Outils pour utilisateurs

Outils du site


transparencia:cadas:abelrgnbrucada:2017_gbelrgnbrucada_pce_217-17-avis:start

Table des matières

Avis 217

Source

Transposition

GEWESTELIJKE COMMISSIE VOOR DE TOEGANG TOT BESTUURSDOCUMENTEN VAN HET BRUSSELS
HOOFDSTEDELIJK GEWEST
Inzake : de mevrouw Cieltje Van Achter / Kabinet van Minister-President Vervoort
ADVIES nr. 217.17
Toepassing wordt gevraagd van artikel 20 van de ordonnantie van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur (hierna de ordonnantie)
1. Voorwerp van de aanvraag en feitelijke voorafgaanden
Op 6 juli 2017 richtte mevrouw Cieltje Van Achter een schrijven tôt de heer Rudi Vervoort in diens hoedanigheid van Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In deze brief vroeg zij om een afschrift van :
"Het driejarig investeringsprogramma ingediend door de gemeente Schaarbeek voor de période 2016-2018- uitstel van 31/05/2017 (BHR-RV-27.54338)
De opmerkingen waartoe het onderzoek van het programma van de aanvragen aanleiding heeft gegeven. "
(Voornoemd investeringsplan werd op 1 juni 2017 besproken en goedgekeurd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.)
Op 11 september 2017 diende mevrouw Van Achter een verzoek tôt heroverweging van haar vraag om afschrift in bij de heer Rudi Vervoort in diens hoedanigheid van Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Op dezelfde dag richtte zij ook een adviesvraag tôt de Commissie voor de toegang tôt bestuursdocumenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (hierna de "Commissie").
2.  Ontvankelijkheid van de adviesaanvraag
De Commissie stelt vast dat de verzoekster, zoals voorgeschreven door artikel 20 van de ordonnantie, tegelijkertijd een verzoek tôt heroverweging tôt de Minister Président heeft gericht en een verzoek om advies aan de Commissie.
Deze adviesvraag voldoet dus aan de in artikel 20, eerste lid van de ordonnantie vervatte vormvoorwaarde voor ontvankelijkheid.
Uit de door mevrouw Van Achter overgemaakte documenten blijkt dat het kabinet van de heer Rudi Vervoort naliet om binnen de dertig dagen na ontvangst van het verzoek van mevrouw Van Achter te antwoorden op haar vraag om bovengenoemde afschriften te bekomen, dit houdt in dat het verzoek van mevrouw Van Achter, krachtens artikel 12 van de ordonnantie, impliciet werd afgewezen. De adviesvraag die zij richtte tôt de commissie is dus niet voortijdig.
3. Analyse ten gronde van de adviesaanvraag
Aangezien de weigering om de door mevrouw Van Achter gevraagde afschriften door te geven een impliciet karakter heeft, is deze weigering uiteraard niet gemotiveerd.
Het driejarig investeringsprogramma van de gemeente Schaarbeek is weldegelijk een bestuursdocument in de zin van artikel 3, 2° van de ordonnantie. Het gaat immers om een informatie waarover een gewestelijke administratieve overheid {in casu het kabinet van Minister-President Vervoort) beschikt. Voor zover de opmerkingen waartoe dit document aanleiding gaf, vervat zijn in een proces-verbaal of in een ander document dat wordt gehouden door de voornoemde administratieve overheid, zijn ook deze opmerkingen bestuursdocumenten.
Dit betekent dus dat éénieder, krachtens artikel 8 van de ordonnantie, in beginsel recht heeft om een afschrift van de voornoemde documenten te vragen.
Dergelijk afschrift kan slechts worden geweigerd op basis van één van de uitzonderingsgronden opgesomd in artikel 10 van de ordonnantie.
3.1. Met betrekking tôt de vraag om een afschrift van het driejarig investeringsplan van de gemeente Schaarbeek
Krachtens artikel 9 van de ordonnantie van 16 juli 1998 betreffende de toekenning van subsidies om investeringen van openbaar nut aan te moedigen, bevat een driejarig gemeentelijk investeringsplan minstens volgende elementen :
1". een lijst van de geplande investeringen in het kader van de driejarige investeringsdotatie, vergezeld van een nota waarin uitdrukkelijk geformuleerd wordt op welke manier tegemoet gekomen wordt aan de prioriteiten van het gemeentelijk ontwikkelingsplan, van het gewestelijk mobiliteitsplan, en van het gemeentelijk mobiliteitsplan.
2°. [...]
3". [...]
4". een beschrijving van het doel van de investeringen 5°. een raming van de uitgaven voor elke investering; 6°. het gevraagde subsidiëringspercentage;
7". de vermelding van de financieringsmiddelen voor het niet-gesubsidieerde deel van de investering;
8°. een planning van de werken en de procédures;
9°. de notulen van de vergadering van het begeleidingscomité, voorafgaand aan de indiening van het programma.
Het formulier voor de opstelling van dergelijk plan werd vastgesteld door de regering in haar besluit van 16 juli 1998 tôt bepaling van de wijze van voorstelling van het driejarig investeringsprogramma bedoeld in artikel 9 van de ordonnantie van 16 juli 1998 betreffende de toekenning van subsidies om investeringen van openbaar nut aan te moedigen.
Op basis van de in voornoemd formulier in te vullen gegevens, alsook op basis van het in de artikelen 8 tôt en met 11 van de ordonnantie van 16 juli 1998 geschetste juridische kadervan driejarige investeringsplannen van gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, is de Commissie van mening dat geen van de in artikel 10 van de ordonnantie vervatte weigeringsgronden kan worden ingeroepen om de weigering van een afschrift van dergelijk investeringsplan te rechtvaardigen. De Commissie is dan ook van mening dat aan mevrouw Van Achter een afschrift dient te worden verschaft van het door haar opgevraagde driejarig investeringsprogramma van de gemeente Schaarbeek.
3.2. Met betrekking tôt de vraag om een afschrift van opmerkingen waartoe het onderzoek van het programma van de aanvragen aanleiding heeft gegeven
De vraag om een afschrift van de opmerkingen die in de schoot van de regering met betrekking tôt voornoemd driejarig investeringsplan werden gemaakt, dient volgens de Commissie ten minste gedeeltelijk worden afgewezèn op grond van artikel 10, § 2,3° van de ordonnantie.
Het in voornoemd artikel vervat geheim van de beraadslaging door de regering, is immers specifiek bedoeld om de standpunten van de personen die betrokken zijn bij de discussie in het kader van de regering af te schermen.
Deze afscherming kan er in bepaalde gevallen in bestaan dat de namen van de personen die aan de discussie hebben deelgenomen worden geheim gehouden in plaats van de ingenomen standpunten voor zover het doel van de vrijstelling daarmee wordt bereikt. Indien ook het standpunt aan de openbaarmaking wordt onttrokken moeten de namen van de partijen die aan de discussie deelnamen wel worden vrijgegeven. (Advies 2014-81 van de Commissie voor de toegang tôt en het hergebruik van bestuursdocumenten van de Fédérale Overheid)
Er dient dus, bij toepassing van artikel 11 van de ordonnantie, te worden overgegaan tôt het afleveren van een gedeeltelijk afschrift van het document waarin de ingenomen standpunten werden opgenomen. Uit dit afschrift moeten die hierboven omschreven elementen worden weggelaten ten einde het geheim van de beraadslaging van de regering te beschermen.
4. Advies van de Commissie
Zoals uit voorgaande blijkt is de adviesaanvraag van mevrouw Van Achter ontvankelijk en gegrond in de hierna uiteengezette mate.
De Commissie verzoekt het kabinet van de heer Rudi Vervoort om een afschrift van het driejarig investeringsplan van de gemeente Schaarbeek over te maken aan mevrouw Van Achter.
Daarnaast verzoekt zij het kabinet ook om een uittreksel over te maken van het proces-verbaal van de regering waarin dit investeringsplan werd besproken. In dit uittreksel moeten, op één van hierboven omschreven wijzen, de passages geschrapt worden waarvan de openbaarmaking strijdig zou zijn met het geheim van de beraadslaging van de regering.
De Commissie gaf dit advies op 9 oktober 2017 op verslag van C. Aerts waarop aanwezig waren, de heer M. Leroy, Voorzitter, de dames en heren C. Aerts, L. Therry, A.-F. Vokar en F. Eggermont, en V. Meeus, adjunct secretaris.
transparencia/cadas/abelrgnbrucada/2017_gbelrgnbrucada_pce_217-17-avis/start.txt · Dernière modification : 2018/08/16 00:35 de patrick