Table des matières

Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis

Advies 28

Met betrekking tot het niet verstrekken van documenten met betrekking tot een gevangenisstraf

Date: 8/6/2015

Transposition

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

     Afdeling openbaarheid van bestuur




                    8 juni 2015




                ADVIES 2015-28

   met betrekking tot het niet verstrekken van
documenten met betrekking tot een gevangenisstraf
                   (CTB/2015/24)
                                                                           2

   1. Een overzicht

Bij brief van 11 november 2014 verzoekt de heer X toegang tot           zijn
strafdossier en meer bepaald het dossier dat betrekking heeft op        zijn
detentietijd inclusief strafzaak in het jaar 1983-1984 waarbij           hij
achtereenvolgens zijn straf uitzat in de penitentiaire instellingen     van
Lantin, Brussel en Tongeren.

Bij brief van 28 januari 2015 deelt de FOD Justitie de aanvrager mee dat
de aanvraag niet zozeer het strafdossier betreft, maar wel het
detentiedossier en dat de aanvraag werd overgemaakt aan een andere
dienst.

Bij brief van 20 maart 2015 deelt de FOD Justitie mee dat het strafdossier
niet in het bezit is van een penitentiaire administratie en dat zijn verzoek
zo moet worden gelezen dat ze betrekking heeft op het
opsluitingsdossier. Er wordt verder op gewezen dat ook de data niet
correct zijn aangezien zijn detentie liep van 29 augustus 1985 tot 20
maart 1986. Aangezien de ‘oude’ gevangenis van Tongeren werd
gesloten, werden de meest recente dossiers naar de gevangenis van
Hasselt, de oudste naar het rijksarchief te Beveren overgebracht. Uit
navraag bij de griffie van de gevangenis van Hasselt blijkt dat de dossiers
voor de periode 1985-1986 daar niet meer aanwezig zijn. Contacten met
het Rijksarchief van Beveren en Hasselt hebben uitgewezen dat ook daar
het dossier niet aanwezig is. Gezien de feiten al meer dan 20 jaar
verstreken zijn sinds de invrijheidsstelling van de aanvrager en gelet op
de criteria bepaald in de archiefselectielijst, werd het dossier naar alle
waarschijnlijk al vernietigd.

Omdat hij het niet eens is met dit standpunt verzoekt de heer X dat de
FOD Justitie zijn beslissing zou heroverwegen. Tegelijkertijd verzoekt hij
de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van
bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna
Commissie genoemd, om een advies.

   2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag

De Commissie is van oordeel dat de adviesaanvraag ontvankelijk is. De
aanvrager heeft immers tegelijkertijd zoals artikel 8, § 2 van de wet van
11 april 1994 een verzoek tot heroverweging ingediend bij de FOD
Justitie en de Commissie om een advies verzocht.
                                                                            3

   3. De gegrondheid van de adviesaanvraag

Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de
openbaarheid van bestuur kennen aan eenieder een recht van toegang
tot bestuursdocumenten toe. Opdat het recht van toepassing zou zijn, is
vereist dat het gevraagde bestuursdocument op zijn minst bestaat.

De Commissie stelt vast dat er enige onduidelijkheid over de aanvraag
bestaat aangezien de aanvrager toegang vraagt tot zijn strafdossier,
terwijl er indicaties zijn die erop wijzen dat hij eigenlijk toegang wenst te
krijgen tot zijn detentiedossier.

De Commissie wenst erop te wijzen dat de documenten van het
strafdossier berusten bij de griffies van de rechtbanken en gerechtshoven
en als dusdanig geen bestuursdocumenten zijn, maar gerechtelijke
documenten. Op deze documenten zijn voor wat de toegang betreft de
regels van het Wetboek van Strafvordering van toepassing. Voor zover
de aanvraag dan ook betrekking heeft op het strafdossier is de aanvraag
ongegrond.

Voor zover de aanvraag inderdaad betrekking heeft op het
detentiedossier, gaat het inderdaad om bestuursdocumenten in de mate
zij nog bestaan. De Commissie stelt vast dat de FOD Justitie alle moeite
heeft gedaan om de aanvrager toegang te verlenen tot zijn
detentiedossier, maar dat het dossier niet meer kon worden
teruggevonden. Dit is ook niet verwonderlijk gezien de bestaande
selectie- en vernietigingslijsten die de FOD Justitie en het Algemeen
Rijksarchief hebben opgesteld. Hierbij is immers bepaald dat na verloop
van een bepaalde termijn dergelijke dossiers niet langer hoeven te
worden bewaard. De Commissie kan dan ook slechts het standpunt van
de FOD Justitie bijtreden dat wat het detentiedossier betreft de aanvraag
als ongegrond moet worden beschouwd.

Brussel, 8 juni 2015.




   F. SCHRAM                                                M. BAGUET
   secretaris                                               voorzitster