Table des matières

Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis

Advies 50

Met betrekking tot de weigering om documenten te verstrekken m.b.t. een examen

Date: 6/7/2015

Transposition

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

     Afdeling openbaarheid van bestuur




                    6 juli 2015




               ADVIES 2015-50

met betrekking tot de weigering om documenten te
          verstrekken m.b.t. een examen
                  (CTB/2015/47)
                                                                         2

   1. Een overzicht

Bij mail van 15 juni 2015 vraagt de heer X aan SELOR om zo spoedig
mogelijk inzage te krijgen in de verbetering door de jury van zijn
mondeling examen Engels op woensdag 29 april 2015 (Mondelinge
Taaltest Engels ANG 14312). Hij wenst uiterlijk om 16 juni 2015 om 12 u
een antwoord te ontvangen.

Omdat hij tegen de gestelde datum geen reactie krijgt op zijn vraag, dient
hij bij mail en brief van 17 juni 2015 een verzoek tot heroverweging in.
Daarnaast vraagt hij de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik
van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna
Commissie genoemd, om een advies.

Omdat bij zijn aanvraag geen kopie is gevoegd van zijn verzoek tot
heroverweging en zijn initiële vraag, verzoekt het secretariaat van de
Commissie bij mail van 17 juni 2015 de beide documenten over te
maken.

Bij mail van 17 juni 2015 bezorgt de heer Vermeiren de ontbrekende
documenten aan de Commissie.
                                                                      3

   2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag

De Commissie is van oordeel dat de adviesaanvraag niet ontvankelijk is.
Alhoewel de wetgever heeft bepaald dat een federale administratieve
overheid “onverwijld” op het verzoek om toegang dient in te gaan,
voorziet de wet van 11 april 1994 in een maximum termijn van dertig
dagen, die eventueel verlengbaar is tot 45 dagen, waarbinnen de
ontvanger een beslissing over zijn aanvraag moet hebben ontvangen. De
wet van 11 april 1994 voorziet niet in een procedure inzake
hoogdringendheid, zodat de aanvrager zich daar niet kan op beroepen.
Een administratief beroep kan dan ook pas worden ingediend na een
negatieve beslissing over de vraag tot openbaarmaking of na het verloop
van dertig dagen nadat de beslissing ter kennis had moeten worden
gegeven, waarna door de wet een stilzwijgende weigeringsbeslissing is
ontstaan. Het ingediende beroep is bijgevolg voortijdig.


Brussel, 6 juli 2015.




   F. SCHRAM                                           M. BAGUET
   secretaris                                          voorzitster