,
Considérant les mesures prises lors du comité de concertation du 18 octobre et l'impact
particulier sur l'HoReCa,



                                             207
Considérant la volonté du Collège de soutenir le commerce local,
DECIDE
De répartir comme suit les subsides destinés aux associations de commerçants de
Schaerbeek pour l'année 2020 entre les association éligibles :
     1.     "Association des commerçants Josaphat" : 3.000€
     2.     "Association des commerçants Dailly" : 3.000€
     3.     "Association des commerçants Brabant" : 3.000€
     4.     "Association des commerçants Helmet" : 3.000€
     5.     "Association des commerçants Azalées" : 3.000€

                                  DE GEMEENTERAAD
                       Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Gelet op artikels 117 en 123 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op zijn raadsbesluit van het Collège van Burgemeester en Schepenen van 20 oktober
2020;
Gelet op de verordening betreffende de toekenning, het gebruik en de controle van
gemeentelijke subsidies van 28 maart 2018;
Gelet de gezondheidscrisis en de impact die deze heeft op bedrijven,
Gelet de maatregelen die zijn genomen tijdens het overlegcomité van 18 oktober en de
specifieke impact op HoReCa,
Gelet de wens van het College om de lokale handel te ondersteunen,
BESLUIT
De subsidies aan de folklorische groepen van Schaarbeek voor het dienstjaar 2020 tussen in
aanmerking komende verenigingen :
      1.    "Vereniging vande handelaars Josaphat" : 3.000€
      2.    "Vereniging vande handelaars Dailly" : 3.000€
      3.    "Vereniging vande handelaars Brabant" : 3.000€
      4.    "Vereniging vande handelaars Helmet" : 3.000€
      5.    "Vereniging vande handelaars Azalees" : 3.000€



                                          *****
Après le point 136 vote nominal auquel participent les conseillers communaux suivants -=-
Na het punt 136 hoofdelijke stemming waaraan de volgende gemeenteraadsleden
deelnemen : Mme-mevr. Cécile Jodogne; M.-h. Vincent Vanhalewyn; M.-h. Mehmet Bilge;
Mme-mevr. Adelheid Byttebier; M.-h. Michel De Herde; M.-h. Frederic Nimal, Mmes-mevr.
Sihame Haddioui, Deborah Lorenzino, MM.-hh. Thomas Eraly, Quentin Van den Hove, Mme-
mevr. Lorraine de Fierlant; MM.-hh. Bernard Guillaume, Bernard Clerfayt, Georges Verzin,
Emin Ozkara, Sadik Koksal, Ibrahim Dönmez, Abobakre Bouhjar, Mme-mevr. Angelina Chan,
MM.-hh. Axel Bernard, Hasan Koyuncu, Mmes-mevr. Sophie Querton, Done Sonmez, Fatiha El
Khattabi, MM.-hh. Arnaud Verstraete, Matthieu Degrez, Mmes-mevr. Claire Geraets, Leila
Lahssaini, Myriam Boxus, M.-h. Youssef Hammouti, Mmes-mevr. Fatima Ben Abbou, Leticia
Sere, Lucie Petre, MM.-hh. Abdelhakim El Karaoui, Emel Dogancan, Yusuf Yildiz, Mohammed
Abkoui, Mmes-mevr. Naima Belkhatir, Emel Kose, Vanessa Loodts, Emilie Desmedt, Marie
Nyssens, MM.-hh. Hamza BOUKHARI, Cedric Mahieu, Elyass EL YAKOUBI, Mamadou Bah.
                                          *****




                                            208
                     RESULTAT DU VOTE – UITSLAG VAN DE STEMMING
                                                                              OUI – JA : O
                                                                           NON – NEEN : N
                                                              ABSTENTION – ONTHOUDING :   -
                         PAS DE VOTE/VOTE ANONYME – GEEN STEM/ANONIEME STEMMING : ––––
                                   4-7, 9, 11-18, 35-37, 39-64,
Points de l'O.J.                                                19, 24-25, 21, 29, 31-
                                   66-73, 75-77, 128-129, 132-
Punten agenda                                                   27-28, 30    32, 34
                                               136
VANHALEWYN VINCENT                               O                   O           O
BILGE MEHMET                                     O                   O           O
BYTTEBIER ADELHEID                               O                   O           O
DE HERDE MICHEL                                  O                   O           O
NIMAL FREDERIC                                   O                   O           O
HADDIOUI SIHAME                                  O                   O           O
LORENZINO DEBORAH                                O                   O           O
ERALY THOMAS                                     O                   O           O
VAN DEN HOVE QUENTIN                             O                   O           O
DE FIERLANT LORRAINE                             O                   O           O
GUILLAUME BERNARD                                O                   O           O
CLERFAYT BERNARD                                 O                   O           O
VERZIN GEORGES                                   O                   O           O
OZKARA EMIN                                      O                   O           O
KOKSAL SADIK                                     O                   O           O
DÖNMEZ IBRAHIM                                   O                    -           -
BOUHJAR ABOBAKRE                                 O                    -           -
CHAN ANGELINA                                    O                   O           O
BERNARD AXEL                                     O                   O            -
KOYUNCU HASAN                                    O                    -           -
QUERTON SOPHIE                                   O                   O           O
SONMEZ DONE                                      O                    -           -
EL KHATTABI FATIHA                               O                   O           O
VERSTRAETE ARNAUD                                O                   O           O
BEN ADDI TAOUFIK                               ––––                ––––         ––––
DEGREZ MATTHIEU                                  O                   -            -
GERAETS CLAIRE                                   O                   O            -
LAHSSAINI LEILA                                  O                   O            -
BOXUS MYRIAM                                     O                   O           O
HAMMOUTI YOUSSEF                                 O                   O            -
BEN ABBOU FATIMA                                 O                   O            -
SERE LETICIA                                     O                   O           O
PETRE LUCIE                                      O                   O           O
EL KARAOUI ABDELHAKIM                            O                   O            -
DOGANCAN EMEL                                    O                   O           O
YILDIZ YUSUF                                     O                   O           O
ABKOUI MOHAMMED                                  O                    -           -
BELKHATIR NAIMA                                  O                    -           -
KOSE EMEL                                        O                   O           O
LOODTS VANESSA                                   O                   O           O
DESMEDT EMILIE                                   O                   O           O
NYSSENS MARIE                                    O                   O           O
BOUKHARI HAMZA                                   O                   O           O
MAHIEU CEDRIC                                    O                   O           O
EL YAKOUBI ELYASS                                O                   O           O
BAH MAMADOU                                      O                   O           O
JODOGNE CÉCILE                                   O                   O           O
    OUI-JA                                      46                   39          33
    NON-NEEN                                    0                    0           0
    ABSTENTIONS - ONTHOUDINGEN                  0                    7           13



                                        209
                         RESULTAT DU VOTE – UITSLAG VAN DE STEMMING
                                                                                   OUI – JA : O
                                                                                NON – NEEN : N
                                                                   ABSTENTION – ONTHOUDING :   -
                             PAS DE VOTE/VOTE ANONYME – GEEN STEM/ANONIEME STEMMING : ––––
Points de l'O.J.
                                        130-131               8           20          22
Punten agenda
VANHALEWYN VINCENT                         O                  O           O           O
BILGE MEHMET                               O                  O           O           O
BYTTEBIER ADELHEID                         O                  O           O           O
DE HERDE MICHEL                            O                  O           O           O
NIMAL FREDERIC                             O                  O           O           O
HADDIOUI SIHAME                            O                  O           O           O
LORENZINO DEBORAH                          O                  O           O           O
ERALY THOMAS                               O                  O           O           O
VAN DEN HOVE QUENTIN                       O                  O           O           O
DE FIERLANT LORRAINE                       O                  O           O           O
GUILLAUME BERNARD                          O                  O           O           O
CLERFAYT BERNARD                           O                  O           O           O
VERZIN GEORGES                             O                  -           O           O
OZKARA EMIN                                O                  O           O           O
KOKSAL SADIK                               O                  O           O           O
DÖNMEZ IBRAHIM                             O                  -            -           -
BOUHJAR ABOBAKRE                           O                  -            -           -
CHAN ANGELINA                              O                  O           O           O
BERNARD AXEL                                N                 N           N           O
KOYUNCU HASAN                              O                  -            -           -
QUERTON SOPHIE                             O                  O           O           O
SONMEZ DONE                                O                  -            -           -
EL KHATTABI FATIHA                         O                  O           O           O
VERSTRAETE ARNAUD                          O                  O           O           O
BEN ADDI TAOUFIK                          ––––              ––––        ––––         ––––
DEGREZ MATTHIEU                            O                  -           -            -
GERAETS CLAIRE                              N                 N           N           O
LAHSSAINI LEILA                             N                 N           N           O
BOXUS MYRIAM                               O                  O           O           O
HAMMOUTI YOUSSEF                            N                 N           N           O
BEN ABBOU FATIMA                            N                 N           N           O
SERE LETICIA                               O                  O           O           O
PETRE LUCIE                                O                  O           O           O
EL KARAOUI ABDELHAKIM                       N                 N           N           O
DOGANCAN EMEL                              O                  O           O           O
YILDIZ YUSUF                               O                  -            -           -
ABKOUI MOHAMMED                            O                  -            -           -
BELKHATIR NAIMA                            O                  O            -           -
KOSE EMEL                                  O                  -            -          O
LOODTS VANESSA                             O                  O           O           O
DESMEDT EMILIE                             O                  O           O           O
NYSSENS MARIE                              O                  -            -          O
BOUKHARI HAMZA                             O                  -            -           -
MAHIEU CEDRIC                              O                  -            -          O
EL YAKOUBI ELYASS                          O                  O           O           O
BAH MAMADOU                                O                  O           O           O
JODOGNE CÉCILE                             O                  O           O           O
    OUI-JA                                 40                28           28          37
    NON-NEEN                               6                 6            6           0
    ABSTENTIONS - ONTHOUDINGEN             0                 12           12          9




                                            210
                         RESULTAT DU VOTE – UITSLAG VAN DE STEMMING
                                                                                   OUI – JA : O
                                                                                NON – NEEN : N
                                                                   ABSTENTION – ONTHOUDING :   -
                             PAS DE VOTE/VOTE ANONYME – GEEN STEM/ANONIEME STEMMING : ––––
Points de l'O.J.
                                           23                26           33          38
Punten agenda
VANHALEWYN VINCENT                         O                  O           O           O
BILGE MEHMET                               O                  O           O           O
BYTTEBIER ADELHEID                         O                  O           O           O
DE HERDE MICHEL                            O                  O           O           O
NIMAL FREDERIC                             O                  O           O           O
HADDIOUI SIHAME                            O                  O           O           O
LORENZINO DEBORAH                          O                  O           O           O
ERALY THOMAS                               O                  O           O           O
VAN DEN HOVE QUENTIN                       O                  O           O           O
DE FIERLANT LORRAINE                       O                  O           O           O
GUILLAUME BERNARD                          O                  O           O           O
CLERFAYT BERNARD                           O                  O           O           O
VERZIN GEORGES                             O                  O            -          O
OZKARA EMIN                                O                  O           O           O
KOKSAL SADIK                               O                  O           O           O
DÖNMEZ IBRAHIM                              -                 -            -          O
BOUHJAR ABOBAKRE                            -                 -            -          O
CHAN ANGELINA                              O                  O           O           O
BERNARD AXEL                                -                 N           O            -
KOYUNCU HASAN                               -                 -            -          O
QUERTON SOPHIE                             O                  O           O           O
SONMEZ DONE                                 -                 -            -          O
EL KHATTABI FATIHA                         O                  O           O           O
VERSTRAETE ARNAUD                          O                  O           O           O
BEN ADDI TAOUFIK                          ––––              ––––        ––––         ––––
DEGREZ MATTHIEU                             -                 -           -           O
GERAETS CLAIRE                              -                 N           O            -
LAHSSAINI LEILA                             -                 N           O            -
BOXUS MYRIAM                               O                  O           O           O
HAMMOUTI YOUSSEF                            -                 N           O            -
BEN ABBOU FATIMA                            -                 N           O            -
SERE LETICIA                               O                  O           O           O
PETRE LUCIE                                O                  O           O           O
EL KARAOUI ABDELHAKIM                       -                 N           O            -
DOGANCAN EMEL                              O                  O           O           O
YILDIZ YUSUF                                -                 O           O           O
ABKOUI MOHAMMED                             -                 -            -          O
BELKHATIR NAIMA                             -                 -            -          O
KOSE EMEL                                  O                  O           O           O
LOODTS VANESSA                             O                  O           O           O
DESMEDT EMILIE                             O                  O           O           O
NYSSENS MARIE                              O                  O           O           O
BOUKHARI HAMZA                              -                 O           O           O
MAHIEU CEDRIC                              O                  O           O           O
EL YAKOUBI ELYASS                          O                  O           O           O
BAH MAMADOU                                O                  O           O           O
JODOGNE CÉCILE                             O                  O           O           O
    OUI-JA                                 31                33           38          40
    NON-NEEN                               0                 6            0           0
    ABSTENTIONS - ONTHOUDINGEN             15                7            8           6




                                            211
                         RESULTAT DU VOTE – UITSLAG VAN DE STEMMING
                                                                                   OUI – JA : O
                                                                                NON – NEEN : N
                                                                   ABSTENTION – ONTHOUDING :   -
                             PAS DE VOTE/VOTE ANONYME – GEEN STEM/ANONIEME STEMMING : ––––
Points de l'O.J.
                                           65                74          139
Punten agenda
VANHALEWYN VINCENT                         O                  O           N
BILGE MEHMET                               O                  O           N
BYTTEBIER ADELHEID                         O                  O           N
DE HERDE MICHEL                            O                  O           N
NIMAL FREDERIC                             O                  O           N
HADDIOUI SIHAME                            O                  O           N
LORENZINO DEBORAH                          O                  O           N
ERALY THOMAS                               O                  O           N
VAN DEN HOVE QUENTIN                       O                  O           N
DE FIERLANT LORRAINE                       O                  O           N
GUILLAUME BERNARD                          O                  O           N
CLERFAYT BERNARD                           O                  O           N
VERZIN GEORGES                             O                  O           O
OZKARA EMIN                                O                  O           N
KOKSAL SADIK                               O                  O           N
DÖNMEZ IBRAHIM                             O                  O           O
BOUHJAR ABOBAKRE                           O                  O           O
CHAN ANGELINA                              O                  O           O
BERNARD AXEL                               O                  O           O
KOYUNCU HASAN                              O                  O           O
QUERTON SOPHIE                             O                  O           N
SONMEZ DONE                                O                  O           O
EL KHATTABI FATIHA                         O                  O           N
VERSTRAETE ARNAUD                          O                  O           N
BEN ADDI TAOUFIK                          ––––              ––––        ––––
DEGREZ MATTHIEU                            O                  O           O
GERAETS CLAIRE                             O                  O           O
LAHSSAINI LEILA                            O                  O           O
BOXUS MYRIAM                               O                  O         ––––
HAMMOUTI YOUSSEF                           O                  O           O
BEN ABBOU FATIMA                           O                  O           O
SERE LETICIA                               O                  O           N
PETRE LUCIE                                O                  O           N
EL KARAOUI ABDELHAKIM                      O                  O         ––––
DOGANCAN EMEL                              O                  O           N
YILDIZ YUSUF                               O                  O           O
ABKOUI MOHAMMED                            O                  O           O
BELKHATIR NAIMA                            O                  O           O
KOSE EMEL                                  O                  -           O
LOODTS VANESSA                             O                  O           N
DESMEDT EMILIE                             O                  O           N
NYSSENS MARIE                               -                 O           O
BOUKHARI HAMZA                             O                  O           O
MAHIEU CEDRIC                              O                  -           O
EL YAKOUBI ELYASS                          O                  O         ––––
BAH MAMADOU                                O                  O           N
JODOGNE CÉCILE                             O                  O           N
    OUI-JA                                 45                44           19
    NON-NEEN                               0                 0            24
    ABSTENTIONS - ONTHOUDINGEN             1                 2            0




                                            212
                RÉSULTAT DES VOTES ANONYMES – UITSLAG VAN ANONIEME STEMMINGEN

                                                                                ABSTENTION/
NUMÉRO DU POINT/ PUNT NUMMER              OUI/ JA            NON/ NEE
                                                                                ONTHOUDING
2                                           27                   17                  2


ORDRE DU JOUR (REPRISE) -=- AGENDA (VERVOLG)
POINT(S) INSCRIT(S) À LA DEMANDE DE CONSEILLERS COMMUNAUX -=- PUNT(EN) OPGETEKEND OP VERZOEK VAN
GEMEENTERAADSLEDEN
SP 78.- Désignation de la commune de Schaerbeek comme "Ville Rose" (Motion de
   Madame Marie NYSSENS) -=- Aanduiding van de gemeente Schaarbeek als "Roze Stad"
   (Motie van mevrouw Marie NYSSENS)

       Madame Nyssens expose sa motion
       Madame la Bourgmestre ff répond et propose de reporter cette motion
       Madame Nyssens intervient
       Madame la Bourgmestre ff répond

       Ce point est reporté -=- Dit punt wordt overgedragen


SP 79.- Les logements intégrés pour personnes avec un handicap mental souffrant de
   troubles du comportement (Demande de Madame Naïma BELKHATIR) -=- De
   geïntegreerde woningen voor personen met een mentale handicap en
   gedragsstoornissen (Verzoek van Mevrouw Naïma BELKHATIR)

       Madame Belkhatir expose son point
       Monsieur Eraly répond
       Madame Belkhatir intervient
       Madame la Bourgmestre ff répond


SP 80.- Situation critique des cafés, bars, salles de fêtes (Demande de Monsieur Yusuf
   YILDIZ) -=- Kritische situatie van de cafés, bars, feestzalen (Verzoek van de heer Yusuf
   YILDIZ)

       Monsieur Yildiz expose son point
       Madame la Bourgmestre et Madame de Fierlant répondent
       Monsieur Yildiz intervient
       Madame la Bourgmestre ff répond


SP 137.- L'évaluation de l'opération "Chèques 1030shoplocal" (Demande de Monsieur
   Cédric MAHIEU) -=- De evaluatie van de operatie "Chèques 1030Shoplocal" (Verzoek van
   de heer Cédric MAHIEU)

       Monsieur Mahieu expose son point
       Madame de Fierlant répond
       Monsieur Mahieu intervient
       Madame la Bourgmestre ff et Madame de Fierlant répondent




                                              213
                                         ***
      Madame Boxus, Monsieur El Karaoui et Monsieur El Yakoubi quittent la séance -
      =- Mevrouw Boxus, de heer El karaoui en de heer El Yakoubi verlaten de vergadering.
                                         ***


SP 138.- Ouverture d'un centre de testing communal à Schaerbeek (Demande de Madame
   Leïla LAHSSAINI) -=- De opening van een gemeentelijk testcentrum in Schaarbeek
   (Verzoek van Mevrouw Leïla LAHSSAINI)

      Madame Lahssaini expose son point
      Monsieur Degrez intervient
      Madame la Bourgmestre ff répond
      Madame Lahssaini intervient


SP 139.- Règlement complémentaire de circulation routière - Délégation - Retrait (Motion
   de Messieurs Georges VERZIN, Cédric MAHIEU et Matthieu DEGREZ) -=- Bijkomende
   verkeersreglement - Delegatie - Intrekking (Motie van de heren Georges VERZIN, Cédric
   MAHIEU en Matthieu DEGREZ)

      Monsieur Verzin, Monsieur Mahieu et Monsieur Degrez exposent la motion
      Madame la Bourgmestre ff répond
      Monsieur Degrez et Monsieur Bouhjar interviennent

      Vote sur la motion par appel nominal -=- Stemming op de motie door
      naamafroeping :
      24 voix contre, 19 voix pour et 0 abstentions -=- 24 stemmen tegen, 19 stemmen voor
      en 0 onthoudingen.

      La motion est rejettée -=- de motie is verworpen


SP 140.- L'évaluation citoyenne et participative du nouveau Plan de Stationnement
   (Demande de Messieurs Georges VERZIN, Cédric MAHIEU et Matthieu DEGREZ) -=-
   Burger- en participatieve evaluatie van het Parkeerplan (Verzoek van de heren Georges
   VERZIN, Cédric MAHIEU en Matthieu DEGREZ)

      Monsieur Mahieu, Monsieur Verzin et Monsieur Degrez exposent le point
      Madame Byttebier répond
      Monsieur Mahieu et Monsieur Verzin interviennent


SP 141.- Aide à l'accessibilité numérique - Les inégalités numériques renforcent les
   inégalités sociales (Demande de Monsieur Mohammed ABKOUI) -=- Ondersteuning van
   e-toegankelijkheid - Digitale ongelijkheden versterken sociale ongelijkheden (Verzoek
   van de heer Mohammed ABKOUI)

      Monsieur Abkoui expose son point
      Madame la Bourgmestre ff répond
      Monsieur Abkoui intervient
      Madame la Bourgmestre ff répond


SP 142.- La situation de l’asbl Lambermont Tennis Academy – Conflit avec le Royal Tennis
   Club du Lambermont (Demande de Monsieur Matthieu DEGREZ) -=- De situatie van de
   vzw Lambermont Tennis Academy - Conflict met de Koninklijke Tennisclub van
   Lambermont (Verzoek van de heer Matthieu DEGREZ)



                                           214
      Monsieur Degrez expose son point
      Monsieur Verzin intervient
      Monsieur Eraly répond
      Monsieur Degrez intervient
      Monsieur Eraly répond



QUESTIONS ORALES -=- MONDELINGE VRAGEN
SP 81.- Crise du Covid 19 - Aide aux clubs sportifs schaerbeekois (Question de Madame
   Vanessa LOODTS) -=- Covid-19 crisis - Hulp aan de Schaarbeekse sportclubs (Vraag van
   Mevrouw Vanessa LOODTS)

      Madame Loodts pose sa question
      Monsieur Eraly répond


SP 82.- Garderies dans les établissements néerlandophones (Question de Monsieur Taoufik
   BEN ADDI) -=- De dagverblijven in de Nederlandstalige instellingen (Vraag van de heer
   Taoufik BEN ADDI)

      La question de Monsieur Ben Addi est posée
      Madame Byttebier répond


SP 83.- Des problèmes récurrents dans les établissements scolaires (Question de Monsieur
   Abdelhakim EL KARAOUI) -=- Terugkerende problemen in de schoolinstellingen (Vraag
   van de heer Abdelhakim EL KARAOUI)

      Monsieur El Karaoui pose sa question
      Monsieur De Herde répond


SP 84.- L'avenir du Parc de l'avenue des Jardins (Question de Madame Marie NYSSENS) -=-
   De toekomst van het park in de Tuinenlaan (Vraag van Mevrouw Marie NYSSENS)

      Madame Nyssens pose sa question
      Madame la Bourgmestre ff répond


SP 143.- Politique relative aux souffleurs de feuilles à deux temps et à la gestion
   communale de la nature (Question de Madame Leticia SERE) -=- Beleid rond tweetakt
   bladblazers en gemeentelijk natuurbeheer (Vraag van Mevrouw Leticia SERE)

      Madame Sere pose sa question
      Madame Lorenzino répond


SP 144.- Le quartier des Chasseurs Ardennais (Question de Monsieur Abobakre BOUHJAR) -
   =- De wijk van de Ardeense Jagers (Vraag van de heer Abobakre BOUHJAR)

      Monsieur Bouhjar pose sa question
      Madame la Bourgmestre ff répond


SP 145.- Les amendes et les SAC (Question de Madame Leïla LAHSSAINI) -=- De Boetes en
   GAS boetes (Vraag van Mevrouw Leïla LAHSSAINI)




                                          215
      Madame Lahssaini pose sa question
      Madame la Bourgmestre ff répond



La séance publique est levée à 1 heure et 20 minutes -=- De openbare vergadering wordt
beëindigd om 01.20 uur.




                                          216