Table des matières

Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis

Advies 96

Over de weigering om het evaluatierapport 25 jaar bewakingswet openbaar te maken

Date: 21/12/2015

Transposition

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

    Afdeling openbaarheid van bestuur




                  21 december 2015




                ADVIES 2015-96

  Over de weigering om het evaluatierapport 25 jaar
         bewakingswet openbaar te maken

                    (CTB/2015/95)
                                                                      2

   1. Een overzicht

Bij brief van 29 oktober 2015 vraagt mevrouw Barbara Pas aan de heer
Jan Jambon, minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken om een
kopie van een rapport dat werd opgemaakt over de evaluatie van de
“bewakingswet” in België.

Bij brief van 13 november 2015 weigert de minister toegang te geven tot
het gevraagde rapport. Er wordt gemeld dat dit rapport dient als een
inspiratiebron voor de verdere ontwikkeling van het beleid ten aanzien
van de private sector, beleid dat zich in de volgende maanden zal
concretiseren in een wetsontwerp dat ter bespreking aan de Kamer van
Volksvertegenwoordigers zal worden voorgelegd. Hij wenst slechts op
dat moment bijkomende uitleg verschaffen over het rapport en het
wetsontwerp zelf.

Omdat mevrouw Pas het met dit standpunt niet eens is, dient ze bij
minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken een verzoek tot
heroverweging in bij aangetekende brief van 26 november 2015.
Tegelijkertijd vraagt zij de Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur,
hierna Commissie genoemd, om een advies. De Commissie ontving deze
brief evenwel slechts op 4 december 2015.

   2.   De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag

De Commissie stelt vast dat de adviesaanvraag ontvankelijk is. De
aanvraagster heeft immers voldaan aan de verplichting dat het verzoek
tot heroverweging aan de federale politie en het verzoek om advies aan
de Commissie tegelijkertijd moeten worden ingediend zoals bepaald in
artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid
van bestuur.

   3. De gegrondheid van de adviesaanvraag

Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de
openbaarheid van bestuur huldigen principieel het recht van toegang tot
alle bestuursdocumenten. De toegang tot bestuursdocumenten kan
slechts worden geweigerd wanneer het belang ontbreekt voor de toegang
tot een document van persoonlijke aard en wanneer één of meer
                                                                       3

uitzonderingsgronden kan of moet worden ingeroepen die zich bevinden
in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in concreto en
op     pertinente    wijze    kan     worden      gemotiveerd.   Slechts
uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden
ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten
worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging
B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004,
overweging B.3.2).

De Commissie stelt vast dat de minister geen reden inroept die de
weigering in rechte kan motiveren. In elk geval kan dit document niet
worden opgevat als een niet afgewerkt of onvolledig document of als een
document dat vrijwillig en vertrouwelijk aan een administratieve
overheid is bezorgd, zodat ook de uitzonderingsgronden die daarop
betrekking hebben, niet kunnen worden ingeroepen.

Voor zover de minister geen andere uitzonderingsgronden inroept en
deze behoorlijk in concreto motiveert, is hij ertoe gehouden dit
bestuursdocument openbaar te maken. In elk geval moet worden
vastgesteld dat er een duidelijk publiek belang is gediend met de
openbaarmaking van dit rapport.

De Commissie wenst ook nog te herinneren aan het principe van de
gedeeltelijke openbaarheid, op grond waarvan wanneer bepaalde
informatie aan de openbaarmaking zou dienen te worden onttrokken, de
overige informatie in elk geval openbaar dient te worden gemaakt.

Brussel, 21 december 2015.




   F. SCHRAM                                            M. BAGUET
   secretaris                                           voorzitster