Table des matières

Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis

Advies 87

Met betrekking tot de weigering om toegang te verlenen tot de notulen van enkele vergaderingen van het Directiecomité

Date: 27/10/2014

Transposition

 Commissie voor de toegang tot en het
 hergebruik van bestuursdocumenten

      Afdeling openbaarheid van bestuur




                    27 oktober 2014




                 ADVIES 2014-87

    met betrekking tot de weigering om toegang te
verlenen tot de notulen van enkele vergaderingen van
                 het Directiecomité
                    (CTB/2014/82)
                                                                           2

   1. Een overzicht

Bij mail van 26 augustus 2014 vraagt de heer Christoph Meeussen een
kopie van de agenda en de notulen van het directiecomité van de FOD
Mobiliteit en Vervoer voor de laatste twee vergaderingen voor de
aanvraagdatum, alsook van de eerste vergadering van het directiecomité
in mei in digitale vorm.

Bij mail van 10 oktober 2014 weigert de FOD Mobiliteit en Vervoer om
toegang te verlenen omdat het huishoudelijk reglement van het
Directiecomité, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 6 december
2013, een artikel bevat waarin de vertrouwelijkheid van de
besprekingen, notulen en documenten wordt aangehaald. Het verplicht
de leden van het Directiecomité ook tot geheimhouding. Verder wordt
aangehaald dat het advies van het kabinet mobiliteit in dit dossier
aanwezig is.

Omdat hij het niet eens is met dit standpunt, dient de heer Meeussen bij
mail van 16 oktober 2014 een verzoek tot heroverweging in bij de FOD
Mobiliteit en Vervoer. Bij mail van dezelfde dag dient hij ook een
verzoek om advies in bij de Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur,
hierna Commissie genoemd.

   2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag

De Commissie is van mening dat de adviesaanvraag ontvankelijk is. De
aanvrager heeft namelijk tegelijkertijd zoals artikel 8, § 2, van de wet van
11 april 1994 voorschrijft een verzoek tot heroverweging aan de
administratie en een verzoek om advies aan de Commissie gericht.

   3. De gegrondheid van de adviesaanvraag

Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de
openbaarheid van bestuur gaan uit van de principiële openbaarheid van
alle bestuursdocumenten. De openbaarmaking kan slechts worden
geweigerd voor zover het belang dat vereist is voor documenten van
persoonlijke aard niet wordt aangetoond en voor zover één of meer
uitzonderingsgronden moeten of kunnen worden ingeroepen en dit
inroepen voldoende in concreto en op pertinente wijze gemotiveerd kan
                                                                       3

worden. Er kan enkel rekening worden gehouden met
uitzonderingsgronden die bij wet, decreet of ordonnantie zijn opgelegd.

Voor zover de       aanvraag betrekking heeft op documenten van
persoonlijke aard, namelijk een “bestuursdocument dat een beoordeling
of een waardeoordeel bevat van een met naam genoemd of gemakkelijk
identificeerbaar natuurlijk persoon of de beschrijving van een gedrag
waarvan het ruchtbaar maken aan die persoon kennelijk nadeel kan
berokkenen”, toont de aanvrager onvoldoende zijn belang aan, zodat
voor dergelijke informatie in de gevraagde agenda’s en notulen de
toegang moet worden geweigerd. Op grond van het principe van de
gedeeltelijke openbaarmaking, kan de belangvereiste enkel betrekking
hebben op informatie die een beoordeling, een waardeoordeel of een
gedragsbeschrijving van een natuurlijke persoon omvat en niet op de
andere informatie.

De FOD Mobiliteit en Vervoer roept ten onrechte op grond van het
huishoudelijk reglement van het Directiecomité in dat de gevraagde
documenten niet openbaar mogen worden gemaakt. Dit huishoudelijk
reglement vormt immers geen juridische basis voor het weigeren van de
openbaarheid van bestuursdocumenten aangezien het geen wettelijke
norm betreft. Ze verhindert dat individuele leden van het Directiecomité
informatie over het Directiecomité zouden bekend maken.

Dit neemt niet weg dat de Commissie van oordeel is dat voor zover de in
de gevraagde documenten aanwezige informatie betrekking heeft op
individuele standpunten, de uitzonderingsgrond in artikel 6, § 2, 3 van
de wet van 11 april 1994 kan worden ingeroepen. Dit artikel bepaalt
immers dat de openbaarmaking moet worden geweigerd wanneer deze
afbreuk zou doen aan het geheim van de beraadslagingen van de federale
Regering en van de verantwoordelijke overheden die afhangen van de
federale uitvoerende macht, of waarbij een federale overheid betrokken
is. Het spreekt voor zich dat deze uitzonderingsgrond geen betrekking
kan hebben op de resultaten van een beraadslaging.

Ook motiveert de FOD Mobiliteit en Vervoer haar weigeringsbeslissing
door te wijzen naar de aanwezigheid van een advies van het kabinet
mobiliteit. De aanwezigheid van een advies van het kabinet op zich is
niet aan de orde, aangezien er geen toegang tot een dergelijk advies
wordt gevraagd, maar enkel de agenda en de notulen van het
                                                                      4

Directiecomité. Als er informatie van het advies van het kabinet is
verwerkt in de notulen, dan moet worden vastgesteld dat dit op zich
geen uitzonderingsgrond is die toelaat om deze informatie aan de
openbaarmaking te onttrekken. Dit is enkel mogelijk voor zover één of
meer uitzonderingsgronden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994
moet of kan worden ingeroepen en in concreto gemotiveerd. De FOD
Mobiliteit en Vervoer toont in elk geval niet aan dat dit het geval is,
zodat ook dit argument niet de weigering om openbaar te maken, kan
ondersteunen.

De Commissie wenst ten slotte het principe van        de gedeeltelijke
openbaarmaking in herinnering brengen op grond        waarvan slechts
informatie die onder een uitzonderingsgrond            valt aan de
openbaarmaking kan worden onttrokken. Alle andere     informatie moet
openbaar worden gemaakt.


Brussel, 27 oktober 2014.




   F. SCHRAM                                           M. BAGUET
   secretaris                                          voorzitster