Table des matières

Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis

Advies 97

Over de weigering om toegang te geven tot de rapporten van de handhygiënecampagne in ziekenhuizen

Date: 14/12/2009

Transposition

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

    Afdeling openbaarheid van bestuur




                 14 december 2009




               ADVIES 2009-97

  over de weigering om toegang te geven tot de
   rapporten van de handhygiënecampagne in
                 ziekenhuizen

                  (CTB/2009/100)
                                                                        2

   1. Een overzicht

Op 29 mei 2009 vroeg mevrouw Martine Van Hecke, namens Test
Aankoop om een kopie van de rapporten van de handhygiënecampagne
in ziekenhuizen die in het bezit zijn van het Wetenschappelijk Instituut
Volksgezondheid. Dit verzoek werd formeel geweigerd op grond van de
uitzonderingsgrond aanwezig in artikel 6, § 2, 3° van de wet van 11 april
1994 betreffende de openbaarheid van bestuur, terwijl de
uitzonderingsgrond die men wenste in te roepen was eigenlijk artikel 6,
§ 3, 2° van de wet van 11 april 1994 was.

Tegen die weigering is Test Aankoop in beroep gegaan door een verzoek
tot heroverweging in te dienen bij het Wetenschappelijk Instituut
Volksgezondheid bij brief van 7 december 2009. Tegelijkertijd stuurde zij
ook een verzoek om advies aan de Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur,
hierna Commissie genoemd.

   2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag

De Commissie wenst er vooraf op te wijzen dat zij slechts bevoegd is ten
aanzien van bestuursdocumenten die niet op milieu-informatie
betrekking hebben, aangezien voor die informatie immers een apart
regime geldt (zie de wet van 5 augustus 2006 betreffende de toegang van
het publiek tot milieu-informatie). Voor zover de gevraagde informatie
betrekking heeft op milieu-informatie in de zin van de wet van 5
augustus 2006, is het verzoek dan ook niet ontvankelijk.

Voor zover de vraag betrekking heeft op niet-milieu-informatie, is
voldaan aan de voorwaarde van gelijktijdigheid van het verzoek tot
heroverweging en het verzoek om advies.

   3. De gegrondheid van de adviesaanvraag

Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de
openbaarheid van bestuur gaan uit van de principiële openbaarheid van
alle bestuursdocumenten. Ook documenten die een overheid verwerft
van derden, zijn bestuursdocumenten in de zin van de wet van 11 april
1994. Uitzonderingsgronden kunnen slechts worden ingeroepen voor
zover ze bij wet zijn voorzien en voor zover ze in concreto en op
                                                                       3

pertinente wijze kunnen worden gemotiveerd. Bovendien moeten
uitzonderingsgronden restrictief worden geïnterpreteerd. Redenen van
wetenschappelijke aard vormen op zich dan ook geen juridische
grondslag om de openbaarmaking te weigeren.

De Commissie stelt vast dat het Wetenschappelijk Instituut
Volksgezondheid de toegang tot de gevraagde rapporten weigert op
grond van artikel 6, § 3, 2° van de wet van 11 april 1994. Dit artikel
bepaalt dat een federale administratieve overheid de openbaarmaking
kan weigeren als de vraag betrekking heeft op “een advies of een mening
[…] die uit vrije wil en vertrouwelijk aan de overheid is meegedeeld”.

Deze uitzonderingsgrond is onderworpen aan drie beperkingen.

In de eerste plaats kan ze slechts worden ingeroepen ten aanzien van een
advies of een mening en niet ten aanzien van feiten die in een
bestuursdocumenten afkomstig van derden zijn opgenomen.

Op de tweede plaats kan een federale administratieve overheid de
toegang slechts weigeren voor zover de gevraagde bestuursdocumenten
uit vrije wil, d.w.z. zonder dat er enige juridische verplichting toe
bestaat, aan de overheid werden meegedeeld.

Vervolgens moet diegene die het document aan de overheid heeft
bezorgd daarbij de vertrouwelijkheid van de informatie hebben
ingeroepen.

Tenslotte wenst de Commissie erop te wijzen dat het hier niet gaat om
een verplichte uitzonderingsgrond, maar om een facultatieve
uitzonderingsgrond wat een extra verantwoording vraagt waarom een
bestuur oordeelt deze uitzonderingsgrond te moeten inroepen. Ook al
blijkt uit de beslissing van het Wetenschappelijk Instituut
Volksgezondheid dat voldaan was aan de voorwaarden van de
vrijwilligheid en de confidentialiteit, toch maakt ze niet duidelijk
waarom ze van oordeel is deze bestuursdocumenten niet vrij te kunnen
geven. Het gebruik dat iemand wenst te maken van de informatie en de
begrijpelijkheid van de informatie in een bestuursdocument vormen
immers geen reden om de toegang tot een document te weigeren.
                                                                        4

Bovendien moet het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, gelet
op de eerste beperking met betrekking tot de ingeroepen
uitzonderingsgrond, in elk geval het inroepen van deze
uitzonderingsgrond beperken tot meningen en adviezen die in de
gevraagde bestuursdocumenten zijn opgenomen. Het Wetenschappelijk
Instituut Volksgezondheid kan in elk geval uit de bepaling van artikel 6,
§ 3, 2° van de wet geen voldoende juridische grondslag halen om de
toegang tot feitelijke gegevens te weigeren. Deze informatie moet dan
ook openbaar worden gemaakt, zeker ook in het licht van artikel 6, § 4
van de wet van 11 april 1994 op grond waarvan slechts wat effectief
onder een uitzonderingsgrond valt aan de openbaarmaking kan worden
onttrokken.




Brussel, 14 december 2009.



   F. SCHRAM                                               J. BAERT
   secretaris                                             voorzitter