Avis 108-15

Source au format .pdf

Transposition

1
gewestelijke commissie voor de toegang tot de bestuursdocumenten van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Advies 108/2015
Toepassing van artikel 20 van de Ordonnantie van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur.

Inzake : Meneer Tonny MATHIEU tegen MIVB
overzicht van de feitbn
1.1. Met een elektronisch bericht van 9 juli 2015 veizoekt de heer Tonny Mathieu aan de Maatschappij voor het Intercomtnunaal Vervoer te Brussel (hiema: MIVB) een verzoek tôt afschrift van "de overeenkomst tussen MIVB en Prontophot (de onderneming verantwoordelijk voor de toestellen waarin pasfoto's kunnen gemaakt worden)".

Zijn elektronisch bericht is gericht aan customercare@mivb.irisnet.be en PRDcustomercare@stib.irisnetbe.

Hij vermeldt in zijn elektronische aanvraag onder meer de volgende gegevens: zijn voornaam en familienaam, zijn e-mail-adres, zijn telefoonnummer, zijn postcode evenals zijn taal(gebruik) ("ni").

Zijn verzoek om openbaarheid van 9 juli 2015 is niet ondertekend.

1.2. Met een elektronisch bericht van 10 augustus 2015 antwoordt de heer Patrick Switters van de dienst 'Customer Care' dat de betrokken dienst geen bevoegdheid heeft in dergelijke materies en het bericht van de heer Mathieu "wordt doorgestuurd naar de verantwoordelijke beheerder van "Métro Store Company" die belast is met het beheer Van commerciële locaties in de metrostations".

1.3. Op 10 augustus 2015 wordt opnieuw een elektronisch bericht gericht aan de heer Mathieu, ditrnaal door de heer Grégory Sérésiat, operationeel beheerder van de dienst "Sales, Marketing & Network" van de MTVB.

1.4. Dezelfde dag antwoordt de heer Mathieu, weerom met een elektronisch bericht, weliswaar vanuit een ander e-mailadrés, bondig als volgt : "Motief: openbaarheid van bestuur".

1.5. Op 11 augustus 2015 antwoordt de heer Sérésiat, met een elektronisch bericht dat in het Frans is gesteld dat dit principe niet van toepassing is op het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en dat de commerciële overeenkomsten vertrouwelijk zijn.

1.6. Op 19 augustus 2015 reageert de heer Mathieu met een elektronisch bericht dat hij op 9 juli toegang heeft gevraagd tôt "een bepaald bestuursdocument op basis van artikel 32 van de Grondwet en de Brusselse ordonnantie van 30 maart 1995". Hij meldt tevens dat hij eventueel akkoord gaat dat strikt confidentiële paragrafen onleesbaar worden gemaakt. Hij stelt tevens
2
dat hij op 11 augustus 2015 een Franstalig antwoord heeft ontvangen en verzoekt om een volledige vertaling ervan, met inbegrip van "hoofding en handtekening".

1.7. Op 24 augustus 2015 schrijft de heer Sérésiat met een elektronisch bericht in antwoord op de e-mail van 19 augustus 2015, verwijzend naar de artikelen 9, 10, § 1, 7° en 10, § 3, 4°, van de ordonnantie van 30 maart 1995 die hij citeert dat "om al de voornoemde redenen", niet kan worden voldaan aan de door de heer Mathieu gestelde vraag om openbaarheid van het betrokken bestuursdocument.

1.8.1 Diezelfde dag richt de heer Mathieu een e-mail aan de heer Sérésiat met de volgende inhoud:\\
"Geachte,
Gelieve hennis te nemen van het schriftelijk verzoek in bijlage.

Hoogachtend,
Tonny Mathieu"
1.8.2. De laatst vermelde bijlage, een brief met datum 24 augustus 2015 gericht aan de heer Sérésiat, vermeldt het volgende:\\
"[ŠŠŠ]
Ik heb thans uw weigering ontvangen om te voîdoen aan het grondwettelijk recht betreffende de openbaarheid van bestuur.

A) wat betreft het vertrouwelijk karakter: ik verwijs naar mijn email van 19 augustus 2015 waarin ik eventueeî akkoord ga dat u strikt confldentiële paragraphen onleesbaar maakt.

B) Wat betreft uw suggestie dat "de vraag kennelijk te vaag geformuleerd is", wiî ik verwijzen naar mijn email van 9 juli 2015 waarin duidelijk de vraag gepreciseerd werd als volgt: "copy van de overeenkomst tussen MIVB en Prontophot (de onderneming verantwoordelijk voor de toestellen waarin pasfoto's kunnen gemaakt worden.") Verdere precisering is onmogelijk zonder toegang te hebben tôt de betreffende documenten.

C) Wat betreft de "naam en adres van de verzoeker", kan ik u meedelen: Tonny Mathieu
Ijzerstraat 183 B-3080 Tervuren
D) Wat betreft de wijze van verstrekking: graagper email
E) Wat betreft de ondertekening wens ik te verwijzen naar de handtekening hieronder.

3
Het komt me voor dat [...] de gronden van uw weigering voldoende weerlegd zijn en vraag u uw beslissins te herzien.

Ik verwacht spoedig het gevraagde document te ontvangen alsook een vertaling van uw antwoord van 11 augustus 2015.

Hoogachtend,
Tonny Mathieu" (onderlijning toegevoegd). Dit verzoek tôt heroverweging is ondertekend.

.1.9. Nog dezelfde dag, 24 augustus 2015, rient de heer Mathieu een brief aan de Voorzitter van de Commissie voor de toegang tôt bestuursdocumenten van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest waarin hij meldt dat hij op 9 juli 2015 toegang heeft gevraagd tôt de overeenkomst tussen de MIVB en Prontophot (de ondememing verantwoordelijk voor de toestellen waarin pasfoto's kunnen gemaakt worden), deze toegang door MIVB verschillende malen om uiteenlopende redenen werd geweigerd en hij diezelfde dag het betrokken bestuur gevraagd heeft de aanvraag te herbekijken.

Hij verzoekt de Commissie om advies. Ook deze brief is ondertekend en vermeldt de naam en het adres van de aanvrager.

De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag
2.1. De Commissie stelt vast dat de aanvrager in zijn verzoek om advies stelt dat hij tegelijkertijd, een "verzoek tôt heroverweging" heeft gericht aan de heer Sérésiat van de Dienst Verkoop, Marketing en Netwerk van de MTVB en een verzoek om advies aan de Commissie.

2.2. Artikel 20, eerste lid, van de Ordonnantie van 30 maart 1995 bepaalt dat wanneer de verzoeker moeilijkheden ondervindt om de raadpleging of de verbetering van een bestuursdocument te verkrijgen op grond van de ordonnantie, hij een verzoek tôt heroverweging kan richten tôt de betrokken gewestelijke administratieve overheid. Terzelfdertijd verzoekt hij de Commissie een advies uit te brengen.

De Commissie acht de adviesaanvraag bijgevolg ontvankelijk. De gegrondheid van de adviesaanvraao
3.1. Het recht van toegang tôt bestuursdocumenten is verankerd in artikel 32 van de Grondwet en verder uitgewerkt in de ordonnantie van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur.

Artikel 9, eerste, tweede en derde lid, van diezelfde ordonnantie bepaalt dat inzage, uitleg of mededeling in afschrift van een bestuursdocument geschiedt op aanvraag. De vraag vermeldt
4
duidelijk de betrokken aangelegenheid en, waar mogelijk, de betrokken bestuursdocumenten en wordt schriftelijk gericht aan de bevoegde gewestelijke administratieve overheid. Een aanvraag is onontvankelijk als zij niet ondertekend is door de verzoeker, de naam en het adres van de verzoeker niet vermeld zijn en zij niet preciseert op welke wijze de informatie moet worden verstrekt. Zo een aanvraag niet ontvankelijk is, moet de bevoegde gewestelijke administratieve overheid dit zo spoedig mogelijk aan de verzoeker laten weten, mits deze in de aanvraag is geïdentificeerd.

3.2. De Commissie stelt vast dat het schriftelijk verzoek om openbaarheid van 9 juli 2015 door de aanvrager ervan, de heer Tonny Mathieu, niet werd ondertekend. Bovendien werd het adres, dit is de woonplaats van de verzoeker er niet in vermeld. Tôt slot dient te worden vastgesteld dat de verzoeker correspondeerde met de MTVB vanuit verschillende e-mailadressen.

Op 24 augustus deelt de heer Sérésiat de aanvrager mee dat aan zijn verzoek om meerdere redenen niet kan worden voldaan. Eén van de redenen die hij daartoe aanhaalt is een algemene verwijzing naar artikel 9 van de ordonnantie van 30 maart 2015 dat hij in zijn e-mail (gedeeltelijk) citeert. Hij verwijst aldus onder meer naar de ontvankelijkheidsvereisten zoals die zijn vermeld in artikel 9, tweede lid, van die ordonnantie.

3.3. Al had de fonnulering preciezer kunnen zijn, moet in ieder geval worden vastgesteld dat het betrokken bestuur terecht heeft geoordeeld dat het door de heer Mathieu ingediende verzoek tôt openbaarheid van 9 juli 2015 niet ontvankelijk is omdat het niet werd ondertekend, het adres (lees: de woonplaats) van verzoeker niet werd vermeld nach preciseerde op welke wijze de gevraagde informatie moet worden verstrekt.

Aangezien het oorspronkelijke verzoek om openbaarheid niet ontvankelijk is, dient hij een nieuwe regelmatige, dat wil zeggen een ontvankelijke aanvraag om openbaarheid in te dienen met vermelding van de door artikel 9, tweede lid, van de ordonnantie van 30 maart 1995 vereiste gegevens. Deze aanvraag dient bovendien ondertekend te zijn.

Volledigheidshalve moet worden vermeld dat de ondertekening van het verzoek tôt heroverweging van 24 augustus 2015 en de vermelding dàarin pas van de door artikel 9, tweede lid, van de ordonnantie, op straffe van niet-ontvankehjkheid, vereiste gegevens, de niet-regelmatigheid van het initiële verzoek niet kan herstellen.

Het schrijven van de heer Mathieu van 24 augustus 2015 kan in wezen niet worden gekwalificeerd als een verzoek om heroverweging in de zin van de ordonnantie aangezien het niet wordt voorafgegaan door een ontvankelijk initieel verzoek.

Besluit
De adviesaanvraag van de heer Tonny Mathieu van 24 augustus 2015 gericht aan de Gewestelijke Commissie voor de toegang tôt de bestuursdocumenten is ontvankelijk.

Het op 9 juli 2015 door de heer Tonny Mathieu aan de MIVB gerichte verzoek tôt openbaarheid is niet-ontvankelijk aangezien niet werd voldaan aan de vereisten van artikel 9,
5
tweede lid, van de ordonnantie van 30 maart 2015. Hij dient dus een nieuwe ondertekende aanvraag aan de MIVB te richten die wel aan de ontvankelijkheidsvereisten voldoet. Pas na een gebeurlijke afwijzing van een ontvankelijk rngediende aanvraag kan de betrokkene een verzoek tôt heroverweging indienen bij het betrokken bestuur en, tegelijkertijd, de Commissie om advies verzoeken.

De Commissie verleende haar advies op 17 september 2015 op verslag van Mevrouw LEUS waarop aanwezig waren de heer LEROY, Voorzitter en mevrouw SAUTOIS, VOKAR en LEUS , meneer LIERMAN leden en de heer BOLAND, adjunct - secretaris.

Voorzitter
Michel BOLAND Adjunct-secretaris