Table des matières

Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis

Advies 112

Met betrekking tot de weigering om toegang te verlenen tot het fiscaal dossier van een onderneming

Date: 24/10/2016

Transposition

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

      Afdeling openbaarheid van bestuur




                    24 oktober 2016




                ADVIES 2016-112

   met betrekking tot de weigering om toegang te
verlenen tot het fiscaal dossier van een onderneming
                    (CTB/2016/110)
                                                                        2

1. Een overzicht

1.1. Bij brief van 4 mei 2016 verstuurd als fax op 5 mei 2016 vraagt de
heer X als wettelijke vertegenwoordiger van de twee stille vennoten aan
de FOD Financiën om inzage in het volledige vennootschapsdossier van
Altea GCV (ON 0847.468.412. Altea GCV werd opgericht door mevrouw
Y (werkend vennoot) en twee stille vennoten. Mevrouw Y heeft
schriftelijk bevestigd dat de twee stille vennoten de minderjarige
kinderen zijn van de heer X en haarzelf. Beide ouders oefenen het
ouderlijk gezag en toezicht uit over deze kinderen. Bij zijn aanvraag
dient hij een uittreksel uit de registers van de burgerlijke stand van de
stad Gent waaruit blijkt dat hij de vader is van Z en A in, een kopie van
de oprichtingsakte van Altea GCV, zoals neergelegd op de griffie van de
rechtbank van koophandel te Gent, een kopie van een mail van 9 maart
2015 van mevrouw Y waaruit blijkt dat de kinderen voor 48 % stille
vennoot zijn in de vennootschap Altea en een brief van 5 juni 2016 van
mevrouw Y waarin zij bevestigd dat beide kinderen de twee stille
vennoten zijn van Altea GCV, een uittreksel uit het vonnis van de
Jeugdrechtbank van 24 december 2013 met betrekking tot het ouderlijk
gezag en een uittreksel uit het arrest van het Hof van Beroep van 28
januari 2016 met betrekking tot het ouderlijk gezag.

1.2. Bij mail van 11 mei 2016 weigert de FOD Financiën de toegang op
grond van artikel 337 WIB92. Er wordt gemeld dat wanneer de
aanvrager het hiermee niet eens is, hij zich tot de rechtbank kan
wenden.

1.3. Bij brief van 2 oktober 2016 verzoekt de heer X de FOD Financiën
dat zij haar beslissing zou heroverwegen. Tegelijkertijd vraagt hij de
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van
bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, om een advies.

1.4. Omdat bepaalde documenten ontbreken vraagt het secretariaat van
de Commissie bij mail van 3 oktober 2016 deze bij de aanvrager op.

1.5. Bij mail van 3 oktober 2016 bezorgt de aanvrager de Commissie de
ontbrekende documenten.
                                                                        3

   2.    De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag

De Commissie is van mening dat de aanvraag ontvankelijk is. De
adviesaanvrager heeft immers voldaan aan de wettelijke vereiste van de
gelijktijdigheid van het verzoek tot heroverweging aan de FOD
Financiën en het verzoek om advies aan de Commissie.

   3. De gegrondheid van de adviesaanvraag

Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de
openbaarheid van bestuur huldigen principieel het recht van toegang tot
alle bestuursdocumenten. De toegang tot bestuursdocumenten kan
slechts worden geweigerd wanneer het belang ontbreekt voor de toegang
tot een document van persoonlijke aard en wanneer één of meer
uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen die zich
bevinden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in
concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts
uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden
ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten
worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging
B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004,
overweging B.3.2).

De Commissie dient vooraf op te merken dat de aanvrager niet uit eigen
naam optreedt, maar in naam van zijn twee minderjarige kinderen,
waarover hij het ouderlijk gezag uitoefent. Voor zover hij in de rechten
treedt van zijn minderjarige kinderen kan hij niet als een derde worden
beschouwd waartegen artikel 337 WIB 92 in combinatie met artikel 6, §
2, 2° van de wet van 11 april 1994 kan worden ingeroepen om de toegang
tot het belastingdossier van Altea GCV te weigeren. Ook al heeft artikel
337WIB 92 het fiscaal geheim opgelegd in hoofde van de
belastingambtenaar, dan dient nog worden nagegaan of dit fiscaal geheim
ook geldt ten opzichte van de FOD Financiën zelf. Bovendien heeft de
Commissie al meermaals gesteld dat artikel 337WIB 92 geen vrijbrief
inhoudt om alle informatie uit een belastingdossier te weigeren, maar dat
rekening moet worden gehouden met het doel dat de wetgever met de
betrokken geheimhoudingsbepaling op het oog had, meer bepaald de
bescherming van de belangen van de belastingplichtige zelf, die in casu
een commanditaire vennootschap is, waarvan de twee minderjarige
kinderen stille vennoten zijn.
                                                                       4



De Commissie wenst er evenwel op te wijzen dat de rechten van de
aanvrager niet verder gaan dan de rechten die zijn kinderen toekomen
als stille vennoten. Het is aan de FOD Financiën om aan te tonen dat dit
in casu het geval zou zijn.


Brussel, 24 oktober 2016.




   F. SCHRAM                                            M. BAGUET
   secretaris                                           voorzitster